VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad

1.7.2005 - (COM(2004)0177 – C6‑0005/2004 – 2004/0065(COD)) - ***I

Commissie juridische zaken
Rapporteur: Bert Doorn
Rapporteur voor advies (*):
Wolf Klinz, Commissie economische en monetaire zaken
(*) Nauwere samenwerking tussen commissies - Artikel 47 van het Reglement


Procedure : 2004/0065(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0224/2005
Ingediende teksten :
A6-0224/2005
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad

(COM(2004)0177 – C6‑0005/2004 – 2004/0065(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0177)[1],

–   gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 44, lid 2, onder g) van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0005/2004),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en de adviezen van de Commissie economische en monetaire zaken, de Commissie interne markt en consumentenbescherming en de Commissie industrie, onderzoek en energie (A6‑0224/2005),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekst

 

Amendementen van het Parlement

Amendement 1

OVERWEGING 4

(4) Op basis van de werkzaamheden van dit comité heeft de Commissie in november 2000 een aanbeveling inzake de "waarborging van de kwaliteit van de wettelijke controle in de EU" gepubliceerd en in mei 2002 een andere aanbeveling over "de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant in de EU" . Beide aanbevelingen worden momenteel door de lidstaten ten uitvoer gelegd.

(4) Op basis van de werkzaamheden van dit comité heeft de Commissie in november 2000 een aanbeveling inzake de "waarborging van de kwaliteit van de wettelijke controle in de EU" gepubliceerd en in mei 2002 een andere aanbeveling over "de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant in de EU" .

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 2

OVERWEGING 4 BIS (nieuw)

 

(4 bis) Deze richtlijn beoogt een hoge mate van - maar geen volledige - harmonisatie van de voorschriften inzake de wettelijke accountantscontrole tot stand te brengen. Een lidstaat die de wettelijke accountantscontrole eist, kan strengere voorschriften hanteren, tenzij in de richtlijn anders vermeld.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 3

OVERWEGING 8

(8) Met de wettelijke controle belaste accountants dienen de hoogste ethische normen in acht te nemen. Zij moeten derhalve aan een strenge beroepsethiek onderworpen zijn.

(8) Met de wettelijke controle belaste accountants dienen de hoogste ethische normen in acht te nemen. Zij moeten derhalve aan een strenge beroepsethiek onderworpen zijn. Deze heeft ten minste betrekking op hun verantwoordelijkheid voor het openbaar belang, hun integriteit en objectiviteit, alsmede hun vakbekwaamheid en zorgplicht. De verantwoordelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountants voor het openbaar belang houdt in dat een grotere kring van personen en instellingen vertrouwt op de kwaliteit van het werk van deze accountants. Accountantscontroles van goede kwaliteit dragen bij aan een behoorlijke werking van de markten door de integriteit en efficiëntie van de jaarrekeningen te vergroten. De Commissie kan bij wijze van minimumvoorschriften uitvoeringsmaatregelen inzake de beroepsethiek vaststellen. Daarbij zouden de beginselen in de ethische gedragscode van de International Federation of Accountants (IFAC) in aanmerking genomen kunnen worden.

Motivering

Verduidelijking van het begrip beroepsethiek.

Amendement 4

OVERWEGING 9

(9) Het is van belang dat met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren de privacy van hun cliënten respecteren. Zij dienen derhalve onderworpen te zijn aan strikte regels op het gebied van geheimhouding en beroepsgeheim. Deze regels mogen evenwel geen belemmering vormen voor de correcte handhaving van verslaggevingsstandaarden.

(9) Het is van belang dat met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren de privacy van hun cliënten respecteren. Zij dienen derhalve onderworpen te zijn aan strikte regels op het gebied van geheimhouding en beroepsgeheim. Deze regels mogen evenwel geen belemmering vormen voor de correcte handhaving van het in deze richtlijn bepaalde. Deze geheimhoudingsregels dienen eveneens van toepassing te zijn op met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die niet langer betrokken zijn bij een specifieke controleopdracht.

Motivering

De wijzigingen in overweging 9 weerspiegelen amendement 1 uit het ECON-verslag. In lid 4 van artikel 23 wordt al rekening gehouden met amendement 22 uit het ECON-verslag (zie compromisamendement op artikel 23).

Amendement 5

OVERWEGING 10

(10) Met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren dienen onafhankelijk te zijn wanneer zij een wettelijke accountantscontrole uitvoeren. Indien zij in een situatie komen te verkeren die hun onafhankelijkheid in het gedrang kan brengen, dienen zij de controleopdracht neer te leggen. Ook is het aangewezen dat zij geen niet-controlediensten verrichten die eventueel een bedreiging voor hun onafhankelijkheid kunnen vormen.

(10) Met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren dienen onafhankelijk te zijn wanneer zij een wettelijke accountantscontrole uitvoeren. Indien zij in een situatie komen te verkeren waarin de bedreiging voor hun onafhankelijkheid, zelfs na het nemen van veiligheidsmaatregelen om die bedreiging af te zwakken, te groot is, dienen zij de controleopdracht neer te leggen of ervan af te zien. De conclusie dat er een relatie bestaat die de onafhankelijkheid van de accountant in het gedrang brengt, kan voor de relatie tussen de accountant en de gecontroleerde entiteit anders uitvallen dan voor die tussen het netwerk en de gecontroleerde entiteit. Een objectieve, redelijke en goed ingelichte partij zou niet tot de conclusie komen dat de op lidmaatschap berustende relatie tussen leden en entiteiten zonder winstoogmerk die de accountantscontrole bij hun leden verrichten, de onafhankelijkheid van de controle-entiteiten in het gedrang brengt, zolang de leden geen invloed hebben op het controleproces.

Bedreigingen voor de onafhankelijkheid van een met de wettelijke controle belaste accountant of accountantskantoor zijn bijvoorbeeld een direct of indirect financieel belang in de gecontroleerde entiteit en de verrichting van bijkomende niet-controlediensten. Ook kan de hoogte van het van één gecontroleerde entiteit ontvangen honorarium en/of de honorariumstructuur een bedreiging vormen voor de onafhankelijkheid van een met de wettelijke controle belaste accountant of accountantskantoor. Tot de veiligheidsmaatregelen die kunnen worden genomen om deze bedreiging af te zwakken of weg te nemen, behoren verboden, beperkingen, andere beleids- en proceduremaatregelen alsmede openbaarmaking. Met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren dienen de verrichting van bijkomende niet-controlediensten die hun onafhankelijkheid in het gedrang brengen, te weigeren. De Commissie kan bij wijze van minimumvoorschriften uitvoeringsmaatregelen inzake de onafhankelijkheid vaststellen. Daarbij kan de Commissie rekening houden met de beginselen in haar aanbeveling van 16 mei 2002 inzake "Statutory Auditors' Independence in the EU".

Om de onafhankelijkheid van accountants te kunnen bepalen, dient het begrip "netwerk" waarvan accountants deel uitmaken, duidelijk te zijn. In dit verband dienen verscheidene omstandigheden in aanmerking te worden genomen, zoals gevallen waarin een structuur als netwerk kan worden gedefinieerd omdat deze op winst- of kostendeling gericht is, hetgeen ook kan worden aangetoond als met de wettelijke controle belaste accountants en/of accountantskantoren gezamenlijke vaste klanten hebben. De criteria om aan te tonen dat er sprake is van een netwerk, dienen aan de hand van alle bekende feitelijke omstandigheden te worden beoordeeld en afgewogen.

Motivering

Met dit amendement wordt beoogd het begrip onafhankelijkheid te verduidelijken en tot een duidelijker nieuwe definitie van netwerken te komen (zie compromisamendement op artikel 2, punt 5). Ook wordt duidelijkheid geschapen omtrent uit leden samengestelde controle-entiteiten die geen eigen financiële belangen nastreven en zich niet laten leiden door het beginsel van winstmaximalisering. Zo'n organisatie wordt gevormd om alleen voor leden financieel gunstige controlediensten van hoge kwaliteit uit te voeren. Gewaarborgd is dat deze entiteiten bij het verrichten van deze controlediensten juridisch, organisatorisch en persoonlijk onafhankelijk zijn van de leden.

Amendement 6

OVERWEGING 10 BIS (nieuw)

 

(10 bis) In geval van zelfcontrole of een eigen belang dient, waar dit dienstig is om de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountants of accountantskantoren te waarborgen, de lidstaat en niet de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor te kunnen bepalen of de accountant of het accountantskantoor de controleopdracht van een klant dient neer te leggen of daarvan dient af te zien. Dit mag evenwel niet leiden tot een situatie waarin de lidstaten een algemene verplichting hebben te voorkomen dat de met de wettelijke controle belaste accountants of accountantskantoren niet-controlediensten voor hun klanten verrichten. Om te bepalen of het in geval van een eigen belang of zelfcontrole beter is dat een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor geen wettelijke controles uitvoert om zijn onafhankelijkheid te waarborgen, dient o.a. in aanmerking te worden genomen of de gecontroleerde instelling van openbaar belang al dan niet effecten heeft uitgegeven die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 18 van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten1.

________

1 PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.

Motivering

Bij de eisen die worden gesteld aan de onafhankelijkheid van de accountant ten opzichte van de gecontroleerde entiteit dient onderscheid te worden gemaakt tussen organisaties van algemeen belang en ondernemingen die niet onder deze definitie vallen.

Amendement 7

OVERWEGING 11

(11) Het is van belang dat alle bij het Gemeenschapsrecht voorgeschreven wettelijke accountantscontroles steeds van goede kwaliteit zijn. Deze controles dienen derhalve te worden uitgevoerd met inachtneming van internationale standaarden voor accountantscontrole. Het mag de lidstaten alleen worden toegestaan aanvullende procedures voor de accountantscontrole verplicht te stellen indien deze procedures voortvloeien uit specifieke vereisten die met het voorwerp van de wettelijke accountantscontrole verband houden.

(11) Het is van belang dat alle bij het Gemeenschapsrecht voorgeschreven wettelijke accountantscontroles steeds van goede kwaliteit zijn. Deze controles dienen derhalve te worden uitgevoerd met inachtneming van internationale standaarden voor accountantscontrole. De maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van deze richtlijn, dienen te worden genomen overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden1 en rekening houdend met de verklaring over de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake financiële diensten die de Commissie op 5 februari 2002 in het Europees Parlement heeft afgelegd. Een technisch comité of een groep inzake accountantscontroles zal de Commissie bijstaan bij de beoordeling van de technische degelijkheid van alle internationale standaarden voor accountantscontrole en zal hierbij ook het stelsel van openbare toezichthoudende organen van de lidstaten betrekken. Om een maximale harmonisatie te bereiken, mag het de lidstaten alleen worden toegestaan aanvullende nationale procedures of voorschriften voor de accountantscontrole verplicht te stellen indien deze voortvloeien uit specifieke nationale wettelijke vereisten die met het voorwerp van de wettelijke accountantscontrole van de jaarrekeningen of de geconsolideerde jaarrekeningen verband houden, d.w.z. dat deze voorschriften niet zijn vervat in de goedgekeurde internationale standaarden voor accountantscontrole (ISA's). De lidstaten kunnen deze aanvullende procedures voor de accountantscontrole handhaven, totdat de procedures of voorschriften zijn vervat in later goedgekeurde ISA's. Mochten de goedgekeurde ISA's evenwel controleprocedures bevatten waarvan de uitvoering tot een specifiek juridisch conflict met het nationaal recht zou leiden als gevolg van specifieke nationale voorschriften inzake het voorwerp van de wettelijke accountantscontrole, kunnen de lidstaten het conflicterende gedeelte van de ISA's uitsluiten zolang dit conflict bestaat, mits de in artikel 26, lid 3 genoemde maatregelen worden genomen. Elke toevoeging of uitsluiting door de lidstaten dient bij te dragen tot een grote mate van geloofwaardigheid van de jaarrekeningen van ondernemingen en dient bevorderlijk te zijn voor het openbaar belang. Dit houdt in dat de lidstaten bijvoorbeeld een bijkomend accountantsverslag aan de raad van toezicht kunnen eisen of andere verslagleggings- of controle-eisen kunnen stellen op basis van de nationale regelgeving inzake ondernemingsbestuur.

________

1 PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

Motivering

Dit amendement weerspiegelt de tekst van overweging 9 in de IAS-verordening, om duidelijk te maken welke grenzen gelden voor de uitoefening van de comitologiebevoegdheden van de Commissie. Om tegemoet te komen aan de zorgen die zijn geuit ten aanzien van het "en bloc" goedkeuren van de ISA's, is in de vierde zin het woord "alle" toegevoegd.

Amendement 8

OVERWEGING 12

(12) Opdat een internationale standaard voor accountantscontrole wordt goedgekeurd voor toepassing in de Gemeenschap, moet deze internationaal algemeen aanvaard zijn en tevens volgens een open en transparante procedure en met volledige medewerking van alle belanghebbenden zijn opgesteld, zodat hij de geloofwaardigheid van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen vergroot en bevorderlijk is voor het Europees openbaar belang.

(12) Opdat een internationale standaard voor accountantscontrole door de Commissie wordt goedgekeurd voor toepassing in de Gemeenschap, moet deze internationaal algemeen aanvaard zijn en tevens volgens een open en transparante procedure en met volledige medewerking van alle belanghebbenden zijn opgesteld, zodat hij de geloofwaardigheid van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen vergroot en bevorderlijk is voor het Europees openbaar belang. De noodzaak van goedkeuring van een International Audit Practice Statement als onderdeel van een standaard dient volgens de comitologieprocedure per geval te worden beoordeeld. De Commissie draagt er zorg voor dat voorafgaande aan het goedkeuringsproces wordt onderzocht of aan deze eisen is voldaan, en zij brengt aan het regelgevend comité voor accountantscontrole verslag uit over het resultaat van dit onderzoek.

