Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0191/2008

Debatten :

PV 23/04/2008 - 9
CRE 23/04/2008 - 9

Stemmingen :

PV 24/04/2008 - 7.5

Aangenomen teksten :


Aangenomen teksten
PDF 124kWORD 45k
Donderdag 24 april 2008 - Straatsburg
Birma
P6_TA(2008)0178RC-B6-0191/2008

Resolutie van het Europees Parlement van 24 april 2008 over de situatie in Birma

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 14 december 2006 over de situatie in Birma(1) en zijn resolutie van 21 juni 2007 over Birma(2),

–   gezien de conclusies van de Raad van 19 november 2007 waarin hij verscherpte en bijkomende beperkende maatregelen tegen Birma heeft vastgelegd(3),

–   gelet op Verordening (EG) nr. 194/2008 van de Raad van 25 februari 2008 tot verlenging en verscherping van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 817/2006(4),

–   gelet op artikel 103, lid 4, van zijn Reglement,

A.   overwegende dat de Birmese Nationale Raad voor vrede en ontwikkeling (SPDC), onder leiding van generaal Than Shwe, heeft aangekondigd dat er op 10 mei 2008 een referendum wordt gehouden over een nieuwe grondwet, in 2010 gevolgd door verkiezingen waaraan meer dan één partij meedoet,

B.   overwegende dat de SPDC de bevolking van Birma aan ontstellende schendingen van de mensenrechten blijft onderwerpen, zoals dwangarbeid, vervolging van dissidenten, dienstplicht voor kindsoldaten en gedwongen verhuizing,

C.   overwegende dat de regering van Birma voorstellen van speciaal VN-afgezant Ibrahim Gambari heeft verworpen, die een vrij en eerlijk verloop van het referendum in aanwezigheid van internationale waarnemers hadden moeten waarborgen,

D.   overwegende dat de Birmese regering in het ontwerp van de grondwet bepalingen heeft opgenomen op basis waarvan een kwart van de zetels in beide kamers van het parlement aan legerofficieren is voorbehouden, de bevelhebber van het leger het recht krijgt de grondwet op enig moment buiten werking te stellen en personen te verbieden zich kandidaat te stellen voor het presidentschap indien zij een buitenlandse echtgenoot of kind hebben (zoals de gevangen gehouden oppositieleider van de Nationale Liga voor Democratie (NLD) en winnaar van de Nobelprijs en de Sacharovprijs, Aung San Suu Kyi); verder overwegende dat de ontwerpgrondwet staatsfunctionarissen immuniteit biedt voor daden die zij ambtshalve hebben verricht,

E.   overwegende dat de regering na de aankondiging van het referendum wet nr. 1/2008 heeft uitgevaardigd, die bepaalt dat leden van kloosterordes geen stemrecht hebben,

F.   overwegende dat de democratische oppositie niet was betrokken bij het opstellen van de grondwet,

G.   overwegende dat een meerderheid van de Birmese oppositie heeft besloten nee te stemmen bij het referendum,

H.   overwegende dat Birma nog steeds ongeveer 1 800 politieke gevangenen telt, onder wie Aung San Suu Kyi,

I.   overwegende dat de Birmese regering niets zinnigs heeft ondernomen om een eind te maken aan het ronselen en gebruiken van kinderen in gewapende conflicten,

J.   overwegende dat de sancties die de EU tegen de Birmese regering heeft afgekondigd tot nog toe geen effect hebben gehad,

K.   overwegende dat de Birmese regering nauwe politieke en economische betrekkingen met de buurlanden en met ASEAN blijft onderhouden,

L.   overwegende dat 30% van de bevolking van Birma, naar schatting 15 miljoen mensen, onder de armoedegrens leven,

1.   betreurt het feit dat het referendum over de grondwet iedere democratische legitimiteit ontbeert, daar de burgers van Birma geen enkel democratisch grondrecht hebben dat hen in staat zou kunnen stellen een open debat over de grondwet te voeren, deze te wijzigen en vervolgens in vrijheid hun mening te kennen te geven middels een referendum;

