VERSLAG betreffende de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004

2.2.2011 - (PE-CONS 00063/2010 – C7‑0015/2011 – 2008/0237(COD)) - ***III

Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité
Voorzitter van de delegatie: Rodi Kratsa-Tsagaropoulou
Rapporteur: Antonio Cancian

Procedure : 2008/0237(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0020/2011
Ingediende teksten :
A7-0020/2011
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

betreffende de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004

(PE-CONS 00063/2010 – C7‑0015/2011 – 2008/0237(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: derde lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst (PE-CONS 00063/2010 – C7-0015/2011),

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 16 juli 2009[1],

–   gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[2] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2008)0817),

–   gezien zijn in tweede lezing geformuleerde standpunt[3] inzake het standpunt van de Raad in eerste lezing[4],

–   gezien het advies van de Commissie over de amendementen van het Parlement op het standpunt van de Raad in eerste lezing (COM(2010)0469),

–   gezien het standpunt van de Raad in tweede lezing,

–   gelet op artikel 294, lid 13, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gelet op artikel 69 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A7-0020/2011),

1.  hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke ontwerptekst;

2.  verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 297, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te ondertekenen;

3.  verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

4.   verzoekt zijn Voorzitter deze wetgevingsresolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.

  • [1]  PB C 317 van 23.12.2009, blz. 99.
  • [2]  PB C 184 E van 8.7.2010, blz. 312.
  • [3]  Aangenomen teksten van 6.7.2010, P7_TA(2010)0256.
  • [4]  PB C 122 E van 11.5.2010, blz. 1.

TOELICHTING

Achtergrond

De Commissie diende op 4 december 2008 een voorstel in voor een verordening betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers. Rekening houdend met de gestage groei van deze transportsector was de bedoeling met het voorstel in de hele EU rechten te creëren inzake de bescherming van passagiers die vergelijkbaar zijn met degene die bestaan voor andere transportmodi en te zorgen voor een gelijk speelveld voor vervoerders uit verschillende lidstaten en ook voor de diverse transportmodi.

Medebeslissings- en bemiddelingsprocedure

Na het standpunt van het Parlement in eerste lezing van 23 april 2009 keurde de Raad zijn standpunt in eerste lezing goed op 11 maart 2010. In dit laatste standpunt werden kernelementen van het voorstel voor een verordening aanzienlijk gewijzigd, doordat diverse belangrijke bepalingen die zowel in het Commissievoorstel als in het standpunt van het EP in eerste lezing stonden, werden afgezwakt of volledig geschrapt.

Het Parlement sloot zijn tweede lezing af op 6 juli 2010, waarbij het 50 amendementen op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad goedkeurde. Belangrijkste geschilpunten: het toepassingsgebied van de verordening en het tijdschema voor de toepassing ervan; de regels inzake aansprakelijkheid, schade en bijstand; de rechten van personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit; de rechten van passagiers bij annulering of vertraging; de behandeling van klachten en de nationale handhavingsinstanties.

Doordat de Raad niet alle amendementen van het Parlement kon accepteren, was de bemiddelingsprocedure nodig. De delegatie van het Parlement hield op 8 september 2010 in Straatsburg haar constituerende vergadering. Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, ondervoorzitter en voorzitter van de delegatie, Brian Simpson, voorzitter van de Commissie vervoer en toerisme, en Antonio Cancian, rapporteur, kregen van de delegatie een mandaat om met de Raad te onderhandelen.

Drie trialogen hadden plaats, op 13 september, 13 oktober en 16 november, met vervolgens vergaderingen van de EP-delegatie op 19 oktober en 23 november. Deze trialogen leidden tot enige vooruitgang op een aantal punten, maar de kwestie van het toepassingsgebied bleek het belangrijkste struikelblok.

Het bemiddelingscomité kwam in de avond van 30 november 2010 in het Europees Parlement bijeen met de bedoeling om de bemiddelingsprocedure officieel in te leiden en zo mogelijk een akkoord te bereiken over alle nog openstaande kwesties. Na diverse uren van besprekingen werd een algemeen akkoord bereikt in de vroege uren van de volgende dag. Dit werd door de EP-delegatie bevestigd met achttien stemmen voor en één tegen bij drie onthoudingen.

Hoofdpunten van het bereikte akkoord

De belangrijkste punten van het akkoord kunnen als volgt worden samengevat:

Toepassingsgebied

De verordening is van toepassing op alle geregelde diensten, zowel nationale als grensoverschrijdende, met een geplande afstand van 250 km of meer ("lange afstand"). Passagiers die slechts een deel van deze lange afstand reizen, zijn ook gedekt.

