Verslag - A6-0426/2008Verslag
A6-0426/2008

VERSLAG over het ontwerpbesluit van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie

7.11.2008 - (2008/2164(ACI))

Commissie constitutionele zaken
Rapporteur: Hanne Dahl


Procedure : 2008/2164(ACI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0426/2008
Ingediende teksten :
A6-0426/2008
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het ontwerpbesluit van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie

(2008/2164(ACI))

Het Europees Parlement,

–   gezien het schrijven van zijn Voorzitter van 1 oktober 2008,

–   gezien het ontwerpbesluit van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (SEC(2008)2109 - C6-0256/2008),

–   gelet op artikel 254, leden 1 en 2, van het EG-Verdrag,

–   gelet op Verklaring nr. 3 ad artikel 10 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap die als bijlage is gevoegd bij de slotakte van de Intergouvernementele Conferentie welke het Verdrag van Nice heeft goedgekeurd[1],

–   gelet op artikel 120, lid 1, van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A6‑0426/2008),

A. overwegende dat het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (hierna genoemd Publicatiebureau - OPOCE) in 1969 is opgericht bij besluit van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie en het Economisch en Sociaal Comité[2],

B.  overwegende dat dit besluit in 1980[3] is gewijzigd en in 2000[4] is ingetrokken en vervangen door een nieuw besluit,

C. overwegende dat het Parlement in lid 45 van zijn resolutie van 29 januari 2004[5] inzake de verlening van kwijting voor het begrotingsjaar 2001 het volgende heeft opgemerkt: "[Het -Europees Parlement] is van mening dat, zoals ook uit de zaak van het Publicatiebureau blijkt, het bijzonder moeilijk is om in internationale lichamen duidelijk politieke verantwoordelijkheden te definiëren; verzoekt derhalve de instellingen de wettelijke bepalingen inzake de bestaande interinstitutionele lichamen opnieuw te onderzoeken, zonder echter het beginsel van institutionele samenwerking aan te tasten, waardoor aanzienlijke besparingen op de Europese begroting mogelijk zijn; dringt er derhalve bij de Europese instellingen op aan de rechtsgrondslagen van de interinstitutionele lichamen zodanig te wijzigen dat een duidelijke toewijzing van bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid mogelijk is",

D. overwegende dat de Commissie een ontwerp voor een nieuw besluit heeft doen toekomen tot intrekking en vervanging van het huidige Besluit 2000/459/EG, Euratom,

E.  overwegende dat het ontwerpbesluit tot doel heeft de bevoegdheden en taken van het Publicatiebureau van de Europese Unie, de respectievelijke verantwoordelijkheden van de instellingen, de rol van het directiecomité en van de directeur van het Publicatiebureau gedetailleerder vast te leggen,

F.  overwegende dat het Publicatiebureau een orgaan is dat in onderlinge overeenstemming door de instellingen is opgericht, waarmee is voldaan aan de criteria voor een interinstitutionele overeenkomst,

G. overwegende dat de secretarissen-generaal van de betrokken instellingen dit ontwerp op 8 april 2008 hebben goedgekeurd en het Bureau van het Parlement op 3 september 2008 zijn instemming te kennen heeft gegeven,

H. overwegende dat artikel 120, lid 1, van het Reglement bepaalt dat interinstitutionele overeenkomsten door de Voorzitter worden ondertekend, na behandeling door de voor constitutionele zaken bevoegde commissie en na goedkeuring door het Parlement,

1.  hecht zijn goedkeuring aan het ontwerpbesluit;

2.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.

  • [1]  PB C 80 van 10.3.2001, blz. 77.
  • [2]  Besluit 69/13/Euratom/EGKS/EEG van 16 januari 1969 (PB L 13 van 18.1.1969, blz. 19).
  • [3]  Besluit 80/443/EEG, Euratom, EGKS van 7 februari 1980 tot wijziging van het besluit van 16 januari 1969 houdende instelling van het Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen (PB L 107 van 25.4.1980, blz. 44).
  • [4]  Besluit 2000/459/EG, EGKS, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 20 juli 2000 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 183 van 22.7.2000, blz. 12).
  • [5]  Resolutie van het Europees Parlement van 29 januari 2004 over de door de Commissie genomen maatregelen naar aanleiding van de opmerkingen vervat in de resolutie, gevoegd bij het besluit tot verlening van kwijting voor de tenuitvoerlegging van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2001 (PB C 96 E van 21.4.2004, blz. 112).

BIJLAGE - Ontwerpbesluit van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's BETREFFENDE DE ORGANISATIE EN DE WERKING VAN HET BUREAU VOOR PUBLICATIES VAN DE EUROPESE UNIE

Brussel, 27.6.2008

SEC(2008) 2109 definitief

Ontwerp

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE COMMISSIE, HET HOF VAN JUSTITIE, DE REKENKAMER, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie

HET EUROPEES PARLEMENT,      DE RAAD,

  DE COMMISSIE,

  HET HOF VAN JUSTITIE,

  DE REKENKAMER,

  HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ,

  HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)      Artikel 8 van het Besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten van 8 april 1965 betreffende de voorlopige vestiging van bepaalde instellingen en van bepaalde diensten der Gemeenschappen[1] voorziet in de vestiging in Luxemburg van een Bureau voor officiële publicaties der Gemeenschappen (hierna "het Bureau" genoemd). Deze bepaling is laatstelijk ten uitvoer gelegd door Besluit 2000/459/EG, EGKS, Euratom[2].

