VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende intrekking van Verordening (EG) nr. 1342/2007 van de Raad betreffende het beheer van bepaalde beperkingen op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten uit de Russische Federatie
30.3.2012 - (COM(2011)0715 – C7‑0396/2011 – 2011/0315(COD)) - ***I
Commissie internationale handel
Rapporteur: Robert Sturdy
PR_COD_1amCom
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende intrekking van Verordening (EG) nr. 1342/2007 van de Raad betreffende het beheer van bepaalde beperkingen op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten uit de Russische Federatie
(COM(2011)0715 – C7‑0396/2011 – 2011/0315(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0715),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0396/2011),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie internationale handel (A7-0085/2012),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast en neemt het voorstel van de Commissie over;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
TOELICHTING
Achtergrondinformatie
Op 1 december 1997 trad de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Russische Federatie (Rusland), anderzijds, in werking[1]. In het kader van deze partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst hebben de Europese Gemeenschap en de regering van de Russische Federatie op 26 oktober 2007 een "Overeenkomst betreffende de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten" gesloten[2].
Deze overeenkomst betreffende de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten (hierna "de overeenkomst" genoemd) werd in de EU ten uitvoer gelegd in de vorm van Verordening (EG) nr. 1342/2007 van de Raad betreffende het beheer van bepaalde beperkingen op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten uit de Russische Federatie[3]. In de overeenkomst zijn quota's (kwantitatieve maxima) vastgelegd voor de invoer in de EU van staal dat van oorsprong uit de Russische Federatie komt. Voorts bepaalt artikel 10, lid 4, van de overeenkomst dat indien de Russische Federatie vóór het verstrijken van de overeenkomst tot de Wereldhandelsorganisatie toetreedt, de overeenkomst moet worden beëindigd en de quota´s moeten worden afgeschaft.
Volgens de Commissie was Rusland in 2010 met meer dan 6,5 miljoen ton de grootste exporteur van ijzer- en staalproducten naar de EU, hetgeen neerkomt op 24% van de totale EU-invoer van ijzer- en staalproducten;
Reden voor de intrekking
Het voorstel van de Commissie betreffende intrekking van Verordening (EG) nr. 1342/2007 waarmee de overeenkomst in de EU ten uitvoer is gelegd, vloeit voort uit het hierboven genoemde artikel 10, lid 4, van deze overeenkomst. Gegeven dat de Russische Federatie op 16 december 2011 is toegetreden tot de Wereldhandelsorganisatie heeft de EU sinds de dag van de Russische toetreding tot de WTO niet langer het recht om de bovengenoemde quota´s voor de invoer van staal- en ijzerproducten te hanteren. Behoud van Verordening (EG) nr. 1342/2007 als onderdeel van de EU-wetgeving en de daaraan gekoppelde instandhouding van de quota´s voor de invoer van ijzer- en staalproducten, zouden een schending van de WTO-regels betekenen en de EU blootstellen aan juridische sancties van Russische zijde.
Gevolgen van de toetreding van Rusland tot de WTO voor resterende obstakels voor de handel in ijzer- en staalproducten tussen de EU en Rusland
Nu Rusland is toegetreden tot het op regels gebaseerde multilaterale handelsstelsel van de Wereldhandelsorganisatie kan de EU naar verwachting profiteren van een vrijere toegang tot de Russische markt. De Europese Commissie heeft beraamd dat de export in de ijzer- en staalsector met circa 107 miljoen euro per jaar[4] zal toenemen. Zij voorziet tevens dat het concurrentievermogen van de ijzer- en staalsector van de EU zal toenemen als gevolg van de beperking van de uitvoerrechten op ijzerschroot van de huidige 15% tot 5% binnen vijf jaar na de datum van toetreding, alsmede als gevolg van de gecorrigeerde gasprijzen voor binnenlandse industriële gebruikers in Rusland.
De resterende belemmeringen voor de bilaterale handel in ijzer- en staalproducten die eventueel nog van toepassing kunnen zijn, dienen tot een minimum beperkt te blijven en alleen te gelden binnen de duidelijke grenzen van de WTO-regels die betrekking hebben op aspecten als tarieven, toepasselijke handelsbeschermende maatregelen, technische normen, specifieke in- en uitklaringsprocedures, enz. Indien één van beide partijen zich niet aan de desbetreffende WTO-regels houdt, kan het nodig zijn een oplossing te zoeken via de WTO-regeling voor het beslechten van geschillen. De rapporteur is voorstander van nauwlettende controle op en wegneming van eventuele resterende handels- en investeringsbelemmeringen aan beide zijden, na toetreding van Rusland tot de Wereldhandelsorganisatie.
Standpunt van de rapporteur
De rapporteur is er stellig van overtuigd dat de Wereldhandelsorganisatie nog steeds de beste waarborg vormt voor een op regels gebaseerd multilateraal handelsstelsel en spreekt de hoop uit dat de nieuwe lidstaat - Rusland - en de EU alle verplichtingen die zij in het kader van de WTO aangaan, zullen naleven. De rapporteur hoopt tevens dat de handelsbetrekkingen tussen de EU en Rusland zich zullen ontwikkelen in volledige overeenstemming met de gezamenlijk overeengekomen bepalingen van bestaande bilaterale overeenkomsten. Op basis van bovengenoemde redenen adviseert de rapporteur het Europees Parlement dan ook in te stemmen met de voorgestelde intrekking van Verordening (EG) nr. 1342/2007 van de Raad.
- [1] PB L 327 van 28.11.1997, blz. 3.
- [2] PB L 300 van 17.11.2007, blz. 52.
- [3] PB L 300 van 17.11.2007, blz. 1.
- [4] Toelichtende nota van de Commissie van 16 november 2011 voor het Comité handelspolitiek getiteld "Illustratie van de positieve gevolgen van Ruslands toetreding tot de WTO voor de handel van de EU" die naar de Raad, het Europees Parlement en de belanghebbenden is gezonden.
PROCEDURE
Titel |
Intrekking van Verordening (EG) nr. 1342/2007 van de Raad betreffende het beheer van bepaalde beperkingen op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten uit de Russische Federatie |
||||
Document- en procedurenummers |
COM(2011)0715 – C7-0396/2011 – 2011/0315(COD) |
||||
Datum indiening bij EP |
9.11.2011 |
|
|
|
|
Commissie ten principale Datum bekendmaking |
INTA 17.11.2011 |
|
|
|
|
Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking |
ITRE 17.11.2011 |
|
|
|
|
Geen advies Datum besluit |
ITRE 22.11.2011 |
|
|
|
|
Rapporteur(s) Datum benoeming |
Robert Sturdy 8.12.2011 |
|
|
|
|
Behandeling in de commissie |
25.1.2012 |
1.3.2012 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
27.3.2012 |
|
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
29 0 0 |
|||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
William (The Earl of) Dartmouth, Damien Abad, Laima Liucija Andrikienė, Maria Badia i Cutchet, David Campbell Bannerman, Daniel Caspary, Marielle de Sarnez, Yannick Jadot, Metin Kazak, Bernd Lange, David Martin, Vital Moreira, Paul Murphy, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Niccolò Rinaldi, Helmut Scholz, Peter Šťastný, Robert Sturdy, Gianluca Susta, Keith Taylor, Iuliu Winkler, Jan Zahradil, Paweł Zalewski |
||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Josefa Andrés Barea, Catherine Bearder, George Sabin Cutaş, Mário David, Elisabeth Köstinger, Jörg Leichtfried, Jarosław Leszek Wałęsa |
||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) |
Gabriel Mato Adrover |
||||
Datum indiening |
30.3.2012 |
||||