VERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties
24.2.2005 - (COM(2004)0699 – COM(2005)0043 – C6‑0001/2005 – 2004/0242(CNS)) - *
Commissie internationale handel
Rapporteur: Antolín Sánchez Presedo
Rapporteur voor advies(*):
Margrietus van den Berg, Commissie ontwikkelingssamenwerking
(*) Nauwere samenwerking tussen commissies – artikel 47 van het Reglement
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties
(COM(2004)0699 – COM(2005)0043 – C6‑0001/2005 – 2004/0242(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004)0699)[1],
– gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2005)0043)[2],
– gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement "Ontwikkelingslanden, internationale handel en duurzame ontwikkeling: de rol van het schema van algemene preferenties (SAP) van de Gemeenschap voor de periode 2006/2015" (COM(2004)0461)[3],
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 14 oktober 2004 over "Ontwikkelingslanden, internationale handel en duurzame ontwikkeling: de rol van het schema van algemene preferenties (SAP) van de Gemeenschap voor de periode 2006/2015"[4],
– gelet op artikel 133 van het EG‑Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6‑0001/2005),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie internationale handel en de adviezen van de Commissie ontwikkelingssamenwerking, de Begrotingscommissie, de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, de Commissie landbouw en de Commissie visserij (A6‑0045/2005),
1. hecht zijn goedkeuring aan het gewijzigde Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG‑Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Overweging 1 bis (nieuw) | |
|
(1 bis) Het schema van algemene tariefpreferenties (SAP) is van begin af aan een fundamenteel instrument geweest van het handels- en ontwikkelingsbeleid van de EU, met als doel ontwikkelingslanden te helpen de armoede terug te dringen door inkomsten te genereren uit internationale handel en bij te dragen aan hun duurzame ontwikkeling door bevordering van hun industriële ontwikkeling en diversifiëring van hun economie. |
Motivering | |
Benadrukking van armoedebestrijding als de primaire doelstelling van het SAP. |
Amendement 2
Overweging 4
(4) De eerste verordening ter uitvoering van deze richtsnoeren moet van toepassing zijn van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2008. |
(4) Dit is de eerste verordening ter uitvoering van deze richtsnoeren. Zij is na publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie van toepassing van 1 april 2005 tot en met 31 december 2008. |
Motivering
De rapporteur wenst dat de eerste verordening eerder van toepassing wordt voor die landen die meer baat zouden hebben bij eerdere toepassing van de verordening, met inbegrip van de landen die zijn getroffen door de tsunami-ramp.
Amendement 3
Overweging 6 bis (nieuw)
|
(6 bis) Teneinde het benuttingspercentage van het SAP te verhogen en de ontwikkelingslanden in staat te stellen te profiteren van de internationale handel en de preferentieregelingen beoogt de Europese Unie deze landen, en met name de minst ontwikkelde landen, te voorzien van voldoende technische bijstand. |
Amendement 4
Overweging 7
(7) De bijzondere regeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur is gebaseerd op een alomvattend concept van duurzame ontwikkeling zoals erkend door internationale verdragen en instrumenten, waaronder de VN-verklaring inzake het recht op ontwikkeling (1986), de verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling (1992), de ILO-verklaring inzake fundamentele beginselen en rechten op het werk (1998), de VN-millenniumverklaring (2000) en de verklaring van Johannesburg inzake duurzame ontwikkeling (2002). Ontwikkelingslanden die door een gebrek aan diversificatie en onvoldoende integratie in het internationale handelssysteem kwetsbaar zijn, maar met de ratificatie en de effectieve tenuitvoerlegging van de belangrijkste internationale verdragen inzake arbeids- en mensenrechten, bescherming van het milieu en goed bestuur toch een bijzondere last en verantwoordelijkheid op zich nemen, moeten daarom in aanmerking komen voor bijkomende tariefpreferenties. Deze preferenties strekken ertoe verdere economische groei te stimuleren en aldus positief in te spelen op de behoefte aan duurzame ontwikkeling. Deze regeling voorziet derhalve in een schorsing van de rechten ad valorem voor de begunstigde landen alsmede van specifieke rechten (tenzij deze gecombineerd zijn met een recht ad valorem). |
(7) De bijzondere regeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur is gebaseerd op een alomvattend concept van duurzame ontwikkeling zoals erkend door internationale verdragen en instrumenten, waaronder de VN-verklaring inzake het recht op ontwikkeling (1986), de verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling (1992), de ILO-verklaring inzake fundamentele beginselen en rechten op het werk (1998), de VN-millenniumverklaring (2000) en de verklaring van Johannesburg inzake duurzame ontwikkeling (2002). Ontwikkelingslanden die door een gebrek aan diversificatie en middelen voor de ontwikkeling van hun economieën en door een onvoldoende adequate integratie in het internationale handelssysteem kwetsbaar zijn, maar met de ratificatie en de effectieve tenuitvoerlegging van de belangrijkste internationale verdragen inzake arbeids- en mensenrechten, bescherming van het milieu en goed bestuur toch een bijzondere last en verantwoordelijkheid op zich nemen, moeten daarom in aanmerking komen voor bijkomende tariefpreferenties. Deze preferenties strekken ertoe verdere economische groei te stimuleren en aldus positief in te spelen op de behoefte aan duurzame ontwikkeling. Deze regeling voorziet derhalve in een schorsing van de rechten ad valorem voor de begunstigde landen alsmede van specifieke rechten (tenzij deze gecombineerd zijn met een recht ad valorem). |
Amendement 5
Overweging 9
(9) De Commissie dient toe te zien op de effectieve tenuitvoerlegging van de internationale verdragen overeenkomstig de desbetreffende mechanismen waarin deze voorzien, en het verband tussen bijkomende tariefpreferenties en de bevordering van duurzame ontwikkeling te evalueren. |
(9) De Commissie ziet toe op de effectieve tenuitvoerlegging van de internationale verdragen overeenkomstig de desbetreffende mechanismen waarin deze voorzien, en het verband tussen bijkomende tariefpreferenties en de bevordering van duurzame ontwikkeling te evalueren. |
Motivering
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie).
Amendement 6
Overweging 13 bis (nieuw)
|
(13 bis) Om erosie van preferenties te voorkomen, zal de de Commissie bekijken of thans als "gevoelig" ingedeelde producten in de volgende verordening kunnen worden overgebracht naar de categorie "niet gevoelig". |
Amendement 7
Overweging 16
(16) Ter wille van de samenhang van het handelsbeleid van de Gemeenschap mag een begunstigd land niet gebruikmaken van zowel het SAP als een vrijhandelsovereenkomst, als deze overeenkomst ten minste voorziet in alle preferenties waarvoor dit land krachtens het huidige schema in aanmerking komt. |
(16) Ter wille van de samenhang van het handelsbeleid van de Gemeenschap mag een begunstigd land niet gebruikmaken van zowel het SAP als een vrijhandelsovereenkomst, als deze overeenkomst ten minste voorziet in alle preferenties die krachtens het huidige schema aan dit land worden toegekend en deze daadwerkelijk implementeert en zo nodig consolideert. |
Motivering
De rapporteur wil de samenhang van het handelsbeleid van de Gemeenschap versterken door ervoor te zorgen dat een vrijhandelsovereenkomst is gebaseerd op de preferenties die een begunstigd land reeds krachtens het huidige schema geniet. De nieuwe handelsovereenkomst dient derhalve alle preferenties die eerder krachtens het huidige schema zijn toegekend, te implementeren en zo nodig te consolideren.
Amendement 8
Overweging 16 bis (nieuw)
|
(16 bis) Vanaf 2008 wordt het graduatiemechanisme toegepast ter voorkoming van de eventuele graduatie van importen uit begunstigde landen van het huidige schema waarvan de export naar de Gemeenschap in een bepaalde sector niet is toegenomen in vergelijking met de andere SAP-begunstigden. |
Motivering
De nieuwe graduatieformule hangt in sterke mate af van de "basis" van de importen waarop deze van toepassing is. Om een einde te maken aan de onzekerheid omtrent het graduatiemechanisme na 2008 strekt dit amendement tot voorkoming van de eventuele graduatie van landen als gevolg van de zuiver rekenkundige escalatie die voortvloeit uit een kleinere "basis" van de voor het SAP in aanmerking komende importen na de graduatie van bepaalde SAP-importen en de mogelijke uitsluiting van het SAP van begunstigde landen die handelsovereenkomsten met de Gemeenschap hebben gesloten.
Amendement 9
Overweging 18 bis (nieuw)
|
(18 bis) Verordening (EG) nr. 2454/93 ter vaststelling van het stelsel van regels van oorsprong zal in de nabije toekomst worden geëvalueerd teneinde het doel van de bevordering van economische en industriële ontwikkeling beter te kunnen nastreven. |
|
De evaluatie zal uiterlijk één jaar voor het verstrijken van deze verordening afgerond worden en zal betrekking hebben op de vorm, de inhoud en de procedures van het stelsel van regels van oorsprong, gebaseerd op de beste internationale praktijken en met het oog op het harmoniseren van de bestaande stelsels binnen de EU. |
|
Het nieuwe stelsel van regels van oorsprong zal onder meer betrekking hebben op de interregionale en mondiale cumulatie, alsmede de afschaffing van het vereiste van een dubbel verwerkingsproces voor bepaalde producten, en het in aanmerking komen van een land voor preferentiële behandeling in het kader van SAP en het "Alles behalve wapens"-initiatief (EBA), ook al is het niet het laatste land voor uitvoer, op voorwaarde dat aanzienlijke waarde wordt toegevoegd aan de goederen in dat land. |
Motivering
De huidige regels van oorsprong zijn strenger dan noodzakelijk om het doel te bereiken. Derhalve blijven de benuttingspercentages van het SAP, inclusief EBA, onaanvaardbaar laag. De Commissie moet de regels van oorsprong zo snel mogelijk aanpassen, zodat deze regels beter kunnen bijdragen aan de bevordering van de economische en industriële ontwikkeling.
Amendement 10
Overweging 21 bis (nieuw)
|
(21 bis) Overeenkomstig artikel 37, lid 6, van de Partnerschapsovereenkomst ACS-EU zal bij de evaluatie van deze verordening in 2008 rekening worden gehouden met de belangen van de ACS-landen, met inbegrip van niet-minst ontwikkelde landen, die niet bereid of niet in staat zijn om economische partnerschapsovereenkomsten aan te gaan in het kader van de Overeenkomst van Cotonou, zodat het SAP hen tenminste dezelfde preferenties biedt als die welke hen krachtens de Overeenkomst van Cotonou werden toegekend. |
Motivering
De rapporteur is van mening dat de niet-minst ontwikkelde ACS-landen die niet in staat zijn economische partnerschapsovereenkomsten met de Gemeenschap aan te gaan een passend alternatief moet worden geboden voor de preferenties die zij krachtens de overeenkomst van Cotonou zouden genieten. De huidige SAP-verordening moet daarom kunnen worden herzien na toekomstig overleg met de ACS-landen.
Amendement 11
Artikel 1, lid 1
1. Het schema van algemene tariefpreferenties van de Gemeenschap (hierna “het schema” genoemd) is van toepassing van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2008 overeenkomstig deze verordening. |
1. Het schema van algemene tariefpreferenties van de Gemeenschap (hierna “het schema” genoemd) is na publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie van toepassing van 1 april 2005 tot en met 31 december 2008 overeenkomstig deze verordening. |
Motivering
Zie amendement op overweging 4.
Amendement 12
Artikel 3, lid 1 bis (nieuw)
|
1 bis. Op basis van de meest recente, vergelijkbare en aangepaste beschikbare gegevens ten tijde van de vaststelling van deze verordening bepaalt de Commissie welke begunstigde landen aan de in lid 1 genoemde criteria voldoen. |
Motivering
Met dit amendement wordt de bedoeling van artikel 3, lid 2 van de oorspronkelijke versie van COM(2004)0699 weer hersteld, omwille van grotere gegevensbeveiliging en transparantie voor alle eventuele deelnemende landen. Het is niet duidelijk waarom in het gewijzigde voorstel van de Commissie werd gekozen voor schrapping van dit lid. Indien rekening gehouden wordt met de gevolgen van de tsunami voor de handelsbetrekkingen moet de deadline van de oorspronkelijke voorgestelde datum 1 september 2004 worden verschoven naar de vroegst mogelijke, vergelijkbare datum.
