VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2010

4.4.2012 - (C7‑0290/2011 – 2011/2230(DEC))

Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Monica Luisa Macovei

Procedure : 2011/2230(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0119/2012

1. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2010

(C7‑0290/2011 – 2011/2230(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2010,

–   gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Politieacademie betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Academie[1],

–   gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

–   gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[2], en met name artikel 185,

–   gezien Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA)[3], en met name artikel 16,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[4], en met name artikel 94,

–   gezien Beschikking C(2011)4680 van de Commissie van 30 juni 2011 houdende inwilliging van een verzoek van de Europese Politieacademie om een derogatie van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

–   gezien het verslag van de Europese Politieacademie van 12 juli 2010 over de terugbetaling van privé-uitgaven (10/0257/KA),

–   gezien de externe audit over de terugbetaling van privé-uitgaven waartoe de Europese Politieacademie opdracht heeft gegeven (contract CEPOL/2010/001),

–   gezien het eindverslag over de vijfjaarlijkse externe evaluatie van de Europese Politieacademie (contract CEPOL/CT/2010/002),

–   gezien het jaarverslag 2009 van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid,

–   gezien het vierde voortgangsverslag van de Europese Politieacademie over de uitvoering van haar meerjarenactieplan 2010-2014,

–   gezien het verslag van de Rekenkamer over de uitvoering van het meerjarenactieplan 2010-2014 van de Europese Politieacademie,

–   gezien de nota van de dienst Interne audit (IAS) van 4 juli 2011 (Ares-ref. (2011) 722479) over het derde voortgangsverslag van de Europese Politieacademie over de uitvoering van haar meerjarenactieplan 2010-2014,

–   gezien het verslag en de bijlagen daarbij van de Europese Politieacademie over de uitvoering van de resolutie van het Europees Parlement over "Kwijting 2009: Europese Politieacademie",

–   gezien het verslag en de bijlage daarbij van de Europese Politieacademie over de toepassing van haar handleiding voor aanbestedingen in de periode 1 juli 2010 - 1 juli 2011,

–   gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0119/2012),

1.  verleent de directeur van de Europese Politieacademie kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Academie voor het begrotingsjaar 2010;

2.  formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van de Europese Politieacademie, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

2. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over de afsluiting van de rekeningen van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2010

(C7‑0290/2011 – 2011/2230(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2010,

–   gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Politieacademie betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Academie[5],

–   gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

–   gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[6], en met name artikel 185,

–   gezien Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA)[7], en met name artikel 16,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[8], en met name artikel 94,

–   gezien Beschikking C(2011)4680 van de Commissie van 30 juni 2011 houdende inwilliging van een verzoek van de Europese Politieacademie om een derogatie van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

–   gezien het verslag van de Europese Politieacademie van 12 juli 2010 over de terugbetaling van privé-uitgaven (10/0257/KA),

–   gezien de externe audit over de terugbetaling van privé-uitgaven waartoe de Europese Politieacademie opdracht heeft gegeven (contract CEPOL/2010/001),

–   gezien het eindverslag over de vijfjaarlijkse externe evaluatie van de Europese Politieacademie (contract CEPOL/CT/2010/002),

–   gezien het jaarverslag 2009 van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid,

–   gezien het vierde voortgangsverslag van de Europese Politieacademie over de uitvoering van haar meerjarenactieplan 2010-2014,

–   gezien het verslag van de Rekenkamer over de uitvoering van het meerjarenactieplan 2010-2014 van de Europese Politieacademie,

–   gezien de nota van de dienst Interne audit (IAS) van 4 juli 2011 (Ares-ref. (2011) 722479) over het derde voortgangsverslag van de Europese Politieacademie over de uitvoering van haar meerjarenactieplan 2010-2014,

–   gezien het verslag en de bijlagen daarbij van de Europese Politieacademie over de uitvoering van de resolutie van het Europees Parlement over "Kwijting 2009: Europese Politieacademie",

–   gezien het verslag en de bijlage daarbij van de Europese Politieacademie over de toepassing van haar handleiding voor aanbestedingen in de periode 1 juli 2010 - 1 juli 2011,

–   gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0119/2012),

1.  gaat akkoord met de afsluiting van de rekeningen van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2010;

2.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van de Europese Politieacademie, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

3. ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2010

(C7‑0290/2011 – 2011/2230(DEC))

Het Europees Parlement,

–   gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2010,

–   gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Politieacademie betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Academie[9],

–   gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 – C7-0051/2012),

–   gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[10], en met name artikel 185,

–   gezien Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA)[11], en met name artikel 16,

–   gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[12], en met name artikel 94,

–   gezien Beschikking C(2011)4680 van de Commissie van 30 juni 2011 houdende inwilliging van een verzoek van de Europese Politieacademie om een derogatie van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

–   gezien het verslag van de Europese Politieacademie van 12 juli 2010 over de terugbetaling van privé-uitgaven (10/0257/KA),

–   gezien de externe audit over de terugbetaling van privé-uitgaven waartoe de Europese Politieacademie opdracht heeft gegeven (contract CEPOL/2010/001),

