VERSLAG met aanbevelingen aan de Commissie betreffende een 14e richtlijn inzake het vennootschapsrecht betreffende de grensoverschrijdende overdracht van vennootschapszetels

9.1.2012 - (2011/2046(INI))

Commissie juridische zaken
Rapporteur: Evelyn Regner
(Initiatief – Artikel 42 van het Reglement)

Procedure : 2011/2046(INL)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0008/2012

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met aanbevelingen aan de Commissie betreffende een 14e richtlijn inzake het vennootschapsrecht betreffende de grensoverschrijdende overdracht van vennootschapszetels

(2011/2046(INI))

Het Europees Parlement,

–   gezien artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien de artikelen 50 en 54 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien de mededeling van de Commissie van 21 mei 2003 getiteld "Modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de Corporate Governance in de Europese Unie – Een actieplan" (COM(2003)0284),

–   gezien de mededeling van de Commissie van 3 maart 2010 over "Europa 2020 – Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" (COM(2010)2020),

–   gezien de mededeling van de Commissie van 27 oktober 2010 met als titel "Naar een Single Market Act - Voor een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen - 50 voorstellen om beter samen te werken, te ondernemen en zaken te doen" (COM(2010)0608),

–   gezien de mededeling van de Commissie van 13 april 2011 getiteld "Single Market Act – Twaalf hefbomen om de groei aan te jagen en het vertrouwen te versterken – 'Samenwerken om nieuwe groei te creëren'"(COM(2011)0206),

–   gezien Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE)[1],

–   gezien Richtlijn 2001/86/EG van de Raad van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers[2],

–   gezien Richtlijn 2005/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen[3],

–   gezien de arresten van het Hof van Justitie in de zaken Daily Mail[4], Centros[5], Überseering[6], Inspire Art[7], SEVIC Systems[8], Cadbury Schweppes[9] en Cartesio[10],

–   gezien zijn resolutie van 4 juli 2006 over recente ontwikkelingen en vooruitzichten in het vennootschapsrecht[11],

–   gezien zijn resolutie van 25 oktober 2007 over de Europese besloten vennootschap en de veertiende richtlijn over vennootschapsrecht inzake verplaatsing van de maatschappelijke zetel[12],

–   gezien zijn resolutie van 19 februari 2009 over de toepassing van Richtlijn 2002/14/EG tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap[13],

–   gezien zijn resolutie van 10 maart 2009 met aanbevelingen aan de Commissie betreffende grensoverschrijdende overplaatsingen van zetels van vennootschappen[14],

–   gezien zijn resolutie van 23 november 2010 over de civielrechtelijke, handelsrechtelijke, familierechtelijke en internationaal-privaatrechtelijke aspecten van het actieplan tot uitvoering van het programma van Stockholm[15],

–   gezien de artikelen 42 en 48 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0008/2012),

A. overwegende dat artikelen 49 en 54 van het Verdrag betreffende de Europese Unie voor alle vennootschappen de vrijheid van vestiging voor alle ondernemingen waarborgen; overwegende dat grensoverschrijdende overplaatsing van vennootschappen een van de cruciale elementen voor de voltooiing van de interne markt is; overwegende dat moet worden gewezen op het gebrek aan uniformiteit in de wetgeving inzake de overdracht van de ene naar de andere lidstaat van de statutaire of werkelijke zetel van een bestaande naar nationaal recht opgerichte vennootschap en de wijze waarop dit dient te gebeuren in het kader van de interne markt, op het hieraan verbonden risico voor de werkgelegenheid, alsook op de administratieve problemen, de veroorzaakte kosten, de sociale consequenties en de afwezigheid van rechtszekerheid;

B.  overwegende dat de meeste deelnemers aan de op 15 april 2004 afgesloten openbare raadpleging voorstander waren van de goedkeuring van een richtlijn inzake het vennootschapsrecht betreffende de grensoverschrijdende overdracht van vennootschapszetels;