Amendement 13 Artikel 3, lid 1 ter (nieuw) | |
|
1 ter. De Commissie maakt jaarlijks in het Publicatieblad van de Europese Unie een lijst bekend van de begunstigde landen die aan de in lid 1 genoemde criteria voldoen. |
Motivering | |
Ter verbetering van de voorspelbaarheid van het schema. |
Amendement 14
Artikel 3, lid 2
5. Wanneer een begunstigd land een handelsovereenkomst met de Gemeenschap heeft die ten minste alle preferenties omvat waarop dit land uit hoofde van onderhavig schema een beroep kan doen, wordt het geschrapt van de lijst van begunstigde landen in bijlage I. |
5. Wanneer een begunstigd land een handelsovereenkomst met de Gemeenschap heeft, prevaleert de toepassing van de handelovereenkomst boven de toepassing van het huidige schema, op voorwaarde dat deze tenminste alle op basis van het huidige schema aan dit land toegekende preferenties daadwerkelijk implementeert en zo nodig consolideert. Een handelsovereenkomst met de Gemeenschap laat onverlet dat het land in aanmerking kan blijven komen voor de bijzondere stimuleringsregeling als bedoeld in afdeling II van deze verordening. |
Motivering
Rapporteur wil benadrukken dat een bilateraal of regionaal handelsakkoord met de Gemeenschap prevaleert boven unilaterale handelsconcessies. In plaats van het op grond van een handelsovereenkomst "uitsluiten" van begunstigde landen in de zin van de lijst van Bijlage I, dient een onderscheid te worden gemaakt tussen potentieel en daadwerkelijk begunstigde landen.
Amendement 15
Artikel 3, lid 3 bis (nieuw)
|
3 bis. Om het effect van het huidige schema te verbeteren, biedt de Commissie ontwikkelingslanden, met name de MOL, adequate technische bijstand met het oog op de opbouw van de institutionele en regelgevende capaciteit die nodig is om de voordelen van de internationale handel en het SAP te benutten. |
Motivering
Overeenkomstig de verklaring van Doha in het kader van de WTO, de consensus van Monterrey en de conclusies van de Wereldtop over duurzame ontwikkeling in Johannesburg moet aan ontwikkelingslanden adequate technische bijstand worden geboden om volledig te kunnen deelnemen aan het internationale handelssysteem en preferentiële stelsels.
Amendement 16
Artikel 3, lid 3 ter (nieuw)
|
3 ter. Bij de berekening van graduatiepercentages houdt de Commissie rekening met het niveau van de invoer die voorheen in aanmerking kwam voor SAP ten behoeve van landen overeenkomstig artikel 3, lid 2. |
Motivering
Wanneer de Europese Unie handelsovereenkomsten sluit met ontwikkelingslanden komen deze landen om die reden niet meer in aanmerking voor het SAP. Dit mag niet van invloed zijn op de graduatiepercentages van andere ontwikkelingslanden.
Amendement 17
Artikel 5, lid 3 quater (nieuw)
|
3 quater. In het kader van de Wereldhandelsorganisatie geeft de Commissie prioriteit aan harmonisatie van de oorsprongsbepalingen waarin minder ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden een preferentiële behandeling wordt toegekend. |
Motivering
In lijn met de Doha-ronde wordt voorgesteld dat de EU in het kader van de lopende WTO-harmonisatie van oorsprongsbepalingen prioriteit geeft aan het SAP.
Amendement 18
Artikel 8, lid 3 bis (nieuw)
|
3 bis. Technische bijstand wordt eveneens verleend om in aanmerking komende ontwikkelingslanden te helpen te voldoen aan de ratificatie- en uitvoeringseisen van de nieuwe bijzondere stimuleringregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur. |
Or. en
Motivering
Bijstand moet worden verleend aan ontwikkelingslanden die bereid zijn de speciale last en verantwoordelijkheid op zich te nemen die voortvloeit uit de ratificatie en daadwerkelijke tenuivoerlegging van de internationale verdragen zoals vereist door de bijzondere stimuleringsregeling.
Amendement 19
Artikel 9, lid 1, letter c)
c) toezegt de in deel B van bijlage III opgenomen verdragen die het nog niet heeft geratificeerd noch feitelijk ten uitvoer heeft gelegd uiterlijk op 31 december 2008 te ratificeren en effectief ten uitvoer te leggen. |
c) daadwerkelijk de procedures start om de in bijlage III opgenomen verdragen binnen vier jaar nadat het voor het eerst de bijzondere stimuleringsregeling is toegekend, te ratificeren en effectief ten uitvoer te leggen. |
Motivering
Een eenvoudige toezegging kan niet voldoende zijn om reeds van de bijzondere stimuleringsregelingen van de SAP-voordelen te kunnen genieten.
De bijzondere stimuleringsregeling vormt een wezenlijk onderdeel van het SAP als stimulans voor duurzame ontwikkeling en een behoorlijk bestuur. De regeling mag daarom niet beperkt blijven tot de landen die voldoende ontwikkeld zijn wanneer deze verordening in werking treedt, maar moet de komende jaren een stimulans blijven vormen.
Amendement 20
Artikel 9, lid 2, letter b)
b) waarvan de onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap minder dan 1% van de waarde van de totale onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap vertegenwoordigt. |
b) waarvan de onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap minder dan 1% van de waarde van de totale onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap vertegenwoordigt of minder dan 2% van die waarde indien de onder het SAP vallende invoer in een afdeling meer dan 50% bedraagt van de totale onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap. |
Motivering
Deze uitzondering zou een strenge drempel betekenen voor onder het SAP vallende invoer, terwijl ervoor wordt gezorgd dat alleen zwaar afhankelijke landen in de SAP+-regeling als kwetsbaar worden ingedeeld.
Amendement 21
Artikel 9, lid 3
3. De Commissie zal de stand van de ratificatie en de effectieve tenuitvoerlegging van de in bijlage III opgenomen verdragen blijven evalueren. Voordat de toepassingsperiode van deze verordening verstrijkt, dient de Commissie bij de Raad een verslag in over de stand van de ratificatie van zulke verdragen, waarin zij aangeeft of ook in de toekomst voor de toekenning van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur de ratificatie en effectieve tenuitvoerlegging van zulke verdragen als voorwaarde moet worden gesteld. |
3. De Commissie zal de stand van de ratificatie en de effectieve tenuitvoerlegging van de in bijlage III opgenomen verdragen blijven evalueren. Voordat de toepassingsperiode van deze verordening verstrijkt, dient de Commissie bij de Raad een verslag in over de stand van de ratificatie en tenuitvoerlegging van zulke verdragen door elk land dat voor de bijzondere stimuleringsregeling in aanmerking komt. Waar dit passend is, geeft de Commissie aan of een bepaald land aanvullende maatregelen moet nemen voor de doeltreffende tenuitvoerlegging van een verdrag. In dit verslag evalueert de Commissie tevens de doeltreffendheid van de bijzondere regeling bij het bereiken van de doelstelling daarvan en doet waar passend aanbevelingen inzake de herziening van bijlage III. |
Motivering
De bijzondere regeling in het SAP heeft tot nu toe een beperkte uitwerking. Het is van belang de aanpassing en herziening van de nieuwe bijzondere regeling mogelijk te maken, zodat het doel van die regeling bereikt kan worden.
Amendement 22
Artikel 10, lid 1, letter a)
a) uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening is een daartoe strekkend verzoek ingediend door een in bijlage I vermeld land of gebied, en |
a) een daartoe strekkend verzoek is ingediend door een in bijlage I vermeld land of gebied, en |
Motivering
De bijzondere stimuleringsregeling vormt een wezenlijk onderdeel van het SAP als stimulans voor duurzame ontwikkeling en een behoorlijk bestuur. De regeling mag daarom niet beperkt blijven tot de landen die voldoende ontwikkeld zijn wanneer deze verordening in werking treedt, maar moet de komende jaren een stimulans blijven vormen.
Amendement 23
Artikel 10, lid 2 bis (nieuw)
|
2 bis. De Commissie kan het geval waarin een land dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 9, lid 2, en maximaal twee van de in Bijlage III vermelde verdragen door grondwettelijke restricties niet heeft geratificeerd en geïmplementeerd, zich ertoe verbindt de overige verdragen op zo kort mogelijke termijn, overeenkomstig zijn grondwettelijke bepalingen en met steun van de verantwoordelijke internationale organisaties, te ratificeren en te implementeren, gelijkstellen met het vervullen van de in artikel 9, lid 1, neergelegde voorwaarden. De Commissie ziet toe op het volledig nakomen van deze verbintenis en trekt de voordelen van de bijzondere regeling in zodra zich een schending of vertraging voordoet die door het verzoekende land niet wordt gerechtvaardigd. De Commissie wint informatie in bij alle relevante bronnen, met inbegrip van de bevoegde internationale organisatie en, in voorkomende gevallen, het Europees Parlement en de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, en brengt verslag uit aan het Comité en het Europees Parlement. |
Motivering
Dit amendement heeft, in lijn met de hoofddoelstelling van de bijzondere regeling van stimulering, tot doel de eisen van de verordening te verenigen met die van de wettelijke vereisten van in aanmerking komende landen die zich ertoe verbinden de 16 verdragen van deel A van Bijlage III te ratificeren en te implementeren.
Amendement 24
Artikel 11, lid 1
1. Wanneer de Commissie een verzoek vergezeld van de in artikel 10 bedoelde informatie ontvangt, evalueert zij dit verzoek. Bij deze evaluatie wordt rekening gehouden met de bevindingen van de relevante internationale organisaties en instanties. Zij kan het verzoekende land alle vragen stellen die zij dienstig acht en kan de ontvangen informatie bij het verzoekende land of bij een natuurlijke persoon of rechtspersoon verifiëren. |
1. Wanneer de Commissie een verzoek vergezeld van de in artikel 10 bedoelde informatie ontvangt, evalueert zij dit verzoek. Bij deze evaluatie wordt rekening gehouden met de bevindingen van de relevante internationale organisaties en instanties. Zij moet het verzoekende land alle vragen stellen die zij dienstig acht en kan de ontvangen informatie bij het verzoekende land of bij andere relevante bronnen, eventueel met inbegrip van het Europees Parlement en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, zoals de sociale partners, verifiëren. De Commissie stelt het verzoekende land in kennis van de resultaten van haar evaluatie en geeft het de gelegenheid hierop commentaar te geven. |
Motivering
Vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van nationale parlementsleden, moeten worden betrokken bij de verificatie van de toepassing van het merendeel van de verdragen van Bijlage III. Het EP moet te allen tijde worden geïnformeerd over de belangrijke fases in het beheer van het schema.
Amendement 25 Artikel 11, lid 3 | |
3. De Commissie stelt een verzoekend land in kennis van het overeenkomstig lid 2 genomen besluit. Wanneer de bijzondere stimuleringsregeling aan een bepaald land wordt toegekend, wordt dit land in kennis gesteld van de datum waarop het desbetreffende besluit in werking treedt. De Commissie maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie een lijst bekend van de begunstigde landen die in aanmerking komen voor de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur. |
3. De Commissie stelt een verzoekend land in kennis van het overeenkomstig lid 2 genomen besluit. Wanneer de bijzondere stimuleringsregeling aan een bepaald land wordt toegekend, wordt dit land in kennis gesteld van de datum waarop het desbetreffende besluit in werking treedt. De Commissie maakt uiterlijk 30 juni 2005 in het Publicatieblad van de Europese Unie de lijst bekend van de begunstigde landen die in aanmerking komen voor de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur. |
Amendement 26 Artikel 11, lid 4 | |
4. Wanneer aan een verzoekend land de bijzondere stimuleringsregeling niet wordt toegekend, motiveert de Commissie desgevraagd haar besluit. |
4. Wanneer aan een verzoekend land de bijzondere stimuleringsregeling niet wordt toegekend, motiveert de Commissie haar besluit en stelt zij het verzoekende land en het Europees Parlement hiervan op de hoogte.. |
Motivering | |
Omwille van transparantie, rechtszekerheid en democratische controle moeten zowel het EP als de verzoekende landen voortdurend op de hoogte worden gehouden van de tenuitvoerlegging, de ontwikkeling en de resultaten van het SAP |
Amendement 27
Artikel 11, lid 5
5. De Commissie onderhoudt, in nauwe samenwerking met het in artikel 26 genoemde comité, alle betrekkingen met het verzoekende land naar aanleiding van het verzoek. |
5. De Commissie onderhoudt, in nauwe samenwerking met het in artikel 26 genoemde comité en met het Europees Parlement, alle betrekkingen met het verzoekende land naar aanleiding van het verzoek. |
Motivering
Zie het amendement op artikel 11, lid 4.
