Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0149/2007

Debatten :

PV 25/04/2007 - 2
CRE 25/04/2007 - 2

Stemmingen :

PV 25/04/2007 - 11.13
CRE 25/04/2007 - 11.13
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :


Aangenomen teksten
PDF 149kWORD 70k
Woensdag 25 april 2007 - Straatsburg
Transatlantische betrekkingen
P6_TA(2007)0155RC-B6-0149/2007

Resolutie van het Europees Parlement van 25 april 2007 over de transatlantische betrekkingen

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de transatlantische betrekkingen, inzonderheid zijn twee resoluties van 1 juni 2006 over respectievelijk de verbetering van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten in het kader van een transatlantische partnerschapsovereenkomst(1), en de transatlantische economische betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten(2),

–   gezien de verklaringen van de EU en de VS van 26 juni 2004 over de bestrijding van het terrorisme van 20 juni 2005 inzake versterking van de wederzijdse samenwerking op het gebied van non-proliferatie en terrorismebestrijding,

–   gezien de resultaten van de EU-VS-topbijeenkomst op 21 juni 2006 in Wenen,

–   gezien de aanstaande topontmoeting EU/VS op 30 april 2007 in Washington,

–   gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat een partnerschap tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten dat berust op de gemeenschappelijke waarden vrijheid, democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten de hoeksteen vormt van veiligheid en stabiliteit in het Euro-Atlantisch gebied,

B.   overwegende dat bij de bestrijding van het internationale terrorisme nadrukkelijk gewezen moet worden op het belang van volledige naleving van het internationaal recht en de internationale verdragen op het gebied van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden,

C.   overwegende dat de aanslepende situatie in Guantánamo Bay en het geheim detentieprogramma van de CIA spanningen in de transatlantische betrekkingen veroorzaken, daar de EU deze juridische onregelmatigheden, die de meest fundamentele waarden van de rechtsstaat ondermijnen, niet kan aanvaarden;

D.   overwegende dat de politieke en economische wereldorde momenteel grote veranderingen ondergaat, die aanzienlijke politieke en economische uitdagingen doen ontstaan en ernstige bedreigingen op veiligheidsgebied, op sociaal vlak en inzake het milieu inhouden,

E.   overwegende dat de huidige situatie in het Midden-Oosten nauwe samenwerking tussen de EU en de VS in het kader van het Kwartet en met de Liga van Arabische Staten (LAS) vereist om voor meer stabiliteit in de regio te zorgen door voor vrede, democratie en eerbiediging van de mensenrechten te ijveren;

F.   overwegende dat een sterk en functionerend partnerschap tussen de EU en de VS een essentieel instrument is om de mondiale ontwikkeling gestalte te geven, in het belang van gemeenschappelijke waarden en op basis van een effectief multilateralisme en het internationaal recht; overwegende dat er krachtig en consequent politiek leiderschap vereist is om de partners in staat te stellen dit doel te bereiken,

G.   overwegende dat de VS nog steeds niet bereid zijn om het visumvrijstellingsprogramma ("Visa Waiver Programme") te verruimen en op niet-wederzijdse basis een visumplicht voor burgers van de 11 nieuwe EU-lidstaten en Griekenland blijven handhaven, wat niet bevorderlijk is voor de transatlantische betrekkingen en ongelijkheid tussen EU-burgers laat voortbestaan,

H.   overwegende dat de transatlantische markt de grootste bilaterale en investeringsrelatie ter wereld is, die werkgelegenheid biedt aan circa 14 miljoen mensen in de EU en de VS, 40% van de wereldhandel vertegenwoordigt en de aandrijfkracht van de wereldeconomie blijft;

I.   overwegende dat de transatlantische partners gezien hun rol in de wereldeconomie de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en het bestuur van de wereld in het belang van gemeenschappelijke waarden delen, door daadwerkelijke multilateralisme, om de welvaart gelijker te verdelen en wereldwijde uitdagingen als veiligheid, economisch wereldbestuur, milieu en bestrijding van de armoede met kans van slagen tegemoet te treden;

