VERSLAG over de voordracht van Iliana Ivanova voor de benoeming tot lid van de Rekenkamer

5.6.2012 - (C7‑0111/2012 – 2012/0803(NLE))

Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Inés Ayala Sender

Procedure : 2012/0803(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A7-0188/2012
Ingediende teksten :
A7-0188/2012
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over de voordracht van Iliana Ivanova voor de benoeming tot lid van de Rekenkamer

(C7‑0111/2012 – 2012/0803(NLE))

(Raadpleging)

Het Europees Parlement,

–   gezien artikel 286, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7‑0111/2012),

–   gezien artikel 108 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7‑0188/2012),

A. overwegende dat zijn Commissie begrotingscontrole de kwalificaties van de voorgedragen kandidate heeft onderzocht, met name gelet op de in artikel 286, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vermelde voorwaarden;

B.  overwegende dat de Commissie begrotingscontrole het kandidaat-lid van de Rekenkamer vervolgens op 4 juni 2012 heeft gehoord,

1.  brengt positief advies uit over de voordracht van de Raad voor de benoeming van Iliana Ivanova tot lid van de Rekenkamer;

2.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad en, ter informatie, aan de Rekenkamer, alsmede aan de overige instellingen van de Europese Unie en de controle-instellingen van de lidstaten.

BIJLAGE 1: CURRICULUM VITAE VAN Iliana Ivanova

Geboren in 1975 in Stara Zagora, Bulgarije.

Opleiding:

2004 – Master internationaal management, specialisatie financiën en ontwikkeling, Thunderbird, The Garvin School of International Management, Phoenix, Arizona, VS, cum laude, lid van de Beta Gamma Sigma Honor Society

1999 – Master Internationale economische betrekkingen, Economische Universiteit, Varna, Bulgarije

1998 – Bachelor Internationale economische betrekkingen, Economische Universiteit, Varna, Bulgarije

Professionele en politieke ervaring:

2009-tot heden – Lid van het Europees Parlement: ondervoorzitter van de Commissie begrotingscontrole, ondervoorzitter van de Bijzondere Commissie financiële, economische en sociale crisis, ondervoorzitter van de Delegatie voor de betrekkingen met de Volksrepubliek China, lid van de Commissie interne markt en consumentenbescherming, plaatsvervangend lid van de Commissie economische en monetaire zaken

Rapporteur voor CONT voor de volgende dossiers: jaarverslag EIB 2010, verordening betreffende het programma Hercules III ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie, verordening inzake de financiering en het beheer van en het toezicht op het gemeenschappelijk landbouwbeleid, advies inzake innovatieve financiële instrumenten in de context van het volgende meerjarige financiële kader, studie over de aansprakelijkheid van de EU-begroting betreffende het EFSM en het ESM en inmenging van het Europees Parlement in de begrotingscontrole, studie over pretoetredingssteun voor Bulgarije en Roemenië: lessen voor toekomstige uitbreidingen

2007-2009Sofia, gemeenteraadslid, lid van de commissies voor begroting en financiën, Europese fondsen en milieu

2006Ericsson USA, Dallas, Texas – Contractueel accountant – adviseur bij de herstructurering van Ericssons boekhoudsysteem in verband met de Amerikaanse Sarbanes-Oxley-wetgeving, bevoegd voor financiële verslaglegging bij diverse projecten via computermodellering

2006Clayton Commercial Group, Dallas, Texas – hoofdadviseur zakelijk onroerend goed – advies aan commerciële leninggevers inzake overneming, due diligence, herziening van leningen, opstellen van lease abstracts, controle van huurdatabanken

2005-2006Bank of America (vroeger Countrywide Home Loans) – Dallas, Texas – senior financieel analist – verslaglegging voor verkoopdirecteuren en hypotheekmakelaars van de groep voor bijzondere kredietverlening, onder meer voor subprime-leningen, opzetten en beheren van Access-databanken voor verslaglegging inzake risicobeheer

