Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2238(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0114/2012

Ingediende teksten :

A7-0114/2012

Debatten :

PV 10/05/2012 - 9
CRE 10/05/2012 - 9

Stemmingen :

PV 10/05/2012 - 12.48
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2012)0195

Aangenomen teksten
PDF 231kWORD 57k
Donderdag 10 mei 2012 - Brussel
Kwijting 2010: Gemeenschappelijke onderneming SESAR
P7_TA(2012)0195A7-0114/2012
Besluit
 Besluit
 Resolutie

1.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0297/2011 – 2011/2238(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010,

–  gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming(1),

–  gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

–  gelet op artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, inzonderheid artikel 185(2),

–  gezien Verordening (EG) nr. 1361/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)(3), en met name artikel 4 ter,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en met name artikel 94(4),

–  gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A7-0114/2012),

1.  verleent de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming SESAR kwijting voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor het begrotingsjaar 2010;

2.  formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming SESAR, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

(1) PB C 368 van 16.12.2011, blz. 32.
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12.
(4) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.


2.Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2012 over de afsluiting van de rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0297/2011 – 2011/2238(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010,

–  gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming(1),

–  gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

–  gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 185(2),

–  gezien Verordening (EG) nr. 1361/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)(3), en met name artikel 4 ter,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en met name artikel 94(4),

–  gezien artikel 77 en bijlage VI bij zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A7-0114/2012),

1.  hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010;

2.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming SESAR, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

(1) PB C 368 van 16.12.11, blz. 32.
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12.
(4) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.


3.Resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2012 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010 (C7-0297/2011 – 2011/2238(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien de definitieve jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010,

–  gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming(1),

–  gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06086/2012 – C7-0050/2012),

–  gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 185(2),

–  gezien Verordening (EG) nr. 1361/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)(3), en met name artikel 4 ter,

–  gezien het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming SESAR, aangenomen door haar raad van bestuur op 28 juli 2009 („het financieel reglement van SESAR” genoemd),

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en met name artikel 94(4),

–  gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A7-0114/2012),

A.  overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming SESAR („de gemeenschappelijke onderneming”) in februari 2007 werd opgericht om het SESAR-onderzoeksprogramma (Single European Sky Air Traffic Management Research – luchtverkeersleiding voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim) te beheren;

B.  overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming haar werkzaamheden zelfstandig aanving in augustus 2007;

C.  overwegende dat de gemeenschappelijke onderneming eigenaar is van alle roerende en onroerende goederen die door haar worden vervaardigd of die aan haar worden overgedragen voor de ontwikkelingsfase van het SESAR-project, in overeenstemming met de specifieke overeenkomsten gesloten met haar leden;

D.  overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2010 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

E.  overwegende dat de Rekenkamer in april 2010 haar advies nr. 2/2010 over het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming SESAR heeft uitgebracht;

F.  overwegende dat de begroting voor de ontwikkelingsfase 2008-2013 van het SESAR-project uitkomt op EUR 2 100 000 000;

G.  overwegende dat voor het begrotingsjaar 2010 het definitieve budget voor de gemeenschappelijke onderneming uitkomt op EUR 143 000 000;

Budgettair en financieel beheer

1.  constateert dat in de definitieve begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor het begrotingsjaar 2010 vastleggingskredieten ter hoogte van EUR 135 000 000 en betalingskredieten ter hoogte van EUR 143 000 000 waren opgenomen; constateert verder dat de bestedingsgraad voor vastleggings- en betalingskredieten op respectievelijk 97,3% en 82,2% uitkwam;

2.  concludeert uit het verslag van de Rekenkamer dat de gemeenschappelijke onderneming aan het eind van het jaar 2010 beschikte over een positief begrotingssaldo van EUR 53 500 000 en dat de bankdeposito's EUR 57 200 000 bedroegen; stelt vast dat dit is gebaseerd op:

   bijdragen van leden: EUR 55 600 000,
   het resultaat van het voorgaande jaar: EUR 86 500 000,
   betalingen aan de gemeenschappelijke onderneming: EUR 84 900 000,
   overdracht van kredieten: EUR 3 700 000;

