Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2709(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0296/2010

Debatten :

PV 16/06/2010 - 7
CRE 16/06/2010 - 7

Stemmingen :

PV 17/06/2010 - 7.10
CRE 17/06/2010 - 7.10

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0234

Aangenomen teksten
PDF 210kWORD 47k
Donderdag 17 juni 2010 - Straatsburg
Conclusies van de top EU-Rusland
P7_TA(2010)0234RC-B7-0296/2010

Resolutie van het Europees Parlement van 17 juni 2010 over de conclusies van de top EU-Rusland (31 mei –1 juni 2010)

Het Europees Parlement,

–  gezien de bestaande partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds(1), en de in 2008 begonnen onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland,

–  onder verwijzing naar de doelstelling die de EU en Rusland delen, als omschreven in de gemeenschappelijke verklaring afgelegd na de 11de Top EU-Rusland in Sint Petersburg op 31 mei 2003, namelijk de invoering van een gemeenschappelijke economische ruimte, een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en gerechtigheid, een gemeenschappelijke ruimte van samenwerking op het gebied van externe veiligheid en een gemeenschappelijke ruimte van onderzoek en onderwijs, met inbegrip van culturele aspecten (de vier gemeenschappelijke ruimtes),

–  onder verwijzing naar zijn voorgaande verslagen en resoluties over Rusland en de betrekkingen tussen de EU en Rusland, met name zijn resolutie van 12 november 2009(2) vóór de topontmoeting EU-Rusland in Stockholm op 18 november 2009, zijn resolutie van 17 september 2009 over de moord op mensenrechtenactivisten in Rusland(3) en zijn resolutie van 17 september 2009 over externe aspecten van de energiezekerheid(4),

–  gezien het mensenrechtenoverleg tussen de EU en Rusland,

–  gezien de overeenkomsten die zijn ondertekend en de gezamenlijke verklaringen die zijn afgelegd op de top EU-Rusland te Rostov-aan-de-Don op 31 mei en 1 juni 2010,

–  gelet op artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de Europese Unie zich voor het verder aanhalen en ontwikkelen van de betrekkingen met Rusland blijft inzetten, hetgeen blijkt uit haar serieuze inspanningen om onderhandelingen over een nieuwe kaderovereenkomst voor de verdere ontwikkeling van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland te voeren,

B.  overwegende dat de Europese Unie en Rusland, dat lid is van de VN-Veiligheidsraad, een gedeelde verantwoordelijkheid hebben om de stabiliteit en veiligheid in de wereld te handhaven en dat nauwere samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen tussen de EU en Rusland van bijzonder belang zijn voor de stabiliteit, de veiligheid en de welvaart van Europa,

C.  overwegende dat de sluiting van een strategische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de Russische Federatie van het allergrootste belang blijft voor de verdere ontwikkeling en intensivering van de samenwerking tussen beide partners,

D.  overwegende dat het van belang is dat de EU met één stem spreekt en solidariteit en eendracht aan de dag legt in haar betrekkingen met de Russische Federatie en dat deze betrekkingen gebaseerd zijn op wederzijdse belangen en gemeenschappelijke waarden,

E.  overwegende dat de economische en handelsbetrekkingen tussen de EU en Rusland worden gekenmerkt door een groeiende onderlinge afhankelijkheid en dat beide partijen zich bijgevolg geëngageerd moeten inspannen om een blijvende groei te waarborgen,

F.  overwegende dat Rusland lid is van de Raad van Europa en van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en zich heeft verplicht tot bescherming en bevordering van de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat en tot eerbiediging van de soevereiniteit van zijn Europese buren, overwegende dat de betrekkingen tussen de EU en Rusland de laatste jaren onder druk stonden van een aantal serieuze uitdagingen, met name de bezorgdheid over democratie en mensenrechten in Rusland,

