Ontwerpresolutie - B7-0084/2011Ontwerpresolutie
B7-0084/2011

ONTWERPRESOLUTIE over de afvalcrisis in Campanië

26.1.2011

naar aanleiding van vragen voor mondeling antwoord B7‑0667/2010, B7‑0801/2010, B7‑0805/2010 en B7‑0806/2010
ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het Reglement

Judith A. Merkies, Victor Boştinaru namens de S&D-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0073/2011

Procedure : 2010/2963(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0084/2011
Ingediende teksten :
B7-0084/2011
Debatten :
Aangenomen teksten :

B7‑0084/2011

Resolutie van het Europees Parlement over de afvalcrisis in Campanië

Het Europees Parlement,

–   gelet op Richtlijn 75/42/EEG over afvalstoffen, in het bijzonder artikel 4,

–   gelet op Richtlijn 91/689/EEG over gevaarlijke afvalstoffen, in het bijzonder artikel 2,

–   gelet op Richtlijn 99/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen, in het bijzonder artikel 11 en bijlage II,

–   gelet op de herziene kaderrichtlijn betreffende afvalstoffen (2008/98/EG), in het bijzonder de artikelen 17 en 18,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 19 november 2003 over de kaderrichtlijn betreffende afvalstoffen[1],

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 16 september 1998 over de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van de richtlijnen betreffende het beheer van afvalstoffen[2],

–   gezien het werkdocument over de fact-findingmissie van de Commissie verzoekschriften van het Europees Parlement naar Campanië van 28 t/m 30 april 2010[3],

–   gelet op wet 123/2008 van de Italiaanse Republiek van 14 juli 2008,

–   gelet op Richtlijn 2008/99/EG inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht,

–   gezien de uitspraak van het Europees Hof van Justitie in zaak C-135/05 van 26 april 2007,

–   gezien de uitspraak van het Europees Hof van Justitie in zaak C-297/08 van 4 maart 2010,

–   gelet op de artikelen 191 en 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gelet op Richtlijn 2003/35/EG tot voorziening in inspraak van het publiek in de opstelling van bepaalde plannen en programma's betreffende het milieu, in het bijzonder artikel 2,

–   gelet op het Verdrag van Aarhus,

–   gelet op artikel 115, lid 5, en artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de afvalstoffencrisis in de provincie Campanië het meest complexe hoofdstuk is in een geschiedenis van slecht beheer van afvalstoffen in een groot aantal regio's van Italië, en dat in de jaren 90 in alle genoemde regio's een afvalstoffencrisis is geconstateerd en regeringscommissarissen met speciale bevoegdheden zijn aangesteld,

B.  overwegende dat met het Italiaanse wetsbesluit nr. 195 van 31 december 2009 de crisissituatie als beëindigd werd verklaard en het beheer van de afvalstoffencyclus is gedelegeerd aan de provinciale autoriteiten; overwegende dat het voor de provincie Napels, waar tegenwoordig ongeveer 52% van de bevolking van Campania woont, uiterst moeilijk is om een verenigd en autonoom beheer van de afvalcyclus te verwezenlijken,

C. overwegende dat de Commissie verzoekschriften van het Europees Parlement op 5 oktober 2010 bijna unaniem goedkeuring heeft gehecht aan een werkdocument over de fact-findingmissie naar Campanië van 28 t/m 30 april 2010, die tot stand kwam nadat door de jaren heen een groot aantal verzoekschriften met betrekking tot problemen bij het beheer van afvalstoffen in die regio waren ingediend,

D. overwegende dat de crisis van de zomer van 2007 kort na de goedkeuring van het verslag over de fact-findingmissie door de Commissie verzoekschriften gevolgd werd door een nieuwe crisis en dat opnieuw de noodtoestand werd afgekondigd; overwegende dat de aankondiging van daaropvolgende buitengewone maatregelen, zoals de aanleg van nieuwe stortplaatsen, gevolgd werd door grootschalige protesten,

E.  overwegende dat de aanvankelijke oplossing van het produceren van "Ecobales" en organisch afval uiteindelijk op niet correcte wijze plaatsvond, waardoor een situatie ontstond waarbij de "Ecobales" niet konden worden verwijderd; overwegende dat ten gevolg van het feit dat de afvalstoffen niet worden gefilterd of geselecteerd zich nu naar schatting meer dan zes miljoen ton "Ecobales" van inferieure kwaliteit hebben opgehoopt,