3.  herinnert de gemeenschappelijke onderneming eraan dat deze situatie zich niet verdraagt met het budgettaire evenwichtsprincipe; stelt echter vast dat de gemeenschappelijke onderneming aan de Rekenkamer antwoordde dat de liquide balans over 2010 ten opzichte van 2009 met 34% afnam en dat uit de bijdragen van leden ter hoogte van EUR 55 600 000 in de laatste weken van 2010 een bedrag van EUR 43 800 000 werd ontvangen ter financiering van de activiteiten in 2011; verzoekt de gemeenschappelijke onderneming een actieplan met concrete maatregelen en deadlines op te stellen om de begroting in evenwicht te houden en de kwijtingsautoriteit terzake te informeren;

4.  onderstreept dat in overeenstemming met artikel 6 van het financieel reglement van SESAR geen uitgaven mogen worden bewilligd of goedgekeurd boven de kredieten die in de begroting staan vermeld; is er bezorgd over dat voor de twee begrotingshoofdstukken – administratieve kosten, onderzoek en ontwikkeling – de uitgaven de toegestane kredieten met respectievelijk 11% en 9% overschreden; neemt kennis van het feit dat de gemeenschappelijke onderneming ervan uitgaat dat zij de totale betalingskredieten slechts in één keer kan opnemen in de totale begroting voor 2007-2016 om te vermijden dat het totale begrotingsplafond aan het eind van de ontwikkelingsfase van SESAR in 2016 wordt overschreden; herinnert de gemeenschappelijke onderneming eraan dat zij dient te voldoen aan de regels van haar eigen financieel reglement en verwacht dat in komende begrotingsjaren de toegestane uitgaven de begrotingskredieten niet zullen overschrijden;

Interne-controlesystemen

5.  stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming in 2010 een begin maakte met het gebruik van het financieel verslagleggingssysteem (ABAC en SAP) dat ook door de Commissie wordt gebruikt; betreurt dat het operationeel programmabeheerssysteem van de gemeenschappelijke onderneming niet in dit financieel verslagleggingssysteem werd opgenomen en dat de onderliggende zakelijke processen per eind 2010 niet, zoals vereist door het financieel reglement van SESAR, door de rekenplichtige waren gevalideerd;

6.  stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming een operationeel programmabeheerssysteem heeft ontwikkeld dat een aanvulling vormt op de financiële en budgettaire informatie en dat zij haar systemen zo goed mogelijk heeft geïntegreerd, binnen de gebruiksbeperkingen van ABAC en SAP; stelt daarnaast vast dat de gemeenschappelijke onderneming van plan was ABAC Assets en ABAC Contract aan het eind van 2011 te implementeren en dat het verslag van de rekenplichtige over de validering van de plaatselijke systemen in 2011 zal worden opgesteld;

7.  verzoekt de gemeenschappelijke onderneming de kwijtingsautoriteit informatie te verstrekken over:

   de aard van de beperkingen die de gemeenschappelijke onderneming ervaart bij het gebruik van ABAC en SAP,
   de status van de validering van de onderliggende zakelijke processen, in het bijzonder de plaatselijke systemen;

8.  dringt er bij de gemeenschappelijke onderneming niettemin op aan dat zij haar financiële verslagleggingssysteem (ABAC en SAP) integreert met haar operationeel programmabeheerssysteem waardoor de kosten aan specifieke activiteitenpakketten kunnen worden toegewezen en de financieringsbronnen van operationele kosten kunnen worden geïdentificeerd;

Projectbeheer

9.  concludeert uit het jaarverslag dat het SESAR-programma in 2010 bestond uit 304 projecten waarvan 171 werden geïnitieerd in 2009 terwijl 114 aanvullende projecten in 2010 werden gelanceerd; stelt vast dat 80,9% van de projecten zich in de uitvoeringsfase bevinden met uitsluiting van de projecten die werden geannuleerd (3) of opgeschort (10); stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming voor elk geannuleerd of opgeschort project een verklaring heeft geleverd en heeft uitgelegd welke verbeteringsmaatregelen zijn genomen; stelt met betrekking tot de thans opgeschorte projecten vast dat:

   ongeveer 60% ervan betrekking heeft op activiteiten waarvoor eerst volledige resultaten van andere projecten moeten zijn verkregen voordat deze weer kunnen worden opgestart;
   ongeveer 20% betrekking heeft op projecten die niet op betrouwbare wijze zijn gekoppeld aan andere programma-activiteiten;
  

