VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen in de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds

12.7.2012 - (COM(2011)0599 – C7-0306/2011 – 2011/0263(COD)) - ***I

Commissie internationale handel
Rapporteur: Jörg Leichtfried
PR_COD_1amCom


ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen in de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds

(COM(2011)0599 – C7-0306/2011 – 2011/0263(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0599),

–   gezien artikel 294, lid 2, en artikel 207, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0306/2011),

–   gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie internationale handel en het advies van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A7-0237/2012),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement  1

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Er moeten procedures worden vastgesteld voor de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst die de bilaterale vrijwaringsclausule betreffen, alsook voor de toepassing van het stabilisatiemechanisme voor bananen waarover met Midden-Amerika overeenstemming is bereikt.

(3) Er moeten zo geschikt mogelijke procedures worden vastgesteld die moeten zorgen voor een doeltreffende toepassing van de bepalingen van de overeenkomst die de bilaterale vrijwaringsclausule betreffen, alsook voor de toepassing van het stabilisatiemechanisme voor bananen waarover met Midden-Amerika overeenstemming is bereikt.

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Er moeten vrijwaringsmechanismen worden vastgesteld om te vermijden dat de bananenteelt in de Europese Unie, die van groot belang is voor de agrarische eindproductie van veel ultraperifere regio's, ernstige schade oploopt. Het feit dat deze regio's wegens hun natuurlijke kenmerken slechts beperkte mogelijkheden tot diversificatie hebben, maakt de bananensector extra kwetsbaar. Het is bijgevolg van essentieel belang de preferentiële invoer uit derde landen van doeltreffende mechanismen te voorzien om de bananenteelt – die in bepaalde gebieden van met name de ultraperifere regio's immers werk biedt aan een heel groot aantal mensen – onder optimale omstandigheden te kunnen blijven handhaven.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis) Het is ook mogelijk dat producenten in de Europese Unie ernstige schade ondervinden of dreigen te ondervinden doordat bepaalde verplichtingen uit hoofde van titel VIII van deel IV van de overeenkomst (over handel en duurzame ontwikkeling), meer bepaald de daarin vervatte arbeids- en milieunormen, niet worden nageleefd; de invoering van vrijwaringsmaatregelen is bijgevolg noodzakelijk.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Zoals in artikel 104 van de overeenkomst is vastgelegd, mogen vrijwaringsmaatregelen alleen worden overwogen indien het betrokken product in dermate toegenomen hoeveelheden, in absolute zin of in verhouding tot de productie in de Unie, en onder zodanige voorwaarden in de Unie wordt ingevoerd dat de producenten in de Unie die soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen, ernstige schade ondervinden of dreigen te ondervinden.

(5) Zoals in artikel 104 van de overeenkomst is vastgelegd, mogen vrijwaringsmaatregelen alleen worden overwogen indien het betrokken product in dermate toegenomen hoeveelheden, in absolute zin of in verhouding tot de productie in de Unie, en onder zodanige voorwaarden in de Unie wordt ingevoerd dat de producenten in de Unie die soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen, ernstige schade ondervinden of dreigen te ondervinden. Overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten er vrijwaringsmaatregelen worden vastgesteld voor producten en economische sectoren in de ultraperifere regio's zodra de producenten in de ultraperifere regio's van de Unie die soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen, ernstige schade ondervinden of dreigen te ondervinden van de invoer van het desbetreffende product.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) De vrijwaringsmaatregelen moeten worden genomen in de vorm van een van de in artikel 104, lid 2, van de overeenkomst genoemde mogelijkheden.

(6) De vrijwaringsmaatregelen moeten worden genomen in de vorm van een van de in artikel 104, lid 2, van de overeenkomst genoemde mogelijkheden. Overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten er specifieke vrijwaringsmaatregelen worden vastgesteld wanneer producten en economische sectoren in de ultraperifere regio's worden bedreigd.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7) De taken die erin bestaan onderzoek te doen en indien nodig vrijwaringsmaatregelen in te stellen, moeten op zo transparant mogelijke wijze worden uitgevoerd.

(7) De monitoring en toetsing van de overeenkomst, het doen van onderzoek en indien nodig de oplegging van vrijwaringsmaatregelen zijn taken die op zo transparant mogelijke wijze moeten worden uitgevoerd.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Er moeten nadere bepalingen over de inleiding van de procedure worden vastgesteld. De lidstaten moeten de Commissie informatie, waaronder beschikbaar bewijsmateriaal, verstrekken wanneer de ontwikkeling van de invoer toepassing van vrijwaringsmaatregelen kan vereisen.

(8) Er moeten nadere bepalingen over de inleiding van de procedure worden vastgesteld. De lidstaten en belanghebbende partijen moeten de Commissie informatie, waaronder beschikbaar bewijsmateriaal, verstrekken wanneer de ontwikkeling van de invoer toepassing van vrijwaringsmaatregelen kan vereisen.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(8 bis) Wanneer het Europees Parlement een aanbeveling goedkeurt om een vrijwaringsonderzoek te openen, zal de Commissie zorgvuldig onderzoeken of aan de in de verordening opgenomen voorwaarden voor een opening ambtshalve is voldaan. Indien de Commissie van mening is dat dit niet het geval is, dient zij een verslag in bij de bevoegde commissie van het Europees Parlement met een toelichting van alle factoren die voor de opening van een onderzoek relevant zijn.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis) In sommige gevallen kan een in één of meer van de ultraperifere gebieden of lidstaten van de Unie geconcentreerde toename van de invoer tot een ernstige verslechtering van de economische situatie van de betrokken gebieden leiden of dreigen te leiden. Als er een toename is van de invoer die in een of meer ultraperifere gebieden of lidstaten van de Unie is geconcentreerd, kan de Commissie voorafgaande toezichtmaatregelen instellen.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12) Tevens moeten ingevolge artikel 112 van de overeenkomst termijnen worden vastgesteld voor de opening van een onderzoek en voor de vaststelling van de wenselijkheid van maatregelen, teneinde een snelle afhandeling van de procedures te waarborgen en daardoor de rechtszekerheid voor de betrokken marktdeelnemers te vergroten.

(12) Tevens moeten ingevolge artikel 112 van de overeenkomst termijnen worden vastgesteld voor de opening van een onderzoek en voor de vaststelling van de wenselijkheid van maatregelen, teneinde een snelle afhandeling van de procedures te waarborgen, de rechtszekerheid voor de betrokken marktdeelnemers te vergroten en ervoor te zorgen dat de maatregelen efficiënt zijn.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) Vrijwaringsmaatregelen mogen enkel worden toegepast voor zover en zo lang zij noodzakelijk zijn om ernstige schade te voorkomen en aanpassingen te vergemakkelijken. De maximumduur van de vrijwaringsmaatregelen moet worden bepaald en er moeten specifieke bepalingen inzake verlenging en herziening van de maatregelen worden vastgesteld, zoals bedoeld in artikel 105 van de overeenkomst.

