Parlementaire vraag - O-0081/2009Parlementaire vraag
O-0081/2009

Litouwse wet voor de bescherming van minderjarigen tegen de negatieve gevolgen van publieksinformatie

MONDELINGE VRAAG MET DEBAT O-0081/09
ingediend overeenkomstig artikel 115 van het Reglement
van Rui Tavares, Cornelia Ernst, Cornelis de Jong, Marie-Christine Vergiat, Willy Meyer en Kyriacos Triantaphyllides, namens de GUE/NGL-Fractie
aan de Raad

Procedure : 2009/2632(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
O-0081/2009
Ingediende teksten :
O-0081/2009 (B7-0204/2009)
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

Het Litouwse parlement keurde vorige dinsdag amendementen goed op de wet voor de bescherming van minderjarigen tegen de negatieve gevolgen van publieksinformatie, op de 220e verjaardag van de val van de Bastille, een dag waarop we waarden van de Verlichting in het licht stellen als de vrijheid van meningsuiting en het recht te streven naar geluk. De wet in kwestie — tegen een vorige versie ervan had de Litouwse president zijn veto uitgesproken — is door het Litouwse parlement bekrachtigd op 14 juli 2009, de dag waarop het Europees Parlement zijn constituerende vergadering na de verkiezingen hield.

 

De wet in kwestie is bedoeld om de verstrekking te voorkomen van "publieksinformatie die ageert voor homoseksuele relaties" en die "de gezinswaarden aantast", in gevallen waar deze informatie toegankelijk is voor minderjarigen. Daarnaast wordt voorgesteld in september bepalingen in het strafwetboek en het administratieve wetboek te bespreken en goed te keuren die naar veronderstelling zullen leiden tot het strafbaar stellen van "de verspreiding van homoseksualiteit", een misdrijf dat strafbaar zou worden met arrestatie, veroordeling tot een taakstraf of betaling van een boete tot EUR 1500.

 

Heeft de Raad bovenstaande kwestie met de Litouwse autoriteiten besproken? Is hij niet van mening dat wet en amendementen onverenigbaar zijn met de mensenrechten en de fundamentele vrijheden die zijn vastgesteld in internationale en Europese verdragen, met name de vrijheid van meningsuiting, die het recht omvat informatie te vragen, te ontvangen en te verstrekken, en dat zij onverenigbaar zijn met het EU-recht en -beleid inzake het verbod op discriminatie? Is de Raad niet van mening dat de wet strijdig is met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, het EU-Handvest van de grondrechten en artikel 6 VEU en artikel 13 EGV, d.w.z. de fundamentele waarden waarop Europa is gebaseerd? Zal de Raad het Bureau voor de grondrechten vragen wet en amendementen te beoordelen? Wat zal de Raad ondernemen om ervoor te zorgen dat Litouwen zijn verplichtingen op grond van de EU-verdragen en het Europese en internationale recht nakomt? Is hij bereid indien nodig de procedure van artikel 7 VEU te starten?

 

 

Ingediend: 23.07.2009

Doorgezonden: 24.07.2009

Uiterste datum beantwoording: 14.08.2009