VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk

11.4.2018 - (COM(2017)0011 – C8-0010/2017 – 2017/0004(COD)) - ***I

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
Rapporteur: Claude Rolin


Procedure : 2017/0004(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0142/2018
Ingediende teksten :
A8-0142/2018
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk

(COM(2017)0011 – C8-0010/2017 – 2017/0004(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0011),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 153, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0010/2017),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 31 mei 2017[1],

–  na raadpleging van het Comité van de Regio's,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A8-0142/2018),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  Richtlijn 2004/37/EG is gericht op de bescherming van werknemers tegen risico's voor hun gezondheid en veiligheid als gevolg van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk en bevat met het oog daarop minimumvoorschriften, met inbegrip van op de beschikbare wetenschappelijke en technische informatie gebaseerde grenswaarden.

(1)  Richtlijn 2004/37/EG is gericht op de bescherming van werknemers tegen risico's voor hun gezondheid en veiligheid als gevolg van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk en bevat met het oog daarop minimumvoorschriften, met inbegrip van bindende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling die niet mogen worden overschreden, op basis van de beschikbare informatie, inclusief wetenschappelijke en technische gegevens, een grondige beoordeling van de sociale gevolgen en de economische haalbaarheid, en de beschikbaarheid van protocollen en technieken om de beroepsmatige blootstelling te meten.

Amendement    2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis)  De inachtneming van de grenswaarden doet geen afbreuk aan de andere verplichtingen van werkgevers uit hoofde van Richtlijn 2004/37/EG die het niveau van blootstelling van werknemers beogen te reduceren, met name de vermindering van het gebruik van carcinogene en mutagene agentia op de werkplek, de voorkoming of vermindering van de blootstelling van werknemers aan carcinogene of mutagene agentia, en de maatregelen die daartoe moeten worden uitgevoerd. Die maatregelen moeten, voor zover dat technisch uitvoerbaar is, onder meer bestaan in de vervanging van het carcinogene of mutagene agens door een stof, mengsel of procedé dat niet, of minder, gevaarlijk is voor de gezondheid van werknemers, het gebruik van een gesloten systeem, of andere maatregelen om het blootstellingsniveau voor werknemers te verminderen, waarmee innovatie wordt bevorderd.

Amendement    3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 ter)  Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en micro-ondernemingen, die de overgrote meerderheid van alle ondernemingen in de Unie uitmaken, hebben beperkte financiële, technische en menselijke hulpbronnen. Deze ondernemingen moeten in staat worden gesteld zich aan de regels te houden, en tegelijkertijd moeten voor alle werknemers gelijke beschermingsniveaus worden gehandhaafd. In dit verband zouden specifieke maatregelen, prikkels en digitale instrumenten kmo's en micro-ondernemingen kunnen helpen om zich gemakkelijker aan hun verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2004/37/EG te houden en te werken aan de eliminatie van carcinogene of mutagene risico's, en moeten de sociale partners goede praktijken uitwisselen.

Amendement    4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 quater)  De voorschriften van Richtlijn 2004/37/EG hebben tot doel de werknemers op het niveau van de Unie te beschermen tegen carcinogene of mutagene agentia, en moeten als minimumvoorschriften worden beschouwd. De lidstaten mogen strengere grenswaarden en beschermingsmaatregelen vaststellen.

Amendement    5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1 quinquies (nieuw)

Ontwerpwetgevingsresolutie

Amendement

 

(1 quinquies)  De Commissie, rekening houdend met de recentste ontwikkelingen op het gebied van wetenschappelijke kennis, bekijkt tegen het eind van het eerste trimester van 2019 de mogelijkheid om het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/37/EG te wijzigen en daar reprotoxische agentia in op te nemen, en presenteert, in voorkomend geval, op basis daarvan en na overleg met werkgevers en werknemers een wetgevingsvoorstel.

Amendement    6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  De Commissie wordt bijgestaan door het Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia ("het Comité")55, met name bij het evalueren van de recentste beschikbare wetenschappelijke gegevens en bij het voorstellen van overeenkomstig Richtlijn 98/24/EG56 van de Raad en Richtlijn 2004/37/EG op het niveau van de Unie vast te stellen grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling ter bescherming van de werknemers tegen chemische risico's. Verder is gebruikgemaakt van andere, voldoende robuust bevonden wetenschappelijke informatiebronnen uit het publieke domein.

(3)  De Commissie wordt bijgestaan door het Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia (SCOEL)55 en het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (ACSH)55bis, met name bij het identificeren, evalueren en gedetailleerd analyseren van de recentste beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens en bij het voorstellen van overeenkomstig Richtlijn 98/24/EG56 van de Raad en Richtlijn 2004/37/EG op het niveau van de Unie vast te stellen grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling ter bescherming van werknemers tegen chemische risico's. Verder is gebruikgemaakt van andere, voldoende robuust bevonden wetenschappelijke informatiebronnen uit het publieke domein, met name het Internationaal Instituut voor Kankeronderzoek, de Wereldgezondheidsorganisatie en de nationale agentschappen.

__________________

__________________

55Besluit 2014/113/EU van de Commissie van 3 maart 2014 tot oprichting van een Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia en tot intrekking van Besluit 95/320/EG (PB L 62 van 4.3.2014, blz. 18).

55Besluit 2014/113/EU van de Commissie van 3 maart 2014 tot oprichting van een Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia en tot intrekking van Besluit 95/320/EG (PB L 62 van 4.3.2014, blz. 18).

 

55bisBesluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (2003/C 218/01) (PB L 218 van 13.9.2003, blz. 1.

56Richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico's van chemische agentia op het werk (veertiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 131 van 5.5.1998, blz. 11).

56Richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico's van chemische agentia op het werk (veertiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 131 van 5.5.1998, blz. 11).

Amendement    7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 bis)  Het werk van het Comité is van essentieel belang voor een verantwoord beleidsproces en moet met het oog op de transparantie en empirisch onderbouwde beleidsvorming openbaar worden gemaakt. Bij reorganisatie van de werkzaamheden van het Comité moeten er speciaal daartoe bestemde middelen voorhanden zijn en moet erop worden toegezien dat specifieke kennis op het gebied van epidemiologie, toxicologie, arbeidsgeneeskunde en arbeidshygiëne niet verloren gaat.