2005BSB Capital/Beal Bank, Dallas, Texas – beleggingsanalist – ontwikkelen en aanbevelen van kwantitatieve modellen voor de beoordeling van het risico-rendementsprofiel van transacties, verrichten van waarderingsanalyses van investeringen in zakelijk onroerend goed, luchtvaartuigen, productiefaciliteiten, ontwikkelen en promoten van nieuwe kredietproducten en voorstellen van kapitaalstructuren voor financiering

2004Total Systems Acquiring Solutions, Phoenix, Arizona – (vroeger Vital Processing Services – VISA en Total Systems JV) – deskundige inzake bedrijfsontwikkeling: verantwoordelijk voor de analyse van mogelijke fusies en overnames, evaluatie van de financiële prestaties van klanten via gegevensverwerking en het opzetten van computermodellen, ontwikkelen van prijsstrategieën en verrichten van variantieanalyses, aanbevelen van partnerschappen en reorganisatie van het key account team binnen de onderneming

1999-2002Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening van BulgarijeCoördinator internationale financiële instellingen – bevoegd voor de betrekkingen tussen het Ministerie en de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds, EBWO: coördinatie en uitvoering van belangrijke projecten in verband met de aanpassingsleningen voor de landbouw ASAL I en ASAL II (Agriculture Sector Adjustment Loan), Country Assistance Strategy, uitvoeringsverslagen voor het Ministerie van Landbouw in het kader van de controle van de Wereldbank op de aanpassingsleningen, uitwerken en onderhandelen van internationale overeenkomsten ter bevordering van de handel tussen Bulgarije en betrokken landen op het gebied van diergeneesmiddelen en fytosanitaire controle.

BIJLAGE 2: ANTWOORDEN VAN Iliana Ivanova OP DE VRAGENLIJST

Beroepservaring

1.      Licht de belangrijkste aspecten van uw beroepservaring op het vlak van overheidsfinanciën, management of management auditing toe

Ik heb twaalf jaar professionele en politieke ervaring in verschillende betrekkingen op het vlak van financieel beheer, financiële controle en verslaglegging, zowel in de openbare als in de particuliere sector.

Vanaf het begin van mijn carrière heb ik me beziggehouden met financieel beheer en verslaglegging. Aanvankelijk was ik drie jaar lang verantwoordelijk voor de betrekkingen met de internationale financiële instellingen bij het Bulgaarse Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening. Vanaf 1999 was ik coördinator internationale financiële betrekkingen, en de betrekkingen tussen het Ministerie en de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en de EBWO behoorden tot mijn belangrijkste bevoegdheden. Mijn taken bij het Ministerie omvatten ook het uitwerken en onderhandelen van internationale overeenkomsten ter bevordering van de handel tussen Bulgarije en betrokken landen op het gebied van diergeneesmiddelen en fytosanitaire controle. Ik nam deel aan de onderhandeling en uitvoering van een aantal grote projecten ter ondersteuning van de betalingsbalans van het land via aanpassingsleningen voor de landbouw (ASAL I en ASAL II) voor een totaalbedrag van 125 miljoen USD. Mijn taken omvatten onder meer ook: toezicht op de uitvoering van verbintenissen van de Bulgaarse regering op een aantal gebieden binnen de landbouwsector, voortgangscontrole via een matrix van maatregelen, verslaglegging over risicogebieden waar verbetering nodig was en aanbevelingen voor te nemen maatregelen. In het kader van de controle van de Wereldbank op de aanpassingsleningen was ik tevens bevoegd voor de opstelling van het desbetreffende deel van de voortgangsverslagen (Implementation Completion Reports) voor het Ministerie van Landbouw, waarin een evaluatie werd verricht van de doeltreffendheid en duurzaamheid van de projecten, alsook de overeenstemming met het wettelijk en regelgevingskader en het beleid van de Wereldbank. Deze procedure, waarvoor ik bij het Ministerie van Landbouw de hoofdverantwoordelijkheid droeg, werd beschouwd als een interne nalevings- en doelmatigheidscontrole van het project. Een belangrijk aspect van de voortgangsverslagen was de analyse van de beoordelingen en de lessen die uit elk project konden worden getrokken.

