VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010

4.4.2012 - (C7‑0286/2011 – 2011/2226(DEC))

Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Monica Luisa Macovei


Procedure : 2011/2226(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0106/2012

1. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010

(C7‑0286/2011 – 2011/2226(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010,

–   gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010, tezamen met de antwoorden van de Autoriteit[1],

–   gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

–   gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[2], inzonderheid artikel 185,

–   gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad[3] tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, en met name artikel 44,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[4], inzonderheid artikel 94,

–   gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0106/2012),

1.  stelt zijn besluit tot verlening van kwijting aan de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2010 uit;

2.  formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

2. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over de afsluiting van de rekeningen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0286/2011 – 2011/2226(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010,

–   gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010, tezamen met de antwoorden van de Autoriteit[5],

–   gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

–   gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[6], inzonderheid artikel 185,

–   gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad[7] tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, en met name artikel 44,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[8], inzonderheid artikel 94,

–   gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0106/2012),

1.      stelt de afsluiting van de rekeningen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010 uit;

2.      verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

3. ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0286/2011 – 2011/2226(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010,

–   gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010, tezamen met de antwoorden van de Autoriteit[9],

–   gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

–   gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[10], inzonderheid artikel 185,

–   gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad[11] tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, en met name artikel 44,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[12], inzonderheid artikel 94,

–   gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0106/2012),

A.     overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn,

B.     overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid op 10 mei 2011 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2009[13], en dat het in zijn resolutie bij het kwijtingsbesluit onder andere:

-  heeft de Autoriteit verzocht over te gaan tot een versterking van de begrotingsprocessen inzake gesplitste kredieten en de planning en controle van haar meerjarige uitvoering;

-  heeft de Autoriteit bovendien aangespoord haar begrotingsbeheer te verbeteren teneinde de overdracht van zulke hoge bedragen te beperken;

-  heeft de Autoriteit verzocht een onderzoek te starten naar mogelijke belangenconflicten van zijn belangrijkste wetenschappers, bestuurs- en panelleden, zodat eventuele omissies in de belangenverklaringen kunnen worden opgespoord, en tijdig kan worden opgetreden;

C.    overwegende dat de totale begroting van de Autoriteit voor 2010 74 700 000 euro bedroeg, hetgeen in vergelijking met het bedrag van 71 400 000 euro in 2009 een verhoging van 4,6% betekent; overwegende dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de begroting van de Autoriteit voor 2010 69 041 000 bedroeg, een toename van 4,36% in vergelijking met de aanvankelijke bijdrage voor 2009;

D.     overwegende dat de werkdruk met de goedkeuring van meer dan 560 wetenschappelijke adviezen zowel qua omvang als qua complexiteit een stijgende lijn blijft vertonen;

1.      stelt de verlening van kwijting aan de Autoriteit uit totdat er substantiële antwoorden en acties komen naar aanleiding van de kritische opmerkingen en de gedane verzoeken;

Budgettair en financieel beheer

2.     brengt in herinnering dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de Autoriteit voor 2010 69 041 000 euro bedroeg; merkt echter op dat aan dit bedrag 3 950 000 euro is toegevoegd, afkomstig uit teruggevorderde overschotten, waardoor de totale bijdrage van de Unie voor 2010 neerkomt op 72 991 000 euro;

3.     constateert aan de hand van het jaarlijks activiteitenverslag dat de Autoriteit in 2010 een begrotingsuitvoeringspercentage van 98,8% had met betrekking tot vastgelegde kredieten en van 83,5% van de betalingskredieten; merkt op dat de begroting onder hoofdstuk 1 (Personeel) en 2 (Infrastructuur) volledig is uitgevoerd, terwijl het uitvoeringspercentage voor hoofdstuk 3 (Operationele zaken) 96,5% was;

4.     merkt echter op grond van het jaarlijks activiteitenverslag op dat de Autoriteit in 2010 een begrotingsuitvoeringspercentage van slechts 83,5% had van betalingskredieten, 11% lager dan het doel dat de Autoriteit zich had gesteld; stelt op basis van opmerkingen van de Autoriteit vast dat het uitvoeringspercentage van betalingskredieten lager is dan verwacht, met name om de volgende redenen:

-  in november 2010 zijn omvangrijke gegevensverwerkings- en IT-ondersteuningsprojecten gestart, die pas in 2011 tot betalingen ter waarde van 4 300 000 zullen leiden;