–   gezien het eindverslag over de vijfjaarlijkse externe evaluatie van de Europese Politieacademie (contract CEPOL/CT/2010/002),

–   gezien het jaarverslag 2009 van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid,

–   gezien het vierde voortgangsverslag van de Europese Politieacademie over de uitvoering van haar meerjarenactieplan 2010-2014,

–   gezien het verslag van de Rekenkamer over de uitvoering van het meerjarenactieplan 2010-2014 van de Europese Politieacademie,

–   gezien de nota van de dienst Interne audit (IAS) van 4 juli 2011 (Ares-ref. (2011) 722479) over het derde voortgangsverslag van de Europese Politieacademie over de uitvoering van haar meerjarenactieplan 2010-2014,

–   gezien het verslag en de bijlagen daarbij van de Europese Politieacademie over de uitvoering van de resolutie van het Europees Parlement over "Kwijting 2009: Europese Politieacademie",

–   gezien het verslag en de bijlage daarbij van de Europese Politieacademie over de toepassing van haar handleiding voor aanbestedingen in de periode 1 juli 2010 - 1 juli 2011,

–   gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0119/2012),

A.  overwegende dat de Europese Politieacademie ("de Academie") in 2001 is opgericht en per 1 januari 2006 is omgevormd tot een communautair orgaan in de zin van artikel 185 van het algemeen Financieel Reglement, waarop de financiële kaderregeling voor de agentschappen van toepassing is;

B.  overwegende dat de Rekenkamer in zijn verslagen over de jaarrekeningen van de Academie voor de begrotingsjaren 2006, 2007 en 2009 een voorbehoud heeft gemaakt ten aanzien van zijn beoordeling van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen op grond van het feit dat de aanbestedingsprocedures niet in overeenstemming met de voorschriften van het Financieel Reglement waren;

C.  overwegende dat de Rekenkamer in zijn verslag over de jaarrekeningen van de Academie voor het begrotingsjaar 2008 een toelichting heeft gevoegd bij zijn oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen, zonder dit uitdrukkelijk te beperken, en dat hij zijn oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen heeft beperkt;

D.  overwegende dat het Parlement in zijn besluit van 7 oktober 2010 heeft besloten de directeur van de Academie geen kwijting te verlenen voor de uitvoering van de begroting van de Academie voor het begrotingsjaar 2008;

E.  overwegende dat het Parlement bij zijn besluit van 10 mei 2011 heeft beslist het besluit tot het verlenen van kwijting aan de directeur van de Academie voor de uitvoering van de begroting voor 2009 uit te stellen[13] en deze kwijting vervolgens heeft verleend bij zijn besluit van 25 oktober 2011[14];

F.  overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van de Academie voor het begrotingsjaar 2010 voor het eerst sinds de Academie een orgaan is geworden een goedkeurende verklaring heeft afgegeven over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen;

G.  overwegende dat de Rekenkamer in zijn verslag over de uitvoering van het meerjarenactieplan 2010-2014 van de Academie heeft verklaard dat de Academie vooruitgang boekt bij het bereiken van de in het actieplan vastgestelde mijlpalen;

H.  overwegende dat de IAS in zijn nota van 4 juli 2011 aan de directeur van de Academie heeft verklaard dat de beschrijving van de uitvoering van het actieplan van de Academie in het voortgangsverslag weliswaar vrij algemeen blijft, maar een duidelijk overzicht biedt van de stand van zaken bij het bereiken van de mijlpalen en derhalve een toereikende basis vormt om de verschillende belanghebbende partijen te informeren;

I.   overwegende dat de Commissie bij beschikking C(2011)4680 van 30 juni 2011 heeft besloten de Academie een derogatie van de bepalingen van artikel 74 ter van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 te verlenen;

J.   overwegende dat de begroting van de Academie voor 2010 7 800 000 EUR bedroeg, tegenover 8 800 000 EUR in 2009, hetgeen een daling van 11,4% betekent; overwegende dat de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Academie voor 2010 7.800.000 EUR[15] bedroeg;

Financieel en begrotingsbeheer – algemene opmerkingen

1.  neemt kennis van de opmerking van de Academie dat deze in het begrotingsjaar 2010 over onvoldoende financiële middelen beschikte door een verlaging met 1 000 000 EUR van de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Academie; is verbaasd over dit standpunt, met name in deze tijden van crisis, aangezien goed beheer garant staat voor een correcte en kostenefficiënte besteding van de beschikbare begroting en 31,6% van de begroting van de Academie voor 2010 naar 2011 is overgedragen;

2.  erkent op basis van gegevens van de Commissie evenwel dat de totale bijdrage van de Unie in 2009 8 800 000 EUR bedroeg, waarvan 7 800 000 EUR werd gefinancierd uit de begroting voor 2009 en het resterende saldo van 1 000 000 EUR gefinancierd werd met bestemmingsontvangsten van 2007 uit de terugvordering van het overschot van de Academie voor het begrotingsjaar 2007; merkt op dat de Commissie voor 2010 had voorgesteld de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Academie voor 2010 te verlagen tot de voor 2009 goedgekeurde kredieten, te weten 7 800 000 EUR, gezien het lage uitvoeringspercentage in 2008; moedigt de Academie dan ook aan in haar definitieve jaarrekening steeds een duidelijk onderscheid te maken tussen de verschillende onderdelen van de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Academie;