Nadat ik cum laude een tweede masteropleiding internationaal management en financiën had voltooid op Thunderbird, The Garvin School of International Management in Phoenix, Arizona, VS, zette ik mijn beroepsactiviteiten op het gebied van banken en financiën voort in de particuliere sector in de VS.

Daar bouwde ik mijn beroepservaring op het gebied van bankactiviteiten en financiële instellingen verder uit. Als deskundige inzake bedrijfsontwikkeling bij Total Systems Acquiring Solutions in Phoenix, Arizona – een onderneming die zich bezighoudt met de elektronische verwerking van transacties –, gespecialiseerd in autorisatie en verwerking, alsook verrekening en afwikkeling van transacties, was ik verantwoordelijk voor de analyse en verslaglegging over de financiële prestaties van klanten. Aan de hand van deze financiële analyses ontwikkelde ik prijsstrategieën via variantieanalyses en gaf aanbevelingen voor mogelijke partnerschappen, fusies en overnames.

Ik deed bijkomende ervaring met analyse en verslaglegging op als beleggingsadviseur bij de Beal Bank, een van de belangrijkste particuliere bankinstellingen in Dallas, Texas. Mijn belangrijkste taken waren het ontwikkelen van kwantitatieve computermodellen voor de beoordeling van het risico-rendementsprofiel van transacties, het verrichten van waarderingsanalyses van investeringen in zakelijk onroerend goed door de analyse van inkomsten- en uitgavenstaten, financiële balansen, kasstroomoverzichten, krediet- en vermogensstructuur op grond van vooraf vastgestelde streefcijfers voor indicatoren en benchmarks, het evalueren van de risico's van mogelijke leningen en het ontwikkelen en promoten van nieuwe kredietproducten en kapitaalstructuren voor financiering.

Ik zette mijn loopbaan als adviseur in de financiële sector voort bij de Bank of America, als senior financieel analist van de groep voor bijzondere beleggingen, die zich onder meer bezighield met subprime-leningen, waar ik verantwoordelijk was voor de verslaglegging inzake risicobeheer voor verkoopdirecteuren en hypotheekmakelaars, en vervolgens als contractueel adviseur voor overneming, due diligence, herziening van leningen, controle van huurdatabanken en inspecties ter plaatse.

In 2006 werd ik contractueel intern controleur bij Ericsson USA en verrichte interne controles bij de herstructurering van Ericssons boekhoudsysteem in verband met de Amerikaanse Sarbanes-Oxley-wetgeving. Voorts was ik bevoegd voor financiële verslaglegging bij diverse projecten via SAP-modellering.

Toen ik in 2009 lid werd van het Europees Parlement bleef ik als vast lid en ondervoorzitter van de Commissie begrotingscontrole betrokken bij aangelegenheden in verband met begrotingscontrole. Ik werk als rapporteur aan een aantal dossiers in de COCOBU: jaarverslag EIB 2010, verordening betreffende het programma Hercules III ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie, verordening inzake de financiering en het beheer van en het toezicht op het gemeenschappelijk landbouwbeleid, advies inzake innovatieve financiële instrumenten in de context van het volgende meerjarige financiële kader, studie over de aansprakelijkheid van de EU-begroting betreffende het EFSM en het ESM en inmenging van het Europees Parlement in de begrotingscontrole, werkdocument over Speciaal verslag nr. 11/2009 van de Rekenkamer betreffende de duurzaamheid en het beheer door de Commissie van de projecten van LIFE‑Natuur, studie over pretoetredingssteun voor Bulgarije en Roemenië: lessen voor toekomstige uitbreidingen.