-  vertragingen bij de aanbesteding van wetenschappelijke samenwerkingsactiviteiten en lagere uitbetalingen op grond van het bestaande subsidie- en aanbestedingsprogramma hebben geleid tot een onderuitputting van de relevante gesplitste kredieten ter waarde van 1 300 000 euro;

-  betalingen ter waarde van 1 100 000 euro voor specifieke projecten op het gebied van bestuur en communicatie zijn tot 2011 uitgesteld;

5.     neemt er kennis van dat de begrotingsuitvoering maandelijks aan de bestuurders werd doorgegeven, dat afwijkingen van de doelstellingen van de begrotingsuitvoering werden gesignaleerd per activiteit of in verband met het wetenschappelijke samenwerkingsprogramma, en dat er corrigerende maatregelen zijn genomen;

6.     roept de autoriteit echter op om verdere maatregelen te nemen zodat een bevredigende begrotingsuitvoering mogelijk wordt, zowel wat betreft vastleggingen en betalingskredieten als wat betreft de informatie aan de kwijtingsautoriteit over de geboekte vooruitgang;

7.      begrijpt van de Autoriteit dat de overstap naar het boekhoudsysteem op transactiebasis (ABAC) volgens het tijdschema van de Commissie voor september 2011 was gepland en toen ook heeft plaatsgevonden;

8.      acht het onaanvaardbaar dat de raad van bestuur van de Autoriteit slechts 15 leden telt maar dat elke vergadering gemiddeld 92 630 EUR kost, d.w.z. 6 175 EUR per lid; benadrukt dat dit bedrag bijna driemaal zo hoog is als dat van de op een na duurste raad van bestuur van een gedecentraliseerd agentschap; is van mening dat de vergaderkosten van de raad van bestuur buitensporig hoog zijn en drastisch omlaag moeten; verzoekt de Autoriteit en haar raad van bestuur de situatie onmiddellijk recht te zetten en de kwijtingsautoriteit uiterlijk op 30 juni 2012 in kennis te stellen van de genomen maatregelen;

Het proces van overdrachten en contractbeheer

9.     neemt er kennis van dat 6% (270 000 000 euro) van de vastleggingen voor operationele zaken, overgedragen uit 2009, geannuleerd moesten worden; merkt op dat dit een verbetering betekent ten opzichte van het voorgaande jaar, waarin 19% van de vastleggingen voor operationele zaken waren overgedragen uit 2008, 37% van dergelijke vastleggingen waren overgedragen uit 2007 en 26% van dergelijke vastleggingen waren overgedragen uit 2006;

10.   spoort de Autoriteit nogmaals aan haar begrotingsbeheer te verbeteren teneinde de overdracht van zulke hoge bedragen te beperken; merkt in het bijzonder op dat deze situatie laat zien dat de Autoriteit in gebreke blijft op het vlak van contractbeheer en het toezicht op verslagen en kostenoverzichten;

11.   roept de Autoriteit op om een gemeenschappelijk toezichtsysteem voor het beheer van alle contracten te ontwikkelen en in te voeren; neemt met name kennis van de afwezigheid van een centrale en gecoördineerde capaciteit op bestuursniveau, verantwoordelijk voor het toezicht op de contracten; onderstreept dat dit een risico op ondoelmatig gebruik van middelen en ongecoördineerd toezicht op contracten met zich meebrengt, en vraagt de Autoriteit zodoende om deze verantwoordelijkheden op de verschillende directieniveaus te centraliseren;

12.   dringt er daarnaast bij de Autoriteit op aan om de verslaglegging over de uitvoering van contracten te verbeteren, om te garanderen dat er een doeltreffend toezicht en beheer plaatsvindt van haar operationele activiteiten;

Aanbesteding

13. merkt naar aanleiding van opmerkingen in het jaarlijkse activiteitenverslag van de Autoriteit op dat de Autoriteit in 2010 24 aanbestedingsprocedures heeft afgerond op het gebied van communicatie en bestuur, voor een bedrag van 48 800 000 euro, en daarnaast 75 aanbestedingscontracten en 10 subsidieovereenkomsten in het kader van het wetenschappelijke samenwerkingsprogramma met een waarde van respectievelijk 5 700 000 en 2 100 000 euro;

