AANBEVELING betreffende het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, wat een aantal bepalingen met betrekking tot het financieel beheer betreft

11.3.2009 - (COM(2008)0803 – 17575/2008 – C6‑0027/2009 – 2008/0233(AVC)) - ***

Commissie regionale ontwikkeling
Rapporteur: Iratxe García Pérez

Procedure : 2008/0233(AVC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0127/2009
Ingediende teksten :
A6-0127/2009
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, wat een aantal bepalingen met betrekking tot het financieel beheer betreft

(COM(2008)0803 – 17575/2008 – C6‑0027/2009 – 2008/0233(AVC))

(Instemmingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel voor een verordening van de Raad (COM(2008)0803 – 17575/2008),

–   gezien het verzoek van de Raad om instemming overeenkomstig artikel 161, lid 3, van het EG-Verdrag (C6-0027/2009),

–   gelet op artikel 75, lid 1, van zijn Reglement,

–   gezien de aanbeveling van de Commissie regionale ontwikkeling en de adviezen van de Begrotingscommissie en de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A6‑0127/2009),

1.  stemt in met het voorstel voor een verordening van de Raad;

2.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

TOELICHTING

De Europese Unie heeft te kampen met een crisis zonder weerga. Oorspronkelijk sloeg de crisis toe op de financiële markten en momenteel treft zij de reële economie met nog niet te overziene negatieve gevolgen op het gebied van afnemende groei- en werkgelegenheidsperspectieven en toenemende begrotingstekorten. Sommige lidstaten zijn hierdoor reeds in een recessie beland.

Om de EU-lidstaten en -regio's te helpen het hoofd te bieden aan de huidige moeilijke omstandigheden, worden op zowel nationaal als communautair niveau verschillende gecoördineerde acties ondernomen.

Op 26 november 2008 heeft de Europese Commissie, in antwoord op een verzoek van de staatshoofden en regeringsleiders van de EU, een mededeling gepubliceerd met als titel "Een Europees economisch herstelplan". Dit plan omvat een reeks gerichte maatregelen met als doel investeringen te stimuleren en de nationale economieën, die geconfronteerd worden met ernstige begrotingsbeperkingen, te voorzien van aanvullende openbare financiering waardoor deze economieën opnieuw op de rails kunnen worden gezet, de vraag kan worden opgedreven en uiteindelijk het vertrouwen van de consumenten in het systeem kan worden hersteld.

Op het vlak van de begroting lijkt het Europese cohesiebeleid, met 347 miljard euro aan middelen voor de periode 2007-2013, waarvan 250 miljard euro is uitgetrokken voor de verwezenlijking van de Lissabon-doelstellingen, het meest geloofwaardige en doeltreffende instrument om deze doelen te verwezenlijken.

Om die reden heeft de Commissie, in overeenstemming met de prioriteiten die zijn vastgelegd in het herstelplan en met het oog op snellere investeringen, die weer zullen leiden tot een snellere uitvoering van de programma's, eind november vorig jaar een reeks voorstellen aangenomen met het doel passende wijzigingen door te voeren in het bestaande pakket verordeningen betreffende de structuurfondsen. Het betreft met name Verordening nr. 1083/2006 van de Raad inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (algemene verordening), Verordening nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en de Verordening nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds (ESF).

Met betrekking tot de amendementen op de algemene verordening worden er twee prioritaire doelstellingen nagestreefd: enerzijds het versnellen van de uitgaven om te zorgen voor meer liquide middelen voor de projectuitvoering; anderzijds een vereenvoudiging van de regels om een snellere uitvoering van programma's en projecten mogelijk te maken.

In haar voorstel legt de Commissie de nadruk op de volgende vier actieterreinen:

1.  Meer steun van de EIB en het EIF (artikelen 44 en 46): in het kader van financiële instrumentering wordt de mogelijkheid geïntroduceerd om rechtstreeks contracten te verlenen aan de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europese Investeringsfonds (EIF). Bovendien mogen beide instellingen meer financiële steun bieden bij technische activiteiten die gerelateerd zijn aan projectvoorbereiding en -uitvoering.

