President. – The next item is the debate on

– the oral question to the Commission on tobacco agreement (PMI agreement) by Bart Staes, José Bové, on behalf of the Group of the Greens/European Free Alliance (O—000010/2016 – B8—0109/2016) (2016/2555(RSP)),

– the oral question to the Commission on Tobacco agreement (PMI agreement) by Ingeborg Gräßle, Petri Sarvamaa, on behalf of the Group of the European People’s Party (Christian Democrats) (O—000014/2016 – B8—0110/2016) (2016/2555(RSP)),

– the oral question to the Commission on Tobacco agreement (PMI agreement) by Marco Valli, Rolandas Paksas, on behalf of the Europe of Freedom and Direct Democracy Group (O—000015/2016 – B8-0111/2016) (2016/2555(RSP)),

– the oral question to the Commission on Tobacco agreement (PMI agreement) by Inés Ayala Sender, on behalf of the Group of the Progressive Alliance of Socialists and Democrats in the European Parliament (O—000016/2016 – B8—0112/2016) (2016/2555(RSP)),

– the oral question to the Commission on Tobacco Agreement (PMI agreement) by Michael Theurer, on behalf of the Group of the Alliance of Liberals and Democrats for Europe (O—000017/2016 – B8-0113/2016) (2016/2555(RSP)),

– the oral question to the Commission on Tobacco agreement (PMI agreement) by Ryszard Czarnecki, on behalf of the European Conservatives and Reformists Group (O—000018/2016 – B8-0114/2016) (2016/2555(RSP)), and

– the oral question to the Commission on Tobacco agreement (PMI agreement) by Dennis de Jong, Rina Ronja Kari, Anne-Marie Mineur, Martina Anderson, Matt Carthy, Liadh Ní Riada, Sofia Sakorafa, Tania González Peñas, Xabier Benito Ziluaga, Miguel Urbán Crespo, Estefanía Torres Martínez, Lola Sánchez Caldentey, Luke Ming Flanagan, on behalf of the Confederal Group of the European United Left – Nordic Green Left (O—000019/2016 – B8-0115/2016) (2016/2555(RSP)).

  Bart Staes, Auteur. – Commissaris, ik dank u voor het evaluatieverslag over de tabaksovereenkomst met Philip Morris dat we gisteren van u gekregen hebben. We hebben er lang op moeten wachten maar de 31 bladzijden liggen nu voor ons. Het spijt me, commissaris, maar ik vind niet dat er in die evaluatie voldoende elementen zitten om de bestaande overeenkomst te verlengen.

In het verslag wordt bijvoorbeeld wel gesteld dat tussen 2006 en 2014 het aantal geconfisqueerde sigaretten met 85 procent is gedaald. Maar is dat een goed argument? In het vaktijdschrift Tobacco International van mei 2002 lees ik al dat het aantal geconfisqueerde sigaretten ten opzichte van de evaluatieperiode 1997-1999 daalde tot een tiende, dus met 90 procent. Was dat dankzij de tabaksovereenkomst die we afsloten met Philip Morris? Neen, want die bestond in 2002 nog niet. Dat goede resultaat kwam er dankzij het leiderschap dat de Europese Unie nam in de strijd tegen tabakssmokkel. Zo was er de onderzoekscommissie van het Europees Parlement in 1996-1997. Er was het goede werk van de Taskforce tabak van Uclaf en later van OLAF. Er was het goede werk van de Commissie en een aantal lidstaten, door een proces aan te spannen tegen Philip Morris voor de rechtbank in New York.

Dat alles zorgde voor druk en voor een goed resultaat, zoals ik kan lezen in dat vaktijdschrift Tobacco International. Bovendien is het niet een amicaal akkoord dat zorgt voor een goed resultaat in de strijd tegen tabakssmokkel, het is volgehouden inzet. Daarenboven is 2004 2016 niet. We hebben ondertussen de nieuwe tabaksrichtlijn, die elementen over "volgen en traceren" bevat en waarin de amendementen van mevrouw Grässle en mezelf werden opgenomen. Er is, en dat weet u zeer goed want u bent een hevig voorstander, de WHO-overeenkomst. Er is het FTCT-protocol, waarin nieuwe elementen worden aangereikt om wereldwijd de strijd tegen tabakssmokkel aan te gaan.

Laten we niet doen alsof de tabaksindustrie onze vriend is. Ze is een tegenstander. Tabaksproducenten spannen rechtszaken aan tegen de tabaksrichtlijn. Ze spannen rechtszaken aan tegen lidstaten of tegen staten zoals Australië via ISDS-mechanismen.

Commissaris, laat mij klaar en duidelijk zijn: ik steun uw strijd om de WHO-overeenkomst en het FTCT-protocol te laten ratificeren door zoveel mogelijk staten en in de eerste plaats door de 28 lidstaten van de Europese Unie. Laten we inzetten op een degelijke tenuitvoerlegging van de tabaksrichtlijn. Laten we inzetten op een goede ratificatie van die WHO-overeenkomst. Maar als u straks met de Commissie gaat beslissen om de bestaande overeenkomst met Philip Morris voort te zetten of te verlengen, dan bezorgt u de WHO en de Europese Unie reputatieschade. Want waarom zouden andere staten buiten de EU, waarom zouden onze nabuurlanden die WHO-overeenkomst ondertekenen als ze zien dat de EU zelf akkoorden afsluit of verlengt, zoals die welke nu voorligt met Philip Morris?

Commissaris, we hebben vandaag een dialoog, we hebben vandaag een debat. Op 8 maart gaan wij over een resolutie stemmen. Ik vraag de Commissie geen beslissing te nemen vooraleer de resolutie van het Parlement voorligt. Ik denk dat dat simpele hoffelijkheid is. Ik zou willen dat u luistert naar de plenaire vergadering van het Parlement zoals die op 8 maart een uitspraak zal doen.

  Ingeborg Gräßle, Verfasserin. – Frau Präsidentin, Frau Vizepräsidentin, liebe Kolleginnen und Kollegen! Ich komme mit den gleichen Argumenten zu einem anderen Schluss. Aber ich möchte mich zuerst bei der Kommission bedanken, dass sie nach über zwölf Jahren endlich den Bericht über das Tabakabkommen vorgelegt hat. Hurra dafür! Das Dokument ist interessant. Es zeigt den internen Kampf der Kommission im Umgang mit der Tabakindustrie, und diesen Kampf werden wir hier wohl auch zu führen haben – leider!

Für mich geht es nicht um eine Grundsatzfrage oder gar eine Gewissensentscheidung, für mich geht es um ganz pragmatische Dinge. Wir sollten diesem Abkommen nicht mehr Bedeutung zumessen, als es tatsächlich hat. Der Kern der Sache ist: Was tun in den kommenden drei Jahren, bis in der EU die Tabakprodukte-Richtlinie in Kraft tritt, und außerhalb der EU in den kommenden sechs Jahren, bis das WHO-Protokoll hoffentlich dann in Kraft treten kann? Diese beiden neuen Rechtsinstrumente sind sehr, sehr wichtig. Der Ratifizierungsprozess, der Umsetzungsprozess darf und sollte keinesfalls gefährdet werden.

Deswegen, Frau Vizepräsidentin der Kommission, sollten Sie Stellung nehmen zu dem, was die Generalsekretärin des WHO-Sekretariats gestern geschrieben hat, dass nämlich die Verlängerung dieses Abkommens mögliche Ratifizierungen konterkariert oder dass die EU unter einem solchen Abkommen gar nicht in der Lage und es gar nicht erlaubt wäre, ein solches Abkommen zu treffen. Darauf brauchen wir eine Antwort.

Und dann brauchen wir natürlich Antworten auf alles. Uns Haushaltskontrolleuren geht es um den Tabakschmuggel und den Kampf dagegen. Wir brauchen Antworten auf alles, was weder das Abkommen noch die Tabakprodukte-Richtlinie noch das Protokoll abdecken, nämlich den Schmuggelmarkt mit cheap white. Deswegen möchte ich um weitere Maßnahmen bitten. Was wir brauchen, ist track and trace und due diligence bei 1) geschnittenem Rohtabak – hier haben wir fünf Produzenten, davon zwei in der EU –, bei 2) Zigarettenpapier mit seinen 25 Herstellern weltweit und bei 3) Zigarettenfiltern mit ihren rund zehn Herstellern weltweit. Wenn wir hier – am Anfang der Produktkette – etwas tun statt am Ende, wären wir sehr viel schneller zu Resultaten imstande.