14.   merkt op dat de Autoriteit sinds 2008 beschikt over een praktisch aanbestedingshandboek, met praktische aanwijzingen voor het personeel bij het voorbereiden en uitvoeren van aanbestedingsprocedures en de contracten die daaruit voortvloeien, en dat dit handboek regelmatig wordt bijgewerkt; merkt bovendien op dat dit handboek wordt herzien om rekening te houden met de onlangs door de Commissie aangenomen aanbestedingsregels en de herziening van het Financieel Reglement;

Personeelszaken

15.     merkt op dat 99% van de voorziene formatieplaatsen vóór einde 2010 vervuld waren of dat hiervoor een sollicitatieprocedure liep;

16.     verzoekt de Autoriteit de zwakke punten te herstellen in de procedures voor personeelswerving die de transparantie van die procedures in gevaar brengen; neemt, met name op grond van informatie van de Rekenkamer, kennis dat de Autoriteit de anonimiteit van schriftelijke examens en het slagingscijfer in de verschillende stadia van het selectieproces, na de start van het beoordelingsproces, niet heeft gewaarborgd;

17.     is bezorgd dat de Autoriteit de "zeer belangrijke" aanbeveling van de dienst Interne Audit gedurende 12 maanden heeft vertraagd, waarin de Autoriteit werd opgeroepen de contractverlengingsprocessen vast te leggen en te zorgen voor transparante besluitvorming; roept de Autoriteit daarom op tot het verschaffen van uitleg aan de kwijtingsautoriteit over de redenen voor deze vertraging, en de tekortkoming snel te herstellen;

Belangenconflict en "draaideurgevallen"

18.      merkt met name op dat in september 2010 over de directievoorzitter werd geschreven dat deze directe banden met de voedingsmiddelenindustrie had en lid was van de directie van het International Life Science Institute (ILSI) – Europe;

19.      is van mening dat een dialoog met de industrie over productbeoordelingsmethoden weliswaar legitiem en nodig is, maar dat die dialoog de onafhankelijkheid van de Autoriteit en de integriteit van risicobeoordelingsprocedures niet mag ondermijnen; verzoekt de Autoriteit derhalve de deelname, nu en in het verleden, van leden van haar raad van bestuur, haar panels of werkgroepen of haar personeel aan activiteiten van het ILSI zoals task forces, wetenschappelijke comités of voorzitterschappen van conferenties, als een situatie van belangenconflict te beschouwen;

20.      verzoekt de Rekenkamer met klem haar audit met betrekking tot belangenconflicten bij de Autoriteit af te ronden en te presenteren;

21.      herinnert eraan dat de huidige voorzitter van de raad van bestuur in 2010 heeft nagelaten melding te maken van haar lidmaatschap van het bestuur van het ILSI; merkt op dat het ILSI wordt gefinancierd door ondernemingen uit de sectoren levensmiddelen, chemische en farmaceutische producten;

22.    is daarom van mening dat er een grondige analyse van individuele meldingen en van mogelijke en feitelijke belangenconflicten moet worden uitgevoerd, om de objectiviteit en onpartijdigheid van de Autoriteit op alle activiteitenniveaus te beoordelen; roept de Autoriteit daarnaast op om een grondige toetsing uit te voeren van de belangenverklaringen van de medewerkers, deskundigen en leden van de directie, gevolgd door concrete maatregelen om een einde te maken aan belangenconflicten en om informatie te verstrekken aan het publiek; verzoekt de Autoriteit de kwijtingsautoriteit uiterlijk op 30 juni 2012 middels een gedetailleerd schriftelijk verslag te informeren over het toetsingsproces en de genomen concrete maatregelen;

23.    merkt op dat de Rekenkamer heeft vastgesteld dat het beoordelingsproces van de belangenverklaringen van de leden van de directie niet grondig of nauwkeurig genoeg is en een risico vormt voor de volledigheid en de transparantie van de procedure;

24.    is van mening dat productbeoordelingen niet alleen op gegevens van de industrie gebaseerd moeten zijn, maar naar behoren rekening moeten houden met onafhankelijke wetenschappelijke publicaties in aan collegiale toetsing onderworpen vaktijdschriften; benadrukt dat extra waakzaamheid geboden is ten aanzien van de invloed van de industrie op de ontwikkeling van richtsnoeren en beoordelingsmethoden die door de industrie gesponsorde studies niet op speculatieve gronden mogen bevoorrechten, maar op een open, transparante en evenwichtige wijze tot stand moeten komen;