2.  Vereenvoudiging van de subsidiabiliteit van de uitgaven (artikel 56): er wordt een wijziging doorgevoerd die het mogelijk maakt overheadkosten in vaste bedragen te voldoen. Bovendien worden bijdragen in natura erkend als subsidiabele uitgaven, wat bijdraagt aan het behalen van het cofinancieringspercentage. Om te verzekeren dat de subsidiabiliteitsregels voor projecten gedurende de gehele programmeerperiode algemeen worden toegepast, is er een retroactiviteitsclausule ingevoerd op basis waarvan dit artikel met ingang van 1 augustus 2006 in werking treedt.

3.  Meer voorfinanciering voor EFRO en ESF (artikel 82): de voorfinancieringstranche voor 2009 voor de EU-12 wordt verhoogd met 2%, terwijl de EU-15 profiteren van de invoering van een nieuwe tranche van 2,5% voor hetzelfde jaar. Aan de programma's in het kader van de doelstelling van Europese territoriale samenwerking waarbij ten minste één lidstaat is betrokken die op of na 1 mei 2004 tot de EU is toegetreden, wordt voor 2009 een aanvullend voorschot van 2% geïntroduceerd. Door deze maatregel wordt er een totaalbedrag aan aanvullende voorschotten bereikt van 6,25 miljard euro.

4.  Versnelde uitgaven bij grote projecten (artikel 78): om te zorgen voor snellere betalingen wordt de mogelijkheid geboden betaalaanvragen voor gemaakte kosten in te dienen voordat het project door de Commissie is goedgekeurd. Bovendien wordt het huidige maximum van 35% voor voorschotten in het kader van staatssteun onder artikel 87 van het Verdrag verwijderd, wat het voor begunstigden van staatssteun mogelijk maakt voorschotten van maximaal 100% te ontvangen.

Het Parlement is ingenomen met het snelle optreden van de Commissie en met haar wijzigingsvoorstellen voor de wetgeving, welke zeker zullen helpen bij het tegengaan van de negatieve effecten van deze onverwachte financiële crisis. Anderzijds betreurt het Parlement het ten zeerste dat andere belangrijke wijzigingen niet in overweging zijn genomen. Het zou met name zeer nuttig zijn geweest om een wijziging aan te brengen in artikel 71 (het opzetten van beheer- en controlesystemen) teneinde het economische systeem van concrete liquide middelen te voorzien. Het voorstel was om – alleen in 2009 – tussentijdse betalingen toe te staan wanneer het advies van de lidstaten zonder bezwaar is, maar de Commissie wel opmerkingen heeft gemaakt (uitgaven die later niet blijken te voldoen aan het beheers- en controlesysteem zouden in mindering worden gebracht op de eerstvolgende betalingsaanvraag).

Hoewel het herzieningspakket is ontworpen als reactie op een tijdelijke, maar buitengewoon kritieke situatie voldoet het geheel aan de vraag naar een grotere vereenvoudiging van de procedures en naar meer flexibiliteit in de toepassing van de bestaande regels van de structuurfondsverordeningen, welke het Parlement in de loop van de afgelopen jaren meerdere malen heeft geuit.

Met name de toegestane flexibiliteit in de verdeling van de communautaire en de nationale financieringsbijdragen over de gehele programmeerperiode zal de nationale economieën voorzien van een onmiddellijke kasstroom, wat essentieel is voor de omgang met hun huidige begrotingsbeperkingen.

De voorgestelde maatregelen moeten spoedig worden goedgekeurd om te kunnen voorzien in de dringende vraag naar liquide middelen in de lidstaten, wat de begunstigden zal helpen meer middelen te besteden en om de bestedingen sneller te laten verlopen. Een spoedige inwerkingtreding van de voorgestelde wijzigingen is in feite van essentieel belang om hun volledige efficiëntie te kunnen verzekeren, met name wat de verhoging van de tranches van de voorfinanciering voor 2009 betreft.

De Europese instellingen worden daarom aangemoedigd tot een spoedige besluitvorming om te verzekeren dat de maatregelen snel worden toegepast en dat in de komende maanden de eerste resultaten worden bereikt. Het Parlement staat hier geheel achter.

Desalniettemin was het Parlement graag veel uitgebreider bij het proces betrokken geweest: de urgentie van de voorstellen en het korte tijdschema maakten het het Parlement onmogelijk om opmerkingen te maken bij de algemene verordening en om amendementen in te dienen op de verordeningen betreffende het EFRO en het ESF.