Amendement    8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(3 ter)  Deze richtlijn, die Richtlijn 2004/37/EG wijzigt, behelst de vaststelling van grenswaarden en "huid"-notaties met betrekking tot acht carcinogene agentia, bovenop die als bedoeld in Richtlijn 2004/37/EG, en is een volgende stap in een langer proces van actualisering van de richtlijn in kwestie. Met het oog op een betere bescherming van werknemers moet Richtlijn 2004/37/EG, na overleg met het SCOEL en het ACSH, continu getoetst en, in voorkomend geval, gewijzigd worden in het licht van beschikbare informatie, inclusief de in de tijd beschikbaar komende wetenschappelijke en technische gegevens, zoals gegevens betreffende het residuele risico. In het kader van de wijziging van de richtlijn in kwestie moet ook aandacht worden besteed aan de kwestie van blootstelling van werknemers aan carcinogene of mutagene agentia als gevolg van de bereiding, toediening of verwijdering van gevaarlijke geneesmiddelen, met inbegrip van cytotoxische geneesmiddelen, en werkzaamheden die blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia met zich brengen als gevolg van schoonmaak-, vervoers-, wasserij- en afvalverwerkingsactiviteiten met betrekking tot gevaarlijke geneesmiddelen of door gevaarlijke geneesmiddelen verontreinigde materialen, en werkzaamheden in de vorm van persoonlijke zorg voor patiënten die met gevaarlijke geneesmiddelen worden behandeld.

Amendement    9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)  Overeenkomstig de aanbevelingen van het Comité zijn in voorkomend geval "huid"-notaties en/of grenswaarden voor blootstelling via inademing vastgesteld in verhouding tot een referentieperiode van acht uur als tijdgewogen gemiddelde (grenswaarden voor langdurige blootstelling) en, voor bepaalde carcinogene of mutagene agentia, tot kortere referentieperiodes, over het algemeen 15 minuten tijdgewogen gemiddelde (grenswaarden voor kortstondige blootstelling), om rekening te houden met de gevolgen van blootstelling gedurende korte tijd.

(4)  Overeenkomstig de aanbevelingen van het SCOEL en het ACSH zijn in voorkomend geval "huid"-notaties en/of grenswaarden voor blootstelling via inademing vastgesteld in verhouding tot een referentieperiode van acht uur als tijdgewogen gemiddelde (grenswaarden voor langdurige blootstelling) en, voor bepaalde carcinogene of mutagene agentia, tot kortere referentieperiodes, over het algemeen 15 minuten tijdgewogen gemiddelde (grenswaarden voor kortstondige blootstelling), om de gevolgen van blootstelling gedurende korte tijd in de mate van het mogelijke te beperken. Verder moet gebruik worden gemaakt van andere, voldoende robuust bevonden wetenschappelijke informatiebronnen uit het publieke domein.

Amendement    10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  De overkoepelende doelstelling van de bescherming van de gezondheid van foetussen en komende generaties brengt met zich mee dat er specifieke maatregelen in het leven moeten worden geroepen voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Deze maatregelen moeten uiteenlopen van specifieke, geactualiseerde wetenschappelijke informatie en richtsnoeren voor werkgevers en werknemers tot, in voorkomend geval, de tijdelijke preventie van blootstelling aan bepaalde stoffen.

Motivering

De toekomst van de volksgezondheid en de economische uitdagingen in de EU hangen onder meer af van de mate waarin foetussen worden beschermd, welke mate op zijn beurt weer afhankelijk is van het beschermingsniveau van de werkomgeving van vrouwen van vruchtbare leeftijd. Op nationaal niveau, bijvoorbeeld in Zweden, worden er al specifieke maatregelen genomen, bijvoorbeeld in de vorm van eenvoudige voorlichtingscampagnes, welke maatregelen een krachtig hulpmiddel vormen op basis waarvan zowel werkgevers als werknemers gezamenlijk de doelstellingen op het gebied van de volksgezondheid kunnen verwezenlijken.

Amendement    11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  Er is voldoende bewijs dat oliën die eerder in interne verbrandingsmotoren zijn gebruikt om de bewegende delen in de motor te smeren en af te koelen, kankerverwekkend zijn. Deze gebruikte motoroliën zijn bij procedés gegenereerde stoffen, en worden dan ook niet ingedeeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad57. Het Comité heeft geconstateerd dat er voor deze oliën sprake kan zijn van aanzienlijke opname via de huid, heeft vastgesteld dat beroepsmatige blootstelling plaatsvindt via de huid en heeft de vaststelling van een "huid"-notatie sterk aanbevolen. Daarom is het wenselijk in bijlage I bij Richtlijn 2004/37/EG werkzaamheden op te nemen waarbij sprake is van blootstelling aan oliën die eerder in interne verbrandingsmotoren zijn gebruikt om de bewegende delen in de motor te smeren en af te koelen, en in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is.

(5)  Er is voldoende bewijs dat oliën die eerder in interne verbrandingsmotoren zijn gebruikt om de bewegende delen in de motor te smeren en af te koelen, kankerverwekkend zijn. Deze gebruikte motoroliën zijn bij procedés gegenereerde stoffen, en worden dan ook niet ingedeeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad57. Het SCOEL heeft geconstateerd dat er voor deze oliën sprake kan zijn van aanzienlijke opname via de huid, heeft vastgesteld dat beroepsmatige blootstelling plaatsvindt via de huid en heeft de vaststelling van een "huid"-notatie sterk aanbevolen, en het ACSH heeft overeenstemming bereikt over de toevoeging van gebruikte motorolie aan de lijst van carcinogene stoffen, mengsels en procédés in bijlage I bij Richtlijn 2004/37/EG, en over de mogelijkheid van een aanzienlijke opname via de huid. Daarom is het wenselijk in bijlage I bij Richtlijn 2004/37/EG werkzaamheden op te nemen waarbij sprake is van blootstelling aan oliën die eerder in interne verbrandingsmotoren zijn gebruikt om de bewegende delen in de motor te smeren en af te koelen, en in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is.

