Ontwerpresolutie - B7-0486/2011Ontwerpresolutie
B7-0486/2011

ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Syrië

12.9.2011

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Elmar Brok, Ioannis Kasoulides, Tokia Saïfi, Hans-Gert Pöttering, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Roberta Angelilli, Cristian Dan Preda, Mário David, Ria Oomen-Ruijten, Simon Busuttil, Dominique Vlasto, Nadezhda Neynsky, Franck Proust, Laima Liucija Andrikienė, Agnès Le Brun, Elena Băsescu namens de PPE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0482/2011

Procedure : 2011/2812(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0486/2011
Ingediende teksten :
B7-0486/2011
Aangenomen teksten :

B7‑0486/2011

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Syrië

Het Europees Parlement,

–   gezien zijn eerdere resoluties over Syrië, met name die van 7 juli 2011,

–   gezien Besluit 2011/522/GBVB van de Raad van 2 september 2011 houdende wijziging van Besluit 2011/273/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië, Besluit 2011/523/EU van de Raad betreffende gedeeltelijke schorsing van de toepassing van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Syrië en Verordening (EU) nr. 878/2011 van de Raad van 2 september 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 442/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië,

–   gezien de verklaringen van de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de Commissie over Syrië van 8 en 31 juli, 1, 4, 18, 19, 23 en 30 augustus en 2 september 2011,

–   gezien de conclusies van de Raad over Syrië van 18 juli 2011,

–   gezien de verklaring van de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad van 3 augustus 2011,

–   gezien de resolutie van de VN-Mensenrechtenraad over de mensenrechtensituatie in de Arabische Republiek Syrië van 23 augustus 2011,

–   gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat na vijf maanden opstand meer dan 2.200 mensen om het leven zijn gekomen door het systematische gebruik van geweld door de overheid en een veel groter aantal ernstige verwondingen heeft opgelopen of is opgesloten, met een dramatische, levensbedreigende situatie en een grote politieke en economische impasse in Syrië als gevolg;

B.  overwegende dat de EU, wegens de escalatie van de brutale campagne die het regime tegen het Syrische volk voert, restrictieve maatregelen ten aanzien van het Syrische regime heeft vastgesteld en dat zij overweegt de sancties in kwestie uit te breiden;

C. overwegende dat het leger, ondanks de opheffing van de noodtoestand die de regering op 21 april heeft aangekondigd, nog steeds tegen demonstranten optreedt en dat de autoriteiten, ondanks herhaalde toezeggingen om in Syrië politieke hervormingen door te voeren en verandering te brengen, tot nu toe geen geloofwaardige stappen hebben ondernomen om hun beloften gestand te doen;

D. overwegende dat de VN-Mensenrechtenraad in zijn resolutie van 23 augustus 2011 heeft besloten een onafhankelijke internationale onderzoekscommissie te sturen om alle aantijgingen van schending van het internationale recht inzake mensenrechten sinds maart 2011 te onderzoeken;

1.  herhaalt zijn krachtige veroordeling van de escalatie van het geweld in Syrië en de aanhoudende ernstige schendingen van de mensenrechten; betreurt het verlies van mensenlevens bij de burgerbevolking doordat burgers door de veiligheidstroepen zijn vermoord; dringt er bij de Syrische autoriteiten op aan het gewelddadige repressieve optreden tegen vreedzame demonstranten te beëindigen, alle opgesloten demonstranten, journalisten, verdedigers van de mensenrechten en politieke gevangenen vrij te laten en mensenrechtenorganisaties en humanitaire organisaties, alsmede onafhankelijke en internationale media onbeperkt toegang te verlenen;

2.  spreekt zijn oprechte medeleven uit met de families van de slachtoffers en zijn solidariteit met het Syrische volk dat strijdt voor zijn rechten, prijst de moed en vastberadenheid van dit volk en steunt krachtig zijn aspiraties met betrekking tot volledige eerbiediging van de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en met betrekking tot de garantie van betere economische en sociale omstandigheden;

3.  steunt de conclusies van de Raad van 18 juli 2011, waar wordt gesteld dat het Syrische regime, door te kiezen voor onderdrukking in plaats van zijn eigen beloften voor brede hervormingen na te komen, zijn eigen legitimiteit ondergraaft; verzoekt president Bashar al Assad en zijn regime ogenblikkelijk afstand te doen van de macht;

4.  is tevreden met de goedkeuring door de Raad op 2 september 2011 van nieuwe restrictieve maatregelen tegen het Syrische regime, inclusief een verbod op de import van ruwe olie in de EU en de toevoeging van vier Syriërs en drie Syrische entiteiten aan de lijst voor de bevriezing van activa en de instelling van een reisverbod; verzoekt de EU als reactie op de verslechtering van de situatie in Syrië bijkomende maatregelen tegen het Syrische regime te nemen; moedigt de EU aan samen te werken met de leden van de VN-Veiligheidsraad, Turkije en de Arabische Liga om een vreedzame en duurzame oplossing te vinden;

5.  wijst op de verklaring van de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad over Syrië van 3 augustus 2011, waarin het feit wordt benadrukt dat alleen een oplossing voor de huidige crisis kan worden gevonden via een inclusief en door Syrië geleid politiek proces; verzoekt de permanente leden van de VN-Veiligheidsraad, en met name Rusland en China, over te gaan tot de goedkeuring van een resolutie om het gebruik van dodelijk geweld door het Syrische regime te veroordelen en ertoe op te roepen dit gebruik van geweld te beëindigen, en sancties vast te stellen als hieraan geen gevolg wordt gegeven;

6.  neemt kennis van de vergadering van de secretaris-generaal van de Arabische Liga met de Syrische autoriteiten en hoopt dat deze zal leiden tot concrete resultaten; neemt kennis van het feit dat de Syrische autoriteiten het Internationale Comité van het Rode Kruis toestemming hebben verleend bepaalde gevangenissen te bezoeken en moedigt de autoriteiten aan deze toestemming uit te breiden naar alle humanitaire organisaties en deze toegang te verlenen tot het hele grondgebied;

7.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regering en het parlement van de Russische Federatie, de regering en het parlement van de Volksrepubliek China, de regering en het parlement van de Verenigde Staten, de secretaris-generaal van de Arabische Liga en de regering en het parlement van de Arabische Republiek Syrië.