Dankzij mijn beroepsactiviteiten heb ik kennis en inzichten verworven op het gebied van financieel beheer en financiële controle, niet alleen vanuit het oogpunt van de overheid, maar ook van de particuliere sector, en heb dus vanuit beide perspectieven een goede kijk op de sterke en zwakke punten van het huidige systeem gekregen.

2.      Wat zijn de drie belangrijkste beslissingen waarbij u tijdens uw carrière betrokken bent geweest?

Een eerste zeer belangrijke verwezenlijking in mijn beroepsleven was de invoering van oordeelkundige en betrouwbare praktijken voor het toezicht op en de verslaglegging over aanzienlijke leningen voor de hervorming van de openbare sector in Bulgarije. In het kader van mijn taken bij het Bulgaarse Ministerie van Landbouw nam ik deel aan de voorbereiding, onderhandeling en uitvoering van een van de belangrijkste projecten ter ondersteuning van de betalingsbalans van het land, nl. de aanpassingslening voor de landbouwsector ASAL II, voor een bedrag van 50 miljoen USD. Het project beoogde de ondersteuning van verregaande hervormingen in de Bulgaarse landbouwsector, onder meer privatiseringen, landhervormingen, de irrigatiesector, financiële instrumenten, landbouwsubsidies en garanties van het Staatslandbouwfonds, bosbouw, groothandelsmarkten voor landbouwproducten enz. Mijn aandeel in het project omvatte de volledige coördinatie voor de Bulgaarse uitvoerende instantie (Ministerie van Landbouw) tussen de belanghebbende partijen en het team van de Wereldbank. Voorts zorgde ik voor de interne controle en de voortgang van de genomen maatregelen en bracht ik bij het hoger management verslag uit en deed aanbevelingen in verband met risicogebieden die de tijdige afronding van de onderhandelingen in het gedrang zouden kunnen brengen.

De Bulgaarse ministeries waren in die tijd nog bezig met het uitbouwen van een sterke bestuurlijke capaciteit. Het belang van een dergelijk project reikte dan ook veel verder dan het financieel beheer van een aanpassingslening. Het doel van deze instrumenten was immers de tenuitvoerlegging van de noodzakelijke fundamentele economische hervormingen die het voor Bulgarije mogelijk moesten maken tot de EU toe te treden en Europese middelen te absorberen. Het project was een succes en droeg bij tot een verbetering van het concurrentievermogen van de Bulgaarse landbouwsector.

In de periode 2002-2006 bekwaamde ik me verder in financieel en risicobeheer, alsook financiële controle, en deed ik waardevolle ervaring op in verschillende particuliere instellingen in de VS. Vanuit het oogpunt van de financiële controle en in de context van een van de belangrijkste aspecten van de DAS-methodologie, nl. de evaluatie van toezicht- en controlesystemen en de beoordeling van controlerisico's, wil ik graag verwijzen naar mijn succesvolle werk voor de Bank of America, waar ik modellen heb ontwikkeld voor de beoordeling van het risiconiveau van groepen kredietnemers. Daarnaast heb ik er voor de groep subprime-leningen ook databanken opgezet voor verslaglegging inzake risicobeheer. De modellen waren gebaseerd op een aantal indicatoren – aantal achterstallige betalingen per kredietperiode, profiel van de kredietnemers, enz. Het risico van de volledige leningportefeuille kon worden geraamd via benchmarking van de analytische resultaten in verhouding tot vooraf vastgestelde doelen. Naar aanleiding van de resultaten van de analyse werden voor de geïdentificeerde risicogroepen striktere leningsvoorwaarden aanbevolen. De ervaring in de particuliere sector gaf mij ook op microniveau inzicht in risicobeoordeling en liet me toe om via een bottom-upbenadering van het financieel beheer mijn vakkennis uit te breiden.