25.    herinnert de autoriteit eraan dat de regels met betrekking tot de belangenverklaringen gepaard moeten gaan met bepaalde sancties wanneer deze regels niet worden nageleefd; merkt voorts op dat de autoriteit zich bovendien in haar onafhankelijke besluitvorming moet richten op het algemeen belang door alle relevante gegevens en informatie in overweging te nemen;

26.    merkt op dat een Duitse NGO zich in maart 2010 heeft gewend tot de Europese Ombudsman met de klacht dat de Autoriteit onvoldoende reageerde op een mogelijk belangenconflict met betrekking tot de overstap van het hoofd van de afdeling genetisch gemodificeerde organismen naar een biotechnologiebedrijf in 2008, minder dan twee maanden nadat de betreffende medewerker de Autoriteit had verlaten, zonder een "afkoelingsperiode";

27.    onderstreept dat de Ombudsman heeft geconcludeerd dat de Autoriteit geen grondige beoordeling van het vermeende mogelijke belangenconflict had uitgevoerd en de Autoriteit heeft opgeroepen om haar regels en procedures voor toekomstige "draaideurgevallen" beter toe te passen; benadrukt daarnaast dat de Ombudsman er eveneens op wees, dat onderhandelingen door een in dienst zijnde medewerker over een toekomstige baan die kan leiden tot een "draaideurgeval" op zichzelf al een belangenverstrengeling is, en de aanbeveling deed dat de Autoriteit de regels en procedures hierop moest aanpassen; roept de Autoriteit op om de kwijtingsautoriteit te informeren over de concreet aangenomen maatregelen en het tijdschema daarvan, zodat de conclusies van de Ombudsman op de juiste wijze kunnen worden behandeld;

28.    roept de Autoriteit nogmaals op om passende maatregelen te nemen in het geval van belangenconflict en "draaideurgevallen", ook wanneer die gevallen zich voordoen in de directie, en om de kwijtingsautoriteit en het grote publiek snel te informeren over de genomen maatregelen;

29.    merkt op dat het jaarlijks activiteitenverslag over 2010 aangeeft dat de Autoriteit een aantal initiatieven heeft genomen ter preventie en beheersing van belangenconflicten:

-  opdracht geven tot een onafhankelijk rapport ter beoordeling van de implementatie door de Autoriteit van het beleid inzake belangenverklaringen uit 2007;

-  opdracht geven tot een onafhankelijk rapport ter vergelijking van het onafhankelijkheidssysteem van de Autoriteit met de systemen van nationale en internationale vergelijkbare organisaties;

-  uitvoeren van een externe, onafhankelijke beoordeling van de beoordelingen van belangenverklaringen;

30.    juicht het toe dat de Autoriteit een nieuwe definitie van belangenconflict heeft vastgesteld, die gebaseerd is op de OESO-definitie, maar waarschuwt dat er nog meer verbetering nodig is om het beleid van de Autoriteit inzake onafhankelijkheid te versterken; benadrukt met name dat de criteria voor het definiëren van een belangenconflict verduidelijkt en verbreed moeten worden en betrekking moeten hebben op activiteiten in zowel het verleden als het heden;

31.    neemt er kennis van de Autoriteit dat er in 2011 een herziening heeft plaatsgevonden van het beleid inzake belangenverklaringen en dat haar raad van bestuur een nieuw beleid inzake onafhankelijkheid en wetenschappelijke besluitvormingsprocessen heeft vastgesteld;;

32.    merkt op dat de Autoriteit herhaaldelijk onder vuur ligt vanwege vermeende belangenconflicten waarbij leden van deskundigenpanels betrokken zijn, met name in het geval van het panel voor levensmiddelenadditieven en aan levensmiddelen toegevoegde bronnen van voedingsstoffen (ANS) en het panel voor genetisch gemodificeerde organismen (GMO); benadrukt dat acht van de panels van de Autoriteit plus haar wetenschappelijk comité in maart 2012 opnieuw worden samengesteld en dat het vermogen van de Autoriteit om het nieuwe beleid ten uitvoer te leggen onder de loep wordt genomen; verzoekt de Autoriteit derhalve de kwijtingsautoriteit uiterlijk op 30 juni 2012 schriftelijk in kennis te stellen van de maatregelen die zij genomen heeft om bij het samenstellen van haar nieuwe panels en haar nieuwe wetenschappelijk comité het nieuwe beleid inzake onafhankelijkheid en wetenschappelijke besluitvormingsprocesssen toe te passen en af te stemmen op de OESO-definitie van belangenconflicten; verzoekt de Autoriteit tevens de kwijtingsautoriteit uiterlijk op 30 juni 2012 te informeren over de nieuwe samenstelling van de panels en het wetenschappelijk comité;