Daarnaast is een reeks van twaalf basisrechten van de verordening ook van toepassing op passagiers die kortere geplande afstanden afleggen. Bij deze rechten wordt in het bijzonder gefocust op de behoeften van personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit, bijvoorbeeld niet-discriminerende toegang tot transport, recht op een vergoeding bij verlies van of schade aan rolstoelen of andere mobiliteitshulpmiddelen, indiening en behandeling van klachten, opleiding van het personeel van autobussen en touringcars met betrekking tot de gehandicaptenproblematiek, informatie die moet worden verstrekt tijdens de reis enz.

Tijdelijke afwijkingen

Met uitzondering van de genoemde basisrechten mogen de lidstaten binnenlands geregeld vervoer van de toepassing van de verordening vrijstellen gedurende een periode van maximum vier jaar die eenmaal kan worden verlengd. De lidstaten mogen ook specifieke diensten vrijstellen, omdat een aanzienlijk deel van deze diensten wordt verricht buiten de Unie, gedurende een periode van maximum vier jaar die eenmaal kan worden verlengd.

Vergoeding en bijstand bij ongevallen

De passagiers hebben recht op een vergoeding bij overlijden, inclusief redelijke begrafeniskosten, of bij letsel, alsmede bij verlies van of schade aan bagage als gevolg van een ongeval. De maxima voor deze vergoedingen op grond van de nationale wet mogen niet lager zijn de minimumbedragen waarin is voorzien in de verordening, namelijk 220 000 EUR per passagier en 1200 EUR per stuk bagage. Schade aan hulpmiddelen zoals rolstoelen moet volledig worden vergoed.

Bovendien hebben de passagiers bij ongeval recht op bijstand om te voorzien in hun onmiddellijke praktische behoeften, inclusief, indien nodig de verstrekking van voedsel en kleding, transport, facilitering van eerste hulp en accommodatie tot 80 EIR per passagier per nacht gedurende maximum twee nachten.

De rechten van passagiers bij annulering of vertraging

Als een autobus- of touringcardienst geschrapt wordt of meer dan 120 minuten vertraging heeft of als er sprake is van overboeking, wordt de passagiers onmiddellijk de keuze aangeboden tussen voortzetting van de reis, vervoer naar de eindbestemming via een andere route zonder extra kosten of terugbetaling van de ticketprijs; als de vervoerder deze keuze niet aanbiedt, hebben de passagiers recht op een vergoeding van 50% van de ticketprijs, bovenop de terugbetaling van deze ticketprijs.

Als de autobus of touringcar tijdens de reis buiten gebruik raakt, zorgt de vervoerder ofwel voor de voorzetting van de dienst met een ander voertuig ofwel voor vervoer naar een geschikte wachtplaats of terminal vanwaar de reis kan worden voortgezet.

In geval van annulering of vertraging wordt de passagiers alle nodige informatie verstrekt; indien mogelijk wordt deze informatie langs elektronische weg verstrekt aan alle passagiers, inclusief diegenen die niet vertrekken van terminals, als zij hierom hebben gevraagd en de vervoerder de nodige contactgegevens hebben verstrekt.

Als een reis van meer dan drie uur wordt geannuleerd of een vertraging heeft bij vertrek van meer dan 90 minuten, moet ook bijstand worden geboden in de vorm van de verstrekking van hapjes, maaltijden en verfrissingen, alsmede hotelaccommodatie tot 80 EUR per passagier per nacht, gedurende maximum twee nachten; de verplichting accommodatie te verstrekken geldt evenwel niet, als de annulering of vertraging is veroorzaakt door noodweer of grote natuurrampen.

Rechten van personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit

Autobus- en touringcarbedrijven moeten bijstand verlenen aan personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit, op voorwaarde dat de passagier in kwestie het bedrijf uiterlijk 36 uur vóór het vertrek over zijn/haar behoeften informeert. Als de exploitant geen geschikte bijstand kan verlenen, mag de passagier met beperkte mobiliteit zonder extra kosten worden begeleid door een begeleider van zijn/haar keuze. Verlies van of schade aan rolstoelen of andere mobiliteitshulpmiddelen moet worden vergoed door het bedrijf of de beheersinstantie van het verantwoordelijke station.