3.  stelt in de jaarrekening van de Academie voor het begrotingsjaar 2010 een aantal tekortkomingen vast met betrekking tot individuele begrotingen en vastleggingen voor cursussen en studiebijeenkomsten, waarbij in 2010 kredieten werden vastgelegd en betaald voor uitgaven van 2009; herinnert de Academie eraan dat dit in strijd is met het jaarperiodiciteitsbeginsel; spoort de Academie aan maatregelen te treffen om herhaling van dergelijke tekortkoming in de toekomst te voorkomen;

4.  leest in het jaarverslag voor begrotingsjaar 2010 van de Academie dat 99,56% van de vastleggingskredieten is vastgelegd en dat 46% van de betalingskredieten is besteed, maar dat de definitieve bestedingscijfers onder titel III (Operationele uitgaven) pas eind 2011 beschikbaar zouden zijn; stelt vast dat volgens de definitieve jaarrekening van de Academie voor begrotingsjaar 2010 59,12% van de betalingskredieten is besteed in 2010;

5.  neemt kennis van de door het nieuwe management en het nieuwe bestuur van de Academie genomen maatregelen om, in reactie op het verzoek van het Parlement om actie te ondernemen, de tekortkomingen aan te pakken, na de ernstige onregelmatigheden bij de uitvoering van de begroting voor 2009;

6.  vestigt de aandacht op het feit dat hoewel de Rekenkamer de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Academie als wettig en regelmatig beschouwt, zij eveneens benadrukt dat, met betrekking tot uitgaven voor de organisatie van cursussen en seminars, de procedure van de Academie voor de goedkeuring van de kostendeclaraties betreffende deze activiteiten niet streng genoeg was, vooral wat betreft de volledigheid van de bewijsstukken; merkt op dat de Academie hierop heeft geantwoord dat in besluit 11/2011/GB van de raad van bestuur van de Academie van 10 maart 2011 de eis is opgenomen dat bij de indiening van financiële verslagen en kostendeclaraties een volledig gesigneerde lijst van deelnemers moet worden overgelegd;

7.  neemt kennis van het feit dat bij besluit 11/2011/GB de regels met betrekking tot terugbetalingen voor de activiteiten van de Academie grotendeels zijn herzien, waarbij ook verschillende maatregelen met betrekking tot de strenge toepassing van het Financieel Reglement en een strikt gedisciplineerde aanpak op het gebied van subsidiabele kosten, met inbegrip van verplichte verslaglegging, werden verduidelijkt;

8.  betreurt het feit dat vóór de goedkeuring van besluit 34/2010/GB van de raad van bestuur van de Academie van 29 september 2010 de sluitingsdata voor de terugbetaling van kosten niet werden gehandhaafd, zodat er geen duidelijke verbetering merkbaar was in de naleving van deze sluitingsdata; herhaalt dat het niet naleven van sluitingsdata één van de belangrijkste factoren is die goed financieel beheer kunnen belemmeren; neemt kennis van het feit dat er, in overeenstemming met besluit 34/2010/GB, geen terugbetalingen plaatsvinden van na de sluitingsdatum ontvangen kostendeclaraties; vraagt de Academie de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de tenuitvoerlegging van besluit 34/2010/GB;

9.  neemt kennis van de verklaring van de Academie dat de Commissie haar begroting voor 2010 met 1 000 000 EUR heeft verminderd, maar benadrukt dat het voor 2010 toegekende bedrag hetzelfde is als voor 2009;

Overdracht van kredieten

10. concludeert uit de definitieve jaarrekening van de Academie voor het begrotingsjaar 2010 dat 2 469 984,20 EUR van de voor 2010 vastgelegde kredieten, ofwel 31,6% van de begroting van de Academie voor 2010, naar 2011 is overgedragen en herinnert de Academie eraan dat deze overdracht in strijd is met het jaarperiodiciteitsbeginsel;

11. betreurt dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van de Academie voor het begrotingsjaar 2010 geen melding maakt van de kredieten die de Academie heeft overgedragen;

12. is bezorgd over het feit dat, hoewel de Rekenkamer met redelijke zekerheid heeft kunnen vaststellen dat de jaarrekening van de Academie voor het begrotingsjaar 2010 op alle essentiële punten betrouwbaar is, ze eveneens heeft vastgesteld dat meer dan 1 600 000 EUR, hetgeen overeenkomt met 48% van de uit 2009 overgedragen kredieten, in 2010 geannuleerd moest worden; herinnert de Academie eraan dat deze situatie in strijd is met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit en kan worden verbeterd door een betere programmering en bewaking van de uitvoering van haar begroting, ter beperking van de overdracht van kredieten; verzoekt de Academie dan ook om dienaangaande doeltreffende actie te ondernemen;

