VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, afdeling VII – Comité van de Regio's

30.3.2012 - (COM(2011)0473 – C7‑0262/2011 – 2011/2207(DEC))

Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Inés Ayala Sender


Procedure : 2011/2207(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0090/2012

1. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, afdeling VII – Comité van de Regio's

(COM(2011)0473 – C7‑0262/2011 – 2011/2207(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010[1],

–   gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 (COM(2011)0473 – C7-0262/2011)[2],

–   gezien het jaarverslag van het Comité van de Regio's aan de kwijtingsautoriteit over de in 2010 uitgevoerde interne controles,

–   gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de instellingen[3],

–   gezien de verklaring van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2010[4] waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, als bedoeld in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien artikel 314, lid 10, en de artikelen 317, 318 en 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[5], en met name de artikelen 50, 86, 145, 146 en 147,

–   gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0090/2012),

1.  verleent de secretaris-generaal van het Comité van de Regio's kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Comité van de Regio's voor het begrotingsjaar 2010;

2.  formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, de Europese ombudsman en de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

2. ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met de daarvan een integrerend deel uitmakende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, afdeling VII – Comité van de Regio's

(COM(2011)0473 – C7‑0262/2011 – 2011/2207(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010[6],

–   gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 (COM(2011)0473 – C7-0262/2011)[7],

–   gezien het jaarverslag van het Comité van de Regio's aan de kwijtingsautoriteit over de in 2010 uitgevoerde interne controles,

–   gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de instellingen[8],

–   gezien de verklaring van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2010[9] waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, als bedoeld in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien artikel 314, lid 10, en de artikelen 317, 318 en 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[10], en met name de artikelen 50, 86, 145, 146 en 147,

–   gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0090/2012),

1.  onderstreept dat de Rekenkamer in haar jaarverslag 2010 heeft geconstateerd dat er fouten zijn gemaakt bij de indienstneming van een vast personeelslid en bij contracten voor tolkendiensten;

2.  neemt genoegen met de antwoorden van het Comité van de Regio's (CvdR) met betrekking tot de ontdekte fouten alsook met de besluiten die zijn genomen om herhaling van dergelijke situaties te voorkomen (verbetering van de aanwervingsprocedure voor van andere instellingen afkomstige ambtenaren, mechanismen voor toezicht en controle op de geraamde contractwaarde met behulp van een standaardmodel en ten slotte perfectionering van het toezicht- en controlesysteem voor offertes via een beperkt toegankelijke mailbox);

3.  is verheugd over het feit dat de Rekenkamer op basis van haar controlewerkzaamheden heeft geconcludeerd dat de betalingen als geheel over het per 31 december 2010 afgesloten jaar met betrekking tot de administratieve en andere uitgaven van de instellingen en organen geen materiële fouten vertonen, en het meest waarschijnlijke foutenpercentage voor wat betreft de administratieve uitgaven in het algemeen op 0,4% schat (paragrafen 7.9 en 7.10);

4.  is verheugd over het besluit van het CvdR om een standaardmodel voor het documenteren van ramingen bij onderhandelingsprocedures uit te werken en in gebruik te nemen;

5.  stelt vast dat het CvdR in 2010 over een totaalbedrag van 90.800.000 EUR aan vastleggingskredieten beschikte (tegenover 88.000.000 EUR in 2009) en dat de uitvoeringsgraad voor deze kredieten is verbeterd (99,4% in 2010 tegen 98,37% in 2009); onderstreept dat de begroting van het CvdR louter administratief is en dat 72% ervan besteed wordt aan het personeel van de instelling en 28% aan gebouwen, meubilair, uitrusting en andere huishoudelijke uitgaven;

6.  verzoekt het CvdR stijgingen van zijn toekomstige begrotingen tot een absoluut minimum te beperken en nieuwe of verder te ontwikkelen werkzaamheden in eerste instantie middels besparingen op en de rationalisatie van bestaande uitgaven te financieren;

7.  stelt met voldoening vast dat het CvdR zijn begrotingsprocedure ingevolge het verzoek van het Parlement in zijn resolutie van 10 mei 2011 over de verlening van kwijting voor het begrotingsjaar 2009 heeft verbeterd en deze voortaan uit vier fasen bestaat: opstelling door de administratie van het CvdR, beoordeling van het voorontwerp door de Commissie financiële en administratieve zaken, stellingname van het Bureau en de plenaire vergadering van het CvdR met betrekking tot de ontwerpbegroting en tussentijdse evaluatie van de tenuitvoerlegging ervan (tussentijds verslag);

8.  is verheugd over het feit dat zowel het CvdR als het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) er op 27 december 2011 eindelijk in zijn geslaagd het milieucertificaat EMAS (systeem van de Europese Unie voor milieubeheer en milieuaudit) te behalen; wenst te worden geïnformeerd over het totale energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen;