Amendement 28
Artikel 12, lid 4
4. De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten van tariefpost 1701 worden op 1 juli 2006 met 20%, op 1 juli 2007 met 50% en op 1 juli 2008 met 80% verlaagd. Met ingang van 1 juli 2009 worden deze rechten volledig geschorst. |
4. Onverminderd langere overgangsperioden en/of kleinere percentages die eventueel zullen worden vastgesteld bij de toekomstige wijziging van de GMO voor suiker, worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten van tariefpost 1701 op 1 juli 2006 met 20%, op 1 juli 2014 met 50% en op 1 juli 2015 met 80% verlaagd. Met ingang van 1 juli 2016 worden deze rechten volledig geschorst. |
Amendement 29
Artikel 12, lid 5 bis (nieuw)
|
5 bis. Artikel 12(45) laat de bepalingen die zullen worden vastgesteld bij de toekomstige wijziging van de GMO voor suiker onverlet. |
Amendement 30 Artikel 12, lid 7 | |
7. Wanneer een land door de Verenigde Naties van de lijst van de minst ontwikkelde landen wordt verwijderd, wordt het van de lijst van begunstigde landen van deze regeling geschrapt. De Commissie besluit volgens de in artikel 27 bedoelde procedure over de uitsluiting van een land en over de instelling van een overgangsperiode. |
7. Wanneer een land door de Verenigde Naties van de lijst van de minst ontwikkelde landen wordt verwijderd, wordt het van de lijst van begunstigde landen van deze regeling geschrapt. De Commissie besluit volgens de in artikel 27 bedoelde procedure over de uitsluiting van een land en over de instelling van een redelijke overgangsperiode van tussen de 12 en 24 maanden. |
Motivering | |
Om redenen van transparantie en rechtszekerheid had rapporteur de voorkeur gegeven aan een nauwkeurig bepaalde overgangsperiode. Aangezien de VN echter momenteel werkt aan een voorstel voor een overgangsperiode dat de Commissie van plan is over te nemen, beperkt het amendement zich tot een genuanceerdere formulering, teneinde het schema voorspelbaarder te maken. |
Amendement 31
Artikel 13, lid 1
1. De in de artikelen 7 en 8 bedoelde tariefpreferenties worden ingetrokken ten aanzien van producten van een afdeling van oorsprong uit een begunstigd land, indien de gemiddelde waarde van de communautaire invoer uit dat land van producten van die afdeling die onder de regeling vallen waarvoor dat land in aanmerking komt, gedurende drie opeenvolgende jaren, gemeten aan de hand van de meest recente beschikbare gegevens op 1 september 2004, meer dan 15% bedraagt van de waarde van de communautaire invoer van dezelfde producten uit alle in bijlage I vermelde landen en gebieden. Voor afdeling XI bedraagt de drempel 12,5%. |
1. De in de artikelen 7 en 8 bedoelde tariefpreferenties worden ingetrokken ten aanzien van producten van een afdeling van oorsprong uit een begunstigd land, indien deze een hoog concurrentieniveau hebben bereikt. Hiervan is sprake wanneer de gemiddelde waarde van de communautaire invoer van producten uit een afdeling in dat land die van de regeling van dit schema profiteert, gedurende drie opeenvolgende jaren, gemeten aan de hand van de meest recente beschikbare gegevens op 1 september 2004, meer dan 15% bedraagt van de waarde van de communautaire invoer van dezelfde producten uit alle in bijlage I vermelde landen en gebieden bedraagt. Voor afdeling XI bedraagt de drempel 10%.. |
Motivering
Het SAP is een handelsinstrument dat in de eerste plaats tot doel heeft de ontwikkeling en diversifiëring van de handel in de ontwikkelingslanden te stimuleren. De intrekking van preferenties als gevolg van graduatie is geen straf, maar simpelweg het gevolg van het feit dat sommige groepen producten op de communautaire markt reeds concurrerend zijn en dus voor de export geen SAP meer nodig hebben. Na schrapping van de MVR-quota zou de Europese textielindustrie ernstige schade ondervinden van een drempel van 12,5%, aangezien deze niet zou voorzien in uitsluiting van landen die geen preferenties nodig hebben om de exportcapaciteit van hun zeer concurrerende textielindustrie te stimuleren en die reeds sterk concurreren op de EU-markt.
Amendement 32
Artikel 13, lid 3 bis (nieuw)
|
3 bis. De berekening van de graduatiepercentages na 2008 wordt gebaseerd op de gegevens als bedoeld in lid 1, met inbegrip van alle onder het SAP vallende invoer ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening. |
Motivering
Om de voorspelbaarheid te bevorderen en buitenlandse investeringen te vergemakkelijken, moet er ten behoeve van de voor het SAP in aanmerking komende landen voor worden gezorgd dat de graduatiedrempels niet worden beïnvloed en de facto worden verlaagd door graduaties in landen die niet meer onder het SAP-stelsel vallen omdat zij sinds 2004 andere handelsovereenkomsten met de EU hebben gesloten.
Amendement 33
Artikel 15, lid 1, letter e)
(e) oneerlijke handelspraktijken met een ernstig en systematisch karakter die schade berokkenen aan het communautaire bedrijfsleven, met inbegrip van de praktijken die verboden zijn door of waartegen maatregelen kunnen worden genomen krachtens de WTO-overeenkomsten, op voorwaarde dat het bevoegde WTO-orgaan eerder in die zin heeft besloten en er niet is opgetreden tegen de oneerlijke praktijk; |
(e) oneerlijke handelspraktijken met een ernstig en systematisch karakter die schade berokkenen aan het communautaire bedrijfsleven, met inbegrip van de praktijken die verboden zijn door of waartegen maatregelen kunnen worden genomen krachtens de WTO-overeenkomsten. |
Motivering
Die in de geschrapte tekst gestelde voorwaarde is te omslachtig en te langdurig. Dit zou betekenen dat de Gemeenschap niet snel of efficiënt kan optreden tegen oneerlijke handelspraktijken.
Amendement 34
Artikel 15, lid 1, letter f)
f) ernstige en systematische inbreuken op de doelstellingen van regionale visserijorganisaties of –akkoorden waarbij de Gemeenschap partij is, wat betreft de instandhouding en het beheer van visbestanden. |
f) ernstige en systematische inbreuken op de doelstellingen van regionale visserijorganisaties of –akkoorden waarbij de Gemeenschap partij is, wat betreft de instandhouding en het beheer van visbestanden en niet-naleving van de Europese normen op het gebied van hygiëne en gezondheid. |
Motivering
Het nieuwe SAP staat nu open voor alle visserijproducten en moet, gezien het feit dat het om bederfelijke waar gaat, voldoen aan de zeer strenge hygiëne- en gezondheidsvoorschriften voor EU-producten.
Amendement 35
Artikel 16, lid 1
1. Wanneer de Commissie of een lidstaat informatie ontvangt die een tijdelijke intrekking kan rechtvaardigen en de Commissie van oordeel is dat er voldoende redenen zijn voor een onderzoek, stelt zij het comité daarvan in kennis. |
1. Wanneer de Commissie, het Europees Parlement of een lidstaat informatie ontvangt die een tijdelijke intrekking kan rechtvaardigen en de Commissie van oordeel is dat er voldoende redenen zijn voor een onderzoek, stelt zij het comité en het Europees Parlement daarvan onverwijld in kennis. |
Motivering
Versterking van de rol van het Europees Parlement.
Amendement 36
Artikel 16, lid 2
2. Overeenkomstig de in artikel 28 bedoelde procedure kan de Commissie besluiten een onderzoek te openen. |
2. Overeenkomstig de in artikel 28 bedoelde procedure kan de Commissie besluiten een onderzoek te openen. Met betrekking tot de redenen als bedoeld in artikel 15, lid 1, letter a) stelt de Commissie onmiddellijk automatisch een onderzoek in alle gevallen waarin het comité van de ILO-conferentie inzake de toepassing van de normen een speciale paragraaf heeft goedgekeurd inzake arbeidspraktijken in een begunstigd land met betrekking tot de essentiële arbeidsnormen. |
Motivering
De EU moet worden aangemoedigd tot verdere stappen in de richting van een grote doeltreffendheid van de ILO-instrumenten. De toepassing van de essentiële arbeidsnormen is van bijzonder belang voor de handhaving van de legitimiteit van het speciale stimuleringsprogramma van het SAP+. Daarom moet het instellen van een onderzoek in geval van door de ILO vastgestelde schendingen van de essentiële arbeidsnormen verplicht zijn.
Amendement 37
Artikel 17, lid 3
3. De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht en kan deze bij de betrokken bedrijven en het betrokken begunstigde land verifiëren. De beschikbare evaluaties, opmerkingen, besluiten, aanbevelingen en conclusies van de verschillende toezichthoudende instanties van de VN, de ILO en andere bevoegde internationale organisaties dienen als uitgangspunt voor het onderzoek met het oog op de eventuele tijdelijke intrekking van de maatregelen op grond van de in artikel 15, lid 1, onder a), genoemde reden. |
3. De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht en kan deze bij de betrokken bedrijven, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van sociale partners, en het betrokken begunstigde land verifiëren. De beschikbare evaluaties, opmerkingen, besluiten, aanbevelingen en conclusies van andere communautaire instellingen en de verschillende toezichthoudende instanties van de VN, de ILO en andere bevoegde internationale organisaties dienen als uitgangspunt voor het onderzoek met het oog op de eventuele tijdelijke intrekking van de maatregelen op grond van de in artikel 15, lid 1, onder a), genoemde reden. |
Motivering
Het Europees Parlement moet onmiddellijk op de hoogte worden gesteld wanneer landen in het SAP-stelsel worden opgenomen of ervan worden uitgesloten alsook van alle belangrijke procedures betreffende het beheer van het systeem.
Amendement 38 Artikel 18, lid 1 | |
1. De Commissie legt haar bevindingen in een verslag aan het comité voor. |
1. De Commissie legt haar bevindingen in een verslag aan het comité en het Europees Parlement voor. |
Motivering | |
Zie het amendement op artikel 11, lid 4. | |
Amendement 39 Artikel 18, lid 5 | |
5. Wanneer de Commissie aan het einde van de in lid 3 bedoelde periode tot de bevinding komt dat het betrokken begunstigde land de vereiste toezegging niet heeft gedaan, en zij tijdelijke intrekking noodzakelijk acht, legt zij een daartoe strekkend voorstel voor aan de Raad, die binnen 30 dagen met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt. Wanneer de Raad tot tijdelijke intrekking besluit, treedt dit besluit in werking zes maanden na de dag waarop het werd aangenomen, tenzij vóór het einde van die periode wordt besloten dat de redenen die aan de intrekking ten grondslag liggen, niet langer geldig zijn. |
5. Wanneer de Commissie aan het einde van de in lid 3 bedoelde periode tot de bevinding komt dat het betrokken begunstigde land de vereiste toezegging niet heeft gedaan, en zij tijdelijke intrekking noodzakelijk acht, legt zij, na eerst het Europees parlement te hebben ingelicht, een daartoe strekkend voorstel voor aan de Raad, die binnen 30 dagen met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt. Wanneer de Raad tot tijdelijke intrekking besluit, treedt dit besluit in werking zes maanden na de dag waarop het werd aangenomen, tenzij vóór het einde van die periode wordt besloten dat de redenen die aan de intrekking ten grondslag liggen, niet langer geldig zijn. |
Motivering | |
Zie het amendement op artikel 11, lid 4. | |
Amendement 40 Artikel 19, lid 1, inleidende formule | |
1. De Commissie kan, nadat zij het comité daarvan in kennis heeft gesteld, de preferentiële regelingen waarin deze verordening voorziet, schorsen voor alle dan wel bepaalde producten van oorsprong uit een begunstigd land: |
1. De Commissie kan, nadat zij het comité en het Europees Parlement daarvan in kennis heeft gesteld, de preferentiële regelingen waarin deze verordening voorziet, schorsen voor alle dan wel bepaalde producten van oorsprong uit een begunstigd land: |
Motivering | |
Zie het amendement op artikel 11, lid 4. | |
Amendement 41 Artikel 20, lid 4 | |
4. De Commissie neemt een besluit binnen 30 werkdagen na de raadpleging van het comité. |
4. De Commissie neemt een besluit binnen 30 werkdagen na de raadpleging van het comité en na het Europees Parlement te hebben ingelicht.. |
Motivering | |
Zie het amendement op artikel 11, lid 4. |
Amendement 42
Artikel 20, lid 5
5. Wanneer geen onderzoek mogelijk is als gevolg van buitengewone omstandigheden die een onmiddellijk optreden vereisen, kan de Commissie, nadat zij het comité daarvan in kennis heeft gesteld, alle strikt noodzakelijke preventieve maatregelen nemen. |
5. Wanneer geen onderzoek mogelijk is als gevolg van buitengewone omstandigheden die een onmiddellijk optreden vereisen, kan de Commissie, nadat zij het comité en het Europees Parlement daarvan in kennis heeft gesteld, alle strikt noodzakelijke preventieve maatregelen nemen. |
Motivering
Zie het amendement op artikel 11, lid 4.