De huidige omstandigheden vormen echter een nuttige leerschool en tonen aan hoe belangrijk het is tijdig te beginnen met het voeren van een interinstitutionele dialoog ter gelegenheid van de onderhandelingen over het nieuwe wetgevingspakket voor de structuurfondsen na 2013.

In de nabije toekomst moet er bovendien serieus werk worden gemaakt van het principe van vereenvoudiging van regels en procedures (waarvan de huidige voorstellen slechts een voorbeeld zijn), zodat begunstigden gemakkelijker toegang krijgen tot en gebruik kunnen maken van de structuurfondsen.

Om die reden is het Parlement zeer ingenomen met het initiatief van de Raad om een informele groep van deskundigen voor vereenvoudiging op te zetten en kijkt het ernaar uit zijn mening te mogen geven over de eerste resultaten en voorstellen in die richting voor de toekomst.

In die context vraagt het Parlement de Raad en de Commissie ten volle rekening te houden met zijn aanbevelingen en om regelmatig verslag uit te brengen over de procedures, debatten en resultaten van de onderhandelingen.

Hoewel de huidige wijzigingen niet bedoeld zijn om de algemene werkingssfeer van het cohesiebeleid te veranderen, kunnen deze kritieke omstandigheden een gelegenheid bieden om het toekomstige beleid sneller aan te passen aan de behoeften en verwachtingen van een wereld in verandering en de weg effenen voor de vele uitdagingen van de volgende programmeerperiode.

ADVIES van de Begrotingscommissie (23.2.2009)

aan de Commissie regionale ontwikkeling

inzake het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, wat een aantal bepalingen met betrekking tot het financieel beheer betreft
(COM(2008)0803 – 17575/2008 – C6‑0027/2009 – 2008/0233(AVC))

Rapporteur voor advies: Nathalie Griesbeck

BEKNOPTE MOTIVERING

1. Inhoud van het voorstel

Het voorstel van de Commissie wijzigt Verordening (EG) nr. 1083/2006 inzake de algemene bepalingen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds met betrekking tot het financieel beheer. De voorgestelde maatregelen zijn in het kader van een instemmingsprocedure bedoeld om het hoofd te bieden aan de financiële crisis en haar sociaaleconomische gevolgen door de tenuitvoerlegging van de Structuurfondsen te versnellen en aldus met het cohesiebeleid een impuls te geven aan de groei en de werkgelegenheid.

Het voorstel bevat met name de volgende wijzigingen:

· de uitbreiding van het toepassingsgebied van artikel 44 inzake de financiële instrumentering tot de bijdrage van de EIB en het EIF ter ondersteuning van de lidstaten bij de voorbereiding en de tenuitvoerlegging van de operationele programma's;

· een wijziging van artikel 56 inzake de subsidiabiliteit van de uitgaven, waardoor enerzijds wordt toegelicht dat de algemene kosten kunnen worden gefinancierd op basis van vaste percentages, en anderzijds wordt toegestaan dat de bijdragen in natura worden beschouwd als subsidiabele uitgaven; deze wijziging zou kunnen worden toegepast met terugwerkende kracht met ingang van 1 augustus 2006.

· bepalingen inzake de uitgavenstaat:

- (i) enerzijds de mogelijkheid om voor de grote projecten betaalde uitgaven al voor de goedkeuring door de Commissie van het grote project op te nemen in de aanvragen om tussentijdse betalingen,

- (ii) anderzijds, wat betreft staatssteun in de zin van artikel 87 van het Verdrag, de verhoging van het plafond van 35% voor het voorschot dat nu aan de begunstigde kan worden betaald door de instantie die 100% van de steun verleent.

· een verhoging van de derde tranche van de voorfinanciering (2009) van 2% voor de Structuurfondsen bestemd voor de lidstaten die op of na 1 mei 2004 zijn toegetreden tot de Europese Unie, en de vastlegging van een derde tranche (2009) van 2,5% voor de Structuurfondsen bestemd voor lidstaten die voor 1 mei 2004 zijn toegetreden tot de Europese Unie; wanneer aan het programma wordt deelgenomen door ten minste één lidstaat die op of na 1 mei 2004 is toegetreden tot de Europese Unie wordt met het oog op de doelstelling van de territoriale samenwerking in Europa in 2009 een bijkomend percentage van 2% toegekend. Die bijkomende middelen die aan het begin van het jaar ter beschikking worden gesteld moeten snel aan de begunstigden worden overgemaakt, waarbij de regels van goed financieel beheer moeten worden nageleefd.