C. overwegende dat, gezien de verschillen tussen de in de lidstaten geldende vereisten voor de migratie van vennootschappen, het Hof van Justitie in het arrest in de zaak Cartesio heeft bevestigt dat er behoefte bestaat aan een geharmoniseerde regeling voor de grensoverschrijdende overdracht van vennootschapszetels;

D. overwegende dat het Hof van Justitie in zijn arrest in de zaak Cartesio niet de nodige duidelijkheid heeft verschaft omtrent de verplaatsing van de zetel van een vennootschap die de Commissie in haar effectbeoordeling van 2007 had verwacht[16];

E.  overwegende dat het aan de wetgevers staat, en niet aan het Hof, om op grond van het Verdrag de nodige maatregelen te nemen waarmee de vrijheid van een vennootschap om haar zetel te verplaatsen moet worden gerealiseerd;

F.  overwegende dat de mobiliteit van vennootschappen nog steeds op hoge administratieve lasten alsmede sociale en fiscale kosten stuit, als gevolg van de houding van de Commissie die in haar effectbeoordeling van 2007 verklaarde "geen actie" als beste optie te beschouwen omdat verder optreden van de EU niet nodig zou zijn[17];

G. overwegende dat in de effectbeoordeling van de Commissie van 2007 niet is ingegaan op de gevolgen voor het sociaal en werkgelegenheidsbeleid, met uitzondering van de participatie van werknemers;

H. overwegende dat misbruik van brievenbusmaatschappijen om wettelijke, sociale en fiscale verplichtingen te omzeilen moet worden voorkomen;

I.   overwegende dat de grensoverschrijdende overdracht van de zetel van een vennootschap belastingneutraal dient te zijn;

J.   overwegende dat bij de overdracht van de zetel de rechtspersoonlijkheid van de betrokken onderneming behouden moet blijven, in het belang van het goede functioneren daarvan;

K. overwegende dat de overdracht geen gevolgen mag hebben voor de rechten van belanghebbenden (minderheidsaandeelhouders, werknemers en schuldeisers) die dateren van vóór de overdracht;

L.  overwegende dat voor de overdrachtprocedure duidelijke regels moeten gelden betreffende transparantie en de informatie die voorafgaand aan de overdracht aan belanghebbenden moet worden verstrekt;

M. overwegende dat aan de inspraakrechten van de werknemers groot belang toekomt wanneer de zetel van een vennootschap wordt verplaatst;

N. overwegende dat voor coherentie van de procedures betreffende inspraak van de werknemers in de verschillende wetgevingsbepalingen in de vennootschapsrichtlijnen moet worden gezorgd;

1.  verzoekt de Commissie op korte termijn, op basis van artikel 50, lid 1, en lid 2, onder g), van het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie, een voorstel voor een richtlijn betreffende de grensoverschrijdende overdracht van vennootschapszetels voor te leggen, rekening houdend met de gedetailleerde aanbevelingen in de bijgevoegde bijlage;

2.  wijst erop dat deze aanbevelingen in overeenstemming zijn met de grondrechten en het subsidiariteitsbeginsel;

3.  is van oordeel dat het verlangde voorstel geen financiële gevolgen heeft;

4.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie en bijgaande gedetailleerde aanbevelingen te doen toekomen aan de Commissie en de Raad, alsmede aan de parlementen en regeringen van de lidstaten.