(14) Vrijwaringsmaatregelen mogen enkel worden toegepast voor zover en zo lang zij noodzakelijk zijn om ernstige schade te voorkomen en aanpassingen te vergemakkelijken. De maximumduur van de vrijwaringsmaatregelen moet worden bepaald en er moeten specifieke bepalingen inzake verlenging en herziening van de maatregelen worden vastgesteld, zoals bedoeld in artikel 105 van de overeenkomst. Wanneer er vrijwaringsmaatregelen worden vastgesteld ter bescherming van de producten en economische sectoren van de ultraperifere regio's, moeten er specifieke bepalingen worden toegepast overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) Nauw toezicht vergemakkelijkt het nemen van tijdige besluiten met betrekking tot de mogelijke start van een onderzoek of de oplegging van maatregelen. Daarom moet de Commissie de in- en uitvoer in gevoelige sectoren zoals de bananensector vanaf de datum van toepassing van de overeenkomst geregeld controleren.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 ter) Het is van bijzonder belang dat de door de Internationale Arbeidsorganisatie opgestelde en gecontroleerde internationale arbeidsnormen worden nageleefd. De waarborging van fatsoenlijk werk voor allen moet een absolute prioriteit zijn, en de uit Midden-Amerika ingevoerde bananen moeten volgens correcte sociale, loon-, en milieunormen zijn geproduceerd, om te vermijden dat de producenten van de Unie het slachtoffer worden van dumpingpraktijken waaraan zij geen tegenwicht kunnen bieden en die hun concurrentiepositie op de mondiale bananenmarkt blijvend zouden schaden.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Overweging 16 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 bis) De Commissie brengt jaarlijks verslag uit over de toepassing van de overeenkomst, de vrijwaringsmaatregelen en het stabilisatiemechanisme voor bananen, en neemt in dit verslag actuele en betrouwbare statistieken op over de invoer uit Midden-Amerika alsook een evaluatie van de gevolgen hiervan op de marktprijzen, de werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden in de Unie en de ontwikkeling van de productiesector van de Unie, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan kleine producenten en coöperaties. De Commissie moet haar uiterste best doen om in dit verslag ook een analyse op te nemen van de impact van de overeenkomst en onderhavige verordening op de teelt en consumptie van bioproducten in de Unie en op de handel in fairtradeproducten tussen alle partijen bij de overeenkomst.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Overweging 16 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 ter) De Commissie moet op een voortvarende en effectieve wijze een beroep doen op het stabilisatiemechanisme voor bananen om een dreigende ernstige verslechtering of een reële ernstige verslechtering van de situatie van producenten in de ultraperifere regio's van de Unie te voorkomen, en moet vanaf januari 2020 gebruikmaken van bestaande instrumenten zoals de vrijwaringsclausule, of, indien nodig, overwegen nieuwe instrumenten in te voeren die in geval van een ernstige verstoring van de markt toelaten de competitiviteit van de productiesectoren van de Unie en in het bijzonder van de ultraperifere gebieden te handhaven.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b) "belanghebbenden": partijen die gevolgen ondervinden van de invoer van het product in kwestie;

b) "belanghebbenden": partijen die gevolgen ondervinden van de invoer van het product in kwestie, met inbegrip van maatschappelijke organisaties, ngo's en werknemersorganisaties;

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – letter e bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e bis) "ernstige verslechtering": aanzienlijke verstoringen in een sector of bedrijfstak; "dreigende ernstige verslechtering": aanzienlijke storingen die zich zonder twijfel in de nabije toekomst zullen voordoen.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 2 bis

 

Controle

 

1. De Commissie moet toezicht houden op de ontwikkeling van de statistieken over de in- en uitvoer van Midden-Amerikaanse producten, in het bijzonder in gevoelige sectoren zoals de bananenteelt. Hiertoe werkt de Commissie samen en wisselt zij gegevens uit met de lidstaten, de betreffende bedrijfstak van de Unie en alle andere belanghebbenden, en dit op regelmatige basis.

 

2. Op naar behoren gemotiveerd verzoek van de betrokken bedrijfstakken kan de Commissie overwegen het toepassingsgebied van de monitoring uit te breiden naar andere sectoren.

 

3. De Commissie dient jaarlijks een monitoringverslag in bij het Europees Parlement en de Raad met geactualiseerde statistieken over de invoer uit Midden-Amerika van producten in de gevoelige sectoren en de sectoren waarnaar de monitoring is uitgebreid, inclusief bananen.

 

4. Met het oog op het vermijden van alle vormen van dumping doet de Commissie haar uiterste best om ook de tewerkstellingsgraad en de arbeidsvoorwaarden in de bananenproductie in Midden-Amerika in haar monitoringverslag op te nemen.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1. Op verzoek van een lidstaat, van een rechtspersoon of van een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die optreedt namens de bedrijfstak van de Unie, of op initiatief van de Commissie wordt een onderzoek geopend indien het de Commissie duidelijk is dat er, zoals bepaald op basis van de in artikel 4, lid 5, vermelde factoren, voldoende voorlopig bewijsmateriaal is om een onderzoek te rechtvaardigen.

1. Op verzoek van een lidstaat, van een rechtspersoon of van een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die optreedt namens de bedrijfstak van de Unie, van het Europees Parlement, of op initiatief van de Commissie wordt een onderzoek geopend indien het de Commissie duidelijk is dat er, zoals bepaald op basis van de in artikel 4, lid 5, vermelde factoren, voldoende voorlopig bewijsmateriaal is om een onderzoek te rechtvaardigen.

 

Indien dat aangewezen is, kan het Europees Parlement onafhankelijke instanties, zoals vakbonden, de IAO, academici en mensenrechtenorganisaties, raadplegen en om analyses verzoeken.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Het verzoek tot opening van een onderzoek bevat bewijzen dat aan de voorwaarden voor het instellen van een vrijwaringsmaatregel van artikel 2, lid 1, is voldaan. Het verzoek bevat gewoonlijk de volgende informatie: het tempo en de omvang van de toename van de invoer van het betrokken product in absolute en relatieve cijfers, het door de toegenomen invoer veroverde deel van de interne markt, wijzigingen in de omvang van de verkoop, de productie, de productiviteit, de bezettingsgraad, winst en verlies en de werkgelegenheid.

2. Het verzoek tot opening van een onderzoek bevat bewijzen dat aan de voorwaarden voor het instellen van een vrijwaringsmaatregel van artikel 2, lid 1, is voldaan. Het verzoek bevat gewoonlijk de volgende informatie: het tempo en de omvang van de toename van de invoer van het betrokken product in absolute en relatieve cijfers, het door de toegenomen invoer veroverde deel van de interne markt, wijzigingen in de omvang van de verkoop, de productie, de productiviteit, de bezettingsgraad, winst en verlies, werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden.

Amendement  21

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3. Een onderzoek kan ook worden geopend als de toename van de invoer geconcentreerd is in een of meer lidstaten, op voorwaarde dat er voldoende voorlopig bewijsmateriaal, zoals bepaald op basis van de in artikel 4, lid 5, vermelde factoren, voorhanden is dat aan de voorwaarden voor de opening van een onderzoek is voldaan.