2. Opmerkingen van de rapporteur

De rapporteur voor advies stemt in met het voorstel van de Commissie en met de andere voorgestelde maatregelen voor het structuurbeleid op basis van het herstelplan dat de Commissie heeft voorgesteld om het hoofd te bieden aan de crisis waarmee de financiële en sociaaleconomische wereld te kampen heeft, en waarvoor een bedrag van 6,3 miljard euro is uitgetrokken.

De rapporteur staat achter de voorstellen van de Commissie, inclusief de deelneming van de EIB aan het Europees economisch herstelplan door de toekenning van kredieten of nieuwe leningen en fondsen, en door maatregelen om de bestaande subsidiabiliteitsregels te versoepelen in verband met de financiering uit de begroting van de Europese Unie. Ze betreurt echter dat tussen de lidstaten tot nu toe geen enkele overeenkomst kon worden gesloten inzake de herziening van het financieel kader voor de periode 2007‑2013, om 5 miljard euro vrij te maken voor de financiering van de trans-Europese energienetwerken en de breedbandnetwerken als bijkomend onderdeel van het herstelplan.

De rapporteur wijst erop dat 36% van het financieel kader voor de periode 2007‑2013 naar het cohesiebeleid gaat, dat is een bedrag van 347 miljard euro tegen prijzen van vandaag, en dat dit beleid dus een belangrijk financieel instrument is dat een hefboomeffect kan hebben voor het economisch herstel.

De rapporteur is van mening dat de door de Commissie voorziene maatregelen voor de voorfinanciering een goed instrument zijn om de lidstaten te helpen om hun operationele programma's snel op te starten. Ze benadrukt echter dat dit investeringsbeleid door alle lidstaten op een homogene en gecoördineerde manier moet worden uitgevoerd om te vermijden dat deze faciliteiten voor het beheer van de fondsen de cohesie niet bevorderen, maar de bestaande verschillen juist vergroten, of nieuwe verschillen veroorzaken.

In dit verband betreurt de rapporteur het dat deze samenwerking onvoldoende heeft bijgedragen tot de totstandkoming van een echt gemeenschappelijk economisch beleid.

De rapporteur betreurt dat de Commissie haar ramingen over de gevolgen van deze wetswijziging voor de operationele programma's (OP's) niet heeft meegedeeld, en vraagt zich af of het wel nodig is om de OP's te wijzigen, en welke gevolgen dit zou kunnen hebben voor de datum van uitvoering ervan.

Bovendien onderstreept de rapporteur dat de lidstaten verantwoordelijk zijn voor het goed beheer van de fondsen, onder controle door de Commissie. De rapporteur herinnert er ook aan dat het Europees Parlement meerdere malen heeft geëist dat op het juiste politieke niveau een nationaal overzicht moet worden gegeven over de uitvoering van de communautaire fondsen in gedeeld beheer (zie punt 44 IIA, 17 mei 2006).

De rapporteur herhaalt dat ze zich zorgen maakt over de vertraging bij de betalingen voor de beleidsvormen van de rubriek 1B (cohesie) – die in het financieel kader 2007-2013 toch een politieke prioriteit van de Europese Unie zijn – en is van mening dat het voorstel van de Commissie deze vertragingen door een snellere financiering kan verminderen.

In dit verband herinnert ze ook aan de verklaringen die het Europees Parlement tijdens de bemiddeling op 21 november 2008 heeft afgelegd over de betalingen en de tenuitvoerlegging van het cohesiebeleid. Daarin heeft het Europees Parlement onder andere nogmaals geëist dat de lidstaten alle nodige maatregelen moeten nemen om te garanderen dat het cohesiebeleid op gepaste wijze wordt uitgevoerd.

Bovendien benadrukt de rapporteur dat de voorziene maatregelen ertoe zouden moeten leiden dat de nog betaalbaar te stellen bedragen (RAL) in het lopende en in het komende jaar kleiner worden, en verzoekt de Commissie daarover nadere informatie te verstrekken. Ze wenst met name dat de Commissie nader toelicht welke gevolgen het onderhavige voorstel zal hebben voor de begroting voor 2009, en voor de voorbereiding van de begroting voor 2010.