Aus der jetzigen Sicht und aus Sicht der Haushaltskontrolle kann ich das Abkommen drei Jahre ruhig weiterlaufen lassen, vorausgesetzt, es gefährdet die Ratifizierung nicht. Ich glaube der Industrie nämlich nicht, dass sie das Abkommen freiwillig weiter anwendet. Das ist auch ein Punkt: Wer der Industrie glaubt, kann auf eine weitere Anwendung des Abkommens, auf eine Verlängerung des Abkommens verzichten. Ich glaube, dass wir gut beraten sind, das nicht zu tun.

  Piernicola Pedicini, autore. – Signora Presidente, onorevoli colleghi, prima di tutto vorrei ricordare ai cittadini che ci stanno seguendo che qui stiamo parlando di contrabbando di sigarette effettuato dalle stesse case produttrici di sigarette. La Commissione europea ha messo in atto una serie di azioni legali contro queste case produttrici: al momento vi sono quattro accordi in vigore, con la Philip Morris, la Japan Tobacco, l'Imperial Tobacco e la British American Tobacco.

Tra questi accordi quello con la Philip Morris è il più eclatante: un miliardo di euro entro dodici anni, che però la Philip Morris ha usato per garantirsi l'ingerenza politica in Europa e anche in tutti gli Stati membri. Per anni la Commissione ha continuato a rimandare la pubblicazione della valutazione sull'accordo con Philip Morris e siamo arrivati al punto che l'accordo scade tra sei mesi e il Parlamento è stato tenuto all'oscuro di tutto quanto e per tutto questo tempo.

Faccio presente che, mentre la Commissione spende parte delle risorse per la lotta al contrabbando delle sigarette nel programma Hercule, non si sa come vengono spesi questi soldi all'interno degli Stati membri: stiamo parlando di 1,6 miliardi di euro, di cui i cittadini ignorano completamente la destinazione finale.

Rispondendo a una mia interrogazione del novembre 2015, il Consiglio se ne è lavato completamente le mani, dicendo che non poteva fornire delucidazioni al riguardo perché non è parte ufficiale degli accordi di cooperazione. Intanto, però, in Italia la Philip Morris investe e cresce beata con il benestare del premier Matteo Renzi, apre stabilimenti, ottiene sconti del 50% sulle accise per immettere i suoi nuovi prodotti sul mercato, riceve addirittura la promessa di poter utilizzare la sua tecnologia Codentify per gestire i sistemi di tracciabilità, prima che la Commissione adotti gli atti delegati richiesti dalla direttiva sul tabacco e prima che l'Unione europea ratifichi il protocollo dell'Organizzazione mondiale della sanità sullo stesso argomento. Come dire, controllore e controllato. Perciò signori, che cosa dire di più? Thank you for smoking!

  Inés Ayala Sender, autora. – Señora Presidenta, antes de comenzar deseo dedicar un pensamiento a las víctimas activas y pasivas del tabaco, entre las que se encuentran mi padre y mi abuelo. Tal vez por ello yo nunca he fumado y, por lo tanto, tengo siempre en cuenta esas medidas necesarias y respaldo las medidas drásticas impuestas en mi país por el Gobierno socialista, que han conseguido un planteamiento mejor. Mi grupo, por lo tanto, siempre ha estado a favor de un marcaje fuerte y del encuadre exigente. De ahí el excelente trabajo que reconozco, y que creo que todos debemos reconocer hoy día, de la señora McAvan con la Directiva sobre los productos del tabaco, que creo que es el marco legislativo en el que tenemos que trabajar.

Y también lo estuvimos cuando la Comisaria nos presentó su acuerdo y por lo tanto pretendíamos con aquello, precisamente, tener un instrumento jurídico para las instituciones europeas, para poder controlar y hacer frente a una situación absolutamente insuficiente y descontrolada en cuanto a la capacidad y el impacto de las tabacaleras. Yo creo que ese acuerdo, y todos estamos de acuerdo, sirvió para mejorar los conocimientos sobre cómo hacer frente a la importación ilegal y al tráfico y el contrabando de tabaco, pero también para enseñarnos de qué manera hacer el seguimiento y la trazabilidad y mejorar la situación de control de aquello.

Pero ahora, actualmente, solo tengo preguntas ante la nueva situación, porque resulta que el acuerdo expira y tenemos un vacío legal a partir de este año. Y el nuevo marco legal de la Directiva y su implementación en el año 2019 y el Convenio de la OMS a partir del 2022 nos dejan enormes preguntas, señora Comisaria.

Señora Vicepresidenta, yo conozco su eficacia y por lo tanto, querría saber, en primer lugar también qué va a pasar con los tres acuerdos pendientes con otras tantas tabacaleras. Querría saber si en el momento en que entre también en vigor la Directiva podemos evitarlo y podríamos justamente trabajar para que terminaran.

Pero también si nuestras aduanas son suficientemente fuertes en este momento —puesto que su evaluación reconoce que es el factor más importante— y en qué condiciones están, igual que los puertos. Tenemos allí unos vacuum (yo que me dedico al transporte sé por experiencia que los puertos son cada vez más grandes y más incontrolables), ¿de qué manera puede usted garantizarnos, o, puesto que no está usted sola, sino con el Colegio, cómo puede la Comisión garantizarlo?

Y también los temores de quienes piensan que la prolongación de los acuerdos solo retrasaría la implantación de la Directiva y la ratificación del Convenio. Querría que usted pudiera darnos también seguridades en ese sentido, cómo garantizarnos que esto no va a ocurrir.

Por otro lado, absolutamente convencida de la necesidad del Estado de Derecho para defender nuestra democracia, no me gusta quedarme sin ningún tipo de instrumento en este vacuum. Por lo tanto ¿qué nos propone usted como alternativa, señora Comisaria, o qué propone la Comisión? ¿Cómo poder tranquilizar para demostrar nuestro compromiso en la lucha contra el tabaco?

Elnökváltás: GÁLL-PELCZ ILDIKÓ
alelnök asszony

  Martina Dlabajová, Autorka. – Ráda bych každopádně poděkovala Komisi za zveřejnění posouzení dohody s Philip Morris International. Podrobnému prozkoumání tohoto stěžejního dokumentu bohužel nepomohlo to, že jsme na něj museli docela dlouhou dobu čekat, ani to, že termín jeho zveřejnění byl teprve včera. Přes tyto skutečnosti bych se ráda podělila o své názory k této problematice za naši skupinu.

Dohoda s Philip Morris International částečně splnila svůj účel, neboť od okamžiku jejího uzavření došlo k výraznému poklesu pašování zboží do EU, navíc došlo k podstatným změnám v legislativě. Máme teď směrnici o tabákových výrobcích, která představuje celoevropský systém sledování a dohledávání cigaret od roku 2019 na straně jedné a Rámcovou úmluvu Světové zdravotnické organizace o kontrole tabáku ratifikovanou pěti členskými státy na straně druhé. Bohužel však zároveň došlo k výraznému nárůstu podílu na trhu u neznačkových cigaret.

Skupina ALDE byla vždy synonymem boje proti nezákonnému obchodování s lidmi, padělání nebo pašování zboží. Hodláme pokračovat v trendu nulové tolerance v této oblasti, protože tyto jevy nejsou škodlivé jen pro naše hospodářství, ale jsou hnacím motorem šedé ekonomiky a černého trhu spojeného s organizovanou trestnou činností. Jakákoli mezera v pravidlech by mohla posloužit zločineckým skupinám jako otevřené dveře. Proto je naší povinností zajistit, aby nedovolený obchod s tabákovými výrobky neměl v EU vůbec žádný prostor, počínaje aktivní prevencí a konče sankcemi v likvidační výši.

Musím však přiznat, paní komisařko, že zveřejněná zjištění Komise nepovažuji za příliš přesvědčivá. Neexistují žádné dostatečné údaje jasně prokazující souvislost mezi dohodou s Philip Morris International a snížením počtu konfiskátů. Po přečtení stanoviska Komise jsem spíše nabyla dojmu, že je zde prezentováno jen několik hypotéz.