13. neemt kennis van het antwoord van de Academie, waarin deze aangeeft dat de overdracht van in 2010 vastgelegde kredieten aan strenge voorwaarden werd onderworpen, teneinde herhaling van de door de Rekenkamer beschreven situatie te voorkomen en de annuleringen in 2011 tot een minimum te beperken;

14. neemt kennis van het feit dat de Academie in 2010 wekelijkse vergaderingen over het financiële beheer heeft ingevoerd teneinde de uitvoering en de controle van de begroting te verbeteren en dat in juni 2011 alle openstaande betalingsverplichtingen zijn nagekeken met het oog op een betere begrotingsbewaking en een optimale uitvoering van de begroting voor 2011; verzoekt de Rekenkamer en de IAS om het Parlement te verzekeren dat er daadwerkelijke verbeteringen op dit gebied zijn doorgevoerd en dat alle instrumenten voor deze programmering en bewaking aanwezig zijn;

Aanbestedingsprocedures

15. neemt kennis van het feit dat de Academie op 8 juni 2010 een voor intern gebruik bestemde handleiding voor aanbestedingen heeft aangenomen, zoals het Parlement had gevraagd in zijn kwijting van de Academie voor 2008; merkt tevens op dat deze handleiding op 1 juli 2010 van kracht is geworden en dat er een aanbestedingscoördinator is aangesteld;

Volledigheid van de interne registratie van kosten van dienstreizen

16. verzoekt de Academie om de kwijtingsautoriteit in kennis te stellen van de effectieve uitvoering van de "zeer belangrijke" aanbeveling van de IAS over de volledigheid van de interne registratie van de kosten van dienstreizen;

Activiteiten van de Academie

17. heeft van de Rekenkamer vernomen dat uitgaven voor de organisatie van cursussen en studiebijeenkomsten een aanzienlijk deel van de begroting van de Academie vertegenwoordigen; erkent dat de procedure voor de goedkeuring van kostendeclaraties betreffende dergelijke activiteiten niet streng genoeg was, met name wat de volledigheid van de bewijsstukken betreft;

18. neem evenwel kennis van de verklaring van de Academie dat de verslaglegging over en de controle op haar activiteiten is verbeterd en dat de procedure voor de goedkeuring van kostendeclaraties en de daarbij horende bewijsstukken is herzien, met de volgende concrete maatregelen:

- invoering van de verplichting om door alle deelnemers ondertekende lijsten over te leggen bij de indiening van financiële verslagen en kostendeclaraties,

- herziening en verduidelijking van de regels voor de terugbetaling van uitgaven voor activiteiten van de Academie,

- strikte handhaving van de op 29 september 2010 ingevoerde uiterste indiendatum, waarna verzoeken tot terugbetaling niet langer worden aanvaard,

- organisatie van een nieuwe opleiding voor organisatoren van cursussen om de controle over de cursussen en de kwaliteit van de betalingsbewijzen verder te verbeteren,

- invoering in 2011 van verificaties achteraf van de door de Academie georganiseerde cursussen,

- verificatie van vier activiteiten die in 2010 in Zweden hebben plaatsgevonden, alsook van zes activiteiten in het Verenigd Koninkrijk, waarvan één activiteit in. 2010 en vijf in 2011;

     verzoekt de IAS om de kwijtingsautoriteit een grondige evaluatie te bezorgen van deze door de Academie doorgevoerde veranderingen;

19. neemt kennis van Besluit C(2011)4680 waarbij de Commissie is ingegaan op het verzoek van de Academie om het Financieel Reglement te wijzigen door invoering van een artikel (artikel 74 quater) dat een derogatie van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 omvat, inhoudende dat geen aanbesteding hoeft plaats te vinden bij de selectie van onderwijsdeskundigen, zodat gebruik kan worden gemaakt van deskundigen afkomstig van nationale politieopleidingsinstituten;

Fouten in de rekeningen

20. verzoekt de Academie het Parlement te informeren over de vorderingen die zijn gemaakt met de invoering van de nieuwe reeks van zestien internecontrolenormen van de Commissie die de raad van bestuur van de Academie ter vervanging van de vorige reeks heeft aangenomen;

Kredieten die zijn aangewend voor particuliere doeleinden

21. neemt kennis van het feit dat een externe controle achteraf is verricht van de kredieten die in 2007 en 2008 voor particuliere doeleinden zijn aangewend en dat de externe beoordelaars daarbij tot de slotsom zijn gekomen dat geen extra middelen meer kunnen worden gerecupereerd; heeft van de Academie vernomen dat de invorderingsopdracht volgens welke de vroegere directeur een bedrag van 2 014,94 GBP (2 196,72 EUR) moest terugbetalen, in december 2011 is geïnd; verzoekt de Academie de invorderingsprocedure voort te zetten tot alle middelen volledig zijn gerecupereerd;

Het meerjarenactieplan 2010-2014 van de Academie

22. neemt er kennis van dat de IAS de uitvoering van het meerjarenactieplan 2010-2014 heeft beoordeeld, zoals de kwijtingsautoriteit had verzocht; stelt vast dat eind september 2010 19 van de 44 mijlpalen waren bereikt, terwijl de Academie volgens het vastgestelde tijdspad op schema zit voor 18 andere mijlpalen en met de werkzaamheden voor de overige 7 nog moet worden begonnen;