De overige 20% is opgeschort wegens een onduidelijke relatie met het concept voor de toekomstige activiteiten vanwege onvolledige afstemming met het masterplan;

10.  dringt er bij de gemeenschappelijke onderneming op aan de kwijtingsautoriteit te informeren over de uitvoering van projecten binnen het SESAR-programma en inzage te geven in de bereikte resultaten;

Prestaties

11.  spoort de Commissie en de lidstaten aan tot meer doelmatigheid bij de uitvoering van de verordeningen betreffende het Europese gemeenschappelijke luchtruim, om de efficiëntie van de investeringen in het SESAR-project op te voeren;

12.  vraagt aandacht voor het correcte beheer van de financiële middelen en onderstreept dat de gemeenschappelijke onderneming belangrijk is voor het Europese gemeenschappelijke luchtruim;

13.  concludeert uit het jaarverslag dat er een totaaloverzicht werd opgesteld met betrekking tot de implementatie van het SESAR-programma en dat de conclusies uitwezen dat de ambitieuze doelstellingen van het programma zouden moeten worden onderscheiden in enerzijds technische en anderzijds operationele activiteiten, met een gedetailleerde vermelding van wat door wie en op welk tijdstip moet worden gedaan waardoor het SESAR-project kan worden voorzien van duidelijke en gevalideerde resultaten; concludeert dat dit zal bijdragen aan het verwezenlijken van de doelstellingen van de SESAR-ontwikkelingsfase en de specifieke strategische doelstellingen voor 2012; verzoekt de gemeenschappelijke onderneming een actieplan met concrete maatregelen en deadlines op te stellen gericht op de conclusies van het totaaloverzicht;

14.  stelt daarnaast vast dat eind 2009 werd besloten tot instelling van een gemeenschappelijk uitvoeringskader voor SESAR gericht op een adequaat programma/projectbeheer via gestroomlijnde bewaking en controle; stelt vast dat dit uitvoeringskader aan het eind van 2010 duidelijk is gedefinieerd en dat rond 85% daarvan is geïmplementeerd en in werking is; verzoekt de gemeenschappelijke onderneming de kwijtingsautoriteit te informeren over de uitvoering van de implementatie en het opzetten van het uitvoeringskader en over de bereikte resultaten;

15.  stelt vast dat de Commissie in 2010 een eerste tussentijdse evaluatie van het werk van de gemeenschappelijke onderneming heeft opgesteld; stelt vast dat in deze evaluatie wordt opgemerkt dat de gemeenschappelijke onderneming in staat is optimaal te reageren op de behoeften van de gebruikers van het luchtruim en van de dienstverleners; meent echter dat tussentijdse evaluaties en evaluaties moeten worden gedaan door externe en onafhankelijke deskundigen;

Interne audit

16.  verwelkomt het feit dat de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming eind 2010 een interne-auditfunctie (IAC) heeft ingericht, de voormalige interne controller van de gemeenschappelijke onderneming aan het hoofd van deze IAC heeft gesteld en akkoord is gegaan met het activiteitenplan van de IAC voor 2011;

17.  concludeert uit het jaarverslag dat de gemeenschappelijke onderneming in mei 2010 een kaderovereenkomst voor controlediensten is aangegaan;

18.  verwelkomt het feit dat de gemeenschappelijke onderneming en de Commissie maatregelen hebben getroffen om ervoor te zorgen dat de omschrijvingen van de respectieve operationele rollen van de dienst Interne Audit van de Commissie en de interne-auditfunctie van de gemeenschappelijke onderneming duidelijker worden maar stelt vast dat het reglement van de gemeenschappelijke onderneming niet is geamendeerd;

19.  constateert met voldoening dat de dienst Interne Audit op basis van het algemeen financieel reglement haar verantwoordelijkheden aanvaardt als Interne controller van de gemeenschappelijke onderneming en dat de Raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming het reglement voor de functie interne controle dienovereenkomstig heeft gewijzigd;