Proto se domnívám, že než vstoupí v platnost Rámcová úmluva Světové zdravotnické organizace o kontrole tabáku, měli bychom na tuto jakoby přechodnou dobu uzavřít jinou dohodu. A to, že budeme pomáhat v boji proti současným problémům s nedovoleným tabákem a že budeme využívat všech opatření, která prokazatelně fungují, např. povinnosti tracking a tracing.

Jak chcete, paní komisařko, i do budoucna s maximální zodpovědností připravit takový politický a legislativní rámec, který bude plně transparentní?

  Ryszard Czarnecki, autor. – Pani Przewodnicząca! Dzisiejsza debata ma ogromne znaczenie, po pierwsze ze względu na znaczenie przedmiotu, ale także poprzez fakt, że nasz Parlament już wielokrotnie zadawał Komisji Europejskiej pytania o stan negocjacji z Philip Morris International. Nielegalny handel wyrobami tytoniowymi, a w szczególności przemyt podrabianych papierosów powoduje, że Unia Europejska i państwa członkowskie razem mają straty w przychodach w wysokości 10 mld EUR rocznie, a wartość jednego europejskiego programu walki z tego typu oszustwami (Herkules III) to około 100 mln EUR na okres 2014–2020.

Przemyt tytoniu jest poważnym przestępstwem, które przyczynia się do finansowania innych rodzajów przestępczości zorganizowanej. Jest to również problem zdrowia publicznego, bo te nielegalne papierosy stwarzają większe zagrożenie dla zdrowia, ponieważ nikt nie wie tak naprawdę, jak one są produkowane. Umowa z Philip Morris miała więc tutaj pewien wkład w walkę z nielegalnym handlem tytoniem, w związku z czym trzeba poprzeć inicjatywę, trzeba poprzeć starania pani przewodniczącej Georgievej odnośnie do przedłużenia takiej umowy.

Umowa ta była zawarta 20 lat temu, obecnie rynek i środowisko lustracyjne jest zupełnie inne niż wtedy, ale takie umowy wydają się potrzebne, a ponadto jest jeszcze jedna rzecz, a mianowicie taka, że ten globalny protokół do spraw zwalczania przemytu wejdzie w życie 50 lat po ratyfikacji, tj. około roku 2020. Jeżeli ta umowa wygaśnie w tym roku, to przez najbliższe lata Philip Morris nie będzie zobowiązany do płacenia tzw. suplemental payments i powstaje pytanie – czy to nam się opłaca?

  Dennis de Jong, Auteur. – Ik ben blij dat het Parlement nu eindelijk de effectenrapportage over de overeenkomst met Philip Morris heeft ontvangen.

Volgens de rapportage is het aantal onderschepte sigaretten van PMI sinds 2004 gedaald met 85 procent. Zoals de onderzoekers zelf ook al aangegeven, zegt dat echter nog niet zoveel. Sinds 2004 worden namelijk steeds meer merkloze sigaretten, cheap whites, de EU in gesmokkeld. De onderzoekers moesten dan ook concluderen – dat vind ik heel belangrijk – dat de samenwerking met PMI geen aantoonbaar voordeel heeft opgeleverd voor de volksgezondheid in Europa.

Opmerkelijk blijft het geringe bedrag aan boetes dat PMI heeft moeten betalen, te weten ruim 68 miljoen euro. De onderzoekers stellen vast dat de onderscheppingen steeds kleinere hoeveelheden sigaretten betreffen. Die blijven daarmee onder de radar omdat voor de overeenkomst met PMI alleen onderscheppingen van minimaal 50 000 sigaretten meetellen. Daarmee komt de tabaksindustrie dus heel erg goed weg.

Dan nu de hamvraag: moeten we de overeenkomst met PMI verlengen? Naar de mening van mijn fractie niet. De onderzoekers wijzen er al op dat het op zijn minst merkwaardig is als je een samenwerkingsovereenkomst sluit met dezelfde fabrikanten die de Europese tabaksrichtlijn juridisch aanvechten. Bovendien worden binnen enkele jaren nieuwe wettelijke regels van kracht die PMI dwingen soortgelijke voorzieningen te treffen als in de overeenkomst is afgesproken.

Het belangrijkste argument blijft echter dat volgens de regels van de Wereldgezondheidsorganisatie iedere schijn van belangentegenstelling of verstrengeling met de tabaksindustrie vermeden moet worden. Laten wij ons niet afhankelijk maken van geld waar bloed aan kleeft. Daarom hoop ik dat we vandaag met de Commissie kunnen vaststellen dat de samenwerking met PMI niet wordt verlengd.

  Kristalina Georgieva, Vice-President of the Commission. – Madam President, it is very clear from the discussion we are having here that the smuggling of tobacco products is something that concerns us all. It affects our public health, our public finances and the quality of our law enforcement. The interest of Parliament is shared by the Commission. This is an important priority in our work.

Today we are debating it because the EU’s first anti—fraud agreement with the largest tobacco manufacturer in Europe, Philip Morris International (PMI), is set to expire in July. We are currently reflecting on the way forward and we are benefiting from the debate in this Chamber. Yesterday we disclosed the Commission assessment of the agreement. It is the result of very thorough discussions with the Member States and all relevant services. We wanted to make sure that it was as good as it could be, and we acted on our promise to Parliament that we would engage all the services of the Commission, and in particular the Directorate—General responsible for health, to produce this assessment. We did that.

Let me start by recalling why we have this agreement in the first place. In the past, significant volumes of contraband cigarettes from the major tobacco manufacturers were being smuggled illegally in the EU. We pushed the companies to take action, and the very extensive investigation by OLAF led to litigation by the EU and its Member States before the US courts against several tobacco manufacturers, resulting in anti-fraud agreements. Under these agreements, the manufacturers accepted regulatory discipline that, at that time, was very innovative, included global tracking and tracing of their products, due diligence and know-your-customer, as well as anti-money-laundering provisions. They also offered financial incentives to these companies to comply with the agreements.

What is the assessment telling us? First, even if we cannot make – as has been pointed out – direct causality between the agreement and the results in terms of the reduction of smuggling, we have achieved the key objective. The seizure of PMI contraband notified by Member States under the agreement was reduced by 85% between 2006 and 2014. That is a fact. Second, the agreement provided national and European investigators with intelligence that has led to many seizures, arrests and criminal indictments. Transnational criminal organisations were dismantled and illegal factories in some Member States were closed down. Third, it must also be made clear that the reduction of the PMI contraband did not lead to the overall reduction of the EU tobacco black market. The assessment is very clear about that. What we shrank has been taken over by the so—called ‘cheap whites’. Fourthly, the total payments asked by us – annual and seizures – made by the four manufacturers into the EU have so far surpassed EUR 1.1 billion, including around EUR 100 million in seizure payments. Fifth, lessons have been learned from the implementation of these agreements, especially in terms of global tracking and tracing, and these lessons are now very valuably integrated at international level.

Today, the growing problem of cheap whites requires us to continue to work with our Member States to tackle it. I am very pleased to report that OLAF has taken this mission of tackling illegal smuggling very seriously, together with Member States. Last year, 2015, 600 million cigarettes were confiscated, and a vast share of those were cheap whites. As has been stated, we have new tools today. The world has changed. We have the Tobacco Products Directive from 2014 which focuses on production and sales into the European Union. The track and trace features under this Directive will become mandatory for all manufacturers and importers in May 2019. Just as importantly, we have the WHO Framework Convention on Tobacco Control. It requires 40 ratifications to enter into force. So far we have 15. I look forward to Parliament voting in May on ratification by the EU, and I can tell you that we are putting a lot of attention and energy into facilitating more ratification so we can have it in force by 2022.

So what is the future of the PMI agreement? We are clear that our overarching goal to fight the illicit tobacco trade remains, and we have to make sure we are as effective as possible. We are strengthening our capacity for that. In March this year we will have an independent laboratory to help us in this fight. We are very keen for the regime that is put in place in the EU and internationally to be active and to deliver in this fight. Now the question is whether or not, between today and the time when we have the directive in place, 2019, or the time when we have the protocol enacted in 2022, we still need a legally-binding instrument to fight illegal trade. This is what I am here to listen to. I will take this debate into account so we can make an informed decision in the Commission in the weeks to come.