J.   overwegende dat samenwerking in de transatlantische economische betrekkingen in het wederzijds belang is van zowel de EU als de VS en er een consistent politiek leiderschap nodig is voor het versterken van de transatlantische markt; overwegende dat Duitsland als voorzitter daarom steun verdient voor zijn inzet om reële vooruitgang op de komende topbijeenkomst te boeken ten einde de samenwerking op het gebied van de regelgeving substantieel te versterken;

K.   overwegende dat de Amerikaanse Senaat op 9 december 2006 unaniem een resolutie heeft aangenomen waarin beide transatlantische partners worden opgeroepen om samen te werken om de transatlantische markt te versterken en op de topbijeenkomst tussen de EU en de VS in 2007 blijk te geven van leiderschap door het eens te worden over een streefdatum voor de voltooiing van de transatlantische markt;

L.   overwegende dat financiële diensten in de betrekkingen tussen de EU en de VS van fundamenteel belang zijn en dat nog nauwere samenwerking, het naar elkaar toegroeien van de regelgeving en gelijke voorwaarden in de EU en de VS voor de reglementering van financiële dienstverlening in het belang van beide partijen zijn,

Politieke en veiligheidsvraagstukken en rechten van de mens

1.   is zeer verheugd over het verbeterd klimaat in de betrekkingen tussen de EU en de VS op basis van gelijkheid; is van mening dat deze positieve achtergrond serieuze kansen biedt voor de EU en de VS om nauw samen te werken op een brede scala aan beleidskwesties van gemeenschappelijk belang, met name de gemeenschappelijke benadering van de westelijke Balkan, het zuidelijk Kaukasus-gebied, Centraal-Azië, het Midden-Oosten, Afghanistan, het Middellandse-Zeegebied, Latijns Amerika en Afrika;

2.   roept de Raad en de Amerikaanse regering op om in het kader van het Midden-Oosten-kwartet sterker te ijveren voor onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen om te komen tot een definitieve vredesoplossing op basis van twee veilige en levensvatbare staten; steunt de oproep van het kwartet om internationale bijstand te blijven verlenen aan het Palestijnse volk; is van mening dat alles in het werk gesteld moet worden om de situatie in Libanon te stabiliseren; is ingenomen met het feit dat het plan van de LAS op de top in Riyadh nieuw leven is ingeblazen; is verheugd over de vorming van een Palestijnse regering van nationale eenheid en roept beide transatlantische partners op om een constructieve dialoog met deze regering te beginnen, met inachtneming van het standpunt van de Raad;

3.   is ingenomen met de recente bezoeken van hooggeplaatste Amerikaanse en Europese politici aan Damascus; wenst optreden in overleg tussen de EU en de VS om de onvoorwaardelijke bereidheid van Syrië te toetsen om opnieuw onderhandelingen met Israël te beginnen en op constructieve wijze met de internationale gemeenschap samen te werken;

4.   is ingenomen met de nauwe samenwerking tussen de EU en de VS in de Iraanse kernkwestie; moedigt beide partners aan om te blijven samenwerken bij de versterking van het Internationaal agentschap voor atoomenergie (IAEA) en het opzetten van een sluitend stelsel van internationale overeenkomsten inzake non-proliferatie van massavernietigingswapens, teneinde gezamenlijk het Non-Proliferatieverdrag als sleutelelement bij het voorkomen van de verspreiding van kernwapens, te versterken;

5.   betreurt de aankondiging van Iran dat het een begin wil maken met uraniumverrijking op industriële schaal en is van mening omdat een dergelijke stap rechtstreeks zou indruisen tegen de herhaalde verzoeken van de raad van beheer van het IAEA en de bindende oproepen van de VN-Veiligheidsraad aan Iran in de resoluties 1737(2006) en 1747(2007), om alle verrijkingsactiviteiten op te schorten;

6.   is van mening dat de strijd tegen het terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens voor beide partners de grootste uitdagingen zijn op het gebied van de veiligheid; benadrukt derhalve de noodzaak voor beide partijen om hun samenwerking op deze terreinen te versterken en de rol die de VN bij de aanpak van beide problemen moet spelen, te steunen;

