Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2004/2170(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0135/2005

Ingediende teksten :

A6-0135/2005

Debatten :

PV 25/05/2005 - 13

Stemmingen :

PV 26/05/2005 - 8.21

Aangenomen teksten :

P6_TA(2005)0207

Aangenomen teksten
PDF 151kWORD 70k
Donderdag 26 mei 2005 - Brussel
Betrekkingen EU-Rusland
P6_TA(2005)0207A6-0135/2005

Resolutie van het Europees Parlement over de betrekkingen EU-Rusland (2004/2170(INI))

Het Europees Parlement,

–   gezien de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds, die op 1 december 1997 in werking is getreden(1),

–   gezien de doelstelling van de EU en Rusland in de gezamenlijke verklaring na de Top van St. Petersburg van 31 mei 2003, om een gemeenschappelijke economische ruimte op te richten, alsook een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, een ruimte van samenwerking op het gebied van externe veiligheid en een ruimte van onderzoek en onderwijs, met inbegrip van de culturele aspecten,

–   gezien de vele geloofwaardige berichten van Russische en internationale NGO's over het voortduren van ernstige schendingen van de mensenrechten in Tsjetsjenië, alsook gezien de uitspraken van 24 februari 2005 van het Europees Hof voor de rechten van de mens in zes zaken met betrekking tot Tsjetsjenië en gelet op de vele soortgelijke zaken die nog bij deze rechtbank in behandeling zijn,

–   onder verwijzing naar zijn aanbeveling van 26 februari 2004 aan de Raad over de betrekkingen tussen de EU en Rusland(2) en zijn resolutie van 15 december 2004 over de Topconferentie EU-Rusland te Den Haag van 25 november 2004(3),

–   gezien zijn resolutie van 13 januari 2005 over de resultaten van de verkiezingen in Oekraïne(4),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 10 maart 2005(5) over Wit-Rusland,

–   gezien de resultaten van de 15de Top EU-Rusland op 10 mei 2005,

–   gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie internationale handel (A6-0135/2005),

A.   overwegende dat de goede nabuurschapsbetrekkingen en de samenwerking tussen de EU en Rusland van groot belang zijn voor de stabiliteit, veiligheid en welvaart over het gehele Europese continent, en dat deze betrekkingen gebaseerd moeten zijn op gemeenschappelijke waarden, met inbegrip van mensenrechten, markteconomie, de rechtsstaat en democratie,

B.   overwegende dat de EU en Rusland grote ambities hebben voor hun partnerschap; verheugd over de vooruitgang die is geboekt op gebieden als de Russische ratificatie van het Protocol van Kyoto, transitverkeer voor personen naar de regio Kaliningrad en de vooruitgang over de voorwaarden van de Russische toetreding tot de WTO;

C.   overwegende dat Rusland het belang van multilateralisme benadrukt en zijn volledige participatie aan de VN, de G-8, en de Raad van Europa als de hoeksteen van zijn buitenlandse politiek ziet,

D.   overwegende dat de democratie in Rusland werd verzwakt, vooral doordat alle belangrijke televisiestations en de meeste radiostations onder regeringscontrole zijn gebracht; door de verspreiding van zelfcensuur bij de geschreven pers, nieuwe beperkingen op het recht om publieke demonstraties te organiseren, een verslechterend klimaat voor NGO's, toegenomen politieke controle op de rechterlijke macht en veranderingen in de wijze van verkiezing van de leden van de doema, waarbij al deze maatregelen bedoeld zijn om de macht van het Kremlin te versterken,

E.   betreurt dat de situatie in Tsjetsjenië nog altijd niet onder controle is en dat zich in Noord-Kaukasus en Moskou verdere terroristische aanslagen hebben voorgedaan; is van mening dat er dringend behoefte bestaat aan een nieuwe aanpak, aan de ontwikkeling waaraan de EU bereid is steun te verlenen;

