VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010

4.4.2012 - (C7‑0275/2011 – 2011/2214(DEC))

Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Monica Luisa Macovei

Procedure : 2011/2214(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0116/2012

1. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010

(C7‑0275/2011 – 2011/2214(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010,

–   gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010, tezamen met de antwoorden van de Stichting[1],

–   gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7‑0051/2012),

–   gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[2], en met name artikel 185,

–   gezien Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden[3], en met name artikel 16,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[4], houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en met name artikel 94,

–   gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A7‑0116/2012),

1.  verleent de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2010;

2.  formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

2. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over de afsluiting van de rekeningen van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010

(C7‑0275/2011 – 2011/2214(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010,

–   gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010, tezamen met de antwoorden van de Stichting[5],

–   gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7‑0051/2012),

–   gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[6], en met name artikel 185,

–   gezien Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden[7], en met name artikel 16,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[8], houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en met name artikel 94,

–   gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A7‑0116/2012),

1.  gaat akkoord met de afsluiting van de rekeningen van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010;

2.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

3. ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010

(C7‑0275/2011 – 2011/2214(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010,

–   gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010, tezamen met de antwoorden van de Stichting[9],

–   gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7‑0051/2012),

–   gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[10], en met name artikel 185,

–   gezien Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden[11], en met name artikel 16,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[12], houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en met name artikel 94,

–   gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A7‑0116/2012),

A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

B.  overwegende dat het Parlement op 10 mei 2011 de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2009[13], en in zijn resolutie, waarvan deze kwijting vergezeld ging, onder andere:

      -  de Stichting verzocht heeft om bewijzen voor te leggen van haar beslissingen op het vlak van personeelsselectie (bv. bewijs van de drempels voor kandidaten aan het begin van de wervingsprocedure) om de transparantie van de wervingsprocedures te garanderen,

      -  de Stichting opgeroepen heeft om ervoor te zorgen dat kredieten pas beschikbaar gesteld worden wanneer de overeenkomstige toegewezen ontvangsten binnengekomen zijn,

      -  opgemerkt heeft dat de Rekenkamer zich genoodzaakt zag een opmerking te maken over de begrotings- en financiële staat van de Stichting, die ernstige tekortkomingen vertoonde, met name zwakke punten in de financiële organisatie van de Stichting;

C. overwegende dat de totale begroting van de Stichting voor 2010 20 900 000 EUR bedroeg, hetgeen een toename van 3,4% betekent ten opzichte van het begrotingsjaar 2009; overwegende dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de begroting van de Stichting voor 2010 19 067 159 EUR bedroeg ten opzichte van 19 450 000 EUR in 2009[14], een afname van 0,97%;

Follow-up van de opmerkingen van de Rekenkamer van 2009

1.  neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag kennis van dat de Stichting onderstaande verbintenissen aanging en maatregelen trof naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van 2009:

–   de Stichting heeft zich ertoe verbonden meer aandacht te besteden aan het feit dat kredieten in de toekomst pas beschikbaar gesteld mogen worden wanneer de overeenkomstige ontvangsten zijn binnengekomen,

–   de Stichting heeft zich ertoe verbonden aanzienlijk meer inspanningen te leveren voor de sluiting van de rekeningen van 2010 via aanvullende opleiding en middelen; er werd voor gezorgd dat alle termijnen voor de rekeningen van 2010 nageleefd werden, en dat er geen grote tekortkomingen vastgesteld werden in de voorlopige rekeningen van 2010,

–   de ontbrekende lijst van uitzonderingen werd op 1 juli 2010 toegepast,

–   wat de procedures voor personeelsselectie betreft, is er geen bewijs gevonden waaruit zou blijken dat de drempelvoorwaarden waaraan kandidaten moesten voldoen om uitgenodigd te worden voor een gesprek en om op de reservelijst geplaatst te worden, op voorhand waren vastgelegd alvorens de aanvragen onderzocht werden; de Stichting heeft de drempelvoorwaarden nu opgenomen in de verslagen van haar selectiecomité,

–   de Stichting heeft maatregelen getroffen om de evaluatie- en beoordelingsprocedures verder te versterken om fouten in de aanbestedingsprocedure in de toekomst te vermijden;

2.  verzoekt de Rekenkamer om aan de kwijtingsautoriteit te bevestigen dat deze maatregelen en verbintenissen volstaan om de tekortkomingen die in 2009 door de Rekenkamer werden vastgesteld bij de Stichting, weg te werken;