23. neemt kennis van de opmerking van de IAS dat de beschrijving van bepaalde elementen in het meerjarenactieplan niet duidelijk zijn en dat de verslaglegging over de voortgang niet altijd nauwkeurig genoeg is om zich een duidelijk beeld te kunnen vormen van de concrete acties die voor de individuele mijlpalen worden ondernomen; neemt er bovendien kennis van dat de IAS een overlapping van bepaalde mijlpalen heeft vastgesteld, waardoor de uiteindelijke voortgang van de desbetreffende acties over het geheel genomen maar moeilijk kan worden beoordeeld; erkent de verklaring van de Academie dat het meerjarenactieplan overeenkomstig de aanbevelingen van de IAS is bijgewerkt, alsook de verbeteringen die zijn opgenomen in het derde voortgangsverslag dat op 8 december 2010 door de raad van bestuur is goedgekeurd; verzoekt de IAS te bevestigen dat in het bijgewerkte voortgangsverslag over het meerjarenactieplan van de Academie naar behoren gevolg wordt gegeven aan zijn aanbevelingen;

Interne audit

24. heeft van de IAS vernomen dat de zeer belangrijke aanbeveling over de volledigheid van de interne registratie van de kosten van dienstreizen door de Academie is uitgevoerd en momenteel door de IAS wordt geëvalueerd; verzoekt de Academie en de IAS om de resultaten van die evaluatie aan de kwijtingsautoriteit mee te delen;

25. neemt kennis van het feit dat de IAS een zelfbeoordeling van de IT-risico's heeft gemaakt teneinde de belangrijkste IT-risico's van de Academie te bepalen en te beoordelen; stelt vast dat de IAS heeft geconstateerd dat de belangrijkste risico's zich voordoen op het gebied van de IT-strategie, het E-netsysteem, gegevensbeheer en de afhankelijkheid van individuen; roept de Academie dan ook op om passende maatregelen te treffen teneinde deze risico's aan te pakken en te voorkomen;

26. neemt kennis van het feit dat de interne auditdienst (IAC), een adviesorgaan van de raad van bestuur, bij zijn controle geen wezenlijke fouten heeft aangetroffen in de jaarrekening van de Academie voor 2010;

Bestuurlijke en structurele tekortkomingen

27. onderstreept dat de beheerskosten van de Academie hoog zijn in verhouding tot haar activiteiten; verwelkomt daarom de inspanningen van de Academie om de beheerskosten te verminderen, zoals werd besloten tijdens de vijfentwintigste vergadering van de raad van bestuur in juni 2011, en waarbij is overeengekomen in 2012 alle comités van de raad van bestuur op te heffen en alle werkgroepen van de raad van bestuur kritisch tegen het licht te houden;

28. neemt ook kennis van het feit dat de Academie op bestuurlijk gebied de volgende maatregelen neemt:

- Vanaf 2012 komt de raad van bestuur slechts tweemaal per jaar bijeen. Zich tussentijds voordoende dringende aangelegenheden zullen tijdens onlinevergaderingen worden besproken en daaraan gerelateerde beslissingen zullen volgens een schriftelijke procedure worden genomen;

- De raad van bestuur zal zich uitsluitend toeleggen op de taken die hem bij het oprichtingsbesluit zijn toevertrouwd, terwijl de overige taken die voor een overbelasting van de raad van bestuur zorgden door de directeur worden overgenomen;

- De lidstaten worden aangemoedigd om ten hoogste twee afgevaardigden naar vergaderingen te sturen;

- De Academie regelt de reizen van deelnemers die hun kosten terugbetaald kunnen krijgen om ervoor te zorgen dat deze reizen op zo goedkoop mogelijke wijze plaatsvinden en waardoor het achteraf vergoeden van reiskosten overbodig wordt;

29. ziet het komende voorstel van de Commissie tot wijziging van de rechtsgrondslag voor de Academie en de afloop van de onderhandelingen tussen het Parlement en de Raad belangstellend tegemoet;

30. wijst erop dat de Academie en Europol twee organen van de Unie zijn die hetzelfde werkterrein beslaan en elkaars werkzaamheden aanvullen; is van mening dat onnodige extra kosten kunnen worden voorkomen door deze activiteiten samen te brengen in één enkel agentschap; herinnert eraan dat de begroting van de Unie gebaseerd moet zijn op een gezond financieel beheer, dat vereist dat uitgaven relevant, doeltreffend en doelmatig zijn, en dat onnodige uitgaven aangepakt moeten worden;

31. vraagt de Commissie, gezien de complementariteit tussen de Academie en Europol en de mogelijke synergieën, uiterlijk maart 2013 een uitvoerige effectbeoordeling te maken van een mogelijke fusie van deze twee agentschappen, met vermelding van de kosten en baten van een dergelijke fusie;