33.    neemt er kennis van dat de Autoriteit in december 2010 haar procedures heeft herzien om te waarborgen dat de hand wordt gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 16, lid 2, en de artikelen 17 en 19 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, zoals vermeld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 [14] van de Raad; werd ervan in kennis gesteld dat in 2010 20 personeelsleden de Autoriteit hebben verlaten die bij hun vertrek allen een brief hebben ontvangen waarin zij aan hun verplichtingen jegens de autoriteit zijn herinnerd; dringt bij de autoriteit aan op verdere verbetering van de toepassing van haar voorschriften en procedures om "draaideurgevallen", die de Europese ombudsman onlangs onder de aandacht heeft gebracht, te voorkomen; is van mening dat problemen bij de uitvoering van het personeelsstatuut en de belangenverklaringen de geloofwaardigheid van de autoriteit ondergraven;

34.    merkt op dat de Rekenkamer de Autoriteit aan een audit heeft onderworpen in het kader van het speciaal verslag over het beheer van belangenconflicten bij de agentschappen van de Unie en begrijpt van de Rekenkamer dat dit speciaal verslag eind juni 2012 wordt gepubliceerd;

35.    ontleent aan het speciaal verslag dat de Commissie voor de toekomst een wijziging van de financiering van de Autoriteit overweegt en aan de kwijtingsautoriteit en de Raad heeft voorgesteld een gedeeltelijk op leges gebaseerde financieringsstructuur voor de Autoriteit te overwegen; merkt op dat de Commissie hieromtrent een effectbeoordeling uitvoert; geeft echter blijk van bezorgdheid dat de nieuwe door de Commissie voorgestelde financieringsmethode de onafhankelijkheid van de Autoriteit kan beïnvloeden;

Prestaties

36.   merkt op dat uit het jaarlijks activiteitenverslag van de Autoriteit blijkt dat in 2010, met de start van het e3-programma, een beoordeling van haar doelmatigheid is gestart onder leiding van externe adviseurs; neemt er kennis van dat de opstartfase van het programma betrekking had op de inrichting van een programmaportfolio, een structuur en bestuur ter voorbereiding op de structurele reorganisatie van 2011; nodigt de Autoriteit uit om de kwijtingsautoriteit te informeren over de conclusies van deze beoordeling en de door de Autoriteit aangenomen en uitgevoerde maatregelen om daarop in te spelen;

37.    is ingenomen met de plannen van de Autoriteit om haar planning voor de middellange termijn te verbeteren om de lidstaten meer te betrekken bij haar werk en haar middelen in heel Europa beter te bundelen; steunt het voornemen van de Autoriteit om meer met de lidstaten te gaan samenwerken op het gebied van risicomanagement;

38.   onderstreept dat de Autoriteit ervoor moet zorgen dat haar advies kwalitatief hoogwaardig en onafhankelijk is om te garanderen dat voldaan wordt aan de EU-veiligheidsnormen en om te zorgen voor wetenschappelijke excellentie en onafhankelijkheid met betrekking tot alle vraagstukken die directe of indirecte gevolgen hebben voor de voedselveiligheid, de veiligheid van diervoeders en gewasbescherming; beveelt, in het bijzonder ter wille van de transparantie, maatregelen aan om de interne regels inzake de opgave van de belangen van personeel van de Autoriteit en deskundigen die voor de Autoriteit werken verder te stimuleren en toe te zien op de naleving ervan;

39.    meent dat de voornaamste taken van de Autoriteit erin bestaan om onafhankelijk wetenschappelijk advies te verstrekken over aangelegenheden met rechtstreeks of onrechtstreekse gevolgen voor de voedselveiligheid, om risicobeoordelingen uit te voeren waarmee de EU-instellingen, de lidstaten en de beleidsmakers hun wet- en regelgevende maatregelen van een stevige wetenschappelijke grondslag kunnen voorzien, en om wetenschappelijke gegevens te verzamelen en te analyseren;

