Ontwerpresolutie - B6-0424/2008Ontwerpresolutie
B6-0424/2008

ONTWERPRESOLUTIE

17.9.2008

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 33 van het Reglement
door Martin Schulz en Hannes Swoboda
namens de PSE-Fractie
over prioriteiten van het EP in het wetgevingsprogramma van de Commissie voor 2009

Procedure : 2008/2626(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0424/2008
Ingediende teksten :
B6-0424/2008
Aangenomen teksten :

B6‑0424/2008

over prioriteiten van het EP in het wetgevingsprogramma van de Commissie voor 2009

Het Europees Parlement,

–  gezien de mededeling van de Commissie over de jaarlijkse beleidsstrategie voor 2009 (COM(2008)72),

–  onder verwijzing naar zijn resolutie van 24 april 2008 over de jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie voor 2009 (P6 TA-PROV(2008)0174),

–  gelet op artikel 33 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat in 2009 een nieuw Europees Parlement zal worden gekozen en een nieuwe Europese Commissie zal aantreden en tevens het Verdrag van Lissabon, indien de nationale ratificatieprocedures tijdig worden voltooid, in werking zal treden,

B.  overwegende dat volgens de Commissie onder de burgers grote eensgezindheid bestaat over wat de prioriteiten van de EU zouden moeten zijn: economische en sociale ontwikkeling met meer levenskwaliteit als gevolg, milieubescherming, veiligheid, migratie, onderwijs en terrorismebestrijding;

C.  overwegende dat verdere verdieping van de EU alleen op aanvaarding kan rekenen wanneer economische en sociale vooruitgang met elkaar samengaan en de negatieve kanten van de globalisering worden opgevangen met maatregelen ter verbetering van leef- en werkomstandigheden,

Algemene opmerkingen

1.  benadrukt dat de Commissie in 2009 zal worden beoordeeld op de behaalde resultaten, gemeten aan de doelen die zij zich bij haar aantreden had gesteld, en vooral op de manier waarmee zij is omgegaan met de verlangens van de burgers naar een Europa waar:

  • welvaart en solidariteit elkaar onderling versterken
  • het Europees Sociaal Model sterk genoeg is om de globalisering daadwerkelijk aan te kunnen en de burgers bij alle verandering de nodige veiligheid te bieden
  • lering wordt getrokken uit de onrust op de financiële markten, door adequate regelgeving, transparantie en verantwoordingsplicht
  • leiderschap op wereldniveau wordt getoond met een effectief en duurzaam klimaat- en energiebeleid
  • een gemeenschappelijk migratiebeleid tot stand komt met grondrechten en integratie als uitgangsbegrippen;

2.  acht het evenwel bijzonder teleurstellend dat de Commissie:

  • nog niets gedaan heeft aan de problemen rond de steeds groter wordende inkomenskloof en de steeds nijpender wordende energiearmoede
  • met haar Sociale Pakket geen adequaat en afdoende antwoord heeft gegeven op de bezorgdheid van de Europese burgers en nog niet de nodige stappen heeft ondernomen om te zorgen dat fundamentele sociale rechten niet ondergeschikt worden aan economische vrijheden,
  • te traag met voorstellen komt voor adequate regulering waarmee de financiële instabiliteit snel kan worden aangepakt,
  • nog niet met een alomvattend voorstel is gekomen voor een buitenlands energiebeleid waarmee de voorziening moet worden veiliggesteld,
  • zich nog niet heeft beziggehouden met de noodzakelijke beter gestructureerde strategie tegen de uitsluiting van de Roma;

3.  roept de Commissie er derhalve toe op om in nauwe samenwerking met het EP bij te dragen aan het proces van ratificatie en implementatie van het nieuwe Verdrag, en om ruimschoots voor de afloop van haar ambtstermijn met het Europees Parlement in dialoog te treden over de belangrijke wetgevingsinitiatieven die de komende tijd nodig zullen zijn;

4.  is het met de Commissie eens dat 2009 een bijzonder belangrijk jaar zal zijn voor de communicatie over Europa, en dat de prioriteiten voor de communicatie vooral betrekking moeten hebben op materies die de EU burgers rechtstreeks aanbelangen; vraagt de Commissie daarom duidelijk uiteen te zetten hoe zij denkt deze prioriteiten in werkelijkheid om te zetten, met name waar het gaat om het Verdrag van Lissabon;

5.  vraagt, in de aanloop naar de Europese verkiezingen van 2009 om doelgericht beleid op gebeid van communicatie en burgervoorlichting, geschraagd met voldoende financiële middelen om een integrale horizontale Europese communicatiestrategie te kunnen inrichten.