3. Een onderzoek kan ook worden geopend als de toename van de invoer geconcentreerd is in een of meer lidstaten of ultraperifere gebieden, op voorwaarde dat er voldoende voorlopig bewijsmateriaal, zoals bepaald op basis van de in artikel 4, lid 5, vermelde factoren, voorhanden is dat aan de voorwaarden voor de opening van een onderzoek is voldaan.

Amendement  22

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. De Commissie wint alle informatie in die zij nodig acht om conclusies te trekken ten aanzien van de in artikel 2, lid 1, genoemde voorwaarden, en tracht, wanneer zij dat passend acht, deze informatie te controleren.

4. De Commissie wint alle informatie in die zij nodig acht om conclusies te trekken ten aanzien van de in artikel 2, lid 1, genoemde voorwaarden, en tracht deze informatie te controleren.

Amendement  23

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Bij het onderzoek evalueert de Commissie alle ter zake dienende factoren van objectieve en kwantificeerbare aard die van invloed zijn op de situatie van de bedrijfstak van de Unie, met name het tempo en de omvang van de toename van de invoer van het betrokken product in absolute en relatieve cijfers, het door de toegenomen invoer veroverde deel van de interne markt, wijzigingen in de omvang van de verkoop, de productie, de productiviteit, de bezettingsgraad, winst en verlies en de werkgelegenheid. Deze lijst is niet uitputtend en de Commissie kan bij haar vaststelling van ernstige schade of dreiging van ernstige schade ook rekening houden met andere relevante factoren, zoals de voorraden, de prijzen, het rendement van geïnvesteerd vermogen, de kasstroom en andere factoren die ernstige schade aan de bedrijfstak van de Unie toebrengen, kunnen hebben toegebracht of dreigen toe te brengen.

5. Bij het onderzoek evalueert de Commissie alle ter zake dienende factoren van objectieve en kwantificeerbare aard die van invloed zijn op de situatie van de bedrijfstak van de Unie, met name het tempo en de omvang van de toename van de invoer van het betrokken product in absolute en relatieve cijfers, het door de toegenomen invoer veroverde deel van de interne markt, wijzigingen in de omvang van de verkoop, de productie, de productiviteit, de bezettingsgraad, winst en verlies en de werkgelegenheid. Deze lijst is niet uitputtend en de Commissie kan bij haar vaststelling van ernstige schade of dreiging van ernstige schade ook rekening houden met andere relevante factoren, zoals de voorraden, de prijzen, het rendement van geïnvesteerd vermogen, de kasstroom en andere factoren die ernstige schade aan de bedrijfstak van de Unie toebrengen, kunnen hebben toegebracht of dreigen toe te brengen, bijvoorbeeld wanneer de voorziene reactievolumes worden bereikt in het kader van het in hoofdstuk II van deze verordening opgenomen stabilisatiemechanisme voor bananen.

Amendement  24

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7. De Commissie draagt er zorg voor dat alle gegevens en statistieken die voor het onderzoek worden gebruikt, beschikbaar, begrijpelijk, transparant en verifieerbaar zijn.

7. De Commissie draagt er zorg voor dat alle gegevens en statistieken die voor het onderzoek worden gebruikt, beschikbaar, begrijpelijk, transparant, actueel, betrouwbaar en verifieerbaar zijn.

Amendement  25

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. Als er een toename is van de invoer van producten in gevoelige sectoren die in een of meer lidstaten of ultraperifere gebieden is geconcentreerd, kan de Commissie voorafgaande toezichtmaatregelen instellen.

Amendement  26

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4. Een verlenging overeenkomstig lid 3 wordt voorafgegaan door een onderzoek op verzoek van een lidstaat, van een rechtspersoon of van een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die optreedt namens de bedrijfstak van de Unie, of op initiatief van de Commissie, indien er, zoals bepaald op basis van de in artikel 4, lid 5, vermelde factoren, voldoende voorlopig bewijsmateriaal is.

4. Een verlenging overeenkomstig lid 3 wordt voorafgegaan door een onderzoek op verzoek van een lidstaat, van een rechtspersoon of een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die optreedt namens de bedrijfstak van de Unie, van een belanghebbende partij, van het Europees Parlement of op initiatief van de Commissie, indien er, zoals bepaald op basis van de in artikel 4, lid 5, vermelde factoren, voldoende voorlopig bewijsmateriaal is.

Amendement  27

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 11 bis

 

Verslag

 

1. De Commissie dient jaarlijks een verslag over de toepassing en uitvoering van de overeenkomst en deze verordening in bij het Europees Parlement. Het verslag omvat informatie over de vaststelling van voorlopige en definitieve maatregelen, voorafgaande toezichtmaatregelen, regionale toezichtmaatregelen en vrijwaringsmaatregelen, de beëindiging van onderzoeken zonder maatregelen en de activiteiten van de diverse instanties die bevoegd zijn voor het toezicht op de uitvoering van de overeenkomst en de naleving van de verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst, inclusief informatie die afkomstig is van belanghebbende partijen.

 

2. Een aantal onderdelen van het verslag is speciaal gewijd aan de naleving van de verplichtingen uit hoofde van titel VIII over handel en duurzame ontwikkeling van deel IV van de overeenkomst en aan de op dat vlak door Midden-Amerika via interne instrumenten genomen maatregelen alsook aan het werkzaamheden hieromtrent van het dialoogforum van het maatschappelijk middenveld.

 

3. Daarnaast bevat het verslag een samenvatting van de statistieken en de ontwikkeling van de handel met Midden-Amerika.

 

4. Het verslag bevat voorts actuele en betrouwbare statistieken over de invoer van bananen uit Midden-Amerika en de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen hiervan op de ontwikkeling van de werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden in de productiesector van de Unie.

 

5. Het Europees Parlement kan de Commissie binnen een maand nadat deze het verslag heeft gepresenteerd, op een ad-hocvergadering van zijn bevoegde commissie uitnodigen om alle aspecten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en deze verordening uiteen te zetten en toe te lichten.

 

6. Uiterlijk drie maanden na de voorlegging van het verslag aan het Europees Parlement maakt de Commissie het verslag openbaar.

Amendement  28

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis. Als het advies van het comité moet worden verkregen volgens een schriftelijke procedure, wordt die procedure zonder gevolg beëindigd indien, binnen de termijn voor het uitbrengen van het advies, de voorzitter van het comité hiertoe besluit of een meerderheid van de leden van het comité hierom verzoekt.

Amendement  29

Voorstel voor een verordening

Hoofdstuk I bis – artikel 12 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Hoofdstuk I bis

 

Artikel 12 bis

 

12 bis. Artikel 247 bis van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek is van toepassing op de vaststelling van de nodige uitvoeringsbepalingen voor de toepassing van de voorschriften in aanhangsel 2a van bijlage II (Definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking) en aanhangsel 2 van bijlage I (Afschaffing van douanerechten).

Amendement  30

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De toepassing van het stabilisatiemechanisme voor bananen verhindert in geen geval de uitvoering van de in de bilaterale vrijwaringsclausule opgenomen maatregelen.