__________________

__________________

57Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

57Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

Amendement    12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis)  Er is voldoende bewijs dat dieseluitlaatgassen als gevolg van de verbranding van dieselbrandstof in motoren met compressieontsteking carcinogeen zijn. Dieseluitlaatgassen zijn bij procédés gegenereerde stoffen en worden daarom niet ingedeeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad1bis. Het ACSH is het eens geworden over de opneming van blootstelling aan uitlaatgassen van traditionele dieselmotoren op de lijst van carcinogene stoffen in bijlage I bij Richtlijn 2004/37/EG en heeft verzocht om nader onderzoek naar de wetenschappelijke en technische aspecten van nieuwere motortypes. Dieseluitlaatgassen zijn door het Internationaal Instituut voor Kankeronderzoek (IARC) ingedeeld als kankerverwekkend voor de mens (IARC-categorie 1), en het IARC verduidelijkt dat de hoeveelheid zwevende deeltjes en chemische stoffen bij nieuwere types dieselmotoren weliswaar lager is, maar dat het nog niet duidelijk is hoe de kwantitatieve en kwalitatieve veranderingen zich vertalen in veranderde gezondheidseffecten. Het IARC verduidelijkt ook dat het gebruikelijk is om elementair koolstof, dat een aanzienlijk deel van deze emissies uitmaakt, als merkstof voor blootstelling te gebruiken. Daarom en gezien het aantal werknemers dat wordt blootgesteld dient werk waarbij sprake is van blootstelling aan dieseluitlaatgassen te worden opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 2004/37/EG en moet in deel A van bijlage III bij die richtlijn een grenswaarde voor dieseluitlaatgassen, gemeten als elementair koolstof, worden vastgesteld. De Commissie moet die grenswaarde herzien en daarbij gebruik maken van de recentste wetenschappelijke en sociaaleconomische gegevens. De vermeldingen in bijlage I en bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG moeten betrekking hebben op gassen van alle soorten dieselmotoren.

 

________________

 

1bisVerordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

Amendement    13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 ter)  Voor nieuwe dieselmotortechnologie die leidt tot een sterke afname van de massaconcentratie van dieseluitlaatgassen en elementair koolstof is elementair koolstof mogelijk een minder bruikbare indicator voor blootstelling. Voor nieuwe dieselmotortechnologie is stikstofdioxide waarschijnlijk een geschiktere indicator voor blootstelling aan dieselemissies. Aangezien de leeftijd en het type van de motoren en nabehandelingssystemen voor uitlaatgassen die worden gebruikt op en tussen de verschillende werkplekken uiteenlopen, is het ten aanzien van dieseluitlaatgassen wellicht beter een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling vast te stellen op basis van zowel respirabel elementair koolstof als stikstofdioxide. De Commissie moet die grenswaarden herzien en daarbij gebruik maken van de recentste wetenschappelijke en sociaaleconomische gegevens. Beide waarden mogen niet worden overschreden op werkplekken waar dieselmotoren worden gebruikt. Hoewel er geen gegevens voorhanden zijn die het mogelijk maken het carcinogeen potentieel van dieseluitlaatgassen op basis van nieuwe dieselmotortechnologie en het carcinogeen potentieel op basis van oudere dieselmotortechnologie rechtstreeks met elkaar te vergelijken, heeft nieuwe dieselmotortechnologie de kwaliteit en de kwantiteit van dieseluitlaatgassen en het daarmee verbonden risico op kanker gereduceerd, maar niet geëlimineerd. De aanzienlijke reductie van de massaconcentratie van dieseluitlaatgassen op basis van nieuwe dieselmotortechnologie zal het risico op longkanker (per kWh) naar verwachting doen afnemen. Deze verwachting wordt gestaafd door de resultaten van een verzameling in-vivodierproeven die afgenomen of verwaarloosbare genotoxiciteit van de longen en oxidatieve DNA-schade na inhalatoire blootstelling aan dieseluitlaatgassen uit motoren op basis van nieuwe dieselmotortechnologie heeft aangetoond. Het zou nuttig zijn een relevante indicator blootstelling aan dieseluitlaatgassen uit motoren op basis van nieuwe dieselmotortechnologie vast te stellen waarbij onder meer rekening wordt gehouden met korrelgrootteverdeling en verschillende meetmethoden voor blootstelling aan deeltjes (bijvoorbeeld in de vorm van aantallen afgezet tegen de massaconcentratie). Daarnaast is het van belang de risico's per massaeenheid dieseluitlaatgassen van oude en nieuwe dieseltechnologie met elkaar te vergelijken. Tevens is er meer informatie nodig over de blootstellingsniveaus op werkplekken waar nieuwe dieselmotoren worden gebruikt.

Amendement    14

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6)  Bepaalde mengsels van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) die benzo[a]pyreen bevatten, voldoen aan de criteria voor indeling als kankerverwekkend (categorie 1A of 1B) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en zijn bijgevolg carcinogene stoffen als gedefinieerd in Richtlijn 2004/37/EG. Het Comité heeft voor deze mengsels de mogelijkheid van aanzienlijke opname via de huid geconstateerd. Daarom is het wenselijk in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is.

(6)  Bepaalde mengsels van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's), met name mengsels die benzo[a]pyreen bevatten, voldoen aan de criteria voor indeling als kankerverwekkend (categorie 1A of 1B) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en zijn bijgevolg carcinogene agentia als gedefinieerd in Richtlijn 2004/37/EG. Het SCOEL heeft voor deze mengsels de mogelijkheid van aanzienlijke opname via de huid geconstateerd, en het ACSH is het erover eens geworden dat het van belang is een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling voor PAK's vast te stellen en heeft aanbevolen de wetenschappelijke aspecten te evalueren met als doel ergens in de toekomst een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling vast te stellen. Daarom is het wenselijk in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is. Er moet ook nader onderzoek worden verricht om vast te stellen of vermelding 2 in bijlage I moet worden uitgebreid met werk waarbij verbrandingsprocessen en verbrandingsprocessen op hoge temperatuur plaatsvinden, en om een grenswaarde voor benzo[a]pyreen vast te stellen, teneinde werknemers beter te beschermen tegen tegen mengsels van polycyclische aromatische koolwaterstoffen.

Amendement    15

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)  Trichloorethyleen voldoet aan de criteria voor indeling als kankerverwekkend (categorie 1B) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en is bijgevolg een carcinogene stof als gedefinieerd in Richtlijn 2004/37/EG. Voor trichloorethyleen kunnen op de grondslag van de beschikbare informatie, wetenschappelijke en technische informatie daarbij inbegrepen, grenswaarden worden vastgesteld in verhouding tot een referentieperiode van acht uur (grenswaarde voor langdurige blootstelling) en tot een kortere referentieperiode (15 minuten). Het Comité heeft voor deze carcinogene stof de mogelijkheid van aanzienlijke opname via de huid geconstateerd. Daarom is het wenselijk voor trichloorethyleen in deel A van bijlage III grenswaarden voor langdurige en kortstondige blootstelling vast te stellen, en in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is. Aan de hand van de evoluerende wetenschappelijke gegevens zullen de grenswaarden voor deze stof regelmatig zeer nauwlettend opnieuw worden bezien.

