Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0596/2006

Debatten :

PV 16/11/2006 - 12.1
CRE 16/11/2006 - 12.1

Stemmingen :

PV 16/11/2006 - 13.1

Aangenomen teksten :


Aangenomen teksten
PDF 117kWORD 34k
Donderdag 16 november 2006 - Straatsburg
Ethiopië
P6_TA(2006)0501RC-B6-0596/2006

Resolutie van het Europees Parlement over Ethiopië

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over de crisis en de ernstige schendingen van de mensenrechten na de verkiezingen in Ethiopië, met name van 7 juli 2005 over de mensenrechten in Ethiopië(1), van 13 oktober 2005 over de situatie in Ethiopië(2) en van 15 december 2005 over de situatie in Ethiopië en het nieuwe grensconflict(3),

–   gelet op artikel 115, lid 5 van zijn Reglement,

A.   verontrust over de arrestatie en de uitwijzing van twee ambtenaren van de Commissie op grond van de beschuldiging te hebben geprobeerd Mevrouw Yalemzewd Bekele, een advocate en vrouwenrechtenactiviste die in Addis Abeba werkzaam is voor de Commissie, te helpen Ethiopië te ontvluchten,

B.   overwegende dat er melding wordt gemaakt van voortdurende arrestaties, pesterijen, willekeurige opsluiting, vernedering en intimidatie van oppositieleden, activisten uit het maatschappelijk middenveld, studenten en andere gewone burgers,

C.   overwegende dat, na een interventie op hoog EU-niveau, Yalemzewd Bekele op 27 oktober 2006 is vrijgelaten na enkele dagen in totale afzondering te zijn opgesloten,

D.   overwegende dat het Ethiopische parlement eind november 2005 met de steun van de regering een enquêtecommissie heeft ingesteld met als opdracht de moordpartijen van juni en november 2005 te onderzoeken,

E.   overwegende dat leden van die enquêtecommissie door de Ethiopische regering onder druk zijn gezet om de bevindingen te wijzigen, en dat drie leden, onder meer de voorzitter en de ondervoorzitter, het land hebben verlaten nadat zij hadden geweigerd bevelen van de regering op te volgen om de bevindingen van het eindrapport te wijzigen,

F.   overwegende dat de leden van de enquêtecommissie het land hebben weten te verlaten met het eindrapport en dat in dit document de regeringsaanpak van de crisis, waarbij tijdens betogingen in juni en november 2005 193 burgers het leven lieten, ten stelligste wordt veroordeeld,

G.   overwegende dat, na de massa-arrestaties van regeringstegenstanders, mensenrechtenactivisten en journalisten tijdens de betogingen van juni en november 2005, 111 leden van de oppositiepartijen, journalisten en mensenrechtenactivisten nog steeds opgesloten zijn en zich voor het gerecht zullen moeten verantwoorden op beschuldiging van overtreding van de Grondwet, het aanzetten tot, het organiseren of het leiden van gewapend verzet, en poging tot volkerenmoord,

H.   overwegende dat de volgende personaliteiten: Hailu Shawel, voorzitter van de coalitie voor eenheid en democratie, Professor Mesfin Woldemariam, voormalig voorzitter van de Ethiopische raad voor de mensenrechten, Dr. Yacob Hailemariam, voormalig speciaal gezant van de VN en voormalig openbare aanklager bij het Internationaal Rwanda-tribunaal, Mevrouw Birtukan Mideksa, voormalig rechter, Dr. Berhanu Nega, de nieuwgekozen burgemeester van Addis Abeba, Netsanet Demissie, directeur van de organisatie voor sociale gerechtigheid in Ethiopië en Daniel Bekele van ActionAid Ethiopië, deel uitmaken van de politieke gevangenen die na de verkiezingen zijn opgepakt,