9.  is verheugd over de resultaten die het administratieve samenwerkingsakkoord tussen het CvdR en het EESC volgens het tussentijdse evaluatieverslag heeft opgeleverd; stelt met name vast dat de oprichting van gezamenlijke diensten voor beide Comités budgettaire besparingen mogelijk heeft gemaakt; wenst dat de Comités de aanbevelingen opvolgen in de personeelssector (verdere harmonisatie van de voorschriften), bij de medische en sociale diensten en bij de interne diensten; wenst vóór de volgende kwijtingsprocedure over de omvang van de gerealiseerde besparingen te worden geïnformeerd;

10. complimenteert het CvdR met de kwaliteit van het beknopt verslag over de werkzaamheden van de dienst interne audit; wenst dat de controles betreffende de uitvoering van de rechten waarvan de vaststelling nog gaande is en het beheer van de begrotingslijnen zo spoedig mogelijk worden verricht en dat de aanbevelingen inzake de invoering van interne controlenormen en de doelmatigheid van financiële circuits beter worden opgevolgd;

11. is verheugd over het plan van het CvdR om het beheer van zijn organisatie in aansluiting op de zelfevaluatie ervan (CAF[11] zelfevaluatiekader van het openbaar ambt) als volgt te verbeteren:

–   verbetering van de impact en follow-up van raadgevende en politieke werkzaamheden,

–   betere ondersteuning van politieke maatregelen en verbetering van de interinstitutionele betrekkingen en internationale partnerschappen,

–   versterking van de samenwerking met en tussen plaatselijke en regionale overheden, en hun verenigingen,

–   onderzoek naar mogelijk te behalen efficiencywinsten voor het politieke instrumentarium van het CvdR, inclusief mogelijke besparingen op reiskosten, door gebruikmaking van videoconferenties,

–   betere ondersteuning van de leden van het CvdR bij de communicatie met de vertegenwoordigers van de burgers over het CvdR,

–   het geregeld organiseren van seminars voor leidinggevend personeel met deelneming van de voorzitter van het CvdR;

–   wenst in het kader van het jaarlijks activiteitenverslag van een en ander op de hoogte te worden gehouden;

12. is verheugd over de constante kwaliteit van het jaarlijks activiteitenverslag; wenst dat in het jaarlijks activiteitenverslag voortaan ook een gedetailleerd overzicht wordt opgenomen van alle personeelsleden van het CvdR, ingedeeld naar categorie, rang, geslacht, deelname aan beroepsopleidingen en nationaliteit;

13. bevestigt opnieuw zijn standpunt dat met het oog op transparantie de opgaven van de financiële belangen van de leden van alle instellingen alsook de regelmatige bijwerkingen ervan via het internet toegankelijk moeten zijn; stelt in dit verband met tevredenheid vast dat het bureau van het CvdR in december 2011 heeft besloten de opgaven van de financiële belangen van de leden te publiceren op de website van het CvdR, en wel daar waar de informatie over de leden staat;

14. stelt vast dat met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie het subsidiariteitsbeginsel een belangrijkere plaats krijgt, waardoor de rol van het CvdR wordt versterkt; complimenteert het CvdR in dit verband in het bijzonder met zijn werkzaamheden betreffende de "Europa 2020-strategie" en governance op meerdere niveaus;

15. is van oordeel dat de jaarlijkse impactstudie van het CvdR een nuttig instrument is om het werk van het CvdR te beoordelen;

16. wenst dat alle door het CvdR uitgebrachte adviezen desgewenst als bijlagen bij de desbetreffende dossiers worden gevoegd.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

27.3.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

23

3

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marta Andreasen, Jean-Pierre Audy, Inés Ayala Sender, Andrea Češková, Ryszard Czarnecki, Tamás Deutsch, Martin Ehrenhauser, Jens Geier, Gerben-Jan Gerbrandy, Ingeborg Gräßle, Bogusław Liberadzki, Monica Luisa Macovei, Jan Mulder, Eva Ortiz Vilella, Aldo Patriciello, Crescenzio Rivellini, Petri Sarvamaa, Bogusław Sonik, Bart Staes, Georgios Stavrakakis, Søren Bo Søndergaard, Michael Theurer

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Amelia Andersdotter, Zuzana Brzobohatá, Edit Herczog, Marian-Jean Marinescu, Véronique Mathieu, Olle Schmidt, Derek Vaughan

  • [1]  PB L 64 van 12.3.2010.
  • [2]  PB C 332 van 14.11.2011, blz. 1.
  • [3]  PB C 326 van 10.11.2011, blz. 1.
  • [4]  PB C 332 van 14.11.2011, blz. 134.
  • [5]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [6]  PB L 64 van 12.3.2010.
  • [7]  PB C 332 van 14.11.2011, blz. 1.
  • [8]  PB C 326 van 10.11.2011, blz. 1.
  • [9]  PB C 332 van 14.11.2011, blz. 134.
  • [10]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [11]  Common Assessment Framework, European Institute for Public Administration, Maastricht 2006.