F.   overwegende dat de EU zich wil verzekeren dat haar uitbreiding niet tot nieuwe scheidslijnen binnen Europa leidt, maar in plaats daarvan helpt om welvaart en ontwikkeling verder te verspreiden; overwegende dat de EU met Rusland een dialoog wil voeren over kwesties met betrekking tot hun gezamenlijke nabuurlanden,

G.   onder volledige erkenning van de enorme inspanningen en offers die de volkeren van de Sovjetunie zich hebben getroost in de strijd tegen het nazi-terreurregime dat in de geschiedenis zonder weerga is, en de bevrijding van vele landen en volkeren in Europa, maar tevens betreurend dat de tirannie van de Sovjetunie vaak moeilijke tijden en offers meebracht voor diverse van deze landen en volkeren, waaronder die van de Baltische staten, en hopend op volledige erkenning van deze feiten door Rusland als grondslag voor een brede verzoening tussen Rusland en alle lidstaten van de EU,

H.  H, overwegende dat een coherente en objectieve aanpak door de EU en de lidstaten een noodzakelijke voorwaarde is voor een solide en doeltreffend beleid ten opzichte van Rusland; overwegende dat begin 2004 belangrijke tekortkomingen in de procedure van de beleidsvorming van de EU met betrekking tot Rusland door de Commissie en de Raad erkend werden en dat er een nieuwe methode werd ingevoerd om hierin meer consistentie te brengen, gebaseerd op een document over belangrijke kwesties, elk met een "te nemen besluit"; overwegende dat dit niet in een toereikende verbetering heeft geresulteerd en dat er een zekere mate van openbare en parlementaire controle moet worden ingevoerd,

Beleidsvorming van de EU en de lidstaten

1.   erkent de betekenis van Rusland als partner voor pragmatische samenwerking waarmee de Unie niet alleen economische en handelsbelangen deelt, maar ook de doelstelling om zowel internationaal als in het gemeenschappelijke nabuurschap op te treden als strategische partners;

2.   erkent Ruslands potentieel als bijzondere strategische partner bij het verzekeren van vrede, stabiliteit en veiligheid en de bestrijding van het internationale terrorisme en gewelddadig extremisme, en bij de aanpak van vraagstukken op het gebied van "zachte veiligheid", zoals ecologische en nucleaire risico's, drugs-, wapen- en mensenhandel en grensoverschrijdende georganiseerde misdaad in de Europese nabuurschap, in samenwerking met de OVSE en andere internationale fora;

3.   onderstreept de noodzaak van verdere ontwikkeling en uitvoering van een gemeenschappelijke energiestrategie voor Europa, waarbij producenten, distributeurs en consumenten worden betrokken, gericht op de totstandbrenging van een transparant en duurzaam energiesysteem en stimulering van de regionale diversiteit van energievoorziening; stelt vast dat de ontwikkeling van een dergelijke strategie voor de EU en voor Rusland van gemeenschappelijk belang is;

4.   verzoekt de Commissie en de Raad solidariteit en eenheid binnen de EU tussen de oude en nieuwe lidstaten te tonen ingeval Rusland zijn aanpak jegens hen diffenrentieert;

5.   doet een beroep op de Raad om in te stemmen met rapporteringsvereisten en andere regelingen om ervoor te zorgen dat genomen besluiten en andere overeengekomen standpunten door zowel de EU als de afzonderlijke lidstaten altijd worden gerespecteerd in hun contacten met Rusland, zoals dat ook het geval moet zijn bij hun contacten met andere derde landen; dringt er bij de lidstaten op aan in hun bilaterale contacten met Rusland het gemeenschappelijk standpunt te ondersteunen dat door de EU is ingenomen, en daartoe te zorgen voor de nodige transparantie en onderlinge raadpleging;

6.   wijst erop dat in de uitgebreide Unie, en met name in de context van de nieuwe financiële kaders en instrumenten voor externe betrekkingen, de betekenis van regionale samenwerking meer aandacht dient te krijgen en dat in de noordelijke regio's van de EU en de noordwestelijke regio's van Rusland, de Noordelijke Dimensie het kader voor deze regionale samenwerking zou moeten vormen;