F.  overwegende dat de eerste verbrandingsoven in Acerra pas in maart 2010 in gebruik werd genomen en dat de werking ervan bovendien moeilijk verloopt vanwege het ontbreken van passende infrastructuur voor het scheiden en verwerken van afvalstoffen en dat er onverminderd zorgen bestaan in verband met de toxische as die bij de verbranding vrijkomt,

G. overwegende dat bij het reduceren van de totale hoeveelheid afval en het recycleren van huishoudelijk afval nauwelijks vooruitgang is geboekt, en dat huishoudelijk en ander afval nog altijd zonder selectie wordt gestort, waarbij het soms gemengd wordt met verschillende soorten industrieel afval,

H. overwegende dat veel stortplaatsen tot gebieden van strategisch belang zijn uitgeroepen en er voor burgers en lokale autoriteiten met inbegrip van de politie derhalve geen mogelijkheid bestaat om na te gaan wat er precies wordt gestort; overwegende dat de stortplaatsen door particuliere ondernemingen wordt geëxploiteerd die niet over de juiste vergunning of toelating beschikken,

I.   overwegende dat burgers volgens het Verdrag van Aarhus het recht hebben te worden geïnformeerd over de stand van zaken op hun eigen grondgebied en dat de autoriteiten verplicht zijn informatie te verschaffen en de burgers te stimuleren zich verantwoordelijk te gaan gedragen; overwegende dat de lidstaten er krachtens richtlijn 2003/35/EG voor moeten zorgen dat de burgers in een vroeg stadium daadwerkelijk in de gelegenheid worden gesteld te participeren in de opstelling en wijziging of herziening van de te ontwikkelen plannen of programma's,

J.   overwegende dat burgers die tegen deze situatie protest aantekenden of alternatieve benaderingen trachtten voor te stellen, onvoldoende aandacht kregen; overwegende dat de nationale politieke autoriteiten als voornaamste reactie hierop de stortplaatsen en verbrandingsinstallatie in Acerra onder strikte controle van het leger hebben geplaatst; overwegende dat er onlangs een aantal arrestaties tijdens openbare demonstraties in verband met deze kwestie heeft plaatsgevonden en dat duidelijk is gebleken dat de relaties tussen de burgers en de autoriteiten verstoord zijn en dat de ontevredenheid onder het publiek nog steeds toeneemt,

K. overwegende dat de Commissie in 2007 heeft besloten de betaling van 135 miljoen EUR als bijdrage uit de financieringsperiode 2007-2013 voor afvalgerelateerde projecten en van een verder bedrag van 10,5 miljoen EUR uit de financieringsperiode 2000-2006 op te schorten totdat de commissarissenstructuur wordt afgeschaft,

L.  overwegende dat bij het reduceren van de totale hoeveelheid afval en het recycleren van huishoudelijk afval nauwelijks vooruitgang is geboekt en dat de afvalstoffencyclus thans nog in grote mate op storting en verbranding berust, wat niet strookt met de richtsnoeren van de nieuwe kaderrichtlijn betreffende afvalstoffen (2008/98/EG); overwegende dat er nog geen coherent plan voor het afvalstoffenbeheer in de regio bestaat dat voldoet aan de beginselen van de afvalstoffenwetgeving van de EU, dat de behandelingshiërarchie eerbiedigt en waarbij een veilige toepassing van storting en verbranding gewaarborgd is, en dat huishoudelijk en ander afval nog altijd zonder selectie wordt gestort, waarbij het soms gemengd wordt met verschillende soorten industrieel afval,

M. overwegende dat de kwaliteit van het huishoudafval en het storten van gevaarlijk afval op illegale stortplaatsen niet worden gecontroleerd en overwegende dat het feit dat gevaarlijke afvalstoffen worden vermengd en/of samen met huishoudafval of organisch afval worden verwijderd en de omstandigheid dat er niet voldoende aandacht is besteed aan geologische en hydrologische factoren toen een besluit over de locatie van stortplaatsen op plaatsen als Chiaiano werd genomen, heeft geleid tot een groot risico van vervuiling van de nabijgelegen grond en grondwaterbronnen; overwegende dat dit een schending betekent van de artikelen 17 en 18 van de kaderrichtlijn betreffende afvalstoffen, evenals van de richtlijn betreffende stortplaatsen,