Te late betaling van de lidmaatschapsbijdragen

20.  is er bezorgd over dat de deadline voor betaling van de contante bijdragen aan de gemeenschappelijke onderneming niet door de leden is nageleefd; stelt vast dat de betalingsachterstanden uiteenliepen van 12 tot 113 dagen en dat twee leden eind 2010 in het geheel geen bijdrage hadden betaald; stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming heeft gemeld dat deze bijdragen begin 2011 werden ontvangen;

Horizontale opmerkingen over de gemeenschappelijke ondernemingen

21.  wijst erop dat de Commissie tot nu toe zeven gemeenschappelijke ondernemingen heeft opgericht krachtens artikel 187 van het Werkingsverdrag van de Europese Unie; dat zes gemeenschappelijke ondernemingen (IMI, ARTEMIS, ENIAC, CLEAN SKY, FCH en ITER-F4E) vallen onder de onderzoeksactiviteiten van de DG's van de Commissie RTD en INFSO en dat één gemeenschappelijke onderneming is belast met het ontwikkelen van een nieuw luchtvervoerbeheerssysteem (SESAR) in de sector vervoer waarvan de activiteiten worden gecontroleerd door het DG MOVE;

22.  stelt vast dat de totale indicatieve hulpmiddelen die nodig worden geacht voor de gemeenschappelijke ondernemingen gedurende hun bestaansperiode uitkomen op EUR 21 793 000 000;

23.  stelt vast dat de totale indicatieve hulpmiddelen die nodig worden geacht voor de gemeenschappelijke ondernemingen gedurende hun bestaansperiode uitkomen op EUR 11 489 000 000;

24.  stelt vast dat de totale bijdrage van de Unie aan de begroting van de gemeenschappelijke ondernemingen in het begrotingsjaar 2010 uitkomt op EUR 505 000 000;

25.  verzoekt de Commissie de kwijtingsautoriteit geconsolideerde informatie te verstrekken over de totale jaarlijkse financiering per gemeenschappelijke onderneming die wordt onttrokken aan de algemene begroting van de Unie, helderheid te verschaffen over het gebruik van de gelden van de Unie en het vertrouwen van de Europese belastingbetalers in dit opzicht te herstellen;

26.  verwelkomt het initiatief van ARTEMIS om in haar jaarverslag informatie te geven over de bewaking en controle van haar lopende projecten; is van mening dat deze werkwijze moet worden nagevolgd door de overige gemeenschappelijke ondernemingen;

27.  brengt in herinnering dat de gemeenschappelijke ondernemingen publiek-private samenwerkingsverbanden zijn en dat als gevolg daarvan publieke en private belangen met elkaar verweven zijn; is van mening dat in de gegeven omstandigheden het ontstaan van belangenconflicten niet moet worden uitgesloten maar dat daarmee op de juiste wijze moet worden omgegaan; verzoekt de gemeenschappelijke ondernemingen daarom de kwijtingsautoriteit te informeren over de verificatiemechanismen binnen hun respectieve structuren gericht op een juiste aansturing en het voorkomen van belangenconflicten;

28.  stelt vast dat de gemeenschappelijke ondernemingen, met uitzondering van met name de gemeenschappelijke onderneming ITER en de ontwikkeling van fusie-energie, betrekkelijk kleine en geografisch-geconcentreerde structuren vormen; is daarom van mening dat deze zoveel mogelijk moeten samenwerken bij het beheer van hun hulpmiddelen;

29.  verzoekt de Rekenkamer de kwijtingsautoriteit te informeren over de follow-up van haar commentaar bij de jaarrekening over 2011 van elk van de gemeenschappelijke ondernemingen;

30.  verzoekt de Rekenkamer op redelijke termijn een speciaal verslag aan het Parlement te zenden over de meerwaarde van het opzetten van gemeenschappelijke ondernemingen voor een efficiënte uitvoering van programma's van de Unie inzake onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie; stelt verder dat dit rapport ook dient in te gaan op de effectiviteit van het opzetten van gemeenschappelijke ondernemingen.

(1) PB C 368 van 16.12.2011, blz. 32.
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12.
(4) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

Juridische mededeling - Privacybeleid