Vier gemeenschappelijke ruimtes

7.   sluit zich aan bij het doel om vier ruimtes voor gemeenschappelijk beleid aan te wijzen en voor elk hiervan een routekaart voor te bereiden; dringt erop aan dat deze vier ruimtes als pakket moeten worden beschouwd en dat er meer prioriteit moet worden gehecht aan kwaliteit dan aan snelheid; wijst erop dat er niet alleen behoefte is aan overeengekomen formuleringen, maar ook aan werkelijke convergentie wat betreft belangrijke gevoelige kwesties;

8.   is met name verheugd over het voornemen van de Europese Unie en Rusland om voortaan samen te werken bij de oplossing van regionale conflicten, zoals in Transnistrië, Abchazië, Zuid-Ossetië en Nagorny-Karabach, en onderstreept dat Rusland nu adequaat moet inspelen op de bereidheid van de Europese Unie om ook in het conflict in Tsjetsjenië langs humanitaire en politieke weg bij te dragen tot een stabilisering;

9.   verwacht van de Raad en de Commissie, maar ook van Rusland, dat zij het door de Top gecreëerde momentum aangrijpen en middels concrete maatregelen voortgang boeken in de richting van verwezenlijking van het actieplan; beveelt aan specifieke aandacht te besteden aan de volgende onderwerpen in de vier gemeenschappelijke ruimten:

   Gemeenschappelijke economische ruimte: verwelkomt de overeenkomst betreffende versterking van de samenwerking op milieuvlak, verbetering van de samenwerking op het gebied van telecommunicatie, vervoer en energie, maar benadrukt dat verdere vooruitgang nodig is m.b.t. mededinging en dat het investeringsklimaat moet worden verbeterd door middel van meer voorspelbaarheid en rechtszekerheid;
   Gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: benadrukt dat vooruitgang op dit vlak niet beperkt moet blijven tot terugname en visafacilitering, maar ook maatregelen moet omvatten ter versterking van democratie, de rechtstaat en onafhankelijke media; beklemtoont dat mensenrechtenoverleg een vast onderdeel van het partnerschap tussen de EU en Rusland moet uitmaken;
   Gemeenschappelijke ruimte voor externe veiligheid: verwacht concrete actie in het verlengde van de hernieuwde belofte betreffende het oplossen van de vastzittende conflicten in de Kaukasus en Transnistrië, en meer dialoog over crisibeheersing en veiligheid;
   Gemeenschappelijke ruimte van onderzoek, onderwijs en cultuur: verwelkomt het besluit betreffende de oprichting van het Europees instituut in Moskou in 2006 als een concrete stap in de richting van meer samenwerking op dit gebied;

10.   wijst erop dat de sluiting van een terug- en overnameovereenkomst een voorwaarde vormt voor de ondertekening van het akkoord tussen de EU en Rusland voor een gemakkelijker verlening van visa; is van mening dat de EU zich positief moet opstellen tegenover het Russische doel van een vergemakkelijkte visaregeling met het Schengen-gebied, met als doel op lange termijn de afschaffing van de visumplicht, en dat de EU de daarvoor vereiste voorwaarden moet toelichten in een duidelijk actieplan met concrete maatregelen;

11.   steunt het streven van Rusland om toe te treden tot de WTO en ziet een gemeenschappelijk belang in het ondersteunen van Rusland om een partner te worden in een open, dynamische en gediversifieerde economie; onderstreept de noodzaak om de onafhankelijkheid en transparantie van het rechtsstelsel te versterken teneinde het investeringsklimaat te verbeteren;

12.   merkt op dat het WTO-lidmaatschap een belangrijk signaal zal vormen voor buitenlandse investeerders, waardoor de handelsbetrekkingen kunnen worden versterkt en gediversifieerd;