Als lid van het Europees Parlement wil ik wijzen op de goedkeuring van mijn verslag over de EIB-activiteiten 2010. Het verslag onderstreept de cruciale rol van de EIB als "Europese" bank, waarvan wordt verwacht dat zij een van de wezenlijke instrumenten wordt om Europa uit de financiële, economische en sociale crisis te tillen. De aanbevelingen hebben betrekking op belangrijke aspecten van de EIB-activiteiten: verbetering van de transparantie en doeltreffendheid van de financiering van het MKB door de vaststelling van duidelijke prestatie-indicatoren, strengere controlemechanismen voor een betere beoordeling van de efficiëntie van externe leningen en de specifieke en belangrijke rol van financieringsinstrumenten, waarop beter toezicht moet worden gehouden door de vaststelling van passende benchmarks en waarover de Europese belastingbetaler beter moet worden geïnformeerd.

Onafhankelijkheid

3.      In het Verdrag wordt bepaald dat de leden van de Rekenkamer "volkomen onafhankelijk" hun ambt uitoefenen. Hoe zou u invulling geven aan deze verplichting bij de uitoefening van uw toekomstige functie?

De onafhankelijkheid van de leden van de Rekenkamer is een van de belangrijkste beginselen en bepaalt of een kandidaat in staat is deze taak op zich te nemen. Alle leden dienen zich hieraan te houden. De gecontroleerde instantie mag het werk van de leden op geen enkele wijze kunnen beïnvloeden. De artikelen 285 en 286 VWEU bepalen dat alle leden van de Rekenkamer hun ambt volkomen onafhankelijk uitoefenen. Bovendien vragen noch aanvaarden zij instructies van enige regering of enig lichaam.

Ik zal de bepalingen van het VWEU met betrekking tot de onafhankelijkheidscriteria ten volle naleven en zal mij onthouden van alle activiteiten die niet verenigbaar zijn met mijn taken of die de uitvoering daarvan in het gedrang kunnen brengen.

4.      Is u kwijting verleend voor de managementtaken die u voorheen uitvoerde, indien een dergelijke procedure van toepassing is?

Tijdens mijn vorige betrekkingen was ik niet onderworpen aan een kwijtingsprocedure.

5.      Heeft u zakelijke of financiële belangen of andere verplichtingen waardoor een conflict met uw toekomstige taken zou kunnen optreden? Bent u bereid om al uw financiële belangen en andere verplichtingen aan de voorzitter van de Rekenkamer te onthullen en ze openbaar te maken? Bent u momenteel bij een gerechtelijke procedure betrokken, en zo ja, kunt u daar gedetailleerde uitleg over verschaffen?

Als lid van het Europees Parlement geef ik regelmatig inzage in mijn financiële belangen en ik zal de nodige informatie daarover tevens verstrekken aan de president van de Rekenkamer. Ik zal deze informatie ook publiek maken. Ik zal de bepalingen van het VWEU inzake mogelijke belangenconflicten die onverenigbaar zouden zijn met de uitoefening van mijn ambt ten volle naleven.

6.      Bent u bereid om een functie waarvoor u gekozen bent, of een actieve functie met verantwoordelijkheden in een politieke partij op te geven na uw benoeming als lid van de Rekenkamer?

Indien ik wordt benoemd, zal ik mijn mandaat als EP-lid neerleggen.

Ik bekleed geen leidinggevende positie in een partij, maar indien nodig zal ik mijn lidmaatschap opzeggen om tijdens mijn ambtstermijn volledige onafhankelijkheid te garanderen.

7.      Hoe zou u optreden bij een grote onregelmatigheid of zelfs een geval van fraude en/of corruptie, waarbij personen in uw lidstaat van herkomst zijn betrokken?

Zoals reeds besproken, bepaalt het VWEU dat de leden van de Rekenkamer hun ambt volkomen onafhankelijk uitoefenen. Onpartijdigheid bij de besluitvorming is onontbeerlijk voor de uitoefening van de taken van de leden. Ik zou mij houden aan de regels die in de procedures van de Rekenkamer voor dergelijke gevallen zijn vastgesteld, ongeacht in welk land de onregelmatigheden of fraude/corruptie zich hebben voorgedaan.