  • [1]  PB L 294 van 10.11.2001, blz. 1.
  • [2]  PB L 294 van 10.11.2001, blz. 22.
  • [3]  PB L 310 van 25.11.2005, blz. 1.
  • [4]  Zaak 81/87, Daily Mail, [1988], Jurispr. blz.5483.
  • [5]  Zaak C-212/97, Centros, [1999], Jurispr. I-1459.
  • [6]  Zaak C-208/00, Überseering, [2002], Jurispr. I-9919.
  • [7]  Zaak C-167/01, Inspire Art, [2003], Jurispr. I-10155.
  • [8]  Zaak C-411/03, SEVIC Systems, [2005], Jurispr. I-10805.
  • [9]  Zaak C-196/04, Cadbury Schweppes, [2006], Jurispr. I-7995.
  • [10]  Zaak C-210/06, Cartesio, [2008], Jurispr. I-9641.
  • [11]  PB C 303 E van 13.12.2006, blz. 114.
  • [12]  PB C 263 E van 16.10.2008, blz. 671.
  • [13]  PB C 76 E van 25.3.2010, blz. 11.
  • [14]  PB C 87 E van 1.4.2010, blz. 5.
  • [15]  Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0426.
  • [16]  Werkdocument van de diensten van de Commissie: Effectbeoordeling voor richtlijn betreffende de grensoverschrijdende verplaatsing van de zetel van vennootschappen, SEC(2007)1707, punt 3.5.2, blz. 24-25.
  • [17]  Werkdocument van de diensten van de Commissie: Effectbeoordeling voor richtlijn betreffende de grensoverschrijdende verplaatsing van de zetel van vennootschappen, SEC(2007)1707, punt 6.2.4, blz. 39.

BIJLAGE BIJ DE ONTWERPRESOLUTIE: GEDETAILLEERDE AANBEVELINGEN BETREFFENDE DE INHOUD VAN HET VERLANGDE VOORSTEL

Aanbeveling 1 (over het toepassingsgebied van de goed te keuren richtlijn)

De richtlijn moet van toepassing zijn op vennootschappen zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2005/56/EG.

Het toepassingsgebied moet een passende oplossing bieden voor de kwestie van de scheiding tussen de zetel en de administratieve zetel van een vennootschap.

Aanbeveling 2 (over de effecten van een grensoverschrijdende overdracht)

De richtlijn moet vennootschappen de mogelijkheid geven hun vestigingsrecht uit te oefenen door naar een lidstaat van ontvangst te migreren zonder hun rechtspersoonlijkheid te verliezen, maar door te worden omgezet in een vennootschap waarop de wetgeving van de lidstaat van ontvangst van toepassing is, zonder te hoeven worden opgeheven.

De overdracht mag er niet toe leiden dat wettelijke, sociale en fiscale bepalingen worden omzeild.

De overdracht gaat in op de dag van registratie in de lidstaat van ontvangst. Vanaf de datum van registratie in de lidstaat van ontvangst valt de vennootschap onder de wetgeving van deze lidstaat.

De overdracht mag geen invloed hebben op de juridische banden van de vennootschap met derde partijen.

De overdracht moet belastingneutraal zijn, overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 90/434/EEG[1] .

Aanbeveling 3 (over transparantie en informatieregels voorafgaand aan het overdrachtsbesluit)

De directie of het bestuur van een vennootschap die een overdracht overweegt, moet een rapport en een overdrachtsplan opstellen. Voordat de directie een besluit over het rapport en het overdrachtsplan neemt, moeten de vertegenwoordigers van de werknemers of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf worden geïnformeerd en geraadpleegd met betrekking tot de geplande overdracht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van Richtlijn 2002/14/EG[2].

Het rapport moet ter beschikking worden gesteld van de aandeelhouders en de vertegenwoordigers van de werknemers of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf.

Het rapport moet een beschrijving en motivering van de economische, juridische en sociale aspecten van de overdracht bevatten, en een uitleg van de gevolgen van de overdracht voor de aandeelhouders, de crediteuren en de werknemers, die het verslag mogen bestuderen gedurende een nader te bepalen termijn van ten minste een maand en ten hoogste drie maanden vóór de datum van de aandeelhoudersvergadering waarin de zetelverplaatsing moet worden goedgekeurd.