  Petri Sarvamaa, on behalf of the PPE Group. – Madam President, Madam Vice-President, thank you for your presentation and for the assessment made available yesterday. The assessment arrived right on time for this discussion, although we had to wait for two years for it. So yesterday with the paper in our hands, we already knew what the reality out there is. We had gotten the information from out there. Which, by the way, gives me reason to ask this little side question: besides the tobacco industry, does the Commission have any other sources of information than the Member State listings of seized cigarettes exceeding 50 000 smuggled cigarettes? No matter how well the industry takes care of its responsibilities, smoking as such is annually causing well over EUR 30 billion of damage to our economies, not even mentioning the immense human suffering. While the Commission’s staff working document provides us with a comprehensive view of where we stand with the PMI agreement, I must say, even after the words you have just said, that after such a long wait I wished for a more thorough assessment about what all this means. The reality that is out there: the amount of illegal cigarettes is still about the same – at least, it is too much. So should we prolong the PMI agreement or not? If the answer is yes, then what should it consist of? If we do not know yet – if we do not know before 2019 or 2022 – then that is wasted years. We are running out of time, as the agreement with PMI expires in July and we really need to know now what the future is about, because we need more strong action for this.

  Karin Kadenbach, im Namen der S&D-Fraktion. – Frau Präsidentin! Sehr geehrte Frau Kommissarin! Der Kampf gegen den Zigarettenschmuggel ist hier wirtschaftlich bewertet worden. Es entgehen den EU-Haushalten im Jahr zwischen zehn und zwölf Milliarden Euro. Was nicht bewertet worden ist, sind die 700 000 Toten, die jedes Jahr vorzeitig – aufgrund von Tabakgenuss – sterben. Was nicht bewertet wurde, sind die Gesundheitskosten, die den Systemen durch den Schmuggel von Tabak, aber vor allem durch den Gebrauch von Tabak entstehen.

Das heißt, wir müssen uns heute nicht nur damit auseinandersetzen, ob wir in der Zukunft einen Kooperationsvertrag mit einem Tabakproduzenten haben wollen, sondern wir müssen uns damit auseinandersetzen, wie wir gemeinsam Maßnahmen treffen können, dass viel weniger junge Menschen vor allem zu Zigaretten greifen.

Das, was mir hier in dem Assessment präsentiert wird, das tut das alles nicht. Das spricht davon, dass das Projekt, den Tabakmarkt zu kontrollieren, in Wirklichkeit gescheitert ist, wenn die, die zu kontrollieren sind, auch entscheiden, was auf den Markt gekommen ist, und sagen: In Ordnung, das sind gar nicht die Produkte von uns.

Ca. 80 Prozent der Produkte – hat Philip Morris selbst festgestellt – kommen nicht von ihnen, daher müssen sie keine Strafzahlungen zahlen. Das heißt, es gibt zwar ein Zurückverfolgungssystem, aber es wird von denen, die es selber kontrollieren, auch bewertet, ob es funktioniert. Das heißt, wir brauchen ganz dringend ein unabhängiges Rückverfolgungssystem, und wir haben mit der Tabakprodukte-Richtlinie von 2014 hier wirklich die Grundsätze dafür geschaffen.

Die, mit denen wir hier ein Kooperationsabkommen eingehen sollen, sind die, die jetzt gegen uns klagen, weil sie der Meinung sind, sie wollen kein unabhängiges Zurückverfolgungssystem. Warum wollen sie es denn nicht? Weil dann ans Tageslicht käme, was in Wirklichkeit tagtäglich auf diesem Markt passiert: dass in Wirklichkeit jene, die kontrollieren sollen, die sind, die auch vom illegalen Transport in die Europäische Union nutznießen.

  Ruža Tomašić, u ime kluba ECR. – Gospođo predsjednice, Europska komisija u slučaju sporazuma s Philip Morris International nastavlja s praksom koju smo vidjeli u pregovorima o TTIP-u. Ignoriranje Parlamenta kao jedinog izravno izabranog tijela i pregovaranje daleko od očiju građana nije put ka izgradnji povjerenja.

Potpuni nedostatak transparentnosti, iako se radi o vrlo važnim pitanjima javnog zdravlja, financijskih interesa država članica i borbe protiv krijumčarenja, stvara sumnju da Komisija ne radi u interesu građana, nego velikog biznisa.

Kao zastupnica iz države koja ima najdulju vanjsku kopnenu granicu i posebno je izložena djelovanjima tzv. duhanske mafije, tražim da Komisija otkloni svaku sumnju i što skorije se očituje o dosadašnjim rezultatima primjene sporazuma s Philip Morris International i planovima za njegovo produženje. Europska javnost i ovaj dom imaju pravo znati!

  Ivan Jakovčić, u ime kluba ALDE. – Gospođo predsjednice, krijumčarenje i šverc cigaretama star je otprilike koliko i sama cigareta, koliko je i samo pušenje. Zato je ovaj sporazum koji se planira potpisati od iznimne važnosti i dolazi u trenutku kada zaista ovdje moramo progovoriti do kraja o svemu onome što znači štetnost pušenja, po javno zdravstvo, po onome što znači za mlade ljude i sve ono što znači za uopće našu zajednicu.

Naime, sigurno je da je daleko važnije od ovoga sporazuma da uspijemo ratificirati konvenciju Svjetske zdravstvene organizacije, da imamo pravu direktivu o duhanskim proizvodima jer to je ono što je suštinski za ovaj Parlament, a ne stvaranje sporazuma iza zatvorenih vrata i bez ikakvih informacija o tome što se zaista želi postići tim sporazumom.

(Govornik je pristao odgovoriti na pitanje postavljeno podizanjem plave kartice (članak 162. stavak 8. Poslovnika)).

  Maria Grapini (S&D), întrebare adresată în conformitate cu procedura „cartonașului albastru”. – Stimate coleg, ați vorbit despre cost. V-ați gândit, când ați vorbit despre cost, și la costul pe care acum noi nu îl cunoaștem și pe care cerem să îl cunoaștem, și anume decesele din cauza fumatului? V-ați gândit și la acest cost când ați vorbit despre costurile pe care le implică industria tutunului?

  Ivan Jakovčić (ALDE), odgovor na pitanje postavljeno podizanjem plave kartice. – Poštovana gospođo zastupnice Grapini, želim potpuno jasno reći da sam ja jedan od onih velikih protivnika pušenja i mogu reći da nikad u svom životu nisam zapalio cigaretu, niti sam je imao na ustima i siguran sam da je cigareta veliko, veliko zlo, da šteti mladim ljudima, da šteti svakome tko puši i stvara enormne troškove za javno zdravstvo i na kraju krajeva ljudi umiru od pušenja i to je ona velika tragedija.

  José Bové, au nom du groupe Verts/ALE. – Madame la Présidente, Madame la commissaire, juste un petit rappel chronologique, puisque les choses ont déjà été dites un peu par tout le monde. En 1998, aux États-Unis, l'industrie du tabac a été condamnée à plus de 200 milliards de dollars d'amende. En Europe, face à la plainte, l'industrie a accepté que Philip Morris paie 1,2 million d'euros, mais, en contrepartie, il y a eu cet accord. C'est un problème, car cela veut dire que le loup est entré dans la bergerie, dans les institutions européennes, et notamment dans l'OLAF.

En 2012, au moment où nous débattions de la réforme pour mettre en place des règles contraignantes, Philip Morris – encore lui – a eu la tête du commissaire européen, M. Dalli, avec la complicité de certaines personnes à l'OLAF, à tel point que, depuis dix mois, la justice belge demande la levée de l'immunité diplomatique de M. Kessler. En 2014, enfin, deux mois après le vote et la mise en place de la nouvelle réglementation sur le tabac et la lutte contre le tabagisme, l'industrie, notamment l'entreprise Philip Morris, a saisi la Cour de justice de l'Union européenne pour contester le contenu de nos propres textes.

À partir de ce constat, je voudrais poser trois questions très simples. Premièrement, comment peut-on confier une mission officielle à une entreprise criminelle multirécidiviste contre la santé publique? Aujourd'hui, ce n'est pas acceptable. Deuxièmement, comment accepter que le Parlement européen soit tenu à l'écart de la décision qui pourrait être prise la semaine prochaine, avant même le vote d'une résolution au Parlement? Enfin, troisième question, comment faire voter en mai l'approbation du protocole qui impose le rejet des partenariats et accords non contraignants avec l'industrie du tabac? En conclusion, prolonger l'accord avec Philip Morris, c'est comme confier la lutte contre la criminalité organisée à Al Capone.