Ik zou handelen overeenkomstig artikel 2 van Besluit 97‑2004 van de Rekenkamer en de informatie onverwijld meedelen aan het lid dat bevoegd is voor ADAR (Audit Development And Reports – controlevoortgang en verslagen), en aan OLAF bij vermoeden of vaststelling van mogelijke gevallen van fraude, corruptie of enige andere illegale activiteit.

Het is de taak van de Rekenkamer om de belangen van alle Europese belastingbetalers te verdedigen en ervoor te zorgen dat de EU-middelen op de best mogelijke manier worden aangewend. Daarom moeten alle lidstaten dezelfde behandeling krijgen wanneer een vermoeden van fraude of andere illegale activiteiten bestaat. Elke andere benadering is voor mij onaanvaardbaar. De Rekenkamer moet bij onregelmatigheden of fraude ook nauw samenwerken met het Europees Bureau voor fraudebestrijding. Dit zal leiden tot meer transparantie en een groter vertrouwen in de EU-instellingen.

Uitoefening van het ambt

8.      Wat zijn volgens u de belangrijkste kenmerken van een cultuur van gezond financieel beheer in eender welke openbare dienst?

De recente ontwikkelingen in de financiële crisis bewijzen dat een gezond financieel beheer op nationaal en EU-niveau van essentieel belang is voor de goede werking van de overheidsdiensten. In dit verband meen ik dat passend intern en extern toezicht en goed werkende controlesystemen op alle niveaus van cruciaal belang zijn om transparantie en verantwoording tegenover de Europese belastingbetaler te verzekeren.

Het Financieel Reglement stelt drie beginselen vast voor een gezond financieel beheer: zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid (economy, efficiency and effectiveness, de zogenaamde 3E's). Artikel 27 van het reglement bepaalt dat zuinigheid betekent dat de voor activiteiten ingezette middelen "tijdig, in passende hoeveelheid en kwaliteit en tegen de best mogelijke prijs" beschikbaar worden gesteld. Efficiëntie betekent dat de beste verhouding tussen de ingezette middelen en de verkregen resultaten wordt nagestreefd. Doeltreffendheid betekent dat de gestelde doelen en de beoogde resultaten worden bereikt.

In deze periode van besparingsmaatregelen moet de EU de drie grondbeginselen van een gezond financieel beheer meer dan ooit naleven. Ik wil ook wijzen op twee andere kwesties die van essentieel belang zijn voor een goed beheer van de EU-middelen: een vermindering van de administratieve lasten en een gelijktijdige verbetering van de systemen voor interne en externe controle.

De vermindering van de administratieve lasten door een vereenvoudiging van de procedures mag niet leiden tot minder strikte controles. Naar mijn mening kunnen ontwikkelingen in de ICT-sector een wezenlijke rol spelen bij het verwezenlijken van beide doelstellingen. Juist toegepast kunnen nieuwe technologieën aanzienlijk bijdragen tot een gezond financieel beheer. Zij vereenvoudigen ook het toezicht op financiële transacties en vergemakkelijken de toegang van de interne en externe controleorganen op alle procedureniveaus.

De EU-begroting wordt door de Europese belastingbetalers gefinancierd om hun belangen te dienen. Gezond financieel beheer moet dan ook worden beschouwd als een fundamenteel democratisch vereiste dat door alle overheidsmanagers moet worden nageleefd. De aanbevelingen van de Rekenkamer en een passende follow‑up zijn dan ook van cruciaal belang om de eerbiediging van dit grondbeginsel te verzekeren.