G.  overwegende dat toetreding van Rusland tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) een aanzienlijke bijdrage tot verdere verbetering van de economische betrekkingen tussen de EU en Rusland zou leveren, mits door Rusland een bindende toezegging wordt gedaan de WTO-toezeggingen en -verplichtingen ten volle te zullen naleven en uitvoeren, en dat aldus de weg zou worden geëffend voor een vergaande en alomvattende economische-integratieovereenkomst tussen beide partners op grond van echte wederkerigheid, en overwegende dat Rusland op 1 januari 2010 een douane-unie met Kazachstan en Wit-Rusland heeft opgericht,

H.  overwegende dat de ondertekening van het nieuwe START-verdrag inzake de beperking van strategische kernwapens tussen de Russische Federatie en de VS op 8 april 2010 en de toenadering met betrekking tot non-proliferatie en de kwestie Iran, het vredesproces in het Midden-Oosten en Afghanistan en Pakistan een bewijs vormen voor het positievere klimaat van dialoog met Rusland over verschillende aspecten van de buitenlandse en veiligheidsbetrekkingen,

I.  overwegende dat er duidelijke, objectieve criteria zijn voor de invoering van een regeling zonder visumplicht; overwegende dat de Europese en de Russische burgers er een legitiem belang bij hebben dat hun het recht op vrij verkeer, zowel binnen hun land als over de grenzen heen, wordt verleend,

1.  bekrachtigt zijn overtuiging dat Rusland een van de belangrijkste partners van de Europese Unie blijft bij de totstandbrenging van samenwerking op de lange termijn en het streven naar gezamenlijke inspanningen om de gemeenschappelijke uitdagingen aan te pakken volgens een evenwichtige, resultaatgerichte benadering op basis van democratie en de rechtsstaat, omdat beide partners niet alleen economische en handelsbelangen delen, maar eveneens als gemeenschappelijk doel hebben op mondiaal niveau en in en met de gemeenschappelijke buurlanden nauwer samen te werken op basis van de internationale wetgeving;

2.  verzoekt de EU en Rusland om de onderhandelingen over een nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst te intensiveren en herhaalt dat het nadrukkelijk zijn steun hecht aan een ruime, vergaande en wettelijk bindende overeenkomst die verder reikt dan louter economische samenwerking en als integrerend bestanddeel ook democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de fundamentele mensenrechten omvat; neemt kennis van het akkoord over het moderniseringspartnerschap, dat zowel op de economie als op de samenleving moet slaan, en steunt de diversifiëring van de Russische economie en de handelsbetrekkingen tussen de EU en Rusland; roept de Commissie en de Russische regering op het moderniseringspartnerschap gedetailleerder uit te werken; onderstreept evenwel het feit dat snel een concreet werkplan moet worden voorbereid dat aansluit bij de resultaten die tot nu toe in het kader van de vier gemeenschappelijke ruimten van de Europese Unie en Rusland zijn behaald; onderstreept dat het belangrijk is het doeltreffend functioneren van de rechterlijke macht te waarborgen en de corruptiebestrijding te intensiveren;

3.  neemt met instemming kennis van de ondertekening van een protocol inzake de bescherming van gerubriceerde informatie en een gezamenlijke verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/ Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid Catherine Ashton en de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergei Lavrov over Gaza;

4.  spreekt zijn voldoening uit over het feit dat de eerste topontmoeting EU-Rusland sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op constructieve wijze is verlopen, en gedeeltelijke vooruitgang heeft opgeleverd;

5.  herhaalt zijn steun voor de doelstelling van Ruslands toetreding tot de WTO om het land te helpen meer buitenlandse investeringen aan te trekken en zijn economie te diversifiëren; is van mening dat de oprichting door Rusland van een douane-unie met Wit-Rusland en Kazachstan bijkomende hindernissen kan opwerpen voor het lidmaatschap van de Russische Federatie van de WTO; onderstreept het feit dat het opgeven van protectionistische maatregelen een voorwaarde is voor toetreding tot de WTO;