Motivering

Dit amendement maakt duidelijk dat de noodzaak van goedkeuring van ISA's moet worden beoordeeld, en stelt de procedure vast.

Amendement 9

OVERWEGING 13

(13) In geval van geconsolideerde jaarrekeningen is het van belang dat de verantwoordelijkheden van de met de wettelijke controle belaste accountants die onderdelen van de groep controleren, duidelijk zijn afgebakend. Dit kan het best worden gegarandeerd wanneer de groepsaccountant de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de accountantsverklaring.

(13) In geval van geconsolideerde jaarrekeningen is het van belang dat de verantwoordelijkheden van de met de wettelijke controle belaste accountants die onderdelen van de groep controleren, duidelijk zijn afgebakend. Daartoe dient de groepsaccountant de volledige verantwoordelijkheid te dragen voor de accountantsverklaring.

Amendement 10

OVERWEGING 14

(14) Om vennootschappen die dezelfde standaarden voor jaarrekeningen toepassen beter met elkaar te kunnen vergelijken, verdient het aanbeveling dat de Commissie in staat is een gemeenschappelijke accountantsverklaring in te voeren voor de accountantscontrole van jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen die op basis van goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen zijn opgesteld.

(14) Om vennootschappen die dezelfde standaarden voor jaarrekeningen toepassen beter met elkaar te kunnen vergelijken en om het publieke vertrouwen in de controlefunctie te versterken, kan de Commissie een gemeenschappelijke accountantsverklaring invoeren voor de accountantscontrole van jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen die op basis van goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen zijn opgesteld, tenzij op communautair niveau een passende standaard voor deze verklaring is goedgekeurd.

Motivering

Noodzakelijke verduidelijking.

Amendement 11

OVERWEGING 15

(15) Regelmatige inspecties vormen een goed instrument om tot wettelijke accountantscontroles te komen die constant van degelijke kwaliteit zijn. Met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren dienen daarom onderworpen te zijn aan een kwaliteitsborgingsstelsel dat op zodanige wijze is opgezet dat het los staat van de met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die in het kader ervan worden beoordeeld.

(15) Regelmatige inspecties vormen een goed instrument om tot wettelijke accountantscontroles te komen die constant van degelijke kwaliteit zijn. Met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren dienen daarom onderworpen te zijn aan een kwaliteitsborgingsstelsel dat op zodanige wijze is opgezet dat het los staat van de met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die in het kader ervan worden beoordeeld. Met het oog op de toepassing van de bepalingen van artikel 29 inzake kwaliteitsborging kunnen de lidstaten bepalen dat wanneer afzonderlijke accountants een gezamenlijk kwaliteitsborgingsbeleid hebben, alleen de vereisten ten aanzien van accountantskantoren in aanmerking hoeven te worden genomen. De lidstaten kunnen het kwaliteitsborgingsstelsel zodanig opzetten dat elke afzonderlijke accountant ten minste om de zes jaar aan een kwaliteitsbeoordeling wordt onderworpen. In dit verband dient de financiering van het kwaliteitsborgingsstelsel gevrijwaard te zijn van oneigenlijke beïnvloeding. De Commissie dient de bevoegdheid te hebben om uitvoeringsmaatregelen goed te keuren op punten die van belang zijn voor de organisatie van kwaliteitsborgingsstelsels en met betrekking tot de financiering daarvan, wanneer het publieke vertrouwen in het kwaliteitsborgingsstelsel ernstig is geschaad. De stelsels van openbare toezichthoudende organen van de lidstaten worden aangemoedigd om tot een gecoördineerde benadering van de uitvoering van kwaliteitsbeoordelingen te komen, teneinde onnodige lasten voor de betrokken partijen te voorkomen.

Motivering

In de toevoeging zijn de amendementen 5 en 26 van het ECON-advies verwerkt.

Amendement 12

OVERWEGING 17

(17) De lidstaten dienen een doeltreffend stelsel op te zetten voor de uitoefening van extern toezicht op met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren. Dit stelsel dient gebaseerd te zijn op het beginsel dat het toezicht wordt uitgeoefend door de lidstaat van herkomst. De op het externe toezicht toepasselijke wettelijke regelingen dienen een doeltreffende coördinatie op Gemeenschapsniveau van de toezichtactiviteiten van de lidstaten mogelijk te maken. De nationale bevoegde autoriteiten dienen onderling samen te werken wanneer dat nodig is voor de vervulling van hun taken op het gebied van het toezicht op de met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die door hen zijn toegelaten. Een dergelijke samenwerking kan er in aanzienlijke mate toe bijdragen dat de wettelijke accountantscontrole in de Gemeenschap steeds van hoge kwaliteit is.

(17) De lidstaten dienen een doeltreffend stelsel op te zetten voor de uitoefening van extern toezicht op met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren. Dit stelsel dient gebaseerd te zijn op het beginsel dat het toezicht wordt uitgeoefend door de lidstaat van herkomst. De op het externe toezicht toepasselijke wettelijke regelingen dienen een doeltreffende coördinatie op Gemeenschapsniveau van de toezichtactiviteiten van de lidstaten mogelijk te maken. Het stelsel van extern toezicht dient te worden beheerd door personen die zelf geen accountant zijn, maar voldoende bekend zijn met de vakgebieden die van belang zijn voor de wettelijke accountantscontrole. De lidstaten kunnen echter toestaan dat een minderheid van accountants wordt betrokken bij het beheer van het stelsel van extern toezicht. De niet-accountants kunnen specialisten zijn die nooit verbonden zijn geweest met het accountantsberoep, dan wel voormalige accountants. De nationale bevoegde autoriteiten dienen onderling samen te werken wanneer dat nodig is voor de vervulling van hun taken op het gebied van het toezicht op de met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die door hen zijn toegelaten. Een dergelijke samenwerking kan er in aanzienlijke mate toe bijdragen dat de wettelijke accountantscontrole in de Gemeenschap steeds van hoge kwaliteit is. Aangezien op Europees niveau moet worden gezorgd voor efficiënte samenwerking en coördinatie tussen de door de lidstaten aangewezen bevoegde autoriteiten, mag de aanwijzing van één voor de samenwerking verantwoordelijke instelling niet beletten dat elke autoriteit rechtstreeks samenwerkt met de overige bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

Motivering

Voorstel sluit aan bij tekst van de Raad.

Amendement 13

OVERWEGING 17 BIS (nieuw)

 

(17 bis) Om naleving van artikel 31, lid 3 (Beginselen van het externe toezicht) te waarborgen, wordt een persoon die geen accountant is, geacht voldoende bekend te zijn met de vakgebieden die voor de wettelijke accountantscontrole van belang zijn, als hij op grond van vroegere beroepsuitoefening bekwaam is of als hij kennis bezit op ten minste een van de in artikel 8 genoemde vakgebieden.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 14

OVERWEGING 18

(18) De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor dient te worden benoemd door de algemene aandeelhoudersvergadering van de gecontroleerde entiteit. Om de onafhankelijkheid van de accountant te beschermen, is het van belang dat deze alleen kan worden ontslagen wanneer daar gegronde redenen toe zijn, die aan de voor het externe toezicht verantwoordelijke autoriteit of autoriteiten dienen te worden meegedeeld.

(18) De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor dient te worden benoemd door de algemene aandeelhouders- of ledenvergadering van de gecontroleerde entiteit. Om de onafhankelijkheid van de accountant te beschermen, is het van belang dat deze alleen kan worden ontslagen wanneer daar gegronde redenen toe zijn, die aan de voor het externe toezicht verantwoordelijke autoriteit of autoriteiten dienen te worden meegedeeld.

Motivering

"Aandeelhouders of leden" is een veel voorkomende formulering in het communautaire acquis en weerspiegelt de verschillen tussen de lidstaten op het punt van corporate governance.

Amendement 15

OVERWEGING 20

(20) Auditcomités en doeltreffende internecontrolesystemen dragen ertoe bij dat de financiële, operationele en nalevingsrisico's tot een minimum worden gereduceerd en verhogen tevens de kwaliteit van de financiële verslaggeving.

(20) Auditcomités en doeltreffende internecontrolesystemen dragen ertoe bij dat de financiële, operationele en nalevingsrisico's tot een minimum worden gereduceerd en verhogen tevens de kwaliteit van de financiële verslaggeving. De lidstaten kunnen rekening houden met de Aanbeveling van de Commissie van 15 februari 2005 betreffende de taak van niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurders of commissarissen van beursgenoteerde ondernemingen en betreffende de comités van de raad van bestuur of van de raad van commissarissen1, waarin de instelling en het functioneren van auditcomités worden uiteengezet.

De lidstaten kunnen bepalen dat de aan het auditcomité toegewezen taken worden uitgevoerd door het leidinggevende of het toezichthoudende orgaan als geheel, wanneer dit dienstig wordt geacht om het ondernemingsbestuur doelmatiger te maken. Aan de in deze richtlijn gestelde eisen inzake de samenstelling dient evenwel te worden voldaan door instellingen van openbaar belang die niet voldoen aan de criteria van artikel 2, lid 1, onder f) van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten2 of die niet uit hoofde van een andere bepaling van deze richtlijn zijn vrijgesteld.

_________

1 PB L 52 van 25.2.2005, blz. 51.
2 PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64.

Motivering

Verduidelijking van de taken van het auditcomité, rekening houdende met de amendementen op artikel 39.

Amendement 16

OVERWEGING 20 BIS (nieuw)

 

(20 bis) Met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren zijn op geen enkele wijze onderworpen aan het auditcomité, waarvan de taken in artikel 39 zijn omschreven.

Motivering

Sluit aan bij het compromisamendement op artikel 39.

Amendement 17

OVERWEGING 20 TER (nieuw)

 

(20 ter) De lidstaten kunnen besluiten ook instellingen van openbaar belang die instellingen voor collectieve belegging zijn waarvan de effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, vrij te stellen van de verplichting tot het hebben van een auditcomité. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het niet altijd passend is van een auditcomité gebruik te maken wanneer de functie van een instelling voor collectieve belegging uitsluitend bestaat in het bijeenbrengen van de activa. De financiële verslaglegging en aanverwante risico's zijn niet vergelijkbaar met die van andere instellingen van openbaar belang. Bovendien opereren instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) en hun beheermaatschappijen binnen een strikt omschreven regelgevingskader en zijn onderworpen aan specifieke bestuursmechanismen, zoals controles door hun bewaarder. Ten aanzien van instellingen voor collectieve belegging die niet zijn geharmoniseerd uit hoofde van Richtlijn 85/611/EEG1, maar onderworpen zijn aan veiligheidsmaatregelen die gelijkwaardig zijn aan die waarin laatstgenoemde richtlijn voorziet, mogen de lidstaten in dit bijzondere geval bepalen dat zij op dezelfde wijze worden behandeld als geharmoniseerde instellingen voor collectieve belegging in de EU.

________

1 Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (PB L 375 van 31.12.1985, blz. 3). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/39/EG.

Motivering

Sluit aan bij het compromisamendement op artikel 39.

Amendement 18

OVERWEGING 20 QUATER (nieuw)

 

(20 quater) Ter versterking van de onafhankelijkheid van de accountants van instellingen van openbaar belang dient/dienen de voornaamste vennoot/vennoten die deze instellingen controleert/controleren, te rouleren. Daartoe dienen de lidstaten te bepalen dat de voornaamste vennoot/vennoten bij een gecontroleerde instelling wordt/worden vervangen, terwijl wordt toegestaan dat het accountantskantoor waaraan de voornaamste vennoot/vennoten verbonden is/zijn, de met de wettelijke controle belaste accountant van die instelling blijft. Bij wijze van alternatief mag een lidstaat die dit passend acht om de gestelde doelen te verwezenlijken, onverminderd het bepaalde in artikel 40, lid 2 een wisseling van accountantskantoor verlangen. In dat geval dient de rouleringsperiode voldoende lang te zijn.

Motivering

Sluit aan bij het compromisamendement op artikel 40 inzake externe roulering.

Amendement 19

OVERWEGING 21

(21) Als gevolg van de verwevenheid van de kapitaalmarkten is het ten zeerste noodzakelijk dat ook accountants uit derde landen degelijk werk afleveren wanneer dit van belang is voor de Europese kapitaalmarkt. De betrokken accountants dienen bijgevolg in een register te worden ingeschreven, zodat zij onderworpen zijn aan kwaliteitsbeoordelingen en aan de onderzoeks- en sanctieregeling. Vrijstellingen op basis van wederkerigheid dienen mogelijk te zijn na een door de Commissie in samenwerking met de lidstaten verrichte gelijkwaardigheidstoetsing.

(21) Als gevolg van de verwevenheid van de kapitaalmarkten is het ten zeerste noodzakelijk dat ook accountants uit derde landen degelijk werk afleveren wanneer dit van belang is voor de Europese kapitaalmarkt. De betrokken accountants dienen bijgevolg in een register te worden ingeschreven, zodat zij onderworpen zijn aan kwaliteitsbeoordelingen en aan de onderzoeks- en sanctieregeling. Vrijstellingen op basis van wederkerigheid dienen mogelijk te zijn na een door de Commissie in samenwerking met de lidstaten verrichte gelijkwaardigheidstoetsing. Een instelling die effecten heeft uitgegeven die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 18 van Richtlijn 2004/39/EG, dient altijd te worden gecontroleerd door een accountant die hetzij is ingeschreven in een lidstaat, hetzij onder toezicht staat van de bevoegde autoriteiten van het derde land waaruit hij komt, indien de Commissie of een lidstaat heeft erkend dat dat derde land voldoet aan vereisten die gelijkwaardig zijn aan de in de EU gehanteerde vereisten inzake toezichtbeginselen, kwaliteitsborgingsstelsels en onderzoeks- en sanctieregelingen, en indien de erkenning op wederkerigheid berust. Indien een kwaliteitsborgingsstelsel van een derde land door een lidstaat als gelijkwaardig is aangemerkt, betekent dit niet dat andere lidstaten verplicht zijn tot het aanvaarden van deze nationale gelijkwaardigheidsbeoordeling, en maakt dit het besluit van de Commissie ook niet overbodig.