Motivering

Het is wenselijk om in de wetgevingstekst te verduidelijken dat de bilaterale vrijwaringsclausule kan worden toegepast op de bananensector, ondanks het bereikte akkoord inzake het stabilisatiemechanisme waarvan de invloed zeer beperkt is en in de praktijk niet toereikend om ernstige verstoringen voor de Europese producenten te voorkomen.

Amendement  31

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Zoals vermeld in de tabel in de bijlage bij deze verordening, wordt een afzonderlijk jaarlijks reactievolume vastgesteld voor de invoer uit een Midden-Amerikaans land van de in lid 1 vermelde producten. De invoer van de in lid 1 vermelde producten tegen het preferentiële douanerecht is niet alleen onderworpen aan het bewijs van oorsprong zoals vastgesteld in bijlage III (Definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking) van de overeenkomst met Midden-Amerika, maar eveneens aan de overlegging van een uitvoercertificaat dat wordt afgegeven door de bevoegde autoriteit van de republiek van het Midden-Amerikaanse land waaruit de producten worden uitgevoerd. Zodra het reactievolume tijdens het desbetreffende kalenderjaar wordt bereikt, kan de Commissie, overeenkomstig de in artikel 12, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, het preferentiële douanerecht tijdens datzelfde jaar tijdelijk schorsen voor een periode van niet meer van drie maanden, die het eind van het kalenderjaar niet mag overschrijden.

2. Zoals vermeld in de tabel in de bijlage bij deze verordening, wordt een afzonderlijk jaarlijks reactievolume vastgesteld voor de invoer uit een Midden-Amerikaans land van de in lid 1 vermelde producten. De invoer van de in lid 1 vermelde producten tegen het preferentiële douanerecht is niet alleen onderworpen aan het bewijs van oorsprong zoals vastgesteld in bijlage III (Definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking) van de overeenkomst met Midden-Amerika, maar eveneens aan de overlegging van een uitvoercertificaat dat wordt afgegeven door de bevoegde autoriteit van de republiek van het Midden-Amerikaanse land waaruit de producten worden uitgevoerd. Zodra het reactievolume tijdens het desbetreffende kalenderjaar wordt bereikt, gaat de Commissie tijdens datzelfde jaar over tot een tijdelijke schorsing van het preferentiële douanerecht voor een periode van niet meer dan drie maanden, die het eind van het kalenderjaar niet mag overschrijden. Uitsluitend in geval van overmacht vindt deze schorsing niet plaats.

Amendement  32

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Zoals vermeld in de tabel in de bijlage bij deze verordening, wordt een afzonderlijk jaarlijks reactievolume vastgesteld voor de invoer uit een Midden-Amerikaans land van de in lid 1 vermelde producten. De invoer van de in lid 1 vermelde producten tegen het preferentiële douanerecht is niet alleen onderworpen aan het bewijs van oorsprong zoals vastgesteld in bijlage III (Definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking) van de overeenkomst met Midden-Amerika, maar eveneens aan de overlegging van een uitvoercertificaat dat wordt afgegeven door de bevoegde autoriteit van de republiek van het Midden-Amerikaanse land waaruit de producten worden uitgevoerd. Zodra het reactievolume tijdens het desbetreffende kalenderjaar wordt bereikt, kan de Commissie, overeenkomstig de in artikel 12, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, het preferentiële douanerecht tijdens datzelfde jaar tijdelijk schorsen voor een periode van niet meer van drie maanden, die het eind van het kalenderjaar niet mag overschrijden.

2. Zoals vermeld in de tabel in de bijlage bij deze verordening, wordt een afzonderlijk jaarlijks reactievolume vastgesteld voor de invoer uit een Midden-Amerikaans land van de in lid 1 vermelde producten. De invoer van de in lid 1 vermelde producten tegen het preferentiële douanerecht is niet alleen onderworpen aan het bewijs van oorsprong zoals vastgesteld in bijlage III (Definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking) van de overeenkomst met Midden-Amerika, maar eveneens aan de overlegging van een uitvoercertificaat dat wordt afgegeven door de bevoegde autoriteit van de republiek van het Midden-Amerikaanse land waaruit de producten worden uitgevoerd. De verplichte overlegging van een uitvoercertificaat mag echter niet leiden tot meer administratie, kosten of feitelijke handelsbelemmeringen voor de uitvoerder. Zodra het reactievolume tijdens het desbetreffende kalenderjaar wordt bereikt, kan de Commissie, overeenkomstig de in artikel 12, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, het preferentiële douanerecht tijdens datzelfde jaar tijdelijk schorsen voor een periode van niet meer van drie maanden, die het eind van het kalenderjaar niet mag overschrijden.

Amendement  33

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. De Commissie houdt nauwlettend toezicht op de ontwikkeling van de statistieken over de invoer van bananen uit Midden-Amerika. Ook de werkgelegenheidsgraad en arbeidsvoorwaarden, de productie en consumptie van bioproducten en de fairtradehandelsstromen worden gemonitord. Hiertoe werkt de Commissie samen en wisselt zij informatie uit met de lidstaten, de communautaire bedrijfstakken en andere belanghebbenden, en dit op regelmatige basis.

Amendement  34

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 ter. Op naar behoren gemotiveerd verzoek van het Europees Parlement, een lidstaat, de bedrijfstak van de Unie, een belanghebbende partij of op eigen initiatief schenkt de Commissie bijzondere aandacht aan elke wezenlijke toename van de invoer van bananen uit Midden-Amerika, en indien de bepalingen van artikel 5 hierop van toepassing zijn, stelt zij voorafgaande toezichtmaatregelen in.

Amendement  35

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 5 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 quater. Wanneer het reactievolume van het mechanisme gedurende het desbetreffende kalenderjaar wordt bereikt, stelt de Commissie volgens de raadplegingsprocedure als bedoeld in artikel 12, lid 2, voorafgaande toezichtmaatregelen in.

Amendement  36

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 5 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 sexies. Het Europees Parlement kan de Commissie binnen een maand nadat deze het verslag heeft gepubliceerd, op een ad-hocvergadering van zijn bevoegde commissie uitnodigen om alle aspecten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de overeenkomst die verband houden met bananen, uiteen te zetten en toe te lichten.

TOELICHTING

Op 23 april 2007 machtigde de Raad de Commissie om onderhandelingen te openen met bepaalde Midden-Amerikaanse landen. Deze onderhandelingen werden beëindigd op de EU-Midden-Amerika-top in mei 2010 in Madrid en leidden tot de sluiting van een associatieovereenkomst tussen de EU en Midden-Amerika, die op 22 maart 2011 geparafeerd en op 29 juni 2012 in Tegucigalpa ondertekend werd. De Raad heeft op 10 juli 2012 een besluit genomen met betrekking tot de sluiting van deze overeenkomst en het Parlement is net officieel om instemming verzocht.