Het overdrachtsplan bevat:

a) de rechtsvorm, naam en statutaire zetel van de vennootschap in de lidstaat van oorsprong;

b) de rechtsvorm, naam en statutaire zetel van de vennootschap in de lidstaat van ontvangst;

c) de ontwerpstatuten van de vennootschap in de lidstaat van ontvangst;

d) het tijdsschema van de overdracht;

e) de datum vanaf dewelke de transacties van de vennootschap die haar statutaire zetel wil overdragen voor boekhoudkundige doeleinden worden geacht plaats te vinden in de lidstaat van ontvangst;

f)  gedetailleerde informatie over de overdracht van de centrale administratie of de hoofdvestiging;

g) de rechten die de aandeelhouders van de vennootschap, de werknemers en de schuldeisers worden gegarandeerd, of de relevante voorgestelde maatregelen en het adres waar alle informatie daarover - gratis - kan worden verkregen;

h) informatie over de procedures voor het vaststellen van de regelingen voor werknemersmedezeggenschap, indien de vennootschap op basis van werknemersmedezeggenschap wordt geleid en indien de nationale wetgeving van de lidstaat van ontvangst niet in een dergelijke regeling voorziet.

Het rapport en het overdrachtsplan worden binnen een redelijke termijn voorafgaand aan de datum van de algemene aandeelhoudersvergadering ter bestudering aan de aandeelhouders en de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap voorgelegd.

De overdracht moet gepubliceerd worden overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 2009/101/EG[3].

Aanbeveling 4 (over het besluit van de aandeelhoudersvergadering)

De algemene aandeelhoudersvergadering hecht haar goedkeuring aan het overdrachtsvoorstel in overeenstemming met de daarvoor geldende regels en met de meerderheid die is vereist voor een verandering van de statuten krachtens de wetgeving die van toepassing is op de vennootschap in de lidstaat van oorsprong.

Indien de vennootschap op basis van werknemersmedezeggenschap wordt geleid, kan de aandeelhoudersvergadering aan de uitvoering van de overdracht de voorwaarde verbinden dat zij haar uitdrukkelijke goedkeuring moet geven aan de regelingen voor werknemersmedezeggenschap.

De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben bepalingen vast te stellen die een passende bescherming waarborgen van minderheidsaandeelhouders die tegen de overdracht gekant zijn, bijvoorbeeld het recht om zich uit de vennootschap terug te trekken volgens de in de lidstaat van oorsprong geldende wetgeving.

Aanbeveling 5 (over verificatie van de wettelijkheid van de overdracht)

De lidstaat van oorsprong verifieert de wettelijkheid van de overdrachtsprocedure overeenkomstig zijn eigen wetgeving.

De bevoegde instantie die door de lidstaat van oorsprong is aangewezen, geeft een certificaat af waarin zij verklaart dat alle vereiste handelingen en formaliteiten vóór de overdracht zijn vervuld.

Het certificaat, een afschrift van de ontwerpstatuten van de vennootschap in de lidstaat van ontvangst en een afschrift van het overdrachtsvoorstel worden binnen een redelijke termijn ingediend bij de instantie die verantwoordelijk is voor de registratie in de lidstaat van ontvangst. Deze documenten moeten volstaan voor de vennootschap om zich te laten registreren in de lidstaat van ontvangst. De autoriteit die in de lidstaat van ontvangst voor registratie bevoegd is, verifieert dat is voldaan aan de inhoudelijke en formele voorwaarden voor de overdracht, met inbegrip van de in de lidstaat van ontvangst toepasselijke voorwaarden voor de oprichting van zo'n vennootschap.

De bevoegde instantie in de lidstaat van ontvangst stelt de respectieve autoriteit in de lidstaat van oorsprong onmiddellijk in kennis van de registratie. Daarna verwijdert de autoriteit van de lidstaat van oorsprong de vennootschap uit zijn register.

Met het oog op de bescherming van derde partijen moet de registratie in de lidstaat van ontvangst en de verwijdering uit het register in de lidstaat van oorsprong in voldoende mate worden bekendgemaakt.

Aanbeveling 6 (over beschermende maatregelen)

Een vennootschap waartegen een procedure voor ontbinding, liquidatie, insolvabiliteit of surseance van betalingen of andere soortgelijke procedures zijn gestart, mag geen grensoverschrijdende overdracht van haar zetel uitvoeren.

