AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenadditieven

13.5.2008 - (16675/2/2007 – C6-0141/2008 – 2006/0145(COD)) - ***II

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Åsa Westlund

Procedure : 2006/0145(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0180/2008

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenadditieven

(16675/2/2007 – C6-0141/2008 – 2006/0145(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (16675/2/2007 – C6-0141/2008),

–   gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[1] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2006)0428),

–   gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2007)0673),

–   gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

–   gelet op artikel 62 van zijn Reglement,

–   gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6-0180/2008),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Amendement  1

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Overweging 3

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(3) Deze verordening vervangt de bestaande richtlijnen en beschikkingen inzake levensmiddelenadditieven die in levensmiddelen mogen worden gebruikt, om de doeltreffende werking van de interne markt en een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en van de belangen van de consument te waarborgen door allesomvattende en gestroomlijnde procedures.

(3) Deze verordening vervangt de bestaande richtlijnen en beschikkingen inzake levensmiddelenadditieven die in levensmiddelen mogen worden gebruikt, om de doeltreffende werking van de interne markt en een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en de consument, met inbegrip van consumenten die bepaalde stoffen niet verdragen, te waarborgen door allesomvattende en gestroomlijnde procedures.

Motivering

Wederopneming van amendement 1 uit de eerste lezing van het EP.

Amendement  2

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Overweging 7

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(7) Levensmiddelenadditieven mogen slechts worden goedgekeurd en gebruikt indien zij aan de criteria van deze verordening voldoen. Het gebruik van levensmiddelenadditieven moet veilig zijn, moet om technologische redenen noodzakelijk zijn, mag de consument niet misleiden en moet een voordeel hebben voor de consument. Misleiding van de consument omvat, maar is niet beperkt tot, aspecten die verband houden met de aard, de versheid, de kwaliteit van de gebruikte ingrediënten, de natuurlijkheid van een product of van het productieproces, of de voedingskwaliteit van het product. Bij de goedkeuring van levensmiddelenadditieven moeten ook andere relevante factoren in aanmerking worden genomen, waaronder maatschappelijke, economische, traditionele, ethische en milieufactoren, alsmede de uitvoerbaarheid van controles. In verband met het gebruik en het maximumniveau van een levensmiddelenadditief moeten de inname van het levensmiddelenadditief uit andere bronnen en de blootstelling aan het levensmiddelenadditief van speciale groepen consumenten (bv. consumenten met een allergie) in aanmerking worden genomen.

(7) Levensmiddelenadditieven mogen slechts worden goedgekeurd en gebruikt indien zij aan de criteria van deze verordening voldoen. Het gebruik van levensmiddelenadditieven moet veilig zijn, moet om technologische redenen noodzakelijk zijn, mag de consument niet misleiden en moet een voordeel hebben voor de consument. Misleiding van de consument omvat, maar is niet beperkt tot, aspecten die verband houden met de aard, de versheid, de kwaliteit van de gebruikte ingrediënten, de natuurlijkheid van een product of van het productieproces, of de voedingskwaliteit van het product en de hoeveelheid groenten en fruit die het bevat. Bij de goedkeuring van levensmiddelenadditieven moeten ook andere relevante factoren in aanmerking worden genomen, waaronder maatschappelijke, economische, traditionele, ethische en milieufactoren, alsmede de uitvoerbaarheid van controles. In verband met het gebruik en het maximumniveau van een levensmiddelenadditief moeten de inname van het levensmiddelenadditief uit andere bronnen en de blootstelling aan het levensmiddelenadditief van speciale groepen consumenten (bv. consumenten met een allergie) in aanmerking worden genomen.

Motivering

Wederopneming van amendement 3 uit de eerste lezing.