Motivering

In dit amendement gaat het enerzijds om de vereisten die gelden voor alle controles bij in de EU beursgenoteerde ondernemingen en anderzijds om de praktische consequenties voor de bevoegde autoriteiten in de EU-lidstaten als gevolg van de inschrijving van accountants uit derde landen.

Amendement 20

OVERWEGING 22

(22) Gezien de complexiteit van accountantscontroles bij internationale groepen is een goede samenwerking vereist tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en die van derde landen. De lidstaten dienen er dan ook op toe te zien dat controle- en andere documenten via de nationale bevoegde autoriteiten toegankelijk zijn voor bevoegde autoriteiten van derde landen. Teneinde de rechten van de betrokken partijen te beschermen en deze controle- en andere documenten tegelijkertijd gemakkelijk toegankelijk te maken, is het aangewezen dat het de lidstaten wordt toegestaan de bevoegde autoriteiten van derde landen directe toegang tot deze documenten te verlenen, mits de betrokken nationale bevoegde autoriteit daarmee instemt.

(22) Gezien de complexiteit van accountantscontroles bij internationale groepen is een goede samenwerking vereist tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en die van derde landen. De lidstaten dienen er dan ook op toe te zien dat controle- en andere documenten via de nationale bevoegde autoriteiten toegankelijk zijn voor bevoegde autoriteiten van derde landen. Teneinde de rechten van de betrokken partijen te beschermen en deze controle- en andere documenten tegelijkertijd gemakkelijk toegankelijk te maken, is het aangewezen dat het de lidstaten wordt toegestaan de bevoegde autoriteiten van derde landen directe toegang tot deze documenten te verlenen, mits de betrokken nationale bevoegde autoriteit daarmee instemt. Een van de relevante criteria voor het verlenen van toegang is de adequaatheid van de bevoegde autoriteiten van derde landen, waarover de Commissie een besluit neemt. In afwachting van dit besluit van de Commissie kunnen de lidstaten de adequaatheid beoordelen, hetgeen het besluit van de Commissie onverlet laat.

Motivering

In dit amendement wordt enerzijds ingegaan op de eisen die gelden voor alle controles bij beursgenoteerde ondernemingen in de Europese Unie en anderzijds op de praktische gevolgen voor de bevoegde autoriteiten in de EU-lidstaten in verband met de registratie van accountants uit derde landen.

Amendement 21

OVERWEGING 22 BIS (nieuw)

 

(22 bis) Het verstrekken van inlichtingen, als bedoeld in artikel 34, dient te geschieden overeenkomstig de voorschriften voor de overdracht van persoonsgegevens aan derde landen, die zijn opgenomen in Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens1.

________

1 PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

Motivering

In deze richtlijn dient rekening te worden gehouden met richtlijnen van de EU over gegevensoverdracht.

Amendement 22

OVERWEGING 23 bis (nieuw)

 

(23 bis) Het Europees Parlement dient vanaf het tijdstip van de eerste indiening van het ontwerp van uitvoeringsmaatregelen over drie maanden te beschikken om deze te behandelen en zijn standpunt kenbaar te maken. Neemt het Parlement binnen deze termijn een resolutie aan, wordt het voorstel door de Commissie overeenkomstig artikel 8 van Besluit 1999/468/EG opnieuw behandeld.

Amendement 23

OVERWEGING 27 bis (nieuw)

(27 bis) De met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren dienen hun werk met de vereiste zorg uit te voeren en dienen derhalve aansprakelijk gesteld te kunnen worden voor financiële schade die een gevolg is van het ontbreken van de vereiste zorg. Accountants en accountantskantoren moeten evenwel de mogelijkheid behouden een beroeps-WA-verzekering af te sluiten. Dit zou niet het geval zijn als voor accountants en accountantskantoren een onbeperkte financiële aansprakelijkheid zou gelden. Ook zouden een onbeperkte aansprakelijkheid of zelfs onevenredig hoge aansprakelijkheidsmaxima de mededinging op de markt voor accountantscontroles kunnen verstoren door grotere kantoren eenzijdig te bevoordelen. Daarom dient deze richtlijn te bepalen dat de lidstaten passende maatregelen moeten nemen ter beperking van de uit de aansprakelijkheid voortvloeiende financiële lasten van accountants en accountantskantoren. Aangezien de aansprakelijkheidsregimes van de lidstaten echter aanzienlijke verschillen kunnen vertonen, dient deze richtlijn alleen het te bereiken doel voor te schrijven en niet de instrumenten die de lidstaten moeten of mogen gebruiken om dat doel te bereiken.

Motivering

Ongelimiteerde aansprakelijkheid is niet verzekerbaar. De lidstaten moeten daarom zorgen voor een adequaat aansprakelijkheidsregime.

Amendement 24

ARTIKEL 1

Deze richtlijn stelt regels vast voor de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, voorzover een dergelijke controle wordt voorgeschreven door het Gemeenschapsrecht.

Deze richtlijn stelt regels vast voor de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen.

Motivering

Het woord "wettelijk" geeft al aan dat een dergelijke controle wordt voorgeschreven door het Gemeenschapsrecht.

Amendement 25

ARTIKEL 2, PUNT 1

1) "wettelijke accountantscontrole": een accountantscontrole van een jaarrekening of een geconsolideerde jaarrekening, voorzover deze wordt voorgeschreven door het Gemeenschapsrecht en wordt uitgevoerd conform de bepalingen van deze richtlijn;

1) "wettelijke accountantscontrole": een accountantscontrole van een jaarrekening of een geconsolideerde jaarrekening, voorzover deze wordt voorgeschreven door het Gemeenschapsrecht;

Motivering

Na de tenuitvoerlegging maakt deze richtlijn deel uit van het Gemeenschapsrecht.

Amendement 26

ARTIKEL 2, PUNT 3

3) "accountantskantoor": een entiteit met om het even welke rechtsvorm die door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat in overeenstemming met de bepalingen van deze richtlijn is toegelaten tot het uitvoeren van wettelijke accountantscontroles;

3) "accountantskantoor": een juridisch lichaam of andere entiteit met om het even welke rechtsvorm die door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat in overeenstemming met de bepalingen van deze richtlijn is toegelaten tot het uitvoeren van wettelijke accountantscontroles;

Motivering

De Commissie houdt in haar voorstel geen rekening met de controle-instellingen van spaarbanken en coöperatieve banken, die geen kantoren volgens bovenstaande definitie zijn.

Amendement 27

ARTIKEL 2, PUNT 3 BIS (nieuw)

 

3 bis) "accountantsinstelling uit een derde land": een entiteit, ongeacht haar rechtsvorm, met statutaire zetel in een derde land die accountantscontroles uitvoert van de jaarrekeningen of de geconsolideerde jaarrekeningen van een onderneming.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 28

ARTIKEL 2, PUNT 3 TER (nieuw)

 

3 ter) "accountant van een derde land": een natuurlijk persoon met statutaire zetel in een derde land die accountantscontroles uitvoert van de jaarrekeningen of de geconsolideerde jaarrekeningen van een onderneming.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 29

ARTIKEL 2, PUNT 4

4) "groepsaccountant": de met de wettelijke controle belaste accountant die, dan wel het accountantskantoor dat de wettelijke accountantscontrole van de geconsolideerde jaarrekening uitvoert;

4) "groepsaccountant": de met de wettelijke controle belaste accountant(s) die, dan wel het (de) accountantskanto(o)r(en) dat (die) de wettelijke accountantscontrole van de geconsolideerde jaarrekening uitvoert (uitvoeren);

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 30

ARTIKEL 2, PUNT 5)

5) "netwerk": de grotere structuur waartoe een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor behoort en die gebruik maakt van een gemeenschappelijke merknaam of via welke gezamenlijk gebruik wordt gemaakt van professionele hulpmiddelen;

5) "netwerk": de grotere structuur waartoe een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor behoort:

- die op samenwerking is gericht, en

- die duidelijk gericht is op winst- of kostendeling, of gemeenschappelijke eigendoms-, zeggenschaps- of bestuurlijke banden heeft, een gemeenschappelijk kwaliteitscontrolebeleid en gemeenschappelijke kwaliteitscontroleprocedures heeft, een gemeenschappelijke bedrijfsstrategie volgt, gebruik maakt van een gemeenschappelijke merknaam of gezamenlijk gebruik maakt van een aanzienlijk deel van de professionele hulpmiddelen;

Motivering

De definitie van "netwerk" is aangepast. Om deze definitie verder te verduidelijken, is in overweging 10 een zin toegevoegd (zie het desbetreffende compromisamendement).

Amendement 31

ARTIKEL 2, PUNT 8

8) "bevoegde autoriteiten": bij wet aangewezen instanties of organisaties die verantwoordelijk zijn voor de regelgeving betreffende en het toezicht op met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren;

8) "bevoegde autoriteiten": bij wet aangewezen instanties of organisaties die belast zijn met de regelgeving betreffende en/of het toezicht op met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren of specifieke aspecten daarvan; de verwijzing naar de "bevoegde autoriteit" in een artikel is een verwijzing naar de autoriteit(en) of instantie(s) die verantwoordelijk is (zijn) voor de in dat artikel genoemde taken;

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 32

ARTIKEL 2, PUNT 9

9) "internationale standaarden voor accountantscontrole": de International Standards on Auditing (ISA) en de daarmee verband houdende International Audit Practice Statements, voorzover deze voor de wettelijke accountantscontrole van belang zijn;

9) "internationale standaarden voor accountantscontrole": de International Standards on Auditing (ISA) en de daarmee verband houdende verklaringen en standaarden, voorzover deze voor de wettelijke accountantscontrole van belang zijn;

Motivering

Verwijst ook naar aanverwante standaarden, zoals de International Standard of Quality Control.

Amendement 33

ARTIKEL 2, PUNT 11

11) "instellingen van openbaar belang": instellingen die van groot algemeen belang zijn als gevolg van de aard van hun bedrijfsactiviteiten, hun omvang of hun personeelsbestand, zoals met name onder het recht van een lidstaat vallende vennootschappen waarvan de effecten in een lidstaat zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 1, punt 13, van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen.

11) "instellingen van openbaar belang": onder het recht van een lidstaat vallende instellingen waarvan de effecten in een lidstaat zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 18 van Richtlijn 2004/39/EG, kredietinstellingen in de zin van artikel 1, lid 1 van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen1 en verzekeringsondernemingen zoals omschreven in artikel 2, lid 1 van Richtlijn 91/674/EEG van de Raad van 19 december 1991 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen2. De lidstaten kunnen ook andere instellingen aanmerken als instellingen van openbaar belang, bijvoorbeeld instellingen die van groot algemeen belang zijn als gevolg van de aard van hun bedrijfsactiviteiten, hun omvang of hun personeelsbestand.

________

1 PB L 126 van 26.5.2000, blz. 1. Richtlijn zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/39/EG.
2 PB L 374 van 31.12.1991, blz. 7. Richtlijn zoals gewijzigd bij Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 178 van 17.7.2003, blz. 16).

Motivering

Gezien de gevolgen voor bedrijven die als ondernemingen van algemeen belang worden aangemerkt, moet het begrip "onderneming van algemeen belang" duidelijk worden gedefinieerd.

Amendement 34

ARTIKEL 2, PUNT 11 BIS (nieuw)

 

11 bis) "coöperatie": een Europese coöperatieve vennootschap zoals omschreven in artikel 1 van Verordening van de Raad (EG) nr. 1435/2003 van 23 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (ECV)1, of een andere coöperatie waarvoor het Gemeenschapsrecht een wettelijke accountantscontrole voorschrijft, zoals kredietinstellingen in de zin van artikel 1, lid 1 van Richtlijn 2000/12/EG, en verzekeringsondernemingen zoals omschreven in artikel 2, lid 1 van Richtlijn 91/674/EEG.

_________

1 PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Besluit nr. 15/2004 van het Gemengd Comité van de EER (PB L 116 van 22.4.2004, blz. 68).

Motivering

Gezien de belangrijke rol van coöperaties in de EU-lidstaten, dient dit begrip uitdrukkelijk te worden gedefinieerd.

Amendement 35

ARTIKEL 2, PUNT 11 TER (nieuw)

 

11 ter) "persoon die geen accountant is": een natuurlijke persoon die gedurende ten minste drie jaar voorafgaande aan zijn of haar betrokkenheid bij het beheer van het stelsel van extern toezicht geen wettelijke accountantscontroles heeft verricht, geen stemrecht in een accountantskantoor heeft bezeten, geen lid is geweest van het leidinggevende of bestuursorgaan van een accountantskantoor en niet in dienst is geweest van of verbonden is geweest aan een accountantskantoor.

Motivering

Het begrip "persoon die geen accountant is" moet duidelijk worden gedefinieerd.

Amendement 36

ARTIKEL 2, PUNT 11 QUATER (nieuw)

 

11 quater) "voornaamste vennoot/vennoten":

a. de met de wettelijke controle belaste accountant(s) die door een accountantskantoor voor een bepaalde controleopdracht is/zijn aangewezen als hoofdverantwoordelijke(n) voor de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole namens het accountantskantoor; of

b. in het geval van een groepscontrole, ten minste de met de wettelijke controle belaste accountant(s) die door een accountantskantoor is/zijn aangewezen als hoofdverantwoordelijke(n) voor de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole op groepsniveau en de met de wettelijke controle belaste accountant(s) die is/zijn aangewezen als hoofdverantwoordelijke(n) voor de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole bij dochterondernemingen; of

c. de met de wettelijke controle belaste accountant(s) die de accountantsverklaring ondertekent/ondertekenen.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 37

ARTIKEL 3

1. Elke lidstaat wijst bevoegde autoriteiten aan die verantwoordelijk zijn voor de toelating van met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren.