Ten slotte verwelkomt de rapporteur het feit dat het voorstel leidt tot een vereenvoudiging, aangezien algemeen bekend is dat de vertragingen die ontstaan bij de tenuitvoerlegging van het structuurbeleid onder andere te wijten zijn aan te strenge procedures, die zo snel mogelijk moeten worden vereenvoudigd.

Derhalve, en gezien het feit dat in de huidige crisis een snelle reactie nodig is, pleit de rapporteur voor de goedkeuring van dit voorstel.

******

De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie regionale ontwikkeling het Parlement voor te stellen zijn instemming met het voorstel te verlenen.

PROCEDURE

Titel

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, Europees Sociaal Fonds en Cohesiefonds: bepalingen inzake financieel beheer

Document- en procedurenummers

17575/2008 – C6-0027/2009 – COM(2008)08032008/0233(AVC)

Datum verzoek om instemming EP

19.1.2009

Commissie ten principale

REGI

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

BUDG

3.2.2009

 

 

 

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Nathalie Griesbeck

20.9.2004

 

 

Behandeling in de commissie

11.2.2009

23.2.2009

 

 

Datum goedkeuring

23.2.2009

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

15

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Richard James Ashworth, Reimer Böge, Costas Botopoulos, Göran Färm, Vicente Miguel Garcés Ramón, Nathalie Griesbeck, Catherine Guy-Quint, Jutta Haug, Anne E. Jensen, Janusz Lewandowski, Vladimír Maňka, Gérard Onesta, László Surján, Kyösti Virrankoski, Ralf Walter

ADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (11.2.2009)

aan de Commissie regionale ontwikkeling

inzake het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, wat een aantal bepalingen met betrekking tot het financieel beheer betreft
(COM(2008)0803 – 17575/2008 – C6‑0027/2009 – 2008/0233(AVC))

Rapporteur voor advies: Gabriela Creţu

BEKNOPTE MOTIVERING

De ernstige schokken die de Europese economie ondergaat, zullen het potentiële groeipercentage op de middellange termijn doen dalen en ook de reële groei in 2009 en 2010 fors afremmen. Deze slechte economische perspectieven zullen een sterke negatieve uitwerking hebben op de overheidsfinanciën van de lidstaten. Daardoor zal het ook moeilijk worden te voldoen aan de voorwaarden voor de uitvoering van het cohesiebeleid, waarvoor bij bijstandsverlening door de structuurfondsen nationale medefinanciering vereist is.

In die context zouden bepaalde geldende voorschriften aangepast moeten worden teneinde de uitvoering van de investeringsprojecten en de vastlegging van communautaire kredieten ten behoeve van de economie van de lidstaten en van de regio's van de EU te versnellen.

Daarbij valt te denken aan de bepalingen betreffende voorfinanciering, de bepalingen betreffende de uitgavenstaat, alsmede de bepalingen met betrekking tot de subsidiabiliteit van de uitgaven en de financiële instrumentering.

De Commissie beoogt met haar voorstel te waarborgen dat de lidstaten volledig gebruik kunnen maken van de bestaande mogelijkheden voor flexibiliteit, met inbegrip van de mogelijkheid om indien noodzakelijk programma's aan te passen en te vereenvoudigen om ze optimaal aan de nieuwe behoeften aan te passen.

De door de Commissie voorgestelde wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds zijn bedoeld om de negatieve effecten van de economische crisis tegen te gaan en op de korte termijn de uitvoering van de bijstandsverlening door de fondsen te versnellen, ten gunste van de reële economie, met name door meer steun voor het mkb.

Om deze doelstellingen te verwezenlijken omvat het voorstel van de Commissie:

-         een uitbreiding van de werkingssfeer van artikel 44 betreffende financiële instrumentering tot steunverlening door de Europese investeringsbank (EIB) en het Europees investeringsfonds (EIF), ter ondersteuning van de lidstaten voor de voorbereiding en uitvoering van operationele programma's;

-         een wijziging van artikel 56 betreffende de subsidiabiliteit van de uitgaven, met het oog op verduidelijking van de mogelijkheid de betalingen van de overheadkosten op vaste bedragen te baseren, en invoering van de mogelijkheid de bijdragen in natura te beschouwen als subsidiabele uitgaven voor de oprichting van of het bijdragen aan fondsen;

