Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/0803(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0507/2007

Ingediende teksten :

A6-0507/2007

Debatten :

PV 31/01/2008 - 5
CRE 31/01/2008 - 5

Stemmingen :

PV 31/01/2008 - 8.5
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0028

Aangenomen teksten
PDF 218kWORD 60k
Donderdag 31 januari 2008 - Brussel
Samenwerking tussen de speciale interventie-eenheden van de lidstaten *
P6_TA(2008)0028A6-0507/2007

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 31 januari 2008 over het initiatief van de Republiek Oostenrijk met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad ter verbetering van de samenwerking in crisissituaties tussen de speciale interventie-eenheden van de lidstaten van de Europese Unie (15437/2006 – C6-0058/2007 – 2007/0803(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het initiatief van de Republiek Oostenrijk (15437/2006),

–   gelet op de artikelen 30, 32 en 34, lid 2, onder c), van het EU­Verdrag,

–   gelet op artikel 39, lid 1 van het EU­Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad geraadpleegd is (C6-0058/2007),

–   gelet op de artikelen 93 en 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6-0507/2007),

1.   hecht zijn goedkeuring aan het initiatief van de Republiek Oostenrijk, als geamendeerd door het Parlement;

2.   verzoekt de Raad de tekst dienovereenkomstig te wijzigen;

3.   verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.   wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het initiatief van de Republiek Oostenrijk;

5.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regering van de Republiek Oostenrijk.