Interne audit

40.   neemt er kennis van dat zes "zeer belangrijke" aanbevelingen van het IAS nog moeten worden uitgevoerd en dat drie daarvan al twaalf maanden vertraagd zijn; merkt op dat deze vertragingen betrekking hebben op: informatiebeveiligingsbeheer, het contractverlengingsproces en de transparantie van besluitvorming, en het informatiebeheers- en archiveringsbeleid; roept daarom de Autoriteit op tot snelle maatregelen tegen deze tekortkomingen en het informeren van de kwijtingsautoriteit over de resultaten;

o

o o

41.   verwijst naar de aanbevelingen van vorige kwijtingsverslagen als vastgesteld in de bijlage van deze verordening;

42.   verwijst voor andere opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie van …2012 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de agentschappen.

BIJLAGE

Aanbevelingen van het Europees Parlement in de afgelopen jaren

 

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

 

2006

 

2007

 

2008

 

2009

 

Prestaties

-Afwezigheid van risicobeoordeling, vastgestelde prestatie-indicatoren, gedocumenteerde systemen of interne controleprocedures met betrekking tot de activiteiten

 

n.v.t.

-Roept de Autoriteit op om SMART-doelstellingen en RACER-indicatoren op te stellen, en een Gant-diagram te maken om een resultaatgerichte aanpak te bevorderen

-Adviseert de Autoriteit de planning en monitoring van begrotingsprocessen die verband houden met gedifferentieerde kredieten te verbeteren

-Onderstreept de noodzaak dat de Autoriteit zorgt voor onafhankelijk advies van hoge kwaliteit Beveelt maatregelen aan om interne regels inzake belangenverklaringen van personeel en deskundigen die voor de Autoriteit werken te stimuleren en toe te zien op de naleving ervan

-verzoekt de Rekenkamer de Autoriteit aan doelmatigheidscontroles te onderwerpen

 

Financieel en begrotingsbeheer/ Aanbestedingen

-Men heeft zich niet strikt gehouden aan het jaarperiodiciteitsbeginsel: Er is een groot aantal overdrachten uitgevoerd met een hoge concentratie aan het eind van het jaar (31 van de 49 overdrachten)

‑{}‑

-Zwakke punten in de aanbestedingsprocedures de selectiecriteria waren niet bekendgemaakt; de prijsbeoordelingsmethode was niet vastgesteld totdat de beoordelingsprocedure al gaande was; vage omschrijving van de kwaliteitscriteria

-Men heeft zich niet strikt gehouden aan het jaarperiodiciteitsbeginsel: zwakke punten in de programmering en begroting van de geplande activiteiten

 

-Zwakke punten in de aanbestedingsprocedures: met betrekking tot de bijdragen van de Commissie aan Kroatië en Turkije (pre-accessiestrategie): deze hadden voor de begroting als bestemmingsontvangsten behandeld moeten worden. Echter, deze ontvangsten werden behandeld alsof zij onderdeel waren van de gebruikelijke subsidie van de Gemeenschap

-Men heeft zich niet strikt gehouden aan het jaarperiodiciteitsbeginsel: zwakke punten in de programmering, het toezicht op contractuele termijnen en de begroting van de Autoriteit

1) spoort de Autoriteit aan haar begrotingsbeheer te verbeteren teneinde de overdrachtsbedragen te verminderen: 23% in 2008; 16% in 2007; 20% in 2006;

2) Een hoog percentage verplichtingen moest worden geannuleerd (37% van de verplichtingen voor operationele activiteiten die waren overgedragen uit 2007 en 26% uit 2006)

-Roept de Commissie op om te onderzoeken hoe gezorgd kan worden dat het principe van op behoeften gebaseerd liquiditeitenbeheer volledig wordt toegepast→ hoge liquiditeitenreserves (19 990 492,26 euro)

-verzoekt de Autoriteit over te gaan tot een versterking van de begrotingsprocessen inzake gesplitste kredieten en de planning en controle van haar meerjarige uitvoering

-roept de Autoriteit op om haar begrotingsbeheer te verbeteren, zodat de hoge overdrachten worden verminderd, benadrukt dat de Rekenkamer heeft gewezen op kredietoverdrachten naar het volgende jaar in de zin dat deze situatie wijst op zwakke punten in het contractbeheer van de Autoriteit en het toezicht op transactieverslagen en kostenspecificaties