7.   is van mening dat het noodzakelijk is om samen met de VS een gemeenschappelijk en gedeeld kader vast te stellen voor de nodige waarborgen waaraan behoefte is in het speciaal partnerschap van de EU en de VS in de strijd tegen het terrorisme, waarbij tevens alle aspecten met betrekking tot het vrij verkeer van personen tussen de EU en de VS zouden kunnen worden geregeld; is van mening dat daartoe de contacten tussen het Europees Parlement en het Amerikaanse Congres moeten worden versterkt;

8.   erkent dat uitwisseling van gegevens en informatie een waardevol instrument is bij de internationale bestrijding van terrorisme en aanverwante misdrijven, maar benadrukt dat krachtige garanties voor gegevensbescherming de uitwisseling van gegevens zouden vergemakkelijken en tegelijk zorgen voor bescherming van de privacy, en dat uitwisseling van gegevens in ieder geval gebaseerd moet zijn op een of meer internationale overeenkomsten met dezelfde opzet als de overeenkomst tussen de EU en de VS over gerechtelijke samenwerking in strafzaken en uitlevering, die op dit moment in behandeling is in het Congres;

9.   betreurt ten zeerste dat de overeenkomsten over Passenger Name Records en SWIFT en ook het bestaan van het Automated Targeting System van de VS, tot een situatie van rechtsonzekerheid hebben geleid in verband met de noodzakelijke databeschermingsgaranties bij gemeenschappelijk gebruik van gegevens door de EU en de VS en het doorgeven daarvan ter waarborging van de openbare veiligheid en vooral om terrorisme te voorkomen en te bestrijden; benadrukt dat gegevens zo nodig moeten worden uitgewisseld overeenkomstig de bestaande overeenkomst tussen de EU en de VS inzake wederzijdse juridische bijstand en uitlevering en met naleving van de EG- en EU-wetgeving inzake gegevensbescherming; is van mening dat het uitwisselen van persoonsgegevens moet plaatsvinden op een degelijke juridische basis, gekoppeld aan duidelijke regels en voorwaarden en voorzien van adequate bescherming van de privacy en de openbare vrijheden van individuele burgers;

10.   roept de VS en alle andere landen die voor bepaalde EU-lidstaten inreisvisa verplicht stellen, op om het visumregime onmiddellijk af te schaffen en alle burgers van EU-lidstaten gelijk te behandelen; betreurt de opneming van een extra "clausule voor de uitwisseling van informatie" (PNR-clausule) in de voorgestelde wijzigingen van het visumvrijstellingsprogramma van de VS;

11.   wijst erop dat vele maatregelen in het wetsvoorstel "Improving America's Security Act" van 2007, zodra het door het Amerikaanse Congres aangenomen wordt, rechtstreekse gevolgen zullen hebben voor de EU-landen, in het bijzonder wat betreft de politionele en gerechtelijke samenwerking in de strijd tegen het terrorisme en de bescherming van fundamentele rechten en waarborgen;

12.   is daarom ingenomen met de inzet van ondervoorzitter F. Frattini om een Euro-Atlantisch samenwerkingsverband voor de strijd tegen het internationaal terrorisme te creëren, met geharmoniseerde regels voor de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden; verzoekt de Commissie deze inspanningen voort te zetten en het Parlement ten volle bij dit initiatief te betrekken;

13.   neemt akte van de nieuw opgerichte werkgroep op hoog niveau, samengesteld uit vertegenwoordigers van de Commissie, de Raad en Amerikaanse regeringsvertegenwoordigers van het ministerie van justitie en de binnenlandse veiligheidsdienst, die het kader vormt voor de dialoog tussen de EU en de VS over veiligheidszaken; vraagt echter dat het Europees Parlement hierbij betrokken wordt om meer democratische legitimiteit aan deze dialoog te geven;

