Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B7-0026/2009Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B7-0026/2009

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de Litouwse wet betreffende de bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke gevolgen van openbare informatie

14.9.2009

ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het Reglement
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
ALDE (B7‑0026/2009)
PPE (B7‑0027/2009)
S&D (B7‑0029/2009)
Verts/ALE (B7‑0030/2009)
GUE/NGL (B7‑0031/2009)

Manfred Weber, Simon Busuttil, Véronique Mathieu, Vytautas Landsbergis, Csaba Sógor, Michèle Striffler, Bogusÿaw Sonik namens de PPE-Fractie
Claude Moraes, Michael Cashman, Monika Flašíková Beÿová namens de S&D-Fractie
Sophia in 't Veld, Jeanine Hennis-Plasschaert, Leonidas Donskis, Gianni Vattimo, Sarah Ludford namens de ALDE-Fractie
Ulrike Lunacek, Raül Romeva i Rueda, Jean Lambert, Judith Sargentini namens de Verts/ALE-Fractie
Rui Tavares, Cornelia Ernst, Kyriacos Triantaphyllides, Marie-Christine Vergiat, Cornelis de Jong, Thomas Händel, Sabine Lösing namens de GUE/NGL-Fractie


Procedure : 2009/2632(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B7-0026/2009
Ingediende teksten :
RC-B7-0026/2009
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de Litouwse wet betreffende de bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke gevolgen van openbare informatie

Het Europees Parlement,

–   gelet op de verplichtingen ingevolge internationale en Europese overeenkomsten op het gebied van de mensenrechten, waaronder de VN-verdragen inzake de rechten van de mens en het Europees Verdrag tot bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsmede het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind,

–   gelet op de regels van de Europese Unie op het gebied van de mensenrechten, met name artikel 6 EU-Verdrag, artikel 13 EG-Verdrag en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

–   gelet op artikel 13 van het EG-Verdrag dat bepaalt: "onverminderd de andere bepalingen van dit Verdrag, kan de Raad, binnen de grenzen van de door dit Verdrag aan de Gemeenschap verleende bevoegdheden, met eenparigheid van stemmen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, passende maatregelen nemen om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te bestrijden",

–   gelet op artikel 115, lid 5, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de EU een waardengemeenschap is die is gebaseerd op mensenrechten, fundamentele vrijheden, democratie en de rechtsstaat, gelijkheid en non-discriminatie, en overwegende dat richtlijnen zijn voorgesteld en aangenomen om dit doel te bereiken, waaronder de bestrijding van discriminatie op grond van seksuele geaardheid,

B.  overwegende dat seksuele geaardheid valt onder het individuele recht op privacy dat wordt gewaarborgd door internationale, Europese en nationale wetgeving op het gebied van de mensenrechten, dat de overheid gelijkheid en non-discriminatie moet bevorderen en dat de vrijheid van meningsuiting voor de media, NGO’s en particulieren moet worden gewaarborgd,

C. overwegende dat het Litouwse parlement op 14 juli 2009 amendementen heeft aangenomen op de wet betreffende de bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke gevolgen van openbare informatie, die op 1 maart 2010 van kracht zal worden en die een verbod inhoudt op rechtstreekse doorgifte van openbare informatie die homoseksuele, biseksuele of polygame relaties propageert, aan minderjarigen omdat zij daardoor in hun ontwikkeling worden geschaad;

D. overwegende dat de wet, en met name artikel 4 daarvan, in vage en juridisch onduidelijke bewoordingen is geformuleerd en mogelijkerwijs tot controversiële interpretaties zal leiden,

E.  overwegende dat het wetsontwerp, na verwerping van het veto van de Litouwse president, momenteel door de Litouwse overheid wordt herzien,

F.  overwegende dat niet duidelijk is welke materialen onder deze wet zouden vallen en of de wet ook geldt voor boeken, kunst, de pers, reclame, muziek en openbare evenementen zoals theater, exposities of demonstraties,

G. overwegende dat het Zweedse voorzitterschap van de EU de wet met de Litouwse overheid heeft besproken en dat de Litouwse president heeft verklaard dat zij erop toe zal zien dat de wet aan de Europese en internationale vereisten voldoet,

1.  verzoekt het Bureau voor de grondrechten over deze wet en de wijzigingen in het licht van de Verdragen en de wetgeving van de EU een advies uit te brengen;

2.  bevestigt de betekenis voor de EU van de bestrijding van alle vormen van discriminatie, met name discriminatie op grond van seksuele gerichtheid;

3.  bekrachtigt het in de Verklaring van de rechten van het kind verankerde beginsel dat "het kind op grond van zijn lichamelijke en geestelijke onrijpheid bijzondere bescherming en zorg nodig heeft, met inbegrip van doelmatige wettelijke bescherming";

4.  is verheugd over de verklaringen van de nieuwe president van Litouwen en de instelling van een werkgroep in Litouwen die moet nagaan of de wet op bepaalde punten gewijzigd kan worden, en verzoekt de Litouwse president en autoriteiten erop toe te zien dat de wetten van het land verenigbaar zijn met de internationale en Europese normen op het gebied van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;

5.  wijst erop dat de wet betreffende de bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke gevolgen van openbare informatie, die op 14 juli 2009 door het Litouwse parlement is goedgekeurd, nog niet van kracht is en voor de inwerkingtreding nog moet worden herzien;

6.  draagt zijn bevoegde commissie op deze kwestie te blijven volgen;

7.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de kandidaat-lidstaten, de president en het Parlement van Litouwen, het Bureau voor de grondrechten en de Raad van Europa.