(2)      De voorschriften en regelingen welke van toepassing zijn op de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen zijn van toepassing op het Bureau. Er moet rekening worden gehouden met de recent daarin aangebrachte wijzigingen.

(3)      Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[3] voorziet in bijzondere bepalingen inzake de werking van het Bureau.

(4)      In de sector van de uitgeverij vinden belangrijke technologische veranderingen plaats, waarmee rekening moet worden gehouden voor de werking van het Bureau.

(5)      Voor de duidelijkheid moet Besluit 2000/459/EG, EGKS, Euratom worden ingetrokken en door dit besluit worden vervangen,

BESLUITEN:

Artikel 1

Het Bureau voor publicaties

1.          Het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (hierna "het Bureau" genoemd) is een interinstitutioneel Bureau dat als doel heeft onder de best mogelijke voorwaarden te zorgen voor het uitgeven van de publicaties van de instellingen van de Europese Gemeenschappen en van de Europese Unie.

Daartoe biedt het Bureau de instellingen enerzijds de mogelijkheid hun verplichtingen inzake het ter beschikking stellen van regelgevende teksten na te komen en draagt het anderzijds bij tot het technische ontwerp en de tenuitvoerlegging van het informatie- en communicatiebeleid op de gebieden die onder zijn bevoegdheid vallen.

2.          Het Bureau wordt geleid door zijn directeur overeenkomstig de door een directiecomité vastgestelde strategische richtsnoeren. Onverminderd de in dit besluit vastgestelde specifieke bepalingen voor de interinstitutionele rol van het Bureau, past het Bureau de administratieve en financiële procedures van de Commissie toe. Bij het vaststellen van die procedures houdt de Commissie rekening met de specifieke aard van het Bureau.

Artikel 2

Definities

In de zin van dit besluit wordt verstaan onder:

1.          "uitgeven": alle handelingen die nodig zijn voor ontwerp, verificatie, toekenning van internationale standaardnummers en/of catalogusnummers, productie, catalogisering, indexering, verspreiding, promotie, verkoop, opslag en archivering van de publicaties, in alle vormen en uitvoeringen en door middel van alle procedés, zowel huidige als toekomstige;

2.          "publicaties": alle teksten, gepubliceerd op alle dragers en in alle formaten, met een internationaal standaardnummer en/of catalogusnummer;

3.          "verplichte publicaties": de publicaties uitgegeven krachtens de verdragen of andere regelgevende teksten;

4.          "niet-verplichte publicaties": alle publicaties uitgegeven in het kader van de prerogatieven van elke instelling of orgaan;

5.          "beheer van de auteursrechten": de bevestiging dat de diensten die auteur zijn, de auteursrechten of de rechten van hergebruik hebben en het beheer van die rechten door het Bureau voor de publicaties waarvan het uitgeven aan het Bureau is toevertrouwd;

6.          "netto-ontvangsten uit de verkoop": de som van de gefactureerde bedragen, waarvan de verleende kortingen, beheers-, innings- en bankkosten zijn afgetrokken;

7.          "instellingen": de instellingen, organen en instanties die bij de verdragen of op grond daarvan zijn opgericht.

Artikel 3

Bevoegdheden van het Bureau

1.          De bevoegdheden van het Bureau zijn:

(a)  het uitgeven van het Publicatieblad van de Europese Unie (hierna "Publicatieblad" genoemd) en het waarborgen van de authenticiteit ervan;

(b)  het uitgeven van de andere verplichte publicaties;

(c)  het uitgeven of gezamenlijk uitgeven van de niet-verplichte publicaties die aan het Bureau zijn toevertrouwd in het kader van de prerogatieven van elke instelling, met name in de context van de communicatieactiviteiten van de instellingen;

(d)  het uitgeven of gezamenlijk uitgeven van publicaties op eigen initiatief, met inbegrip van de publicaties die de promotie van zijn eigen diensten tot doel hebben, alsook het uitgeven of gezamenlijk uitgeven van andere taalversies van publicaties; in deze context kan het Bureau via een dienstencontract vertalingen laten maken;

(e)  het ontwikkelen, onderhouden en bijwerken van zijn diensten van elektronisch uitgeven bestemd voor het publiek;

(f)  het ter beschikking stellen van het publiek van alle wetgeving en andere officiële documenten;

(g)  het elektronisch bewaren en ter beschikking stellen van het publiek van alle publicaties van de instellingen en organen;

(h)  het toekennen van internationale standaardnummers en/of catalogusnummers aan de publicaties van de instellingen;

(i)  het beheren van de reproductie- en vertaalrechten van de publicaties van de instellingen;

(j)  het promoten en verkopen van de publicaties en de diensten die het aan het publiek aanbiedt.

2.          Het Bureau biedt de instellingen advies en bijstand inzake:

(a) de programmering en de planning van hun publicatieprogramma's;

(b) de uitvoering van hun geplande uitgaven ongeacht de wijze van uitgeven;

(c) de opmaak en vormgeving van hun geplande uitgaven;

(d) informatie over de tendensen in de markt voor publicaties in de lidstaten en over de onderwerpen en titels die de grootste belangstelling kunnen wekken;

(e) de vaststelling van de oplagen en van de verspreidingsplannen;

(f) de vaststelling van de prijzen van de publicaties en de verkoop ervan;

(g) de promotie, verspreiding en evaluatie van hun kosteloze en niet‑kosteloze publicaties;

(h) de analyse, evaluatie en ontwikkeling van voor het publiek bestemde internetsites en internetdiensten;

(i) de opstelling van raamcontracten betreffende uitgavenactiviteiten;

(j) de follow-up van technologische ontwikkelingen inzake uitgavensystemen.