14.   herinnert aan zijn resoluties die oproepen tot sluiting van het detentiekamp Guantánamo Bay; roept de Raad en de Commissie op om er bij de Amerikaanse regering op aan te dringen om ervoor te zorgen dat de gedetineerden volgens het internationaal recht in beschuldiging of in vrijheid gesteld kunnen worden; vreest dat alleen al het bestaan van het detentiekamp Guantánamo Bay een negatief signaal blijft uitzenden over de wijze waarop het terrorisme wordt bestreden; dringt er bij de Raad op aan om een duidelijke en krachtige verklaring af te leggen die de Amerikaanse regering oproept om een eind te maken aan de praktijk van buitengewone arrestaties en overleveringen en opheldering vraagt over het bestaan van geheime gevangenissen buiten het Amerikaanse grondgebied;

15.   herhaalt zijn standpunt dat de NAVO, die een belangrijke band tussen een groot aantal Europese landen en de VS en een waarborg voor de veiligheid van Europa blijft vormen, haar potentieel als transatlantisch forum voor politiek debat dient te ontwikkelen in een echt partnerschap van gelijken;

16.   begroet de nauwe samenwerking tussen de Verenigde Staten en de EU bij de onderhandelingen over de status van Kosovo en benadrukt dat er een evenwichtige en haalbare oplossing gevonden moet worden voor de toekomstige status van Kosovo; roept beide partners op om de top EU-VS van 30 april 2007 in Washington aan te wenden om hun gemeenschappelijke zienswijze op het plan-Ahtissaari te bekrachtigen en de dialoog met alle betrokken partijen voort te zetten; beveelt daartoe een hechtere veiligheidsrelatie tussen de NAVO en de EU aan, in het bijzonder met het oog op de situatie in Kosovo, waar de EU de taak van UNMIK overneemt terwijl er circa 16.000 NAVO-manschappen gestationeerd blijven; is van mening dat een sterker partnerschap tussen de EU en de VS deze veiligheidsrelatie veeleer zal aanvullen dan ondermijnen;

17.   roept de VS op om zijn inspanningen voor raadpleging en uitleg over zijn gepland raketafweersysteem binnen de NAVO te verhogen, teneinde de alliantie en Europa in staat te stellen om verenigd te blijven, buitenlandse druk te weerstaan en niet uiteen te vallen in gebieden met verschillend veiligheidsniveau; benadrukt het belang van voortzetting van het overleg over het systeem in de NAVO-Rusland-raad; benadrukt dat het VS-systeem gecoördineerd moet worden en interoperabel met het Theatre Ballistic Missile Defence-systeem (TBMD) van de NAVO moet zijn;

18.   vraagt het EU-voorzitterschap en de regering van de VS om de president van de Wereldbank, Paul Wolfowitz, duidelijk te maken dat zijn aftreden een welkome stap zou zijn om te voorkomen dat het anti-corruptiebeleid van de bank wordt ondermijnd;

Handel en economie

19.   dringt erop aan dat er op de op handen zinde top EU-VS in een nieuw elan aan de transatlantische betrekkingen wordt gegeven door de Nieuwe Transatlantische Agenda te herzien;

20.   geeft zijn krachtige steun voor het initiatief van het Duitse voorzitterschap van de Europese Raad, om een Nieuw Transatlantisch Economisch Partnerschap op te zetten, met een stappenplan voor de instelling van een transatlantische markt zonder belemmeringen, om de positie van beide partners in de wereldwijde concurrentie te versterken en hen in staat te stellen om het potentieel van hun economieën beter te benutten, zonder de multilaterale handelsonderhandelingen, met inbegrip van de Doha-Ronde, te schaden;

21.   roept de voorzitters van de Europese Raad en de Commissie en de president van de Verenigde Staten van Amerika op om de gelegenheid die de op handen zijnde EU-VS-top biedt, te benutten om een begin te maken met de onderhandelingen over een nieuwe Transatlantische Partnerschapsovereenkomst, met inbegrip van een steviger transatlantische markt tussen de EU en de VS, die investeringen, intellectuele eigendomsrechten, innovaties, overheidsopdrachten en de relatie tussen handel en veiligheid omvat; roept beide partners op om onderhandelingen te starten over een effectieve overeenkomst voor samenwerking in de regelgeving, met name door gemeenschappelijke werkwijzen te zoeken, voorschriften vast te stellen om in de toekomst verschillen in de regelgeving tot een minimum te beperken, duidelijke verbintenissen aan te gaan over hoe regelgevende organen worden ingeschakeld en naar betere methoden te zoeken om inspraak te geven aan het bedrijfsleven, de vakbonden en de consumentenorganisaties; dringt erop aan dat de wetgevende instanties aan beide kanten stelselmatig bij de onderhandelingen betrokken worden;