1. Wettelijke accountantscontroles mogen alleen worden uitgevoerd door met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die zijn toegelaten door de lidstaat die deze controles eist.

De bevoegde autoriteiten mogen beroepsorganisaties zijn, mits deze onder extern toezicht staan als bedoeld in de artikelen 31 en 42.

 

2. Wettelijke accountantscontroles mogen alleen worden uitgevoerd door met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die zijn toegelaten door de lidstaat waar deze controles worden verricht.

2. Elke lidstaat wijst bevoegde autoriteiten aan die verantwoordelijk zijn voor de toelating van met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren.

 

De bevoegde autoriteiten mogen beroepsorganisaties zijn, mits deze onder een stelsel van extern toezicht vallen, zoals bepaald in deze richtlijn.

 

2 bis. Onverminderd artikel 11 mogen alleen natuurlijke personen die ten minste aan de in de artikelen 4 en 6 tot 10 gestelde voorwaarden voldoen, door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden toegelaten als met de wettelijke controle belaste accountants.

3. De natuurlijke personen die ten minste aan de in de artikelen 4 tot en met 10 gestelde voorwaarden voldoen, worden door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toegelaten als met de wettelijke controle belaste accountants.

3. Alleen entiteiten die aan de in de letters a) tot c bis) gestelde voorwaarden voldoen, mogen door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden toegelaten als accountantskantoren. De lidstaten mogen in verband met letter c) alleen bijkomende voorwaarden stellen die in verhouding staan tot het nagestreefde doel en niet verder gaan dan hetgeen strikt noodzakelijk is.

Alleen de entiteiten die aan de volgende voorwaarden voldoen, worden door de bevoegde autoriteiten toegelaten als accountantskantoren:

 

a) de natuurlijke personen die wettelijke accountantscontroles namens het accountantskantoor uitvoeren, voldoen ten minste aan de in de artikelen 4 tot en met 10 gestelde voorwaarden en zijn in de lidstaat van het accountantskantoor als met de wettelijke controle belaste accountants toegelaten;

a) de natuurlijke personen die wettelijke accountantscontroles namens het kantoor uitvoeren, voldoen ten minste aan de in de artikelen 4 en 6 tot 12 gestelde voorwaarden en zijn in die lidstaat als met de wettelijke controle belaste accountants toegelaten;

b) de meerderheid van de stemrechten is in het bezit van met de wettelijke controle belaste accountants of accountantskantoren die in een lidstaat zijn toegelaten;

b) een meerderheid van de stemrechten is in het bezit van met de wettelijke controle belaste accountantskantoren die in een lidstaat zijn toegelaten, of van natuurlijke personen die ten minste voldoen aan de in de artikelen 4 en 6 tot 12 gestelde voorwaarden; de lidstaten kunnen bepalen dat dergelijke natuurlijke personen ook in een lidstaat moeten zijn toegelaten. Voor de wettelijke accountantscontrole van coöperaties en soortgelijke instellingen, zoals bedoeld in artikel 45 van Richtlijn 86/635/EEG, kunnen de lidstaten andere specifieke bepalingen inzake de stemrechten vaststellen;

c) de meerderheid van de leden van het leidinggevende of bestuursorgaan van het accountantskantoor bestaat uit met de wettelijke controle belaste accountants of accountantskantoren die in een lidstaat zijn toegelaten. Wanneer dit orgaan uit slechts twee leden bestaat, moet één van deze leden een met de wettelijke controle belaste accountant zijn die, dan wel een accountantskantoor zijn dat in een lidstaat is toegelaten.

c) een meerderheid van ten hoogste 75% van de leden van het leidinggevende of bestuursorgaan van het kantoor bestaat uit accountantskantoren die in een lidstaat zijn toegelaten, of uit natuurlijke personen die ten minste voldoen aan de in de artikelen 4 en 6 tot 12 gestelde voorwaarden. De lidstaten kunnen bepalen dat dergelijke natuurlijke personen ook in een lidstaat moeten zijn toegelaten. Wanneer dit orgaan uit slechts twee leden bestaat, moet één van deze leden ten minste aan de in dit lid gestelde voorwaarden voldoen;

 

c bis) het kantoor voldoet aan de in artikel 4 gestelde voorwaarden.

Motivering

Dit amendement verduidelijkt de voorwaarden waaronder auditfirma's mogen worden toegelaten.

Amendement 38

ARTIKEL 4

De bevoegde autoriteiten van een lidstaat verlenen slechts toelating aan betrouwbare natuurlijke personen of kantoren die geen werkzaamheden uitoefenen die onverenigbaar zijn met de wettelijke controlefunctie.

De bevoegde autoriteiten van een lidstaat mogen slechts toelating verlenen aan betrouwbare natuurlijke personen of kantoren.

Motivering

Het begrip "betrouwbaar" geeft al aan dat de natuurlijke personen of kantoren geen werkzaamheden uitoefenen die onverenigbaar zijn met de wettelijke controlefunctie.

Amendement 39

ARTIKEL 5

1. De toelating van een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor wordt ingetrokken wanneer de betrouwbaarheid van deze persoon of dat kantoor ernstig in het gedrang is gekomen.

1. De toelating van een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor wordt ingetrokken wanneer de betrouwbaarheid van deze persoon of dat kantoor ernstig in het gedrang is gekomen. De lidstaten kunnen evenwel een redelijk termijn toestaan om aan de betrouwbaarheidsvereisten te voldoen.

2. De toelating van een accountantskantoor wordt ingetrokken wanneer niet langer wordt voldaan aan een van de in artikel 3 gestelde voorwaarden. De lidstaten kunnen evenwel een extra termijn van niet langer dan zes maanden toestaan om aan deze voorwaarden te voldoen.

2. De toelating van een accountantskantoor wordt ingetrokken wanneer niet langer wordt voldaan aan een van de in artikel 3, lid 4, letters b) en c) gestelde voorwaarden. De lidstaten kunnen evenwel een redelijke termijn toestaan om aan deze voorwaarden te voldoen.

 

2 bis. Wanneer de toelating van een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor om welke reden dan ook wordt ingetrokken, deelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de toelating wordt ingetrokken, dit met opgave van de redenen voor de intrekking mee aan de relevante bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor eveneens is toegelaten en die overeenkomstig artikel 16, lid 1, letter b bis) ingeschreven staan in het register van eerstgenoemde lidstaat.

Motivering

Accountants moeten de gelegenheid krijgen aan de in deze richtlijn gestelde eisen inzake betrouwbaarheid te voldoen.

Amendement 40

ARTIKEL 6

Natuurlijke personen kunnen slechts worden toegelaten tot het uitvoeren van wettelijke accountantscontroles wanneer zij, na het niveau te hebben bereikt om tot een universiteit te worden toegelaten, een theoretische opleiding en een praktijkopleiding hebben gevolgd en met goed gevolg een door de staat georganiseerd of erkend vakbekwaamheidsexamen hebben afgelegd waarvan het niveau overeenkomt met een afgesloten universitaire opleiding.

Onverminderd artikel 11 kunnen natuurlijke personen slechts worden toegelaten tot het uitvoeren van wettelijke accountantscontroles wanneer zij, na het niveau te hebben bereikt om tot een universiteit te worden toegelaten of een gelijkwaardig niveau, een theoretische opleiding en een praktijkopleiding hebben gevolgd en met goed gevolg een door de betrokken lidstaat georganiseerd of erkend vakbekwaamheidsexamen hebben afgelegd waarvan het niveau overeenkomt met een afgesloten universitaire opleiding of een gelijkwaardig niveau.

Motivering

Verduidelijkt dat accountants niet in alle lidstaten universitair geschoold zijn.

Amendement 41

ARTIKEL 8

1. De toetsing van de theoretische kennis die deel uitmaakt van het examen, heeft met name betrekking op de volgende vakgebieden:

1. De toetsing van de theoretische kennis die deel uitmaakt van het examen, heeft met name betrekking op de volgende vakgebieden:

a) algemene theorie en beginselen van de boekhouding;

a)algemene theorie en beginselen van de boekhouding;

b) wettelijke voorschriften en normen voor de opstelling van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen;

 

c) internationale standaarden voor jaarrekeningen;

 

d) financiële analyse;

 

e) analytische boekhouding;

 

f) risicomanagement en interne controle,

 

g) accountantscontrole;

 

 

h) wettelijke voorschriften en gedrags- en beroepsnormen betreffende de wettelijke accountantscontrole en de daarmee belaste accountants;

 

i) internationale standaarden voor accountantscontrole;

 

j) beroepsvaardigheden;

 

k) beroepsethiek en onafhankelijkheid.

b) wettelijke voorschriften en normen voor de opstelling van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen;

 

c) internationale standaarden voor jaarrekeningen;

 

d) financiële analyse;

 

e) analytische boekhouding;

 

f) risicomanagement en interne controle,

 

g) accountantscontrole en beroepsvaardigheden;

 

h) wettelijke voorschriften en gedrags- en beroepsnormen betreffende de wettelijke accountantscontrole en de daarmee belaste accountants;

 

i) internationale standaarden voor accountantscontrole;

 

 

 

k) beroepsethiek en onafhankelijkheid.

2. De toetsing heeft ook betrekking op de volgende vakgebieden, voorzover deze voor de accountantscontrole van belang zijn:

2. De toetsing heeft ook ten minste betrekking op de volgende vakgebieden, voorzover deze voor de accountantscontrole van belang zijn:

a) vennootschapsrecht en corporate governance;

 

b) faillissementsrecht en soortgelijke procedures;

 

c) belastingrecht;

 

d) burgerlijk en handelsrecht;

 

e) socialezekerheidsrecht en arbeidsrecht;

 

f) informatietechnologie en informaticasystemen;

 

g) algemene, financiële en bedrijfseconomie;

 

h) wiskunde en statistiek;

 

i)grondbeginselen van financieel bedrijfsbeheer.

a) vennootschapsrecht en corporate governance;

 

b) faillissementsrecht en soortgelijke procedures;

 

c) belastingrecht;

 

d) burgerlijk en handelsrecht;

 

e) socialezekerheidsrecht en arbeidsrecht;

 

f) informatietechnologie en informaticasystemen;

 

g) algemene, financiële en bedrijfseconomie;

 

h) wiskunde en statistiek;

 

i) grondbeginselen van financieel bedrijfsbeheer.

3. De lijst van vakgebieden waarop de in lid 1 bedoelde toetsing van de theoretische kennis betrekking heeft, kan door de Commissie worden aangepast volgens de procedure van artikel 49, lid 2.

3. De lijst van vakgebieden waarop de in lid 1 bedoelde toetsing van de theoretische kennis betrekking heeft, kan door de Commissie worden aangepast volgens de procedure van artikel 49, lid 2. De Commissie houdt bij de vaststelling van uitvoeringsmaatregelen rekening met de ontwikkelingen op het gebied van accountantscontroles en het accountantsberoep.

Motivering

In overeenstemming met de tekst van de Raad.

Amendement 42

ARTIKEL 9, LID 2

2.In afwijking van artikel 7 mogen de lidstaten bepalen dat houders van een universitair of gelijkwaardig diploma voor een of meer van de in artikel 8 genoemde vakgebieden, met betrekking tot die vakgebieden worden vrijgesteld van toetsing van het vermogen om de theoretische kennis in de praktijk toe te passen, indien daarvoor een praktijkopleiding is gevolgd, afgesloten met een door de staat erkend examen of diploma.

Niet van toepassing op de Nederlandse versie.

Amendement 43

ARTIKEL 10, LID 2

2. De lidstaten zien erop toe dat de gehele praktijkopleiding wordt gevolgd bij personen die voldoende waarborgen bieden voor de opleiding van de stagiair.

2. De lidstaten zien erop toe dat de gehele praktijkopleiding wordt gevolgd bij personen die voldoende waarborgen bieden dat zij in staat zijn de praktijkopleiding te verzorgen.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 44

ARTIKEL 11

De lidstaten mogen personen die niet aan de in artikel 6 gestelde eisen voldoen, als met de wettelijke controle belaste accountants toelaten, mits deze personen aantonen dat zij:

De lidstaten mogen personen die niet aan de in artikel 6 gestelde eisen voldoen, als met de wettelijke controle belaste accountants toelaten, mits deze personen aantonen dat zij:

a) gedurende vijftien jaar beroepswerkzaamheden hebben verricht waardoor zij voldoende ervaring op financieel, juridisch en boekhoudkundig gebied verkregen kunnen hebben en met goed gevolg het in artikel 6 bedoelde vakbekwaamheidsexamen hebben afgelegd, ofwel

a) gedurende vijftien jaar beroepswerkzaamheden hebben verricht waardoor zij voldoende ervaring op financieel, juridisch en boekhoudkundig gebied verkregen kunnen hebben en met goed gevolg het in artikel 7 bedoelde vakbekwaamheidsexamen hebben afgelegd, ofwel

b) gedurende zeven jaar op dat gebied beroepswerkzaamheden hebben verricht en bovendien de in artikel 10 bedoelde praktijkopleiding hebben gevolgd en met goed gevolg het in artikel 6 bedoelde vakbekwaamheidsexamen hebben afgelegd.

b) gedurende zeven jaar op dat gebied beroepswerkzaamheden hebben verricht en bovendien de in artikel 10 bedoelde praktijkopleiding hebben gevolgd en met goed gevolg het in artikel 7 bedoelde vakbekwaamheidsexamen hebben afgelegd.

Motivering

Aanpassing van de verwijzing.

Amendement 45

ARTIKEL 12, LID 2

2. De duur van de beroepswerkzaamheden en de praktijkopleiding samen mag niet korter zijn dan de duur van de bij artikel 6 voorgeschreven theoretische opleiding en praktijkopleiding.