De overeenkomst omvat een bilaterale vrijwaringsclausule die voorziet in de mogelijkheid om het meestbegunstigingsdouanerecht opnieuw in te voeren wanneer de invoer door de handelsliberalisering uit hoofde van de overeenkomst in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige voorwaarden plaatsvindt dat de producenten van de Unie die soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen ernstige schade ondervinden of dreigen te ondervinden. De overeenkomst voorziet daarnaast ook in een stabilisatiemechanisme voor bananen dat van toepassing is tot 1 januari 2020 en toelaat dat het preferentiële douanerecht wordt geschorst wanneer een bepaald jaarlijks invoervolume wordt bereikt. Allebei deze instrumenten moeten worden omgezet in EU-wetgeving vooraleer ze gebruikt kunnen worden, en vanuit procedureel oogpunt moet sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de vrijwaringsclausules waarover met derde landen en gebieden is onderhandeld, de gewone wetgevingsprocedure worden gevolgd.

In oktober 2011 deed de Commissie het Europees Parlement en de Raad een voorstel toekomen voor de opname van de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen in het EU-recht. Onderhavig voorstel voor een verordening vormt het noodzakelijke rechtsinstrument voor de uitvoering van dergelijke maatregelen en voor het verschaffen van rechtszekerheid aan de betrokken marktdeelnemers doordat het de diverse procedurele aspecten, definities en rechten en verplichtingen van alle partijen vastlegt, wat een vereiste is opdat dergelijke maatregelen operationeel kunnen worden en geleidelijk – om alle betrokken sectoren en vooral de meest kwetsbare in staat te stellen zich aan de nieuwe situatie aan te passen – tot een openstelling van de markten kunnen leiden.

Rekening houdend met de bepalingen en de strekking van de overeenkomst wil de rapporteur ervoor zorgen dat de vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen doeltreffend en daadwerkelijk toepasbaar zijn en dwingende middelen verschaffen om te verhinderen dat de sectoren die als gevolg van de uitvoering van deel IV van de overeenkomst op korte termijn het meest kwetsbaar zijn, ernstige schade ondervinden. Voorts wil de rapporteur erop toezien dat de liberalisering in volledige overeenstemming met de belangrijkste internationale arbeids- en milieuverdragen verloopt, dat de uitvoering van deze verordening zo transparant mogelijk gebeurt en dat het Europees Parlement, alle belanghebbenden, zoals onder meer de bedrijfstak in kwestie, maatschappelijke organisaties, ngo's en vakbonden hierbij betrokken worden. Tenslotte heeft de rapporteur specifieke bepalingen over toezicht en verslaglegging in dit voorstel opgenomen, onder andere met betrekking tot een analyse van de gevolgen voor de werkgelegenheid, arbeidsvoorwaarden, bioproducten en fairtradehandel en de impact op de ultraperifere gebieden (met name voor wat de bananensector betreft), kleine productiestructuren en coöperaties.

ADVIES van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (21.3.2012)

aan de Commissie internationale handel

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen in de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds
(COM(2011)0599 – C7‑0306/2011 – 2011/0263(COD))

Rapporteur voor advies: Gabriel Mato Adrover

BEKNOPTE MOTIVERING

Op 22 maart 2011 heeft de Commissie een associatieovereenkomst gesloten met zes landen in Midden-Amerika (Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama). De onderhandelingen vonden plaats in dezelfde periode als de besprekingen over een soortgelijke handelsovereenkomst met Colombia en Peru.

Beide overeenkomsten consolideren een aantal toezeggingen aan bovengenoemde landen, die de EU in het kader van het Stelsel van Algemene Preferenties Plus (SAP+) heeft gedaan. Daarnaast voorzien deze overeenkomsten in een volledige of gedeeltelijke liberalisering van de handel in bepaalde landbouwproducten tussen de betrokken partijen. In de praktijk betekent dit een verdere openstelling van de markt van de Europese Unie voor de invoer van met name bananen, suiker en rundvlees, evenals een mogelijkheid tot verruiming van de mogelijkheden van de EU met betrekking tot de uitvoer van andere landbouwproducten naar die landen, zoals zuivel, granen, varkensvlees en spiritualiën. Zowel de overeenkomst met Colombia en Peru als het akkoord met de zes Midden-Amerikaanse landen omvatten een hoofdstuk inzake wederzijdse erkenning van geografische aanduidingen, waarmee de Europese Unie bijna tweehonderd namen kan beschermen.

Ten einde ernstige verstoringen op de betreffende markten te voorkomen, omvatten de overeenkomsten een vrijwaringsclausule die omgezet moet worden in Europese wetgeving.

Van alle producten die deze landen uitvoeren naar de Europese Unie zijn bananen het belangrijkste landbouwproduct. Dit geldt in het bijzonder voor Colombia en Costa Rica en in veel mindere mate voor Panama, Honduras, Peru en Guatemala.

De overeenkomsten voorzien in nieuwe verlagingen van het door de Europese Unie toegepaste douanerecht op de invoer van bananen. Deze verlagingen leiden tot betere exportvoorwaarden voor de genoemde Latijns-Amerikaanse landen met betrekking tot de Europese markt.

De invoer van bananen in de Europese Unie is onderworpen aan een op een vast tarief gebaseerd stelsel dat sinds 2006 van kracht is en waarmee een eind kwam aan een contingenteringsregeling die van toepassing was sinds de oprichting van de gemeenschappelijke marktordening (GMO) voor bananen in 1993.

Daarentegen kwam er in 2006 nog geen eind aan de aanhoudende handelsgeschillen tussen de EU en derde landen inzake de invoer van bananen, aangezien het laatste geschil, dat aan de Wereldhandelsorganisatie (WTO) was voorgelegd, pas in december 2009 werd afgesloten. De onderhandelingen hebben geresulteerd in een geleidelijke verlaging van de douanerechten in zeven jaar, waarmee het tarief van 176 euro per ton zal afnemen tot 114 per ton in 2017. In het voor de WTO bereikte akkoord wordt de mogelijkheid geboden om, indien de jarenlange multilaterale onderhandelingen van het WTO ter bevordering van de liberalisering van de internationale handel dan nog niet zijn afgerond, het douanetarief te bevriezen op 132 euro per ton in 2013.

Dit akkoord, waarmee de EU het veelvoud aan geschillen met de Latijns-Amerikaanse landen in één keer had opgelost voor het WTO, is echter nog aanzienlijk verbeterd in het kader van de twee bilaterale overeenkomsten met de Midden-Amerikaanse landen en Peru en Colombia. De nieuwe door de Commissie en bovengenoemde landen overeengekomen verlagingen van de douanerechten hebben bij de producenten van de Unie tot ernstige ongerustheid geleid. Zij verkeerden namelijk nog in de veronderstelling dat de onderhandelingen van het WTO een eind zouden maken aan de spiraal van concessies aan de banaanexporterende landen. De twee bilaterale overeenkomsten bepalen dat de verlagingen van de douanerechten over tien jaar worden gespreid, tot er in 2020 een tarief van 75 euro per ton wordt bereikt. Dit bedrag is overigens gelijk aan het vóór 2006 toegepaste preferentieel tariefcontingent voor de invoer van bananen uit Latijns-Amerika.

Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon heeft het Europees Parlement medebeslissingsbevoegdheid op het gebied van verordeningen die de zakelijke vrijwaringsclausules waarover met derde landen is onderhandeld, omzetten in uniale wetgeving.

Deze verordeningen nemen de bepalingen waarover de Commissie en derde landen eerder hebben onderhandeld echter bijna letterlijk over, waardoor de manoeuvreerruimte van het Parlement op het gebied van inhoudswijzigingen van de clausules zeer beperkt is.

De rapporteur beklaagt zich over het feit dat het Europees Parlement in de praktijk zeer beperkte bevoegdheden heeft op het gebied van inhoudswijzigingen van de clausules en pleit voor een grotere rol van het Parlement bij de onderhandelingen inzake de handelsovereenkomsten.

Naast de bilaterale vrijwaringsclausule, die van toepassing is op alle in beide handelsovereenkomsten opgenomen industrie- en landbouwproducten, is er een "stabilisatiemechanisme" voor bananen voorzien. Dit mechanisme houdt in dat het preferentiële douanerecht wordt geschorst wanneer bepaalde drempels worden overschreden bij de uitvoer van de Latijns-Amerikaanse landen naar de Europese markt. De drempels die in de loop van de onderhandelingen met deze landen zijn vastgesteld, liggen echter te hoog om het mechanisme op doeltreffende wijze in de praktijk te brengen.

Dit blijkt uit een analyse van de drempels die zijn vastgesteld voor de twee belangrijkste bananenexporteurs onder de bovengenoemde Latijns-Amerikaanse landen, namelijk Colombia en Costa Rica. De drempel voor het eerstgenoemde land is vastgesteld op 1,9 miljoen ton in 2019, ofwel bijna het dubbele van de zendingen die vanuit dit land vertrokken in 2010. Voor Costa Rica ligt de vastgestelde drempel voor het eind van de overgangsperiode rond de 1,5 miljoen ton, terwijl het exportvolume in 2010 uitkwam op 800.000 ton. Tevens dient te worden gewezen op het feit dat een schorsing van de douanerechten nooit langer dan drie maanden duurt. Hieruit blijkt nogmaals de ondoelmatigheid van dit vrijwaringsinstrument dat bedoeld is om de Europese bananenmarkt te beschermen. Bovendien zal het mechanisme slechts tot 2020 van kracht zijn.

Daarnaast heeft het stabilisatiemechanisme geen automatisch karakter, aangezien de Commissie zelf bepaalt of het al dan niet wordt toegepast. Het kan derhalve voorkomen dat een bepaalde drempeloverschrijding niet voldoende is om het mechanisme in werking te zetten. De rapporteur is daarom voorstander van een beperking van het aantal scenario's dat ertoe kan leiden dat de Europese Unie niet ingrijpt.

Het zal moeilijk worden de in de overeenkomsten voorziene algemene vrijwaringsclausule in de praktijk te brengen, evenals het stabilisatiemechanisme. In theorie kan deze algemene bepaling leiden tot opschorting van de verlaging van de douanerechten ofwel een verhoging van de douanerechten indien de invoer van een product in de EU, in absolute of relatieve zin (in verhouding tot de productie in de Unie), dusdanig toeneemt dat de betrokken economische sectoren ernstige schade ondervinden of dreigen te ondervinden. Desalniettemin is de rapporteur van mening dat de doorslaggevende factoren moeilijk in te schatten en breed interpreteerbaar zijn.

De rapporteur doet derhalve een dringend beroep op de Commissie en de lidstaten om niet over te gaan tot het uitsluiten van de mogelijkheid om, indien dit noodzakelijk wordt geacht, het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering te autoriseren om steun te bieden aan Europese producenten die zich anders genoodzaakt zouden zien hun activiteiten te beëindigen ten gevolge van de liberalisering van de handel met de Latijns-Amerikaanse landen die beide overeenkomsten hebben ondertekend.

AMENDEMENTEN

De Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling verzoekt de ten principale bevoegde Commissie internationale handel onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Amendement 1

Voorstel voor een verordening

Visum 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2, en artikel 349,

Amendement  2

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3) Er moeten procedures worden vastgesteld voor de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst die de bilaterale vrijwaringsclausule betreffen, alsook voor de toepassing van het stabilisatiemechanisme voor bananen waarover met Midden-Amerika overeenstemming is bereikt.

(3) Er moeten geschikte procedures worden vastgesteld voor een doeltreffende toepassing van de bepalingen van de overeenkomst die de bilaterale vrijwaringsclausule betreffen, alsook voor de toepassing van het stabilisatiemechanisme voor bananen waarover met Midden-Amerika overeenstemming is bereikt.

Amendement  3

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis) Er moeten vrijwaringsinstrumenten worden vastgesteld ter preventie van ernstige schade aan de Europese bananenteelt, een zeer belangrijke sector in de agrarische eindproductie van veel ultraperifere regio's. Aangezien deze regio's ten gevolge van hun natuurlijke kenmerken slechts beperkte mogelijkheden hebben om te diversifiëren, vormen bananen een gevoelige productiesector. Het is daarom van essentieel belang de preferentiële invoer uit derde landen van doeltreffende mechanismen te voorzien, teneinde de bananenteelt onder optimale omstandigheden te kunnen blijven handhaven.

Amendement  4

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5) Zoals in artikel 104 van de overeenkomst is vastgelegd, mogen vrijwaringsmaatregelen alleen worden overwogen indien het betrokken product in dermate toegenomen hoeveelheden, in absolute zin of in verhouding tot de productie in de Unie, en onder zodanige voorwaarden in de Unie wordt ingevoerd dat de producenten in de Unie die soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen, ernstige schade ondervinden of dreigen te ondervinden.

(5) Zoals in artikel 104 van de overeenkomst is vastgelegd, mogen vrijwaringsmaatregelen alleen worden overwogen indien het betrokken product in dermate toegenomen hoeveelheden, in absolute zin of in verhouding tot de productie in de Unie, en onder zodanige voorwaarden in de Unie wordt ingevoerd dat de producenten in de Unie die soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen, ernstige schade ondervinden of dreigen te ondervinden. Overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten vrijwaringsmaatregelen worden ingesteld voor producten en economische sectoren in de ultraperifere regio's zodra de producenten in de ultraperifere regio's van de Unie die soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen, ernstige schade ondervinden of dreigen te ondervinden van de invoer van het desbetreffende product.

Amendement  5

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis) Nauw toezicht op de invoer van bananen zal tijdige besluiten met betrekking tot de toepassing van het stabilisatiemechanisme voor bananen vergemakkelijken, evenals de mogelijke start van een onderzoek of de oplegging van vrijwaringsmaatregelen. Daarom moet de Commissie het geregeld toezicht op de invoer in de bananensector vanaf de datum van toepassing van de overeenkomst intensiveren.

Amendement  6

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6) De vrijwaringsmaatregelen moeten worden genomen in de vorm van een van de in artikel 104, lid 2, van de overeenkomst genoemde mogelijkheden.

