Ontwerpresolutie - B7-0247/2010Ontwerpresolutie
B7-0247/2010

ONTWERPRESOLUTIE over de massale gruweldaden in Jos, Nigeria

28.4.2010

naar aanleiding van de verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Bart Staes, Nicole Kiil-Nielsen, Raül Romeva i Rueda, Barbara Lochbihler, Jean Lambert, Malika Benarab-Attou namens de Verts/ALE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0247/2010

Procedure : 2010/2660(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0247/2010
Ingediende teksten :
B7-0247/2010
Aangenomen teksten :

B7‑0247/2010

Resolutie van het Europees Parlement over de massale gruweldaden in Jos, Nigeria

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de mensenrechtenschendingen in Nigeria,

–   gelet op het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966, dat door Nigeria op 29 oktober 1993 werd geratificeerd,

–   gelet op het Afrikaanse Handvest van de rechten van de mens en de volkeren van 1981, dat door Nigeria op 22 juni 1983 werd geratificeerd,

–   gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. bezorgd over de jongste gebeurtenissen in Jos in Nigeria, waarbij honderden mensen bij etnische ongeregeldheden zijn omgekomen,

B.  overwegende dat de afgelopen tien jaar duizenden mensen het slachtoffer zijn geworden van religieus en etnisch geweld in Centraal-Nigeria, waar religieuze en etnische spanningen regelmatig hoog oplopen,

C. overwegende dat interreligieus of interetnisch geweld vaak leidt tot emotionele escalatie van conflicten en tot de dood van onschuldige mensen, zonder dat de oorzaken van de conflicten worden aangepakt,

D. overwegende dat de problemen in Jos en omgeving voortvloeien uit een gebrekkige economische ontwikkeling en dat de spanningen hun wortels hebben in decennia van rancune tussen verschillende autochtone bevolkingsgroepen, voornamelijk christenen en animisten, die met migranten en kolonisten uit het Hausa-sprekende islamitische noorden wedijveren om de heerschappij over vruchtbare landbouwgronden,

E.  overwegende dat het voor een vreedzame oplossing van conflicten in een land als Nigeria dat zo rijk is aan olie ook zaak is te zorgen voor een eerlijke toegang tot hulpbronnen en herverdeling van de inkomsten,

F.  overwegende dat de instabiliteit tekenend is voor de kwetsbaarheid van het volkrijkste land van Afrika dat aan de vooravond staat van de verkiezingscampagne voor de verkiezingen van 2011 en waar onduidelijkheid heerst omtrent het politieke leiderschap,

 

1.  veroordeelt krachtig het geweld in Centraal-Nigeria en spreekt zijn bezorgdheid uit over de aanhoudende etnische spanningen, waarin zowel de Haus-Fulani- als Berom-gemeenschappen als daders en als slachtoffers zijn opgetreden;

2.  spoort de autoriteiten aan om zich in te zetten voor een vreedzame oplossing en de oorzaken van het conflict aan te pakken door te zorgen voor een eerlijke toegang tot hulpbronnen en een duurzame ontwikkeling van de regio, waarbij de fundamentele mensenrechten dienen te worden nageleefd;

3.  verzoekt de Nigeriaanse regering haar bevolking te beschermen en tegen iedere prijs verdere aanvallen of vergeldingen te voorkomen;

4.  verzoekt de Nigeriaanse regering dringend onderzoek uit te voeren naar deze bloedbaden en benadrukt dat geen van de daders van deze crisis in Jos zijn straf mag ontlopen;

5.  spreekt zijn bereidheid uit de dialoog die momenteel in het kader van het partnerschap met Nigeria plaatsvindt, voort te zetten met het oog op versterking van de in dit land lopende processen die gericht zijn op consolidatie van de democratie, de eerbiediging van de mensenrechten en de rechten van minderheden;

6.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regering van Nigeria, de Afrikaanse Unie, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de beide voorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU en het Pan-Afrikaanse Parlement (PAP).