Artikel 4

Verantwoordelijkheden van de instellingen

1.          Het besluit tot publicatie valt onder de uitsluitende bevoegdheid van elke instelling.

2.          De instellingen geven hun verplichte publicaties uit via de diensten van het Bureau.

3.          De instellingen kunnen hun niet-verplichte publicaties zonder de tussenkomst van het Bureau uitgeven. In dat geval vragen de instellingen bij het Bureau de internationale standaardnummers en/of catalogusnummers aan en bezorgen zij het Bureau een elektronische versie van de publicatie, ongeacht het formaat, alsook, in voorkomend geval, twee papieren exemplaren van de publicatie.

4.          De instellingen verbinden zich ertoe te waarborgen dat zij alle reproductie-, vertaal- en verspreidingsrechten van alle constitutieve elementen van een publicatie hebben.

5.          De instellingen verbinden zich ertoe voor hun publicaties een door het Bureau goed te keuren verspreidingsplan op te stellen.

6.          De instellingen kunnen met het Bureau dienstencontracten sluiten om te bepalen op welke wijze zij samenwerken.

Artikel 5

Taken van het Bureau

1.          Ter uitvoering van zijn taken verricht het Bureau inzonderheid de volgende handelingen:

(a)  verzamelen van de uit te geven documenten;

(b)  gereedmaken, grafisch ontwerp, correctie, opmaak en verificatie van de teksten en andere elementen, ongeacht het formaat of de drager, met inachtneming van de door de instellingen gegeven aanwijzingen en van de in samenwerking met de instellingen vastgestelde normen inzake typografische en linguïstische vormgeving;

(c)  indexering en catalogisering van de publicaties;

(d)  documentaire analyse van de in het Publicatieblad gepubliceerde teksten en van andere officiële teksten dan die welke in het Publicatieblad worden gepubliceerd;

(e)  consolidatie van wetgevingsteksten;

(f)  beheer, ontwikkeling, bijwerking en verspreiding van de meertalige thesaurus Eurovoc;

(g)  drukken via zijn leveranciers;

(h)  follow-up van de uitvoering van de werkzaamheden;

(i)  kwaliteitscontrole;

(j)  aanvaarding op kwalitatieve en kwantitatieve gronden;

(k)  fysieke en elektronische verspreiding van het Publicatieblad, van andere officiële teksten dan die welke in het Publicatieblad worden gepubliceerd en van andere niet-verplichte publicaties;

(l)  opslag;

(m)  fysieke en elektronische archivering;

(n)  nieuwe oplage van niet meer voorradige publicaties en printing on demand;

(o)  samenstelling van een geconsolideerde catalogus van de publicaties van de instellingen;

(p)  verkoop met inbegrip van de uitreiking van facturen, de inning en overmaking van ontvangsten, het beheer van vorderingen;

(q)  promotie;

(r)  ontwerp, aankoop, beheer, bijwerking, follow-up en controle van de mailinglijsten van de instellingen en ontwerp van gerichte mailinglijsten.

2.          In het kader van zijn eigen bevoegdheden of op basis van delegatie door de instellingen van ordonnateursbevoegdheden:

(a)  gunt het Bureau overheidsopdrachten, en gaat het in het kader daarvan juridische verbintenissen aan;

(b)  zorgt het Bureau voor de financiële follow-up van de contracten met leveranciers;

(c)  stelt het Bureau de uitgaven betaalbaar, hetgeen met name aanvaarding op kwalitatieve en kwantitatieve gronden inhoudt en leidt tot de ondertekening van een verklaring "betaalbaar";

(d)  geeft het Bureau betalingsopdrachten;

(e)  ontvangt het Bureau betalingen.

Artikel 6

Taalversies van het Publicatieblad

Het Bureau waakt erover dat het Publicatieblad gelijktijdig in alle officiële talen van de Europese Unie wordt gepubliceerd. Wanneer de teksten in bepaalde taalversies niet beschikbaar zijn, publiceert het Bureau slechts op uitdrukkelijk schriftelijk verzoek van de instelling.

Artikel 7

Directiecomité

1.          Er wordt een directiecomité ingesteld dat alle ondertekenende instellingen vertegenwoordigt. Het directiecomité is samengesteld uit de griffier van het Hof van Justitie, de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad, alsook de secretarissen-generaal van de andere instellingen of hun vertegenwoordigers. De Europese Centrale Bank neemt als waarnemer deel aan de werkzaamheden van het directiecomité.

2.          Het directiecomité kiest, voor een periode van twee jaar, uit zijn midden een voorzitter.

3.          Het directiecomité komt op initiatief van zijn voorzitter of op verzoek van een instelling ten minste vier maal per jaar bijeen.

4.          Het directiecomité stelt zijn reglement van orde vast, dat in het Publicatieblad wordt gepubliceerd.

5.          De beslissingen van het directiecomité worden behoudens andersluidende bepalingen met gewone meerderheid van stemmen genomen.