(L'orateur accepte de répondre à une question "carton bleu" (article 162, paragraphe 8, du règlement))

  Doru-Claudian Frunzulică (S&D), blue-card question. – I would like to ask our colleague whether he thinks that that the Commission should have to clarify the reasons for the delay in the publication of the assessment related to the PMI agreement of last year. Moreover, does he not think that we should be informed as soon as possible about the financial implications for the Union and the Member States of the application of this agreement?

  José Bové (Verts/ALE), réponse "carton bleu". – Madame la Présidente, cher collègue, je rejoins complètement votre avis. Je suis d'ailleurs surpris: nous avons quelques pages fort intéressantes et une conclusion qui tient en trois lignes et qui ne répond absolument pas aux demandes du Parlement européen. Il y a tout de même un problème! Un étudiant aurait fait ce travail en moins de six mois, alors que là, il a fallu un an et demi pour que la Commission le fasse.

  Jonathan Arnott, on behalf of the EFDD Group. – Madam President, back in England there is a debate going on about our EU membership, where this relationship between unelected Commission and elected Parliament comes up time and again. So when the Commission ignores Parliament’s request for over two years, and when documents finally turn up just before a debate, this is yet another practical example of how real power actually still lies with the Commission – unelected – rather than Parliament.

So, what of cigarette smuggling? Well, first let us do no harm, let us note that the evidence on a link between plain packaging and smuggling is mixed and make sure that Member States can decide their own laws. While we are on public health, we should welcome, not condemn, moves from traditional cigarettes to e-cigarettes, and I have a lot of concerns about the revised Tobacco Products Directive on that one, which is going to put people in my constituency out of work, which is going to increase the share of the market held by big tobacco, make it harder for people to quit smoking, and result in more deaths. There are a lot of things that I think really need to be looked at again.

  Gianluca Buonanno, a nome del gruppo ENF. – Signora Presidente, onorevoli colleghi, faccio quest'intervento anche se premetto che non fumo, però qui dentro ancora una volta c'è un'ipocrisia terribile. Quest'ipocrisia è data dal fatto che qui si parla contro il fumo, contro la Philip Morris, il commissario ci dice determinate cose, ma poi in realtà tutti sfruttano quella che è la grossa lobby del tabacco.

Perché ci vogliamo prendere in giro? C'è anche tanto pubblico. Qua fuori ci sono le lobby del tabacco, ci sono quelli che pagano le campagne elettorali dei politici, ci sono quelli che mandano qui i politici solo perché devono fare gli interessi della Philip Morris e di tutti gli altri lobbisti, così come per tante altre aziende.

E poi veniamo qua a sentire: "dobbiamo far la lotta al contrabbando", ma sapete perché vogliono far la lotta al contrabbando? Ma perché se c'è il contrabbando non si pagano le tasse, se c'è il contrabbando lo Stato non guadagna soldi, perché tutti gli Stati ipocriti di quest'Europa dicono "Non fumate, perché fa male, si muore, la sanità costa...", però tutti incassano i soldi del tabacco, tutti incassano i soldi del tabacco. Questa è la realtà. Questa è la più grande ipocrisia, e di questa sigaretta che ho in bocca solo una piccolissima parte va ai produttori di tabacco, che magari sono anche un po' schiavizzati e guadagnano pochissimo, ma la stragrande maggioranza va invece in cosa? Pubblicità, e ovviamente cercare di dare più mangime possibile a tutti quei polli di batteria che stanno in politica. Semplice. Questo è quello che sta succedendo.

E allora, meno campagne elettorali, meno ipocrisia e cercate di dare davvero una svolta. E poi, caro commissario, lei viene qua, ma mi piacerebbe sapere, ci dica, ci faccia vedere, se lei ha mai preso, diciamo così... se è in amicizia con qualcuno della Philip Morris? Ha mai avuto nella campagna elettorale qualche aiuto? Ci dica, il suo partito ha mai avuto qualche aiuto? Tanto per sapere, perché così almeno siamo tutti più chiari.

  elnök asszony. – Kérem, fejezze be a gondolatait! Remélem nem volt túl nehéz a dekorációs cigarettával beszélni.

  Ελευθέριος Συναδινός ( NI). – Κυρία πρόεδρε, σε πολλά κράτη μέλη της Ένωσης, αν όχι στο σύνολό της, τα ποσοστά λαθρεμπορίου καπνικών ειδών είναι πολύ μεγαλύτερα από αυτά που προσκομίζουν οι στατιστικές υπηρεσίες λόγω πολιτικών και οικονομικών συμφερόντων. Το παράνομο εμπόριο καπνού έχει δύο πτυχές που πρέπει να ληφθούν υπόψη: οι σκοπιμότητες από διαπλεκόμενους πολιτικούς όλων των κομμάτων πανευρωπαϊκά, και ο επεμβατικός ρόλος των μεγάλων καπνοβιομηχανιών που διεκδικούν τη μερίδα του λέοντος σε μια μεγάλη από πλευράς κερδοφορίας αγορά. Τα συμφέροντα είναι τεράστια και οι δημοσιονομικές επιπτώσεις σε κοινοτικό και εθνικό επίπεδο άμεσες.

Οι καπνοβιομηχανίες αλληλεπιδρούν σε όλα τα επίπεδα διαδικασίας λήψεως αποφάσεων. Για παράδειγμα, οι τέσσερις μεγαλύτερες, συμφώνησαν να πληρώσουν 2,15 δισεκατομμύρια για να αποφύγουν τις νομικές κυρώσεις μετά από μηνύσεις που υποβλήθηκαν. Αν ήταν αθώες δεν θα πλήρωναν ένα τόσο τεράστιο ποσό. Η αβελτηρία, εκούσια ή ακούσια, οδηγεί κάθε χρόνο σε δημοσιονομικό έλλειμμα 12 δισεκατομμυρίων σε επίπεδο Ένωσης.

Ειδικά στην Ελλάδα, μεγάλος χαμένος είναι οι λιανέμποροι καπνικών, ως ο αδύναμος κρίκος της αγοράς, ενώ οι απώλειες για το Δημόσιο οδηγούν σε αύξηση της ανεργίας, μείωση των ασφαλιστικών εισφορών και αύξηση του κινδύνου δημόσιας της υγείας από το κάπνισμα λαθραίων τσιγάρων.

Η επικύρωση του Πρωτοκόλλου του Παγκοσμίου Οργανισμού Υγείας για την εξάλειψη των παράνομων καπνικών και η εφαρμογή της ανεξάρτητης ιχνηλάτησης είναι ένα πρώτο βήμα. Να ασχοληθούμε και με τη φορολόγηση του καπνού τύπου ναργιλέ, που ποτέ δεν έχει καταμετρηθεί και δεν υφίστανται στοιχεία για διαφυγόντα κέρδη, των υγρών αναπλήρωσης των ηλεκτρονικών τσιγάρων, που σε μερικές χώρες συμπίπτουν του ειδικού φόρου κατανάλωσης, και την πάταξη των αγορών των αλλοδαπών και λαθρομεταναστών στις οποίες η παρανομία που διαπράττεται είναι αδύνατον να ελεγχθεί λόγω γκετοποίησης.

  Claudia Schmidt (PPE). – Frau Präsidentin, Frau Vizepräsidentin, hohes Haus! Das Europäische Parlament wartet nun schon seit 2014 auf ein Papier zur Beurteilung des Tabakabkommens zwischen der EU und Philip Morris International, auch als Grundlage für weitere Verhandlungen. Fertiggestellt oder gar veröffentlicht sind die Ergebnisse immer noch nicht. Jedoch wissen wir alle, dass das Tabakabkommen mit Philip Morris International am 9. Juli dieses Jahres ausläuft.

In einer Arbeitsunterlage der Kommissionsdienststellen vom 24.2. dieses Jahres geben Sie an, dass der Schmuggel mit PMI-Zigaretten zwar signifikant zurückgegangen ist, jedoch entgehen der EU jährlich immer noch zehn Milliarden an Steuereinnahmen, weil Schmuggel immer noch ein Geschäft für die Taschen einiger weniger ist.