Amendement 43
Artikel 21
Wanneer de invoer van producten die zijn opgenomen in bijlage I van het EG‑Verdrag, de markten van de Gemeenschap of de desbetreffende marktordeningen ernstig verstoort of dreigt te verstoren, kan de Commissie, nadat zij het comité van beheer van de desbetreffende gemeenschappelijke marktordening daarvan in kennis heeft gesteld, de preferentiële regelingen ten aanzien van de betrokken producten schorsen. |
Wanneer de invoer van producten die zijn opgenomen in bijlage I van het EG‑Verdrag, de markten van de Gemeenschap of de desbetreffende marktordeningen ernstig verstoort of dreigt te verstoren of wanneer de visserijproducten niet voldoen aan de minimumnormen die vereist zijn voor producten met soortgelijke eigenschappen van de Europese Unie, kan de Commissie, nadat zij het comité van beheer van de desbetreffende gemeenschappelijke marktordening daarvan in kennis heeft gesteld, de preferentiële regelingen ten aanzien van de betrokken producten schorsen. |
Motivering
Zie amendement op art. 15, lid 1, onder f).
Amendement 44 Artikel 21 | |
Wanneer de invoer van producten die zijn opgenomen in bijlage I van het EG-Verdrag, de markten van de Gemeenschap of de desbetreffende marktordeningen ernstig verstoort of dreigt te verstoren, kan de Commissie, nadat zij het comité van beheer van de desbetreffende gemeenschappelijke marktordening daarvan in kennis heeft gesteld, de preferentiële regelingen ten aanzien van de betrokken producten schorsen. |
Wanneer de invoer van producten die zijn opgenomen in bijlage I van het EG-Verdrag, de markten van de Gemeenschap of de desbetreffende marktordeningen ernstig verstoort of dreigt te verstoren, kan de Commissie, nadat zij het Europees Parlement en het comité van beheer van de desbetreffende gemeenschappelijke marktordening daarvan in kennis heeft gesteld, de preferentiële regelingen ten aanzien van de betrokken producten schorsen. |
Motivering | |
Zie het amendement op artikel 11, lid 4. | |
Amendement 45 Artikel 22, lid 1 | |
1. De Commissie stelt het betrokken begunstigde land in kennis van elk overeenkomstig de artikelen 19, 20 of 21 genomen besluit voordat dit van kracht wordt. De Commissie stelt ook de Raad en de lidstaten in kennis van dit besluit. |
1. De Commissie stelt het betrokken begunstigde land zo spoedig mogelijk in kennis van elk overeenkomstig de artikelen 19, 20 of 21 genomen besluit voordat dit van kracht wordt. De Commissie stelt ook de Raad, het Europees Parlement en de lidstaten in kennis van dit besluit. |
Motivering | |
Zie het amendement op artikel 11, lid 4. |
Amendement 46
Artikel 22, lid 2
2. De lidstaten kunnen een overeenkomstig de artikelen 19, 20 of 21 genomen besluit binnen tien dagen naar de Raad doorverwijzen. De Raad kan binnen 30 dagen met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen. |
2. De lidstaten kunnen een overeenkomstig de artikelen 19, 20 of 21 genomen besluit binnen tien dagen naar de Raad doorverwijzen. De Raad kan binnen 30 dagen en na het Europees Parlement te hebben ingelicht met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen. |
Motivering
Zie het amendement op artikel 11, lid 4.
Amendement 47
Artikel 25, lid 3
3. De Commissie houdt in nauwe samenwerking met de lidstaten toezicht op de invoer van producten van GN-code 0803 00 19, van tariefposten 0603, 1006 en 1701 en van GN-codes 1604 14 11, 1604 14 18, 1604 14 90, 1604 19 39 en 1604 20 70, teneinde vast te stellen of aan de voorwaarden van de artikelen 20 en 21 is voldaan. |
3. De Commissie houdt in nauwe samenwerking met de lidstaten toezicht op de invoer van producten van GN-code 0803 00 19, van tariefposten 0603, 1006 en 1701 en van GN-codes 1604 14 11, 1604 14 18, 1604 14 90, 1604 19 39, 1604 20 70, 1604 14 16 en 1604 19 31 teneinde vast te stellen of aan de voorwaarden van de artikelen 20 en 21 is voldaan. |
Motivering
De opneming van deze tariefposten (tonijnfilets, zogenoemde "loins", en andere tonijn) in artikel 25 is nodig om deze te onderwerpen aan de in dit artikel beoogde toezicht-en controlemaatregelen, want het gaat om uiterst kwetsbare producten.
Amendement 48
Artikel 25 bis (nieuw)
|
Artikel 25 bis 1) De Commissie stelt het Parlement periodiek op de hoogte van: a) de statistieken over het handelsverkeer tussen de Europese Unie en de begunstigde SAP- landen; b) de stand van zaken met betrekking tot de ratificatie en tenuitvoerlegging van de in Bijlage III opgenomen verdragen door elk land dat profiteert van de bijzondere stimuleringsregeling. In voorkomende gevallen stelt de Commissie aanbevelingen op inzake de door een bepaald land te nemen extra stappen om een verdrag daadwerkelijk ten uitvoer te leggen; c) de geboekte vooruitgang, met name in de minst ontwikkelde landen, op weg naar verwezenlijking van de millennium-ontwikkelingsdoelstellingen. 2. De Commissie stelt een effectrapportage op over de werking van het SAP van 1 juli 2005 tot 1 januari 2007. Deze studie wordt uiterlijk 1 maart 2007 toegestuurd aan het comité, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité 3. Na overleg met het comité stelt de Commissie de inhoudelijke elementen vast die in de in lid 2 vermelde effectrapportage aan de orde moet komen, en waarvan, behalve de standpunten van de begunstigde landen, in ieder geval deel uitmaken: - een grondige statistische analyse van de SAP-bestedingspercentages per land en per afdeling alsmede een vergelijking met voorgaande jaren; - een evaluatie van de maatschappelijke en handelsgerelateerde gevolgen van graduatie voor gegradueerde landen; - een inschatting van de gevolgen van toekomstige graduatie voor landen die uit hoofde van de volgende verordening waarschijnlijk zullen worden gegradueerd; - een vergelijkend onderzoek naar de preferentiële behandeling van het SAP en in het kader van de overeenkomst ACS/EU van Cotonou voor de ACS-landen, teneinde deze landen in een gewijzigde verordening een preferentiële behandeling toe te kennen die ten minste gelijk is aan die welke hun uit hoofde van de Cotonou-overeenkomst werd toegekend; - een analyse van de mogelijke gevolgen van een verdieping van het preferentieschema via verhoging van de preferentiële marge voor kwetsbare producten en/of de overheveling van "kwetsbare" producten naar de "niet-kwetsbare" categorie; - Een evaluatie van de bijdrage van deze verordening aan de verwezenlijking millennium-ontwikkelingsdoelstellingen (MOD's), met name door de minst ontwikkelde landen; 4. De Commissie dient ter gelegenheid van de afsluiting van de Doha-ronde bij het Europees Parlement een speciaal verslag in over de consequenties van de onderhandelingen voor het in deze verordening vastgelegde preferentieschema, waarbij aandacht wordt besteed aan de te nemen maatregelen om een doelmatige werking van het schema van algemene preferenties te waarborgen. |
Motivering
Rapporteur acht het noodzakelijk om een systeem op te zetten voor regelmatige follow-up, evaluatie en informatie aan het EP; in de verordening aandacht te besteden aan de gevolgen van de WTO-onderhandelingen voor de minst ontwikkelde landen; en rekening te houden met een diepgaand onderzoek naar het schema en met de mening van de begunstigde landen alvorens over te gaan tot herziening van de verordening. In een internationale context die in het teken staat van uitholling van preferenties moet gestudeerd worden op mogelijkheden om de reikwijdte en de voordelen van het schema te optimaliseren.
Amendement 49
Artikel 26, lid 3
3. Het comité onderzoekt de gevolgen van het schema van algemene tariefpreferenties van de Gemeenschap op basis van een verslag van de Commissie over de periode van 1 april 2005 tot en met 31 december 2008. Dit verslag heeft betrekking op alle in artikel 1, lid 2, genoemde preferentiële regelingen. |
3. Het comité onderzoekt de gevolgen van het schema van algemene tariefpreferenties van de Gemeenschap op basis van de in artikel 25 bedoelde effectrapportage. |
Motivering
Om de verordening in 2008 grondig te kunnen evalueren, is een goede effectrapportage betreffende de werking van het stelsel gedurende de periode 2005-2007 onontbeerlijk.
Amendement 50
Artikel 30, lid 1
1. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2005. Verordening (EG) nr. 2501/2001 van de Raad wordt ingetrokken op 30 juni 2005. |
1. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2005. Verordening (EG) nr. 2501/2001 van de Raad wordt ingetrokken op 30 juni 2005, onverminderd het bepaalde in lid 1 bis. |
Or. en
Motivering
Zie amendement op overweging 4.
Amendement 51
Artikel 30, lid 1 bis (nieuw)
|
1 bis. De bepalingen van Verordening (EG) nr. 2501/2001 van de Raad, met name Titel II, Afdeling 2 en 4, Titel III, Afdeling 1 en 2 en Titel IV, blijven van toepassing tot de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de lijst van begunstigde landen die in aanmerking komen voor de bijzondere stimuleringsregeling als bedoeld in afdeling II van deze verordening. De bijzondere stimuleringsregeling als bedoeld in verordening 2501/2001 van de Raad blijft tot 31 december 2005 van toepassing op de begunstigde landen die niet zijn opgenomen in de lijst van landen die in aanmerking komen voor de bijzondere stimuleringsregeling als bedoeld in afdeling II van deze verordening. |
Motivering
Deze bepalingen bieden de begunstigde landen een mogelijke uitweg voor de periode tussen de intrekking van de vorige bijzondere stimuleringsregeling en de inwerkingtreding van de nieuwe. Dit zou ook een spoedige toepassing van de nieuwe verordening overeenkomstig amendement 2 kunnen vergemakkelijken teneinde het beginsel van gewettigd vertrouwen en gezonde administratie te waarborgen en ongewenste schade voor begunstigde landen en economische operatoren te voorkomen.
Amendement 52
Artikel 30, lid 2 bis (nieuw)
|
2 bis. De Commissie dient het voorstel voor een herziene verordening voor de periode 1 januari 2009 tot 31 december 2011 uiterlijk 1 juni 2007 in bij de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité. In het nieuwe voorstel wordt terdege rekening gehouden met de resultaten van de in artikel 25 bis, lid 2, bedoelde effectrapportage. |
Motivering
Om te voldoen aan het vereiste van een voorspelbaarheid van een jaar, als verzocht door de begunstigde landen en de economische operatoren, moet de herziene verordening uiterlijk 1 januari 2008 worden goedgekeurd. Om een vruchtbaar overleg te kunnen voeren met het Europees Parlement en de betreffende belanghebbenden, moet het voorstel tenminste zes maanden van tevoren worden ingediend (1 juni 2007). Dit tijdschema stelt de Commissie in staat de bevindingen van de effectrapportage, die 1 maart 2007 wordt gepubliceerd, op te nemen. In het ideale geval wordt dit tijdschema voor rapportage en herziening opgenomen in toekomstige verordeningen.
TOELICHTING
Vóór het verstrijken op 31 december 2005 van Verordening (EG) 2501/2001 van de Raad betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties (SAP), en na de goedkeuring in juli 2004 van de richtlijnen betreffende de werking van het SAP in het decennium 2006-2015 (COM(2004)0461), publiceerde de Commissie op 20 oktober 2004 het eerste voorstel voor een eerste verordening van de Raad betreffende de toepassing van het nieuwe SAP (COM(2004)0699).
Voordat het onderhavige voorstel voor een verordening werd gepubliceerd, had het Parlement op de mededeling van 7 juli over de nieuwe richtsnoeren van het SAP in het decennium 2006-2015 gereageerd in de vorm van twee mondelinge vragen (aan de Commissie en aan de Raad), namens de voor handel en ontwikkelingshulp bevoegde commissies, gevolgd door een debat (in de plenaire vergadering van 14 oktober) en een met grote meerderheid goedgekeurde resolutie[5].