In het kader van lopende gerechtelijke of administratieve procedures die vóór de overdracht van de zetel zijn gestart, wordt de vennootschap geacht haar zetel in de lidstaat van oorsprong te hebben. Bestaande schuldeisers hebben recht op een borgstelling.

Aanbeveling 7 (over werknemersrechten)

De medezeggenschapsrechten van de werknemers mogen door de overdracht niet worden aangetast. De medezeggenschapsrechten vallen onder de wetgeving van de lidstaat van ontvangst.

De wetgeving van de lidstaat van ontvangst geldt echter niet indien:

a) deze niet voorziet in tenminste hetzelfde niveau van medezeggenschap als hetwelk geldt in de lidstaat van oorsprong, of

b) deze de werknemers van vestigingen van de vennootschap in andere lidstaten niet hetzelfde recht op de uitoefening van de medezeggenschapsrechten geeft als hetwelk vóór de overdracht gold.

Bovendien moeten de wetgevingsbepalingen inzake de rechten van de werknemers in overeenstemming zijn met het acquis.

  • [1]  Richtlijn 90/434/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten (PB L 225 van 20.8.1990, blz. 1).
  • [2]  Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 29).
  • [3]  Richtlijn 2009/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 48 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB L 258 van 1.10.2009, blz. 11).

ADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (27.9.2011)

aan de Commissie juridische zaken

over een 14e richtlijn inzake het vennootschapsrecht betreffende de grensoverschrijdende overdracht van vennootschapszetels
(2011/2046(INI))

Rapporteur voor advies: Philippe Boulland

(Initiatief – Artikel 42 van het Reglement)

SUGGESTIES

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken

– de volgende suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

A. overwegende dat in de effectbeoordeling van de Commissie van 2007 niet is ingegaan op de gevolgen voor het sociaal en werkgelegenheidsbeleid, met uitzondering van de participatie van werknemers;

B.  overwegende dat het statuut van de Europese vennootschap en het statuut van de Europese coöperatieve vennootschap in de mogelijkheid van overdracht van de vennootschapszetel voorzien, rekening houdend met de specifieke en bindende voorschriften met betrekking tot de rol van de werknemers die in Richtlijn 2001/86/EG zijn gedefinieerd, en dat gezorgd moet worden voor een zo groot mogelijke coherentie en een substantiële inhoud van de in het Europese vennootschapsrecht vastgestelde procedures voor de inspraak van werknemers;

C. overwegende dat het Hof van Justitie in de zaken Daily Mail[1], Centros[2], Überseering[3] en Cartesio[4] bepaalde benaderingen aan de dag heeft gelegd ten aanzien van de vrijheid van vestiging van ondernemingen;

1.  onderstreept dat artikelen 49 en 54 van het Verdrag betreffende de Europese Unie voor alle vennootschappen de vrijheid van vestiging waarborgen; merkt op dat grensoverschrijdende overplaatsing van vennootschappen een van de cruciale elementen voor de voltooiing van de interne markt is, wijst op het gebrek aan uniformiteit in de wetgeving inzake de overdracht van de ene naar de andere lidstaat van de statutaire of werkelijke zetel van een bestaande naar nationaal recht opgerichte vennootschap en de wijze waarop dit dient te gebeuren in het kader van de interne markt, op het hieraan verbonden risico voor de werkgelegenheid, alsook op de administratieve problemen, de veroorzaakte kosten, de sociale consequenties en de afwezigheid van rechtszekerheid;

2.  staat achter de invoering op Europees niveau van regelgeving inzake de overdracht van vennootschapszetels, op voorwaarde dat de uitvoering van de doelstellingen van artikel 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie niet ter discussie wordt gesteld en het recht op participatie van werknemers niet wordt beperkt;

3.  verlangt dat bij de overdracht van de zetel de rechtspersoonlijkheid van de betrokken onderneming behouden blijft, in het belang van het goede functioneren daarvan;

