Parlementaire vraag - E-003231/2012Parlementaire vraag
E-003231/2012

VP/HR — Export van militair materiaal naar Bahrein door het VK

Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord E-003231/2012
aan de Commissie (Vicevoorzitter — Hoge Vertegenwoordiger)
Artikel 117 van het Reglement
Pino Arlacchi (S&D) , Andrea Cozzolino (S&D) , Frieda Brepoels (Verts/ALE) , Ivo Vajgl (ALDE) , Oreste Rossi (EFD) , Sabine Lösing (GUE/NGL) , Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE) , Willy Meyer (GUE/NGL) , Keith Taylor (Verts/ALE) , Ana Gomes (S&D) , Helmut Scholz (GUE/NGL) , Rui Tavares (Verts/ALE) , Mariya Nedelcheva (PPE) en Sergio Paolo Frances Silvestris (PPE)

Uit onlangs gepubliceerde officiële cijfers blijkt dat de Britse regering, ondanks recente gewelddadige confrontaties in Bahrein, de voorbije maanden de verkoop van militaire uitrusting aan dat land goedgekeurd heeft.

Nadat in februari 2011 verdachte wapenleveringen aan Bahrein, Libië en Egypte aan het licht gekomen waren, kondigde de Britse overheid aan haar wapenexportbeleid te zullen herzien. In maart 2011 verklaarde het VK 122 vergunningen te hebben ingetrokken, waaronder 44 voor de export van militair materiaal aan Bahrein.

Het land hervatte echter al zeer gauw zijn wapenleveringen aan Bahrein. Tegen juni 2011 ging alles weer zijn oude gang, waarbij het aanhoudende geweld tegen burgers en de arrestaties van activisten in het land compleet genegeerd werden.

Uit de laatste nieuwe statistieken voor het derde kwartaal van 2011 die op de website van het Britse Department for Business, Innovation and Skills gepubliceerd werden, blijkt dat het VK aan Bahrein vergunningen verleend heeft voor de export van militair materiaal — met inbegrip van geluiddempers, wapenvizieren, geweren, scheepsgeschut en wapentechnologie — ter waarde van 1,3 miljoen GBP.

De criteria van het gemeenschappelijk standpunt van de Europese Unie inzake wapenuitvoer vereisen dat lidstaten een vergunning weigeren indien er een „duidelijk risico bestaat dat uit te voeren militaire uitrusting of technologie gebruikt worden voor binnenlandse onderdrukking”.

Rekening houdende met hetgeen voorafgaat:

PB C 124 E van 30/04/2013