-de Rekenkamer wees erop dat de vastleggingen voor operationele activiteiten die van het voorgaande jaar waren overgedragen geannuleerd moesten worden, en drong er bij de Autoriteit op aan om deze situatie te veranderen en de Rekenkamer op de hoogte te brengen van de genomen maatregelen

-Merkt op dat de Rekenkamer moeilijkheden heeft geconstateerd bij de invoering van het werkprogramma voor 2009, roept de Autoriteit op om de nodige maatregelen te nemen om deze gebreken te herstellen

Bijlage

Aanbevelingen van het Europees Parlement in de afgelopen jaren

 

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

 

2006

 

2007

 

2008

 

2009

 

 

Personeelszaken

-Geen realistische wervingsdoelstellingen

-de Autoriteit was in staat haar wervingsdoelstellingen te bereiken en in 273 van de 300 posten uit haar personeelsformatie te voorzien. Uit de controle van de wervingsprocedures bleek dat doorgaans noch over de weging van de toe te passen selectiecriteria, noch over de drempelwaarden voor de overgang naar het volgende stadium van de vergelijkende onderzoeken een besluit was genomen door het selectiecomité binnen de in de vacature vastgestelde termijn.

 

 

n.v.t.

 

 

 

                                  n.v.t.

 

 

Interne audit

 

n.v.t.

 

n.v.t.

a- aan 20 van de 25 (80%) aanbevelingen van de dienst Interne audit van de Commissie en de interne controle-instanties van de Autoriteit is uitvoering gegeven

-is bezorgd dat van de 48 aanbevelingen 1 als kritiek wordt beschouwd, 27 als zeer belangrijk en 20 als belangrijk, maar dat er aan de kwijtingsautoriteit geen informatie is verstrekt over de inhoud van deze aanbevelingen; roept de directeur van de Autoriteit op om deze informatie te verstrekken

-herhaalt zijn vraag aan de Autoriteit om passende maatregelen in geval van belangenconflict, nodigt de Autoriteit uit om een enquête te organiseren over mogelijke belangenverstrengeling onder het hoger wetenschappelijk personeel, het bestuur van de organisatie en commissieleden, zodat mogelijke omissies in de belangenverklaringen kunnen worden vastgesteld en zodat tijdig actie kan worden ondernomen

24.1.2012

ADVIES van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

aan de Commissie begrotingscontrole

inzake het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0286/2011 - 2011/2226(DEC))

Rapporteur voor advies: Jutta Haug

SUGGESTIES

De Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid verzoekt de ten principale bevoegde Commissie begrotingscontrole onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  meent dat de voornaamste taken van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid erin bestaan om onafhankelijk wetenschappelijk advies te verstrekken over aangelegenheden met rechtstreeks of onrechtstreekse gevolgen voor de voedselveiligheid, om risicobeoordelingen uit te voeren waarmee de EU-instellingen, de lidstaten en de beleidsmakers hun wet- en regelgevende maatregelen van een stevige wetenschappelijke grondslag kunnen voorzien, en om wetenschappelijke gegevens te verzamelen en te analyseren;

2.  neemt er kennis van dat de autoriteit in 2010 kon beschikken over 74 700 000 euro (ten opzichte van 71 400 000 euro in 2009), een bedrag dat integraal uit de begroting van de Unie komt;

3.  merkt op dat de Rekenkamer geen bijzondere opmerkingen formuleerde en de jaarrekening van de autoriteit voor 2010 betrouwbaar, wettig en regelmatig noemt; herinnert niettemin aan de opmerkingen van de Rekenkamer met betrekking tot de herziening van de belangenverklaringen van de leden van de raad van bestuur en met betrekking tot de aanwervingsprocedures; neemt in dit verband kennis van de antwoorden van de autoriteit;

4.  herinnert eraan dat de huidige voorzitter van de raad van bestuur in 2010 heeft nagelaten melding te maken van haar lidmaatschap van het bestuur van het International Life Sciences Institute (ILSI); merkt op dat het ILSI wordt gefinancierd door ondernemingen uit de sectoren levensmiddelen, chemische en farmaceutische producten;