(7)  Trichloorethyleen voldoet aan de criteria voor indeling als kankerverwekkend (categorie 1B) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en is bijgevolg een carcinogene stof als gedefinieerd in Richtlijn 2004/37/EG. Voor trichloorethyleen kunnen op de grondslag van de beschikbare informatie, wetenschappelijke en technische informatie daarbij inbegrepen, grenswaarden worden vastgesteld in verhouding tot een referentieperiode van acht uur (grenswaarde voor langdurige blootstelling) en tot een kortere referentieperiode (15 minuten). Het SCOEL heeft voor deze carcinogene stof de mogelijkheid van aanzienlijke opname via de huid geconstateerd en het ACSH is het eens geworden over een bruikbare grenswaarde, op de grondslag van de beschikbare informatie, inclusief wetenschappelijke en technische informatie. Daarom is het wenselijk voor trichloorethyleen in deel A van bijlage III grenswaarden voor langdurige en kortstondige blootstelling vast te stellen, en in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is. Aan de hand van de evoluerende wetenschappelijke gegevens en de technische ontwikkelingen zullen de grenswaarden voor deze stof regelmatig zeer nauwlettend opnieuw worden bezien.

Amendement    16

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8)  4,4'-Methyleendianiline (MDA) voldoet aan de criteria voor indeling als kankerverwekkend (categorie 1B) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en is bijgevolg een carcinogene stof als gedefinieerd in Richtlijn 2004/37/EG. Voor 4,4'-methyleendianiline kan op de grondslag van de beschikbare informatie, wetenschappelijke en technische informatie daarbij inbegrepen, een grenswaarde worden vastgesteld. Het Comité heeft voor deze carcinogene stof de mogelijkheid van aanzienlijke opname via de huid geconstateerd. Daarom is het wenselijk voor 4,4'-methyleendianiline in deel A van bijlage III een grenswaarde vast te stellen, en in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is.

(8)  4,4'-Methyleendianiline (MDA) voldoet aan de criteria voor indeling als kankerverwekkend (categorie 1B) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en is bijgevolg een carcinogene stof als gedefinieerd in Richtlijn 2004/37/EG. Voor 4,4'-methyleendianiline kan op de grondslag van de beschikbare informatie, wetenschappelijke en technische informatie daarbij inbegrepen, een grenswaarde worden vastgesteld. Het SCOEL heeft voor deze carcinogene stof de mogelijkheid van aanzienlijke opname via de huid geconstateerd en is het eens geworden over een bruikbare grenswaarde, op de grondslag van de beschikbare informatie, inclusief wetenschappelijke en technische informatie. Daarom is het wenselijk voor 4,4'-methyleendianiline in deel A van bijlage III een grenswaarde vast te stellen, en in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is.

Amendement    17

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  Epichloorhydrine (1-chloor-2,3-epoxypropaan) voldoet aan de criteria voor indeling als kankerverwekkend (categorie 1B) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en is bijgevolg een carcinogene stof als gedefinieerd in Richtlijn 2004/37/EG. Het Comité heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is een gezondheidskundige grenswaarde voor blootstelling af te leiden voor dit carcinogeen zonder drempelwaarde en heeft aanbevolen beroepsmatige blootstelling te voorkomen. Het Comité heeft voor epichloorhydrine de mogelijkheid van aanzienlijke opname via de huid geconstateerd. Het Raadgevend Comité is het eens geworden over een bruikbare grenswaarde, op de grondslag van de beschikbare informatie, wetenschappelijke en technische informatie daarbij inbegrepen. Daarom is het wenselijk voor epichloorhydrine in deel A van bijlage III een grenswaarde vast te stellen, en in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is.

(9)  Epichloorhydrine (1-chloor-2,3-epoxypropaan) voldoet aan de criteria voor indeling als kankerverwekkend (categorie 1B) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en is bijgevolg een carcinogene stof als gedefinieerd in Richtlijn 2004/37/EG. Het SCOEL heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is een gezondheidskundige grenswaarde voor blootstelling af te leiden voor dit carcinogeen zonder drempelwaarde en heeft aanbevolen beroepsmatige blootstelling te voorkomen. Het SCOEL heeft voor voor epichloorhydrine de mogelijkheid van aanzienlijke opname via de huid geconstateerd en het ACSH is het eens geworden over een bruikbare grenswaarde, op de grondslag van de beschikbare informatie, inclusief wetenschappelijke en technische informatie. Daarom is het wenselijk voor epichloorhydrine in deel A van bijlage III een grenswaarde vast te stellen, en in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is.

Amendement    18

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  Ethyleendibromide (1,2-dibroomethaan, EDB) voldoet aan de criteria voor indeling als kankerverwekkend (categorie 1B) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en is bijgevolg een carcinogene stof als gedefinieerd in Richtlijn 2004/37/EG. Het Comité heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is een gezondheidskundige grenswaarde voor blootstelling af te leiden voor dit carcinogeen zonder drempelwaarde en heeft aanbevolen beroepsmatige blootstelling te voorkomen. Het Comité heeft voor ethyleendibromide de mogelijkheid van aanzienlijke opname via de huid geconstateerd. Het Raadgevend Comité is het eens geworden over een bruikbare grenswaarde, op de grondslag van de beschikbare informatie, wetenschappelijke en technische informatie daarbij inbegrepen. Daarom is het wenselijk voor ethyleendibromide in deel A van bijlage III een grenswaarde vast te stellen, en in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is.

(10)  Ethyleendibromide (1,2-dibroomethaan, EDB) voldoet aan de criteria voor indeling als kankerverwekkend (categorie 1B) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en is bijgevolg een carcinogene stof als gedefinieerd in Richtlijn 2004/37/EG. Het SCOEL heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is een gezondheidskundige grenswaarde voor blootstelling af te leiden voor dit carcinogeen zonder drempelwaarde en heeft aanbevolen beroepsmatige blootstelling te voorkomen. Het SCOEL heeft voor ethyleendibromide de mogelijkheid van aanzienlijke opname via de huid geconstateerd en het ACSH is het eens geworden over een bruikbare grenswaarde, op de grondslag van de beschikbare informatie, inclusief wetenschappelijke en technische informatie. Daarom is het wenselijk voor ethyleendibromide in deel A van bijlage III een grenswaarde vast te stellen, en in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is.

Amendement    19

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  Ethyleendichloride (1,2-dichloorethaan, EDC) voldoet aan de criteria voor indeling als kankerverwekkend (categorie 1B) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en is bijgevolg een carcinogene stof als gedefinieerd in Richtlijn 2004/37/EG. Voor ethyleendichloride kan op de grondslag van de beschikbare informatie, wetenschappelijke en technische informatie daarbij inbegrepen, een grenswaarde worden vastgesteld. Het Comité heeft voor ethyleendichloride de mogelijkheid van aanzienlijke opname via de huid geconstateerd. Daarom is het wenselijk voor ethyleendichloride in deel A van bijlage III een grenswaarde vast te stellen, en in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is.