6.          Elke instelling die dit besluit heeft ondertekend, beschikt over één stem in het directiecomité.

Artikel 8

Taken en verantwoordelijkheden van het directiecomité

1.          In afwijking van het bepaalde in artikel 7, neemt het directiecomité in het gemeenschappelijke belang van de instellingen en in het kader van de bevoegdheden van het Bureau, met eenparigheid van stemmen de volgende beslissingen:

(a)  het stelt op voorstel van de directeur de strategische doelstellingen vast alsook de voorschriften voor de werking van het Bureau;

(b)  het stelt de richtsnoeren vast voor het algemeen beleid van het Bureau, met name op het gebied van de verkoop, de verspreiding en het uitgeven en waakt erover dat het Bureau bijdraagt aan het ontwerp en de tenuitvoerlegging van het informatie- en communicatiebeleid op de gebieden die onder zijn bevoegdheid vallen;

(c)  op basis van een door de directeur van het Bureau opgesteld ontwerp, stelt het voor de instellingen een jaarlijks verslag over de werkzaamheden op betreffende de uitvoering van de strategie en de door het Bureau verleende diensten. Het doet jaarlijks vóór 1 mei het verslag over het afgelopen begrotingsjaar toekomen aan de instellingen;

(d)  in het kader van de begrotingsprocedure betreffende de huishoudelijke begroting keurt het de raming van de ontvangsten en uitgaven van het Bureau goed;

(e)  het keurt de door de directeur van het Bureau opgestelde criteria goed op basis waarvan het Bureau een analytische boekhouding voert;

(f)  het richt tot de instellingen elke aanbeveling die bevorderlijk kan worden geacht voor de goede werking van het Bureau.

2.          Het directiecomité houdt rekening met de daartoe door de interinstitutionele instanties vastgestelde richtsnoeren op het gebied van communicatie en informatie. De voorzitter van het directiecomité pleegt jaarlijks overleg met die instanties.

3.          De gesprekspartner bij de kwijtingsautoriteit voor de strategische beslissingen op de bevoegdheidsgebieden van het Bureau is de voorzitter van het directiecomité in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de interinstitutionele samenwerking.

4.          De voorzitter van het directiecomité en de directeur van het Bureau stellen in onderling akkoord de regels vast inzake onderlinge uitwisseling van informatie en communicatie die hun relaties formaliseren. Dit akkoord wordt ter informatie aan de leden van het directiecomité meegedeeld.

Artikel 9

Directeur van het Bureau

De directeur van het Bureau is, onder het gezag van het directiecomité en binnen de bevoegdheid van dit directiecomité, verantwoordelijk voor de goede werking van het Bureau. Voor de toepassing van de administratieve en financiële procedures handelt hij onder het gezag van de Commissie.

Artikel 10

Taken en verantwoordelijkheden van de directeur van het Bureau

1.          De directeur van het Bureau is belast met het secretariaat van het directiecomité en hij legt aan het directiecomité in een driemaandelijks verslag rekenschap af over de uitvoering van zijn taken.

2.          De directeur van het Bureau doet het directiecomité alle nuttige voorstellen die de goede werking van het Bureau kunnen bevorderen.

3.          De directeur van het Bureau stelt, na inwinning van het advies van het directiecomité, de aard en het tarief vast van de diensten die het Bureau tegen betaling voor de instellingen kan verlenen.

4.          De directeur van het Bureau stelt, na goedkeuring van het directiecomité, de criteria vast waarmee het Bureau een analytische boekhouding voert. Hij bepaalt de wijze van boekhoudkundige samenwerking tussen het Bureau en de instellingen, in overeenstemming met de rekenplichtige van de Commissie.

5.          In het kader van de begrotingsprocedure betreffende de huishoudelijke begroting stelt de directeur van het Bureau een ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van het Bureau op. Deze voorstellen worden, na goedkeuring door het directiecomité, naar de Commissie gezonden.

6.          De directeur van het Bureau bepaalt of en op welke wijze publicaties van derden mogelijk zijn.

7.          De directeur van het Bureau neemt deel aan de interinstitutionele activiteiten inzake informatie en communicatie op de gebieden waarvoor het Bureau bevoegd is.

8.          Met betrekking tot het uitgeven van de wetgeving en van de officiële documenten betreffende de wetgevingsprocedure, met inbegrip van het Publicatieblad, doet de directeur van het Bureau het volgende:

(a)  hij zorgt ervoor dat de bevoegde instanties van elke instelling de beginselbesluiten nemen die door alle instellingen gemeenschappelijk moeten worden toegepast;

(b)  hij doet voorstellen voor de verbetering van de structuur en de vorm van het Publicatieblad en van de officiële wetgevingsteksten;

(c)  hij legt aan de instellingen voorstellen voor betreffende de harmonisatie van de opmaak van de te publiceren teksten;

(d)  hij onderzoekt de moeilijkheden die worden ondervonden bij de dagelijkse verrichtingen en stelt in het kader van het Bureau de nodige instructies op en doet ten behoeve van de instellingen de nodige aanbevelingen om deze moeilijkheden op te lossen.

9.          De directeur van het Bureau stelt, overeenkomstig het financieel reglement, een jaarlijks activiteitenverslag op, onder meer over het beheer van de krachtens het financieel reglement door de Commissie en andere instellingen gedelegeerde kredieten. Dit verslag wordt naar de Commissie, de betrokken instellingen en, ter informatie, naar het directiecomité gezonden.

10.        In het kader van de delegatie van kredieten van de Commissie en van de uitvoering van de begroting, worden in onderlinge overeenstemming regelingen vastgesteld voor de informatie en raadpleging tussen het lid van de Commissie dat belast is met de relaties met het Bureau en de directeur van het Bureau.

11.        De directeur van het Bureau is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de door het directiecomité vastgestelde strategische doelstellingen en voor het goede beheer van het Bureau en van zijn activiteiten en voor het beheer van zijn begroting.

12.        In geval van afwezigheid of verhindering van de directeur van het Bureau, zijn de bepalingen inzake de plaatsvervanging op grond van rang en anciënniteit van toepassing behalve wanneer het directiecomité, op voorstel van zijn voorzitter of van de directeur van het Bureau, anders beslist.