Financieel en begrotingsbeheer

3.  herinnert eraan dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan de Stichting 19 067 159 EUR bedroeg voor 2010; merkt echter op dat daar 762 841 EUR aan toegevoegd werd uit de terugvordering van overschotten, wat resulteert in een totale bijdrage van de Unie van 19 830 000 EUR voor 2010;

4.  neemt er via de gegevens in haar jaarrekening kennis van dat de Stichting net voor het einde van het jaar 2010 een gewijzigde begroting van in totaal 20 848 000 EUR heeft gepubliceerd; betreurt het gebrek aan informatie van de Stichting over de redenen voor die wijziging; verzoekt de Stichting om de situatie recht te zetten en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van deze kwestie;

5.  neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag kennis van dat de Stichting een bestedingspercentage van 98% bereikte voor de vastleggingskredieten; neemt er via de jaarrekeningen in het bijzonder kennis van dat de bestedingspercentages van de Stichting onder titel I (personeelsuitgaven), titel 2 (administratie) en titel 3 (huishoudelijke kosten) respectievelijk 99,8%, 95,1% en 96% bedroegen;

6.  concludeert uit de jaarrekening van de Stichting dat de besteding van de kredieten die werden overgedragen van 2009 naar 2010 96,1% bedroeg op het vlak van betalingen, ten opzichte van 94,2% in 2009;

Personeelszaken

7.  neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag van de Stichting kennis van dat het percentage van de vacatures voor personeel dat werd ingevuld, namelijk 91%, gestegen is in 2010, ten opzichte van 2009 (78%);

Prestaties

8.  onderstreept dat de belangrijkste activiteit van de Stichting erin bestaat bij te dragen aan het verbeteren van de levens- en arbeidsomstandigheden door de kennis hierover uit te breiden en via netwerken en onderzoeken te verspreiden; merkt op dat 68% van het personeel van de Stichting zich met die beleidsactiviteiten bezighoudt, terwijl de rest van het personeel administratieve taken uitvoert; is daarom van mening dat het bijzonder belangrijk is dat de kwijtingsautoriteit de efficiëntie en effectiviteit van het beheerproces in de Stichting evalueert;

9.  merkt in het bijzonder op dat de Stichting in 2010 de volgende activiteiten heeft uitgevoerd binnen haar netwerk van Europese waarnemingscentra en onderzoeken:

–   binnen het Europees waarnemingscentrum voor arbeidsverhoudingen (EIRO): 357 informatie-updates toegevoegd; vijf representativiteitsonderzoeken; jaarlijkse bijwerking van gegevens over loon en werktijd en vakbondsactie; jaarlijkse evaluatie van arbeidsverhoudingen; zes vergelijkende analyses,

–   binnen het Europees waarnemingscentrum voor arbeidsomstandigheden (EWCO): 107 informatie-updates toegevoegd; zes vergelijkende analytische verslagen over beroepsbevordering van migrerende werknemers en zelfstandigen,

–   binnen het Europees waarnemingscentrum voor herstructureringen (ERM): 1 258 herstructureringsfactsheets toegevoegd; vier vergelijkende analytische verslagen,

–   in haar tweede Europees onderzoek inzake levenskwaliteit: secundair analyseverslag over gezinsleven en werk,

–   in haar derde Europees onderzoek inzake levenskwaliteit: voorbereiding van veldwerk,

–   in haar vijfde Europees onderzoek naar arbeidsomstandigheden: veldwerk met 44 000 interviews in 34 landen; publicatie van de eerste bevindingen (samenvatting),

–   in haar Europees onderzoek naar bedrijven: overzichtsverslag gepubliceerd, secundaire analyse inzake flexibiliteitsprofielen van bedrijven en inzake deeltijdwerk;

10. dringt er bij de Stichting op aan om alle beslissingen van de raad van bestuur inzake onderzoeken te registreren aangezien de efficiëntie en effectiviteit waarmee deze beslissingen worden meegedeeld, mogelijk beïnvloed worden door het gebrek aan degelijke normen voor het documenteren van de genomen beslissingen; erkent in het bijzonder dat de Stichting op dat vlak tekortschiet en dat de voorzitter van de raad van bestuur de genomen beslissingen niet noodzakelijk ondertekent en dateert;