6.  is verheugd over de recente ratificatie door Rusland van protocol 14 van het Europese mensenrechtenverdrag en de wijzigingen in de wetgeving op grond waarvan de juryrechtspraak kan worden uitgebreid tot het hele land, maar stelt voor dat hierop ook een beroep wordt gedaan voor zaken met terrorisme als tenlastelegging; neemt eveneens met voldoening kennis van de bekrachtiging van het moratorium op de doodstraf als verdere positieve ontwikkeling en hoopt dat dit een eerste stap is ter verwezenlijking van het voornemen van Rusland om de eerbiediging van de mensenrechten te verbeteren; verzoekt de Russische autoriteiten eens te meer alle uitspraken van het Europees Hof voor de rechten van de mens na te leven;

7.  verwelkomt het feit dat de ondertekening van de overeenkomst over de bescherming van gerubriceerde informatie de samenwerking bij crisisbeheer makkelijker zal maken, maar wenst dat het Europees Parlement volledig op de hoogte wordt gesteld van de inhoud en strekking van deze overeenkomst en dat snel wordt geëvalueerd in hoeverre de uitvoering ervan wederkerig is; verzoekt de Raad voor dit doel volledig gebruik te maken van het speciaal comité 2002 IIA EVDB;

8.  vraagt de Raad en de Commissie hun inspanningen te verdubbelen om de problemen met betrekking tot het overschrijden van de grenzen tussen de EU en Rusland op te lossen, concrete projecten te steunen, bij grensoverschrijdende samenwerking uitvoerig gebruik te maken van het nieuwe nabuurschaps- en partnerschapsinstrument en de INTERREG-fondsen, en het eerdere akkoord over vluchten over Siberië onverkort uit te voeren;

9.  verwelkomt de ondertekening van een overeenkomst over de instelling van een mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing op het gebied van de continuïteit van de energievoorziening tussen de Europese Unie en Rusland dat betrekking heeft op kennisgeving, raadpleging en uitvoering en verzoekt de Raad en de Commissie om met de Russische autoriteiten en energiebedrijven samen te werken om een herhaling van de onderbrekingen van de toevoer die de laatste jaren hebben plaatsgehad, te voorkomen;

10.  herhaalt dat de samenwerking tussen de EU en Rusland op energiegebied gebaseerd moet zijn op de beginselen van het energiehandvest en het transitoprotocol, die met het oog op het waarborgen van transparante en billijke voorwaarden voor wederzijdse investeringen, gelijke toegang en een op regels stoelende markt in de nieuwe kaderovereenkomst tussen de EU en Rusland moeten worden geïntegreerd; sluit het gebruik van energie als instrument van buitenlands beleid uit;

11.  neemt met belangstelling kennis van de gesprekken over klimaatverandering en mogelijke vormen van concrete samenwerking met betrekking tot de reductie van broeikasgassen, energie-efficiëntie en ontwikkeling van duurzame energie; onderstreept de noodzaak van een consensus over de vraag hoe er vooruitgang kan worden geboekt in het internationale onderhandelingsproces over klimaatverandering in de aanloop naar de conferentie van Cancún in december 2010;

12.  onderstreept hoe belangrijk de waarnemingsmissie van de Europese Unie (EUMM) is, omdat eruit blijkt dat de EU bereid en in staat is ferm op te treden om vrede en stabiliteit te bevorderen en omdat hiermee een bijdrage is geleverd tot het scheppen van de voorwaarden die nodig zijn om de akkoorden van 12 augustus en 8 september 2008 uit te voeren; herhaalt gehecht te zijn aan de territoriale integriteit van Georgië binnen zijn internationaal erkende grenzen en verzoekt alle partijen hun beloften volledig na te komen; wijst erop dat de waarnemingsmissie van de Europese Unie een mandaat heeft voor het hele land en vraagt dat haar zonder verdere vertraging onbeperkte toegang wordt verleend tot Abchazië en Zuid-Ossetië, hetgeen haar tot nu toe is ontzegd; bevestigt nogmaals dat het zich volledig inzet voor de onderhandelingen van Genève en de voortzetting van het medevoorzitterschap van dit forum door de EU, de VN en de OVSE; spreekt zijn teleurstelling uit over het door het grensdirectoraat van de FSB aangekondigde besluit om een moderne grensinfrastructuur in de vorm van een afscheiding tussen Zuid-Ossetië en Georgië aan te brengen;