22.   onderstreept dat de onderhandelingen over een transatlantische markt zonder belemmeringen niet mogen leiden tot harmonisering van sociale, milieu- en gezondheidsnormen in neerwaartse zin en het zelfstandig karakter en de integriteit van het mededingingsbeleid van de Europese Unie en haar regelgeving tot bescherming van de openbare diensten en culturele diversiteit in acht moeten nemen;

23.   is verontrust over de mogelijke gevaarlijke gevolgen van het groeiend tekort op de federale lopende rekening van de Verenigde Staten voor de wereldeconomie en het evenwicht op de internationale valutamarkten; zet de partners met aandrang aan om buitensporige tekorten te vermijden, die de internationale ongelijkheden verergeren;

24.   is verheugd over het besluit van het Duitse G8-voorzitterschap om het vraagstuk van de regulering van de internationale kapitaalmarkt op de agenda voor de komende G8-top te plaatsen; geeft uiting aan zijn bezorgdheid over het feit dat de VS unilateraal nieuwe principes voor particuliere kapitaalpools heeft aangekondigd die gebaseerd zijn op niet-bindende doorzichtigheidsmaatregelen; verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat bedrijven gelijkwaardige eigendomsrechten op het grondgebied van beide partijen hebben; is er vast van overtuigd dat er een dialoog over hedge-fondsen en beleggingen in niet-beursgenoteerde bedrijven ("private equity") tot stand moet komen, gezien de gevaren die hun activiteiten met zich meebrengen voor het economisch systeem en de groeiende discussie over hun ruimere sociale en economische uitwerkingen; vraagt de Commissie wat haar voornemens in dat opzicht zijn, rekening houdend met het feit dat de VS bezig is met het opstellen van voorstellen; wijst erop dat tweederde van de hedge- en private equityfondsen in off-shore centra gevestigd zijn en vraagt daarom dat hun fiscale weerslag onderzocht wordt;

25.   onderstreept het belang van het naar elkaar toegroeien van de toezichtspraktijken gezien de transatlantische consolidatie van de aandelenbeurzen; herhaalt daarom zijn oproep om de dialoog over de regulering van de financiële markten te versterken door het beleid inzake transatlantische financiële diensten om de twee jaar en na elke jaarlijkse EU-VS-top te toetsen; roept de EU-VS-top op om overeenstemming te bereiken over wederzijdse erkenning van de boekhoudkundige normen op basis van betrouwbaar toezicht; wijst op het belang van de tenuitvoerlegging van Basel II-overeenkomst over de minimum kapitaalvereisten door de Amerikaanse autoriteiten, en de erkenning van de internationale standaards voor jaarrekeningen (IFRS) door de Securities and Exchange Commission; betreurt nogmaals dat herverzekeraars van de EU in de VS hun risico's volledig met onderpand moeten dekken en met uiterst discriminerende wettelijke voorschriften worden geconfronteerd; doet daarom een oproep om op de EU-VS-top overeenstemming te bereiken over verdere stappen naar wederzijdse transatlantische erkenning en uniforme solventie- en rapportagevereisten; verzoekt de Commissie om erop toe te zien dat transatlantische fusies en/of aankopen van effectenbeurzen of andere financiële instellingen er niet toe leiden, direct of indirect, dat Amerikaanse wetten, regels, of toezichtspraktijken in de EU unilateraal opgelegd worden;