(11)  Ethyleendichloride (1,2-dichloorethaan, EDC) voldoet aan de criteria voor indeling als kankerverwekkend (categorie 1B) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en is bijgevolg een carcinogene stof als gedefinieerd in Richtlijn 2004/37/EG. Voor ethyleendichloride kan op de grondslag van de beschikbare informatie, wetenschappelijke en technische informatie daarbij inbegrepen, een grenswaarde worden vastgesteld. Het SCOEL heeft voor ethyleendichloride de mogelijkheid van aanzienlijke opname via de huid geconstateerd en het ACSH is het eens geworden over een bruikbare grenswaarde, op de grondslag van de beschikbare informatie, wetenschappelijke en technische informatie daarbij inbegrepen, en heeft daarbij gewezen op het gebrek aan robuuste en geactualiseerde wetenschappelijke gegevens, vooral over de werking van de stof. Daarom is het wenselijk voor ethyleendichloride in deel A van bijlage III een grenswaarde vast te stellen, en in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG een "huid"-notatie vast te stellen om aan te geven dat aanzienlijke opname via de huid mogelijk is.

Amendement    20

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis)  De akkoorden met de sociale partners, zoals de sociale dialoog "Agreement on Workers' Health Protection Through the Good Handling and Use of Crystalline Silica and Products Containing it (NEPSi)" (akkoord over de bescherming van de gezondheid van werknemers door goede hanteringsmethoden en gebruik van kristallijn silicastof en producten die kristallijn silicastof bevatten), die - naast de regelgevingsmaatregelen - richtsnoeren en hulpmiddelen bieden ter ondersteuning van de doeltreffende naleving door werkgevers van hun verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2004/37/EG, vormen waardevolle instrumenten ter aanvulling van die regelgevingsmaatregelen. De Commissie dient de sociale partners aan te moedigen dergelijke akkoorden te sluiten. Naleving van deze akkoorden mag evenwel niet als vermoeden van overeenstemming met de in Richtlijnen 2004/37/EG vastgestelde verplichtingen van de werkgevers worden opgevat.

Amendement    21

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  De Commissie heeft het bij het besluit van de Raad van 22 juli 2003 ingesteld Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats geraadpleegd. Zij heeft ook de Europese sociale partners in twee fasen geraadpleegd, overeenkomstig artikel 154 VWEU.

(13)  De Commissie heeft het ACSH geraadpleegd en heeft in twee fasen de Europese sociale partners geraadpleegd, overeenkomstig artikel 154 VWEU.

Amendement    22

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15)  De in deze richtlijn vastgestelde grenswaarden zullen worden herzien in het licht van de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG58 van de Commissie, en van de adviezen van het Comité risicobeoordeling ("RAC") en het Comité sociaaleconomische analyse ("SEAC") van het ECHA, met name om rekening te houden met de interactie tussen de in het kader van Richtlijn 2004/37/EG vastgestelde grenswaarden en de relaties tussen dosis en respons, informatie over de werkelijke blootstelling en, in voorkomend geval, afgeleide doses zonder effect voor onder die verordening vallende gevaarlijke chemische stoffen.

(15)  De in deze richtlijn vastgestelde grenswaarden zullen worden herzien in het licht van de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG58 van de Commissie, en van de adviezen van het Comité risicobeoordeling ("RAC") en het Comité sociaaleconomische analyse ("SEAC") van het ECHA, met name om rekening te houden met de interactie tussen de in het kader van Richtlijn 2004/37/EG vastgestelde grenswaarden en de relaties tussen dosis en respons, informatie over de werkelijke blootstelling en, in voorkomend geval, afgeleide doses zonder effect voor onder die verordening vallende gevaarlijke chemische stoffen teneinde de werknemers doeltreffend te beschermen.

__________________

__________________

58 PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1

58 PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1

Amendement    23

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16)  Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn — de verbetering van levens- en arbeidsomstandigheden en de bescherming van de gezondheid van de werknemers tegen de specifieke risico's van blootstelling aan carcinogene agentia — niet voldoende door de lidstaten maar beter op het niveau van de Unie kunnen worden bereikt, kan de Unie maatregelen vaststellen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel van artikel 5, lid 4, VEU, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

(16)  Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn – de verbetering van levens- en arbeidsomstandigheden en de bescherming van de gezondheid van de werknemers tegen de specifieke risico's van blootstelling aan carcinogene en mutagene agentia – niet voldoende door de lidstaten maar juist beter op het niveau van de Unie kunnen worden bereikt, kan de Unie maatregelen vaststellen overeenkomstig het voorzorgsbeginsel van artikel 191 VWEU en het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

Amendement    24

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 (nieuw)

Richtlijn 2004/37/EG

Artikel 13 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1)  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 13 bis

 

Overeenkomsten tussen de sociale partners

 

De Commissie spoort de sociale partners aan sociale akkoorden te sluiten die richtsnoeren en hulpmiddelen bieden ter ondersteuning van de doeltreffende naleving door werkgevers van hun verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn. Deze akkoorden worden opgenomen in bijlage VI bis. De lijst wordt regelmatig bijgewerkt."

Amendement    25

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 bis (nieuw)

Richtlijn 2004/37/EG

Artikel 18 bis – alinea -1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1 bis)  Aan artikel 18 bis wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

"Als onderdeel van de volgende evaluatie van de tenuitvoerlegging van deze richtlijn beoordeelt de Commissie in de context van de in artikel 17 bis van Richtlijn 89/391/EEG bedoelde evaluatie ook of het mogelijk is het bestaande punt 2 in bijlage I bij Richtlijn 2004/37/EG uit te breiden met werk waarbij verbrandingsprocessen en verbrandingsprocessen met een hoge temperatuur plaatsvinden, en een grenswaarde vast te stellen voor benzo[a]pyreen om de werknemers beter te beschermen tegen mengsels van polycyclische aromatische koolwaterstoffen. De Commissie stelt, in voorkomend geval, de nodige wijzigingen in verband met die stof voor."

Amendement    26

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 ter (nieuw)

Richtlijn 2004/37/EG

Artikel 18 bis – alinea 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1 ter)  Aan artikel 18 bis wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

"Ten laatste op 30 juni 2019 beoordeelt de Commissie, na overleg met de lidstaten en de sociale partners, of de grenswaarden voor dieseluitlaatgassen moeten worden gewijzigd. De Commissie stelt, in voorkomend geval, de nodige wijzigingen in verband met dat proces voor."

