VERSLAG over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2024 – actualisering van de ontvangsten (eigen middelen) en aanpassingen met betrekking tot sommige gedecentraliseerde agentschappen

15.10.2024 - (13195/2024 – C10‑0109/2024 – 2024/0185(BUD))

Begrotingscommissie
Rapporteur: Siegfried Mureşan


Procedure : 2024/0185(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A10-0007/2024
Ingediende teksten :
A10-0007/2024
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2024 – actualisering van de ontvangsten (eigen middelen) en aanpassingen met betrekking tot sommige gedecentraliseerde agentschappen

(13195/2024 – C10‑0109/2024 – 2024/0185(BUD))

Het Europees Parlement,

 gezien artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

 gezien artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

 gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012[1], en met name artikel 44,

 gezien Verordening (EU, Euratom) 2024/2509 van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2024 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie[2], en met name artikel 44,

 gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2024, definitief vastgesteld op 22 november 2023[3],

 gezien Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021‑2027[4],

 gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen[5],

 gezien Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom[6],

 gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024, goedgekeurd door de Commissie op 19 juli 2024 (COM(2024)0931),

 gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024, op 23 september 2024 vastgesteld door de Raad en op 24 september 2024 toegezonden aan het Europees Parlement (13195/2024 – C10‑0109/2024),

 gezien de artikelen 96 en 98 van zijn Reglement,

 gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A10‑0007/2024),

A. overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024 in de eerste plaats erop gericht is de ontvangstenzijde van de begroting te actualiseren om rekening te houden met de laatste ontwikkelingen en daarnaast tot doel heeft de uitgavenzijde van de begroting aan te passen met betrekking tot een aantal gedecentraliseerde agentschappen;

B. overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024 een herziening inhoudt van de ramingen van de eigen middelen met betrekking tot douanerechten, die 18,3 % lager liggen dan de raming van mei 2023, de niet-afgetopte btw-grondslag, die 0,6 % lager ligt dan de raming van mei 2023, de grondslag niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval, die 0,6 % hoger ligt dan de raming van mei 2023, en de totale bni-grondslag voor de EU, die 0,3 % hoger ligt dan de raming van mei 2023;

C. overwegende dat in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024 ook de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk in 2024 op grond van het terugtrekkingsakkoord wordt geactualiseerd, die 2,38 miljard EUR bedraagt, een aanzienlijke daling van 1,52 miljard EUR ten opzichte van de raming die in de begroting 2024 is opgenomen; overwegende dat in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024 ook rekening wordt gehouden met de tot eind mei 2024 geïnde boeten en sancties, waardoor de oorspronkelijke raming voor boeten en sancties in de begroting 2024 met 513 miljoen EUR wordt verhoogd;

D. overwegende dat in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024 een aantal aanpassingen aan de financiering van gedecentraliseerde agentschappen wordt voorgesteld, met een nettoverhoging van in totaal 12 miljoen EUR en een voorstel om een bedrag van 13,2 miljoen EUR ter dekking van verhogingen voor het Europees Geneesmiddelenbureau en Eurojust beschikbaar te stellen uit het flexibiliteitsinstrument bij gebrek aan een beschikbare marge onder rubriek 2b van het meerjarig financieel kader (MFK);

1. is ingenomen met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024 zoals ingediend door de Commissie;

2. merkt op dat de verlaging van het bedrag van de andere eigen middelen dan het bni (met name wat betreft douanerechten) en de daling van de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de begroting, leidt tot een stijging van de bni-bijdragen met 5,63 miljard EUR; stelt vast dat er een aanzienlijk verschil is met de oorspronkelijke ramingen van de douanerechten en de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk, en verzoekt de Commissie na te gaan hoe haar ramingen, die van vitaal belang zijn voor de voorspelbaarheid van de begrotingsplanning, kunnen worden verbeterd;

3. beklemtoont dat in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024 de vaste bni-verlagingen voor de vijf begunstigde lidstaten iets minder dan 5,4 miljard EUR netto bedragen; benadrukt dat deze kortingen geïndexeerd zijn en daarom sneller zijn gestegen dan de MFK-maxima, die jaarlijks worden aangepast op basis van de deflator van 2 %; onderstreept dat deze afwijking de lasten voor andere lidstaten vergroot;

4. wijst er nadrukkelijk op dat er duurzame inkomsten nodig zijn voor de begroting van de Unie, die de afgelopen jaren zwaar onder druk heeft gestaan om diverse crises het hoofd te bieden; betreurt het daarom dat de Raad geen vooruitgang heeft geboekt wat betreft de hervorming van het eigenmiddelenstelsel, in overeenstemming met de routekaart in het Interinstitutioneel Akkoord; verwijst naar zijn gunstige standpunt met betrekking tot de gewijzigde voorstellen van de Commissie en dringt er bij de Raad en de lidstaten op aan die voorstellen snel goed te keuren teneinde de eigen middelen voor de Uniebegroting te verhogen; herinnert aan zijn gevestigde standpunt dat boeten en vergoedingen moeten worden gebruikt als aanvullende ontvangsten voor de begroting van de Unie;

