Ontwerpresolutie - B6-0100/2009Ontwerpresolutie
B6-0100/2009

ONTWERPRESOLUTIE

11.2.2009

naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
over humanitaire hulp aan de Gazastrook

Procedure : 2009/2533(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0100/2009

B6‑0100/2009

Resolutie van het Europees Parlement over humanitaire hulp aan de Gazastrook

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties, met name die van 16 november 2006 over de situatie in de Gazastrook, 11 oktober 2007 over de humanitaire situatie in Gaza, 21 februari 2008 over de situatie in de Gazastrook en 15 januari 2009 over de situatie in de Gazastrook,

–  gezien de resoluties van de VN-Veiligheidsraad nrs. 242 (1967), 338 (1973) en 1860 van 8 januari 2009,

–  gezien de vierde Conventie van Genève (1949),

–  gezien het snelle-reactieplan van de UNRWA om de essentiële hulpverlening aan de vluchtelingen in Gaza weer op gang te brengen,

–  gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat door het conflict in de Gazastrook de humanitaire crisis in het gebied nog erger is geworden en een onmenselijk niveau heeft bereikt, en dat 88% van de bevolking van Gaza afhankelijk is van voedselhulp,

B.  overwegende dat de grensovergangen van en naar de Gazastrook al sinds achttien maanden gesloten zijn, dat het embargo op het personen- en goederenverkeer de levering van humanitaire hulp aan de bevolking verhindert en dat de hoeveelheid goederen die in de Gazastrook wordt binnengelaten, onvoldoende is om in de humanitaire basisbehoeften te voorzien,

C.  overwegende dat essentiële openbare diensten in de Gazastrook met ernstige tekorten te kampen hebben door het ontbreken van de basismaterialen die zij voor hun functioneren nodig hebben; overwegende dat het gebrek aan medicijnen en brandstof in de ziekenhuizen nog steeds Palestijnse levens in gevaar brengt,

D.  overwegende dat de UNRWA en het Wereldvoedselprogramma, met de volledige steun van de internationale gemeenschap, een cruciale rol spelen in het leveren van basisgoederen voor de bevolking van de Gazastrook; overwegende dat een deel van de humanitaire hulp die de levensomstandigheden in het gebied moest verbeteren, door obstakels in de leveringsketen verloren is gegaan; overwegende dat Hamas op 3 en 5 februari honderden voedselpakketten en duizenden dekens die voor de burgers van Gaza bestemd waren, heeft achtergehouden en dat deze na de opschorting van alle invoer van hulp in de Gazastrook door de UNRWA zijn teruggegeven,

E.  overwegende dat de omvangrijke financiële steun van de Europese Unie aan de Palestijnen een belangrijke rol heeft gespeeld in de poging om een humanitaire ramp in de Gazastrook te voorkomen; overwegende dat de Europese Unie, ondanks alle obstakels, humanitaire hulp blijft verlenen,

F.  overwegende dat op 2 maart 2009 een internationale donorconferentie voor de Gazastrook zal plaatsvinden in Cairo,

1.  erkent het lijden van de Palestijnse bevolking in de Gazastrook en roept op om haar onmiddellijk en ongehinderd meer humanitaire hulp te verlenen; vindt dat deze hulp een morele plicht is en zonder voorwaarden of beperkingen moet verleend; verzoekt de Israëlische autoriteiten om een continue en voldoende stroom van humanitaire hulp toe te laten, waaronder alle materiaal dat de UNRWA en andere VN-agentschappen nodig hebben om hun taken te vervullen, die aan de behoeften van de bevolking beantwoordt;

2.  vraagt nogmaals dat de blokkade van de Gazastrook wordt opgeheven overeenkomstig de overeenkomst inzake verkeer en toegang van 2005, dat de grensposten onmiddellijk en blijvend worden heropend en dat de smokkel van en de illegale handel in wapens en munitie wordt verhinderd;

3.  vraagt om een gedetailleerde raming van de schade in de Gazastrook en een grondige evaluatie van de behoeften van de bevolking van Gaza, die als basis voor wederopbouwplannen kunnen dienen;

4.  roept op tot financieel, economisch en sociaal herstel in de Gazastrook, dat essentieel is voor de veiligheid in de regio; herinnert eraan dat de hulp, overeenkomstig de verbintenissen van de internationale gemeenschap en de Europese Unie, ook contante betalingen moet omvatten om salarissen, pensioenen en uitkeringen voor de meest kwetsbare mensen en gezinnen uit te betalen;

5.  is, ook met het oog op de internationale donorconferentie van 2 maart in Cairo, van mening dat voor een duurzaam wederopbouw- en ontwikkelingsbeleid in de Gazastrook een blijvend staakt-het-vuren nodig is dat wordt ondersteund door de hervatting van ernstige vredesonderhandelingen tussen Israëli’s en Palestijnen, alsmede een proces van nationale verzoening tussen de Palestijnen;

6.  benadrukt nogmaals dat de financiële steun van de Europese Unie aan de Palestijnen niet mag worden ondermijnd door voortdurende vernielingen, die de steun van de Europese publieke opinie voor wederopbouwprojecten doen afnemen;

7.  verzoekt de Commissie een volledig overzicht en een volledige evaluatie te maken van de vooruitzichten op middellange en lange termijn voor de wederopbouwprojecten in de Gazastrook die door de Europese Unie worden gefinancierd in het kader van PEGASE en ECHO, en de gevolgen daarvan voor de begroting;

8.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, de gezant van het Kwartet voor het Midden-Oosten, de voorzitter van de Palestijnse Autoriteit, de Palestijnse Wetgevende Raad, de Israëlische regering en de Knesset.