Amendement    27

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 quater (nieuw)

Richtlijn 2004/37/EG

Artikel 19 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1 quater)  Aan artikel 19 wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

"De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de nationale wetgeving en praktijken die waarborgen dat hun bevoegde autoriteiten over voldoende opgeleid personeel en andere middelen beschikken om hun taken met betrekking tot de tenuitvoerlegging van deze richtlijn goed en doeltreffend uit te kunnen voeren. Deze informatie maakt deel uit van de verslagen over de tenuitvoerlegging die de lidstaten overeenkomstig artikel 17 bis van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad om de vijf jaar indienen."

Amendement    28

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw)

Richtlijn 2004/37/EG

Bijlage I – punt 5 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis)   In bijlage I wordt het volgende punt toegevoegd:

 

"5 ter.  Werkzaamheden waarbij sprake is van blootstelling aan dieseluitlaatgassen."

Amendement    29

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage I – alinea 1

Richtlijn 2004/37/EG

Bijlage III – deel A

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

CAS nr. (1)

EC nr. (2)

STOFNAAM

GRENSWAARDEN

4 OVERGANGSMAATREGELEN

8 uur [3]

Korte termijn (4)

 

mg/m3 (5)

ppm (6)

f/ml (7)

mg/m3

ppm

f/ml

 

79-01-6

201-167-4

Trichloorethyleen

54,7

10

_

164,1

30

_

 

101-77-9

202-974-4

4,4′-Methyleendianiline

0,08

_

_

_

_

_

 

106-89-8

203-439-8

Epichloorhydrine

1,9

-

-

-

-

-

 

106-93-4

203-444-5

Ethyleen-dibromide

0,8

0,1

_

_

_

_

 

107-06-2

203-458-1

Ethyleendichloride

8,2

2

_

_

_

_

 

________________________________________

(1) CAS-nr.: registratienummer van de Chemical Abstract Service.

(2) Het EG-nummer (d.w.z. het Einecs-, Elincs- of NLP-nummer) is het officiële nummer van de stof in de Europese Unie, als gedefinieerd in bijlage VI, deel 1, punt 1.1.1.2, bij Verordening (EG) nr. 1272/2008.

(3) Gemeten of berekend in verhouding tot een referentieperiode van acht uur als tijdgewogen gemiddelde.

(4) Grenswaarde voor kortstondige blootstelling. Grenswaarde die niet mag worden overschreden en die geldt, behoudens anders vermeld, voor een periode van 15 minuten.

(5) mg/m3 = milligram per kubieke meter lucht bij 20°C en 101,3 kPa (760 mm kwikdruk).

(6) ppm = deeltjes per miljoen naar volume in de lucht (ml/m3).

(7) f/ml = vezels per milliliter.

Amendement

In bijlage III, deel A, bij Richtlijn 2004/37/EG worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

CAS nr. (1)

EC nr. (2)

STOFNAAM

GRENSWAARDEN

4 OVERGANGSMAATREGELEN

8 uur (3)

Korte termijn (4)

 

mg/m3 (5)

ppm (6)

f/ml (7)

mg/m3

ppm

f/ml

 

-

-

Diesel-emissies

0,05 (7 bis)

-

-

-

-

-

 

-

-

Diesel-emissies

 

0,5 (7 ter)

-

-

-

-

 

79-01-6

201-167-4

Trichloorethyleen

54,7

10

_

164,1

30

_

 

101-77-9

202-974-4

4,4′-Methyleendianiline

0,08

_

_

_

_

_

 

106-89-8

203-439-8

Epichloorhydrine

1,9

-

-

-

-

-

 

106-93-4

203-444-5

Ethyleen-dibromide

0,8

0,1

_

_

_

_

 

107-06-2

203-458-1

Ethyleendichloride

8,2

2

_

_

_

_

 

________________________________________

(1) CAS-nr.: registratienummer van de Chemical Abstract Service.

(2) Het EG-nummer (d.w.z. het Einecs-, Elincs- of NLP-nummer) is het officiële nummer van de stof in de Europese Unie, als gedefinieerd in bijlage VI, deel 1, punt 1.1.1.2, bij Verordening (EG) nr. 1272/2008.

(3) Gemeten of berekend in verhouding tot een referentieperiode van acht uur als tijdgewogen gemiddelde.

(4) Grenswaarde voor kortstondige blootstelling. Grenswaarde die niet mag worden overschreden en die geldt, behoudens anders vermeld, voor een periode van 15 minuten.

(5) mg/m3 = milligram per kubieke meter lucht bij 20°C en 101,3 kPa (760 mm kwikdruk).

(6) ppm = deeltjes per miljoen naar volume in de lucht (ml/m3).

(7) f/ml = vezels per milliliter.

(7 bis) Gemeten als elementair koolstof.

(7 ter) Gemeten als stikstofdioxide.

Amendement    30

Voorstel voor een richtlijn

Bijlage I – alinea 1

Richtlijn 2004/37/EG

Bijlage III – deel B – rij 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

_

_

Mengsels van polycyclische aromatische koolwaterstoffen die benzo[a]pyreen bevatten en kankerverwekkende stoffen zijn in de zin van de Richtlijn

huid

Amendement

_

_

Mengsels van polycyclische aromatische koolwaterstoffen, met inbegrip van die welke benzo[a]pyreen bevatten en kankerverwekkende stoffen zijn in de zin van de richtlijn

huid

Amendement    31

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw)

Richtlijn 2004/37/EG

Bijlage IV bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis)  De volgende bijlage wordt toegevoegd:

 

"Bijlage IV bis

 

Lijst met sociale akkoorden die richtsnoeren en hulpmiddelen bieden ter ondersteuning van de doeltreffende naleving door werkgevers van hun verplichtingen

 

1) Agreement on Workers Health Protection through the Good Handling and Use of Crystalline Silica and Products containing it*.

 

__________________

 

* PB C 279 van 17.11.2006."

  • [1]    PB C 288 van 31.8.2017, blz. 56.

TOELICHTING

Inleiding

Op 10 januari 2017 heeft de Commissie haar voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk ingediend. Doel van het voorstel is het bestaande rechtskader te verbeteren en te verduidelijken om de bescherming van de gezondheid van werknemers te verbeteren door de beroepsmatige blootstelling aan carcinogene chemische agentia te verminderen, en bij te dragen tot een gelijk speelveld voor marktdeelnemers.

Uw rapporteur herinnert eraan dat kanker de belangrijkste oorzaak van arbeidsgerelateerde sterfgevallen in de Europese Unie is. Volgens het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)[1] werd in 2012 in Europa bij 91 500 à 150 500 nieuwe patiënten kanker vastgesteld als gevolg van schadelijke blootstelling op het werk. Volgens cijfers van de Europese Commissie[2] sterven er per uur in de Europese Unie zeven tot twaalf personen aan arbeidsgerelateerde kanker.