26.   roept beide partijen op om de WTO-Ontwikkelingsagenda van Doha succesvol af te ronden en daarbij de ontwikkelingsdimensie volledig in acht te nemen; dringt er bij de EU en de VS dan ook op aan om er zich op de top van 2007 toe te verbinden om voor een positieve doorbraak tegen de zomer van 2007 te ijveren en naast hun doelstellingen voor toegang tot de markten en dienstverkeer, het eens te worden over een gezamenlijke aanpak om afdwingbare fundamentele arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie bij de Wereldhandelsorganisatie te bepleiten en hun opname in bilaterale handelsovereenkomsten aan te moedigen, opnieuw hun inzet voor de "groene doos" in de landbouw te bevestigen, samen met een gemeenschappelijke strategie voor inachtneming van wederzijdse normen, biobrandstoffen, welzijn en gezondheid van dieren en vogelgriep, en het belang van de wijnovereenkomst tussen de EU en de VS te benadrukken;

27.   verzoekt de Raad en de Commissie om met de transatlantische partners te bespreken hoe er vooruitgang kan worden geboekt op het punt van de toegang van ontwikkelingslanden tot geneesmiddelen, en zich met klem te verzetten tegen het initiatief van de Verenigde Staten om in alle bilaterale overeenkomsten met ontwikkelingslanden clausules op te nemen, dat de ontwikkelingslanden afzien van beroep op de bepaling van de Doha-Overeenkomst die hun toestaat om de generieke geneesmiddelen te produceren en in te voeren die zij nodig hebben om grote volksgezondheidsproblemen (AIDS, tuberculose, enz.) te lijf te gaan; is niettemin bezorgd over het voornemen van het Amerikaanse Congres om parallelimport van geneesmiddelen uit de EU-lidstaten toe te staan, omdat het belemmeringen kan veroorzaken voor de geneesmiddelenvoorziening van patiënten in de EU en namaak van geneesmiddelen in de hand kan werken; verzoekt de EU dan ook om de kwestie op de komende top aan de orde te stellen;

28.   is van oordeel dat de Europese Unie en de Verenigde Staten tot de grootste energieverbruikers behoren (38% van het wereldenergieverbruik) en dus het voortouw dienen te nemen en hun krachten moeten bundelen om alternatieve energieproductie en rationeel energieverbruik te ontwikkelen; roept de beide partners daarom op om hun samenwerking op het gebied van energie, betrouwbare energievoorziening en duurzame milieuvoorwaarden te versterken, een stabiele en voorspelbare mondiale energiemarkt gebaseerd op marktregels tot stand te brengen en bepalingen voor de handel in energie in de regels van de Wereldhandelsorganisatie te laten opnemen;

29.   wijst in dit verband op de specifieke verantwoordelijkheid van de ontwikkelde landen om de leiding te nemen bij de beperking van de emissies; dringt er bij de VS op aan om zijn standpunt ten aanzien van de ratificatie van het Protocol van Kyoto te herzien; doet bovendien een beroep op de VS om krachtige binnenlandse maatregelen te nemen die tot absolute emissiebeperkingen leiden, en een actieve rol op zich te nemen in de komende internationale onderhandelingen teneinde deel te nemen aan de toekomstige klimaatveranderingsregeling; is verheugd over regionale initiatieven voor de emissiehandel in de VS en activiteiten op deelstaatniveau die tot een beperking van de uitstoot van broeikasgassen leiden; dringt er bij de regering van de VS, de Commissie, de Raad en de lidstaten op aan om met spoed doeltreffende maatregelen te nemen om de gevolgen van de luchtvaart op de klimaatverandering te beperken; vraagt dat de klimaatverandering regelmatig ter sprake gebracht wordt door de interparlementaire delegaties en in de transatlantische wetgevende dialoog;

30.   verwacht dat de op handen zijnde Top EU-VS het pad effent voor een overeenkomst van de G8-Top in juni over een post-Kyoto uitstootregeling met deelname van de VS en belangrijke opkomende staatshuishoudingen als China, Brazilië, Indië, Mexico, Zuid-Afrika en Indonesië, met o.a. een doeltreffend systeem voor de handel in koolstofemissies en steun voor nieuwe technologieën;

31.   is ingenomen met de strategie voor gezamenlijk optreden van de EU en de VS om de intellectuele eigendomsrechten te laten eerbiedigen, die op de EU-VS-top in 2006 aangenomen is; beveelt aan om aan beide zijden de stand van zaken in de hervorming van het octrooirecht op te maken;