13.  onderstreept de noodzaak om Rusland te betrekken bij de Oostzeestrategie van de EU en onverwijld met Rusland afspraken te maken over betere maritieme veiligheid en een hoog niveau van milieubescherming in het kwetsbare Oostzeegebied;

14.  verwelkomt de ondertekening van het nieuwe START-verdrag inzake de beperking van strategische kernwapens tussen de Russische Federatie en de VS op 8 april 2010; stelt met voldoening vast dat er vooruitgang is geboekt bij de momenteel tussen de Russische Federatie en de Verenigde Staten gevoerde dialoog inzake veiligheidskwesties, onder meer met betrekking tot het raketschild;

15.  herhaalt het verzoek om intensivering van de mensenrechtendialoog tussen de EU en Rusland en om openstelling van dit proces voor inhoudelijke input van het Europees Parlement en de Russische staatsdoema, met participatie van de respectieve directoraten-generaal en ministeries bevoegd voor justitie, binnenlandse en buitenlandse zaken in Brussel en Moskou; wenst dat het maatschappelijk middenveld, NGO's en mensenrechtenorganisaties meer worden betrokken bij de tweejaarlijkse topontmoetingen tussen de EU en Rusland;

16.  verzoekt de Russische autoriteiten een einde te maken aan de voortdurende en wijdverbreide straffeloosheid voor geweld tegen verdedigers van de mensenrechten, waarbij zij er met name een prioriteit van moeten maken om het klimaat van terreur en wetteloosheid in de noordelijke Kaukasus te beëindigen, en om de fysieke integriteit van de genoemde verdedigers overeenkomstig de desbetreffende internationale en regionale mensenrechteninstrumenten te beschermen en te garanderen;

17.  herhaalt zijn toezegging inzake de langetermijndoelstelling van visumvrij reizen tussen de EU en Rusland, gebaseerd op een stapsgewijze benadering die gericht is op essentie en concrete vorderingen; onderstreept het feit dat deze dialoog moet aansluiten bij het proces inzake de liberalisering van het visumbeleid voor de landen van het oostelijk partnerschap;

18.  verzoekt de Raad en de Commissie gezamenlijke initiatieven te nemen met de Russische regering om de veiligheid en de stabiliteit in de wereld te verbeteren, met name in de gemeenschappelijke buurlanden, en om tot een vreedzame oplossing op grond van het internationale recht te komen voor de conflicten in Moldavië en de zuidelijke Kaukasus;

19.  neemt kennis van het ontwerp van een Europees veiligheidsverdrag dat op 29 november 2009 door Rusland is voorgesteld, maar vestigt de aandacht op het feit dat het nieuwe voorstel de bestaande veiligheidsverplichtingen van de EU-lidstaten niet mag ondermijnen, en verzoekt de Europese Raad hierover een gemeenschappelijk standpunt vast te stellen;

20.  stelt met voldoening vast dat er aan de vooravond van de G20-top in Toronto een consensus tussen de EU en Rusland is over hervorming van het financiële stelsel, en verwacht dat tijdens de top wordt gesproken over manieren om systeemrisico´s te beperken en dat overeenstemming wordt bereikt over het principe dat de financiële instellingen moeten delen in de kosten van een eventuele toekomstige financiële crisis;

21.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten en van de Russische Federatie.

(1) PB L 327 van 28.11.97, blz. 1.
(2) Aangenomen teksten, P7_TA(2009)0064.
(3) Aangenomen teksten, P7_TA(2009)0022.
(4) Aangenomen teksten, P7_TA(2009)0021.

Juridische mededeling - Privacybeleid