11. merkt bovendien op dat de raadgevende comités van de Stichting, die ervoor verantwoordelijk zijn dat de raad van bestuur een reactie geeft op de voorbereidings- en evaluatiefases van onderzoeken, niet over een mandaat noch over een huishoudelijk reglement beschikken voor de organisatie van hun vergaderingen; is van mening dat deze tekortkomingen tot een verkeerd begrip van de rol en de verantwoordelijkheden van de raadgevende comités kunnen leiden, wat nadelige gevolgen heeft voor de voorbereiding van de onderzoeken; roept de Stichting er derhalve toe op om deze situatie recht te zetten en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de in dat verband getroffen maatregelen;

12. verzoekt de Stichting tevens om schriftelijke procedures uit te werken waarin haar kernactiviteiten worden omschreven; onderstreept dat dit de Stichting zou kunnen helpen om haar middelen efficiënt te beheren en mogelijke zwakke punten op te sporen;

13. neemt echter nota van de inspanningen van de Stichting om de controlemaatregelen te versterken die dienen om de kwaliteit van haar onderzoeken te verbeteren; merkt in het bijzonder op dat het personeel van de Stichting sommige landen waar de onderzoeken worden uitgevoerd, bezoekt om na te gaan hoe contractanten hun interviews uitvoeren en dat haar personeel de bij de onderzoeken gebruikte vragenlijst test door in sommige landen cognitieve interviews te houden inzake een beperkt aantal elementen uit het monster;

Interne audit

14. merkt op dat de adjunct-directeur van de Stichting sinds februari 2010 de functie coördinator interne controle bekleedt; neemt nota van het feit dat het jaarlijkse werkprogramma voor interne controles gemonitord wordt tijdens driemaandelijkse vergaderingen van een comité voor interne controles met het hoofd van de administratie, het hoofd van personeelszaken en het hoofd van activiteiten;

15. neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag van de Stichting kennis van dat de activiteiten voor interne audit in 2010 gestoeld waren op het strategische auditplan 2009-2011 dat gebaseerd is op de risicobeoordeling uit 2008; merkt eveneens op dat er een nieuwe risicobeoordeling werd uitgevoerd in februari 2011, die geleid heeft tot een nieuw strategisch auditplan voor 2011-2013, dat de volgende thema's behelst:

–   audit betreffende het beheer van onderzoeken – tweede fase (2011),

–   verslaglegging/bouwstenen van kwaliteitsborging (2012);

16. merkt bovendien op dat de toekomstige thema's voor 2012/2013 de volgende zijn:

–   beheer van personeelszaken: werving, opleiding, beoordeling en bevorderingssysteem,

–   kwaliteitsbeheer producten / betrekkingen met klanten / beheer van de betrekkingen met belanghebbenden,

–   documentenbeheer,

–   beheer van vergaderingen;

17. merkt op dat de dienst Interne Audit gepland had om in 2010 een audit uit te voeren betreffende het beheer van de onderzoeken door de Stichting; is bezorgd over het feit dat de IAS vanwege de beperkte beschikbaarheid van essentieel personeel van de Stichting tijdens de auditprocedure en vanwege de onvolledige documentatie van het beheer van de onderzoeken onvoldoende auditbewijs kon verzamelen voor bepaalde modules van het risicogebaseerde toepassingsgebied; merkt echter op dat er aan het begin van 2011 een aanvullende fase van deze audit werd uitgevoerd en dat de resultaten daarvan voorgesteld zullen worden in het jaarverslag betreffende interne audits voor 2011; verzoekt de Stichting om dit verslag tijdig aan de kwijtingsautoriteit te overhandigen;

18. is bezorgd over het feit dat de aanbeveling van de IAS betreffende de validering van boekhoudsystemen werd uitgesteld; merkt in het bijzonder op dat deze aanbeveling door de IAS als "kritiek" wordt beschouwd; dringt er daarom bij de Stichting op aan om onmiddellijk stappen te ondernemen en om de kwijtingsautoriteit in kennis te stellen van de maatregelen die getroffen werden om deze tekortkoming weg te werken;

19. stelt vast dat vijf "zeer belangrijke" aanbevelingen van de IAS eind 2010 nog hangende waren; merkt op dat deze aanbevelingen betrekking hadden op de behoefte aan:

–   het documenteren van de procedure voor het beheer van onderzoeken,

–   het waarborgen dat de informatie voor het plannen van onderzoeken nauwkeurig en van goede kwaliteit is en het monitoren van de geplande activiteiten,

–   het bijwerken van het procedurehandboek voor aanbestedingen en het versterken van de naleving en de goede praktijken,

–   het documenteren van financiële circuits;