Prioriteiten voor 2009

Groei en werkgelegenheid

6.  vraagt de Commissie met nieuwe of bijgewerkte wetgevingsinitiatieven te komen voor met name:

  • -bescherming van werknemers met atypische arbeidsovereenkomsten waarbij de gelijke behandeling van alle werknemers wordt gewaarborgd, ongeacht hun arbeidsrechtelijke positie;
  • -minimumnormen ter bescherming van individuele werknemers tegen onredelijk ontslag;
  • -herziening van de verordening inzake het Europese Aanpassingsfonds voor de globalisering, in de zin van verruiming van de interventiecriteria, zodat alle werknemers kunnen worden geholpen naar de arbeidsmarkt terug te keren, na relocatie of herstructurering van hun bedrijf;

7.  pleit voor maatregelen ter tegemoetkoming aan de algemene onvrede onder de Europese werknemers over hun rechtspositie en arbeidsvoorwaarden; vraagt de Commissie naar aanleiding van de de recente arresten van het Hof van Justitie in de zaken Viking[1], Laval[2], Ruffert[3] en Luxembourg[4] nogmaals uitdrukkelijk te verklaren dat niet aan sociale rechten en gelijke betaling voor gelijke arbeid zal worden getornd, en zeer snel met het Parlement en de sociale partners te onderzoeken welke wijzigingen er wellicht in de detacheringsrichtlijn en in andere wetgeving moeten worden aangebracht; herinnert eraan dat fundamentele sociale rechten niet ondergeschikt zijn aan economische vrijheden en kijkt daarom verlangend uit naar voorstellen om het evenwicht daartussen in het primaire recht te herstellen, in ieder geval totdat het Verdrag van Lissabon en het Handvest van de grondrechten volledig in werking zullen zijn getreden;

8.  is van oordeel dat verbetering van de arbeidsomstandigheden en terugdringing van arbeidsongevallen en arbeidsgerelateerde ziekten van uiterst groot belang is voor miljoenen werknemers, en dat de Commissie daarom:

  • -haar aanbeveling over de Europese lijst van beroepsziekten[5] moet omzetten in een richtlijn;
  • -een kaderrichtlijn moet uitwerken inzake de ergonomische inrichting van de werkplek;
  • -met spoed een richtlijn moet voorbereiden voor preventie van ongevallen met naaldprikken;
  • -een EU-praktijkhandleiding moet uitwerken voor de preventie van in de gezondheidszorg opgelopen of verspreide infecties;

9.  verwelkomt het voornemen van de Commissie om de oorzaken en implicaties van de recente turbulentie op de financiële markten te onderzoeken en meent dat hieraan vervolgens de nodige conclusies moeten worden verbonden in de zin van adequater regulering voor marktdeelnemers of producten die potentieel oorzaak kunnen zijn van financiële instabiliteit; neemt kennis van de maatregelen die voor de financiële consumentenmarkt zullen worden genomen en herinnert aan het belang van consumentenbescherming en -onderlegdheid in deze sector; benadrukt dat de toezichtsstructuur van de financiële markt in de EU verbetering behoeft en vraagt de Commissie de tenuitvoerlegging van het ECOFIN routeschema nauwlettend te blijven volgen, met name op het punt van de onderlinge consistentie in de verschillende jurisdicties van de lidstaten;

10.  vraagt de Commissie met voorstellen te komen ter verbetering van de economische governance, met name waar het gaat om de werking van de EMU, versterking van de Eurogroep, met inbegrip van de externe vertegenwoordiging van de Eurozone, economische en fiscale coördinatie, de kwaliteit van de openbare uitgaven, begrotingsprocedures en statistieken;  de lessen uit de globale financiële crisis moeten volledig ter harte worden genomen;

11.  juicht toe dat er nu aan de BTW wordt gewerkt, maar betreurt het uitblijven van initiatieven voor een betere coördinatie van de directe belastingstelsels en concrete acties tegen belastingfraude; kijkt verlangend uit naar een wetgevingsvoorstel over de heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting; voelt als bezwaar dat het klimaatbeleid van de EU een serieuze fiscale dimensie mist;