Na de tsunami, op een moment dat de raadpleging van het parlement vrijwel was afgerond, besloot de Commissie op 10 februari 2005 met een gewijzigd voorstel voor een SAP-verordening (COM(2005) 043) te komen, waarin onder andere de inwerkingtreding van het nieuwe schema werd vervroegd naar 1 april 2005.
Het Europees Parlement heeft de herziening van het systeem volgens het gewijzigde voorstel tot in detail met de grootste belangstelling en vanuit een zo flexibel mogelijke houding gevolgd en heeft hierbij van begin af aan geijverd voor zoveel mogelijk transparantie en democratische controle.Het onderhavige verslag is dus het eindresultaat van een langlopende parlementaire bemoeienis op een terrein dat van sleutelbelang is voor de betrekkingen tussen de EU en de rest van de wereld.
Sinds de oprichting in 1971 is het SAP een fundamenteel instrument van het handelsbeleid, waarmee ontwikkelingslanden worden geholpen inkomsten te genereren uit internationale handel, met als doel bij te dragen aan het uitbannen van armoede en het stimuleren van duurzame ontwikkeling. Het SAP moet dus verenigbaar zijn met de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid en met het programma van Doha.
Helaas, en in strijd met de expliciete wens van het Parlement, zoals neergelegd in resolutie P6_TA-(2004)0024 (paragraaf 21), is de Commissie te laat begonnen met de raadpleging over de eerste toepassingsverordening van het nieuwe SAP en zijn de partnerlanden, de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de instellingen van de EU, met inbegrip van het Europees Parlement, niet in staat geweest om hierover binnen redelijke termijnen overleg te voeren.
Rapporteur wenst nadrukkelijk te stellen dat, los van de begrijpelijke spoed die bij de wijziging van het voorstel naar aanleiding van de tsunami aan de dag is gelegd, deze overhaasting van het overleg en de herziening van het schema onbevredigend is, en met name tegen de achtergrond van de nieuwe Grondwet buitengewoon ongelukkig is. Als de nieuwe Grondwet eenmaal is geratificeerd, zal deze het Parlement de rol van medewetgever toekennen op handelsgebied en zullen de toepassingsverordeningen van het SAP worden goedgekeurd via de medebeslissingsprocedure (gewone wetgevingsprocedure).
Toelichting op de amendementen
Rapporteur heeft zich in zijn amendementen ter verbetering van het Commissievoorstel laten leiden door vier hoofddoelstellingen: 1) een doelmatiger schema, dat beter beantwoordt aan de belangen van de begunstigde landen en de economische actoren; 2) een verordening die voorziet in een geleidelijker procedure voor herziening, die borg staat voor participatie van de begunstigden; 3) een verordening die recht doet aan de democratische controlefunctie van het Parlement, en 4) inbedding van het SAP van de Europese Unie in het multilaterale kader van de WTO en het Doha-proces.
Meer transparantie en een grotere rechtszekerheid moeten de belichaming zijn van de EU-identiteit. De meeste van de voorgestelde amendementen, die hieronder zullen worden besproken, hebben dan ook tot doel het SAP¨duidelijker en transparanter te maken.
1. Tijdschema
Rapporteur was, na onderzoek naar het oorspronkelijke Commissievoorstel (COM(2004) 0699), van oordeel dat het door de Commissie voorgestelde tijdschema voor de tenuitvoerlegging, met een datum van inwerkingtreding van 1 juli 2005, niet voldeed. De Commissie had er zelf herhaaldelijk nadrukkelijk op gewezen dat de volgende toepassingsverordeningen van het SAP voldoende tijdig (tenminste acht maanden) moesten worden gepubliceerd om de economische actoren en de begunstigde landen in staat te stellen zich aan te passen aan de geïntroduceerde wijzigingen, met name voor wat betreft de nieuwe bijzondere regeling. Rapporteur betreurt het derhalve dat, in strijd met hetgeen was voorzien in de mededeling van juli over de richtsnoeren betreffende het SAP, en tevens in strijd met hetgeen zelf door commissaris Lamy was meegedeeld tijdens zijn uiteenzetting voor de plenaire vergadering van het Parlement op 14 oktober, in het oorspronkelijke Commissievoorstel was bepaald dat de nieuwe verordening volledig en onverkort op 1 juli 2005 in werking zou treden in plaats van op 1 januari 2006, zoals aanvankelijk was aangekondigd, waardoor een geordende overgang naar de toepassing van de nieuwe bijzondere regeling onmogelijk kon worden gewaarborgd.
De fundamentele wijziging van het nieuwe Commissievoorstel van 10 februari 2005 is gelegen in de vervroeging van de datum van inwerkingtreding naar 1 april 2005, hetgeen de begunstigde landen, en dan met name die welke door de tsunami zijn getroffen, in staat stelt onmiddellijk te profiteren van de voordelen van het nieuwe SAP. Behalve vervroeging van het tijdschema voorziet het gewijzigde voorstel in voorlopige toepassing, t/m 31 mei 2005, van de nieuwe bijzondere regeling SAP+ voor landen die reeds voldoen aan de eisen van de verordening (6 landen vallend onder kolom E van Bijlage 1).
Rapporteur is het eens met de Commissie om de door de tsunami getroffen landen door middel van vervroegde inwerkingtreding in staat te stellen zo snel mogelijk van het nieuwe SAP te profiteren, maar acht het, overeenkomstig de beginselen van rechtszekerheid, goed bestuur en legitiem vertrouwen, wel wenselijk een overgangsperiode in te stellen t/m 31 december 2005, teneinde te voorkomen dat landen die profiteren van de momenteel geldende bijzondere regelingen uit hoofde van Verordening (EG) 2501/2001 van de Raad, maar niet zijn opgenomen in de lijst van begunstigde landen uit hoofde van de nieuwe bijzondere regeling van stimulerende maatregelen, worden geconfronteerd met een ongerechtvaardigde uitholling van preferenties.
Op deze manier worden het streven naar hervorming en de naleving van de arbitrage-uitspraak van de WTO niet ter discussie gesteld, maar worden wel de hogere beginselen geëerbiedigd die ten grondslag liggen aan ieder rechtsstelsel.
Tegelijkertijd, en rapporteur heeft ook een amendement van deze strekking ingediend, moet worden benadrukt dat de ratificatie en effectieve tenuitvoerlegging van de in de nieuwe bijzondere regeling opgenomen verdragen zo spoedig mogelijk hun beslag moeten krijgen, een en ander in overeenstemming met de grondwettelijke en staatsrechtelijke voorschriften van het betrokken begunstigde land.
2. Clausules voor uitsluiting (art. 3, lid 5) en graduatie (art. 13, lid 1)
Rapporteur heeft de zogeheten "uitsluitingsclausule" en de "graduatieclausule" anders geformuleerd met het doel de bepalingen redelijker en strikter te maken.
Met betrekking tot de "graduatie" wil rapporteur zijn bezorgdheid te kennen geven over een mechanisme dat, ondanks de vereenvoudiging van het schema door introductie van één enkel en objectief criterium (marktquota), zou kunnen leiden tot discriminatie tussen landen die eenzelfde ontwikkelingsgraad hebben bereikt, en wel uitsluitend op grond van hun omvang. De Commissie heeft aangevoerd dat het voorgestelde graduatiemechanisme niet onverenigbaar is met de verbintenis die in het kader van de WTO is aangegaan met betrekking tot "non-discriminatie". Rapporteur is, uitgaande van het principe van positieve gelijke kansen, van oordeel dat de graduatie hoe dan ook moet worden toegepast aan de hand van objectieve en relevante gegevens en tegen de achtergrond van een strategie van duurzame ontwikkeling die economische diversifiëring stimuleert.
3. Bepalingen van oorsprong
De oorsprongsbepalingen en de administratieve procedures die hieruit voortvloeien behoren tot de belangrijkste redenen waarom de in het kader van het SAP toegekende handelspreferenties nauwelijks effect sorteren, vooral wanneer het gaat om de minst ontwikkelde landen. In het Commissievoorstel wordt geen enkele wijziging geïntroduceerd op het stelsel van oorsprongsbepalingen. Tegen de achtergrond van het debat over het Groenboek van de Commissie over de toekomst van de oorsprongsbepalingen, en in afwachting van een ingrijpende hervorming van het Douanewetboek, acht rapporteur het echter noodzakelijk om een duidelijk signaal af te geven met betrekking tot de dringende noodzaak om over te gaan tot een substantiële wijziging ten gunste van de begunstigde landen in het kader van het huidige schema. Deze hervorming zou moeten voorzien in de door de Commissie voorgestelde regionale cumulatie, doch tevens in de mogelijkheid van horizontale cumulatie tussen regio's of globale cumulatie, ten bate van de begunstigde landen in het kader van de bijzondere regelingen van het SAP. Volgens deze gedachtegang zou er een gunstiger regeling moeten komen ten aanzien van de bepalingen waaraan moet worden voldaan om een product een benaming van oorsprong toe te kennen. In samenhang met het Doha-proces wordt voorgesteld dat de EU in het kader van de lopende harmonisatiewerkzaamheden binnen de WTO betreffende de oorsprongsbepalingen, prioriteit toekent aan het SAP.
4. Evaluatie en implementatie van de Doha-Ronde
In overeenstemming met de duidelijke boodschap van resolutie RC-B6-0072/2004 van het Parlement van 11 oktober, betreurt rapporteur het ten zeerste dat deze verordening, de eerste waarin de nieuwe tienjarige richtsnoeren voor het SAP ten uitvoer worden gelegd, geen enkele verwijzing bevat naar een grondige voorafgaande evaluatie van de werking en de doelmatigheid van het schema.
Om te voorkomen dat ook in de toekomst veel te weinig kwantitatieve en kwalitatieve informatie beschikbaar zal zijn over de werking van het SAP, heeft rapporteur een nieuw artikel voorgesteld waarin een procedure wordt voorgelegd voor evaluatie van het schema en opneming van commentaar van de begunstigde landen.
Daarnaast stelt rapporteur een specifieke analyse voor van de mogelijke gevolgen voor het SAP van de multilaterale onderhandelingen die momenteel gaande zijn (Doha-Ronde). Deze studie moet ertoe bijdragen dat de ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde landen zich actief en zonder voorbehoud betrekken bij het onderhandelingsproces, met de zekerheid dat de Europese Unie de nodige maatregelen ten uitvoer zal leggen, niet alleen om te voorkomen dat er een "uitholling van preferenties" ontstaat, doch tevens om de huidige preferentiële behandeling te handhaven en te versterken.
Tegelijkertijd, en met het doel om, in een internationale context die wordt gekenmerkt door uitholling van de preferenties, de benuttingsgraden van het schema te verbeteren, stelt rapporteur voor om, alvorens over te gaan tot een herziening, de mogelijke gevolgen te evalueren van verhoging van het preferentieplafond door middel van verhoging van de preferentiële marge (3,5%) die is voorzien voor "kwetsbare" producten. De Commissie heeft slechts één middel(verruiming van het aantal "niet-kwetsbare" producten) van de drie beschikbare middelen (aantal producten, preferentiële marge en verandering van productcategorie) gebruikt om de voordelen van de in het kader van het SAP toegekende preferenties te optimaliseren.
5. Rol van het Parlement
Rapporteur betreurt het tenslotte dat de Commissie in een zo belangrijk voorstel heeft nagelaten het Parlement te betrekken bij de belangrijkste beheersfases van het SAP. In afwachting van de ratificatie van de nieuwe Grondwet en goedkeuring van de toepassingsverordeningen van het SAP via de medebeslissingsprocedure stelt rapporteur verscheidene amendementen voor die tot doel hebben recht te doen aan de democratische controlefunctie van het Parlement.
6. Participatieve democratie en technische verbeteringen
Verbetering van de transparantie, de eis van voorafgaande studies en officiële verspreiding en bekendmaking van de informatie zijn noodzakelijke stappen om te komen tot een authentieke dialoog met de betrokken partijen, de verantwoordelijke instellingen, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld.
7. Technische bijstand
Rapporteur heeft twee amendementen ingediend om het effect en de benuttingsgraad van het SAP te verbeteren door verlening van technische bijstand, met als specifiek doel de vereiste institutionele en reglementaire capaciteit op te bouwen die de armste landen nodig hebben om optimaal te kunnen profiteren van de zegeningen van de internationale handel en het SAP.