Conclusie

De uiteindelijke tekst kan worden beschouwd als een zeer bevredigend en evenwichtig compromis, aangezien het ermee gelukt is de rechten van de passagiers te garanderen zonder tegelijk een zware last op te leggen aan de vervoerders, voor het merendeel kleine en middelgrote ondernemingen. Met name het resultaat van de bemiddelingsprocedure kan worden beschouwd als een succes voor het Europees Parlement, gelet op het volgende:

a) wat het toepassingsgebied betreft, was in het oorspronkelijke standpunt van de Raad voor de onderhandelingen voorzien in 500 km en bedraagt het bereikte compromis 250 km;

b) wat de basisrechten van passagiers betreft, los van de afstand, omvatte het oorspronkelijke standpunt van de Raad slechts drie rechten, terwijl het uiteindelijke compromis er twaalf omvat, met bijzondere focus op de behoeften van personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit;

c) wat vrijstellingen betreft, wenste de Raad perioden tot 15 jaar voor binnenlandse diensten en onbeperkte duur voor internationale diensten, terwijl in het uiteindelijke compromis is voorzien in maximum acht jaar in beide gevallen (vier jaar, eenmaal verlengbaar);

d) bij ongeval of in het geval van annulering of een vertraging bij vertrek van meer dan 90 minuten, heeft elke passagier het recht, indien nodig, op hotelaccommodatie voor in totaal 80 EUR per nacht gedurende maximum twee nachten, terwijl in het oorspronkelijke standpunt van de Raad was voorzien in 50 EUR;

e) bij ongeval hebben de passagiers het recht op onmiddellijke bijstand, inclusief accommodatie (zie hierboven), voedsel, kleding, transport en de facilitering van eerste hulp;

f) in geval van annulering, een vertraging van meer dan 120 minuten of overboeking hebben de passagiers het recht op een vergoeding tot 50% van de ticketprijs, bovenop het recht op voortzetting van de reis, vervoer naar de eindbestemming via een andere route of terugbetaling van de ticketprijs;

g) het akkoord voorziet in de onmiddellijke verstrekking van actuele informatie aan de passagiers langs elektronische weg.

De delegatie van het Parlement in het bemiddelingscomité formuleert dan ook de aanbeveling de gemeenschappelijke tekst in derde lezing goed te keuren.

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004

Document- en procedurenummers

PE-CONS 00063/2010 – C7‑0015/2011 – 2008/0237(COD)

Voorzitter van de delegatie: ondervoorzitter

Rodi Kratsa-Tsagaropoulou

Commissie ten principale:

Voorzitter:

TRAN

Brian Simpson

Rapporteur(s)

Antonio Cancian

In eerste lezing behandeld ontwerp van handeling

COM(2008)0817 – C6‑0469/2008

 

Datum eerste lezing EP – P-nummer

23.4.2009

P6_TA(2009)0281

Gewijzigd voorstel van de Commissie

 

Standpunt Raad in eerste lezing

  Datum bekendmaking

05218/3/2010 – C7­0077/2010

25.3.2010

Standpunt Commissie (art. 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)

COM(2010)0121

Datum tweede lezing EP – P-nummer

6.7.2010

P7_TA(2010)0256

Advies van de Commissie(art. 2

94, lid 7, punt c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)

COM(2010)0469

Datum ontvangst tweede lezing door de Raad

9.8.2010

Datum brief van de Raad inzake niet-goedkeuring amendementen van het EP

25.11.2010

Vergaderingen bemiddelingscomité

30.11.2010

 

 

Datum stemming delegatie EP

30.11.2010

Uitslag stemming

+:

–:

0:

18

1

3

Aanwezige leden

Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Antonio Cancian, Brian Simpson, Georges Bach, Mathieu Grosch, Dieter-Lebrecht Koch, Ádám Kósa, Marian-Jean Marinescu, Inés Ayala Sender, Saïd El Khadraoui, Debora Serracchiani, Izaskun Bilbao Barandica, Michael Cramer, Eva Lichtenberger

Aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Carlo Fidanza, Werner Kuhn, Bogdan Kazimierz Marcinkiewicz, Hella Ranner, Spyros Danellis, Ismail Ertug, Nathalie Griesbeck, Vilja Savisaar-Toomast; Guido Milana

Aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2, van het Reglement)

 

Datum overeenstemming bemiddelingscomité

30.11.2010

Overeenstemming bij briefwisseling

0.0.0000

0.0.0000

Datum constatering goedkeuring gemeenschappelijke ontwerptekst en toezending aan EP en Raad

24.1.2011

Datum indiening

2.2.2011

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)