2. De duur van de beroepswerkzaamheden en de praktijkopleiding samen mag niet korter zijn dan de duur van de bij artikel 10 voorgeschreven theoretische opleiding en praktijkopleiding.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 46

ARTIKEL 14

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten stellen procedures in voor de toelating van met de wettelijke controle belaste accountants die reeds in andere lidstaten zijn toegelaten. Deze procedures gaan niet verder dan te eisen dat conform artikel 4 van Richtlijn 89/48/EEG van de Raad met goed gevolg een proeve van bekwaamheid wordt afgelegd. Deze proeve van bekwaamheid mag alleen tot doel hebben te beoordelen of de met de wettelijke controle belaste accountant een afdoende kennis bezit van de wet- en regelgeving van de betrokken lidstaat, voorzover deze voor de wettelijke accountantscontrole van belang is.

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten stellen procedures in voor de toelating van met de wettelijke controle belaste accountants die reeds in andere lidstaten zijn toegelaten. Deze procedures gaan niet verder dan te eisen dat conform artikel 4 van Richtlijn 89/48/EEG van de Raad met goed gevolg een proeve van bekwaamheid wordt afgelegd. Deze proeve van bekwaamheid, die wordt afgenomen in één van de talen die volgens het in de betrokken lidstaat geldende talenregime zijn toegestaan, mag alleen tot doel hebben te beoordelen of de met de wettelijke controle belaste accountant een afdoende kennis bezit van de wet- en regelgeving van de betrokken lidstaat, voorzover deze voor de wettelijke accountantscontrole van belang is.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 47

ARTIKEL 15

1. De lidstaten zien erop toe dat met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die zijn toegelaten, conform de artikelen 16 en 17 in een openbaar register zijn ingeschreven.

1. De lidstaten zien erop toe dat met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die zijn toegelaten, conform de artikelen 16 en 17 in een openbaar register zijn ingeschreven. In uitzonderlijke gevallen mogen de lidstaten afzien van toepassing van het bepaalde in de artikelen 15 en 16 inzake openbaarmaking, maar slechts voorzover dit noodzakelijk is om een onmiddellijke, aanzienlijke bedreiging voor de persoonlijke veiligheid van een persoon af te zwakken.

2. De lidstaten zien erop toe dat elke met de wettelijke controle belaste accountant en elk accountantskantoor aan de hand van een individueel nummer in het openbaar register is geïdentificeerd. De registratiegegevens worden in elektronische vorm in het register ingevoerd en bijgehouden, en zijn langs elektronische weg toegankelijk voor het publiek.

2. De lidstaten zien erop toe dat elke met de wettelijke controle belaste accountant en elk accountantskantoor aan de hand van een individueel nummer in het openbaar register is geïdentificeerd. De registratiegegevens worden in elektronische vorm in het register opgeslagen, en zijn langs elektronische weg toegankelijk voor het publiek.

3. Het openbaar register bevat ook naam en adres van de bevoegde autoriteiten die belast zijn met de kwaliteitsborging als bedoeld in artikel 29, met de onderzoeken en sancties tegen met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren als bedoeld in artikel 30, en met het externe toezicht als bedoeld in artikel 31.

3. Het openbaar register bevat ook naam en adres van de bevoegde autoriteiten die belast zijn met de toelating als bedoeld in artikel 3, de kwaliteitsborging als bedoeld in artikel 29, met de onderzoeken en sancties tegen met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren als bedoeld in artikel 30, en met het externe toezicht als bedoeld in artikel 31.

4. De lidstaten zien erop toe dat het in lid 1 bedoelde openbaar register uiterlijk 1 jaar na de in artikel 53, lid 1, vermelde datum volledig operationeel is.

4. De lidstaten zien erop toe dat het in lid 1 bedoelde openbaar register uiterlijk 1 jaar na de in artikel 53, lid 1, vermelde datum volledig operationeel is.

Motivering

Verduidelijking met betrekking tot de registratie van met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren.

Amendement 48

ARTIKEL 16

Wat met de wettelijke controle belaste accountants betreft, bevat het openbaar register ten minste de volgende gegevens:

1. Wat met de wettelijke controle belaste accountants betreft, bevat het openbaar register ten minste de volgende gegevens:

a) naam, adres en registratienummer;

a) naam, adres en registratienummer;

b) in voorkomend geval, naam en adres van het accountantskantoor waarbij de betrokken met de wettelijke controle belaste accountant werkzaam is of waaraan hij als vennoot of anderszins verbonden is.

b) in voorkomend geval, naam, adres, internetadres van de website en registratienummer van het accountantskantoor waarbij de betrokken met de wettelijke controle belaste accountant werkzaam is of waaraan hij als vennoot of anderszins verbonden is.

 

(b bis) elke andere inschrijving als met de wettelijke controle belaste accountant bij de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten en als accountant in derde landen, met inbegrip van de na(a)m(en) van de met de registratie belaste autoriteit(en) en in voorkomend geval het/de registratienummer(s).

 

2. Accountants uit derde landen die overeenkomstig artikel 45 worden ingeschreven, worden in het register duidelijk als zodanig vermeld en niet als met de wettelijke controle belaste accountants.

Motivering

Lid 1: technische verduidelijking. Lid 2: accountants uit derde landen zijn niet in de EU toegelaten en zijn dus geen met de wettelijke controle belaste accountants.

Amendement 49

ARTIKEL 17

Wat accountantskantoren betreft, bevat het openbaar register ten minste de volgende gegevens:

1. Wat accountantskantoren betreft, bevat het openbaar register ten minste de volgende gegevens:

a) naam, adres en registratienummer;

a) naam, adres en registratienummer;

b) rechtsvorm;

b) rechtsvorm;

c) contactgegevens, voornaamste contactpersoon en, in voorkomend geval, internetadres van de website;

c) contactgegevens, voornaamste contactpersoon en, in voorkomend geval, internetadres van de website;

d) adres van elke vestiging in de lidstaat;

d) adres van elke vestiging in de lidstaat;

e) naam en registratienummer van alle met de wettelijke controle belaste accountants die bij het accountantskantoor werkzaam zijn of die als vennoot of anderszins aan het kantoor verbonden zijn;

e) naam en registratienummer van alle met de wettelijke controle belaste accountants die bij het accountantskantoor werkzaam zijn of die als vennoot of anderszins aan het kantoor verbonden zijn;

f) naam en kantooradres van alle eigenaars en aandeelhouders;

f) naam en kantooradres van alle eigenaars en aandeelhouders;

g) naam en kantooradres van alle leden van het leidinggevende of bestuursorgaan;

g) naam en kantooradres van alle leden van het leidinggevende of bestuursorgaan;

h) in voorkomend geval, het lidmaatschap van een netwerk en een lijst van de namen en adressen van de daartoe behorende kantoren en verbonden partijen, of vermelding van de plaats waar deze gegevens toegankelijk zijn voor het publiek.

h) in voorkomend geval, het lidmaatschap van een netwerk en een lijst van de namen en adressen van de daartoe behorende kantoren en verbonden partijen, of vermelding van de plaats waar deze gegevens toegankelijk zijn voor het publiek;

 

h bis) elke andere inschrijving als accountantskantoor bij de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten en als accountantsinstelling in derde landen, met inbegrip van de na(a)m(en) van de met de registratie belaste autoriteit(en) en in voorkomend geval het/de registratienummer(s).

 

2. Accountantsinstellingen uit derde landen die overeenkomstig artikel 45 worden ingeschreven, worden in het register duidelijk als zodanig vermeld en niet als accountantskantoren.

Motivering

Lid 1: technische verduidelijking. Lid 2: accountants uit derde landen zijn niet in de EU toegelaten en zijn dus geen met de wettelijke controle belaste accountants.

Amendement 50

ARTIKEL 19

De in overeenstemming met de artikelen 16 en 17 in het openbaar register ingevoerde gegevens worden door de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor ondertekend. Dit kan gebeuren door middel van een elektronische handtekening in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad.

De in overeenstemming met de artikelen 16, 17 en 18 aan de relevante bevoegde autoriteiten verstrekte gegevens worden door de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor ondertekend. Indien de bevoegde autoriteit de mogelijkheid van elektronische gegevensverstrekking biedt, kan dit bijvoorbeeld gebeuren door middel van een elektronische handtekening in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Motivering

Het elektronisch verstrekken van gegevens leidt tot een administratieve lastenverlaging in de Europese Unie.

Amendement 51

HOOFDSTUK IV, TITEL

Beroepsethiek en beroepsgeheim

Beroepsethiek, beroepsgeheim en onafhankelijkheid

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 52

ARTIKEL 21

1. De lidstaten zien erop toe dat voor alle met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren beginselen van de beroepsethiek gelden die ten minste betrekking hebben op hun algemene verantwoordelijkheid jegens het publiek, hun integriteit en objectiviteit, alsmede hun vakbekwaamheid en zorgplicht.

1. De lidstaten zien erop toe dat voor alle met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren beginselen van de beroepsethiek gelden. Deze hebben ten minste betrekking op hun verantwoordelijkheid voor het openbaar belang, hun integriteit en objectiviteit, alsmede hun vakbekwaamheid en zorgplicht.

2. De Commissie mag uitvoeringsmaatregelen op het gebied van beroepsethiek vaststellen volgens de procedure van artikel 49, lid 2.

2. Teneinde het vertrouwen in de functie van de accountantscontrole en de uniforme toepassing van lid 1 te verzekeren, mag de Commissie volgens de procedure van artikel 49, lid 2 uitvoeringsmaatregelen op het gebied van beginselen van de beroepsethiek vaststellen.

Motivering

Verduidelijking van het begrip beroepsethiek.

Amendement 53

ARTIKEL 22

Artikel 22

Geheimhouding en beroepsgeheim

Artikel 23

Geheimhouding en beroepsgeheim

1. De lidstaten zien erop toe dat alle gegevens en documenten waartoe de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor toegang heeft bij de uitvoering van een wettelijke accountantscontrole, beschermd zijn door middel van passende regels op het gebied van geheimhouding en beroepsgeheim.

1. De lidstaten zien erop toe dat alle gegevens en documenten waartoe de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor toegang heeft bij de uitvoering van een wettelijke accountantscontrole, beschermd zijn door middel van passende regels op het gebied van geheimhouding en beroepsgeheim.

2. De regels op het gebied van geheimhouding en beroepsgeheim welke op met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren betrekking hebben, staan noch de handhaving van standaarden voor jaarrekeningen door de nationale bevoegde autoriteiten, noch de uitwisseling van relevante informatie met andere accountants of met de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten overeenkomstig artikel 34 in geval van accountantscontroles bij internationale groepen in de weg.

2. De regels op het gebied van geheimhouding en beroepsgeheim welke op met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren betrekking hebben, mogen de uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn niet in de weg staan.

 

3. Wanneer een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor wordt vervangen door een andere met de wettelijke controle belaste accountant of een ander accountantskantoor, verleent de voormalige accountant of het voormalige accountantskantoor de nieuwe accountant of het nieuwe accountantskantoor toegang tot alle relevante informatie aangaande de gecontroleerde instelling.

 

4. Een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor die/dat niet langer bij een specifieke accountantscontrole betrokken is, of een voormalig met de wettelijke controle belast accountant of accountantskantoor blijft onderworpen aan het bepaalde in de leden 1 en 2 voor wat die specifieke controle betreft.

Motivering

Bundeling van de diverse amendementen op de verschillende leden van artikel 22 over geheimhouding en beroepsgeheim.

Amendement 54

HOOFDSTUK V, TITEL

Hoofdstuk V

Onafhankelijkheid

Schrappen

(Hoofdstukken IV en V zijn samengevoegd)

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 55

ARTIKEL 23

Artikel 23

Onafhankelijkheid en objectiviteit

Artikel 22

Onafhankelijkheid en objectiviteit

1. De lidstaten zien erop toe dat wanneer een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor een wettelijke accountantscontrole uitvoert, de accountant of het kantoor onafhankelijk is van de gecontroleerde entiteit en op generlei wijze betrokken is bij bestuursbeslissingen van de gecontroleerde entiteit. Een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor mag niet tot de uitvoering van een wettelijke accountantscontrole overgaan wanneer er tussen de accountant of het kantoor en de gecontroleerde entiteit enigerlei financiële, zakelijke, arbeids- of andere relatie bestaat – waaronder ook de verlening van nevendiensten is begrepen – die de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor eventueel in het gedrang kan brengen.

1. De lidstaten zien erop toe dat wanneer de met de wettelijke controle belaste accountant en/of het accountantskantoor een wettelijke accountantscontrole uitvoert, de accountant of het kantoor onafhankelijk is van de gecontroleerde entiteit en niet betrokken is bij de besluitvorming van de gecontroleerde entiteit.

 

1 bis. De lidstaten zien erop toe dat een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor afziet van een wettelijke controle indien er sprake is van enige directe of indirecte financiële, zakelijke, arbeids- of andere relatie tussen de met de wettelijke controle belaste accountant, het accountantskantoor of het netwerk - inclusief de verlening van bijkomende niet-controlediensten - en de gecontroleerde entiteit, op grond waarvan een objectieve, redelijke en goed geïnformeerde derde partij zou concluderen dat de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor in het gedrang komt. Indien de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor wordt bedreigd, bijvoorbeeld door zelfcontrole, een eigen belang, voorspraak, bekendheid of vertrouwen of intimidatie, moet de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor veiligheidsmaatregelen nemen om dergelijke bedreigingen af te zwakken. Indien de omvang van de bedreigingen in vergelijking met de genomen veiligheidsmaatregelen zodanig is dat de onafhankelijkheid in het gedrang komt, ziet de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor van de controle af. Ten aanzien van de op lidmaatschap gebaseerde controle-entiteiten dragen de lidstaten er zorg voor dat wanneer een dergelijke controle-entiteit een wettelijke controle bij een van haar leden uitvoert, de beginselen van onafhankelijkheid van toepassing zijn op de accountants die de controle uitvoeren, alsmede op degenen die wellicht invloed op de wettelijke controle kunnen uitoefenen.