12.  neemt kennis van de voorstellen tot wijziging van verschillende richtlijnen van de nieuwe aanpak met het oog op de modernisering van de interne markt voor goederen; vraagt de Commissie om hierop door te gaan om de samenwerking op dit gebied tussen de lidstaten te verbeteren; betreurt evenwel het ontbreken van harmonisering van wetgevingsvoorstellen in de sfeer van de interne markt;

13.  beschouwt de Small Business Act als een zeer belangrijk instrument voor de ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf; merkt voorts op dat er ook een financieel kader en wetgeving nodig zijn om KMO's de beste steun te kunnen bieden;

Klimaatverandering en duurzame ontwikkeling in Europa

14.  betuigt nogmaals zijn steun aan het werk van de Commissie om tot een doeltreffend klimaatbeleid te komen en een leidende rol op wereldniveau op zich te nemen gedurende de overgang in 2009, gezien de effecten die in bepaalde sectoren en regio's van de klimaatveranderingswetgeving worden verwacht; verwacht dat de Commissie voor adequate mechanismen zorgt om de effecten van die wetgeving grondig te analyseren, zodat op EU-niveau tijdig actie kan worden genomen om eventuele averechtse effecten tegen te gaan; vraagt de Commissie dringend om zich nader te buigen over het verband tussen klimaatsverandering en gezondheid; vraag de Commissie haar standpunt omtrent het effect van de klimaatsverandering op de bosbouw nader toe te lichten;

15.  vraagt de Commissie om bij de uitwerking van wetgevingsvoorstellen ten volle rekening te houden met de beginselen en doelstellingen van de strategie voor duurzame ontwikkeling; wijst er met nadruk op dat de tenuitvoeringlegging van de EU-milieuwetgeving moet worden bespoedigd en nauwlettend gevolgd, willen de doelstellingen van het Zesde Actieprogramma worden gehaald, met name op het punt van de lucht- en waterkwaliteit en de biodiversiteit;

16.  betreurt ten zeerste dat op dit moment geen middelen op EU-begroting beschikbaar zijn voor een zinvolle aanpak van de kwestie van opvang van en aanpassing aan de klimaatverandering in Europa en op wereldwijde schaal; herinnert eraan dat de milieu- en klimaatveranderingsdoelstellingen in alle beleidsterreinen van de EU moeten zijn opgenomen en in de desbetreffende begrotingsrubrieken terug te vinden moeten zijn ; verzoekt de Europese Commissie voorstellen te doen voor de oprichting van een 'Europees fonds voor de klimaatverandering"; verzoekt de Commissie daarnaast om de Europese begroting na te zien en te controleren, om er zeker van te zijn dat er geen projecten worden gefinancierd met een tegendraads effect op de klimaatverandering;

17.  vraagt de Commissie om de in het Actieplan voor energie-efficiëntie en het Actieplan voor biomassa opgesomde acties in haar werkprogramma voor 2009 op te nemen, en wijst voorts op de vertragingen in de uitvoering van de toegezegde maatregelen; dringt er bij de Commissie op aan ambitieuze maar tevens realistische sociale duurzaamheidscriteria voor te stellen voor gebruik van biomassa in de energiesfeer;

18.  verzoekt de Commissie een alomvattend Europees energiebeleid te formuleren op basis van een meerjarige planning, en actief steun te geven aan de aanleg van pijpleidingen die de aanvoer helpen diversificeren, waarbij te denken valt aan eventuele afgifte van EIB-garanties; verzoekt de Commissie voorts om voorstellen voor te leggen voor de bestrijding van energiearmoede alvorens wetgeving op dit gebied uit te werken;

19.  vraagt de Commissie dringend een EU-actieplan voor te stellen voor de bevordering van offshore windenergie zodat het potentieel van deze energiebron wordt benut, en hierin gerichte acties op te nemen om de specifieke opgaven aan te pakken waarmee de offshore windenergie-industrie wordt geconfronteerd;

20.  verwelkomt de wetgevingsvoorstellen van de Commissie op de gebieden zee- en luchtvervoer, en met name de internalisering van externe kosten (Eurovignette III), evenals de ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees luchtruim; hecht uiterst veel belang aan een succesvolle afronding van de onderhandelingen over het derde pakket maritieme maatregelen en aan vooruitgang in de kwestie van de financiering van veiligheidsmaatregelen in de luchtvaart;

21.  vraagt de Commissie een beleidsdocument voor te leggen over "landbouwbeleid na 2013" zodra de wetgevingsvoorstellen inzake de gezondheidskeuring van het GLB zijn aanvaard. verzoekt de Commissie dringend het voorstel voor de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening voor visserij en aquacultuur in 2009 uit te brengen;

