Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2685(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0358/2010

Debatten :

PV 16/06/2010 - 14
CRE 16/06/2010 - 14

Stemmingen :

PV 17/06/2010 - 7.13
CRE 17/06/2010 - 7.13
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0237

Aangenomen teksten
PDF 116kWORD 36k
Donderdag 17 juni 2010 - Straatsburg
Situatie op het Koreaanse schiereiland
P7_TA(2010)0237RC-B7-0358/2010

Resolutie van het Europees Parlement van 17 juni 2010 over de situatie op het Koreaanse schiereiland

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over het Koreaanse schiereiland,

–  gelet op Besluit nr. 2009/1002/GBVB van de Raad van 22 december 2009,

–  gezien de verklaring van 20 mei 2010 van hoge vertegenwoordiger Catherine Ashton over de publicatie van het rapport over het vergaan van het marineschip de Cheonan van de Republiek Korea,

–  gezien het rapport „Investigation Result on the Sinking of ROKS ”Cheonan'„,

–  gezien de resoluties 1718 (2006) en 1874 (2009) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties,

–  gelet op artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de spanningen op het Koreaanse schiereiland sterk zijn opgelopen sinds het vergaan van de Cheonan op 26 maart 2010, waarbij 46 opvarenden om het leven kwamen,

B.  overwegende dat op 15 mei 2010 delen van de torpedo van het type CHT-02D op de zeebodem zijn teruggevonden,

C.  overwegende dat de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter Catherine Ashton het tot zinken brengen van de Cheonan als een gruwelijke en uiterst onverantwoorde actie heeft veroordeeld,

D.  overwegende dat een onderzoek dat is uitgevoerd door een internationale Joint Civilian-Military Investigation Group (JIP), waarbij een proces van onderzoek en verificatie werd doorlopen op basis van een wetenschappelijk en objectieve benadering, duidelijk en onbetwistbaar bewijs opleverde dat de Cheonan tot zinken was gebracht door een onderzeese explosie veroorzaakt door een torpedo vervaardigd in de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK), zoals ook is vastgesteld in een onafhankelijke beoordeling door de Neutral Nations Supervisory Committee,

E.  overwegende dat alle onderzeeërs van andere buurlanden zich op het moment van het incident in of vlakbij hun bases bevonden,

F.  overwegende dat de secretaris-generaal van de VN, Ban Ki Moon, de resultaten van het rapport heeft omschreven als „zeer verontrustend”,

G.  overwegende dat de regering van de Republiek Korea (RK) openbare excuses van de autoriteiten van de DVK heeft geëist, alsmede de belofte dat verdere provocaties achterwege zullen blijven,

H.  overwegende dat de regering van de DVK alle betrokkenheid bij het vergaan van de Cheonan van de hand wijst en de RK ervan heeft beschuldigd het incident in scène te hebben gezet, en met een regelrechte oorlog dreigt in het geval dat de RK de sancties verscherpt,

I.  overwegende dat de strijdkrachten van de DVK doorgaan met provocerende en riskante militaire acties, zoals het doden van drie Chinese staatsburgers aan de grens tussen China en de DVK op 4 juni 2010,

J.  overwegende dat de RK naar aanleiding van het incident heeft aangekondigd alle betrekkingen met de DVK te zullen verbreken, met uitzondering van humanitaire hulp en de activiteiten rond het industriegebied Kaesong;

K.  overwegende dat de regering van de RK heeft verklaard het zespartijenoverleg niet te willen hervatten zolang er geen maatregelen tegen de DVK zijn genomen,

L.  overwegende dat de EU een krachtig voorstander is van de denuclearisatie van het Koreaanse schiereiland, en van mening is dat hervatting van het zespartijenoverleg essentieel is voor vrede en stabiliteit in de regio,

M.  overwegende dat de regeringen van de Volksrepubliek China en de Russische Federatie nog geen duidelijk standpunt hebben ingenomen naar aanleiding van het eindrapport en de conclusies van de Joint Investigation Group,

N.  overwegende dat de RK de kwestie formeel ter discussie aan de VN-Veiligheidsraad heeft voorgelegd, terwijl de DVK aan de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad schriftelijk heeft verklaard elke verantwoordelijkheid voor de aanval af te wijzen en de Veiligheidsraad heeft verzocht de DVK te helpen bij de uitvoering van een eigen onderzoek door dat land,

1.  betreurt ten zeerste dat er een aantal opvarenden van het Zuid-Koreaanse marineschip de Cheonan op een tragische manier om het leven zijn gekomen en betuigt in een geest van solidariteit en vriendschap zijn medeleven met de nabestaanden, het Koreaanse volk en de autoriteiten van de RK;

2.  stemt in met de veroordeling door de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de aanval en complimenteert de RK met de getoonde terughoudendheid;

3.  neemt kennis van de conclusies van het eindrapport van de Joint Investigation Group, waarin wordt vastgesteld dat een Noord-Koreaanse torpedo het schip tot zinken heeft gebracht, en veroordeelt de torpedering ten stelligste als een provocatie die gericht is tegen de vrede en de stabiliteit op het Koreaanse schiereiland;

4.  is teleurgesteld dat de regeringen van de Volksrepubliek China en de Russische Federatie nog altijd geen duidelijk standpunt hebben ingenomen naar aanleiding van de conclusies van het eindrapport van de Joint Investigation Group;

5.  roept beide partijen op terughoudendheid te betrachten, de interkoreaanse betrekking op alle mogelijke manieren te verbeteren en alles in het werk te stellen om de vrede en veiligheid op het Koreaanse schiereiland blijvend te bevorderen;

6.  verzoekt de regeringen van de Volksrepubliek China en de Russische Federatie als permanente leden van de VN-Veiligheidsraad het eindrapport en de conclusies van de Joint Investigation Group nauwlettend te bestuderen;

7.  roept China op om, als permanent lid van de Veiligheidsraad en voornaamste handelspartner van de DVK, passende druk uit te oefenen op dat land en zich in te spannen om te voorkomen dat het conflict verder verscherpt;

8.  spreekt zijn steun uit voor het verwijzen van de kwestie door de regering van de RK naar de VN-Veiligheidsraad;

9.  roept de landen in het zespartijenoverleg op tot blijvende samenwerking om te waarborgen dat de besprekingen inzake de afbouw van het Noord-Koreaanse nucleaire programma worden hervat;

10.  verzoekt de Commissie de huidige humanitaire hulpverlening te handhaven en de communicatiekanalen met de DVK open te houden omdat de humanitaire hulp rechtstreeks van invloed is op de levensomstandigheden van de bevolking van de DVK;

11.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de voorzitter van de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de voorzitter van de Raad, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de kandidaatlanden, de secretaris-generaal van de VN en de regeringen van de Republiek Korea en de Democratische Volksrepubliek Korea.

Juridische mededeling - Privacybeleid