–   het instellen van een methodologie voor ex-post controle;

     neemt er via het jaarlijkse activiteitenverslag van de Stichting kennis van dat van drie "zeer belangrijke" aanbevelingen inzake financieel beheer wordt gemeld dat er door de Stichting gevolg aan is gegeven, terwijl het jaarverslag betreffende interne audits stelt dat zij vertraging hebben opgelopen ten opzichte van het aanvankelijke actieplan van de Stichting; verzoekt de IAS daarom om de kwijtingsautoriteit onverwijld te informeren over de feitelijke stand van zaken met betrekking tot deze specifieke aanbevelingen;

20. dringt er bij de Stichting op aan om werk te maken van de aanbevelingen die door de IAS werden gedaan en om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de maatregelen die daartoe getroffen werden;

21. stelt echter, op basis van het jaarlijkse activiteitenverslag van de Stichting naar aanleiding van de aanbeveling van de IAS betreffende financieel beheer in 2009, vast dat de procedure voor ex-post verificatie werd herzien en bijgewerkt met een risicobeoordeling voor de rechtvaardiging van de keuze van de monstergrootte;

-o0o-

22. vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen uit eerdere kwijtingsverslagen, zoals toegelicht in de bijlage bij deze resolutie;

23. verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie van … 2012 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de agentschappen.

BIJLAGE

Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

 

Europese Stichting ter verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

2006

2007

2008

2009

 

Prestaties

n.b.

n.b.

- verzoekt de Stichting om een diachronische analyse van de tijdens dit en vorig jaar uitgevoerde werkzaamheden uit te werken, vergelijkbaar met de ex-post analyse die de voorbije jaren werd uitgevoerd;

- moedigt de Stichting aan haar "Eurofound-systeem van prestatiebeoordeling" verder te ontwikkelen om ervoor te zorgen dat de resultaten van de prestatiebeoordeling worden teruggekoppeld naar de beslissings- en planningsprocessen van de directie en dat er periodieke onderzoeken worden uitgevoerd om feedback van doelgroepen te krijgen;

- onderschrijft de aanbevelingen van de externe beoordelaars om de doelgroepen van de Stichting op nationaal niveau beter te definiëren en om een netwerk van contactpunten in te stellen op basis van de nationale autoriteiten die in de raad van bestuur van de Stichting vertegenwoordigd zijn;

 

Overgedragen huishoudelijke

kredieten

Het uitvoeringspercentage voor de vastleggingskredieten van 2006 bedroeg meer dan 97%. Voor de beleidsuitgaven bedroeg het overdrachtpercentage 43%. Het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit werd niet strikt in acht genomen.

n.b.

De Stichting dient actie te ondernemen om tekortkomingen bij de planning en programmering weg te werken om te voldoen aan het beginsel van jaarperiodiciteit.

- verzoekt de Stichting om ervoor te zorgen dat kredieten pas beschikbaar gesteld worden, wanneer de overeenkomstige toegewezen ontvangsten binnengekomen zijn;

- merkt op dat de Rekenkamer zich genoodzaakt zag een opmerking te maken over de begrotings- en financiële staat van de Stichting, die ernstige tekortkomingen vertoonde, in het bijzonder zwakke punten in de financiële organisatie van de Stichting;

Begrotings-overschrijvingen zonder bewijsstukken

n.b.

n.b.

Begrotingsoverschrijvingen waren onvoldoende gerechtvaardigd.

 

n.b.

Bijlage

Aanbevelingen van het Europees Parlement van de afgelopen jaren

 

Europese Stichting ter verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

2006

2007

2008

2009

 

Aanbestedingsprocedures

n.b.

- onregelmatigheden ten aanzien van de financiële evaluatieprocedure en selectiecriteria waardoor er geen degelijke evaluatie van de financiële capaciteit van de kandidaten kon worden uitgevoerd;

- verzoekt de Stichting ervoor te zorgen dat er beter toezicht wordt gehouden op de uitvoering van door haar aangegane contracten en dat de planning van haar aanbestedingsprocedures wordt verbeterd;

- verzoekt de Stichting om maatregelen te treffen om haar evaluatie- en herzieningsprocedure te verbeteren om te vermijden dat fouten bij de aanbestedingsprocedure zich in de toekomst herhalen;

 

Personeelszaken

De wervingsprocedure is niet volledig transparant en niet-discriminerend.

De wervingsprocedure is niet volledig transparant en niet-discriminerend.

- verzoekt de Stichting om maatregelen te treffen om het vertrek van belangrijke personeelsleden op voorhand beter voor te bereiden; om het aantal personeelsleden op een transparante manier te vermelden in het activiteitenverslag.