4.  verlangt dat de overdracht van de zetel gekoppeld wordt aan flexizekerheid, met als doel een markt die flexibeler is en die zonder hindernissen beter aangepast is aan de behoeften van de werknemers, zulks met inachtneming van de rechten van de werknemers, die tegen het gevaar van ontslag moeten worden beschermd;

5.  verwacht dat de voorgestelde richtlijn bijdraagt tot het voorkomen van misbruik als bedoeld in Richtlijn 2001/68/EG en fraude, in het bijzonder door het opzetten van "brievenbusfirma's", en de bestaande belangen van schuldeisers (met name in geval van insolvabiliteit van een onderneming), minderheidsaandeelhouders en werknemers beschermt, waarbij ten minste het bestaande evenwicht in het ondernemingsbestuur behouden blijft; merkt op dat de grensoverschrijdende overplaatsing van een bedrijfszetel niet mag leiden tot de opheffing van de onderneming of een anderssoortige onderbreking of verloren gaan van haar rechtspersoonlijkheid;

6.  dringt er bij de lidstaten op aan om te zorgen voor een controle op de rechtmatigheid van de overdracht van de zetel, welke wordt uitgevoerd door een bevoegde autoriteit, waarbij met name moet worden geoordeeld aan welke verplichtingen alle betrokken partijen zich moeten houden;

7.  doet hieronder een reeks aanbevelingen betreffende bindende voorwaarden waaraan moet worden voldaan om ervoor te zorgen dat een 14e richtlijn vennootschapsrecht de participatie van werknemers zowel tijdens als na de overdracht van de vennootschapszetel kan waarborgen;

8.  verlangt dat Richtlijn 2001/86/EG de belangrijkste rechtsgrondslag wordt bij gevallen van overdracht van een officiële zetel, zulks in verband met de vaststelling van het rechtsstelsel dat op sociaal gebied van toepassing is;

–   onderstaande aanbevelingen in de bijlage bij haar ontwerpresolutie op te nemen:

9.  Aanbeveling 1: de Commissie dient een effectbeoordeling in van de gevolgen van een richtlijn betreffende de overdracht van vennootschapszetels in verband met de uitvoering van de doelstellingen van artikel 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; deze effectbeoordeling moet uiterlijk samen met het voorstel voor een 14e richtlijn vennootschapsrecht worden gepubliceerd;

10. Aanbeveling 2: de EU-wetgeving betreffende de overdracht van vennootschapszetels dient de volgende elementen te bevatten om het recht op participatie en de eendrachtigheid van werknemers te waarborgen, alsook om de bescherming en de waarborgen die hun vertegenwoordigers genieten zowel tijdens als na de overdracht in stand te houden om redenen van doelmatigheid en rechtszekerheid:

- de wetgevingsbepalingen betreffende het recht op participatie van werknemers dienen in overeenstemming te zijn met die van Richtlijn 2001/86/EG wat de rol van werknemers betreft, om een coherente toepassing van de in de vennootschaprechtelijke richtlijnen vastgestelde procedures inzake de inspraak van de werknemers te verzekeren;

- daarenboven legt het leidinggevende orgaan aan de werknemers te rechter tijd, d.w.z. ten minste een maand voordat de algemene vergadering van vakbondsleden zich uitspreekt over de goedkeuring van het definitieve ontwerp inzake de overdracht van vennootschapszetels, een verslag voor over de juridische en economische gevolgen van de zeteloverdracht voor de vakbondsleden en werknemers, dat uitvoerig wordt toegelicht; de details van de raadpleging van het verslag, met inbegrip van het overdrachtsplan, moeten gratis toegankelijk zijn voor alle werknemers en hun vertegenwoordigers;