Deswegen meine Fragen: Wie kann sichergestellt werden, dass kein rechtsunsicherer Raum entsteht, wenn das Abkommen mit PMI ausläuft, ohne dass eine Übergangslösung gefunden wird? Wie beeinflussen die Marktveränderungen seit 2004 die Verhandlungsposition der Kommission, wenn wir uns vor Augen führen, dass anfangs noch 75 % der geschmuggelten Ware Originalzigaretten waren und Schmuggelware nun nur noch zu 25 % aus Originalzigaretten besteht? Und wie plant die Kommission, den Geschäftspraktiken um cheap whites und illicit whites entgegenzutreten, wenn Drittstaaten zum Schaden der EU den Markt mit Billigzigaretten fluten?

(Die Rednerin ist damit einverstanden, eine Frage nach dem Verfahren der „blauen Karte“ gemäß Artikel 162 Absatz 8 der Geschäftsordnung zu beantworten.)

  Tibor Szanyi (S&D), Kékkártyás kérdés. – Tisztelt Képviselő Asszony! Nagyon sok minden elhangzott itt, ráadásul még csúnya vádaskodások is, hogy ki mindenki korrupt, tagállamok, Bizottság, csempészek, mindenki – és én mint dohányos meg fizetem az egészet. Viszont azt szeretném kérdezni, hogy ha ennyire nem működnek a dolgok, akkor egyetért-e Ön azzal, hogy ezentúl a tárgyalásokat csak úgy lehessen folytatni, hogy azok a teljes nyilvánosság előtt zajlanak? Akár videón.

  Claudia Schmidt (PPE), Antwort auf eine Frage nach dem Verfahren der „blauen Karte“. – Ich weiß nicht, ob eine breite Öffentlichkeit dazu angetan ist, die Verhandlungen zu einem guten Ende zu führen, aber zumindest in der Öffentlichkeit diverser Parlamente würde ich das begrüßen.

  Gilles Pargneaux (S&D). – Madame la Présidente, Madame la vice-présidente, chers collègues, revenons sur l'accord de 2004 avec Philip Morris, accord conclu pour douze ans.

Marché de dupes, cela a été dit; manque de transparence, cela a été confirmé; opacité, on le constate et on l'a constaté avec la directive de 2014, qui a fait l'objet d'un lobbying effréné de la part de Philip Morris.

C'est un marché de dupes parce qu'on a passé un accord où Philip Morris donne 1,25 milliard pour douze ans alors que le manque à gagner fiscal pour les États membres se situe entre 10 et 12 milliards d'euros par an!

Deuxièmement, Madame la vice-présidente, l'évaluation de la Commission européenne démontre que cet accord n'a pas mis fin au commerce illicite du tabac, qui prend de nouvelles formes, comme on le voit avec les cheap whites, fabriquées dans des États tiers de l'Union européenne, comme la Biélorussie, la Chine, l'Ukraine ou les Émirats arabes unis.

Madame la vice-présidente, de nouveaux instruments existent pour lutter efficacement contre la contrebande. Il a été question tout à l'heure de la directive sur le tabac adoptée en 2014, qui prévoit la mise en œuvre de la traçabilité pour 2019, mais aussi du protocole d'accord de l'Organisation mondiale de la Santé, une institution onusienne que vous connaissez bien et qui nous demande qu'en ratifiant ce protocole, nous organisions une traçabilité indépendante pour lutter efficacement contre cette contrebande mortifère, contre la contrefaçon, qui pénalise fiscalement les États membres, et contre les achats frontaliers.

N'oublions pas enfin que ce monde parallèle du trafic du tabac constitue une des sources du financement du terrorisme, notamment du groupe Al-Mourabitoune de Mokhtar Belmokhtar, alias "M. Marlboro", qui est à l'origine des attentats au Burkina Faso ou au Mali.

Madame la vice-présidente, face à la suspicion de corruption par les cigarettiers, qui hante les couloirs de la Commission européenne depuis plusieurs années, je pense qu'il est très important aujourd'hui de refuser de maintenir cet accord avec Philip Morris pour permettre à la Commission d'être efficace, mais aussi transparente.

  Zbigniew Kuźmiuk (ECR). – Pani Przewodnicząca! Zabierając głos w tej debacie dotyczącej umowy w sprawie wyrobów tytoniowych z Philip Morris, chcę zwrócić uwagę na fakt, że Komisja potrzebowała blisko dwa lata, żeby przedstawić Parlamentowi ocenę skutków tej umowy. Niestety ta ocena jest niepełna. Mimo tego zaniedbania wydaje się jednak, że korzystne byłoby odnowienie umowy z PMI, ponieważ zawiera ona między innymi zapisy pozwalające na transparentność śledzenia łańcucha dostaw wyrobów tytoniowych tej firmy, a tym samym umożliwia ograniczenie ich przemytu.

Tak się składa, że mój kraj Polska sąsiaduje z trzema krajami: Rosją, Białorusią i Ukrainą, gdzie wyroby tytoniowe są trzy-, czterokrotnie tańsze, a tym samym atrakcyjność ich przemytu jest szczególnie wysoka. Istnienie tego rodzaju porozumień z głównymi koncernami tytoniowymi, w tym z PMI, pozwala na ograniczenie tego przemytu, a tym samym na zmniejszenie strat, między innymi polskiego budżetu, które z tego tytułu wynoszą przynajmniej 100 mln złotych rocznie, a więc 25 mln euro.

  Philippe Juvin (PPE). – Madame la Présidente, Madame la commissaire, je pense que cet accord avec Philip Morris n'est pas un bon accord et j'avoue que je ne comprends pas pourquoi vous souhaitez que cette signature ait lieu. Ce n'est pas un bon accord pour les États, pour leurs recettes fiscales, pour les buralistes – les vendeurs légaux de tabac, qui perdent de l'argent – et ce n'est pas un bon accord pour la santé publique.

En fait, par cet accord, Philip Morris s'achète une moralité et s'en tire à bon compte, parce que le point clé est le suivant: le commerce illicite de tabac est nourri par les fabricants de tabac eux-mêmes, et cet accord est un blanc-seing pour les cigarettiers, qui peuvent ainsi continuer tranquillement leurs petites affaires. Un seul chiffre illustre la duplicité des fabricants de tabac: dans la Principauté d'Andorre, alors que 120 tonnes de tabac sont nécessaires pour satisfaire les demandes locales, les fabricants en livrent 850 tonnes. Pourquoi, si ce n'est pour nourrir le commerce illicite de tabac?

Vous nous dites alors que cet accord va apporter des recettes fiscales aux États. C'est vrai, vous avez raison. Mais nous sommes très loin de ce que la contrebande elle-même rapporte à ces mêmes cigarettiers. On considère que la contrebande de tabac en France est de 3 milliards d'euros, au Royaume-Uni, de 2 milliards d'euros, en Grèce, de 2 milliards d'euros, et on nous parle de quelques centaines de millions d'euros de recettes fiscales par an... Non, Madame la commissaire, même financièrement, ce n'est pas un bon accord.

Il ne faut donc pas renouveler les accords de coopération, il faut les remplacer par le protocole de l'OMS dont vous avez parlé. Il faut une traçabilité véritablement indépendante.

Madame la commissaire, je vous le dis tranquillement mais solennellement: ne signez pas cet accord, c'est une question d'efficacité fiscale, c'est une question de santé publique et – j'ose le dire – c'est aussi une question de morale.

  Derek Vaughan (S&D). – Madam President, like other colleagues I welcome the belated Commission assessment of the PMI agreement, and there is no doubt that there have been some positive results. There has been a reduction in illicit trade of genuine products. It has given us the opportunity to share intelligence with Member States and with OLAF, and it has provided some public revenue.

I also welcome the establishment of an anti-fraud team relating to tobacco within OLAF, although there are of course outstanding issues. Nobody is saying that the existing agreements are perfect; in fact they are far from perfect. There is the issue of smuggling of non-branded cigarettes, and hopefully the WHO Protocol can start to address this. But of course we need a large number of countries to sign up for this new agreement or protocol to be effective.

It would also be useful if the new EU agreements, when they are completed, are compliant with the WHO Protocol, and I would welcome the Commissioner’s view on that. We also need any new agreements to become more transparent, with more regular reporting of measures and results on websites. This would allow us, the Member States and the public to judge the effectiveness of any new agreements, because I think it is fair to say that not everyone supports new tobacco agreements, and we have heard that from colleagues here this morning. Therefore we do need to demonstrate that any new agreements are effective, at least as an interim measure, before the WHO Protocols are put in place.