32. herhaalt zijn aanbeveling om de Academie en Europol in de nabije toekomst samen te smelten; is ervan overtuigd dat deze fusie de rationaliteit en efficiëntie van de uitgaven zal bevorderen; is ervan overtuigd dat de kosten van een afzonderlijke Academie en een afzonderlijke Europese politiedienst hoger zijn dan de kosten van een fusie; is dan ook ingenomen met het voorstel van de Commissie om Europol de opleidingsrol van de Academie te laten overnemen; betreurt dat de lidstaten dit voorstel hebben verworpen en verzoekt hen om de zaak te heroverwegen;

33. is ervan overtuigd dat een fusie tussen de Academie en Europol voordelen zal opleveren op het gebied van de werkzaamheden die momenteel door de twee agentschappen worden verricht; is van mening dat een fusie niet alleen concrete oplossingen kan bieden voor de structurele en chronische problemen van de Academie, maar er ook voor kan zorgen dat de Academie in het kader van haar taakomschrijving, het bieden van opleidingen voor hoge politiefunctionarissen, direct gebruik kan maken van de expertise van Europol op het gebied van internationale georganiseerde misdaad en terrorisme; is van mening dat Europol bij een fusie zou kunnen profiteren van het netwerk van de Academie en van haar expertise op opleidingsgebied, en voordeel zou kunnen trekken uit de fysieke aanwezigheid van een eenheid die zich uitsluitend bezighoudt met onderwijskwesties;

34. merkt bovendien op dat in het eindverslag over de vijfjaarlijkse externe evaluatie van de Academie wordt geconcludeerd dat er goede gronden zijn voor een andere standplaats van de Academie;

35. is ingenomen met besluit 24/2011/GB van de raad van bestuur van de Academie van 15 juni 2011 om de bestaande commissies met ingang van 1 januari 2012 te ontbinden, waardoor de overlapping tussen verschillende structuren kleiner wordt; roept de raad van bestuur op drastische besluiten te nemen met betrekking tot de bestaande werkgroepen; herhaalt dat in artikel 10, lid 10, van besluit 2005/681/JBZ is opgenomen dat de raad van bestuur, wanneer dit strikt noodzakelijk is, werkgroepen kan instellen om aanbevelingen te doen en om andere door de raad van bestuur noodzakelijk geachte adviserende taken voor te stellen en te ontwikkelen;

36. neemt kennis van het antwoord van de Academie dat het reglement van orde is aangepast om het aantal gewone vergaderingen van de raad van bestuur te beperken tot één per voorzitterschap en om de omvang van nationale delegaties in te perken, door elke lidstaat aan te moedigen ten hoogste twee afgevaardigden naar iedere vergadering te sturen;

37. wijst erop dat het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Academie ook in de toekomst gebaseerd moet zijn op haar prestaties gedurende het jaar.

-o0o-

38. wijst op zijn aanbevelingen in voorgaande kwijtingsverslagen, als uiteengezet in de bijlage bij deze resolutie;

39. verwijst voor andere opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van ... 2012 over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de agentschappen.

BIJLAGE

In de voorbije jaren door het Europees Parlement gedane aanbevelingen

 

Europese Politieacademie

 

2006

 

2007

 

2008

 

2009

 

Prestaties

 

n.v.t.

 

n.v.t.

 

n.v.t.

- Is bezorgd over het feit dat de Rekenkamer ernstige tekortkomingen heeft geconstateerd in de administratieve en financiële regels inzake de uitgaven voor de organisatie van cursussen en studiebijeenkomsten, hoofdzakelijk doordat het herziene Financieel Reglement van de Academie nooit in werking is getreden

- Beveelt aan dat de Academie rechtstreeks inzicht verleent in haar gedetailleerde begroting

 

Financieel en begrotingsbeheer

- De begrotingskredieten werden niet volgens het beginsel van goed financieel beheer aangewend

- Het systeem voor het plaatsen van opdrachten strookte niet met de bepalingen van het Financieel Reglement

- De Academie heeft nagelaten de noodzakelijke systemen en procedures op te zetten om een financieel verslag te kunnen opstellen dat beantwoordt aan de vereisten van de financiële kaderregeling die van toepassing is op de organen

- In het Financieel Reglement van de Academie is sprake van de noodzaak van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering ervan

- Het orgaan respecteert het beginsel van eenheid en begrotingswaarachtigheid niet (een in 2007 van de Commissie ontvangen bijdrage van 1,5 miljoen EUR voor de uitvoering van een MEDA-programma werd niet in de begroting opgenomen)

- Het orgaan respecteert het transparantiebeginsel niet

- Het hoge niveau van overdrachten (1,7 miljoen EUR) en annuleringen van kredieten wijst op problemen bij het begrotingsbeheer

- De voorlopige rekening en het verslag over het financieel en begrotingsbeheer waren niet opgesteld

- In het Financieel Reglement van de Academie is sprake van de noodzaak van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering ervan

- Het systeem voor het plaatsen van opdrachten strookte niet met de bepalingen van het Financieel Reglement

- Er werden gevallen geconstateerd waarin kredieten werden gebruikt voor de financiering van privé-uitgaven van sommige personeelsleden van de Academie

- Het orgaan respecteert het jaarperiodiciteitsbeginsel niet (van de voor 2008 vastgelegde betalingskredieten moesten kredieten ter waarde van ruim 2,7 miljoen EUR worden overgedragen)

- Tekortkomingen in de programmering en de bewaking van de uitvoering van de begroting

- Van de voor 2009 vastgelegde kredieten werden kredieten ter waarde van meer dan 3,8 miljoen EUR (43% van de totale begroting) naar 2010 overgedragen.