8. Versterkte samenwerking
Rapporteur is van oordeel dat het SAP op handelsgebied een sleutelinstrument is voor de ontwikkeling van van de begunstigde landen. Centraal in zijn verslag - èn in de ingediende compromisamendementen - heeft dan ook het streven gestaan naar onderlinge afstemming van zijn verslag met dat van de Commissie ontwikkelingssamenwerking. Rapporteur betreurt het dat de versnelde parlementaire afhandeling het andere EP-commissies onmogelijk heeft gemaakt een advies uit te brengen. In dit verslag wordt hoe dan ook geen oordeel geveld over vraagstukken waarnaar diepgaand sectorieel onderzoek zou moeten worden verricht en die eerst door andere parlementaire commissie hadden moeten worden behandeld.
19.1.2005
ADVIES VAN DE COMMISSIE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
aan de Commissie internationale handel
inzake het voorstel voor een verordening van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties
(COM(2004)0699 – C6‑0001/2005 – 2004/0242(CNS))
Rapporteur voor advies: Margrietus van den Berg
(*) Nauwere samenwerking tussen commissies – Artikel 47 van het Reglement
BEKNOPTE TOELICHTING
De voorgestelde verordening voor een nieuw schema van algemene tariefpreferenties (SAP) werd op 20 oktober 2004 door de Commissie ingediend en legt het SAP vast van 1 juli 2005 t/m 31 december 2008.
Het voorstel bouwt voort op een mededeling van 7 juli 2004 waarin de richtsnoeren voor het nieuwe SAP worden vastgelegd voor de periode 2006-2015. Na mondelinge vragen van de commissies DEVE en INTA aan de Commissie en de Raad werd deze mededeling uitvoerig besproken in de plenaire vergadering van 14 oktober en werd hierover met vrijwel algemene stemmen een resolutie aangenomen.
Vanaf de invoering in 1971 is het SAP een sleutelinstrument geweest in het ontwikkelingsbeleid van de EU. De EU "doneert" namelijk elk jaar 2,2 miljard US $ in de vorm van handelspreferenties, een bedrag dat thans hoger ligt dan de officiële ontwikkelingshulp.
Het is de verantwoordelijkheid van de Commissie ontwikkelingssamenwerking in het bijzonder en van het Europees Parlement in het algemeen om deze sterke ontwikkelingscomponent van het SAP in stand te houden.
De wijzigingen die worden voorgesteld in de ontwerpverordening werden reeds geschetst in de mededeling van de Commissie van 7 juli, naar aanleiding waarvan het Parlement op 14 oktober met een grote meerderheid een resolutie heeft aangenomen. Net als in de resolutie van het EP steunt de rapporteur voor advies van harte de doelstellingen die zijn uiteengezet in de mededeling en verder zijn uitgewerkt in de ontwerpverordening zoals vereenvoudiging, consolidering en verduidelijking van de regelingen, de concentratie van preferenties in de meest hulpbehoevende ontwikkelingslanden en de versterking van de duurzame ontwikkelingscomponent.
Er zijn echter enkele discrepanties tussen de mededeling en de door de Commissie opgestelde ontwerpverordening. Het Parlement zal om nadere uitleg of informatie moeten vragen.
Het eerste verschil tussen de mededeling en het wetsvoorstel is het voorgestelde tijdschema voor de toepassing van de verordening. Sinds het begin van het herzieningsproces tot 20 oktober (de dag waarop de ontwerpverordening werd gepubliceerd) hanteerde de Commissie 1 januari 2006 als datum voor de inwerkingtreding van de nieuwe verordening. Deze datum werd bevestigd door commissaris Pascal Lamy in de plenaire vergadering van het Europees Parlement van 14 oktober. Zoals veel parlementsleden reeds aanstipten in het debat met Pascal Lamy impliceerde deze datum reeds een strak tijdschema voor raadpleging van het EP en de belanghebbende partijen.
Voor de Commissie is de voorspelbaarheid van het SAP altijd een prioriteit geweest en zij heeft er altijd op aangedrongen dat een nieuwe SAP-verordening tenminste twaalf maanden voor inwerkingtreding zou moeten worden goedgekeurd. Commissaris Lamy was het ermee eens dat deze periode niet verder kan worden verkort dan tot negen maanden om voldoende tijd te hebben voor behoorlijk overleg met het EP.
In zijn conclusies van 12 oktober erkende de Raad de noodzaak van een gedegen raadpleging van het EP en andere belanghebbende partijen over de herziening van het SAP alsmede de noodzaak om de economische operatoren voldoende tijd te geven om zich aan de nieuwe regels aan te passen.
Maar nu blijkt in het ontwerp van de Commissie sprake te zijn van 1 juli 2005 als datum van inwerkingtreding. Volgens de Commissie hangt deze wijziging van datum samen met het verzoek van India om de drugsregeling in het SAP door een WTO-panel te laten onderzoeken. De uitspraak van dit panel noopt de EU tot aanpassingen per 1 juli 2005 en de Commissie stelt voor om dit via de voorgestelde herziening te bewerkstelligen. De rapporteur voor advies is evenwel van mening dat de EU rekening zou moeten houden met de volgende factoren:
Ö Als de nieuwe verordening op 1 juli 2005 in werking treedt, zou dit tot grote nadelen kunnen leiden voor de landen die thans baat hebben bij de speciale SAP-regelingen (arbeidsrechten, milieubescherming en bestrijding van drugsproductie en -handel), met inbegrip van de Andes-gemeenschap en de Midden-Amerikaanse landen. In theorie komen deze landen in aanmerking voor een vergelijkbare regeling (SAP plus), maar ze zullen meer dan drie maanden nodig hebben om zich hierop voor te bereiden. Sommige landen, zoals El Salvador, zullen zelfs hun grondwet moeten wijzigen voordat zij sommige overeenkomsten kunnen ratificeren.
Ö Het door de Commissie voorgestelde tijdschema druist in tegen enkele beginselen die de Commissie zelf heeft aangehangen:
- de noodzaak van een behoorlijke raadpleging van de belanghebbende partijen,
- de voorspelbaarheid voor economische operatoren,
- de benodigde tijd voor douane-administraties om zich voor te bereiden op de toepassing van een nieuw schema,
- het risico op een gevaarlijk juridisch vacuüm als het vorige schema op 30 juni 2005 wordt afgeschaft (zoals voorgesteld) en het nieuwe schema nog niet van toepassing is. Het lijkt een te optimistische inschatting dat de Commissie en de Raad op 1 juli 2005 een lijst van begunstigden van het "GSP plus" hebben opgesteld.
Bijgevolg stelt de rapporteur voor advies in zijn amendementen voor om terug te gaan naar de geplande datum van 1 januari 2006 en moedigt hij de Commissie en de Raad aan naar alternatieve oplossingen te zoeken om te kunnen voldoen aan de uitspraak van de WTO zonder de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening te vervroegen.
Daarnaast stelt de rapporteur voor advies wijzigingen voor in bepaalde artikelen met het oog op de participatie van het Europees Parlement en vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld als potentiële bronnen van informatie en controle voor de tenuitvoerlegging van de relevante overeenkomsten.
Tot slot stelt de rapporteur voor advies ter wille van de juridische duidelijkheid enkele kleine wijzigingen voor in de formulering van sommige artikelen.
De rapporteur voor advies is verder van plan om na raadpleging van de relevante belanghebbenden nog andere kwesties te verwerken in extra amendementen op zijn eigen ontwerptekst. Deze zullen in het bijzonder betrekking hebben op het volgende:
Ö De regels van oorsprong. In haar mededeling maakt de Commissie gewag van haar voornemen tot een formele, inhoudelijke en procedurele aanpassing van de regels van oorsprong omdat de complexiteit van deze regels een van de hoofdoorzaken is van het niet optimale gebruik van de handelspreferenties van het SAP, met name door de minst ontwikkelde landen. De voorgestelde ontwerpverordening brengt echter geen enkele wijziging in het huidige schema. Het standpunt van het EP in de unaniem aangenomen resolutie op 14 oktober liet evenwel niets aan duidelijkheid te wensen over: uitbreiding tot interregionale cumulatie en overweging van volledige of algemene cumulatie.
De rapporteur voor advies is voornemens het EP te vragen om een onafhankelijk onderzoek naar deze problematiek door deskundigen en dit tijdig voor de volgende herziening van het schema over drie jaar aan de Commissie en de Raad voor te leggen.
Ö De "generositeit" van het schema. De rapporteur voor advies erkent dat het SAP van de EU het meest genereuze instrument voor de ontwikkelingslanden is, maar wijst erop dat de Commissie in haar ontwerpverordening niet tot het uiterste is gegaan. De EU kan het probleem van de erosie van de preferenties op drie manieren aanpakken: de lijst van producten die onder het schema vallen uitbreiden, sommige producten overbrengen van de categorie "gevoelig" naar de categorie "niet gevoelig" en de preferentiële marges voor beide categorieën verhogen. In de onderhavige ontwerpverordening heeft de Commissie alleen gekozen voor de eerste mogelijkheid door circa 300 nieuwe producten op te nemen op de lijst van producten die onder het schema vallen. Dit is misschien genoeg voor de eerste drie jaar, maar de Commissie ontwikkelingssamenwerking zou de Commissie en de Raad moeten aanmoedigen om ook de andere twee mogelijkheden te overwegen. Dit wordt des te belangrijker als de Doha-ronde succesvol wordt afgesloten en de erosie van preferenties bijzonder acuut wordt.
Ö Andere punten die de rapporteur voor advies naar aanleiding van de standpunten van belanghebbende partijen in zijn toekomstige amendementen zal opnemen, zijn: sociale dialoog (participatie van vakbonden bij de herziening van de voorwaarden voor het SAP plus), herzieningsclausules (vrijwaringsbepalingen, art. 15) en een grondiger analyse van het voorgestelde nieuwe graduatiemechanisme (uitsluitend gebaseerd op het criterium marktaandeel, art. 13).
AMENDEMENTEN
De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie internationale handel onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Door de Commissie voorgestelde tekst[6] |
|
Amendementen van het Parlement |
Amendement 1
Overweging 1 bis (nieuw)
|
(1 bis) Sinds de invoering ervan vormt het schema van algemene tariefpreferenties (SAP) een van de centrale instrumenten ter ondersteuning van ontwikkelingslanden bij het verlichten van de armoede, door ze te helpen inkomsten te genereren met behulp van de internationale handel en door bij te dragen aan hun duurzame ontwikkeling met behulp van het bevorderen van de industriële ontwikkeling en diversifiëring van hun economieën. |
Motivering
De rapporteur voor advies wenst te benadrukken dat het doel van het schema in de allereerste plaats is om de ontwikkelingslanden te helpen bij het verlichten van de armoede.