  Joachim Zeller (PPE). – Frau Präsidentin, Frau Vizepräsidentin, Kolleginnen und Kollegen! Ich sage als Nichtraucher, dass für den Nichtraucherschutz bereits viel getan wurde, und mit der neuen Tabakproduktrichtlinie sind ja weitere Maßnahmen ins Auge gefasst. Es gibt auch Erfolge: Der Tabakkonsum geht kontinuierlich zurück, das ist ein gutes Zeichen. Wer allerdings mehr will, muss sich für das Verbot der Herstellung und des Vertriebs von Tabakerzeugnissen einsetzen. Das erscheint allerdings unrealistisch und würde der illegalen Produktion und dem Schmuggel und illegalen Handel nur Vorschub leisten.

Tabakerzeugnisse sind allerdings auch ein Wirtschaftsgut, hoch besteuert, mit erheblichen Einnahmen für die Mitgliedstaaten. Außerdem hängen viele tausend legal bezahlter Arbeitsplätze in der EU von der Tabakproduktion ab. Diesen Widerspruch gilt es zu lösen. Die bisher abgeschlossenen Verträge mit der Tabakindustrie waren sicherlich nur ein Kompromiss, um diesen Widerspruch aufzulösen. Es gab dabei auch einige Erfolge bei der Bekämpfung des illegalen Handels, auch wenn die Dunkelziffer nach wie vor – was Schmuggel und illegalen Vertrieb anbelangt – sehr hoch ist.

Es muss also jetzt gelingen, die Tabakkonzerne, die ja alle nicht mehr in der EU beheimatet sind, weiterhin im Boot zu halten und sie mitverantwortlich zu machen bei der Bekämpfung von Schmuggel und illegalem Handel. Allerdings müssen die Mitgliedstaaten auch ihrer Verpflichtung nachkommen und die Ermittlungs- und Verfolgungsbehörden mit den für ihre Arbeit notwendigen Mitteln ausstatten. Das ist in der Vergangenheit nur unzureichend passiert.

„Catch the eye eljárás”

  Alojz Peterle (PPE). – Gospa predsednica, gospa podpredsednica, mislim, da sporazum ni v duhu tobačne direktive, zato mu nasprotujem.

Sprašujem se, zakaj bi Komisija zasledovala obnovitev sporazuma, če smo leta 2014 sprejeli tobačno direktivo, ki v 15. členu že nudi določene instrumente za preprečevanje nedovoljene trgovine.

Ocena učinkovitosti sporazuma ne daje podlage za njegovo podaljšanje. Ali Komisija meni, da bi bilo bolj smotrno okrepiti prizadevanja v podporo protokolu k okvirni konvenciji za tobačno kontrolo, ki predvideva ukrepanje na mednarodni in nacionalni ravni, do zdaj pa ga je ratificiralo le nekaj držav.

Sprašujem se tudi, kakšno mnenje ima v zvezi s tem komisar za zdravje Andriukaitis, ki se je zelo boril proti škodljivim učinkom tobaka.

  Linda McAvan (S&D). – Madam President, the Commissioner asked what to do about the regulatory gap. I do not think we have a regulatory gap. I was a rapporteur on the Tobacco Products Directive, and many colleagues have referred to that directive here this morning. That directive does provide, as you know, for a track and trace system, which will come into effect in 2019. We have heard from all the colleagues that it is true that the number of cigarettes from Philip Morris has gone down, but the number of illegal cigarettes on the market remains the same. So there is no health gain from this agreement. It is a very strange kind of world in which companies make agreements to help obey the law and to help tackle illicit smuggling. It is also very strange that the companies that are running around the Commission and Parliament are lobbying in favour of this agreement. We ought to be asking ourselves why they want a new agreement.

So I really urge you not to go ahead with this agreement, but to stop in our tracks and to focus on implementing the Tobacco Products Directive with an independent track and trace system, not the one the tobacco companies want.

  Νότης Μαριάς ( ECR). – Κυρία πρόεδρε, ήδη από το 2004, η Philip Morris και η Ευρωπαϊκή Επιτροπή υπέγραψαν δωδεκαετή συμφωνία συνεργασίας για την καταπολέμηση της παράνομης εμπορίας τσιγάρων στην οποία προσχώρησαν και τα κράτη μέλη της Ένωσης. Όμως, η Επιτροπή αναβάλει τη δημοσίευση της αξιολόγησης που αφορά τη συμφωνία με την Philip Morris. Γιατί άραγε συμβαίνει αυτό; Γιατί δεν ενημερώνεται το Ευρωπαϊκό Κοινοβούλιο, το κατ' εξοχήν δημοκρατικό όργανο; Ποια είναι τελικά η προστιθέμενη αξία αυτής της συμφωνίας;

Η Ευρωπαϊκή Ένωση και τα κράτη μέλη πρέπει να λάβουν σοβαρά μέτρα για να χτυπηθεί το λαθρεμπόριο τσιγάρων, τόσο για λόγους προστασίας της υγείας, όσο και για λόγους πάταξης της φοροδιαφυγής. Ταυτόχρονα, πρέπει να ληφθούν μέτρα, ιδίως στην Ελλάδα, για τη στήριξη των μικροκαλλιεργητών καπνού, αλλά και των λιανεμπόρων καπνικών προϊόντων.

Αναμένουμε, κυρία Αντιπρόεδρε, τις απαντήσεις σας, γιατί το θέμα αυτό είναι πάρα πολύ σοβαρό, αντιλαμβάνεστε ότι όλοι οι συνάδελφοι έχουν θέσει καίρια ερωτήματα.

  Stanislav Polčák (PPE). – Já se rovněž řadím k těm kolegům poslancům, kteří nepodporují další pokračování této dohody. Podle mého názoru není dobrá ani pro spotřebitele, ani pro daňového poplatníka.

Podle mého názoru je rovněž nutno souhlasit s těmi, kteří volají po jisté akčnosti postupu Komise a transparentnosti jednání. To skutečně postrádám. Rovněž postrádám upřímnost v těch jednáních, protože dosavadní postup mnohých není podle mého názoru upřímný.

Já bych si rovněž dovolil polemizovat s těmi příspěvky, které odrážely právo spotřebitele rozhodnout se v této věci i pro konzumaci tabáku. Byly to ojedinělé příspěvky, ale také zazněly. Já si nemyslím, že by veřejná autorita jako EU nebo stát měla jít naproti spotřebě tabáku. Není to dobré pro zdraví, to je nepochybné a myslím si, že bychom spíše měli klást překážky a bojovat proti pašeráckým sítím.

  Nicola Caputo (S&D). – Signora Presidente, onorevoli colleghi, in Europa quella contro il contrabbando di sigarette è una battaglia importante, che vale circa 10 miliardi di euro l'anno.

Per combattere questa piaga l'Unione europea ha stretto diversi accordi con le grandi multinazionali del tabacco. Tuttavia, dopo diversi anni dall'entrata in vigore di questi accordi, i risultati non sembrano ancora soddisfacenti: i contrabbandieri continuano a fare affari. C'è un grande problema di trasparenza: la Commissione deve superare la segretezza che circonda questi accordi e garantire che eventuali nuovi accordi vengano negoziati alla luce del sole, per far sì che il Parlamento, e quindi i cittadini europei, ne possano capire i pro e i contro.

Nello specifico, considerato che l'accordo con Philip Morris scadrà tra meno di sei mesi e che solo ieri abbiamo ricevuto la valutazione relativa all'accordo, chiedo alla Commissione quali sono i risultati concreti che sono stati raggiunti, in quale direzione intende muoversi per migliorare tali accordi e quali sarebbero i risvolti positivi per i cittadini europei e per l'economia dell'Unione nel caso in cui questi accordi dovessero essere rinnovati.