Uitvoering van een gemeenschappelijk immigratiebeleid

22.  vraagt de Commissie om, gelet op het feit dat het immigratiepakket slechts op een klein deel van de immigrantenpopulatie ziet (nl. mensen in opleiding, hoog geschoolden enz.) in ieder geval spoed te zetten achter indiening van het voorstel voor binnenkomst en tijdelijk verblijf van seizoenarbeiders;

23.  herinnert aan de toezegging om een Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken op te richten dat met name landenprofielen en -beoordelingen moet opstellen, zodat een uniforme toepassing van nieuwe wetgeving op asielgebied kan worden gewaarborgd;

24.  benadrukt dat een beter gestructureerde strategie nodig is om de uitsluiting van de Roma tegen te gaan, waarin ook voor concrete doelstellingen en mechanismen wordt gekozen; onderstreept dat de kwestie van de Roma een Europese kwestie is die alle EU-lidstaten aangaat;

De burgers komen op de eerste plaats

25.  betreurt het uitblijven van voorstellen tot herziening van de acht sectoriële richtlijnen die zouden worden geanalyseerd in de kader van de herziening van de regels inzake consumentenbescherming en benadrukt de blijvende behoefte aan concretere wetgevingsvoorstellen, met name waar het gaat om EG- en veiligheidskeurmerken en vervoersweigeringbeschouwt het scorebord voor de consumentenmarkten als een belangrijk instrument om de interne markt dichter bij de burger te brengen door middel van meer transparantie en meer informatie over klachtenbehandeling, prijsniveau, consumententevredenheid, overstapmogelijkheden naar andere leveranciers en de productveiligheid in de lidstaten; vraagt de Commissie dit instrument verder te verbeteren en te zorgen voor adequate financiering en personeelsbezetting hiervoor;

26.  verwelkomt de mededeling van de Commissie over collectieve rechtsvorderingen en vraagt de Commissie dringend hiermee verder te gaan en wetgeving voor te stellen inzake collectieve rechtsvorderingen en verhaalsprocedures voor consumenten;

27.  betreurt dat de beleidsstrategie op het punt van volksgezondheid vaag blijft en geen concrete voorstellen bevat voor een aanpak van de groeiende gezondheidskloof en de toenemende ongelijkheden in de gezondheidszorg in de EU;

28.  herinnert de Commissie eraan dat de ontwikkeling van een kenniseconomie de centrale doelstelling is van het Lissabon proces en betreurt daarom ten zeerste dat de Commissie in haar jaarlijkse beleidsstrategie voor 2009 met geen woord rept over levenslang leren;

29.  wijst erop dat de tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake het vrije verkeer zeer gebrekkig verloopt ofschoon het hier gaat om een van de pijlers onder het Europese burgerschapsbeleid; vraagt de Commissie daarom alles in het werk te stellen om de volledige tenuitvoerlegging van de richtlijn sneller te doen verlopen, met name de SIS II in het Schengengebeid; verzoekt de Commissie vertraging te voorkomen en herinnert eraan dat artikel 251 EG-Verdrag voor alle wetgevende maatregelen op dit terrein van toepassing is;

30.  acht het, in afwachting van de ratificatie van het Verdrag van Lissabon, belangrijk dat de EU-instellingen de beginselen en doelstellingen in het Handvest van de grondrechten respecteren en bevorderen, waartoe ook behoort een behoorlijke effectbeoordeling bij JBZ-wetgeving op het gebied van grondrechten;

31.  betreurt het gemis van een kaderbesluit over een reeks van fundamentele procedurele waarborgen en rechten voor verdachten en aangeklaagden in stafrechtelijke procedures in de EU, dat al sinds 2004 in de Raad is geblokkeerd, en vraagt de Commissie alles in het werk te stellen, onder meer door keuze van een nieuw wetgevingsinstrument, om dit dossier, dat van zo essentieel belang is voor de grondrechten van de Europese burger, weer vlot te krijgen;

32.  betreurt het dat een uniforme bescherming van misdaadslachtoffers in de EU nog steeds ontbreekt, met name voor slachtoffers van terrorisme en georganiseerde misdaad, en vraagt de Commissie om met geschikte maatregelen te komen;

33.  merkt op dat nieuwe wetgevingsvoorstellen inzake samenwerking in civielrechtelijke zaken, evenals op het gebied van vennootschapsrecht en intellectuele eigendom, zijn uitgebleven, en vraagt de Commissie:

  • -een nieuwe aanzet te geven tot de werkzaamheden op het gebied van het octrooirecht, na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, dat een nieuwe rechtsgrondslag voor dit terrein invoert;
  • -duidelijkheid te brengen rond de keuze aan rechtsinstrumenten op het gebied van intellectuele eigendom, met name in verband met het collectief beheer van auteursrechten, thuiskopieerheffingen en multiterritoriale licenties,

       voorstellen in te dienen voor verordeningen voor het statuut van de Europese vereniging en voor het statuut van de Europese onderlinge maatschappij, in plaats van de voorstellen die zij in 2006 heeft ingetrokken;

34.  betreurt het dat media-onderricht en media-onderlegdheid in deze tijd van globalisering en snelle veranderingen op ICT-gebied in de politieke aandacht nog steeds niet centraal staan en daardoor ook op de politieke agenda van de Commissie niet meer dan marginaal aan bod komen;

Europa als mondiale partner

35.  benadrukt dat het zwaartepunt van de Economische Partnerschapsovereenkomsten (EPO's) zoals ooit beloofd, op de ontwikkelingsdimensie moet blijven liggen, waarbij zij niet alleen aan grotere deelname aan en integratie in het internationale handelsverkeer moeten bijdragen, maar ook regionale integratie en realisering van de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen (MDG's) moeten bevorderen; benadrukt dat er aanvullende middelen nodig zijn voor de financiering van begeleidende maatregelen die het effect van de EPO's voor de ontwikkelingslanden moeten compenseren, zoals geregeld in het Verdrag van Cotonou; benadrukt dat er flexibele overgangsperioden nodig zijn voor gevoelige producten en diensten; steunt de heropening van onderhandelingen over volledige en tussentijdse EPO's waar dat nodig is; bepleit dat over controversiële EPO-kwesties wordt heronderhandeld voordat er afspraken worden ondertekend, en benadrukt dat het Europees Parlement zelf en de ACS-parlementen volledig betrokken moeten blijven bij de onderhandelingen en het uitvoeringstoezicht rond de EPO's;

36.  betreurt het mislukken van de Ontwikkelingsronde van Doha met alle economische en politieke kosten van dien, en betreurt het dat belangrijke ontwikkelingslanden de centrale ontwikkelingsdoelstellingen van de ronde uit het oog verloren hebben; blijft een succesvolle multilaterale ronde als prioriteit voor de EU beschouwen, maar houdt staande dat bij alle toekomstige planning voor de inrichting van de WHO-agenda voor na Doha ook moet worden gedacht aan onderwerpen als global governance, hervorming van de WHO, en de verhouding tussen de WHO-regels en andere internationale verdragen en organisaties, zoals de IAO; roept de Commissie op haar steun voor behoorlijke arbeid in de hele wereld te versterken door duidelijke voorwaarden te stellen aan de handelsrelaties van de EU en door de opneming van behoorlijke arbeid in de WHO-onderhandelingen te bevorderen; pleit voor meer samenhang tussen handels- en ontwikkelingsbeleid;

37.  is ingenomen met de aandacht die de Commissie besteedt aan Beleidssamenhang voor Ontwikkeling (Policy Coherence for Development (PCD); verzoekt de Commissie concrete aanbevelingen te doen voor de beste manier om te zorgen voor samenhang tussen de financiële instrumenten en samenwerkingsovereenkomsten, en coördinatie tussen de programma's van de Commissie en die van de lidstaten; hecht bijzonder belang aan samenhang tussen de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid en andere beleidsterreinen die hun weerslag kunnen hebben op de ontwikkelingslanden en hun vermogen de Millenniumsontwikkelingsdoelstellingen te halen, met name handels-, visserij- en energiebeleid; vraagt de Commissie erop toe te zien dat de maatregelen en streefdoelen in verband met de klimaatverandering ook aan de inspanningen tot bereiken van die doelstellingen ten goede komen;

38.  onderschrijft de oproep van de Commissie aan de lidstaten om duidelijke, bindende nationale tijdschema's en begrotingen op te stellen om de reële hulp te verhogen, zodat het beloofde gezamenlijke streefdoel van 0,56% van het bruto nationaal inkomen in 2010 en 0,7% in 2015 wordt bereikt; vraagt de Commissie nieuwe wegen te zoeken naar realisering van de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen waarmee de voornemens tegen 2015 kunnen worden bereikt;