N. overwegende dat het Hof van Justitie in zijn arrest van 26 april 2007 in zaak C-135/05 heeft verklaard dat de Italiaanse republiek niet heeft voldaan aan haar verplichtingen overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving, doordat zij heeft nagelaten alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om er met name voor te zorgen dat afval wordt gerecycleerd of opgeruimd zonder dat dit gevaren oplevert voor de menselijke gezondheid en zonder dat gebruik wordt gemaakt van processen of methoden die het milieu schade kunnen toebrengen en door o.m. het achterlaten, storten of ongestuurd opruimen van afval te verbieden, overwegende dat het Hof van Justitie in zijn recente uitspraak van 4 maart 2010 in zaak C-297/08 heeft bepaald dat de Italiaanse Republiek, doordat zij heeft verzuimd alle noodzakelijke maatregelen voor de regio Campanië te nemen, zich niet heeft gehouden aan de verplichtingen uit hoofde van de artikelen 4 en 5 van richtlijn 2006/12/EG,

O. overwegende dat dit Parlement in zijn resolutie van 16 september 1998 over de toepassing van richtlijnen inzake afvalbeheer reeds heeft aangedrongen op het stelselmatig starten van inbreukprocedures tegen lidstaten die niet voldoen aan de bepalingen in deze richtlijnen en op het aanbieden aan het Hof van Justitie van een driemaandelijkse lijst van lidstaten die in gebreke blijven, met inbegrip van een lijst van zaken waarin het Hof reeds arrest heeft gewezen en een lijst van door het Hof opgelegde boetes, en dat het in zijn resolutie van 19 november 2003 over een verslag naar aanleiding van de kaderrichtlijn afval heeft verzocht om een gedegen en consequente controle en coördinatie van de tenuitvoerlegging van de vigerende afvalwetgeving,

1.  dringt erop aan dat met spoed een duurzame oplossing wordt gevonden die aan de criteria van de EU voldoet, namelijk de uitvoering van een afvalstoffenbeheersplan waarbij, overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG, de eerbiediging van de afvalstoffencyclus voorop staat; verzoekt de Commissie het Parlement op de hoogte te houden;

2.  wijst erop dat in Campanië alleen aan de EU-wetgeving betreffende afvalstoffen kan worden voldaan indien hard wordt gewerkt aan het reduceren van de totale hoeveelheid afvalstoffen en middels de terbeschikkingstelling van de geëigende infrastructuur de nadruk wordt gelegd op preventie, reductie, hergebruik en recyclage van afvalstoffen, en is van oordeel dat in deze overwegend agrarische regio meer de nadruk moet worden gelegd op hergebruik van organische afvalstoffen; beveelt aan dat de datum wordt geverifieerd en dat een systeem van uitwisseling van optimale werkmethoden wordt verwezenlijkt;

3.  is van oordeel dat de vaststelling door de Italiaanse autoriteiten van langlopende uitzonderingsmaatregelen, waaronder de benoeming van speciale commissarissen en de uitroeping van stortplaatsen tot gebieden van strategisch belang en de plaatsing ervan onder controle van het leger, contraproductief is geweest en vreest dat het gebrek aan transparantie bij het beheer van afvalstoffen van de kant van de overheden de toegenomen betrokkenheid van georganiseerde criminele groepen bij zowel het officiële beheer van afvalstoffen in de regio, als het illegaal storten van industrieel afval eerder heeft vergroot dan verkleind; verzoekt de verschillende bevoegde autoriteiten dan ook veel meer openheid aan de dag te leggen;

4.  onderstreept dat het belangrijk is te werken aan het herwinnen van vertrouwen door middel van een gestructureerde dialoog tussen de burgers en de verschillende overheden, alsmede tussen de verschillende bestuurslagen onderling, in een gestructureerd kader; betreurt het feit dat een aantal burgers dat op vreedzame wijze tegen de aanleg van nieuwe stortplaatsen heeft geprotesteerd door de autoriteiten in staat van beschuldiging zijn gesteld en door de politie met geweld zijn verwijderd;

5.  wijst nogmaals op het feit dat de structuurfondsen geblokkeerd zullen blijven totdat een afvalstoffenbeheersplan wordt gepresenteerd dat in overeenstemming is met het EU-recht;

6.  vestigt de aandacht op het feit dat op meerdere locaties, in het bijzonder Taverna del Ré, zeven miljoen ton "Ecobales" liggen opgeslagen, waarvan de samenstelling momenteel wordt gecontroleerd, en onderstreept nog eens hoe belangrijk het is dat deze worden verwijderd nadat eerst de exacte samenstelling ervan is vastgesteld; dringt erop aan dat bij de verwijdering van de "Ecobales" de meest geschikte methode[4] moet worden gevolgd en dat deze verwijdering moet plaatsvinden in het kader van het afvalstoffenbeheersplan, waarbij voor iedere behandeling duidelijke locaties worden aangewezen en waarbij legale praktijken worden toegepast;