De lidstaten zorgen er daarnaast met betrekking tot controles van instellingen van openbaar belang voor dat een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor, indien dit nodig is om de onafhankelijkheid van deze accountant of dit accountantskantoor te waarborgen, afziet van de wettelijke controle in het geval van zelfcontrole of een eigen belang.

2. De lidstaten zien erop toe dat de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor alle bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid en de veiligheidsmaatregelen die zijn genomen om deze bedreigingen af te zwakken, op schrift stelt in controledocumenten.

2. De lidstaten zien erop toe dat de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor alle aanzienlijke bedreigingen voor zijn of haar onafhankelijkheid en de veiligheidsmaatregelen die zijn genomen om deze bedreigingen af te zwakken, op schrift stelt in controledocumenten.

 

2 bis. Teneinde het vertrouwen in de functie van de accountantscontrole en de uniforme toepassing van de leden 1 en 2 te verzekeren, mag de Commissie volgens de procedure van artikel 49, lid 2 op beginselen gebaseerde uitvoeringsmaatregelen vaststellen betreffende:

a) de in lid 2 bedoelde bedreigingen en veiligheidsmaatregelen;

b) de situaties waarin de omvang van de in lid 2 bedoelde bedreigingen zodanig is dat de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor in het gedrang komt;

c) de in lid 2, tweede alinea bedoelde gevallen van zelfcontrole of eigen belang waarin een wettelijke controle al dan niet mag worden verricht.

Motivering

Bundeling van de voorstellen in de verschillende amendementen op dit artikel, om duidelijke, strenge eisen te stellen aan de onafhankelijkheid van de accountant ten aanzien van de gecontroleerde entiteit, waaronder op lidmaatschap gebaseerde controle-entiteiten. Deze laatste hebben geen winstoogmerk en hun juridische, organisatorische en persoonlijke onafhankelijkheid van de leden is gewaarborgd. Daarom is het voldoende als aan de onafhankelijkheidsvereisten wordt voldaan door de afzonderlijke accountant en anderen die wellicht invloed op de wettelijke controle kunnen uitoefenen.

Amendement 56

ARTIKEL 25, LETTER A)

a) toereikend moeten zijn om een accountantscontrole van goede kwaliteit mogelijk te maken;

Schrappen

Motivering

Het is aan de markt om te beslissen of de honoraria voor de wettelijke accountantscontroles toereikend zijn of niet.

Amendement 57

ARTIKEL 26

1. De lidstaten schrijven voor dat met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren hun wettelijke accountantscontroles moeten uitvoeren met inachtneming van de internationale standaarden voor accountantscontrole die door de Commissie zijn goedgekeurd volgens de procedure van artikel 49, lid 2.

1. De lidstaten schrijven voor dat met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren hun wettelijke accountantscontroles moeten uitvoeren met inachtneming van de internationale standaarden voor accountantscontrole die door de Commissie zijn goedgekeurd volgens de procedure van artikel 49, lid 2. De lidstaten kunnen een nationale standaard voor accountantscontrole toepassen zolang de Commissie geen internationale standaard voor accountantscontrole over hetzelfde aspect heeft goedgekeurd. De volledige tekst van goedgekeurde internationale standaarden voor accountantscontrole wordt in alle officiële talen van de Gemeenschap gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2. De Commissie keurt internationale standaarden voor accountantscontrole enkel goed voor toepassing in de Gemeenschap wanneer deze standaarden:

2. De Commissie kan volgens de in artikel 49, lid 2 vermelde procedure een besluit nemen over de toepasselijkheid in de Gemeenschap van internationale standaarden voor accountantscontrole. De Commissie keurt internationale standaarden voor accountantscontrole enkel goed voor toepassing in de Gemeenschap wanneer deze standaarden:

a) internationaal algemeen aanvaard zijn en volgens geijkte procedures, onder extern toezicht en op transparante wijze zijn opgesteld;

a) internationaal algemeen aanvaard zijn en volgens geijkte procedures, onder extern toezicht en op transparante wijze zijn opgesteld;

b) een grote geloofwaardigheid verlenen aan jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen in overeenstemming met de beginselen die zijn neergelegd in artikel 2, lid 3, van Richtlijn 78/660/EEG en artikel 16, lid 3, van Richtlijn 83/349/EEG;

b) bijdragen tot een grote geloofwaardigheid en hoge kwaliteit van jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen in overeenstemming met de beginselen die zijn neergelegd in artikel 2, lid 3, van Richtlijn 78/660/EEG en artikel 16, lid 3, van Richtlijn 83/349/EEG, en

c) bevorderlijk zijn voor het Europees algemeen belang.

c) bevorderlijk zijn voor het Europees algemeen belang.

3. De lidstaten mogen alleen aanvullende controleprocedures verplicht stellen indien deze voortvloeien uit specifieke vereisten in verband met het voorwerp van de wettelijke accountantscontrole. De lidstaten stellen de Commissie van deze aanvullende procedures in kennis.

3. De lidstaten mogen alleen controleprocedures of -vereisten die een aanvulling zijn op - of in uitzonderlijke gevallen een uitsluiting inhouden van - delen van de in lid 1 bedoelde internationale standaarden voor accountantscontrole, verplicht stellen indien deze voortvloeien uit specifieke nationale wettelijke vereisten in verband met het voorwerp van de wettelijke accountantscontrole. De lidstaten dragen er zorg voor dat deze controleprocedures of -vereisten voldoen aan het bepaalde in artikel 2, onder b) en c), en stellen de Commissie en de lidstaten hiervan in kennis alvorens zij worden goedgekeurd. In het uitzonderlijke geval van uitsluiting van delen van een internationale standaard voor accountantscontrole stellen de lidstaten de Commissie en de andere lidstaten ten minste zes maanden voor de nationale goedkeuring in kennis van hun specifieke nationale wettelijke vereisten en de redenen voor handhaving ervan of, in het geval van vereisten die al bestonden op het tijdstip van goedkeuring van een internationale standaard voor accountantscontrole, uiterlijk drie maanden na goedkeuring van de relevante internationale standaard voor accountantscontrole.

 

4. De lidstaten mogen gedurende een termijn van twee jaar na afloop van de in artikel 53, lid 1 bedoelde omzettingsperiode aanvullende vereisten inzake de wettelijke controle van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen verplicht stellen.

Motivering

Bundeling van de diverse amendementen op de verschillende leden van artikel 26. In lid 2, onder a) is het voorstel van de ECON-commissie opgenomen en voor lid 3 wordt een compromistekst voorgesteld.

Amendement 58

ARTIKEL 27, LETTER B)

b) de groepsaccountant, wanneer een onderdeel van de groep is gecontroleerd door een met de wettelijke controle belaste accountant die, dan wel een accountantskantoor dat is toegelaten in een andere lidstaat dan die van de groepsaccountant, schriftelijke informatie bijhoudt over zijn beoordeling van de controlewerkzaamheden die door de andere met de wettelijke controle belaste accountant of het andere accountantskantoor zijn verricht;

b) de groepsaccountant een beoordeling uitvoert en schriftelijke informatie bijhoudt over zijn of haar beoordeling van de controlewerkzaamheden die door accountants uit derde landen, met de wettelijke controle belaste accountants, accountantsinstellingen uit derde landen of accountantskantoren zijn verricht met het oog op de accountantscontrole van de groep. De door de groepsaccountant bijgehouden informatie moet afdoende zijn om de relevante bevoegde autoriteit in staat te stellen het werk van de groepsaccountant goed te beoordelen;

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 59

ARTIKEL 27, LETTER C)

c) de groepsaccountant, wanneer een onderdeel van de groep is gecontroleerd door een met de wettelijke controle belaste accountant die, dan wel een accountantskantoor dat niet in een lidstaat is toegelaten, louter met het oog op de accountantscontrole van de groep een afschrift bijhoudt van de documenten die op de controlewerkzaamheden van de andere accountant of het andere accountantskantoor betrekking hebben, met inbegrip van een afschrift van de controledocumenten.

c) de groepsaccountant, wanneer een onderdeel van een groep ondernemingen is gecontroleerd door accountant(s) of accountantsinstelling(en) uit een derde land dat geen samenwerkings-overeenkomst heeft zoals bedoeld in artikel 47, verantwoordelijk is voor de aanlevering, indien gevraagd, aan de toezichthoudende autoriteiten van de documenten die op de controlewerkzaamheden van de accountant(s) of accountantsinstelling(en) uit het derde land betrekking hebben, met inbegrip van de werkdocumenten met betrekking tot de groepscontrole. Voor het waarborgen van deze aanlevering behoudt de groepsaccountant een afschrift van deze documenten of komt hij met de accountant(s) of accountantsinstelling(en) uit het derde land overeen dat hij zelf, op verzoek, onbeperkt toegang tot deze documenten heeft of neemt hij alle andere passende maatregelen. Indien werkdocumenten met betrekking tot een controle om wettelijke of andere redenen niet vanuit een derde land aan de groepsaccountant kunnen worden doorgegeven, moet uit de door de groepsaccountant bijgehouden documentatie blijken dat hij of zij de passende procedures heeft gevolgd om toegang tot de controledocumenten te verkrijgen en, in het geval van andere dan wettelijke belemmeringen die voortvloeien uit de nationale wetgeving, dat een dergelijke belemmering bestaat.

Motivering

Kleine aanpassing van amendement 127; sluit aan bij de meest recente tekst van de Raad.

Amendement 60

ARTIKEL 28, LID 1

1. Wanneer de accountantscontrole wordt uitgevoerd door een accountantskantoor, wordt de accountantsverklaring ondertekend door de met de wettelijke controle belaste accountant(s) die namens het accountantskantoor de wettelijke accountantscontrole heeft (hebben) verricht.

1. Wanneer de accountantscontrole wordt uitgevoerd door een accountantskantoor, wordt de accountantsverklaring ondertekend door de met de wettelijke controle belaste accountant(s) die namens het accountantskantoor de wettelijke accountantscontrole heeft (hebben) verricht. In buitengewone omstandigheden kunnen de lidstaten bepalen dat deze handtekening niet openbaar hoeft te worden gemaakt indien dit tot een direct en significant gevaar voor de persoonlijke veiligheid van enig persoon zou kunnen leiden. De naam /namen van de betrokken persoon/personen is/zijn in ieder geval bekend bij de bevoegde autoriteiten.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 61

ARTIKEL 28, LID 2

2. De Commissie kan volgens de procedure van artikel 49, lid 2, een gemeenschappelijke standaardaccountantsverklaring invoeren voor jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen die conform goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen zijn opgesteld.

2. Onverminderd artikel 51, lid 1, letter a) van richtlijn 78/660/EEG en in het geval dat de Commissie geen gemeenschappelijke standaardaccountantsverklaring heeft ingevoerd overeenkomstig artikel 26, lid 1, kan de Commissie, om het publieke vertrouwen in accountantscontroles te vergroten, volgens de procedure van artikel 49, lid 2, een gemeenschappelijke standaardaccountantsverklaring invoeren voor jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen die conform goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen zijn opgesteld.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 62

ARTIKEL 29

1. De lidstaten zien erop toe dat alle met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren vallen onder een kwaliteitsborgingsstelsel dat ten minste aan de volgende criteria voldoet:

1. De lidstaten zien erop toe dat alle met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren vallen onder een kwaliteitsborgingsstelsel dat ten minste aan de volgende criteria voldoet:

a) het kwaliteitsborgingsstelsel is op zodanige wijze opgezet dat het los staat van de met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die in het kader ervan worden beoordeeld, en dat het onderworpen is aan extern toezicht als omschreven in hoofdstuk IX;

a) het kwaliteitsborgingsstelsel is op zodanige wijze opgezet dat het los staat van de met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die in het kader ervan worden beoordeeld, en dat het onderworpen is aan extern toezicht als omschreven in hoofdstuk IX;

b) de financiering van het kwaliteitsborgingsstelsel is afdoende verzekerd en gevrijwaard tegen enigerlei ongewenste beïnvloeding door met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren;

b) de financiering van het kwaliteitsborgingsstelsel is afdoende verzekerd en gevrijwaard tegen enigerlei ongewenste beïnvloeding door met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren;

c) aan het kwaliteitsborgingsstelsel zijn voldoende middelen toegewezen;

c) aan het kwaliteitsborgingsstelsel zijn voldoende middelen toegewezen;

d) de personen die de kwaliteitsbeoordelingen verrichten, beschikken over passende beroepskwalificaties en relevante beroepservaring op het gebied van wettelijke accountantscontrole en financiële verslaggeving, en hebben tevens een specifieke opleiding voor de uitvoering van kwaliteitsbeoordelingen genoten;

d) de personen die de kwaliteitsbeoordelingen verrichten, beschikken over passende beroepskwalificaties en relevante beroepservaring op het gebied van wettelijke accountantscontrole en financiële verslaggeving, en hebben tevens een specifieke opleiding voor de uitvoering van kwaliteitsbeoordelingen genoten;

e) de selectie van beoordelaars voor het verrichten van specifieke kwaliteitsbeoordelingen vindt plaats volgens een objectieve procedure om belangenconflicten te voorkomen tussen de beoordelaars en de met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die worden beoordeeld;

e) de selectie van beoordelaars voor het verrichten van specifieke kwaliteitsbeoordelingen vindt plaats volgens een objectieve procedure om belangenconflicten te voorkomen tussen de beoordelaars en de met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die worden beoordeeld;

f) de kwaliteitsbeoordeling omvat onder meer een evaluatie van het interne kwaliteitscontrolesysteem van het accountantskantoor op basis van een afdoende toetsing van een selectie van controledossiers om na te gaan of deze voldoen aan de toepasselijke standaarden voor accountantscontrole en onafhankelijkheidseisen;

f) de kwaliteitsbeoordeling, op basis van een afdoende toetsing van een selectie van controledossiers, omvat onder meer een evaluatie van de naleving van de toepasselijke standaarden voor accountantscontrole en onafhankelijkheidseisen, van de kwantiteit en kwaliteit van ingezette middelen, van de in rekening gebrachte honoraria voor accountantscontroles en van het interne kwaliteitscontrolesysteem van het accountantskantoor;

g) de kwaliteitsbeoordeling resulteert in de opstelling van een verslag waarin de voornaamste conclusies van de kwaliteitsbeoordeling zijn opgenomen;

g) de kwaliteitsbeoordeling resulteert in de opstelling van een verslag waarin de voornaamste conclusies van de kwaliteitsbeoordeling zijn opgenomen;

h) ten minste om de zes jaar vindt er een kwaliteitsbeoordeling plaats;

h) ten minste om de zes jaar vindt er een kwaliteitsbeoordeling plaats;

i) de algemene resultaten van het kwaliteitsborgingsstelsel worden jaarlijks openbaar gemaakt;

i) de algemene resultaten van het kwaliteitsborgingsstelsel worden jaarlijks openbaar gemaakt;

j) de uit de kwaliteitsbeoordelingen voortvloeiende aanbevelingen worden binnen een redelijke termijn opgevolgd door de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor.

j) de uit de kwaliteitsbeoordelingen voortvloeiende aanbevelingen worden binnen een redelijke termijn opgevolgd door de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor.