Dit tweede voorstel tot wijziging zou kunnen leiden tot verhoogde bescherming voor ten minste 4 miljoen werknemers en tot duidelijkere regels voor werkgevers en controle-instanties. Met de eerste twee voorstellen[3] tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG samen zouden meer dan 100 000 overlijdens als gevolg van arbeidsgerelateerde kanker moeten kunnen worden voorkomen.

Regelmatige en doorlopende herziening

De rapporteur staat positief tegenover het voorstel voor een herziening van Richtlijn 2004/37/EG en is verheugd over het besluit van de Europese Commissie om een derde herziening van deze richtlijn voor te leggen, maar moedigt de Commissie ook aan om op deze weg door te gaan door te voorzien in een proces van regelmatige en doorlopende herziening, in nauwe samenwerking met het Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia[4] (het "Wetenschappelijk Comité") en het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats[5] ("het Raadgevend Comité"). De komende herzieningen moeten het onder meer mogelijk maken om bestaande grenswaarden, indien nodig, te herzien, grenswaarden vast te stellen voor nieuwe stoffen en de werkingssfeer van Richtlijn 2004/37/EG uit te breiden tot voor de voortplanting giftige stoffen, zoals dat werd bepleit door het Europees Parlement.

Aanbevelingen van het Wetenschappelijk en het Raadgevend Comité

Uw rapporteur is ingenomen met de raadplegingen die de Commissie voorafgaand aan elk voorstel tot herziening van Richtlijn 2004/37/EG heeft gehouden en zoals die in de effectbeoordeling[6] van die richtlijn zijn beschreven.

Dankzij de aanbevelingen van het Wetenschappelijk en het Raadgevend Comité kan de Commissie zich baseren op wetenschappelijke en technische gegevens wanneer zij grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling voorstelt of herziet.

Die aanbevelingen zijn, net als andere wetenschappelijke gegevens uit betrouwbare bronnen uit het publieke domein, ook nuttig voor het Europees Parlement en de Raad bij de beoordeling van de voorstellen van de Commissie en het indienen van eventuele amendementen daarop. Tegen deze achtergrond legt de rapporteur dit ontwerpverslag voor, waarin verbeterde bescherming van de werknemers en technische haalbaarheid voor het bedrijfsleven gecombineerd worden.

Dieseluitlaatgassen

Uw rapporteur neemt nota van de redenen die de Commissie in haar effectbeoordeling aanvoert om dieseluitlaatgassen niet op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 2004/37/EG en geen daarmee overeenstemmende blootstellingsgrenswaarde vast te stellen in bijlage III.

Er zij echter aan herinnerd dat volgens het instituut voor arbeidsgeneeskunde[7] in de Europese Unie 3,6 miljoen werknemers mogelijkerwijs worden blootgesteld aan dieseluitlaatgassen die de drempelwaarden overstijgen en dat het geschatte geometrisch blootstellingsgemiddelde 13 µg/m³ (of 0,013 mg/m³) bedraagt. Volgens datzelfde instituut zijn in 2010 4 556 personen overleden aan kanker als gevolg van beroepsmatige blootstelling aan de uitlaatgassen van dieselmotoren.

Daarom acht uw rapporteur het noodzakelijk en dringend dat er op Europees niveau maatregelen worden genomen om de blootstelling van werknemers aan dieseluitlaatgassen te beperken door de werkzaamheden waarbij werknemers worden blootgesteld aan die uitlaatgassen toe te voegen aan bijlage I en door in bijlage III een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling van 50 µg/m³ (0,05 mg/m³) vast te stellen, berekend op basis van elementair koolstof[8]. Deze merker, die brede erkenning vindt bij de wetenschappelijke gemeenschap, wordt met name in Oostenrijk gebruikt en zal wellicht ook door andere lidstaten, zoals Nederland en Duitsland, worden overgenomen om hun grenswaarden voor de blootstelling aan dieseluitlaatgassen vast te stellen.

Het Raadgevend Comité beveelt weliswaar aan om onderscheid te maken tussen oude en nieuwe dieselmotoren, maar het Internationaal Instituut voor kankeronderzoek (dat deel uitmaakt van de Wereldgezondheidsorganisatie) heeft dieseluitlaatgassen in 2012 ingedeeld als kankerverwekkend voor de mens. Volgens dit instituut moeten er veranderingen worden aangebracht in de samenstelling van brandstoffen, met name een duidelijke verlaging van het zwavelgehalte, moet het ontwerp van motoren worden gewijzigd om brandstof efficiënter te verbranden en moeten de emissies worden gereduceerd dankzij technologie voor het controleren van uitlaatgassen. Het instituut voegt daaraan toe dat de emissie van zwevende deeltjes en chemische stoffen weliswaar lager wordt dankzij die veranderingen, maar dat het nog niet duidelijk is of die kwalitatieve en kwantitatieve veranderingen kunnen leiden tot een ander effect op de gezondheid[9].

Om die reden en op grond van overweging 14 van Richtlijn 2004/37/EG, waarin staat dat het voorzorgsbeginsel moet worden toegepast op de bescherming van de gezondheid van werknemers, is uw rapporteur van mening dat alle dieselmotoren zonder onderscheid in aanmerking moeten worden genomen.

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

Uw rapporteur neemt kennis van het advies van het Raadgevend Comité[10] inzake benzo[a]pyreen en is van mening dat een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen belangrijk is. Daarom stelt hij voor een amendement in te dienen waarin de Commissie verzocht wordt haar werkzaamheden voort te zetten met het oog op een voorstel voor een blootstellingsgrenswaarde voor polycyclische aromatische koolwaterstoffen die berekend is op basis van benzo[a]pyreen.

De vaststelling van een "huid"-notatie in deel B van bijlage III voor mengsels van polycyclische aromatische koolwaterstoffen die benzo[a]pyreen bevatten is een belangrijke stap vooruit voor de bescherming van de werknemers, maar uw rapporteur wil graag benadrukken dat ook andere mengsels van polycyclische aromatische koolwaterstoffen die geen benzo[a]pyreen bevatten voldoen aan de criteria voor indeling als kankerverwekkende stof van categorie 1A of 1B overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 en via de huid kunnen worden opgenomen. Daarom stelt de rapporteur voor die "huid"-notatie uit te breiden tot alle mengsels van polycyclische aromatische koolwaterstof, zoals de Raad bepleit in zijn algemene oriëntatie.