39.  verwelkomt het voornemen van de Commissie de acht operationele thematische partnerschappen van de gezamenlijke strategie Afrika/EU uit te voeren; merkt evenwel op dat niet wordt vermeld hoe dat zal worden gedaan, hetgeen een ernstig bezwaar is omdat ook niet wordt aangegeven waar het nodige extra geld hiervoor vandaan moet komen;

40.  vestigt de aandacht op de chronische ‘onderfinanciering’ van rubriek 4 waardoor de EU verstoken blijft van de middelen voor haar buitenlands beleid en haar ambitie om een belangrijke rol op het wereldtoneel te vervullen op het gebied van buitenlandse zaken, veiligheidsbeleid en ontwikkelingssamenwerking; verzoekt de Commissie alle ruimte die het huidige Verdrag biedt, te gebruiken om alvast door te gaan langs de in het Verdrag van Lissabon uitgezette lijnen, bijvoorbeeld met betrekking tot buitenlandse zaken, en nauwere samenwerking tussen de verschillende takken van het buitenlands beleid (handel, ontwikkelingshulp enz.); wijst erop dat de externe dimensie van het JBZ-beleid een belangrijk onderdeel van het GBVB en het nabuurschapsbeleid is gaan uitmaken, en verzoekt de Commissie om samen met het Parlement een samenhangend politiek kader voor het toekomstig optreden van de EU vast te leggen;

41.  vraagt de Commissie mee te werken aan de uitvoering van de besluiten over het Middellandse zeegebied die tijdens de Top te Parijs in juli 2008 zijn genomen, een actieve rol te spelen bij de oprichting van de nieuwe institutionele structuur, en erop toe te zien dat de Euro-mediterrane Parlementaire Vergadering in haar legitieme parlementaire functie integraal deel van die structuur gaat uitmaken; is van mening dat de Commissie ook moet zorgen dat het communautaire element in het proces van Barcelona bewaard blijft, welk element mede tot uiting komt in de bijdrage die de EU aan de financiering van dat proces levert;

42.  betreurt het dat toekomstige financiële vastleggingen voor Kosovo niet nader worden gespecificeerd; is van mening dat de hulp ook moet worden gebruikt om te zorgen voor gelijke behandeling van minderheden in Kosovo, waaronder met nadruk ook de Serven;

43.  benadrukt dat de samenwerking met buurlanden in het Zwarte-Zeegebied moet worden versterkt, en vraagt de Commissie daarom een specifiek voorstel aan het Parlement en de Raad voor te leggen voor een multilaterale institutionele regeling voor het Zwarte-Zeegebied, met inbegrip van Turkije en de Oekraïne; buurlanden zoals Kazachstan moeten ook daarbij betrokken worden met het oog op de stabiliteit in de regio en de zekerheid van de energievoorziening;

Implementatie, beheer en betere regelgeving

44.  spoort de Commissie aan tot grotere inspanning om sneller tot een algemene toepassing te komen van het beginsel van gender budgeting; is tevreden over de bereidheid van de Commissie om gender mainstreaming stelselmatig in de begrotingsprocedures toe te passen; wacht de uitkomst af van het haalbaarheidsonderzoek naar gender budgeting in de begrotingsprocedures van de EU;

45.  vraagt de Commissie de nodige maatregelen te nemen om de lidstaten een vereenvoudigd, correct en efficiënt kader te bieden voor een redelijk en productief gebruik van structuurfondsen, waaronder richtsnoeren voor de invulling van beste praktijken en voor een duidelijke definitie van territoriale samenhang;

46.  laakt de trage uitvoering van het Daphne III programma (bestrijding van geweld ) en spoort de Commissie aan spoed te zetten achter de desbetreffende procedures;

47.  verzoekt de Commissie met de lidstaten samen te werken om de kwaliteit van de nationale verklaringen over EU-financiering te verbeteren (overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord en het Financieel Reglement), waartoe ook behoort de vatbaarheid van deze verklaringen voor toetsing door de nationale rekenkamers of de Europese Rekenkamer; verwacht voorts als belangrijkste element voor de kwijting voor het begrotingsjaar 2007 aanzienlijke vooruitgang in de samenwerking met de lidstaten bij uitvoering van het actieplan voor de structuurfondsen, en de nieuwe verslagleggingsregeling voor onregelmatigheden en terugvorderingen; verlangt een vroegtijdig verslag van deze inspanningen, om over een bruikbare informatiebron te kunnen beschikken;

48.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de parlementen van de lidstaten.