7.  constateert dat met spoed aandacht moet worden besteed aan het openlijk en illegaal storten van gemengd en ongeïdentificeerd afval vlak bij de Ferandelle-locatie en dringt erop aan dat het afvalbeheer aan strikte controles wordt onderworpen; herinnert de bevoegde autoriteiten eraan dat zij, in overeenstemming met de GPBV-richtlijn, die momenteel wordt herzien, de behandeling van de specifieke soorten industrieafval ongeacht de herkomst aan strikte controles moeten onderwerpen; wijst er ook op dat er speciale locaties dienen te worden aangewezen die voldoen aan de bepalingen van de EU-richtlijnen, zodat een passende infrastructuur voor industrieel, speciaal en giftig afval wordt ontwikkeld; verzoekt om een verklaring waarom de geplande locatie voor storting van organisch afval zo weinig wordt gebruikt en wenst dat deze operationeel wordt mits zij voldoet aan de criteria in de richtlijn betreffende afvalbeheer;

8.  betreurt het feit dat in natuurbeschermingsgebieden in het nationale park Vesuvio stortplaatsen zijn geopend, zoals in Terzigno; is sterk gekant tegen alle plannen tot uitbreiding van deze stortplaatsen en verwelkomt het besluit om geen tweede stortplaats in Terzigno (Cava Vitiello) te openen; stelt de Commissie voor het Hof van Justitie om een gerechtelijk bevel te vragen als de bestaande stortplaatsen in natuurgebieden worden uitgebreid of als nieuwe stortplaatsen in Natura 2000-gebieden worden geopend;

9.  wijst erop dat de Commissie heeft verklaard dat het openen van stortplaatsen in Natura 2000-gebieden als zodanig geen schending van het EU-recht inhoudt en wijst er tevens op dat dergelijke plaatsen reeds zijn aangewezen of in gebruik zijn in nationale natuurgebieden, Natura 2000-gebieden, alsmede in UNESCO-erfgoedlocaties, een en ander in volledige overeenstemming met het EU-recht; is er niet van overtuigd dat dit milieu- of gezondheidsrisico's met zich meebrengt; overwegende dat het Parlement van mening is dat stortplaatsen in natuurgebieden of culturele locaties onverenigbaar is met het milieurecht; verzoekt de Commissie het milieurecht van de EU zodanig aan te passen dat stortplaatsen in Natura 2000-gebieden categorisch worden verboden;

10. verzoekt de Commissie alles te doen wat in haar vermogen ligt om er – bij voorbeeld door middel van stelselmatige inspecties - op toe te zien dat de bevoegde autoriteiten in Italië er daadwerkelijk voor zorgen dat afvalstoffen op de juiste wijze worden verzameld, gescheiden en behandeld en dat de regionale autoriteiten een geloofwaardig plan voorleggen;

11. benadrukt dat het de taak van de Italiaanse autoriteiten is om een samenhangende afvalcyclus op te zetten en toe te passen; is van oordeel dat de lasten van het schoonmaken van de stortplaatsen in Campanië, die als gevolg van het storten van verschillende soorten afval zijn verontreinigd, niet door de belastingbetaler moeten worden gedragen, maar - overeenkomstig het beginsel "de vervuiler betaalt" - door degenen die voor de verontreiniging verantwoordelijk zijn;

12. stelt vast dat Italië vóór de uiterste datum van 26 december 2010 geen kennis heeft gegeven van de omzetting van richtlijn 2008/99 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht, maar verwacht van Italië dat het zich volledig aan de richtlijn zal houden en sancties zal toepassen naar aanleiding van de met afvalstoffen verband houdende misdrijven die in de richtlijn zijn opgenomen, ook tegen rechtspersonen, wanneer daartoe aanleiding is;

13. verzoekt de Commissie controle uit te oefenen op de autoriteiten van Campania en zo nodig onverwijld overeenkomstig artikel 260 VWEU inbreukprocedures aan te spannen teneinde straffen vast te stellen die moeten waarborgen dat de Italiaanse autoriteiten zich aan het arrest van het Europese Hof van Justitie houden en er met name voor zorgen dat de bestaande stortplaatsen aan de EU-wetgeving voldoen;

14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de regering en de kamers van het Parlement van Italië.