32.   herhaalt zijn verzoek aan de Commissie(3), om met spoed een onderzoek in te stellen naar het feit dat EU-bedrijven en -bedrijfstakken die werkzaam zijn in de VS en niet onder de Safe Harbour-overeenkomst vallen, momenteel gedwongen kunnen worden om persoonsgegevens ter beschikking van de Amerikaanse autoriteiten te stellen - vooral Amerikaanse filialen van Europese banken, verzekeringsmaatschappijen, sociale verzekeringsinstellingen en aanbieders van telecommunicatiediensten;

33.   moedigt de regering van de VS, het EU-voorzitterschap en de Commissie aan om op de op handen zijnde Top de overeenkomst van 2 maart 2007 tussen de Amerikaanse regering en de Commissie inzake luchtvervoer te ondertekenen als overeenkomst voor de eerste fase van de nieuwe samenwerking tussen de VS en de EU in het zeer belangrijk transatlantisch luchtruim; hoopt dat de VS de overeenkomst spoedig ratificeert en moedigt beide partijen aan om zo spoedig mogelijk onderhandelingen over de overeenkomst voor de tweede fase aan te vatten;

34.   vraagt de Europese en Amerikaanse partners om in hun economische betrekkingen rekening te houden met de functie en speciale kenmerken van de culturele en onderwijssector;

Institutioneel kader en rol van het Parlement

35.   onderstreept dat het alleen door grotere betrokkenheid van het Congres en het Europees Parlement op alle niveaus werkelijk mogelijk is om heel de ontwikkeling te bespoedigen en dat de bestaande interparlementaire uitwisseling geleidelijk in een feitelijke "transatlantische assemblee" omgezet moet worden;

36.   vraagt de op handen zijnde EU-VS-top om de parlementaire dimensie van het transatlantisch partnerschap in ere te houden, in de dialoog tussen de EU en de VS de rol van de wetgevers uit te breiden, en het maatschappelijk middenveld aan beide oevers van de Atlantische oceaan ruimere inspraak te geven;

37.   beklemtoont zijn inzet om te blijven bijdragen tot de versterking en stabiliteit van het transatlantisch partnerschap door zijn deelname aan de transatlantische wetgeversdialoog; ondersteunt de inspanningen voor het opzetten van een systeem voor vroegtijdige waarschuwing op wetgevend gebied tussen het Europees Parlement en het Congres van de Verenigde Staten;

38.   doet een dringende oproep om op de EU-VS-top overeenstemming te bereiken over degelijke parlementaire inspraak op de EU-VS-topontmoetingen en wenst dat er vóór elke top een bijeenkomst tussen de transatlantische wetgeversdialoog en de Groep op hoog niveau plaatsvindt om van gedachten te wisselen over de vorderingen in het werkprogramma en de voorbereiding van de top; herhaalt eens te meer dat er een vast institutioneel parlementair kader moet worden ingesteld;

39.   verzoekt de Commissie om met de bevoegde commissies van het Parlement van gedachten te wisselen over haar onderhandelingsstrategie alvorens onderhandelingen met haar tegenhangers aan Amerikaanse zijde aan te vatten, als de onderhandelingen over wetgevingsvraagstukken gaan;

40.   verzoekt zijn bevoegde commissie om uit de begroting voor 2007 de nodige financiële middelen vrij te geven om een permanente officiële vertegenwoordiger van het Europees Parlement in Washington DC te installeren om de eigen activiteiten van het Europees Parlement op institutionele wijze gestalte te geven en de contacten tussen het Parlement en het Amerikaanse Congres te verbeteren;

o
o   o

41.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de president en het Congres van de Verenigde Staten van Amerika.

(1) PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 226.
(2) PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 235.
(3) Resolutie van het Europees Parlement van 14 februari 2007 over SWIFT, de PNR-overeenkomst en de transatlantische dialoog over deze kwesties, aangenomen teksten, P6_TA(2007)0039.

Juridische mededeling - Privacybeleid