Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2204(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0088/2012

Ingediende teksten :

A7-0088/2012

Debatten :

PV 10/05/2012 - 9
CRE 10/05/2012 - 9

Stemmingen :

PV 10/05/2012 - 12.11
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2012)0158

Aangenomen teksten
PDF 233kWORD 64k
Donderdag 10 mei 2012 - Brussel
Kwijting 2010: Algemene begroting van de EU, Hof van Justitie
P7_TA(2012)0158A7-0088/2012
Besluit
 Resolutie

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, afdeling IV – Hof van Justitie (COM(2011)0473 – C7-0259/2011 – 2011/2204(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010(1),

–  gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 (COM(2011)0473 – C7-0259/2011)(2),

–  gezien het jaarverslag van het Hof van Justitie aan de kwijtingsautoriteit over de in 2010 uitgevoerde interne controles,

–  gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de instellingen(3),

–  gezien de verklaring van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2010(4) waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, als bedoeld in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien artikel 314, lid 10, en artikels 317, 318 en 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(5), en met name de artikelen 50, 86, 145, 146 en 147,

–  gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0088/2012),

1.  verleent de griffier van het Hof van Justitie kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Hof van Justitie voor het begrotingsjaar 2010;

2.  formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, de Europese Ombudsman en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

(1) PB L 64 van 12.3.2010.
(2) PB C 332 van 14.11.2011, blz. 1.
(3) PB C 326 van 10.11.2011, blz. 1.
(4) PB C 332 van 14.11.2011, blz. 134.
(5) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.


2.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, afdeling IV – Hof van Justitie (COM(2011)0473 – C7-0259/2011 – 2011/2204(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010(1),

–  gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 (COM(2011)0473 – C7-0259/2011)(2),

–  gezien het jaarverslag van het Hof van Justitie aan de kwijtingsautoriteit over de in 2010 uitgevoerde interne controles,

–  gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de instellingen(3),

–  gezien de verklaring van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2010(4) waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, als bedoeld in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien artikel 314, lid 10, en de artikelen 317, 318 en 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(5), en met name de artikelen 50, 86, 145, 146 en 147,

–  gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0088/2012),

1.  benadrukt dat de Rekenkamer in haar jaarverslag 2010 „geen opmerkingen [had] over het Hof van Justitie” (paragraaf 7.23);

2.  verheugt zich over het feit dat de Rekenkamer op basis van haar controlewerkzaamheden heeft geconcludeerd dat de betalingen als geheel over het per 31 december 2010 afgesloten jaar met betrekking tot de administratieve en andere uitgaven van de instellingen en organen geen materiële fouten vertonen, en het meest waarschijnlijke foutenpercentage voor wat betreft de administratieve uitgaven in het algemeen op 0,4% schat (paragrafen 7.9 en 7.10);

3.  stelt vast dat het Hof van Justitie in 2010 over een totaalbedrag van 331 000 000 EUR aan vastleggingskredieten beschikte (tegenover 318 000 000 EUR in 2009) en dat de uitvoeringsgraad voor deze kredieten 97,9% bedroeg (tegenover 98,50% in 2009); benadrukt dat de begroting van het Hof van Justitie louter administratief is en dat 75% ervan besteed wordt aan het personeel van de instelling en 25% aan gebouwen, meubels, uitrusting en diverse werkingskosten;

4.  brengt in herinnering dat de toezicht- en controlesystemen van het Hof van Justitie in 2009 aan een grondige beoordeling zijn onderworpen; beklemtoont dat de Rekenkamer tot de conclusie is gekomen dat de bestaande toezicht- en controlesystemen efficiënt zijn gebleken voor wat de opsporing van eventuele fouten en uitzonderingen betreft;

5.  herinnert er eveneens aan dat de Rekenkamer in 2009 heeft vastgesteld dat het Hof van Justitie niet had geanticipeerd op het aflopen van een raamcontract; neemt kennis van de toelichtingen die het Hof van Justitie in zijn jaarlijkse activiteitenverslag voor 2010(6) geeft met betrekking tot de wettigheid van de gekozen procedure; merkt op dat dergelijke situaties in de toekomst dankzij de verbetering van het beheer van de gegevens betreffende contracten in het kader van het geïntegreerde beheersysteem SAP (instrument voor begrotings- en financieel beheer) zouden moeten kunnen worden vermeden;

6.  stelt met voldoening vast dat het Directoraat vertolking de aanbevelingen van de interne controleur betreffende het beheer van het directoraat en de uitgaven voor externe tolken in de praktijk heeft omgezet en dat de goede werking van deze aanbevelingen later zal worden geverifieerd;

7.  neemt kennis van het feit dat het Directoraat-generaal infrastructuur in 2009 een actieplan heeft opgesteld om gevolg te geven aan de voornaamste aanbevelingen van de interne controleur met betrekking tot het beheer en de bewaring van kunstwerken; wenst in het jaarlijkse activiteitenverslag 2011 op de hoogte te worden gebracht van de vorderingen op dit vlak;

8.  neemt kennis van het feit dat de bevoegde dienst twee interne controles heeft uitgevoerd van het beheer van kasmiddelen en bankrekeningen, de uitvoering van betalingen en de dagvergoedingen; wenst in het kader van het jaarlijkse activiteitenverslag op de hoogte te worden gehouden van de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen hieromtrent;

9.  is verheugd dat de ontwikkeling van de software e-Curia, die de indiening en betekening van procedurestukken via elektronische weg mogelijk maakt, in 2010 de testfase is ingegaan en in twee lidstaten wordt uitgetest; wijst erop dat e-Curia op termijn een groot deel van de uitwisseling van documenten per post overbodig moet maken en tot de digitalisering van de binnenkomende en uitgaande procedurestukken en de optimalisering van de interne werkmethoden moet leiden;