2.   veroordeelt de verwerping door de Birmese regering van de voorstellen van speciaal VN-afgezant Gambari, die een open campagne met plaats voor allen mogelijk hadden moeten maken in de aanloop naar het referendum over de grondwet; verzoekt de Birmese regering te goeder trouw te zijn en opbouwend samen te werken met de speciale afgezant van de VN;

3.   spreekt zich uit voor een overgang naar de democratie door middel van een open proces van nationale verzoening en een driepartijenoverleg tussen het regime, de NLD en vertegenwoordigers van de etnische groepen;

4.   eist van de regering van Birma de waarborg dat zij een onafhankelijke verkiezingscommissie in het leven roept, een behoorlijk kiesregister opstelt, een eind maakt aan de langdurige beperkingen voor de media, de vrijheid van vereniging, meningsuiting en vergadering in Birma toestaat, de nieuwe voorschriften intrekt uit hoofde waarvan het een misdrijf is het gewettigde debat over het referendum te voeren, en toe te staan dat er internationale waarnemers aanwezig zijn;

5.   eist de onmiddellijk en onvoorwaardelijke vrijlating van de politieke tegenstanders en meer dan 1 800 politieke gevangenen, onder wie Aung San Suu Kyi, de leiders van de studenten van de generatie van '88, en de in 2005 gearresteerde leiders van de Shan Nationalities League for Democracy;

6.   eist dat het regime rekenschap aflegt van alle slachtoffers en vermisten van de gewelddadige onderdrukking van de protesten van boeddhistische monniken en strijders voor democratie van september vorig jaar, met inbegrip van de verblijfplaats van vermiste monniken en nonnen;

7.   roept de Raad, de Commissie en de lidstaten op om elke kans aan te grijpen om in internationale fora het voortdurende misbruik van kinderen in Birma en vooral het gebruik van kindsoldaten aan de kaak te stellen; veroordeelt het ronselen van kindsoldaten in Birma ten strengste en roept de VN-Veiligheidsraad op om een grondig onderzoek te doen naar de situatie in Birma;

8.   merkt op dat China recentelijk het Facultatief Protocol inzake de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten bij het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind heeft geratificeerd; vestigt de aandacht op de betreurenswaardige misbruiken van de militaire junta in Birma in dit opzicht en dringt er in dit kader bij China op aan actie te ondernemen;

9.   steunt de goede diensten van de secretaris-generaal van de VN en de inspanningen van de heer Gambari bij de onderhandelingen met de Birmese autoriteiten; roept de EU en de lidstaten op om nauw samen te werken met de speciale afgezant van de VN om te zorgen dat de bemoeienis van de internationale gemeenschap met Birma samenhangend is;

10.   steunt de inspanningen van Piero Fassino, speciaal EU-afgezant voor Birma, om de dialoog met de ASEAN-landen te bevorderen; dringt er bij ASEAN op aan om de Birmese autoriteiten onder druk te zetten ten einde democratische veranderingen te bewerkstelligen;

11.   verzoekt de Raad met klem de gerichte sancties te verlengen en uit te breiden, waarbij de nadruk moet liggen op beperkingen op de toegang van door het leger gecontroleerde bedrijven en concerns en firma's die nauwe banden met het leger hebben of waarvan de winsten ten goede komen aan het leger, tot internationale bankdiensten, alsook beperkingen op de toegang van geselecteerde generaals en hun directe familie tot persoonlijke zakentransacties, gezondheidszorg, winkelen en buitenlands onderwijs voor hun kinderen; dringt er bij de Raad op aan om geselecteerde individuen en organen volstrekt en expliciet te verbieden om financiële transacties te verrichten die verlopen via clearingbanken of gebruik maken van andere financiële diensten die onder de rechtsmacht van de EU vallen;