13.   verzoekt de Commissie de dialoog met de Russische autoriteiten en met de economische partners over handel en economische samenwerking voort te zetten en te versterken, en met name aandacht te besteden aan de technische voorschriften, de standaardisering van douaneprocedures, de liberalisering van de dienstverlening, de afschaffing van monopolies en aan de openstelling van het bancaire stelsel, en om ervoor te zorgen dat Rusland maatregelen treft ter bescherming van intellectuele eigendomsrechten die leiden tot een substantiële terugdringing van de IER-piraterij alvorens Rusland toetreedt tot de WTO;

14.   moedigt de Russische regering aan een systeem toe te passen voor het vaststellen van energieprijzen (gas) dat voldoet aan de WTO-eisen, en een einde te maken aan het beleid van discriminatie op het gebied van spoorwegtarieven dat Russische havens bevoordeelt ten opzichte van niet-Russische havens aan de Oostzee, hetgeen in strijd is met de beginselen van de markteconomie en de handel tussen de Europese Unie en Rusland negatief beïnvloedt;

15.   verzoekt de EU en Rusland sterker te integreren door onmiddellijk na toetreding van Rusland tot de WTO onderhandelingen voor te bereiden en te starten over een vrijhandelszone; ziet de overeenkomst over de vrijhandelszone EU-Rusland als een ambitieuze mijlpaal in de totstandbrenging van de Gemeenschappelijke Economische Ruimte zal vormen die o.a. het vrij verkeer van goederen en diensten, de vrijheid van vestiging, de regels voor openbare aanbestedingen, de compatibiliteit van de regelgeving en andere handelsaspecten omvat;

16.   verwelkomt de lopende onderhandelingen over uitbreiding van de samenwerking tussen het Europese GALILEO-programma en het Russische satellietnavigatiesysteem GLONASS en moedigt beide partijen ertoe aan een overeenkomst te sluiten over de compatibiliteit en het complementaire gebruik van de twee navigatiesystemen;

Democratie, mensenrechten en rechtsstaat in Rusland

17.   spreekt zijn verontrusting uit over de schijnbaar verminderde Russische gehechtheid aan democratie, markteconomie en bescherming van mensenrechten; betreurt de restricties op de vrije en onafhankelijke media; herhaalt zijn kritiek op het gebruik van de rechterlijke macht om politieke doeleinden na te streven; merkt op dat deze ontwikkelingen nadelige gevolgen hebben voor zowel de situatie van de Russische bevolking als de buitenlandse betrekkingen van het land en dat zij, indien hierin geen verandering komt, ook de ontwikkeling van het partnerschap tussen de EU en Rusland zullen bemoeilijken;

18.   is in dit verband van mening dat de Yukos-zaak een fundamentele test vormt voor Ruslands respect voor de rechtsstaat, eigendomsrechten, transparantie en een faire en open markt voor investeerders;

19.   neemt kennis van het regelmatige overleg over mensenrechten en fundamentele vrijheden, met inbegrip van de rechten van tot minderheden behorende personen, dat recentelijk door de EU en Rusland is opgestart; onderstreept in dit verband dat dergelijk overleg moet voldoen aan de EU-richtsnoeren inzake mensenrechtendialogen en dat daarom ook het EP en niet-gouvernementele organisaties bij het proces moeten worden betrokken, zodat de belangrijkste te bespreken punten kunnen worden geïdentificeerd;

20.   benadrukt dat alle staten hun nationale en internationale toezeggingen op het gebied van de rechten van minderheden volledig moeten nakomen; is verontrust over berichten over discriminatie van bepaalde volksgroepen, zoals het Mari-volk;

21.   neemt met verontrusting kennis van uitingen van antisemitisme in Rusland;

Nabuurschap en buitenlands beleid

22.   keurt extern beleid dat is gericht op het creëren van invloedssferen af; benadrukt de noodzaak van een volledige eerbiediging van de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle staten, met inbegrip van het recht van elke staat om zijn relaties met andere staten en organisaties op een eigen definitie van zijn belangen te baseren, overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in het kader van de VN, de OVSE en de Raad van Europa;