Ingeval er aan de in de eerste alinea, onder j), bedoelde aanbevelingen geen gevolg wordt gegeven, worden tegen de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor tuchtmaatregelen of sancties getroffen als bedoeld in artikel 30.

Ingeval er aan de in de eerste alinea, onder j), bedoelde aanbevelingen geen gevolg wordt gegeven, worden tegen de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor, indien van toepassing, tuchtmaatregelen of sancties getroffen als bedoeld in artikel 30.

2. De Commissie kan volgens de procedure van artikel 49, lid 2, uitvoeringsmaatregelen vaststellen met betrekking tot kwaliteitsborgingsstelsels.

2. De Commissie kan volgens de procedure van artikel 49, lid 2, uitvoeringsmaatregelen vaststellen om het publieke vertrouwen in accountantscontroles te vergroten en om uniforme toepassing van lid 1, onder a), b), en e) tot j), te garanderen.

Motivering

Sluit aan bij de tekst van de Raad.

Amendement 63

ARTIKEL 30, LID 2

2. Onverminderd hun wettelijkeaansprakelijkheidsregelingen leggen de lidstaten doeltreffende, evenredige en afschrikkende civielrechtelijke, administratieve of strafrechtelijke straffen op aan met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren wanneer wettelijke accountantscontroles niet conform deze richtlijn zijn uitgevoerd.

2. Onverminderd hun wettelijkeaansprakelijkheidsregelingen leggen de lidstaten doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties op aan met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren wanneer wettelijke accountantscontroles niet conform de toepassingsbepalingen van deze richtlijn zijn uitgevoerd.

Motivering

Het moet aan de lidstaten worden overgelaten de sancties vast te stellen voor het niet conform de toepassingsbepalingen van de richtlijn uitvoeren van accountantscontroles.

Amendement 64

ARTIKEL 30, LID 3

3. De lidstaten bepalen dat iedere maatregel of sanctie die aan met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren is opgelegd, op passende wijze openbaar wordt gemaakt. De sancties omvatten ook de mogelijkheid de toelating van met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren in te trekken.

3. De lidstaten bepalen dat maatregelen of sancties die aan met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren zijn opgelegd, op passende wijze openbaar worden gemaakt. De sancties omvatten ook de mogelijkheid de toelating in te trekken.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 65

ARTIKEL 30 BIS (nieuw)

 

Artikel 30 bis

Aansprakelijkheid van accountants

 

De Commissie dient voor eind 2006 een verslag in over het effect van de huidige nationale aansprakelijkheidsregelingen voor de uitvoering van wettelijke accountantscontroles op de Europese kapitaalmarkten en op de verzekeringsvoorwaarden voor met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren, waaronder een analyse van de beperkingen van de financiële aansprakelijkheid. De Commissie organiseert zo nodig een openbare raadpleging. Rekening houdend met dit verslag doet de Commissie, indien zij dit dienstig acht, aanbevelingen aan de lidstaten.

Motivering

Sluit aan bij het compromis dat tijdens de informele triloog is overeengekomen.

Amendement 66

ARTIKEL 31, LID 3

3. Het externetoezichtstelsel wordt beheerd door personen die geen accountant zijn maar voldoende bekend zijn met de vakgebieden die voor de wettelijke accountantscontrole van belang zijn. De lidstaten kunnen evenwel toestaan dat een minderheid van accountants bij het beheer van het externetoezichtstelsel is betrokken. De bij het externe toezicht betrokken personen worden geselecteerd volgens een onafhankelijke en transparante benoemingsprocedure.

3. Het externetoezichtstelsel wordt beheerd door personen die geen accountant zijn maar voldoende bekend zijn met de vakgebieden die voor de wettelijke accountantscontrole van belang zijn. De lidstaten kunnen evenwel toestaan dat een minderheid van accountants bij het beheer van het externetoezichtstelsel is betrokken. De bij het bestuur van het externe toezichtsysteem betrokken personen worden geselecteerd volgens een onafhankelijke en transparante benoemingsprocedure.

Motivering

In overeenstemming met de tekst van de Raad.

Amendement 67

ARTIKEL 31, LID 7

7. Aan het externetoezichtstelsel zijn voldoende financiële middelen toegewezen. De financiering van het stelsel is afdoende verzekerd en gevrijwaard tegen enigerlei ongewenste beïnvloeding door met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren.

7. Aan het externetoezichtstelsel zijn voldoende financiële middelen toegewezen. De financiering van het stelsel is afdoende verzekerd en gevrijwaard tegen ongewenste beïnvloeding door met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren.

Motivering

In overeenstemming met de tekst van de Raad.

Amendement 68

ARTIKEL 32

De lidstaten zien erop toe dat de op externetoezichtstelsels toepasselijke wettelijke regelingen een effectieve coördinatie op Gemeenschapsniveau van de toezichtactiviteiten van de lidstaten mogelijk maken. Te dien einde wijzen de lidstaten één entiteit aan die specifiek verantwoordelijk is voor de samenwerking. Deze samenwerking omvat ook de mogelijkheid dat het externetoezichtstelsel van elke lidstaat door andere lidstaten wordt beoordeeld.

De lidstaten zien erop toe dat de op externetoezichtstelsels toepasselijke wettelijke regelingen een effectieve coördinatie op Gemeenschapsniveau van de toezichtactiviteiten van de lidstaten mogelijk maken. Te dien einde wijzen de lidstaten één entiteit aan die specifiek verantwoordelijk is voor de samenwerking.

Motivering

De Commissie dient verantwoordelijk te zijn voor de kwaliteit van het externetoezichtstelsel in de Unie.

Amendement 69

ARTIKEL 33 BIS (nieuw)

 

Artikel 33 bis

Aanwijzing van bevoegde autoriteiten

 

1. De lidstaten wijzen één of meerdere bevoegde autoriteiten aan voor de in deze richtlijn bedoelde taken. De lidstaten stellen de Commissie van de aangewezen autoriteit(en) op de hoogte.

 

2. De bevoegde autoriteiten zijn zodanig georganiseerd dat belangenconflicten worden vermeden.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 70

ARTIKEL 34

Artikel 34

Samenwerking tussen nationale toezichthouders bij onderzoeken

Artikel 34

Beroepsgeheim en samenwerking tussen nationale toezichthouders

1. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten werken onderling samen wanneer dat nodig is voor de vervulling van hun taken op het gebied van het toezicht op met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die door hen zijn toegelaten. De bevoegde autoriteiten verlenen assistentie aan de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten. Meer in het bijzonder wisselen zij informatie uit en werken zij samen bij onderzoeksactiviteiten die op wettelijke accountantscontroles betrekking hebben.

1. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten die met de toelating, registerinschrijving, kwaliteitsborging, toezicht en sancties belast zijn, werken onderling samen wanneer dat nodig is voor de vervulling van hun respectieve taken uit hoofde van deze richtlijn. De bevoegde autoriteiten die in een lidstaat met de toelating, registerinschrijving, kwaliteitsborging, toezicht en sancties belast zijn, verlenen assistentie aan de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten. Meer in het bijzonder wisselen de bevoegde autoriteiten informatie uit en werken zij samen bij onderzoeken die op de uitvoering van wettelijke accountantscontroles betrekking hebben.

2. De bevoegde autoriteiten verstrekken op verzoek onmiddellijk alle inlichtingen die voor het in lid 1 genoemde doel noodzakelijk zijn. Indien nodig, stelt de aangezochte bevoegde autoriteit onverwijld de maatregelen vast die vereist zijn om de gevraagde informatie te verzamelen. Indien de aangezochte bevoegde autoriteit niet bij machte is de gevraagde informatie onmiddellijk te verstrekken, stelt zij de verzoekende bevoegde autoriteit van de redenen hiervan in kennis. De aldus verstrekte informatie valt onder de geheimhoudingsplicht waartoe eenieder gehouden is die bij de bevoegde autoriteiten die de informatie ontvangen, werkzaam is of is geweest.

2. De geheimhoudingsplicht geldt voor eenieder die bij de bevoegde autoriteiten werkzaam is of is geweest. Informatie die onder de geheimhoudingsplicht valt, mag aan geen enkele persoon of autoriteit openbaar worden gemaakt, behalve wanneer dit wordt vereist door de wetgeving, regelgeving of administratieve procedures van een lidstaat.

De bevoegde autoriteiten kunnen weigeren om aan een verzoek om inlichtingen gevolg te geven indien:

 

a) het verstrekken van de inlichtingen gevaar zou kunnen opleveren voor de soevereiniteit, de veiligheid of de openbare orde van de aangezochte lidstaat;

 

b) indien voor dezelfde feiten en tegen dezelfde met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren reeds een gerechtelijke procedure is ingeleid bij de autoriteiten van de aangezochte lidstaat; of

 

c) indien voor dezelfde feiten en tegen dezelfde personen in de aangezochte lidstaat reeds een onherroepelijke uitspraak is gedaan.

 

Onverminderd hun verplichtingen in het kader van strafrechtelijke procedures mogen de bevoegde autoriteiten die op grond van lid 1 informatie ontvangen, deze uitsluitend gebruiken voor de uitoefening van hun functies in de zin van deze richtlijn, alsmede in het kader van bestuursrechtelijke of gerechtelijke procedures die specifiek met de uitoefening van deze functies verband houden.

 

3. Wanneer een bevoegde autoriteit ervan overtuigd is dat er op het grondgebied van een andere lidstaat handelingen worden of zijn uitgevoerd die strijdig zijn met de bepalingen van deze richtlijn, geeft zij hiervan zo specifiek mogelijk kennis aan de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat. De bevoegde autoriteit van de andere lidstaat neemt de nodige maatregelen en stelt de kennisgevende bevoegde autoriteit van het resultaat in kennis, alsmede, voorzover mogelijk, van belangrijke tussentijdse ontwikkelingen.

3. Lid 2 weerhoudt bevoegde autoriteiten niet van het uitwisselen van vertrouwelijke informatie. De aldus uitgewisselde informatie valt onder de geheimhoudingsplicht waartoe eenieder gehouden is die bij de bevoegde autoriteiten werkzaam is of is geweest.

4. Een bevoegde autoriteit van een lidstaat kan verzoeken dat een onderzoek wordt verricht door de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat op het grondgebied van die lidstaat.

4. De bevoegde autoriteiten verstrekken op verzoek en zonder onnodige vertraging alle inlichtingen die voor het in lid 1 genoemde doel noodzakelijk zijn. Indien nodig, stelt de aangezochte bevoegde autoriteit zonder onnodige vertraging de maatregelen vast die vereist zijn om de gevraagde informatie te verzamelen. Indien de aangezochte bevoegde autoriteit niet bij machte is de gevraagde informatie zonder onnodige vertraging te verstrekken, stelt zij de verzoekende bevoegde autoriteit van de redenen hiervan in kennis. De aldus verstrekte informatie valt onder de geheimhoudingsplicht waartoe eenieder gehouden is die bij de bevoegde autoriteiten die de informatie ontvangen, werkzaam is of is geweest.

Verder kan zij verzoeken dat aan een aantal leden van haar personeel toestemming wordt verleend om de leden van het personeel van de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat gedurende het onderzoek te vergezellen.

De bevoegde autoriteiten kunnen weigeren om aan een verzoek om inlichtingen gevolg te geven indien:

Het onderzoek wordt evenwel verricht onder de eindverantwoordelijkheid van de lidstaat op het grondgebied waarvan het onderzoek plaatsvindt.

a) het verstrekken van de inlichtingen gevaar zou kunnen opleveren voor de soevereiniteit, de veiligheid of de openbare orde van de aangezochte lidstaat of in strijd zou zijn met de nationale veiligheidsvoorschriften, of

De bevoegde autoriteiten kunnen een verzoek om een onderzoek zoals bedoeld in de eerste alinea, of een verzoek dat leden van hun personeel worden vergezeld door leden van het personeel van de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat zoals bedoeld in de tweede alinea van dit lid, van de hand wijzen wanneer een dergelijk onderzoek gevaar zou kunnen opleveren voor de soevereiniteit, de veiligheid of de openbare orde van de aangezochte staat, of indien voor dezelfde feiten en tegen dezelfde personen reeds een gerechtelijke procedure is ingeleid bij de autoriteiten van de aangezochte staat, of indien voor dezelfde feiten en tegen dezelfde personen in de aangezochte staat reeds een onherroepelijke uitspraak is gedaan.

b) voor dezelfde feiten en tegen dezelfde met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren reeds een gerechtelijke procedure is ingeleid bij de autoriteiten van de aangezochte lidstaat, of

c) voor dezelfde feiten en tegen dezelfde personen in de aangezochte lidstaat reeds een onherroepelijke uitspraak is gedaan.