13.        De directeur van het Bureau informeert de instellingen via een driemaandelijks verslag over de planning en het gebruik van de middelen alsook over de vorderingen van de werkzaamheden.

Artikel 11

Personeel

1.          De Commissie benoemt de ambtenaren van de standaardfuncties directeur-generaal en directeur eerst nadat het directiecomité een unaniem gunstig advies ter zake heeft uitgebracht. De regels van de Commissie inzake mobiliteit en beoordeling van het hoger kader zijn van toepassing op de directeur-generaal en de directeurs (rangen AD 16/AD 15/AD 14). Zodra voor een ambtenaar met een dergelijke functie het in de desbetreffende regels vastgestelde normale einde van de termijn voor mobiliteit nadert, brengt de Commissie het directiecomité op de hoogte, dat een unaniem advies over de zaak kan uitbrengen.

2.          Het directiecomité wordt nauw betrokken bij de procedures die in voorkomend geval moeten worden gevolgd voor de aanstelling van de ambtenaren en personeelsleden van het Bureau die de standaardfuncties directeur-generaal (rangen AD 16/AD 15) en directeur (rangen AD 15/AD 14) zullen uitoefenen, met name de opstelling van de aankondiging van een vacature, het onderzoek van de sollicitaties en de aanwijzing van de jury's voor vergelijkende onderzoeken voor die standaardfuncties.

3.          De bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag (AIPN) en van het tot aangaan van aanwervingsovereenkomsten bevoegde gezag (AHCC) worden ten aanzien van de aan het Bureau toegewezen ambtenaren en personeelsleden, uitgeoefend door de Commissie. De Commissie kan bepaalde van haar bevoegdheden delegeren binnen haar structuur en aan de directeur van het Bureau. Een dergelijke delegatie vindt plaats onder dezelfde voorwaarden als voor de directeuren-generaal van de Commissie.

4.          Onverminderd lid 2 zijn de door de Commissie vastgestelde bepalingen en procedures voor de tenuitvoerlegging van het statuut en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden, van toepassing op de aan het Bureau toegewezen ambtenaren en personeelsleden onder dezelfde voorwaarden als voor de in Luxemburg in dienst zijnde ambtenaren en personeelsleden van de Commissie.

5.          Telkens wanneer het AIPN of het AHCC besluit in een vacante post bij het Bureau te voorzien, wordt de vacature ter kennis gebracht van de ambtenaren van alle instellingen.

6.          Elk kwartaal licht de directeur van het Bureau het directiecomité in over het personeelsbeleid.

Artikel 12

Financiële aspecten

1.          De kredieten van het Bureau, waarvan het totaalbedrag wordt opgevoerd op een speciaal begrotingsonderdeel binnen de afdeling van de Commissie van de begroting, worden in detail vermeld in een bijlage bij die afdeling. Die bijlage wordt opgesteld in de vorm van een staat van ontvangsten en uitgaven, met dezelfde indeling als voor de afdelingen van de begroting.

2.          De lijst van het aantal ambten bij het Bureau wordt vermeld in een bijlage bij de lijst van het aantal ambten bij de Commissie.

3.          Elke instelling blijft ordonnateur voor de kredieten die onder de "publicatiekosten" van haar begroting vallen.

4.          Elke instelling kan voor het beheer van de in haar eigen afdeling opgenomen kredieten ordonnateursbevoegdheden delegeren aan de directeur van het Bureau en stelt dan de grenzen en voorwaarden van deze delegatie vast overeenkomstig het financieel reglement. De directeur van het Bureau informeert het directiecomité elk kwartaal over deze delegaties.

5.          Het begrotings- en financieel beheer van het Bureau wordt gevoerd met eerbiediging van het financieel reglement en de uitvoeringsvoorschriften ervan en van het geldende financiële kader van de Commissie, met inbegrip van door andere instellingen dan de Commissie gedelegeerde kredieten.

6.          De boekhouding van het Bureau wordt gevoerd volgens de voorschriften en de boekhoudmethoden die door de rekenplichtige van de Commissie zijn vastgesteld. Het Bureau voert een afzonderlijke boekhouding over de verkoop van het Publicatieblad en van de publicaties. De netto-ontvangsten uit de verkoop worden aan de instellingen overgemaakt.

Artikel 13

Controle

1.          De functie van intern controleur bij het Bureau wordt uitgeoefend door de interne controleur van de Commissie overeenkomstig het financieel reglement. Het Bureau zorgt voor een capaciteit voor interne controle, volgens soortgelijke regels als die voor de directoraten-generaal en diensten van de Commissie. De instellingen kunnen de directeur van het Bureau vragen om in het werkprogramma van de interne controle-capaciteit van het Bureau specifieke controles op te nemen.

2.          Het Bureau beantwoordt alle vragen die onder zijn bevoegdheid vallen in het kader van de taak van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF). Om de bescherming van de belangen van de Europese Unie te waarborgen, wordt tussen de voorzitter van het directiecomité en de directeur van het OLAF een overeenkomst gesloten over de nadere bijzonderheden met betrekking tot onderlinge uitwisseling van informatie.

Artikel 14

Klachten en verzoeken

1.          Binnen de grenzen van zijn bevoegdheid is het Bureau verantwoordelijk voor de antwoorden op de vragen van de Europese ombudsman en van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming.