(6) De vrijwaringsmaatregelen moeten worden genomen in de vorm van een van de in artikel 104, lid 2, van de overeenkomst genoemde mogelijkheden. Overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten specifieke vrijwaringsmaatregelen worden ingesteld wanneer producten en economische sectoren in de ultraperifere regio's worden bedreigd.

Amendement  7

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8) Er moeten nadere bepalingen over de inleiding van de procedure worden vastgesteld. De lidstaten moeten de Commissie informatie, waaronder beschikbaar bewijsmateriaal, verstrekken wanneer de ontwikkeling van de invoer toepassing van vrijwaringsmaatregelen kan vereisen.

(8) Er moeten nadere bepalingen over de inleiding van de procedure worden vastgesteld. De lidstaten moeten de Commissie informatie verstrekken, met inbegrip van de beschikbare gegevens over ontwikkelingen in de invoer die de toepassing van vrijwaringsmaatregelen kunnen vereisen, en de Commissie moet de betrokken sectoren om deze informatie verzoeken.

Amendement  8

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14) Vrijwaringsmaatregelen mogen enkel worden toegepast voor zover en zo lang zij noodzakelijk zijn om ernstige schade te voorkomen en aanpassingen te vergemakkelijken. De maximumduur van de vrijwaringsmaatregelen moet worden bepaald en er moeten specifieke bepalingen inzake verlenging en herziening van de maatregelen worden vastgesteld, zoals bedoeld in artikel 105 van de overeenkomst.

(14) Vrijwaringsmaatregelen mogen enkel worden toegepast voor zover en zo lang zij noodzakelijk zijn om ernstige schade te voorkomen en aanpassingen te vergemakkelijken. De maximumduur van de vrijwaringsmaatregelen moet worden bepaald en er moeten specifieke bepalingen inzake verlenging en herziening van de maatregelen worden vastgesteld, zoals bedoeld in artikel 105 van de overeenkomst. Wanneer vrijwaringsmaatregelen worden ingesteld ter bescherming van de producten en economische sectoren van de ultraperifere regio's, moeten specifieke bepalingen worden toegepast overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Amendement  9

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis) Het is van bijzonder belang dat de door de Internationale Arbeidsorganisatie opgestelde en gecontroleerde internationale arbeidsnormen worden nageleefd. De waarborging van fatsoenlijk werk voor allen moet een absolute prioriteit zijn, en de uit Midden-Amerika ingevoerde bananen moeten volgens correcte sociale, loon-, en milieunormen zijn geproduceerd, teneinde te vermijden dat de producenten van de Unie het slachtoffer worden van een dumpingpraktijk waaraan zij geen tegenwicht kunnen bieden en die hun concurrentiepositie op de mondiale bananenmarkt zal schaden.

Amendement  10

Voorstel voor een verordening

Overweging 16 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 bis) De Commissie dient jaarlijks verslag uit te brengen over de toepassing van de overeenkomst, de vrijwaringsmaatregelen en het stabilisatiemechanisme voor bananen, inclusief actuele statistieken over de bananeninvoer uit Midden-Amerika en een evaluatie van de gevolgen hiervan voor de marktprijzen, de werkgelegenheid en de ontwikkeling van de productiesector van de Unie.

Amendement  11

Voorstel voor een verordening

Overweging 17 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(17 bis) Met het oog op de toepassing van het stabilisatiemechanisme voor bananen moet worden voorzien in voldoende mechanismen voor het optreden tegen marktverstoringen na januari 2020, aangezien de vrijwaringsmaatregelen klaarblijkelijk niet volstaan om het inkomen van de bananenproducenten – en met name die in de ultraperifere regio's – tijdens ernstige marktverstoringen te garanderen. Ook met betrekking tot de bilaterale vrijwaringsclausule moet het gehele proces worden versoepeld, aangezien het buitengewoon moeizame en ingewikkelde karakter hiervan de vrijwaringsmaatregelen minder doeltreffend maakt voor de producenten van de Unie en ertoe leidt dat zij te laat worden toegepast, nadat de producenten al ernstige schade hebben geleden.

Amendement  12

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5. Bij het onderzoek evalueert de Commissie alle ter zake dienende factoren van objectieve en kwantificeerbare aard die van invloed zijn op de situatie van de bedrijfstak van de Unie, met name het tempo en de omvang van de toename van de invoer van het betrokken product in absolute en relatieve cijfers, het door de toegenomen invoer veroverde deel van de interne markt, wijzigingen in de omvang van de verkoop, de productie, de productiviteit, de bezettingsgraad, winst en verlies en de werkgelegenheid. Deze lijst is niet uitputtend en de Commissie kan bij haar vaststelling van ernstige schade of dreiging van ernstige schade ook rekening houden met andere relevante factoren, zoals de voorraden, de prijzen, het rendement van geïnvesteerd vermogen, de kasstroom en andere factoren die ernstige schade aan de bedrijfstak van de Unie toebrengen, kunnen hebben toegebracht of dreigen toe te brengen.

5. Bij het onderzoek evalueert de Commissie alle ter zake dienende factoren van objectieve en kwantificeerbare aard die van invloed zijn op de situatie van de bedrijfstak van de Unie, met name het tempo en de omvang van de toename van de invoer van het betrokken product in absolute en relatieve cijfers, het door de toegenomen invoer veroverde deel van de interne markt, wijzigingen in de omvang van de verkoop, de productie, de productiviteit, de bezettingsgraad, winst en verlies en de werkgelegenheid. Deze lijst is niet uitputtend en de Commissie kan bij haar vaststelling van ernstige schade of dreiging van ernstige schade ook rekening houden met andere relevante factoren, zoals de voorraden, de prijzen, het rendement van geïnvesteerd vermogen, de kasstroom en andere factoren die ernstige schade aan de bedrijfstak van de Unie toebrengen, kunnen hebben toegebracht of dreigen toe te brengen, bijvoorbeeld wanneer de voorziene reactievolumes worden bereikt in het kader van het in hoofdstuk II van deze verordening opgenomen stabilisatiemechanisme voor bananen.

Motivering

In verhouding tot de huidige invoer zijn de reactievolumes van het stabilisatiemechanisme zeer hoog. Ook wanneer de reactievolumes nog lang niet zijn bereikt, kan de Europese productie ernstig worden bedreigd door een toename van deze invoer. Wanneer de reactievolumes daadwerkelijk worden bereikt, moet dit worden beschouwd als een van de diverse factoren die de Europese Commissie dient te analyseren met het oog op de invoering van de bilaterale vrijwaringsclausule voor bananen.

Amendement  13

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Zodra de overeenkomst in werking treedt, wordt voor voldoende aanvullende middelen gezorgd om de concurrentiekracht van de productieketens en de potentieel bedreigde economische sectoren in de ultraperifere regio's te waarborgen.

Amendement  14

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis. De toepassing van het stabilisatiemechanisme voor bananen belemmert in geen geval de toepassing van de in de bilaterale vrijwaringsclausule opgenomen bepalingen.