Amendement 2
Overweging 6 bis (nieuw)
|
(6 bis) Teneinde het benuttingspercentage van het SAP te verhogen en de ontwikkelingslanden in staat te stellen te profiteren van de internationale handel en de preferentieregelingen beoogt de Europese Unie deze landen, en met name de minst ontwikkelde landen, te voorzien van voldoende technische bijstand. |
Amendement 3
Overweging 7
(7) De bijzondere regeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur is gebaseerd op een alomvattend concept van duurzame ontwikkeling zoals erkend door internationale verdragen en instrumenten, waaronder de VN-verklaring inzake het recht op ontwikkeling (1986), de verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling (1992), de ILO-verklaring inzake fundamentele beginselen en rechten op het werk (1998), de VN-millenniumverklaring (2000) en de verklaring van Johannesburg inzake duurzame ontwikkeling (2002). Ontwikkelingslanden die door een gebrek aan diversificatie en onvoldoende integratie in het internationale handelssysteem kwetsbaar zijn, maar met de ratificatie en de effectieve tenuitvoerlegging van de belangrijkste internationale verdragen inzake arbeids- en mensenrechten, bescherming van het milieu en goed bestuur toch een bijzondere last en verantwoordelijkheid op zich nemen, moeten daarom in aanmerking komen voor bijkomende tariefpreferenties. Deze preferenties strekken ertoe verdere economische groei te stimuleren en aldus positief in te spelen op de behoefte aan duurzame ontwikkeling. Deze regeling voorziet derhalve in een schorsing van de rechten voor de begunstigde landen. |
(7) De bijzondere regeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur is gebaseerd op een alomvattend concept van duurzame ontwikkeling zoals erkend door internationale verdragen en instrumenten, waaronder de VN-verklaring inzake het recht op ontwikkeling (1986), de verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling (1992), de ILO-verklaring inzake fundamentele beginselen en rechten op het werk (1998), de VN-millenniumverklaring (2000) en de verklaring van Johannesburg inzake duurzame ontwikkeling (2002). Ontwikkelingslanden die door een gebrek aan diversificatie en middelen voor de ontwikkeling van hun economieën en door een onvoldoende adequate integratie in het internationale handelssysteem kwetsbaar zijn, maar met de ratificatie en de effectieve tenuitvoerlegging van de belangrijkste internationale verdragen inzake arbeids- en mensenrechten, bescherming van het milieu en goed bestuur toch een bijzondere last en verantwoordelijkheid op zich nemen, moeten daarom in aanmerking komen voor bijkomende tariefpreferenties. Deze preferenties strekken ertoe verdere economische groei te stimuleren en aldus positief in te spelen op de behoefte aan duurzame ontwikkeling. Deze regeling voorziet derhalve in een schorsing van de rechten voor de begunstigde landen. |
Amendement 4
Overweging 16 bis (nieuw)
|
(16 bis) De drempel voor de graduatie van afdeling 11 voor een begunstigd land mag niet lager zijn dan 12,5%. |
Amendement 5
Overweging 17 bis (nieuw)
|
(17 bis) Verordening (EG) nr. 2454/93 ter vaststelling van het stelsel van regels van oorsprong zal in de nabije toekomst worden geëvalueerd teneinde het doel van de bevordering van economische en industriële ontwikkeling beter te kunnen nastreven. |
|
De evaluatie zal uiterlijk één jaar voor het verstrijken van deze verordening afgerond worden en zal betrekking hebben op de vorm, de inhoud en de procedures van het stelsel van regels van oorsprong, gebaseerd op de beste internationale praktijken en met het oog op het harmoniseren van de bestaande stelsels binnen de EU. |
|
Het nieuwe stelsel van regels van oorsprong zal onder meer betrekking hebben op de interregionale en mondiale cumulatie, alsmede de afschaffing van het vereiste van een dubbel verwerkingsproces voor bepaalde producten, en het in aanmerking komen van een land voor preferentiële behandeling in het kader van SAP en het "Alles behalve wapens"-initiatief (EBA), ook al is het niet het laatste land voor uitvoer, op voorwaarde dat aanzienlijke waarde wordt toegevoegd aan de goederen in dat land. |
Motivering
De huidige regels van oorsprong zijn strenger dan noodzakelijk om het doel te bereiken. Derhalve blijven de benuttingspercentages van het SAP, inclusief EBA, onaanvaardbaar laag. De Commissie moet de regels van oorsprong zo snel mogelijk aanpassen, zodat deze regels beter kunnen bijdragen aan de bevordering van de economische en industriële ontwikkeling.
Amendement 6 Overweging 21 bis (nieuw) | |
|
(21 bis) Overeenkomstig artikel 37, lid 6, van de Partnerschapsovereenkomst ACS-EU, zal bij de evaluatie van deze verordening in 2008 rekening worden gehouden met de belangen van de ACS-landen, met inbegrip van niet-minst ontwikkelde landen, die niet bereid of niet in staat zijn om economische partnerschapsovereenkomsten aan te gaan in het kader van de Overeenkomst van Cotonou, zodat het SAP een waardevol alternatief "vangnet" wordt voor deze landen. |
Motivering | |
In juni 1998 hebben de Raad en de Commissie bij het vaststellen van het mandaat voor de onderhandeling van economische partnerschapsovereenkomsten in het kader van de Overeenkomst van Cotonou verklaard dat de herziening van het SAP in 2004 de niet-minst ontwikkelde ACS-landen die niet in staat zijn dergelijke overeenkomsten aan te gaan een nieuw kader voor de handel moest verschaffen dat equivalent zou zijn aan het kader dat de Overeenkomst van Lomé hen zou bieden. De huidige SAP-verordening biedt geen passend alternatief voor deze preferenties en moet daarom kunnen worden herzien na toekomstig overleg met de ACS-landen. |
Amendement 7
Artikel 3, lid 5
5. Wanneer een begunstigd land een handelsovereenkomst met de Gemeenschap heeft die ten minste alle preferenties omvat waarop dit land uit hoofde van onderhavig schema een beroep kan doen, wordt het geschrapt van de lijst van begunstigde landen in bijlage I. |
5. Wanneer een begunstigd land een handelsovereenkomst met de Gemeenschap heeft, heeft toepassing van de handelsovereenkomst voorrang, mits hierin de preferenties zijn opgenomen waarin het huidige stelsel voor dit land voorziet, alsmede de mogelijkheid om preferenties toegekend te krijgen die overeenkomen met de bijzondere stimuleringsregelingen onder dezelfde voorwaarden als die van deze verordening. Met de handelsovereenkomst wordt het betreffende land geschrapt van de lijst van begunstigde landen in bijlage I. |
Motivering
De huidige tekst van de verordening verschilt van die van de toelichting, aangezien de verordening de mogelijkheid open laat dat sommige vrijhandelsovereenkomsten met ontwikkelingslanden, zoals economische partnerschapsovereenkomsten, zorgen voor preferentiële toegang die minder voordelig is dan dit nieuwe SAP, terwijl in de toelichting wordt gesteld dat economische partnerschapsovereenkomsten een preferentiële toegang moeten bieden die overeenkomt met de eerdere.
De bijzondere stimuleringsregeling vormt een wezenlijk onderdeel van het SAP, ter stimulering van duurzame ontwikkeling, een behoorlijk bestuur en het milieu, en moet daarom worden opgenomen in elke toekomstige handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en ontwikkelingslanden.
Amendement 8
Artikel 3, lid 5 bis (nieuw)
|
5 bis. Bij de berekening van graduatiepercentages houdt de Commissie rekening met het niveau van de invoer die voorheen in aanmerking kwam voor SAP ten behoeve van landen overeenkomstig artikel 3, lid 5. |
Motivering
Wanneer de Europese Unie handelsovereenkomsten sluit met ontwikkelingslanden komen deze landen om die reden niet meer in aanmerking voor het SAP. Dit mag niet van invloed zijn op de graduatiepercentages van andere ontwikkelingslanden.
Amendement 9
Artikel 5, lid 2
2. Voor de toepassing van de in artikel 1, lid 2, van deze verordening genoemde regelingen gelden de regels van oorsprong inzake de omschrijving van het begrip 'producten van oorsprong' alsook de desbetreffende procedures en methoden van administratieve samenwerking die zijn vastgelegd in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie. |
2. Voor de toepassing van de in artikel 1, lid 2, van deze verordening genoemde regelingen gelden de regels van oorsprong inzake de omschrijving van het begrip 'producten van oorsprong' alsook de desbetreffende procedures en methoden van administratieve samenwerking die zijn vastgelegd in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie. De vorm, inhoud en procedures van het stelsel van regels van oorsprong zullen regelmatig worden herzien teneinde de gevolgen ervan voor het benuttingspercentage van het SAP te evalueren en het doel van de bevordering van de economische en industriële ontwikkeling beter te kunnen nastreven. |
Motivering
De huidige regels van oorsprong zijn strenger dan noodzakelijk om het doel te bereiken. Derhalve blijven de benuttingspercentages van het SAP, inclusief EBA, onaanvaardbaar laag. De Commissie moet het stelsel van regels van oorsprong regelmatig evalueren en herzien, teneinde de benuttingspercentages te verhogen en daarmee beter te kunnen bijdragen aan de bevordering van de economische en industriële ontwikkeling.
Amendement 10
Artikel 7, lid 2
2. De ad-valoremrechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten die in bijlage II als gevoelig zijn aangemerkt, worden met 3,5 procentpunten verlaagd. Voor producten van afdeling 11 bedraagt de verlaging 20%. |
2. De ad-valoremrechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten die in bijlage II als gevoelig zijn aangemerkt, worden met 4 procentpunten verlaagd. Voor producten van afdeling 11 bedraagt de verlaging 30%. |
Motivering
De rapporteur voor advies is van mening dat dit percentage moet worden verhoogd, overeenkomstig de doelstellingen geformuleerd in de mededeling van de Commissie COM(2004) 461.
Amendement 11
Artikel 7, lid 4
4. De specifieke rechten van het gemeenschappelijk douanetarief, andere dan minimum- of maximumrechten, voor de producten die in bijlage II als gevoelig zijn aangemerkt, worden met 30% verlaagd. Voor producten van GN-code 2207 bedraagt de verlaging 15%. |
4. De specifieke rechten van het gemeenschappelijk douanetarief, andere dan minimum- of maximumrechten, voor de producten die in bijlage II als gevoelig zijn aangemerkt, worden met 40% verlaagd. |
Motivering
De rapporteur voor advies is van mening dat dit percentage moet worden verhoogd, overeenkomstig de doelstellingen geformuleerd in de mededeling van de Commissie COM(2004) 461. Er is geen reden om een lagere preferentiële marge te hanteren voor alcoholische dranken (GN-code 2207).
Amendement 12
Artikel 9, lid 1, streepje 2 bis (nieuw)
|
- om specifieke redenen en gedurende een beperkte periode niet in staat is alle vereiste verdragen te ratificeren, maar heeft laten zien toegewijd te zijn aan de beginselen en rechten die zijn vastgelegd in de verdragen en deze ook heeft nageleefd, mits het land in de nabije toekomst over zal gaan tot het ratificeren van de verdragen, en |
Motivering
Dit amendement is geïnspireerd door het voorbeeld van El Salvador, waarvan de grondwet momenteel het ratificeren van Verdrag 87 inzake de vrijheid van vergadering en Verdrag 98 inzake collectieve onderhandelingen onmogelijk maakt. Indien El Salvador laat zien bereid te zijn de grondwet in de nabije toekomst te wijzigen en de beginselen van de Verdragen in de praktijk naleeft, moet het land tijdelijk worden toegestaan te profiteren van de bijzondere stimuleringsregeling van het SAP.
Amendement 13
Artikel 9, lid 1, alinea 2
In ieder geval moeten de 27 verdragen uiterlijk op 31 december 2008 door de begunstigde landen geratificeerd zijn. |
In ieder geval moeten de 27 verdragen binnen 4 jaar nadat de bijzondere stimuleringsregeling voor de eerste maal is toegekend door de begunstigde landen geratificeerd zijn. |
Motivering
De bijzondere stimuleringsregeling vormt een wezenlijk onderdeel van het SAP als stimulans voor duurzame ontwikkeling en een behoorlijk bestuur. De regeling mag daarom niet beperkt blijven tot de landen die voldoende ontwikkeld zijn wanneer deze verordening in werking treedt, maar moet de komende jaren een stimulans blijven vormen.
Amendement 14
Artikel 10, lid 1, letter a)
a) uiterlijk drie maanden na de datum van bekendmaking van deze verordening is een daartoe strekkend verzoek ingediend door een in bijlage I vermeld land of gebied, en |
a) een daartoe strekkend verzoek is ingediend door een in bijlage I vermeld land of gebied, en |
Motivering
De bijzondere stimuleringsregeling vormt een wezenlijk onderdeel van het SAP als stimulans voor duurzame ontwikkeling en een behoorlijk bestuur. De regeling mag daarom niet beperkt blijven tot de landen die voldoende ontwikkeld zijn wanneer deze verordening in werking treedt, maar moet de komende jaren een stimulans blijven vormen.
Amendement 15
Artikel 11, lid 1
1. Wanneer de Commissie een verzoek vergezeld van de in artikel 10, lid 2, bedoelde informatie ontvangt, evalueert zij dit verzoek. Bij deze evaluatie wordt rekening gehouden met de bevindingen van de relevante internationale organisaties en instanties. Zij kan het verzoekende land alle vragen stellen die zij dienstig acht en kan de ontvangen informatie bij het verzoekende land of bij een natuurlijke persoon of rechtspersoon verifiëren. De Commissie stelt het verzoekende land in kennis van de resultaten van haar evaluatie en geeft het de gelegenheid hierop commentaar te geven. |
1. Wanneer de Commissie een verzoek vergezeld van de in artikel 10, lid 2, bedoelde informatie ontvangt, evalueert zij dit verzoek. Bij deze evaluatie wordt rekening gehouden met de bevindingen van de relevante internationale organisaties en instanties. Zij dient de ontvangen informatie bij het verzoekende land en bij andere relevante bronnen, met inbegrip van het Europees Parlement en relevante vertegenwoordigers van de civil society, zoals de sociale partners, te verifiëren, en kan het verzoekende land alle vragen stellen die zij dienstig acht. De Commissie stelt het verzoekende land in kennis van de resultaten van haar evaluatie en geeft het de gelegenheid hierop commentaar te geven. |
Motivering
Er moet rekening worden gehouden met het Europees Parlement en andere "relevante bronnen", zoals vertegenwoordigers van de civil society, inclusief nationale parlementen, bij het verifiëren van de tenuitvoerlegging van de meeste verdragen in bijlage III, zoals de verdragen met betrekking tot mensenrechten en arbeidsnormen. De rapporteur voor advies heeft ook de "sociale partners" toegevoegd, waarmee onder meer de vakbonden zijn bedoeld, aangezien hun bijdrage van groot belang kan zijn voor het verifiëren van de tenuitvoerlegging van de ILO-verdragen.