12.   roept de Raad op te zorgen voor daadwerkelijke toepassing van gerichte sancties, afdoende te onderzoeken wie voor sancties in aanmerking moet komen, de herziening van besluiten en voortdurend toezicht mogelijk te maken alsmede te verzekeren dat de vastgestelde maatregelen ook worden uitgevoerd;

13.   roept de Raad op om de sancties voortdurend te toetsen aan specifieke maatstaven voor de mensenrechten, onder meer: de vrijlating van politieke gevangenen en alle andere personen die willekeurig worden vastgehouden omdat zij hun grondrechten op vrije meningsuiting, vereniging en vergadering hebben uitgeoefend; het exact officieel bijhouden van de aantallen mensen die zijn vermoord, gearresteerd en/of worden vastgehouden door de veiligheidstroepen, waar zij zich bevinden en in welke omstandigheden zij zich bevinden, ook van mensen die tijdens de recente golf van repressie zijn opgepakt; het staken van militaire aanvallen op burgers; en overgang naar de democratie; roept de Raad tevens op om te denken aan andere gerichte sancties, zoals een volledig verbod op nieuwe investeringen, een verbod op de verstrekking van verzekeringsdiensten voor investeringen in Birma en een handelsembargo voor essentiële goederen die de militaire regering belangrijke inkomsten verschaffen;

14.   roept de EU en de rest van de internationale gemeenschap op om prikkels voor hervormingen te bieden als tegenwicht voor het dreigen met en/of opleggen van sancties en om de legerleiding positieve redenen te geven om te veranderen;

15.   stelt vast dat het door de EU aan Birma opgelegde wapenembargo geen effect heeft daar de militaire regering haar militaire materieel aanschaft in China, Rusland en India; verzoekt de EU derhalve met klem actief campagne te voeren voor een mondiaal wapenuitvoerembargo ten aanzien van Birma;

16.   roept de internationale gemeenschap, westerse regeringen en belangengroepen op om hun humanitaire werk uit te breiden, en de bestaande programma's op het gebied van de gezondheidszorg op te voeren en een begin te maken met nieuwe bredere programma's voor basisonderwijs die ook beschikbaar zijn voor binnenlandse ontheemden en andere mensen die opgesloten zitten in conflictgebieden, hoofdzakelijk langs de Thaise grens; roept de Commissie in dit verband op om meer geld van het instrument voor ontwikkelingssamenwerking ter beschikking te stellen voor humanitaire hulp in Birma (nu 32 miljoen EUR voor de periode 2007-2010) en ook meer geld uit te trekken voor humanitaire hulp voor binnenlandse ontheemden die wordt verstrekt van over de grens;

17.   verzoekt de Commissie steunprogramma's in te stellen en uit te breiden die op het mondiger maken van achtergestelde groepen, met inbegrip van vrouwen en etnische en religieuze minderheden, en op het verzachten van politieke, etnische, religieuze en andere tegenstellingen zijn gericht;

18.   verzoekt de Commissie om via het programma voor ontwikkelingssamenwerking voor ontwortelde bevolkingsgroepen meer steun te geven aan Birmezen die buiten hun land wonen en tevens te zoeken naar andere mogelijkheden om steun te verlenen;

19.   onderstreept dat maatstaven en termijnen voor de hulpverlening vastgesteld moeten worden om corruptie efficiënter te kunnen bestrijden;

20.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regeringen en parlementen van de ASEAN-landen, de Nationale Liga voor Democratie van Birma, de Staatsraad voor Vrede en Ontwikkeling van Birma, de regering van de Volksrepubliek China, de regering en het parlement van India, de regering van Rusland en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.

(1) PB C 317 E van 23.12.2006, blz. 902.
(2) Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0290.
(3) Zie Gemeenschappelijk Standpunt 2007/750/GBVB van de Raad van 19 november 2007 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2006/318/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar (PB L 308 van 24.11.2007, blz. 1).
(4) PB L 66 van 10.3.2008, blz. 1.

Juridische mededeling - Privacybeleid