23.   verzoekt Rusland de verspreiding van democratie in zijn buurlanden en de ontwikkeling van nauwere banden met de EU, waaronder lidmaatschap, niet als een bedreiging van zijn positie te beschouwen, maar als een kans om de politieke en economische samenwerking met deze landen te hernieuwen op basis van gelijkheid en wederzijds respect;

24.   dringt er bij Rusland en alle EU-lidstaten op aan hun geheime dossiers over de Tweede Wereldoorlog volledig te openen en beschikbaar te stellen aan historici voor wederzijds onderzoek en vertrouwensvorming;

25.   dringt er bij Rusland op aan de patstelling in de betrekkingen met de OVSE op te lossen door zijn verplichtingen wat betreft de bijdrage tot het OVSE-budget na te komen; stelt vast dat het ontbreken van een budget de OVSE-operaties belemmert, hetgeen resulteert in een impasse in de bevordering van democratisering en veiligheid in Midden- en Oost-Europa; steunt verder uitbreiding van OVSE-activiteiten op het gebied van veiligheid en betreurt dat het gebrek aan steun van Rusland het onmogelijk heeft gemaakt de grenstoezichtmissie in Georgië voort te zetten; betreurt in dit verband het besluit van de Raad dat hiervoor generlei vervangende missie in de plaats komt; steunt tevens verder onderzoek naar mogelijkheden om bevordering door de OVSE van samenwerking in economische en milieukwesties te versterken, zoals door Rusland wordt gevraagd; is evenwel resoluut tegenstander van afzwakking van de verkiezingswaarneming en andere activiteiten met een "menselijke dimensie" van de OVSE, die de concrete uitdrukking vormen van de gemeenschappelijke waarden waarop het partnerschap tussen de EU en Rusland berust;

26.   benadrukt het belang van de oprichting van een gemeenschappelijke ruimte voor externe veiligheid, die na verloop van tijd zou kunnen leiden tot de oprichting van een specifiek forum op hoog niveau voor een Europees-Russische dialoog over veiligheid, preventie en oplossing van conflicten, non-proliferatie en ontwapening; ondersteunt de Russische bijdrage aan onder leiding van de EU uitgevoerde crisismanagementsmissies volgens de voorwaarden vastgesteld door de Europese Raad van Sevilla in juni 2002(6), mits de Russische strijdmachten tonen in staat te zijn zich aan te passen aan de Europese normen en operationele procedures, en meer in het algemeen aan de zich ontwikkelende Europese veiligheids- en defensiecultuur;

27.   onderstreept hoe belangrijk het is voort te gaan op de weg van een vreedzame en politieke oplossing van territoriale en politieke conflicten waarbij delen van de Russische Federatie of een naburige staat zijn betrokken, met inbegrip van conflicten in de Kaukasus-regio en het Transnistrische conflict in Moldavië; dringt er bij Rusland op aan alle vreedzame hervormingsbewegingen in GOS-landen te eerbiedigen en democratische hervormingen in de staten van Centraal-Azië aan te moedigen;

28.   doet een beroep op Rusland om zijn respect voor de territoriale integriteit van Georgië en Moldova te bevestigen en zijn strijdkrachten uit deze staten terug te trekken, zulks in overeenstemming met de toezeggingen die het in OVSE-verband heeft gedaan en de verzoeken die door deze soevereine staten zijn gedaan;

29.   is ervan overtuigd dat succesvolle hervormingen in Oekraïne, in combinatie met de onlangs ingevoerde democratie, de uitgangspositie verbetert voor economische, sociale en morele voordelen zouden bieden voor zowel Rusland als de EU; dringt er bij de Raad en de Commissie op aan om alles in het werk te stellen om te bevorderen dat eenieder hierbij baat zal hebben;