Amendement  3

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Overweging 13

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(13) Een levensmiddelenadditief dat reeds overeenkomstig deze verordening is goedgekeurd en dat wordt bereid volgens productiemethoden of met gebruikmaking van uitgangsmaterialen die sterk verschillen van die welke in het kader van de risicobeoordeling van de Autoriteit zijn beoordeeld of verschillen van die welke onder de vastgestelde specificaties vallen, moet aan een beoordeling door de Autoriteit worden onderworpen. Sterk verschillend zou onder meer kunnen inhouden dat van een productiemethode waarbij het product uit planten wordt verkregen, is overgestapt op productie door gisting met behulp van een micro-organisme of door genetische modificatie van het oorspronkelijke micro-organisme, of dat er iets is veranderd in de uitgangsmaterialen of de deeltjesgrootte.

(13) Een levensmiddelenadditief dat reeds overeenkomstig deze verordening is goedgekeurd en dat wordt bereid volgens productiemethoden of met gebruikmaking van uitgangsmaterialen die sterk verschillen van die welke in het kader van de risicobeoordeling van de Autoriteit zijn beoordeeld of verschillen van die welke onder de vastgestelde specificaties vallen, moet aan een beoordeling door de Autoriteit worden onderworpen. Sterk verschillend zou onder meer kunnen inhouden dat van een productiemethode waarbij het product uit planten wordt verkregen, is overgestapt op productie door gisting met behulp van een micro-organisme of door genetische modificatie van het oorspronkelijke micro-organisme, of dat er iets is veranderd in de uitgangsmaterialen of de deeltjesgrootte, bij voorbeeld met gebruikmaking van nanotechnologie.

Motivering

Beoogt vergemakkelijking van een vergelijk met de Raad inzake nanotechnologie.

Amendement  4

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Overweging 14

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(14) Levensmiddelenadditieven dienen een punt van voortdurende aandacht te zijn en moeten opnieuw worden beoordeeld telkens wanneer wijzigingen in de gebruiksomstandigheden en nieuwe wetenschappelijke gegevens daartoe aanleiding geven.

(14) Levensmiddelenadditieven moeten een punt van voortdurende aandacht zijn en moeten opnieuw worden beoordeeld telkens wanneer wijzigingen in de gebruiksomstandigheden en nieuwe wetenschappelijke gegevens daartoe aanleiding geven. Indien is aangetoond dat een bepaald additief ongewenste bijwerkingen kan hebben (bij voorbeeld azokleurstoffen) neemt de Commissie in overleg met de lidstaten onmiddellijk maatregelen om deze stof te verbieden.

Motivering

Nieuw amendement dat is ingediend aangezien nieuwe wetenschappelijke gegevens van de universiteit van Southampton en de EFSA inzake gezondheidsrisico's voor kinderen ten gevolge van azokleurstoffen pas na de eerste lezing in het EP zijn bekendgemaakt.

Amendement  5

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Artikel 2 – lid 2 – letter b)

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

b) stoffen die voor de bescherming van planten en plantaardige producten worden gebruikt overeenkomstig de communautaire fytosanitaire voorschriften;

(b) stoffen die voor de bescherming van planten en plantaardige producten worden gebruikt overeenkomstig de communautaire fytosanitaire voorschriften, met uitzondering van producten die gewassen na de oogst beschermen en als conserveringsmiddelen worden gebruikt;

Motivering

Dit amendement is in eerste lezing door het Parlement aangenomen (amendement 10). Pesticiden voor gebruik na de oogst zoals methylcyclopropeen (1-MCP), dat wordt gebruikt voor de conservering van fruit en groenten (voornamelijk appels), vallen onder het toepassingsgebied van deze verordening.

Amendement  6

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Artikel 2 – lid 3

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

3. Deze verordening is niet van toepassing op enzymen die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. …/… vallen.

3. Deze verordening is niet van toepassing op enzymen die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. …/… vallen, met ingang van de datum van toepassing van de communautaire lijst van voedselenzymen overeenkomstig artikel 17 van desbetreffende verordening.

Motivering

In dit amendement wordt rekening gehouden met een feit dat tijdens de eerste lezing onbekend was. Het is wettelijk noodzakelijk te voorkomen dat het toezicht op momenteel niet toegestane enzymen die als additief dienen, tijdelijk wordt verlaagd. Zonder dit amendement is voor dergelijke enzymen geen toestemming nodig totdat de communautaire enzymenlijst wordt aangenomen.