Motivering

Het is wenselijk om in de wetgevingstekst te verduidelijken dat de bilaterale vrijwaringsclausule kan worden toegepast op de bananensector, ondanks het bereikte akkoord inzake het stabilisatiemechanisme waarvan de invloed zeer beperkt is en in de praktijk niet toereikend om ernstige verstoringen voor de Europese producenten te voorkomen.

Amendement  15

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Zoals vermeld in de tabel in de bijlage bij deze verordening, wordt een afzonderlijk jaarlijks reactievolume vastgesteld voor de invoer uit een Midden-Amerikaans land van de in lid 1 vermelde producten. De invoer van de in lid 1 vermelde producten tegen het preferentiële douanerecht is niet alleen onderworpen aan het bewijs van oorsprong zoals vastgesteld in bijlage III (Definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking) van de overeenkomst met Midden-Amerika, maar eveneens aan de overlegging van een uitvoercertificaat dat wordt afgegeven door de bevoegde autoriteit van de republiek van het Midden-Amerikaanse land waaruit de producten worden uitgevoerd. Zodra het reactievolume tijdens het desbetreffende kalenderjaar wordt bereikt, kan de Commissie, overeenkomstig de in artikel 12, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, het preferentiële douanerecht tijdens datzelfde jaar tijdelijk schorsen voor een periode van niet meer van drie maanden, die het eind van het kalenderjaar niet mag overschrijden.

2. Zoals vermeld in de tabel in de bijlage bij deze verordening, wordt een afzonderlijk jaarlijks reactievolume vastgesteld voor de invoer uit een Midden-Amerikaans land van de in lid 1 vermelde producten. De invoer van de in lid 1 vermelde producten tegen het preferentiële douanerecht is niet alleen onderworpen aan het bewijs van oorsprong zoals vastgesteld in bijlage III (Definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking) van de overeenkomst met Midden-Amerika, maar eveneens aan de overlegging van een uitvoercertificaat dat wordt afgegeven door de bevoegde autoriteit van de republiek van het Midden-Amerikaanse land waaruit de producten worden uitgevoerd. Zodra het reactievolume tijdens het desbetreffende kalenderjaar wordt bereikt, moet de Commissie, overeenkomstig de in artikel 12, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure, het preferentiële douanerecht tijdens datzelfde jaar tijdelijk schorsen voor een periode van niet meer van drie maanden, die het eind van het kalenderjaar niet mag overschrijden. Uitsluitend in geval van overmacht vindt deze schorsing niet plaats.

Amendement  16

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis. De Commissie houdt nauwlettend toezicht op de ontwikkeling van de statistieken over de invoer van bananen uit Midden-Amerika. Hiertoe werkt zij samen met de lidstaten en de bedrijfstak van de Unie en wisselt zij op regelmatige basis gegevens met hen uit.

Amendement  17

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 ter. Op naar behoren gemotiveerd verzoek van een lidstaat, de bedrijfstak van de Unie of op eigen initiatief, schenkt de Commissie bijzondere aandacht aan alle wezenlijke toenamen van de invoer van bananen uit Midden-Amerika, en indien de bepalingen van artikel 5 hierop van toepassing zijn, stelt zij voorafgaande toezichtsmaatregelen in.

Motivering

Het is wenselijk om in de wetgevingstekst te verduidelijken dat de bilaterale vrijwaringsclausule kan worden toegepast op de bananensector, los van het stabilisatiemechanisme waarvan de invloed zeer beperkt is en in de praktijk niet toereikend om ernstige verstoringen te voorkomen.

Amendement  18

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 5 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 quater. Wanneer het reactievolume van het mechanisme gedurende het desbetreffende kalenderjaar wordt bereikt, stelt de Commissie voorafgaande toezichtsmaatregelen in volgens de raadplegingsprocedure als bedoeld in artikel 12, lid 2.

Amendement  19

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 5 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5 quinquies. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de vooruitgang die is geboekt, gebaseerd op actuele statistieken over de invoer van bananen uit Midden-Amerika en de gevolgen hiervan op de ontwikkeling van en de directe en indirecte werkgelegenheid in de Europese productiesector.

Amendement  20

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 5 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5 sexies. Het Europees Parlement kan de Commissie binnen een maand nadat deze het verslag heeft gepubliceerd, op een ad-hocvergadering van zijn bevoegde commissie uitnodigen om alle aspecten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de overeenkomst die verband houden met bananen, uiteen te zetten en toe te lichten.

PROCEDURE

Titel

Uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen in de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie enerzijds, en Midden-Amerika anderzijds

Document- en procedurenummers

COM(2011)0599 – C7-0306/2011 – 2011/0263(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

INTA

12.10.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

AGRI

12.10.2011

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Gabriel Mato Adrover

23.11.2011

 

 

 

Behandeling in de commissie

29.2.2012

 

 

 

Datum goedkeuring

20.3.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

27

9

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

John Stuart Agnew, Liam Aylward, José Bové, Vasilica Viorica Dăncilă, Michel Dantin, Paolo De Castro, Albert Deß, Herbert Dorfmann, Iratxe García Pérez, Julie Girling, Béla Glattfelder, Martin Häusling, Esther Herranz García, Peter Jahr, Elisabeth Jeggle, George Lyon, Gabriel Mato Adrover, Mairead McGuinness, Mariya Nedelcheva, James Nicholson, Georgios Papastamkos, Marit Paulsen, Britta Reimers, Ulrike Rodust, Alfreds Rubiks, Giancarlo Scottà, Czesław Adam Siekierski, Sergio Paolo Francesco Silvestris, Alyn Smith, Csaba Sándor Tabajdi, Marc Tarabella, Janusz Wojciechowski

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Richard Ashworth, Pilar Ayuso, Esther de Lange, Giovanni La Via, Astrid Lulling, Robert Sturdy

PROCEDURE

Titel

Uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen in de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds

Document- en procedurenummers

COM(2011)0599 – C7-0306/2011 – 2011/0263(COD)

Datum indiening bij EP

3.10.2011

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

INTA

12.10.2011

 

 

 

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

AFET

17.11.2011

AGRI

12.10.2011

 

 

Geen advies

       Datum besluit

AFET

14.11.2011

 

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Jörg Leichtfried

11.10.2011

 

 

 

Betwisting rechtsgrondslag

       Datum JURI-advies

JURI

31.5.2012

 

 

 

Behandeling in de commissie

1.3.2012

27.3.2012

25.4.2012

 

Datum goedkeuring

12.7.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

25

1

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

William (The Earl of) Dartmouth, John Attard-Montalto, Maria Badia i Cutchet, Nora Berra, David Campbell Bannerman, Daniel Caspary, María Auxiliadora Correa Zamora, Marielle de Sarnez, Harlem Désir, Christofer Fjellner, Yannick Jadot, Metin Kazak, Franziska Keller, Bernd Lange, David Martin, Vital Moreira, Paul Murphy, Cristiana Muscardini, Niccolò Rinaldi, Helmut Scholz, Peter Šťastný, Robert Sturdy, Gianluca Susta, Iuliu Winkler

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

George Sabin Cutaş, Béla Glattfelder, Małgorzata Handzlik, Jörg Leichtfried

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Thomas Mann

Datum indiening

17.7.2012