2.          Elk beroep in rechte op de bevoegdheidsgebieden van het Bureau wordt tegen de Commissie gericht.

Artikel 15

Toegang van het publiek tot documenten

1.          De directeur van het Bureau neemt de beslissingen bedoeld in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie[4]. Bij weigering worden de beslissingen over de confirmatieve verzoeken door de secretaris-generaal van de Commissie genomen.

2.          Het Bureau beschikt over een documentenregister overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1049/2001.

Artikel 16

Intrekking

Besluit 2000/459/EG, EGKS, Euratom wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar het ingetrokken besluit gelden als verwijzingen naar dit besluit.

Artikel 17

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 december 2008.

Gedaan te Brussel en te Luxemburg,    

                                                                      Voor het Europees Parlement

  De voorzitter

                                                                      Voor de Raad

  De voorzitter

                                                                      Voor de Commissie

  De voorzitter

                                                                      Voor het Hof van Justitie

  De president

                                                                      Voor de Rekenkamer

  De president

                                                                      Voor het Europees Economisch en Sociaal

  Comité

  De voorzitter

                                                                      Voor het Comité van de Regio's

  De voorzitter

  • [1]               PB L 152 van 13.7.1967, blz. 18.
  • [2]               PB L 183 van 22.7.2000, blz. 12.
  • [3]               PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [4]               PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.

TOELICHTING

1.  Achtergrond bij het ontwerpbesluit

De primaire taak van het Publicatiebureau, dat een interinstitutioneel orgaan is, is het publiceren van de wetgevingsteksten van de instellingen van de Europese Unie in het Publicatieblad, alsmede het publiceren en distribueren van publicaties van de instellingen op hun verzoek.

Het ontwerpbesluit vervangt een besluit van 20 juli 2000[1] en is veel langer (16 artikelen op 13 bladzijden tegen 9 artikelen op 5 bladzijden) en gedetailleerder.

De belangrijkste aanleiding om een nieuw besluit op te stellen was met name een opmerking die het Parlement in de loop van de kwijtingsprocedure 2001[2] had gemaakt.

Paragraaf 45 van de resolutie in kwestie luidt als volgt:

"is van mening dat, zoals ook uit de zaak van het Publicatiebureau blijkt, het bijzonder moeilijk is om in internationale lichamen duidelijk politieke verantwoordelijkheden te definiëren; verzoekt derhalve de instellingen de wettelijke bepalingen inzake de bestaande interinstitutionele lichamen opnieuw te onderzoeken, zonder echter het beginsel van institutionele samenwerking aan te tasten, waardoor aanzienlijke besparingen op de Europese begroting mogelijk zijn; dringt er derhalve bij de Europese instellingen op aan de rechtsgrondslagen van de interinstitutionele lichamen zodanig te wijzigen dat een duidelijke toewijzing van bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid mogelijk is;"

Hierbij gaat het met name om de laatste zin. Achtergrond hiervan is dat er in het verleden vragen zijn gerezen omtrent de afbakening van verantwoordelijkheden tussen het Publicatiebureau, dat geen rechtspersoonlijkheid heeft, en de Commissie. De nieuwe bepalingen in het besluit die bedoeld zijn om meer duidelijkheid in deze situatie te brengen, zijn artikel 1, lid 2, artikel 8, lid 3 en artikel 9:

           " Artikel 1, lid 2 – Het Bureau wordt geleid door zijn directeur overeenkomstig de door een directiecomité vastgestelde strategische richtsnoeren. Onverminderd de in dit besluit vastgestelde specifieke bepalingen voor de interinstitutionele rol van het Bureau, past het Bureau de administratieve en financiële procedures van de Commissie toe. Bij het vaststellen van die procedures houdt de Commissie rekening met de specifieke aard van het Bureau."

           "Artikel 8, lid 3 – De gesprekspartner bij de kwijtingsautoriteit voor de strategische beslissingen op de bevoegdheidsgebieden van het Bureau is de voorzitter van het directiecomité in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de interinstitutionele samenwerking."

           "Artikel 9 – De directeur van het Bureau is, onder het gezag van het directiecomité en binnen de bevoegdheid van dit directiecomité, verantwoordelijk voor de goede werking van het Bureau. Voor de toepassing van de administratieve en financiële procedures handelt hij onder het gezag van de Commissie[3]."

2.        Beoordeling

2.1      "Politieke" verantwoordelijkheid

Artikel 1, lid 2 legt de verantwoordelijkheid voor strategische beslissingen in handen van het directiecomité. Het besluit dat nu zal worden ingetrokken, bevat een dergelijke bepaling niet. Het oude directiecomité "vertegenwoordigt alle ondertekenende instellingen"[4]. Elke instelling heeft één stem in het comité; besluiten worden bij eenvoudige meerderheid van stemmen genomen, behalve wanneer dit anders is geregeld. Goedkeuring van de strategische doelstellingen van het Publicatiebureau en vaststelling van richtsnoeren voor het algemene beleid vereisen een unanieme beslissing[5].

Uit deze bepalingen blijkt dat de instellingen die het Publicatiebureau hebben opgericht, collectief de verantwoordelijkheid dragen voor "strategische" of "politieke" beslissingen. Aangezien elke instelling zich afzonderlijk moet uitspreken over dit soort beslissingen, kan elke instelling ook afzonderlijk verantwoordelijk gesteld worden. Een duidelijkere verdeling van de verantwoordelijkheid is moeilijk te bewerkstelligen, als gevolg van het interinstitutionele karakter van het Bureau en het feit dat het geen rechtspersoonlijkheid heeft[6].