Amendement  7

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Artikel 6 – lid 1 – inleiding

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

1. Een levensmiddelenadditief mag slechts in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III worden opgenomen indien het aan de volgende voorwaarden voldoet en, waar dat relevant is, andere ter zake dienende factoren in aanmerking neemt:

1. Een levensmiddelenadditief mag slechts in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III worden opgenomen indien het aan de volgende voorwaarden voldoet en, waar dat relevant is, andere ter zake dienende factoren in aanmerking neemt, o.m. milieufactoren:

Motivering

Beoogt vergemakkelijking van een vergelijk met de Raad.

Amendement  8

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Artikel 6 – lid 1 – letter b)

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

(b) er is een aanvaardbare technische behoefte waarin niet met andere economisch en technisch bruikbare methoden kan worden voorzien; en

(b) er is een aanvaardbare technische behoefte, in de zin van voordelen voor de consument, waarin niet met andere economisch en technisch bruikbare methoden kan worden voorzien; en

Motivering

Herhaling van de tekst uit overweging 7 van het gemeenschappelijk standpunt van de Raad.

Amendement  9

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Artikel 8 – letter b)

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

b) levensmiddelen er aantrekkelijker doen uitzien en om aroma's die normaal met een bepaald levensmiddel worden geassocieerd, te helpen herkennen;

(b) levensmiddelen er aantrekkelijker doen uitzien;

Motivering

Wederopneming van het Commissievoorstel.

Amendement  10

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Artikel 8 – lid 1 bis (nieuw)

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

 

Additieven mogen echter niet het gevaar inhouden dat de consument ten onrechte de indruk krijgt dat het levensmiddel andere ingrediënten bevat dan in werkelijkheid het geval is.

Motivering

Wederopneming van amendement 30 uit de eerste lezing van het EP.

Amendement  11

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Artikel 11 bis (nieuw)

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

 

Artikel 11 bis

 

Wijzigingen in het productieproces of de uitgangsmaterialen van een levensmiddelenadditief dat reeds in een communautaire lijst is opgenomen

 

Indien zich bij voorbeeld ten gevolge van nanotechnologie een belangrijke wijziging voordoet in de productiemethoden of de uitgangsmaterialen, dan wel een verandering van deeltjesomvang, van een levensmiddelenadditief dat reeds in een communautaire lijst is opgenomen, wordt het levensmiddelenadditief dat volgens die nieuwe productiemethoden of met die nieuwe uitgangsmaterialen wordt vervaardigd, beschouwd als een ander additief en is een nieuwe opname in de communautaire lijsten of een wijziging in de specificaties vereist alvorens het in de handel mag worden gebracht.

Motivering

Beoogt vergemakkelijking van een vergelijk met de Raad inzake nanotechnologie.

Amendement  12

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Artikel 12

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

Een levensmiddelenadditief dat onder Verordening (EG) nr. 1829/2003 valt, mag conform deze verordening slechts in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III worden opgenomen indien daarvoor goedkeuring is verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003.

Een levensmiddelenadditief dat onder Verordening (EG) nr. 1829/2003 valt en niet reeds is opgenomen in de communautaire lijsten in de bijlagen II en III bij deze verordening, mag conform deze verordening slechts in die lijsten worden opgenomen indien daarvoor goedkeuring is verleend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1829/2003.

Motivering

Herinvoering amendement 63 eerste lezing. Een GG-product dat gebruikt wordt voor de vervaardiging van additieven die reeds zijn goedgekeurd en opgenomen in de lijst van goedgekeurde additieven, moet eveneens worden goedgekeurd overeenkomstig verordening 1829/200.

Amendement  13

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Artikel 22 – lid 3 bis (nieuw)

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Amendement

 

3 bis. Op de etikettering van levensmiddelenadditieven die azokleurstoffen bevatten, wordt de volgende waarschuwing vermeld: "Azokleurstoffen kunnen allergische reacties uitlokken en hyperactiviteit veroorzaken bij kinderen."