10.  stelt met voldoening vast dat het Hof van Justitie zich in zijn jaarlijkse activiteitenverslag voor 2010 over de kwestie vertolking heeft gebogen, zoals het Parlement had gevraagd in zijn resolutie van 10 mei 2011(7) - over de kwijting voor het begrotingsjaar 2009 (paragraaf 14); stelt vast dat het aantal zittingen aanzienlijk is toegenomen (+27%), voornamelijk als gevolg van de uitbreiding van de EU en de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon:

Aantal zittingen(8)

met

vertolking

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

hoorzittingen

350

411

366

369

517

454

520

andere zittingen

63

51

78

54

30

37

102

totaal aantal zittingen

413

462

444

423

547

491

622

11.  benadrukt in verband met het management en de aanwerving van tolken het belang van samenwerking tussen de Europese instellingen;

12.  stelt tevreden vast dat het Hof van Justitie de begrotingsautoriteiten in april 2011 een geactualiseerd plan met vastgoedinvesteringen voor 2011-2013 heeft voorgelegd, waarin twee grote doelstellingen worden nagestreefd: het samenbrengen van de diensten van het Hof van Justitie op één enkele plaats, enerzijds, en het in eigendom verwerven van de gebouwen van het Hof, anderzijds; merkt op dat de bouwkosten op ongeveer 355 300 000 EUR worden geschat, waarvan het te consolideren saldo eind 2010 zo'n 40 000 000 EUR bedroeg;

13.  wijst met voldoening op de algemene tendens van hoge productiviteit en grotere efficiëntie voor wat de duur van procedures betreft die uit de gerechtelijke statistieken van het Hof van Justitie voor 2010 naar voren komt: 16,1 maand voor prejudiciële verwijzingen, 16,7 maand voor rechtstreekse beroepen (tegenover 17,1 maand in 2009) en 14,3 maand voor beroepen in cassatie (tegenover 15,4 maand in 2009);

14.  verwacht zich aan een verdere afname van de duur van de procedures; is in dit verband van mening dat een interne reorganisatie en een herschikking van gespecialiseerd personeel volgens hun respectieve vakgebied hiertoe zouden kunnen bijdragen;

15.  maakt zich evenwel zorgen over het feit dat het aantal voor het Hof van Justitie voorgeleide zaken (631 in 2010) sterk is toegenomen terwijl het aantal afgesloten zaken onveranderd is gebleven; stelt bovendien vast dat er in 2010 799 zaken aanhangig waren voor het Hof van Justitie, zelfs al is de gemiddelde duur van de procedures zich op zijn laagste niveau bevindt, namelijk 16,1 maanden per procedure:

Algemene activiteiten van het Hof van Justitie(9)

zaken

2006

2007

2008

2009

2010

voorgeleid

537

581

593

562

631

afgesloten

546

570

567

588

574

aanhangig

731

742

768

742

799

16.  maakt zich zorgen over de sterke toename van het aantal voor het Gerecht van eerste aanleg voorgeleide zaken (636 in 2010); stelt vast dat het aantal afgesloten zaken licht gedaald is, maar dat het aantal voor het Gerecht aanhangige zaken is opgelopen tot 1300, ondanks de vermindering van de gemiddelde duur van een procedure (24,7 maand in 2010 tegenover 27,2 maand in 2009):

Algemene activiteiten van het Gerecht van eerste aanleg(10)

zaken

2006

2007

2008

2009

2010

voorgeleid

432

522

629

568

636

afgesloten

436

397

605

555

527

aanhangig

1029

1154

1178

1191

1300

17.  is bijgevolg voorstander van het voorstel voor een herziening van zijn statuut dat het Hof van Justitie eind maart 2011 heeft voorgelegd aan de twee takken van de begrotingsautoriteit (deze hervorming voorziet met name in de benoeming van 12 extra rechters voor het Gerecht); wijst erop dat dit initiatief zo kosteneffectief mogelijk moet worden uitgevoerd; hoopt dat de structurele maatregelen begin 2012 kunnen worden goedgekeurd en zo vroeg mogelijk in 2012 kunnen worden uitgevoerd;

18.  vraagt dat het jaarlijkse activiteitenverslag ook een gedetailleerd overzicht bevat van alle personeelsleden van het Hof van Justitie, ingedeeld per categorie, graad, geslacht, deelname aan beroepsopleidingen en nationaliteit; verheugt zich niettemin nu al over de volledigheid van de informatie in het jaarlijkse activiteitenverslag van het Hof van Justitie betreffende diens personeelsbeleid en over diens antwoord op de bijkomende vragen van het Parlement hierover; vraagt dat het Hof deze informatie voortaan automatisch vermeldt in zijn activiteitenverslag en eveneens meedeelt welk gebruik zijn personeel maakt van telewerk en flexitime.

(1) PB L 64 van 12.3.2010.
(2) PB C 332 van 14.11.2011, blz. 1.
(3) PB C 326 van 10.11.11, blz. 1.
(4) PB C 332 van 14.11.2011, blz. 134.
(5) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(6) Jaarlijks activiteitenverslag met betrekking tot het begrotingsjaar 2010, blz. 91.
(7) PB L 250 van 27.9.2011, blz. 90.
(8) Jaarlijks activiteitenverslag met betrekking tot het begrotingsjaar 2010, blz. 54.
(9) Jaarlijks activiteitenverslag met betrekking tot het begrotingsjaar 2010, blz. 6.
(10) Jaarlijks activiteitenverslag met betrekking tot het begrotingsjaar 2010, blz. 8.

Juridische mededeling - Privacybeleid