- de rechten en verplichtingen van de vennootschap inzake arbeidsvoorwaarden die voortvloeien uit de wetgeving, de praktijk, de individuele arbeidsovereenkomsten en de arbeidsverhoudingen in de lidstaat van herkomst en de activiteiten van de vertegenwoordigende organen van de werknemers blijven geldig tijdens de overdracht van de zetel en na inschrijving in de lidstaat van ontvangst;

- indien de overdracht van de zetel leidt tot een wijziging van de structuur van de onderneming, neemt het centrale bestuur, op eigen initiatief of op verzoek van een door de sociale partners vast te stellen aantal werknemers, een besluit tot wijziging van de vertegenwoordigende organen van de werknemers;

- indien collectieve ontslagen naar aanleiding van de overdracht van de zetel onvermijdelijk zijn, worden de bepalingen van Richtlijn 98/59/EG toegepast;

- aan de overdracht van de zetel is de voorwaarde verbonden dat de vennootschap kan aantonen dat zij de bepalingen betreffende de rechten van werknemers in acht neemt;

- de lidstaten voeren ten aanzien van de overdracht van de vennootschapszetel een efficiënte opschortende beroepsprocedure voor werknemers en hun vertegenwoordigers in, om ervoor te zorgen dat de uitvoering van de verplichtingen op nationaal en Europees niveau van de werkgevers tegenover de werknemers in geval van niet-naleving kan worden afgedwongen;

- de wetgeving van de lidstaat van ontvangst is van toepassing, behalve in gevallen waarin in de wettelijke bepalingen van deze lidstaat in een lager niveau van participatie en medebeslissing voor de werknemers wordt voorzien.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

26.9.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

40

1

5

Bij de eindstemming aanwezige leden

Regina Bastos, Edit Bauer, Pervenche Berès, Mara Bizzotto, Philippe Boulland, Milan Cabrnoch, David Casa, Alejandro Cercas, Ole Christensen, Derek Roland Clark, Sergio Gaetano Cofferati, Tadeusz Cymański, Frédéric Daerden, Proinsias De Rossa, Frank Engel, Sari Essayah, Richard Falbr, Ilda Figueiredo, Marian Harkin, Roger Helmer, Nadja Hirsch, Liisa Jaakonsaari, Danuta Jazłowiecka, Martin Kastler, Ádám Kósa, Patrick Le Hyaric, Veronica Lope Fontagné, Thomas Mann, Elisabeth Morin-Chartier, Csaba Őry, Siiri Oviir, Rovana Plumb, Sylvana Rapti, Licia Ronzulli, Elisabeth Schroedter, Joanna Katarzyna Skrzydlewska, Jutta Steinruck, Traian Ungureanu

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Raffaele Baldassarre, Jelko Kacin, Ria Oomen-Ruijten, Antigoni Papadopoulou, Evelyn Regner, Emilie Turunen, Cecilia Wikström, Tatjana Ždanoka

  • [1]  Arrest van 27 september 1988 in zaak 81/87, Daily Mail, Jurispr. 1988, blz. 5483.
  • [2]  Arrest van 9 maart 1999 in zaak C-212/97, Centros, Jurispr. 1999, blz. I-1459.
  • [3]  Arrest van 5 november 2002 in zaak C-208/00, Überseering, Jurispr. 2002, blz. I-9919.
  • [4]  Arrest van 16 december 2008 in zaak C-210/06, Cartesio, Jurispr. 2008, blz. I-9641.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

20.12.2011

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

21

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Raffaele Baldassarre, Luigi Berlinguer, Sebastian Valentin Bodu, Françoise Castex, Christian Engström, Marielle Gallo, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Klaus-Heiner Lehne, Antonio López-Istúriz White, Antonio Masip Hidalgo, Alajos Mészáros, Bernhard Rapkay, Evelyn Regner, Francesco Enrico Speroni, Alexandra Thein, Diana Wallis, Rainer Wieland, Cecilia Wikström, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Jan Philipp Albrecht, Jean-Marie Cavada, Luis de Grandes Pascual, Vytautas Landsbergis, Kurt Lechner, Eva Lichtenberger, Arlene McCarthy