30.   dringt er bij de Raad op aan met Rusland de kwestie Wit-Rusland aan te kaarten, en erop te wijzen dat de democratisering van dit land zowel in het belang is van de EU als van de Russische Federatie en dat er met het oog daarop gezamenlijke actie moet worden genomen;

31.   onderstreept de betekenis van de innoverende grensoverschrijdende component van het voorgestelde Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, dat bedoeld is ter vervanging van het TACIS-programma in Rusland en andere landen; onderstreept hoe belangrijk bevordering van grensoverschrijdende economische en sociale banden is en hoe noodzakelijk een aanzienlijke versterking van de EU-maatregelen op dit gebied;

32.   onderstreept het belang van multilateralisme en samenwerking tussen de EU en Rusland bij het ondersteunen van het gezag van de VN en het coördineren van standpunten op het gebied van de hervorming van de VN, met name wat de Veiligheidsraad betreft; onderstreept het belang van Russische steun voor het Internationaal Strafhof en het Kyoto-protocol;

33.   merkt op dat de strijd tegen terrorisme de kwestie van de proliferatie van massavernietigingswapens en de veiligheid van de nucleaire arsenalen bovenaan de agenda van wereldwijde veiligheidsproblemen heeft geplaatst; doet een beroep op Rusland om op wereldschaal, ook in Iran, bij te dragen aan non-proliferatie en ontwapening, met name door af te zien van de ontwikkeling van nieuwe types kernwapens, door veilige manieren van opruiming van nucleair afval en de ononderbroken en geverifieerde ontmanteling van zijn nucleaire arsenaal; roept de Commissie en de Raad op Rusland substantiële technische en materiële steun te bieden om bij de ontmanteling te helpen; dringt er bij de Raad en de lidstaten op aan - in een sfeer van "doeltreffend multilateralisme" en solidariteit en in het kader van de EU-strategie tegen de proliferatie van massavernietigingswapens - nieuwe initiatieven inzake nucleaire ontwapening en de reactivering van de VN-Conferentie over ontwapening te ontwikkelen en te steunen;

34.   erkent het doorslaggevend belang van Rusland bij de totstandbrenging van wellicht uiterst belangrijke doorvoerroutes tussen Europa en Azië, en moedigt de Russische Federatie aan tot nauwe samenwerking bij de ontwikkeling van vervoersinfrastructuur;

35.   roept Rusland op te stoppen met het gebruiken van door de staat gecontroleerde energiebedrijven als een instrument voor het uitoefenen van politieke druk op buurlanden;

Specifieke kwesties in verband met de Oostzeestaten

36.   dringt er opnieuw bij Rusland op aan om het recentelijk gesloten grensakkoord met Estland te ratificeren en het grensakkoord met Letland onverwijld te ondertekenen en te ratificeren; is van oordeel dat een definitieve afbakening van alle grenzen tussen de nieuwe EU-lidstaten en Rusland en de sluiting van een wedertoelatingsovereenkomst voorafgaande voorwaarden zijn voor de ondertekening van een akkoord tussen de EU en Rusland voor een gemakkelijker verlening van visa; is ook van mening dat, zodra Rusland zal hebben voldaan aan alle noodzakelijke voorwaarden die de EU heeft gesteld in een duidelijk actieplan, waarin concrete maatregelen worden genoemd, de EU tegemoet zou kunnen komen aan het Russische doel van een vergemakkelijkte visaregeling met het Schengen-gebied, met als doel op lange termijn de afschaffing van de visumverplichting;

37.   suggereert dat Rusland in zijn sociale zekerheidswetgeving de verwijzing schrapt naar de Baltische Staten als een gebied waar Russische militairen, zelfs nu nog, in gewapende acties kunnen worden ingezet en gekwetst;