In artikel 8, lid 3 wordt het interinstitutionele karakter van dergelijke beslissingen onderstreept door de bepaling dat de voorzitter van het directiecomité, wat strategische beslissingen betreft, optreedt "in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de interinstitutionele samenwerking".

Het eerste verzoek van het Parlement, namelijk dat er "een duidelijke toewijzing van politieke verantwoordelijkheid" zou moeten zijn, kan dan ook als ingewilligd worden beschouwd.

2.2.     "Administratieve verantwoordelijkheid

In artikel 1, lid 2 wordt verder bepaald dat het Bureau "de administratieve en financiële procedures van de Commissie (toepast)" en dat de Commissie bij het vaststellen van die procedures rekening houdt met de specifieke aard van het Bureau. Bovendien wordt in artikel 9 bepaald dat de directeur van het Publicatiebureau normaliter onder het gezag van het directiecomité handelt, behalve voor de toepassing van de administratieve en financiële procedures, waar hij "onder het gezag van de Commissie" handelt. Deze bepaling lijkt enigszins afgezwakt te worden door artikel 10, lid 10, waarin wordt gezegd dat in het kader van de delegatie van kredieten van de Commissie en van de uitvoering van de begroting in onderlinge overeenstemming regelingen worden vastgesteld voor de informatie en raadpleging tussen het lid van de Commissie dat belast is met de relaties met het Bureau en de directeur van het Bureau.

Op het gebied van personeelszaken speelt de Commissie daarentegen een dominante rol: zij is het tot aanstelling bevoegde gezag voor ambtenaren en het gezag dat arbeidsovereenkomsten met overige functionarissen afsluit. Sommige van deze bevoegdheden kunnen worden gedelegeerd binnen de Commissie of aan de directeur van het Bureau[7]. De door de Commissie vastgestelde bepalingen en procedures voor de tenuitvoerlegging van het statuut zijn van toepassing op de aan het Bureau toegewezen ambtenaren en personeelsleden onder dezelfde voorwaarden als voor de in Luxemburg in dienst zijnde ambtenaren en personeelsleden van de Commissie[8]. Alleen de benoeming van directeuren-generaal en directeuren vallen buiten deze regeling; hun benoeming vereist de unanieme instemming van het directiecomité[9].

Op grond van deze bepalingen kan worden geconcludeerd dat het Bureau wat betreft administratief en personeelsbeheer vrijwel op dezelfde wijze gerund wordt als een directoraat-generaal van het Secretariaat van de Commissie. De Commissie bekleedt een dominante positie en is daarom verantwoordelijk voor deze zaken.

Uit de analyse van de desbetreffende bepalingen blijkt dus dat het nieuwe besluit een duidelijke toewijzing van verantwoordelijkheid op administratief gebied meebrengt.

3.        Conclusie

Onderhavig ontwerpbesluit betreffende de organisatie en de werking van het Publicatiebureau omvat een duidelijke toewijzing van de verantwoordelijkheden met betrekking tot administratieve en politieke zaken. Dit was niet het geval bij het vorige besluit uit 2000. De ontwerptekst houdt rekening met de wensen die het Parlement in de kwijtingsprocedure voor het begrotingsjaar 2001 had uitgesproken en kan dan ook door het Europees Parlement worden goedgekeurd.

  • [1]  Besluit 2000/459/EG, EGKS, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 20 juli 2000 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 183 van 22.7.2000, blz. 12).
  • [2]  Resolutie van het Europees Parlement van 29 januari 2004 over de door de Commissie genomen maatregelen naar aanleiding van de opmerkingen vervat in de resolutie, gevoegd bij het besluit tot verlening van kwijting voor de tenuitvoerlegging van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2001 (COM(2003)651 - C5-0536/2003 - 2003/2200(DEC)), (verslag Paulo Casaca) (PB C 96 E van 21.4.2004, blz. 112).
  • [3]  Onderstreping door de auteur.
  • [4]  Artikel 7, lid 1.
  • [5]  Artikel 8, lid 1 a) en b).
  • [6]  De afwezigheid van rechtspersoonlijkheid wordt bevestigd in artikel 14, lid 2: "Elk beroep in rechte op de bevoegdheidsgebieden van het Bureau wordt tegen de Commissie gericht".
  • [7]  Artikel 11, lid 3.
  • [8]  Artikel 11, lid 4.
  • [9]  Artikel 11, lid 1.

BRIEF VAN DE BEGROTINGSCOMMISSIE

Brief d.d. 5 november 2008 van Reimer Böge, voorzitter van de Begrotingscommissie, aan Jo Leinen, voorzitter van de Commissie constitutionele zaken

___________________________________________________________________________

De heer Jo Leinen

Voorzitter van de Commissie constitutionele zaken

Betreft:          Ontwerpbesluit van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie

Mijnheer de voorzitter,

Graag zou ik namens de Begrotingscommissie de goedkeuring steunen van het ontwerpbesluit in bijlage door de Commissie constitutionele zaken, zoals is aangegeven in het ontwerpverslag van mevrouw Hanne Dahl.

Onze commissie is van mening dat de omschrijving van de bevoegdheden van het Publicatiebureau wordt verbeterd met het ontwerpbesluit. Ook de vaststelling van politieke en administratieve verantwoordelijkheden van de instellingen en de bestuurlijke organen van het Publicatiebureau zal er aanzienlijk op vooruit gaan, waardoor de doelstelling die het Parlement in zijn resolutie van 29 januari 2004 inzake de verlening van kwijting voor het begrotingsjaar 2001[1] had vastgelegd, ruimschoots zal worden bereikt.