-         een wijziging van de bepalingen betreffende de uitgavenstaten: i) voor de grote projecten, schrapping van het verbod om uitgaven voor grote projecten op te nemen in de aanvragen voor tussentijdse betalingen voordat het grote project door de Commissie is goedgekeurd, en ii) voor de overheidssteun in de zin van artikel 87 van het Verdrag, schrapping van de limiet van 35% van het voorschot dat aan de begunstigden kan worden uitbetaald door het orgaan dat de steun toekent, zodat voorschotten tot 100% kunnen worden uitbetaald, met inachtneming van de overige voorwaarden;

-         een verhoging van de derde tranche van de voorfinanciering (2009) met 2% voor de structuurfondsen voor de lidstaten die op 1 mei 2004 of daarna tot de Europese Unie zijn toegetreden, de invoering van een derde tranche (2009) van 2,5% voor de structuurfondsen voor de lidstaten die vóór 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden; voor wat de doelstelling van Europese territoriale samenwerking betreft, wordt als het programma ten minste één lidstaat omvat die op 1 mei 2004 of daarna is toegetreden in 2009 een aanvullend percentage van 2% toegekend.

******

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie regionale ontwikkeling het Parlement voor te stellen zijn instemming te geven.

PROCEDURE

Titel

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, Europees Sociaal Fonds en Cohesiefonds: bepalingen inzake financieel beheer

Document- en procedurenummers

17575/2008 – C6-0027/2009 – COM(2008)08032008/0233(AVC)

Datum verzoek om instemming EP

19.1.2009

Commissie ten principale

REGI

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

EMPL

3.2.2009

 

 

 

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Gabriela Creţu

2.12.2008

 

 

Behandeling in de commissie

26.1.2009

10.2.2009

 

 

Datum goedkeuring

11.2.2009

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

43

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jan Andersson, Edit Bauer, Iles Braghetto, Philip Bushill-Matthews, Milan Cabrnoch, Alejandro Cercas, Ole Christensen, Luigi Cocilovo, Jean Louis Cottigny, Jan Cremers, Harald Ettl, Richard Falbr, Carlo Fatuzzo, Ilda Figueiredo, Joel Hasse Ferreira, Stephen Hughes, Karin Jöns, Ona Juknevičienė, Jean Lambert, Bernard Lehideux, Elizabeth Lynne, Thomas Mann, Jiří Maštálka, Maria Matsouka, Elisabeth Morin, Csaba Őry, Siiri Oviir, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, Pier Antonio Panzeri, Rovana Plumb, Elisabeth Schroedter, José Albino Silva Peneda, Jean Spautz, Gabriele Stauner, Ewa Tomaszewska, Anne Van Lancker, Gabriele Zimmer

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Gabriela Creţu, Jamila Madeira, Adrian Manole, Ria Oomen-Ruijten, Csaba Sógor, Patrizia Toia

PROCEDURE

Titel

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, Europees Sociaal Fonds en Cohesiefonds: bepalingen inzake financieel beheer

Document- en procedurenummers

17575/2008 – C6-0027/2009 – COM(2008)08032008/0233(AVC)

Datum verzoek om instemming EP

19.1.2009

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

REGI

3.2.2009

Medeadviserende commissie(s)

       Datum bekendmaking

BUDG

3.2.2009

EMPL

3.2.2009

 

 

Rapporteur(s)

       Datum benoeming

Iratxe García Pérez

19.1.2009

 

 

Behandeling in de commissie

19.1.2009

12.2.2009

 

 

Datum goedkeuring

9.3.2009

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

33

1

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Emmanouil Angelakas, Stavros Arnaoutakis, Elspeth Attwooll, Jean Marie Beaupuy, Rolf Berend, Jana Bobošíková, Victor Boştinaru, Gerardo Galeote, Iratxe García Pérez, Monica Giuntini, Ambroise Guellec, Pedro Guerreiro, Marian Harkin, Jim Higgins, Mieczysław Edmund Janowski, Evgeni Kirilov, Constanze Angela Krehl, Florencio Luque Aguilar, Jamila Madeira, Sérgio Marques, Yiannakis Matsis, Iosif Matula, Markus Pieper, Wojciech Roszkowski, Elisabeth Schroedter, Catherine Stihler, Margie Sudre, Kyriacos Triantaphyllides, Lambert van Nistelrooij, Oldřich Vlasák

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Domenico Antonio Basile, Jan Březina, Den Dover, Ramona Nicole Mănescu, Samuli Pohjamo, Christa Prets, László Surján

Datum indiening

11.3.2009