Er werden verbeteringen aangebracht in de wervingsprocedures van de Stichting.

- verzoekt de Stichting om bewijzen voor te leggen ter ondersteuning van haar beslissingen voor personeelsselectie om de transparantie van de wervingsprocedures te garanderen; - dringt er bij de Stichting op aan om de situatie snel recht te zetten en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de geboekte vooruitgang;

 

Interne audit

- verzoekt om het financiële beheer te verbeteren: i.e. twee contracten werden niet ingeschreven in de begroting van het desbetreffende jaar;

- verzoekt om het financiële beheer te verbeteren: i.e. invorderbare btw over het begrotingsjaar 2007 ten bedrage van 376,611 euro werd aan het eind van het jaar niet ingevorderd;

- verzoekt de Stichting om maatregelen te treffen om haar financiële staten te verbeteren;

- verzoekt de Stichting om stappen te ondernemen om 28 van de 54 aanbevelingen van de dienst Interne Audit toe te passen → om de internecontrolenormen toe te passen; om toezicht uit te oefenen op de tenuitvoerlegging van andere internecontrolenormen; om een doeltreffend plannings- en monitoringssysteem in te voeren

2 van de 8 aanbevelingen van de IAS werden toegepast;

- dringt er bij de Stichting op aan om de aanbevelingen uit het IAS-verslag inzake financieel beheer onverwijld toe te passen en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de in dat verband geboekte vooruitgang;

15.2.2012

ADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

aan de Commissie begrotingscontrole

inzake het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0275/2011 – 2011/2214(DEC))

Rapporteur voor advies: Csaba Őry

SUGGESTIES

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie begrotingscontrole onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  wijst op de bevestiging van de Rekenkamer dat de jaarrekening over een begroting van 20.800.000 EUR overeenkomt met de daadwerkelijke financiële situatie van de stichting op 31 december 2010, en dat de verrichtingen en kasstromen voor dit begrotingsjaar stroken met de financiële regels van de stichting;

2.  is ingenomen met de verklaring van de Rekenkamer dat de jaarrekening van de stichting voor het begrotingsjaar 2010 wettig en regelmatig is.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

13.2.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

38

1

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Regina Bastos, Pervenche Berès, Vilija Blinkevičiūtė, Philippe Boulland, Alejandro Cercas, Derek Roland Clark, Marije Cornelissen, Frédéric Daerden, Karima Delli, Thomas Händel, Marian Harkin, Roger Helmer, Nadja Hirsch, Martin Kastler, Ádám Kósa, Jean Lambert, Veronica Lope Fontagné, Olle Ludvigsson, Thomas Mann, Elisabeth Morin-Chartier, Csaba Őry, Siiri Oviir, Rovana Plumb, Konstantinos Poupakis, Sylvana Rapti, Licia Ronzulli, Elisabeth Schroedter, Joanna Katarzyna Skrzydlewska, Jutta Steinruck, Traian Ungureanu, Andrea Zanoni, Inês Cristina Zuber

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Georges Bach, Tamás Deutsch, Sergio Gutiérrez Prieto, Anthea McIntyre, Antigoni Papadopoulou, Evelyn Regner

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Phil Bennion, Zuzana Brzobohatá, Anna Záborská

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

27.3.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

21

2

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jean-Pierre Audy, Ryszard Czarnecki, Tamás Deutsch, Martin Ehrenhauser, Jens Geier, Gerben-Jan Gerbrandy, Ingeborg Gräßle, Cătălin Sorin Ivan, Iliana Ivanova, Monica Luisa Macovei, Jan Mulder, Eva Ortiz Vilella, Aldo Patriciello, Crescenzio Rivellini, Petri Sarvamaa, Theodoros Skylakakis, Bart Staes, Georgios Stavrakakis, Michael Theurer

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Amelia Andersdotter, Philip Bradbourn, Zuzana Brzobohatá, Edit Herczog, Derek Vaughan

  • [1]  PB C 366 van 15.12.2011, blz. 150.
  • [2]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [3]  PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1.
  • [4]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [5]  PB C 366 van 15.12.2011, blz. 150.
  • [6]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [7]  PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1.
  • [8]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [9]  PB C 366 van 15.12.2011, blz. 150.
  • [10]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [11]  PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1.
  • [12]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [13]  PB L 250 van 27.9.2011, blz. 210.
  • [14]  PB L 64 van 12.3.2010, blz. 505.