- 46% van de uit 2008 overgedragen kredieten moest worden geannuleerd, wat wijst op aanzienlijke tekortkomingen in de programmering en bewaking van de uitvoering van de begroting en wat in strijd is met het jaarperiodiciteitsbeginsel

- Voor 2008 moest 31% van de begroting worden overgedragen

- Er werden aanzienlijke vertragingen en fouten bij de opstelling van de voorlopige rekening voor 2009 geconstateerd.

BIJLAGE

In de afgelopen jaren door het Europees Parlement gedane aanbevelingen

 

Europese Politieacademie

 

2006

 

2007

 

2008

 

2009

Aanbestedings-procedure

 

n.v.t.

 

n.v.t.

 

n.v.t.

- Bezorgdheid over het voortdurend niet-naleven door de Academie van het Financieel Reglement wat de regels voor overheidsopdrachten betreft - Een aanzienlijk deel van de totale begroting van de Academie vertoont onregelmatigheden.

 

Personeelszaken

 

n.v.t.

 

n.v.t.

 

n.v.t.

- Meerdere tekortkomingen wat de personeelsselectie betreft

- Acht het onaanvaardbaar dat:

- de drempelvoorwaarden waaraan kandidaten moesten voldoen vaak na de beoordeling en rangschikking van de kandidaten werden vastgesteld;

- de vragen voor het sollicitatiegesprek dikwijls pas werden opgesteld nadat de sollicitaties waren beoordeeld;

- de documentatie van de procedures ontoereikend was

- Maakt zich zorgen over praktijken die verboden zijn op grond van het Statuut van de ambtenaren van de EU of die onwettig zijn.

 

Interne audit

 

n.v.t.

- Gebrek aan internecontrolenormen en ondoeltreffende begrotingsbewaking

- Er werden gevallen geconstateerd waarin kredieten werden gebruikt voor de financiering van privé-uitgaven van sommige personeelsleden van de Academie

- Uit de controle van een steekproef van vastleggingen is in drie gevallen gebleken dat er geen controlespoor was om de financiële uitvoering na te trekken

- Met betrekking tot deze gevallen is nog geen externe controle verricht

- Wijst erop dat het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Academie in de toekomst gebaseerd moet blijven op diens functioneren gedurende het jaar.

9.2.2012

ADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

aan de Commissie begrotingscontrole

inzake het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie (CEPOL) voor het begrotingsjaar 2010

(C7-0290/2011 – 2011/2230(DEC))

Rapporteur voor advies: Véronique Mathieu

SUGGESTIES

De Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie begrotingscontrole onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  is bezorgd over het feit dat, hoewel de Rekenkamer met redelijke zekerheid kon vaststellen dat de jaarrekening van de Europese Politieacademie ("de academie") voor het op 31 december 2010 afgesloten begrotingsjaar op alle essentiële punten betrouwbaar is, ze eveneens heeft vastgesteld dat meer dan 1 600 000 EUR, wat overeenkomt met 48% van de uit 2009 overgedragen kredieten, geannuleerd moest worden in 2010 en dat deze situatie in strijd is met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit;

2.  vestigt de aandacht op het feit dat hoewel de Rekenkamer de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de academie als wettig en regelmatig beschouwt, er eveneens wordt benadrukt dat, met betrekking tot uitgaven voor de organisatie van cursussen en seminaries, de procedure van de academie voor de goedkeuring van de kostendeclaraties betreffende dergelijke activiteiten niet streng genoeg was, vooral wat betreft de volledigheid van de bewijsstukken; merkt op dat in het antwoord van de academie is aangegeven dat in besluit 11/2011/GB van de raad van bestuur van de academie van 10 maart 2011 de eis is opgenomen een volledig gesigneerde lijst van deelnemers in te dienen wanneer financiële verslagen en kostendeclaraties worden opgestuurd;

3.  neemt kennis van het feit dat, in overeenstemming met besluit 11/2011/GB van de raad van bestuur van de academie van 10 maart 2011, de regels met betrekking tot terugbetalingen voor de activiteiten van de academie grotendeels zijn herzien en dat verschillende maatregelen met betrekking tot de strenge toepassing van het Financieel Reglement en een strikt gedisciplineerde aanpak op het vlak van subsidiabele kosten, met inbegrip van verplichte verslaglegging, zijn verduidelijkt;