Kaliningrad

38.   verwelkomt de vooruitgang die is geboekt bij het oplossen van de problemen op het gebied van doorvoer en het verkeer van personen tussen de verschillende delen van Rusland; onderstreept de noodzaak van sterkere inspanningen van Russische zijde en steun van de EU om de sociale en economische ontwikkeling in de regio Kaliningrad te bevorderen als model voor de toekomstige betrekkingen, waarbij bijzondere aandacht moet worden geschonken aan gezondheidskwesties (zoals de verspreiding van HIV/AIDS) en de bestrijding van corruptie en criminaliteit; beklemtoont de noodzaak van volledige toepassing van het beginsel van vrijheid van scheepvaart in de Baltische Zee, inclusief de Vistula-lagune en Kaliningradskij Zaliv en van vrije doorvaart door Pilava Strait (Baltijskij Proliv);

Tsjetsjenië

39.   veroordeelt de moord op Maschadov, de laatste president van de Republiek Tsjetsjenië met een door het volk verstrekt mandaat; doet een beroep op alle partijen om een einde te maken aan de gewelddadigheden;

40.   is van mening dat het van het grootste belang is om een politieke oplossing te vinden waarbij alle democratisch gezinde componenten van de Tsjestjeense bevolking betrokken worden en die aan alle personen die in Tsjetsjenië verblijven, of daarnaar terugkeren, ondermeer een werkelijk recht op leven, vrijheid en veiligheid waarborgt, waarbij ook de culturele en nationale identiteit en waardigheid van het Tsjetsjeense volk moet worden gerespecteerd; is van mening dat deze oplossing tegelijkertijd de territoriale integriteit van de Russische Federatie moet respecteren en volledig compatibel moet zijn met de handhaving, met rechtmatige en doeltreffende middelen, van de stabiliteit en veiligheid in heel de Noordelijke Kaukasus en het gehele grondgebied van de Russische Federatie;

41.   maakt zich grote zorgen over het voortdurende onvermogen om een oplossing te vinden voor de wetteloosheid in Tsjetsjenië en een einde te maken aan terroristische acties, ook in de strijdkrachten van de federale regering en de lokale regering; (schrapping) dringt erop aan onmiddellijk een einde te maken aan de straffeloosheid en het geweld aan beide zijden en naar een politieke oplossing en respect voor de territoriale integriteit van Rusland te streven;

42.   herinnert aan de aanbevelingen aan de Raad met betrekking tot Tsjetsjenië, die het gedaan heeft in paragraaf 14 van zijn resolutie van 26 februari 2004, waarin ook de noodzaak wordt genoemd om actiever te zoeken naar een oplossing, en de bereidheid van de EU om steun te geven aan een vreedzame en constructieve dialoog; betreurt het dat de Raad geen gevolg heeft gegeven aan deze aanbevelingen, die hun geldigheid hebben behouden, en dringt er bij de Raad op aan om in dit verband maatregelen te nemen;

43.   is ten zeerste bezorgd over het feit dat mensenrechtenactivisten die onderzoek doen naar en berichten over schendingen van de mensenrechten in toenemende mate te maken krijgen met aanvallen op hun vrijheid en veiligheid in de context van het gewapende conflict in Tsjetsjenië; dringt er bij de Russische autoriteiten op aan deze intimidaties te beëindigen; roept in dit verband de Raad op bijzondere aandacht te besteden aan de bescherming van deze personen overeenkomstig de in juni 2004 goedgekeurde EU-richtsnoeren inzake mensenrechtenactivisten en deze kwestie bovenaan de agenda van het overleg inzake mensenrechten tussen de EU en Rusland te plaatsen;

44.   dringt er bij Rusland op aan om toegang tot Tsjetsjenië te verlenen aan de speciale VN-rapporteurs en andere internationale mensenrechtenwaarnemers, onafhankelijke media en internationale humanitaire organisaties, en waar mogelijk alle noodzakelijke voorwaarden te bieden zodat zij hun werk in veiligheid kunnen verrichten;

