Ontwerpresolutie - B7-0020/2012Ontwerpresolutie
B7-0020/2012

ONTWERPRESOLUTIE over Iran en zijn nucleaire programma (2012/2512(RSP))

25.1.2012

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Charles Tannock namens de ECR-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0017/2012

Procedure : 2012/2512(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0020/2012
Ingediende teksten :
B7-0020/2012
Debatten :
Aangenomen teksten :

B7‑0020/2012

Resolutie van het Europees Parlement over Iran en zijn nucleaire programma (2012/2512(RSP))

Het Europees Parlement,

–   gezien zijn eerdere resoluties over Iran,

–   gezien de vele verklaringen van de Hoge Vertegenwoordiger over Iran en het Iraanse nucleaire programma,

–   gezien de conclusies betreffende Iran van de 3142e bijeenkomst van de Raad Buitenlandse Zaken op 23 januari 2012,

–   gezien de resolutie van de Raad van bestuur van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) van 8 november 2011 over de tenuitvoerlegging van de overeenkomst inzake splijtstofbewaking van het NPV en de desbetreffende bepalingen van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad over de Islamitische Republiek Iran,

–   gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat Iran het Verdrag ter voorkoming van de verspreiding van kernwapens (non-proliferatieverdrag, NPV) heeft ondertekend, het bezit van kernwapens dus heeft afgezworen door dit verdrag te ratificeren en wettelijk verplicht is om al zijn nucleaire activiteiten en kernmateriaal te melden bij en onder controle te stellen van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA),

B.  overwegende dat Iran activiteiten ontplooit die indruisen tegen zijn verplichtingen om af te zien van de ontwikkeling van kernwapens;

C. overwegende dat de VN-Veiligheidsraad in zijn resoluties van 2006, 2007, 2008 en 2010 het Iraanse nucleaire programma heeft veroordeeld en VN-sancties heeft uitgevaardigd, die de EU volstrekt heeft toegepast;

D. overwegende dat het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) zich in zijn verslag van 8 november 2011 ernstig zorgen maakt over de mogelijke militaire dimensie van het Iraanse kernprogramma en dat er aanwijzingen voor zijn dat Iran activiteiten heeft verricht die verband houden met de ontwikkeling van een nucleair explosiemiddel, zoals het uittesten van explosieven, het experimenteren met ontploffingsmechanismen voor een kernwapen en het ontwikkelen van computermodellen voor het gedrag van een kernwapen;

E.  overwegende dat de EU op 23 januari 2012 sancties tegen Iran heeft aangekondigd, in de vorm van een gefaseerd embargo op de invoer van ruwe olie in de EU en financiële sancties tegen de Iraanse centrale bank;

F.  overwegende dat de Verenigde Staten al in 1995 een verbod uitgevaardigd hebben op de invoer van Iraanse olie en hun sancties sinds november 2011 hebben verscherpt, waardoor het Amerikaanse bedrijven verboden is goederen, diensten en technologie te importeren en ondersteunende diensten te verlenen aan de Iraanse oliesector;

G. overwegende dat de ernstige bezorgdheid over het Iraanse kernprogramma het aanknopen van goede relaties tussen de EU en Iran blijft belemmeren; overwegende dat het jongste pakket sancties waartoe op 23 januari 2012 is besloten deze blijvende bezorgdheid in de verf zet;

H. overwegende dat Iran steeds heeft geweigerd onderhandelingen te beginnen over zijn nucleair programma en provocerende acties heeft ondernomen, zoals zijn recente beslissing om te beginnen met 20% verrijking in de ondergrondse fabriek in Qom;

I.   overwegende dat de EU haar sancties op 1 december 2011 heeft verscherpt, waarbij nieuwe personen en entiteiten werden genoemd, die betrokken zijn bij nucleaire activiteiten of het ballistische programma, aldus de bezorgdheid van de EU tot uitdrukking brengend om Iran terug aan de onderhandelingstafel te brengen;

1.  veroordeelt de Iraanse nucleaire militaire ambities en de weigering van de Iraanse regering om zich met de internationale gemeenschap op dat punt vast te leggen; onderstreept dat een dergelijke houding een ernstige dreiging kan inhouden voor de stabiliteit in de wereld en een potentieel risico voor de vrede in het Midden-Oosten;

2.  roept de Iraanse regering ertoe op, in overeenstemming met de resoluties van de VN-Veiligheidsraad en haar verplichtingen uit hoofde van het non-proliferatieverdrag (NPV), een eind te maken aan al haar activiteiten die relevant zijn voor de ontwikkeling van een kernwapen;

3.  dringt er bij de Iraanse regering op aan opnieuw aan de onderhandelingstafel plaats te nemen en maatregelen te nemen om het vertrouwen van de internationale gemeenschap in de uitsluitend vreedzame bedoelingen van 's lands kernprogramma te herstellen; onderstreept dat deze maatregelen het legitieme recht van Iran op vreedzaam gebruik van kernenergie overeenkomstig het non-proliferatieverdrag zal versterken;

4.  verwelkomt het jongste pakket sancties van de EU van 23 januari 2012 en dringt er in dat verband bij de rest van de wereld op aan soortgelijke maatregelen te nemen en de impact van de EU-maatregelen te vergroten;

5.  ondersteunt de inspanningen van het IAEA om toezicht te houden op het Iraanse nucleaire programma om de internationale gemeenschap een nauwkeurig beeld van de situatie te geven; dringt in dat opzicht bij Iran aan op volledige medewerking met het IAEA zodat het agentschap ongehinderd zijn werk kan doen;

6.  is ten zeerste bezorgd over het feit dat de voortdurende inspanningen van Iran om een kernwapen te ontwikkelen kan leiden tot een wapenwedloop in de regio, met andere landen die wellicht ook kernwapens willen;

7.  steunt de tweesporenbenadering van de Europese Raad alsmede alle inspanningen om via onderhandelingen een langetermijnoplossing voor de Iraanse nucleaire kwestie te bereiken;

8.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Vice-Voorzitter van de Commissie/Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de VN, de VN-Mensenrechtenraad en de regering en het parlement van de Islamitische Republiek Iran.