  Tibor Szanyi (S&D). – Én magam is azokhoz csatlakozom, akik azt mondják, hogy ezeket a megállapodásokat nagyon át kell gondolni és semmiféleképpen nem szabad jelenlegi formájában megújítani. Valahogy kicsit úgy érzem ezt az egész helyzetet, hogy a dohánycégek profitja az egekben, a csempészek bevétele az egekben, sőt – bár veszteségek és adókiesés éri az államokat, kormányokat – végül is azért a kormányok adóbevétele is az egekben, és valahol az egészet mégis a társadalom fizeti meg, dohányosok, nemdohányosok egyaránt az egészségükkel vagy a befizetett adókkal. Éppen ezért azt szorgalmazom, hogy a harmadik országokból érkező termékek ellenőrizetlen minőségben és mennyiségben való beáramlását mindenféleképpen meg kell akadályozni. Ez nem cégekkel való megállapodás kérdése, és általában a tagországi kormányoknak is sokkal szigorúbban kell fellépniük. Picit úgy érzem, nagyon sokszor szemet hunynak a dolgok fölött. A Bizottságot pedig arra bíztatom, tisztázza ezeket az aggályokat.

  elnök asszony. – Az alelnök asszony rendkívül fontos kérdésben fog viszont választ adni, kérem képviselőtársaimat, hogy figyeljék, és maradjanak csendben, amíg ez megtörténik. Alelnök asszony, fontos kérdés, sok javaslat, kevés támogató vélemény, több ellenző vélemény, deficitesnek vélik a képviselőtársaim. Független nyomonkövetési rendszert szeretnének. Öné a szó.

(„Catch the eye eljárás vége”)

  Kristalina Georgieva, Vice-President of the Commission. – Madam President, I want to thank most sincerely all those who have taken the floor. Very clearly this is an issue that is on top of our minds as a concern for many of us, and also very clearly there are certain points on which we have full agreement: firstly, that we ought to concentrate our efforts on making sure that the Tobacco Directive becomes effective by May 2019, as well as that the WHO Protocol is ratified by at least 40 countries, so it can become effective at the earliest possible time which is 2022, no later.

Secondly, there is full agreement in this Chamber and full agreement from the side of the Commission that we ought to fight illegal smuggling of cigarettes. Not only does that come from the companies covered by agreements, but especially the so-called ‘cheap whites’ that have taken the space that used to be taken by the companies. Where there are clearly also differences in views is around what we do between now and 2019, and what we do between now and 2022.

There have been very fair comments made that it has taken the Commission time to complete the assessment. Just listening to us in this Chamber – the divergence of views, the difficulty of the questions that are being asked – this is why it has taken us so much time. We have promised to make sure that we involve all our services, including, in particular, our health service, and we have done it. Now we have an assessment that we all have subscribed to, but it has taken time because the questions we are debating are not easy.

So what do I take out of this discussion today? I take a recognition that we have to deliver on the issues where we have full agreement, and that we need to focus our efforts where it matters the most. And I also take under advisement the views that have been expressed on what we do between now and then, and I can tell you we will reflect on those very carefully.

Going back in history, Parliament was very supportive of the signing of the agreements – for a reason, because at that time we had nothing. And now Parliament is not so supportive – there are divergent views. Why? Because we have better tools to fight illegal smuggling. But we do not quite have them just yet, and this is what puts us in a debate that we have to integrate in our decision.

I was asked a specific question – what information do we use? We use information on seizures from the 28 Member States, provided to us on a daily basis. We also use data from Euromonitor, and we are currently discussing with our health colleagues the carrying-out of a targeted study on the illicit tobacco market in the EU, with an eye to focusing attention on the ‘cheap whites’ and strengthening our fight against their smuggling. Again I want to confirm that, on transparency, we have made the agreements available to Parliament, and we will do all we can to promote more transparency in the future. Again, thank you for the debate, and of course we will come back to you on this issue whenever you invite us to do so.

  elnök asszony. – A vitát lezárom.

Szavazásra a következő ülésen kerül sor.

Írásbeli nyilatkozatok (162. cikk)

  Karol Karski (ECR), na piśmie. – Umowa z Philip Morris International (PMI) wygasa w lipcu 2016 roku. Dlatego właśnie Parlament Europejski zgłaszał wniosek o przedstawienie przez Komisję informacji na temat szczegółów negocjacji między Komisją Europejską a PMI. Parlament prosił o przedstawienie przez Komisję ewaluacji umowy z PMI, w której Komisja miała wskazać korzyści płynące z umowy czy ewentualne związane z nią problemy. Niestety Komisja nie współpracowała prawidłowo z Parlamentem i nie odpowiadała na kolejne wnioski (m.in. sprawozdanie Parlamentu z inicjatywy własnej pt. „Sprawozdanie roczne za rok 2012 dotyczące ochrony interesów finansowych UE” oraz jego rezolucję w sprawie udzielenia absolutorium z wykonania budżetu ogólnego Unii Europejskiej na rok budżetowy 2012).To niedopuszczalne, by jedyny organ UE wybierany bezpośrednio nie był terminowo i należycie informowany w tak ważnej kwestii. Komisja, która nawołuje do przejrzystości, powinna sama stosować się do promowanej przez siebie zasady. Jawność, przejrzystość i przedkładanie informacji Parlamentowi Europejskiemu jest obowiązkiem Komisji. Mamy nadzieję, że przedłożenie przez Komisję oceny (technical assesment) w dniu wczorajszym zapoczątkuje prawidłową, przejrzystą współpracę, która umożliwi wypracowanie korzystnych dla podatnika europejskiego wyników.

  Bronis Ropė (Verts/ALE), raštu. – 2016 m. liepos mėn. baigs galioti vienas iš keturių ES bendradarbiavimo su tabako kompanijomis susitarimų, t.y. susitarimas su "Philip Morris International". Remdamiesi minėtais susitarimais tabako gamintojai sutiko sumokėti ES ir jos valstybėms 2,5 mlrd. dolerių už tai, kad būtų atsiimti nesurinktų mokesčių dėl cigarečių kontrabandos ieškiniai. Jie taip pat įsipareigojo aktyviai kovoti su kontrabanda ir tabako produkcijos padirbinėjimu. Tačiau akivaizdu, kad įrodymų dėl šios partnerystės naudos šalims narėms smarkiai stinga. Minėti susitarimai niekaip neprisideda prie siekio mažinti tabako gaminių vartojimą. Taip pat Europoje plinta baltosios cigaretės, kurios neturi jokių užrašų. Tai rodo, kad kova su kontrabanda nėra efektyvi, nors ir bendras sulaikytos cigarečių kontrabandos kiekis yra sumažėjęs. Tai beje vienintelis svarus faktas, kurio priežastys gali būti labai įvairios - pavyzdžiui geresnis šalių narių patikros vykdymas. Ne mažiau svarbu, kad kyla grėsmė, jog nepaisant susitarimų abejotinos naudos Europos Komisija, be Parlamento nuomonės, vėl pasirašys susitarimus su tabako kompanijomis. Jei tai įvyktų - Komisija dar kartą įrodytų, kad ji nenori užtikrinti demokratinių sprendimo priėmimo procesų.

  Marco Valli (EFDD), per iscritto. – Per anni la Commissione ha continuato a rimandare la pubblicazione della valutazione sull'accordo che scade a luglio con la Philip Morris e il Parlamento continua ad essere tenuto all'oscuro di eventuali contatti per rinnovare tale accordo. Voglio ricordare che gli accordi con le industrie del tabacco sono nati perché la Commissione intraprese azioni legali contro Philip Morris International e altre società, accusandole di contrabbando di sigarette. Infatti, una grossa quota delle merci contrabbandate proveniva direttamente dalle aziende produttrici.

La Philip Morris ha pagato agli Stati membri un miliardo di euro in dodici anni, di cui nessuno sa nulla. Non sappiamo come questi proventi, e i proventi delle multe per i sequestri di materiale originale, siano stati utilizzati dagli Stati membri. Sappiamo però che in questo modo la Philip Morris ha potuto garantirsi l'ingerenza in Europa e negli Stati membri. Infatti, la Philip Morris ha ricevuto la promessa di poter utilizzare la sua tecnologia Codentify per gestire i sistemi di tracciabilità, prima che la Commissione adotti gli atti delegati richiesti dalla direttiva sul tabacco e prima che l'Unione europea ratifichi il protocollo dell'Organizzazione mondiale della sanità sullo stesso argomento, che rende inutili tali accordi. Per questo ritengo che non vadano rinnovati e che debba essere ratificato al più presto il Protocollo.

IN THE CHAIR: ANNELI JÄÄTTEENMÄKI
Vice-President