45.   herhaalt zijn veroordeling van alle terreurdaden; gelooft dat het terrorisme diepgeworteld is in de sociaal-economische situatie van de Noordelijke Kaukasus, zoals door president Poetin na de tragedie van Beslan werd erkend; is bereid om zich, als een van de twee takken van de begrotingsautoriteit, te buigen over voorstellen voor EU-participatie in de wederopbouw en de inspanningen voor vredesopbouw, indien dergelijke inspanningen in de toekomst kunnen worden gelanceerd als onderdeel van een pakket maatregelen voor vrede in Tsjetsjenië, met redelijke garanties dat de steun ook bij de doelgroep aankomt;

Strijd tegen terrorisme

46.   is van oordeel dat internationale samenwerking bij de bestrijding van het terrorisme effectiever moet worden en dat uiteenlopende standpunten ten aanzien van de diepgaande oorzaken van het terrorisme en wie als terrorist moet worden beschouwd belemmeringen vormen voor deze samenwerking;

Milieu en nucleaire veiligheid

47.   dringt aan op meer samenwerking op het gebied van veiligheid op zee, met name wat betreft een verbod op alle enkelwandige tankers die de Russische wateren in de Oostzee en de Zwarte Zee willen binnenvaren; dringt aan op een akkoord tussen het door de Russiche regering gecontroleerde "LUKOIL" en de Litouwse regering over waarborgen voor vergoeding in geval van een milieuramp in het D-6 boorgebied nabij de Curonian Spit, een UNESCO cultureel erfgoed.

48.   dringt er bij Rusland op aan zijn kernreactoren van de eerste generatie geleidelijk buiten werking te stellen en de inspanningen om de veilige verwijdering van kernafval te waarborgen, verder op te voeren; onderstreept hoe belangrijk het is dat Rusland bereid is tot samenwerking binnen het kader van het Northern Dimension Environmental Partnership Support Fund;

49.   herhaalt zijn steun aan de openstelling van de EU-markt voor de uitvoer van Russische stroom, op voorwaarde dat de desbetreffende Russische veiligheidsnormen, met name met betrekking tot kerncentrales en de veilige behandeling en verwijdering van kernafval, worden opgetrokken tot het EU-niveau, zodat het risico van milieudumping wordt vermeden;

50.   verwelkomt de ratificering van het Kyoto-Protocol door de Russische doema in oktober 2004 en hoopt dat de overige grote veroorzakers van CO2-emissies dit voorbeeld volgen; dringt aan op gezamenlijke verkenning door de EU en Rusland van toekomstige strategieën om verdere vermindering van broeikasgassen te bereiken voor de periode na afloop van het protocol in 2012, in de geest van de conclusies van de Europese Raad van voorjaar 2005;

51.   roept de Commissie en de Raad op tot nieuwe inspanningen om een werkelijk gemeenschappelijke strategie voor de betrekkingen met Rusland uit te werken, die rekening houdt met de uitbreiding van de EU in 2004, de vier ruimtes van gemeenschappelijk belang omvat en ingaat op zorgen om ontwikkelingen in Rusland wat betreft democratie en de bescherming van mensenrechten; verzoekt de Raad dit te doen in de geest van de vorige gemeenschappelijke strategie van de Europese Unie ten opzichte van Rusland;

o
o   o

52.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en van Rusland.

(1) PB L 327 van 28.11.1997, blz. 1.
(2) PB C 98 E van 23.4.2004, blz. 182.
(3) Aangenomen teksten, P6_TA-PROV(2004)0099.
(4) Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0009.
(5) Aangenomen teksten, P6_TA-PROV(2005)0080.
(6) "Regeling inzake raadpleging en samenwerking tussen de EU en Rusland op het gebied van crisismanagement" - Bijlage IV van het Verslag van het Raadsvoorzitterschap inzake het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (10160/2/02 REV2), genoemd in Bijlage VIII bij de Conclusies van het Voorzitterschap van de Europese Raad van Sevilla van 21-22 juni 2002.

Juridische mededeling - Privacybeleid