5. herhaalt zijn reeds lang bestaande standpunt dat nieuwe prioriteiten gepaard moeten gaan met nieuwe financiële middelen; neemt kennis van de reeks aanpassingen aan de begrotingen van de gedecentraliseerde agentschappen, in de eerste plaats in overeenstemming met de taken die hun werden toegewezen in het kader van onlangs aangenomen wetgeving; herinnert eraan dat agentschappen over het nodige personeel en de nodige begroting moeten beschikken om hun mandaat naar behoren te vervullen; betreurt dat extra middelen voor een gedecentraliseerd agentschap in verschillende gevallen neerkomt op een dienovereenkomstige verlaging van het programmabudget;

6. betreurt dat in het huidige MFK tot dusver in totaal 1,5 miljard EUR van programma’s naar gedecentraliseerde agentschappen is overgeheveld of wordt voorgesteld over te hevelen; benadrukt dat de omvang van de herschikkingen symptomatisch is voor de krappe middelen die beschikbaar zijn voor de begroting van de Unie en wijst op de noodzaak van budgettaire flexibiliteit om de middelen van de agentschappen aan te passen aan de wijzigingen van hun mandaten en taken tijdens het MFK;

7. merkt op dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024 voorziet in een verhoging met 2 miljoen EUR voor Eurojust als gevolg van inflatoire druk; beklemtoont dat inflatoire druk duidelijk een uitdaging is voor alle gedecentraliseerde agentschappen, a met een inflatie die hoger ligt dan de jaarlijkse deflator van 2 % waarmee de MFK-maxima stijgen en personeels- en werkingskosten voor gedecentraliseerde agentschappen die daardoor onder aanzienlijke druk staan, en is van mening dat de huidige aanpak waarbij de begrotingen van de gedecentraliseerde agentschappen gescheiden van de administratieve uitgaven in rubriek 7 van het MFK worden behandeld, moet worden heroverwogen in het kader van de voorbereidingen van de Commissie voor het MFK voor de periode na 2027;

8. keurt het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2024 goed;

9. verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat de gewijzigde begroting nr. 4/2024 definitief is vastgesteld en zorg te dragen voor bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de overige instellingen en de betrokken organen, alsmede aan de nationale parlementen.


 

 

BIJLAGE: ENTITEITEN WAARVAN OF PERSONEN VAN WIE DE RAPPORTEUR INPUT HEEFT ONTVANGEN

Overeenkomstig artikel 8 van bijlage I bij het Reglement verklaart de rapporteur bij de opstelling van het verslag tot op het moment van goedkeuring ervan in de commissie input te hebben ontvangen van de volgende entiteiten of personen:

Entiteit en/or persoon

Raad van de Europese Unie

Europese Commissie

De bovenstaande lijst is opgesteld onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de rapporteur.

Wanneer natuurlijke personen in de lijst worden geïdentificeerd aan de hand van hun naam en/of functie verklaart de rapporteur aan de betrokken natuurlijke personen privacyverklaring nr. 484 van het Europees Parlement (https://www.europarl.europa.eu/data-protect/index.do) te hebben verstrekt, waarin de toepasselijke voorwaarden voor de verwerking van hun persoonsgegevens en de hiermee verbonden rechten worden toegelicht.

 

 


INFORMATIE OVER DE GOEDKEURING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Datum goedkeuring

14.10.2024

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

23

5

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Georgios Aftias, Isabel Benjumea Benjumea, Olivier Chastel, Tamás Deutsch, Thomas Geisel, Jean-Marc Germain, Andrzej Halicki, Alexander Jungbluth, Ondřej Kovařík, Giuseppe Lupo, Siegfried Mureşan, Victor Negrescu, Matjaž Nemec, João Oliveira, Karlo Ressler, Julien Sanchez, Hélder Sousa Silva, Nicolae Ştefănuță, Carla Tavares, Nils Ušakovs, Lucia Yar

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Stine Bosse, Jonás Fernández, Michalis Hadjipantela, Rasmus Nordqvist, Jacek Protas, Jussi Saramo

Bij de eindstemming aanwezige leden als bedoeld in art. 216, lid 7 van het Reglement

Matthias Ecke, Marieke Ehlers, Virginie Joron

 

 


 

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

23

+

PPE

Georgios Aftias, Isabel Benjumea Benjumea, Michalis Hadjipantela, Andrzej Halicki, Siegfried Mureşan, Jacek Protas, Karlo Ressler, Hélder Sousa Silva

PfE

Tamás Deutsch

Renew

Stine Bosse, Olivier Chastel, Lucia Yar

S&D

Matthias Ecke, Jonás Fernández, Jean-Marc Germain, Giuseppe Lupo, Victor Negrescu, Matjaž Nemec, Carla Tavares, Nils Ušakovs

The Left

Jussi Saramo

Verts/ALE

Rasmus Nordqvist, Nicolae Ştefănuță

 

5

-

ESN

Alexander Jungbluth

NI

Thomas Geisel

PfE

Marieke Ehlers, Virginie Joron, Julien Sanchez

 

2

0

PfE

Ondřej Kovařík

The Left

João Oliveira

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor

- : tegen

0 : onthouding

 

 

Laatst bijgewerkt op: 18 oktober 2024
Juridische mededeling - Privacybeleid