I.   verontrust over de recente arrestatie van Wassihun Melese en Anteneh Getnet, leden van de Ethiopische lerarenvereniging; overwegende dat deze nieuwe aanhoudingen een reactie lijken te zijn op klachten van de Ethiopische lerarenvereniging over regeringsinmenging in de activiteiten van de vereniging en intimidatie van de leiders van de vereniging,

J.   overwegende dat eerste minister Meles Zenawi een van de gasten van de Commissie is op de Europese Ontwikkelingsdagen van 13-17 november 2006 in Brussel,

K.   overwegende dat Ethiopië de Cotonou-overeenkomst tussen de ACS-landen en de EU heeft ondertekend; dat in de artikelen 9 en 96 daarvan wordt bepaald dat naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden een wezenlijk onderdeel vormt van de samenwerking tussen de ACS en de EU;

1.   juicht de inspanningen van de EU toe om Mevrouw Yalemzewd Bekele vrij te krijgen en betreurt ten zeerste de uitwijzing uit Ethiopië van de twee ambtenaren van de Commissie, Björn Jonsson en Enrico Sborgi;

2.   verzoekt de regering van Ethiopië onverwijld het eindrapport van de enquêtecommissie in zijn geheel en ongewijzigd openbaar te maken; verlangt dat het rapport ter beschikking wordt gesteld van de bevoegde gerechtelijke instanties, opdat deze er rekening mee houden en rechtvaardige processen kunnen worden gewaarborgd;

3.   verzoekt de Ethiopische autoriteiten zich te onthouden van intimidatie en pesterijen jegens nationale leidende personaliteiten zoals rechters en leden van de Ethiopische lerarenvereniging bij de uitoefening van hun beroep;

4.   verzoekt de Ethiopische regering onmiddellijk en onvoorwaardelijk alle politieke gevangenen, zij het journalisten, vakbondsmilitanten, mensenrechtenactivisten of gewone burgers, vrij te laten en haar verplichtingen inzake naleving van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat na te komen;

5.   verzoekt de Ethiopische regering het totale aantal mensen die over het gehele land vastzitten bekend te maken, bezoeken van het Internationale Comité van het Rode Kruis toe te staan en alle gevangenen de mogelijkheid te bieden contact te hebben met hun familie en hun advocaten en elke medische verzorging te ontvangen die hun gezondheidstoestand eventueel vereist;

6.   dringt er op aan dat de Ethiopische regering de Universele Verklaring van de rechten van de mens en het Handvest van de Afrikaanse Unie inzake de rechten van de mens en de volkeren, met inbegrip van het recht op vreedzaam vergaderen en de vrijheid van meningsuiting, en de onafhankelijkheid van het rechtsstelsel;

7.   betreurt ten zeerste dat de Commissie eerste minister Meles Zenawi heeft uitgenodigd om op de Europese Ontwikkelingsdagen het woord te voeren, met name over goed bestuur; meent dat de Commissie hiermee een verkeerd signaal uitstuurt met betrekking tot het EU-beleid inzake naleving van de mensenrechten, de democratische beginselen, de rechtsstaat en goed bestuur;

8.   verzoekt de Raad en de Commissie de situatie in Ethiopië nauwkeurig in het oog te houden en is van mening dat de uitvoering van ontwikkelingssamenwerkingsprogramma's uit hoofde van de Overeenkomst van Cotonou afhankelijk moet zijn van de eerbiediging van de mensenrechten en van goed bestuur, zoals duidelijk is aangegeven in de artikelen 9 en 96;

9.   verzoekt de Raad en de Commissie na te denken over mogelijkheden om een alomvattende inter-Ethiopische dialoog op gang te brengen, waaraan politieke partijen, organisaties van het maatschappelijk middenveld en alle betrokkenen deelnemen en die moet uitmonden in een duurzame oplossing van de huidige politieke crisis;

10.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Ethiopische regering, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en de voorzitter van de Afrikaanse Unie.

(1) PB C 157 E van 6.7.2006, blz. 495.
(2) PB C 233 E van 28.9.2006, blz. 116.
(3) Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0535.

Juridische mededeling - Privacybeleid