Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2208(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0089/2012

Ingediende teksten :

A7-0089/2012

Debatten :

PV 10/05/2012 - 9
CRE 10/05/2012 - 9

Stemmingen :

PV 10/05/2012 - 12.15
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2012)0162

Aangenomen teksten
PDF 208kWORD 39k
Donderdag 10 mei 2012 - Brussel
Kwijting 2010: Algemene begroting van de EU, Europese ombudsman
P7_TA(2012)0162A7-0089/2012
Besluit
 Resolutie

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, afdeling VIII – Europese Ombudsman (COM(2011)0473 – C7-0263/2011 – 2011/2208(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010(1),

–  gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2010 (COM(2011)0473 – C7-0263/2011)(2),

–  gezien het jaarverslag van de Europese Ombudsman aan de kwijtingsautoriteit over de in 2010 uitgevoerde interne controles,

–  gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de instellingen(3),

–  gezien de verklaring van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2010(4) waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, als bedoeld in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien artikel 314, lid 10, en de artikelen 317, 318 en 319 van het EG-Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(5), en met name de artikelen 50, 86, 145, 146 en 147,

–  gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0089/2012),

1.  verleent de Europese Ombudsman kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2010;

2.  formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, de Europese Ombudsman en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

(1) PB L 64 van 12.3.2010.
(2) PB C 332 van 14.11.2011, blz. 1.
(3) PB C 326 van 10.11.2011, blz. 1.
(4) PB C 332 van 14.11.2011, blz. 134.
(5) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.


2.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, afdeling VIII – Europese Ombudsman (COM(2011)0473 – C7-0263/2011 – 2011/2208(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010(1),

–  gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2010 (COM(2011)0473 – C7-0263/2011)(2),

–  gezien het jaarverslag van de Europese Ombudsman aan de kwijtingsautoriteit over de in 2010 uitgevoerde interne controles,

–  gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de instellingen(3),

–  gezien de verklaring van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2010(4) waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, als bedoeld in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien artikel 314, lid 10, en de artikelen 317, 318 en 319 van het EG-Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(5), en met name de artikelen 50, 86, 145, 146 en 147,

–  gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0089/2012),

1.  onderstreept dat de Rekenkamer in haar jaarverslag over 2010 heeft geconstateerd geen opmerkingen te hebben over de Europese Ombudsman (punt 7.31.); wijst er evenwel op dat de Rekenkamer de Europese Ombudsman (hierna de „Ombudsman” genoemd) had verzocht bepalingen op te stellen over de procedure voor aanwerving van tijdelijk personeel; zou het op prijs hebben gesteld in kennis te zijn gebracht van de resultaten;

2.  stelt vast dat de Ombudsman in 2010 beschikte over een totaal bedrag aan vastleggingskredieten van 9 332 275 EUR (2009: 9 000 000 EUR) en dat het uitvoeringspercentage voor deze kredieten 89,65% bedroeg, d.w.z. lager dan het gemiddelde van de overige instellingen en twee procentpunt onder het uitvoeringspercentage van het voorgaande jaar (2009:91,98%); wijst er echter op dat het verschil in uitvoeringspercentage in hoofdzaak afhangt van de personeelsfluctuatie en dat de begroting van de Ombudsman louter administratief is, waarbij 79% van het krediet wordt uitgegeven voor de aan de instelling verbonden personen, 15% voor de gebouwen, het meubilair, de uitrusting en diverse huishoudelijke uitgaven en 6% voor de uitoefening van de algemene taken van de instelling;

3.  verzoekt om betere financiële planning die zorgt voor een efficiëntere begrotingsuitvoerig;

4.  stelt met voldoening vast dat de Ombudsman in het actieplan voor 2010 essentiële prestatie-indicatoren (key performance indicators) alsook een routekaart heeft vastgesteld, waardoor de inspanningen van de dienst meetbaar worden door benchmarking; is verheugd over de vooruitgang die tijdens het jaar is geboekt;

5.  wenst echter dat het aantal en het aandeel van zaken waarin het ontvankelijkheidsbesluit binnen een maand wordt genomen nog toeneemt; momenteel ligt dit percentage op 66%;

6.  wenst eveneens dat het aantal en het aandeel van onderzoeken die binnen het jaar worden afgesloten blijft toenemen; momenteel ligt dit percentage op 66%;

7.  verheugt zich erover dat een nieuwe procedure is ingevoerd voor de aanwerving van tijdelijke personeelsleden en voor de berekening van de individuele rechten;

8.  verheugt zich over de controle die de dienst interne controle in 2010 heeft uitgevoerd, waarbij rekening is gehouden met de opmerkingen van 2009, en die als resultaat heeft opgeleverd dat het beheers- en controlestelsel doeltreffend is, op voorwaarde dat de afgesproken maatregelen worden genomen;

9.  wijst erop dat het jaarverslag over de activiteiten van de Ombudsman in 2010 kort geleden tegen het licht is gehouden in een initiatiefverslag van het Parlement van 27 oktober 2011(6); wenst bijgevolg geen verdere opmerkingen te formuleren;

10.  spreekt de wens uit dat in het jaarverslag over de activiteiten van de Ombudsman voor 2011 in voorkomend geval een hoofdstuk wordt opgenomen over de follow-up van de kwijtingsresolutie van het Parlement alsook een exhaustieve tabel betreffende de menselijke hulpbronnen die de Ombudsman ter beschikking heeft, opgesplitst per rang, graad, geslacht, deelneming aan beroepsopleiding en nationaliteit.

(1) PB L 64 van 12.3.2010.
(2) PB C 332 van 14.11.2011, blz. 1.
(3) PB C 326 van 10.11.2011, blz. 1.
(4) PB C 332 van 14.11.2011, blz. 134.
(5) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(6) Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0467.

Juridische mededeling - Privacybeleid