9.      Volgens het Verdrag moet de Rekenkamer het Parlement bijstaan in de uitoefening van zijn bevoegdheid voor controle op de uitvoering van de begroting. Hoe zou u uw taken op het vlak van de verslaglegging aan het Europees Parlement en meer bepaald aan de Commissie begrotingscontrole omschrijven?

Krachtens artikel 287 van het VWEU speelt de Rekenkamer een belangrijke rol bij het verstrekken van relevante en systematische informatie aan het Europees Parlement over de uitvoering van de EU-begroting.

De dialoog tussen de Rekenkamer en het EP, inzonderheid de Commissie begrotingscontrole, heeft een grote meerwaarde. De Kamer en het Parlement hebben allebei hun rol te spelen in het toezicht en de noodzakelijke controle op de EU-begroting. De Rekenkamer verstrekt deskundige informatie aan het EP, dat op zijn beurt politieke beslissingen neemt op grond van de informatie en beoordeling van de Kamer.

De communicatie tussen de COCOBU en de Rekenkamer moet in twee richtingen verlopen. Een goede coördinatie zal bijdragen tot een betere afbakening van de prioritaire werkterreinen en zal de leden van de COCOBU tijdig relevante informatie verstrekken in verband met bepaalde aandachtspunten.

Het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de EU-begroting speelt ontegensprekelijk een belangrijke rol in de jaarlijkse kwijtingsprocedure en bevat een breed overzicht van de systemen op de verschillende beleidsterreinen. Ik wil ook wijzen op het belang van de speciale verslagen van de Rekenkamer die aanzienlijk bijdragen tot de verbetering van de bestaande systemen door zwakke punten bloot te leggen en aanbevelingen te doen om hieraan te verhelpen. In dat verband verwelkom ik met name het besluit van het EP om initiatiefverslagen op te stellen naar aanleiding van de speciale verslagen van de Rekenkamer, hetgeen extra meerwaarde betekent voor het werk van de EP-leden met betrekking tot deze documenten.

Indien ik tot lid van de Rekenkamer word benoemd, zal ik ervoor zorgen dat de documenten die ik aan het EP voorleg daadwerkelijk bijdragen tot het werk van de COCOBU. Goede communicatie zal de leidraad zijn in mijn betrekkingen met het EP. Ik wil regelmatig met geïnteresseerde leden van de commissie samenkomen om van gedachten te wisselen over kwesties die het Parlement aanbelangen. Ik denk dat dit ook de Rekenkamer zal helpen om de belangen van de Europese belastingbetaler beter te beschermen.

10.    Wat is volgens u de toegevoegde waarde van prestatieaudits en hoe moeten de bevindingen worden geïntegreerd in de beheersprocedures?

De richtlijnen van de INTOSAI voor de uitvoering van prestatieaudits bepalen dat een dergelijke audit erop gericht moet zijn de zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid van de systemen te controleren. Prestatieaudits analyseren dus de administratieve praktijken, de benutting van de middelen, de prestatienormen en controlemaatregelen, en de prestaties wat betreft de verwezenlijking van de gestelde doelen.

Bij een dergelijke controle moeten de processen en procedures in detail worden bekeken en moeten de bereikte resultaten worden getoetst aan de gestelde doelen. Het is dus een belangrijk instrument voor het beoordelen van de doeltreffendheid van het beleid en legt een duidelijk verband tussen ingezette middelen en bereikte resultaten.

De resultaten van een prestatieaudit moeten op elk niveau van de beheersprocedures worden gebruikt, omdat zij duidelijk aangeven of de genomen maatregelen in de goede richting gaan.

Ik ben ervan overtuigd dat prestatieaudits ook in de context van de huidige financiële, economische en schuldencrisis een steeds grotere rol zullen spelen. De Europese burgers moeten duidelijke informatie krijgen over de meerwaarde die het EU-beleid voor hun dagelijks leven inhoudt en over de bijdrage van EU-financiering tot het verbeteren van de levensstandaard van onze gemeenschappen. Dat is de algemene doelstelling van alle programma's en prestatieaudits moeten aantonen wat er precies is verwezenlijkt en een antwoord bieden op de vraag of de EU-beleidsmaatregelen hun doel hebben bereikt en onze levensstandaard daadwerkelijk hebben verbeterd.