Door de Republiek Oostenrijk voorgestelde tekst   Amendementen van het Parlement
Amendement 1
Overweging 4
(4)  Geen enkele lidstaat kan naar waarheid beweren dat hij over alle middelen en deskundigheid beschikt om het hoofd te bieden aan alle soorten grootschalige crisissituaties die een speciale interventie vergen. De mogelijkheid om een andere lidstaat om bijstand te verzoeken is dan ook van levensbelang.
(4)  Geen enkele lidstaat kan naar waarheid beweren dat hij over alle middelen en deskundigheid beschikt om het hoofd te bieden aan alle soorten specifieke of grootschalige crisissituaties die een speciale interventie vergen. De mogelijkheid om een andere lidstaat om bijstand te verzoeken is dan ook van levensbelang.
Amendement 2
Overweging 5
(5)  Dit besluit strekt ertoe de algemene voorschriften, onder meer betreffende civielrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid, vast te stellen die het wettelijk kader bieden voor gevallen waarin de betrokken lidstaten overeenkomen van deze mogelijkheid om bijstand te vragen en te verstrekken gebruik te maken. Met dit kader en de verklaring van de bevoegde instanties zullen de lidstaten in staat zijn snel te reageren en tijd te winnen in geval van crisissituaties,
(5)  Besluit 2007/.../JBZ van de Raad tot verbetering van de grensoverschrijdende samenwerking, vooral in de strijd tegen terreur en grensoverschrijdende criminaliteit (het zgn. besluit van Prüm), en vooral artikel 18, regelt een aantal vormen van politionele bijstand tussen de lidstaten onderling bij massabijeenkomsten en gelijkaardige belangrijke gebeurtenissen, rampen en ernstige ongevallen. Dit besluit gaat niet over massabijeenkomsten, natuurrampen of ernstige ongevallen in de zin van artikel 18 van het besluit van Prüm, maar vormt een aanvulling op de bepalingen ervan over bepaalde vormen van politionele bijstand tussen de lidstaten onderling met behulp van speciale interventie-eenheden in andere situaties, met name in door menselijk optreden veroorzaakte crisissituaties of in terreursituaties, die een rechtstreekse fysieke bedreiging voor personen, goederen, infrastructuur of instellingen vormen, meer in het bijzonder gijzelingen, kapingen en gelijkaardige gebeurtenissen. In die gedachtegang dient elke lidstaat aan te geven welke de bevoegde nationale autoriteiten zijn waarbij de andere betrokken lidstaten om bijstand of interventie kunnen verzoeken.
Amendement 3
Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis)  Met dit juridisch kader en een overzichtslijst van de bevoegde instanties zullen de lidstaten in staat zijn om snel te reageren en tijd te winnen als er zich een dergelijke crisis of terreursituatie voordoet. Daarnaast is het essentieel - in het belang van ruimere mogelijkheden voor de lidstaten om dergelijke situaties, vooral terroristische incidenten, te voorkomen en te beantwoorden - dat de speciale interventie-eenheden elkaar regelmatig ontmoeten en gezamenlijke opleidingsperioden organiseren, zodat ze uit elkaars ervaringen kunnen leren.
Amendement 4
Artikel 1
In dit besluit worden de algemene voorschriften en voorwaarden vastgesteld voor bijstandverlening door en/of een optreden van de speciale interventie-eenheden van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat (hierna "verzoekende lidstaat" genoemd) wanneer deze eenheden hierom door laatstgenoemde lidstaat is verzocht, en zij op dit verzoek zijn ingegaan teneinde het hoofd te bieden aan een crisissituatie.
In dit besluit worden de algemene voorschriften en voorwaarden vastgesteld voor bijstandverlening door en/of een optreden van de speciale interventie-eenheden van een lidstaat (hierna "aangezochte lidstaat" genoemd) op het grondgebied van een andere lidstaat (hierna "verzoekende lidstaat" genoemd) wanneer deze eenheden hierom door laatstgenoemde lidstaat is verzocht, en zij op dit verzoek zijn ingegaan teneinde het hoofd te bieden aan een crisissituatie. De praktische bijzonderheden en de regelingen voor de tenuitvoerlegging van dit besluit worden rechtstreeks tussen de verzoekende en aangezochte lidstaat overeengekomen.
Amendement 6
Artikel 2, punt 2
2) "crisissituatie": een door menselijk optreden veroorzaakte situatie in een lidstaat die voor personen of instellingen in die lidstaat een ernstige rechtstreekse fysieke of materiële bedreiging vormt, in het bijzonder gijzelingen, kapingen en soortgelijke incidenten.
2) "crisissituatie": een door menselijk optreden veroorzaakte situatie in een lidstaat die redelijke gronden schept om te menen dat er een strafbaar feit begaan is, wordt of zal worden, dat voor personen, goederen, infrastructuur of instellingen in die lidstaat een ernstige rechtstreekse fysieke of materiële bedreiging vormt, in het bijzonder situaties in de zin van artikel 1, lid 1 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding1.
___________
1 PB L 164 van 22.6.2002, blz. 3.