Amendement 16
Artikel 15, lid 1, letter e bis)
e bis) oneerlijke handelspraktijken met een ernstig en systematisch karakter die niet onder (e) vallen, maar het belang van de Gemeenschap schaden en niet onder (e) of artikel 20 kunnen worden aangepakt; |
Schrappen |
Motivering
Schorsing van de regelingen toegekend aan de betreffende landen moet worden gemotiveerd door te verwijzen naar sociale en milieudumping, en niet zozeer naar de belangen van de Gemeenschap. Daarom wordt voorgesteld deze aspecten van dumping aan de orde te laten komen in artikel 15, lid 1, letter b). Overigens biedt ook artikel 20 bescherming ten behoeve van bijzonder kwetsbare sectoren.
Amendement 17
Artikel 16, lid 1
1. Wanneer de Commissie of een lidstaat informatie ontvangt die een tijdelijke intrekking kan rechtvaardigen en de Commissie van oordeel is dat er voldoende redenen zijn voor een onderzoek, stelt zij het comité daarvan in kennis. |
1. Wanneer de Commissie, het Europees Parlement of een lidstaat informatie ontvangt die een tijdelijke intrekking kan rechtvaardigen en de Commissie van oordeel is dat er voldoende redenen zijn voor een onderzoek, stelt zij het comité en het Europees Parlement daarvan in kennis. |
Motivering
De rol van het Europees Parlement moet worden versterkt.
Amendement 18
Artikel 17, lid 3
3. De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht en kan deze bij de betrokken bedrijven en het betrokken begunstigde land verifiëren. De beschikbare evaluaties, opmerkingen, besluiten, aanbevelingen en conclusies van de verschillende toezichthoudende instanties van de VN, de ILO en andere bevoegde internationale organisaties dienen als uitgangspunt voor het onderzoek met het oog op de eventuele tijdelijke intrekking van de maatregelen op grond van de in artikel 15, lid 1, onder a), genoemde reden. |
3. De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht en kan deze bij de betrokken bedrijven, relevante vertegenwoordigers van de civil society, met inbegrip van sociale partners, en het betrokken begunstigde land verifiëren. De beschikbare evaluaties, opmerkingen, besluiten, aanbevelingen en conclusies van andere instellingen van de EU en de verschillende toezichthoudende instanties van de VN, de ILO en andere bevoegde internationale organisaties dienen als uitgangspunt voor het onderzoek met het oog op de eventuele tijdelijke intrekking van de maatregelen op grond van de in artikel 15, lid 1, onder a), genoemde reden. |
Motivering
Aangezien momenteel tot het intrekken van preferenties niet alleen mag worden besloten op basis van economische overwegingen, als voorheen, maar ook op basis van schending van de beginselen vastgelegd in de in bijlage III opgenomen verdragen, is raadpleging van de civil society (met inbegrip van de sociale partners, zoals vakbonden) en de andere instellingen van de EU (inclusief het Europees Parlement) verplicht.
Amendement 19
Artikel 26, lid 2 bis (nieuw)
|
2 bis. De Commissie stelt een effectrapportage op betreffende de resultaten van het SAP over de periode 1 juli 2005 tot 1 januari 2007. De rapportage wordt uiterlijk 1 maart 2007 toegezonden aan het comité, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité. |
Motivering
Om de verordening in 2008 grondig te kunnen evalueren, is een goede effectrapportage betreffende de werking van het stelsel gedurende de periode 2005-2007 onontbeerlijk.
Amendement 20
Artikel 26, lid 2 ter (nieuw)
|
2 ter. Het comité stelt de inhoud van de effectrapportage vast, die in ieder geval de volgende punten zal omvatten |
|
- een vergelijkend onderzoek naar de benuttingspercentages van het SAP in het kader van deze en de voorgaande verordeningen, teneinde positieve en negatieve trends te signaleren; |
|
- een evaluatie van de gevolgen van de graduatie van de armoede-indicatoren van de betreffende landen; |
|
- een voorlopige beoordeling (door extrapolatie) van de gevolgen van toekomstige graduatie van de landen die in het kader van de volgende verordening naar verwachting gegradueerd zullen worden; |
|
- een vergelijkend onderzoek naar de preferentiële behandeling die het SAP en de ACS-EU-Overeenkomst van Cotonou de ACS-landen biedt, met als doel om de wijzigingen die nodig zijn om rekening te houden met specifieke aspecten van sommige ACS-economieën op te nemen in een herziene verordening. |
Motivering
Om de verordening in 2008 grondig te kunnen evalueren, is een goede effectrapportage betreffende de werking van het stelsel gedurende de periode 2005-2007 onontbeerlijk. De hier opgesomde elementen moeten in de rapportage worden opgenomen.
Amendement 21
Artikel 26, lid 3
3. Het comité onderzoekt de gevolgen van het schema van algemene tariefpreferenties van de Gemeenschap op basis van een verslag van de Commissie over de periode van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2008. Dit verslag heeft betrekking op alle in artikel 1, lid 2, genoemde preferentiële regelingen. |
3. Het comité onderzoekt de gevolgen van het schema van algemene tariefpreferenties van de Gemeenschap op basis van de in artikel 26, lid 2 bis, bedoelde effectrapportage. |
Motivering
Om de verordening in 2008 grondig te kunnen evalueren, is een goede effectrapportage betreffende de werking van het stelsel gedurende de periode 2005-2007 onontbeerlijk.
Amendement 22
Artikel 30, lid 1 bis (nieuw)
|
1 bis. De bepalingen van Verordening (EG) nr. 2501/2001 van de Raad die zijn vastgelegd in Titel II, Afdeling 2 en 4, Titel III, Afdeling 1 en 2 en Titel IV, blijven gehandhaafd voor de landen die in aanmerking komen voor preferentiële behandeling als voorzien in Afdeling 2 van deze verordening, maar die niet de administratieve procedures hebben kunnen volgen. |
Motivering
Het doel van dit amendement is om de preferentiële behandeling te handhaven van landen die momenteel gebruik maken van de bijzondere stimuleringsregelingen van het SAP (medicijnen, rechten van werknemers en milieu) totdat zij gereed zijn de zware administratieve procedures te volgen die nodig zijn te profiteren van het SAP plus. De Commissie beweert dat alles uiterlijk 1 juli 2005 gereed zal zijn. De rapporteur voor advies heeft geen zwaarwegende redenen om dit in twijfel te trekken, en handhaaft derhalve de datum van inwerkingtreding van de nieuwe verordening (1 juli 2005). De rapporteur voor advies trekt derhalve zijn eerdere amendementen 2, 3 en 7 in.
Om echter tegemoet te komen aan de behoefte aan voorspelbaarheid voor economische operatoren, de behoefte van douane-instanties zich voor te bereiden op de toepassing van een nieuw stelstel en teneinde niet het gevaar te lopen van een juridisch vacuüm indien het voorgaande regime met ingang van 30 juni 2005 wordt opgeheven zonder dat het nieuwe regime is ingevoerd, stelt de rapporteur dit amendement voor.
Deze nieuwe formulering van de inwerkingtreding van de huidige verordening weerspiegelt in hogere mate de uitspraak van de WTO, maar voorkomt tegelijkertijd dat begunstigde landen en economische operatoren schade ondervinden, dankzij de hoge mate van voorspelbaarheid.
Amendement 23
Artikel 30, lid 3 bis (nieuw)
|
3 bis. De Commissie dient het voorstel voor een herziene verordening voor de periode 1 januari 2009 tot 31 december 2011 uiterlijk 1 juni 2007 in bij de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité. In het nieuwe voorstel wordt terdege rekening gehouden met de resultaten van de in artikel 26, lid 2 bis, bedoelde effectrapportage. |
Motivering
Om te voldoen aan het vereiste van een voorspelbaarheid van een jaar, als verzocht door de begunstigde landen en de economische operatoren, moet de herziene verordening uiterlijk 1 januari 2008 worden goedgekeurd. Om een vruchtbaar overleg te kunnen voeren met het Europees Parlement en de betreffende belanghebbenden, moet het voorstel tenminste zes maanden van tevoren worden ingediend (1 juni 2007). Dit tijdschema stelt de Commissie in staat de bevindingen van de effectrapportage, die 1 maart 2007 wordt gepubliceerd, op te nemen. In het ideale geval wordt dit tijdschema voor rapportage en herziening opgenomen in toekomstige verordeningen.
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een verordening van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties | |||||
Document- en procedurenummers |
COM(2004)0699 – C6-0001/2005 – 2004/0242(CNS) | |||||
Commissie ten principale |
INTA | |||||
Medeadviserende commissie |
DEVE | |||||
Nauwere samenwerking |
Ja | |||||
Rapporteur voor advies |
Margrietus van den Berg | |||||
Behandeling in de Commissie |
2.12.2004 |
19.1.2005 |
|
|
| |
Datum goedkeuring amendementen |
19.1.2005 | |||||
Uitslag eindstemming |
voor: tegen: onthoudingen: |
32 0 0 | ||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Alessandro Battilocchio, Margrietus van den Berg, Danutė Budreikaitė, Marie-Arlette Carlotti, Nirj Deva, Koenraad Dillen, Alexandra Dobolyi, Fernando Fernández Martín, Michael Gahler, Jana Hybášková, Glenys Kinnock, Wolfgang Kreissl-Dörfler, Ģirts Valdis Kristovskis, Maria Martens, Miguel Angel Martínez Martínez, Luisa Morgantini, Józef Pinior, José Javier Pomés Ruiz, José Ribeiro e Castro, Toomas Savi, Frithjof Schmidt, Jürgen Schröder, Feleknas Uca, María Elena Valenciano Martínez-Orozco, Anna Záborská, Jan Zahradil, Mauro Zani | |||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Fiona Hall, Alain Hutchinson, Manolis Mavrommatis, Zbigniew Zaleski, Gabriele Zimmer | |||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid 2) |
| |||||
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een verordening van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties | ||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2004)0699 – COM(2005)0043 – C6‑0001/2005 – 2004/0242(CNS) | ||||||
Rechtsgrondslag |
art. 133 EG | ||||||
Reglementsartikel(en) |
art. 51 | ||||||
Datum raadpleging EP |
4.1.2005 | ||||||
Commissie ten principale |
INTA | ||||||
Medeadviserende commissie(s) |
DEVE |
BUDG |
ENVI |
AGRI |
PECH | ||
Geen advies |
BUDG |
ENVI |
AGRI |
PECH |
| ||
Nauwere samenwerking |
DEVE |
|
|
|
| ||
Rapporteur(s) |
Antolín Sánchez Presedo |
| |||||
Vervangen rapporteur(s) |
|
| |||||
Vereenvoudigde procedure |
| ||||||
Betwisting rechtsgrondslag |
|
|
|
|
| ||
Wijziging financiële voorzieningen |
|
|
|
|
| ||
Raadpleging Europees Economisch en Sociaal Comité |
| ||||||
Raadpleging Comité van de regio's |
| ||||||
|
|
|
|
|
| ||
Behandeling in de commissie |
1.9.2004 30.9.2004 12.12.2004 17.1.2005 2.2.2005 | ||||||
Datum goedkeuring |
22.2.2005 | ||||||
Uitslag eindstemming |
voor: tegen: onthoudingen: |
25 | |||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Kader Arif, Enrique Barón Crespo, Françoise Castex, Giulietto Chiesa, Jan Christian Ehler, Glyn Ford, Sajjad Karim, Alain Lipietz, Caroline Lucas, Erika Mann, David Martin, Javier Moreno Sánchez, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Bogusław Rogalski, Tokia Saïfi, Peter Šťastný, Robert Sturdy, Johan Van Hecke, Daniel Varela Suanzes-Carpegna and Zbigniew Zaleski | ||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Margrietus van den Berg, Danutė Budreikaitė, Anna Elzbieta Fotyga, Filip Andrzej Kaczmarek, Maria Martens, Antolín Sánchez Presedo and Jonas Sjöstedt | ||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid 2) |
Manolis Mavrommatis and Zuzana Roithová | ||||||
Datum indiening – A6 |
24.2.2005 |
A6-0045/2005 | |||||
Opmerkingen |
... | ||||||