Hierbij is voor de Rekenkamer de belangrijke rol weggelegd om deze meerwaarde te beoordelen.

Ik hoop dat prestatieaudits in de toekomst nog een grotere betekenis krijgen in het werkprogramma van de Rekenkamer, zodat wij de steeds grotere uitdagingen voor de toekomst samen met het Parlement beter het hoofd kunnen bieden en duidelijker antwoorden kunnen geven, niet alleen over de kwantiteit, maar ook over de kwaliteit van de EU-uitgaven.

11.    Hoe kan de samenwerking tussen de Rekenkamer, de nationale controle-instanties en het Europees Parlement (Commissie begrotingscontrole) worden verbeterd op het punt van de controle van de EU-begroting?

Momenteel wordt meer dan 80% van de EU-programma's gezamenlijk beheerd door de Europese Commissie en de lidstaten. Een goede samenwerking en coördinatie tussen de Europese Rekenkamer en de nationale hoge controle-instanties is dan ook van cruciaal belang voor een gedegen toezicht en controle op de EU-begroting. Het toegenomen gebruik van complexe financieringsinstrumenten op verschillende EU-beleidsterreinen en in de nieuwe programma's onderstreept de noodzaak van een nauwere samenwerking.

In de huidige financiële crisissituatie moeten de nationale hoge controle-instanties, de Rekenkamer en het EP meer dan ooit samenwerken om de kwaliteit van de EU-uitgaven naar behoren te evalueren. Een voorbeeld van een open dialoog tussen deze instellingen was de hoorzitting over begrotingscontrolekwesties in verband met de financiële instrumenten (EFSM, EFSF) waartoe ik als EP-lid bij de COCOBU het initiatief heb genomen. Aangezien een deel van de audit van deze nieuwe instrumenten, die erop gericht zijn de schuldencrisis te overwinnen, wordt uitgevoerd door de nationale controle-instanties, deels via de Rekenkamer, en dat het de taak van het EP is de democratische controle van de burgers in dit proces te behartigen, is het niet meer dan normaal om alle standpunten te horen in een gezamenlijke discussie over de grootste uitdagingen waarmee Europa in verband met deze stabiliteitsmechanismen wordt geconfronteerd.

De communicatie en coördinatie tussen EP, Rekenkamer en nationale hoge controle-instanties is van essentieel belang om een optimale kwaliteit van de op nationaal en Europees niveau uitgevoerde controles te verzekeren.

Ik was tot nu lid van het Europees Parlement en zal dan ook blijven streven naar samenwerking tussen onze instellingen, omdat ik ervan overtuigd ben dat dit de beste manier is om onze gemeenschappelijke taak, nl. de bescherming van de belangen van de Europese belastingbetaler, optimaal te vervullen.

Andere vragen

Zou u uw kandidatuur intrekken indien het Parlement een ongunstig advies uitbrengt over uw benoeming als lid van de Rekenkamer?

Ja.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

4.6.2012

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

17

2

5

Bij de eindstemming aanwezige leden

Jean-Pierre Audy, Inés Ayala Sender, Ryszard Czarnecki, Jens Geier, Ingeborg Gräßle, Jan Mulder, Eva Ortiz Vilella, Crescenzio Rivellini, Theodoros Skylakakis, Bart Staes, Georgios Stavrakakis, Søren Bo Søndergaard, Michael Theurer

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Amelia Andersdotter, Zuzana Brzobohatá, Ivailo Kalfin, Derek Vaughan

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2)

Frank Engel, Andrey Kovatchev, Constance Le Grip, Nuno Melo, Mariya Nedelcheva, Nuno Teixeira, Pablo Zalba Bidegain