Amendement 7
Artikel 2, punt 2 bis (nieuw)
2 bis) "bevoegde autoriteit": de nationale autoriteit die bevoegd is om de inzet van de speciale interventie-eenheden te vragen en goed te keuren.
Amendement 8
Artikel 3, lid 1
1.  Een lidstaat kan een speciale interventie-eenheid van een andere lidstaat verzoeken om bijstand voor het aanpakken van een crisissituatie. Een lidstaat kan een dergelijk verzoek aanvaarden of weigeren, dan wel andere dan de gevraagde bijstand voorstellen.
1.  Met een aanvraag bij de bevoegde autoriteiten, waarin de aard van de gevraagde bijstand en de operationele behoeften nader worden aangegeven, kan een lidstaat een speciale interventie-eenheid van een andere lidstaat verzoeken om bijstand voor het aanpakken van een crisissituatie. De bevoegde autoriteit van de aangezochte lidstaat kan een dergelijk verzoek aanvaarden of weigeren, dan wel andere dan de gevraagde bijstand voorstellen.
Amendement 9
Artikel 4
Algemene bepalingen inzake aansprakelijkheid
Civiel- en strafrechtelijke aansprakelijkheid
1.  Wanneer conform dit besluit functionarissen van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat optreden, berust de aansprakelijkheid voor schade die zij tijdens de operaties veroorzaken, bij laatstgenoemde lidstaat.
Als op grond van dit besluit functionarissen van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat optreden en/of materiaal inzetten, zijn de bepalingen inzake de civiel- en strafrechtelijke aansprakelijkheid van artikel 21 en 22 van het besluit van Prüm van toepassing.
2.  In afwijking van lid 1, wanneer de schade voortvloeit uit acties die strijdig waren met de door de verzoekende lidstaten gegeven instructies of uit acties waarbij de grenzen van de aan de betrokken functionarissen krachtens hun nationale wetgeving toegekende bevoegdheden werden overschreden, zijn de volgende bepalingen van toepassing:
a) de lidstaat op het grondgebied waarvan de in lid 1 bedoelde schade wordt veroorzaakt, neemt op zich deze schade te vergoeden op de wijze waarop hij daartoe gehouden zou zijn, indien de schade door zijn eigen functionarissen was toegebracht;
b) de lidstaat wiens functionarissen op het grondgebied van een andere lidstaat enige schade ten aanzien van een persoon hebben veroorzaakt, betaalt deze laatste het volledige bedrag terug dat deze aan de slachtoffers of hun rechthebbenden heeft uitgekeerd;
c) onder voorbehoud van de uitoefening van zijn rechten tegenover derden en met uitzondering van het bepaalde in punt b, ziet elke lidstaat, in het geval bedoeld in dit lid, ervan af het bedrag van de door hem geleden schade op een andere lidstaat te verhalen.
Amendement 10
Artikel 5
Artikel 5
Schrappen
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Tijdens een optreden als bedoeld in artikel 3 worden de functionarissen die op het grondgebied van een andere lidstaat een taak vervullen, met functionarissen van die lidstaat gelijkgesteld, voor wat betreft de strafbare feiten die tegen of door hen worden begaan.
Amendement 11
Artikel 6
De lidstaten zien erop toe dat hun bevoegde instanties zo nodig bijeenkomsten beleggen en gezamenlijke opleidingen en oefeningen organiseren teneinde ervaring en deskundigheid, alsook algemene, praktische en technische informatie uit te wisselen over bijstandverlening in crisissituaties.
Alle deelnemende lidstaten zien erop toe dat hun speciale interventie-eenheden regelmatig bijeenkomsten beleggen en gezamenlijke opleidingen en oefeningen organiseren teneinde ervaring en deskundigheid, alsook algemene, praktische en technische informatie uit te wisselen over bijstandverlening in crisissituaties. Dergelijke bijeenkomsten, opleidingen en oefeningen kunnen met middelen uit sommige financiële programma's van de Unie gefinancierd worden en subsidiëring uit de algemene begroting van de Europese Unie verkrijgen. De lidstaat die het voorzitterschap van de Europese Unie waarneemt, ziet er zo veel mogelijk op toe dat de bijeenkomsten, opleidingen en oefeningen daadwerkelijk plaatsvinden.
Amendement 12
Artikel 7
Elke lidstaat draagt zijn eigen kosten, tenzij tussen de betrokken lidstaten anders wordt overeengekomen.
De verzoekende lidstaat draagt de operationele kosten voor de speciale interventie-eenheden van de aangezochte lidstaat bij toepassing van artikel 3, met inbegrip van de kosten van transport en accommodatie, tenzij tussen de betrokken lidstaten anders wordt overeengekomen.
Amendement 13
Artikel 8, lid 4 bis (nieuw)
4 bis.  Niets in het onderhavige Besluit kan aldus worden uitgelegd dat het toegestaan is deze voorschriften voor de samenwerking tussen de wetshandhavingsinstanties van de lidstaten toe te passen op de betrekkingen met de bevoegde instanties van derde landen, in afwijking van de bestaande nationale rechtsvoorschriften voor internationale politiële samenwerking.
Juridische mededeling - Privacybeleid