Onze commissie is er meerbepaald van overtuigd dat volgende elementen zullen bijdragen tot een duidelijkere "toewijzing van bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid", zoals werd gevraagd door het Europees Parlement in voornoemde resolutie: de verduidelijking van de taken van het Publicatiebureau, de afbakening van de verantwoordelijkheden tussen het Bureau en de Commissie, de duidelijke identificatie van de politieke verantwoordelijkheid van het directiecomité en van de administratieve verantwoordelijkheid van de directeur van het Bureau, alsook de verduidelijking van de rol van de Commissie als tot aanstelling bevoegde gezag voor ambtenaren en het gezag dat arbeidsovereenkomsten met overige functionarissen afsluit.

Ik wil met name de aandacht vestigen op het feit dat in het ontwerpbesluit wordt verduidelijkt dat het Publicatiebureau, "onverminderd de in dit besluit vastgestelde specifieke bepalingen, de administratieve en financiële procedures van de Commissie (toepast)" en dat de directeur van het Bureau "handelt onder het gezag van de Commissie" wanneer hij deze procedures toepast.

Het is eveneens een pluspunt dat in het ontwerpbesluit wordt verduidelijkt dat het begrotings- en financieel beheer van het Bureau - met inbegrip van het beheer van kredieten die door andere instellingen worden toegewezen - gebeurt in overeenstemming met het Financieel Reglement en de uitvoeringsbepalingen ervan en het geldende financiële kader van de Commissie.

Onze commissie is ervan overtuigd dat met het ontwerpbesluit het administratieve en financiële beheer van het Bureau erop vooruit zal gaan en dat de begrotingsautoriteit in staat zal zijn om haar prerogatieven effectiever uit te oefenen met betrekking tot het Bureau. De Begrotingscommissie zal alleszins volledig gebruik maken van de nieuwe mogelijkheden die het ontwerpbesluit biedt.

(slotformule en ondertekening)

  • [1]  Resolutie van het Europees Parlement van 29 januari 2004 over de door de Commissie genomen maatregelen naar aanleiding van de opmerkingen vervat in de resolutie, gevoegd bij het besluit tot verlening van kwijting voor de tenuitvoerlegging van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2001 (PB C 96 E van 21.4.2004, blz. 112).

ADVIES van de Commissie juridische zaken (4.11.2008)

aan de Commissie constitutionele zaken

inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor officiële publicaties van de Europese Unie
(2008/2164(ACI))

Rapporteur voor advies: Rareş-Lucian Niculescu

SUGGESTIES

De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie constitutionele zaken onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

A. overwegende dat de Europese Gemeenschap een rechtsgemeenschap is die op het legaliteitsbeginsel steunt,

B.  overwegende dat de burgers de wetten in de eerste plaats moeten kennen om ze te kunnen naleven en ze correct te kunnen toepassen,

C. overwegende dat de verspreiding van kwaliteitsinformatie de beste wijze is om de Europese Unie dichter bij de burgers te brengen,

D. overwegende dat een echte Europese juridische ruimte een grondige kennis van het recht van de Europese Unie vereist,

E.  overwegende dat er op het grondgebied van de Europese Unie nog steeds aanzienlijke verschillen bestaan wat de kennis van het recht van de Europese Unie betreft, en dat in feite alleen juristen deze kennis bezitten,

F.  overwegende dat het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen (het Publicatiebureau) het voornaamste instrument voor de tenuitvoerlegging van de informatie- en communicatiestrategie moet worden,

G. overwegende dat meertaligheid een fundamenteel instrument moet zijn om de doelstellingen van het Publicatiebureau te verwezenlijken, door de simultane publicatie van het Publicatieblad in alle officiële talen van de Europese Unie, en dat dit beginsel dient te worden uitgebreid tot alle activiteiten van het Publicatiebureau,

H. overwegende dat het Publicatiebureau actief betrokken dient te worden bij de huidige inspanningen ter bevordering van daadwerkelijke toegang tot justitie, met name het project voor de totstandbrenging van het "e-justitie"-portaal van de Europese Unie, en bij de consolidering van het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken, op basis van de middelen die beschikbaar zijn in het kader van EUR-Lex, dat het voornaamste punt van toegang tot het recht van de Europese Unie is,

1.  beveelt de Commissie juridische zaken de ten principale bevoegde Commissie constitutionele zaken aan de goedkeuring van het voorstel voor een besluit voor te stellen.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

4.11.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

25

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Carlo Casini, Titus Corlăţean, Bert Doorn, Monica Frassoni, Giuseppe Gargani, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Neena Gill, Othmar Karas, Klaus-Heiner Lehne, Katalin Lévai, Antonio López-Istúriz White, Antonio Masip Hidalgo, Hans-Peter Mayer, Manuel Medina Ortega, Aloyzas Sakalas, Francesco Enrico Speroni, Diana Wallis, Jaroslav Zvěřina, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Sharon Bowles, Eva Lichtenberger, Rareş-Lucian Niculescu, Georgios Papastamkos, József Szájer, Jacques Toubon, Renate Weber

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

4.11.2008

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

19

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Richard Corbett, Hanne Dahl, Jean-Luc Dehaene, Andrew Duff, Anneli Jäätteenmäki, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Jo Leinen, Íñigo Méndez de Vigo, József Szájer, Riccardo Ventre, Johannes Voggenhuber, Andrzej Wielowieyski, Bernard Wojciechowski, Dushana Zdravkova

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Elmar Brok, Carlos Carnero González, Panayiotis Demetriou, Urszula Krupa, Gérard Onesta, Kathy Sinnott