4.  betreurt het feit dat vóór de goedkeuring van besluit 34/2010/GB van de raad van bestuur van de academie van 29 september 2010 de sluitingsdata voor de terugbetaling van kosten niet werden gehandhaafd, zodat er geen duidelijke verbetering merkbaar was in de naleving van deze sluitingsdata; herhaalt dat het niet naleven van sluitingsdata één van de belangrijkste factoren is die goed financieel beheer kunnen belemmeren; neemt kennis van het feit dat er, in overeenstemming met besluit 34/2010/GB, geen terugbetalingen plaatsvinden van na de sluitingsdatum ontvangen kostendeclaraties; vraagt de academie de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de tenuitvoerlegging van dit besluit;

5.  neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer over de follow-up van de vorige controlebevindingen, in het kader van een externe controle achteraf van kredieten die in 2007 en 2008 werden gebruikt ter financiering van privé-uitgaven; is ingenomen met het antwoord van de academie dat de invorderingsopdracht aan de voormalige directeur om een som van 2 014,94 EUR terug te betalen in december 2011 volledig is nageleefd;

6.  is ingenomen met besluit 24/2011/GB van de raad van bestuur van de academie van 15 juni 2011 om de bestaande commissies met ingang van 1 januari 2012 te ontbinden, waardoor de verticale overlapping tussen verschillende structuren kleiner wordt; roept de raad van bestuur op drastische besluiten te nemen met betrekking tot bestaande werkgroepen; herhaalt dat in artikel 10, lid 10, van besluit 2005/681/JBZ is opgenomen dat de raad van bestuur, wanneer dit strikt noodzakelijk is, werkgroepen kan instellen om aanbevelingen te doen en om andere door de raad van bestuur noodzakelijk geachte adviserende taken voor te stellen en te ontwikkelen;

7.  neemt kennis van het antwoord van de academie dat het reglement van orde is aangepast om het aantal gewone vergaderingen van de raad van bestuur te beperken tot één per voorzitterschap en om de omvang van nationale delegaties in te perken, door elke lidstaat aan te moedigen ten hoogste twee afgevaardigden naar iedere vergadering te sturen;

8.  neemt kennis van de verklaring van de academie dat de Commissie haar begroting voor 2010 met 1 000 000 EUR heeft verminderd, maar benadrukt dat het voor 2010 toegekende bedrag hetzelfde is als voor 2009;

9.  verzoekt de Commissie nauw toe te zien op de uitvoering van de begroting van de academie,

10. wijst erop dat het functioneren van de academie gedurende het hele jaar het uitgangspunt moet blijven voor het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de academie.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

9.2.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

48

1

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jan Philipp Albrecht, Sonia Alfano, Emine Bozkurt, Arkadiusz Tomasz Bratkowski, Simon Busuttil, Carlos Coelho, Rosario Crocetta, Ioan Enciu, Frank Engel, Cornelia Ernst, Monika Flašíková Beňová, Hélène Flautre, Kinga Gál, Kinga Göncz, Nathalie Griesbeck, Sylvie Guillaume, Anna Hedh, Salvatore Iacolino, Sophia in ‘t Veld, Lívia Járóka, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Timothy Kirkhope, Monica Luisa Macovei, Svetoslav Hristov Malinov, Véronique Mathieu, Anthea McIntyre, Nuno Melo, Louis Michel, Antigoni Papadopoulou, Georgios Papanikolaou, Jacek Protasiewicz, Carmen Romero López, Csaba Sógor, Axel Voss, Renate Weber, Josef Weidenholzer, Cecilia Wikström, Tatjana Ždanoka, Auke Zijlstra

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Alexander Alvaro, Edit Bauer, Anna Maria Corazza Bildt, Cornelis de Jong, Ana Gomes, Petru Constantin Luhan, Ulrike Lunacek, Hubert Pirker, Raül Romeva i Rueda, Kārlis Šadurskis

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Elisabeth Morin-Chartier, Antonyia Parvanova

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

27.3.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

25

1

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jean-Pierre Audy, Ryszard Czarnecki, Tamás Deutsch, Martin Ehrenhauser, Jens Geier, Gerben-Jan Gerbrandy, Cătălin Sorin Ivan, Iliana Ivanova, Bogusław Liberadzki, Monica Luisa Macovei, Jan Mulder, Eva Ortiz Vilella, Aldo Patriciello, Crescenzio Rivellini, Petri Sarvamaa, Theodoros Skylakakis, Bogusław Sonik, Bart Staes, Georgios Stavrakakis, Søren Bo Søndergaard, Michael Theurer

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Amelia Andersdotter, Zuzana Brzobohatá, Edit Herczog, Véronique Mathieu, Derek Vaughan

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Salvador Garriga Polledo, Louis Grech

  • [1]  PB C 366 van 15.12.2011, blz. 134.
  • [2]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [3]  PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63.
  • [4]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [5]  PB C 366 van 15.12.2011, blz. 134.
  • [6]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [7]  PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63.
  • [8]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [9]  PB C 366 van 15.12.2011, blz. 134.
  • [10]  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
  • [11]  PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63.
  • [12]  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
  • [13]  PB L 250 van 27.9.2011, blz. 260.
  • [14]  PB L 313 van 26.11.2011, blz. 17.
  • [15]  PB L 64 van 12.03.10, blz. 1047.