Motivering

Nieuw amendement over etikettering aangezien onderzoek van de universiteit van Southampton en eveneens van de EFSA heeft aangetoond dat de gezondheid van kinderen gevaar loopt wanneer ze worden blootgesteld aan azokleurstoffen.

TOELICHTING

Het voorstel voor een verordening inzake levensmiddelenadditieven maakt deel uit van een pakket met voorstellen over voedselverbeteraars dat in juli 2006 door de Commissie is ingediend. Het pakket bestaat uit een voorstel voor een uniforme toelatingsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's, een verordening betreffende levensmiddelenadditieven, een verordening betreffende voedingsenzymen en een verordening betreffende levensmiddelenaroma’s. Het doel is de bestaande voorschriften op dit gebied te harmoniseren, te verduidelijken en aan te passen.

Het Europees Parlement nam zijn eerste lezing aan op de plenaire vergadering van 10 juli 2007. Het gemeenschappelijk standpunt van de Raad werd aangenomen op 10 maart 2008.

In eerste lezing steunde het Parlement de rapporteur in zijn streven naar meer transparantie bij de toelating van levensmiddelenadditieven en een krachtiger bescherming van de consument, in het bijzonder van consumenten die overgevoelig zijn voor bepaalde stoffen.

Het Parlement was het ook met de rapporteur eens dat milieubescherming een van de factoren is waarmee rekening gehouden moet worden bij de toelating van het gebruik van een levensmiddelenadditief.

Over het geheel genomen is de rapporteur tevreden met het gemeenschappelijk standpunt van de Raad. Van de 59 amendementen die het Parlement in eerste lezing heeft aangenomen worden er 24 volledig overgenomen en 2 gedeeltelijk. Het doet de rapporteur vooral een genoegen dat de Raad de gedachte heeft overgenomen dat duidelijk gemaakt moet worden waar misleiding van de consument toe leidt en dat de Raad ook vindt dat de bescherming van het milieu in aanmerking genomen moet worden bij de vraag of het gebruik van een additief moet worden toegelaten.

De amendementen die in tweede lezing worden ingediend hebben ten doel juist deze punten in de tekst te benadrukken, te weten een krachtiger bescherming van de consument en het milieu en verduidelijking van de voorwaarden waarop additieven toegelaten kunnen worden.

PROCEDURE

Titel

Toevoegingen aan levensmiddelen

Document- en procedurenummers

16675/2/2007 – C6-0141/2008 – 2006/0145(COD)

Datum eerste lezing EP – P-nummer

10.7.2007                     T6-0321/2007

Voorstel van de Commissie

COM(2006)0428 - C6-0260/2006

Gewijzigd voorstel van de Commissie

COM(2007)0673

Datum bekendmaking ontvangst gemeenschappelijk standpunt

13.3.2008

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ENVI

13.3.2008

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Åsa Westlund

14.9.2006

 

 

Behandeling in de commissie

3.4.2008

 

 

 

Datum goedkeuring

6.5.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

49

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Georgs Andrejevs, Irena Belohorská, John Bowis, Frieda Brepoels, Hiltrud Breyer, Dorette Corbey, Magor Imre Csibi, Chris Davies, Avril Doyle, Mojca Drčar Murko, Jill Evans, Anne Ferreira, Karl-Heinz Florenz, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Satu Hassi, Jens Holm, Caroline Jackson, Christa Klaß, Eija-Riitta Korhola, Holger Krahmer, Urszula Krupa, Aldis Kušķis, Marie-Noëlle Lienemann, Jules Maaten, Linda McAvan, Riitta Myller, Péter Olajos, Miroslav Ouzký, Vladko Todorov Panayotov, Vittorio Prodi, Frédérique Ries, Dagmar Roth-Behrendt, Carl Schlyter, Horst Schnellhardt, Richard Seeber, Kathy Sinnott, Bogusław Sonik, María Sornosa Martínez, Antonios Trakatellis, Thomas Ulmer, Åsa Westlund, Anders Wijkman, Glenis Willmott

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Anne Laperrouze, Kartika Tamara Liotard, Miroslav Mikolášik, Alojz Peterle, Lambert van Nistelrooij

Datum indiening

13.5.2008