Preventie en controle

Dankzij Richtlijn 2004/37/EG worden werknemers beter beschermd tegen carcinogene en mutagene stoffen op het werk. Uw rapporteur wenst tevens het belang te benadrukken van sectorale en multisectorale overeenkomsten waarover door de sociale partners onderhandeld wordt. Die overeenkomsten vormen een aanvulling op de richtlijn doordat er een lijst wordt opgemaakt van goede praktijken aan de hand waarvan het bedrijfsleven preventieve maatregelen kan nemen om de blootstelling van de werknemers aan een of meer carcinogene of mutagene stoffen te verkleinen. Uw rapporteur is in dit verband verheugd over het NEPSi[11]-akkoord over de bescherming van de gezondheid van werknemers door goede hanteringsmethoden en gebruik van kristallijn silica en producten die kristallijn silica bevatten, een akkoord dat een aanvulling vormt op Richtlijn 2004/37/EG en tot doel heeft de werknemers betere bescherming te bieden op hun werkplek.

Ook wil de rapporteur het belang benadrukken van controles op de werkplek om vast te stellen of de bepalingen van Richtlijn 2004/37/EG correct worden toegepast binnen de bedrijven. Uw rapporteur moedigt de lidstaten aan ervoor te zorgen dat het optreden van de nationale controlemechanismen zich niet beperkt tot het bestraffen van bedrijven die de voorschriften van de richtlijn niet naleven. Als de oorzaken worden opgespoord en er oplossingen worden aangeboden aan de bedrijven, zou deze richtlijn doeltreffender worden, vooral binnen kleine en middelgrote ondernemingen.

  • [1]  "Work-related cancer in the European Union: Size, impact and options for further prevention", publicatie op de website van het RIVM, blz. 11.
  • [2]  COM(2017) 11 final.
  • [3]  Eerste voorstel tot wijziging: COM(2016) 248 final.
  • [4]  Besluit 2014/113/EU van de Commissie van 3 maart 2014 tot oprichting van een Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia en tot intrekking van Besluit 95/320/EG (PB L 62 van 4.3.2014, blz. 18).
  • [5]  Besluit 2003/C 218/01 van de Raad tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 2018 van 13.9.2003, blz. 1-4).
  • [6]  SWD(2017) 7 final.
  • [7]  Onderzoeksproject IOM P937/13, mei 2011 – Health, socio-economic and environmental aspects of possible amendments to the EU Directive on the protection of workers from the risks related to exposure to carcinogens and mutagens at work – Diesel engine exhaust emissions.
  • [8]  Uitlaatgassen van dieselmotoren, die geproduceerd worden door verbranding van dieselbrandstof, is een complex mengsel van schadelijke stoffen, waaronder elementair koolstof. Elementair koolstof, dat een aanzienlijk deel van de uitlaatgassen van dieselmotoren uitmaakt, wordt vaak gebruikt als blootstellingsmerker.
  • [9]  Persbericht IARC, 12 juni 2012 - IARC: Diesel engine exhaust carcinogenic
  • [10]  CCSS, Doc. 727/13.
  • [11]  NEPSi staat voor European Network for Silica. Dat netwerk wordt gevormd door de Europese sectororganisaties van werkgevers en werknemers die in het kader van de Sociale Dialoog op 25 april 2006 het akkoord hebben ondertekend over de bescherming van de gezondheid van werknemers door goede hanteringsmethoden en gebruik van kristallijn silica en producten die kristallijn silica bevatten.

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk

Document- en procedurenummers

COM(2017)0011 – C8-0010/2017 – 2017/0004(COD)

Datum indiening bij EP

12.1.2017

 

 

 

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

EMPL

19.1.2017

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

ENVI

19.1.2017

ITRE

19.1.2017

IMCO

19.1.2017

AGRI

6.4.2017

 

JURI

19.1.2017

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

ITRE

28.2.2017

IMCO

9.2.2017

AGRI

10.10.2017

JURI

31.1.2017

Rapporteurs

       Datum benoeming

Claude Rolin

14.3.2017

 

 

 

Behandeling in de commissie

13.7.2017

28.11.2017

22.1.2018

 

Datum goedkeuring

27.3.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

41

0

7

Bij de eindstemming aanwezige leden

Guillaume Balas, Tiziana Beghin, Brando Benifei, Mara Bizzotto, Enrique Calvet Chambon, David Casa, Michael Detjen, Lampros Fountoulis, Elena Gentile, Arne Gericke, Marian Harkin, Czesław Hoc, Agnes Jongerius, Ádám Kósa, Agnieszka Kozłowska-Rajewicz, Patrick Le Hyaric, Jeroen Lenaers, Thomas Mann, Dominique Martin, Joëlle Mélin, Miroslavs Mitrofanovs, Emilian Pavel, João Pimenta Lopes, Georgi Pirinski, Marek Plura, Sofia Ribeiro, Robert Rochefort, Claude Rolin, Siôn Simon, Yana Toom, Ulrike Trebesius, Marita Ulvskog, Renate Weber

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Georges Bach, Amjad Bashir, Heinz K. Becker, Karima Delli, Tania González Peñas, Krzysztof Hetman, Ivari Padar, Anne Sander, Sven Schulze, Jasenko Selimovic, Neoklis Sylikiotis

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Jude Kirton-Darling, Ana Miranda, James Nicholson, Massimo Paolucci

Datum indiening

11.4.2018

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE BEVOEGDE COMMISSIE

41

+

ALDE

Enrique Calvet Chambon, Marian Harkin, Robert Rochefort, Jasenko Selimovic, Yana Toom, Renate Weber

EFDD

Tiziana Beghin

ENF

Mara Bizzotto

GUE/NGL

Tania González Peñas, Patrick Le Hyaric, João Pimenta Lopes, Neoklis Sylikiotis

NI

Lampros Fountoulis

PPE

Georges Bach, Heinz K. Becker, David Casa, Krzysztof Hetman, Ádám Kósa, Agnieszka Kozłowska-Rajewicz, Jeroen Lenaers, Thomas Mann, Marek Plura, Sofia Ribeiro, Claude Rolin, Anne Sander, Sven Schulze

S&D

Guillaume Balas, Brando Benifei, Michael Detjen, Elena Gentile, Agnes Jongerius, Jude Kirton-Darling, Ivari Padar, Massimo Paolucci, Emilian Pavel, Georgi Pirinski, Siôn Simon, Marita Ulvskog

VERTS/ALE

Karima Delli, Ana Miranda, Miroslavs Mitrofanovs

0

-

 

 

7

0

ECR

Amjad Bashir, Arne Gericke, Czesław Hoc, James Nicholson, Ulrike Trebesius

ENF

Dominique Martin, Joëlle Mélin

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

Laatst bijgewerkt op: 23 april 2018
Juridische mededeling - Privacybeleid