5.  herinnert de autoriteit eraan dat de regels met betrekking tot de belangenverklaringen gepaard moeten gaan met bepaalde sancties wanneer deze regels niet worden nageleefd; merkt voorts op dat de autoriteit zich bovendien in haar onafhankelijke besluitvorming moet richten op het algemeen belang door alle relevante gegevens en informatie in overweging te nemen;

6.  neemt er kennis van dat de autoriteit in december 2010 haar procedures heeft herzien om te waarborgen dat de hand wordt gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 16, lid 2, en de artikelen 17 en 19 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, zoals vermeld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad[15]; is ervan in kennis gesteld dat in 2010 20 personeelsleden de autoriteit hebben verlaten die bij hun vertrek allen een brief hebben ontvangen waarin zij aan hun verplichtingen jegens de autoriteit zijn herinnerd; dringt bij de autoriteit aan op verdere verbetering van de toepassing van haar voorschriften en procedures om "draaideurgevallen", die de Europese ombudsman onlangs onder de aandacht heeft gebracht, te voorkomen; is van mening dat problemen bij de uitvoering van het personeelsstatuut en de belangenverklaringen de geloofwaardigheid van de autoriteit ondergraven;

7.  verzoekt de autoriteit de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid tweemaal per jaar in te lichten over de verbetering van de uitvoering van de maatregelen met betrekking tot het personeel en de deskundigen; is op grond van de beschikbare gegevens van mening dat de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid kwijting verleend kan worden met betrekking tot de uitvoering van de begroting van de autoriteit voor het begrotingsjaar 2010.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

24.1.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

51

10

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

János Áder, Elena Oana Antonescu, Kriton Arsenis, Pilar Ayuso, Paolo Bartolozzi, Milan Cabrnoch, Martin Callanan, Nessa Childers, Yves Cochet, Chris Davies, Esther de Lange, Anne Delvaux, Bas Eickhout, Edite Estrela, Jill Evans, Karl-Heinz Florenz, Elisabetta Gardini, Julie Girling, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Cristina Gutiérrez-Cortines, Satu Hassi, Jolanta Emilia Hibner, Dan Jørgensen, Karin Kadenbach, Christa Klaß, Holger Krahmer, Jo Leinen, Peter Liese, Zofija Mazej Kukovič, Linda McAvan, Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė, Miroslav Ouzký, Vladko Todorov Panayotov, Gilles Pargneaux, Andres Perello Rodriguez, Sirpa Pietikäinen, Mario Pirillo, Pavel Poc, Frédérique Ries, Oreste Rossi, Dagmar Roth-Behrendt, Kārlis Šadurskis, Daciana Octavia Sârbu, Horst Schnellhardt, Richard Seeber, Theodoros Skylakakis, Bogusław Sonik, Salvatore Tatarella, Anja Weisgerber, Åsa Westlund, Glenis Willmott, Sabine Wils, Marina Yannakoudakis

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Jutta Haug, Bill Newton Dunn, Rovana Plumb, Michèle Rivasi, Eleni Theocharous, Anna Záborská, Andrea Zanoni

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

27.3.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

19

6

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jean-Pierre Audy, Ryszard Czarnecki, Tamás Deutsch, Martin Ehrenhauser, Jens Geier, Gerben-Jan Gerbrandy, Ingeborg Gräßle, Cătălin Sorin Ivan, Iliana Ivanova, Monica Luisa Macovei, Jan Mulder, Eva Ortiz Vilella, Aldo Patriciello, Crescenzio Rivellini, Petri Sarvamaa, Theodoros Skylakakis, Bogusław Sonik, Bart Staes, Georgios Stavrakakis, Søren Bo Søndergaard, Michael Theurer

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Amelia Andersdotter, Philip Bradbourn, Zuzana Brzobohatá, Edit Herczog, Véronique Mathieu, Derek Vaughan

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Louis Grech

  • [1]  PB C 366 van 15.12.2011, blz. 106.
  • [2]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [3]  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.
  • [4]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [5]  PB C 366 van 15.12.2011, blz. 106.
  • [6]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [7]  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.
  • [8]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [9]  PB C 366 van 15.12.2011, blz. 106.
  • [10]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [11]  PB L 31 van 01.02.02, blz. 1.
  • [12]  PB L 357 van 31.12.02, blz. 72.
  • [13]  PB L 250 van 27.9.2011, blz. 162.
  • [14]             PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.
  • [15]             PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.