 

Onverminderd hun verplichtingen in het kader van gerechtelijke procedures mogen de bevoegde autoriteiten die op grond van lid 1 informatie ontvangen, deze uitsluitend gebruiken voor de uitoefening van hun functies in de zin van deze richtlijn, alsmede in het kader van bestuursrechtelijke of gerechtelijke procedures die specifiek met de uitoefening van deze functies verband houden.

5. De Commissie kan volgens de procedure van artikel 49, lid 2, uitvoeringsmaatregelen vaststellen voor de procedures inzake de uitwisseling van informatie en grensoverschrijdend onderzoek zoals bedoeld in de leden 2 tot en met 4.

5. Wanneer een bevoegde autoriteit ervan overtuigd is dat er op het grondgebied van een andere lidstaat handelingen worden of zijn uitgevoerd die strijdig zijn met de bepalingen van deze richtlijn, geeft zij hiervan zo specifiek mogelijk kennis aan de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat. De bevoegde autoriteit van de andere lidstaat neemt de nodige maatregelen en stelt de kennisgevende bevoegde autoriteit van het resultaat in kennis, alsmede, voorzover mogelijk, van belangrijke tussentijdse ontwikkelingen.

 

6. Een bevoegde autoriteit van een lidstaat kan verzoeken dat een onderzoek wordt verricht door de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat op het grondgebied van die lidstaat.

 

Verder kan zij verzoeken dat aan een aantal leden van haar personeel toestemming wordt verleend om de leden van het personeel van de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat gedurende het onderzoek te vergezellen.

 

Het onderzoek wordt evenwel verricht onder de eindverantwoordelijkheid van de lidstaat op het grondgebied waarvan het onderzoek plaatsvindt.

 

De bevoegde autoriteiten kunnen een verzoek om een onderzoek zoals bedoeld in de eerste alinea, of een verzoek dat leden van hun personeel worden vergezeld door leden van het personeel van de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat zoals bedoeld in de tweede alinea, van de hand wijzen wanneer een dergelijk onderzoek gevaar zou kunnen opleveren voor de soevereiniteit, de veiligheid of de openbare orde van de aangezochte staat, of indien voor dezelfde feiten en tegen dezelfde personen reeds een gerechtelijke procedure is ingeleid bij de autoriteiten van de aangezochte staat, of indien voor dezelfde feiten en tegen dezelfde personen in de aangezochte staat reeds een onherroepelijke uitspraak is gedaan.

 

7. De Commissie kan volgens de procedure van artikel 49, lid 2, met het oog op het vergemakkelijken van de samenwerking tussen bevoegde autoriteiten, uitvoeringsmaatregelen vaststellen voor de procedures inzake de uitwisseling van informatie en grensoverschrijdend onderzoek zoals bedoeld in de leden 2 tot en met 4.

Motivering

Sluit aan bij de tekst van de Raad.

Amendement 71

ARTIKEL 35

De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor wordt benoemd door de algemene aandeelhoudersvergadering van de gecontroleerde entiteit. In overeenstemming met het interne recht kunnen de lidstaten bepalen dat de benoeming vooraf door de bevoegde toezichthoudende autoriteit moet worden goedgekeurd of dat de benoeming geschiedt door een rechtbank of een andere bij wet aangewezen organisatie.

1. De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor wordt benoemd door de algemene aandeelhouders- of ledenvergadering van de gecontroleerde entiteit.

 

2. De lidstaten mogen alternatieve regelingen of modaliteiten toestaan voor de benoeming van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor, mits deze regelingen of modaliteiten bedoeld zijn om te waarborgen dat de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor onafhankelijk is van de bij het dagelijks bestuur betrokken leden van het leidinggevend orgaan of bestuursorgaan van de gecontroleerde entiteit.

Motivering

De uitdrukking "aandeelhouders of leden" is gebruikelijk in het communautair acquis en weerspiegelt de verschillen tussen de vormen van corporate governance in de lidstaten van de EU.

Amendement 72

ARTIKEL 36, LID 2

2. Zowel de gecontroleerde entiteit als de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor stelt de voor het externe toezicht bevoegde autoriteit of autoriteiten in kennis van het ontslag en geeft hiervoor een afdoende motivering.

2. De lidstaten zien erop toe dat de gecontroleerde entiteit en de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor de voor het externe toezicht bevoegde autoriteit of autoriteiten in kennis stellen van het ontslag gedurende de benoemingsperiode en geeft hiervoor een afdoende motivering.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 73

ARTIKEL 37

Communicatie tussen de gecontroleerde entiteit en
de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor

Toepassing op niet-beursgenoteerde instellingen van openbaar belang

De lidstaten zien erop toe dat er adequate voorschriften zijn vastgesteld die voorzien in een doeltreffende communicatie tussen de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor en de gecontroleerde entiteit, en dat de gecontroleerde entiteit voldoende bescheiden over deze communicatie bijhoudt.

De lidstaten kunnen instellingen van openbaar belang die geen tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten effecten zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 18 van Richtlijn 2004/39/EG hebben uitgegeven, en hun met de wettelijke controle belaste accountant(s) of accountantskanto(o)r(en) vrijstellen van één of meerdere van de eisen in dit hoofdstuk.

(Artikel 37 in Hoofdstuk X van de tekst van de Commissie wordt artikel 37 in Hoofdstuk XI in het amendement van het Parlement, en de tekst wordt volledig gewijzigd)

Motivering

Technische verduidelijking. De naleving van de tekst van de Commissie is onmogelijk te controleren en leidt tot een administratieve belasting. Gezien de gevolgen voor bedrijven van de kwalificatie als instelling van openbaar belang, moet dit begrip duidelijk worden omschreven.

Amendement 74

ARTIKEL 38, LID 1, INLEIDENDE FORMULE

1. De lidstaten zien erop toe dat accountantskantoren die wettelijke accountantscontroles bij instellingen van openbaar belang uitvoeren, op hun website een jaarlijks transparantieverslag bekendmaken waarin ten minste de volgende informatie is opgenomen:

1. De lidstaten zien erop toe dat met de wettelijke controle belaste accountants of accountantskantoren die wettelijke accountantscontroles bij instellingen van openbaar belang uitvoeren, uiterlijk drie maanden na het eind van elk boekjaar op hun website een jaarlijks transparantieverslag bekendmaken waarin ten minste de volgende informatie is opgenomen:

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 75

ARTIKEL 38, ALINEA 1, LETTER C)

c) een verklaring over de controlestructuur van het accountantskantoor;

c) een beschrijving van de controlestructuur van het accountantskantoor;

Motivering

Beschrijving geeft beter aan wat voor soort informatie bedoeld wordt.

Amendement 76

ARTIKEL 38, ALINEA 1, LETTER E)

e) wanneer de laatste kwaliteitsbeoordeling heeft plaatsgevonden;

e) wanneer de laatste kwaliteitsbeoordeling zoals bedoeld in artikel 29 heeft plaatsgevonden;

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 77

ARTIKEL 38, LID 1, ALINEA 1 BIS (nieuw)

 

De lidstaten kunnen in buitengewone omstandigheden afzien van toepassing van letter f), indien dit nodig is om een onmiddellijke, belangrijke bedreiging voor de persoonlijke veiligheid van enige persoon af te zwakken.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 78

ARTIKEL 38, LID 2

2. Het transparantieverslag wordt ondertekend door het accountantskantoor Dit kan gebeuren door middel van een elektronische handtekening in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad.

2. Het transparantieverslag wordt ondertekend door de met de wettelijke controle belaste accountant, respectievelijk het accountantskantoor Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door middel van een elektronische handtekening in de zin van artikel 2, lid 1, van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 79

ARTIKEL 39

1. Instellingen van openbaar belang hebben een auditcomité, dat is samengesteld uit niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden van het leidinggevende orgaan of leden van het toezichtorgaan van de gecontroleerde entiteit, en waarvan ten minste één onafhankelijk lid over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en/of accountantscontrole beschikt.

1. Instellingen van openbaar belang hebben een auditcomité. De lidstaten bepalen of het auditcomité samengesteld moet zijn uit niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden van het leidinggevende orgaan en/of leden van het toezichtorgaan van de gecontroleerde entiteit en/of leden die worden benoemd door de algemene aandeelhoudersvergadering van de gecontroleerde entiteit. Ten minste één lid van het auditcomité is onafhankelijk en beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en/of accountantscontrole.

De lidstaten kunnen toestaan dat in instellingen van openbaar belang die voldoen aan de criteria van artikel 2, lid 1, onder f) van Richtlijn 2003/71/EG, de aan het auditcomité toegewezen taken worden uitgevoerd door het leidinggevende of het toezichthoudende orgaan als geheel, mits de voorzitter van een dergelijk orgaan geen voorzitter van het auditcomité is indien hij of zij bij het dagelijks bestuur betrokken is.

2. Het auditcomité heeft onder meer tot taak:

2. Onverminderd de verantwoordelijkheid van de leden van het leidinggevende, bestuurs- of toezichthoudende orgaan of van andere leden die worden benoemd door de algemene aandeelhoudersvergadering van de gecontroleerde entiteit, heeft het auditcomité onder meer tot taak:

a) het financiëleverslaggevingsproces te controleren;

a) het financiëleverslaggevingsproces te controleren;

b) de doeltreffendheid van het internecontrolesysteem, het eventuele interneauditsysteem en het risicomanagementsysteem van de vennootschap te controleren;

b) de doeltreffendheid van het internecontrolesysteem, het eventuele interneauditsysteem en het risicomanagementsysteem van de vennootschap te controleren;

c) toezicht te houden op de wettelijke accountantscontrole van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening;

c) de wettelijke accountantscontrole van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening te controleren;

d) de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor te beoordelen en te controleren, waarbij met name wordt gelet op de verlening van nevendiensten aan de gecontroleerde entiteit.

d) de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor te beoordelen en te controleren, waarbij met name wordt gelet op de verlening van nevendiensten aan de gecontroleerde entiteit.

e) de in artikel 43 beschreven handeling te verrichten.

 

3. De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor brengt aan het auditcomité verslag uit over bij de wettelijke accountantscontrole aan het licht gekomen belangrijke zaken, en met name ernstige tekortkomingen in het internecontroleproces met betrekking tot de financiële verslaggeving, en staat het auditcomité terzijde bij de vervulling van zijn taken.

3. Het voorstel van het leidinggevende of toezichthoudende orgaan in een instelling van openbaar belang inzake de benoeming van een met de wettelijke controle belaste accountant of accountantskantoor moet gebaseerd zijn op een aanbeveling van het auditcomité.

 

4. De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor brengt aan het auditcomité verslag uit over bij de wettelijke accountantscontrole aan het licht gekomen belangrijke zaken, en met name ernstige tekortkomingen in het internecontroleproces met betrekking tot de financiële verslaggeving.

 

5. Het bepaalde in de leden 1 tot 4 zijn niet van toepassing op instellingen van openbaar belang met een op een auditcomité gelijkend orgaan dat is ingesteld en dat functioneert volgens de voorschriften van de lidstaat waar de te controleren entiteit geregistreerd is.

 

6. De lidstaten kunnen van de verplichting tot instelling van een auditcomité vrijstellen:

a) instellingen van openbaar belang die dochterondernemingen zijn, zoals omschreven in artikel 1 van Richtlijn 83/349/EEG, indien de onderneming op groepsniveau voldoet aan de in de leden 1 tot 4 gestelde eisen;

b) instellingen van openbaar belang die instellingen voor collectieve belegging zijn in de zin van artikel 1, lid 2 van Richtlijn 85/611/EEG; de lidstaten mogen ook instellingen van openbaar belang vrijstellen die het collectief beleggen van door het publiek ingelegd kapitaal als enig doel hebben, die volgens het beginsel van risicospreiding werken en die niet streven naar juridische of bestuurlijke zeggenschap over emittenten van hun onderliggende beleggingen, mits deze instellingen voor collectieve belegging zijn toegelaten en onder toezicht van bevoegde autoriteiten staan en een bewaarder hebben die taken uitvoert die gelijkwaardig zijn aan die uit hoofde van Richtlijn 85/611/EEG;

c) instellingen van openbaar belang, als de enige zakelijke activiteit van die instellingen bestaat in het uitgeven van door activa gedekte waardepapieren, zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 5 van Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG1; in die gevallen verlangen de lidstaten van de instelling dat zij het publiek uiteenzet waarom zij het niet dienstig acht hetzij een auditcomité in te stellen, hetzij een leidinggevend of toezichthoudend orgaan dat belast is met de uitvoering van de taken van een auditcomité;

d) kredietinstellingen in de zin van artikel 1, lid 1 van Richtlijn 2000/12/EG, waarvan de aandelen niet zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in enige lidstaat in de zin van artikel 4, lid 1 van Richtlijn 2004/39/EG en die continu of herhaaldelijk alleen obligaties hebben uitgegeven, op voorwaarde dat al die obligaties een totaal nominaal bedrag van minder dan EUR 100.000.000 vertegenwoordigen en dat zij geen prospectus uit hoofde van Richtlijn 2003/71/EG hebben gepubliceerd.

_______

1 PB L 149 van 30.4.2004, blz. 1.

Motivering

Sluit aan bij het compromis dat tijdens de informele triloog is gevonden, en houdt rekening met de diverse amendementen op artikel 39.

Amendement 80

ARTIKEL 40

Benevens het bepaalde in de artikelen 23 en 24 zien de lidstaten erop toe dat:

1. Benevens het bepaalde in de artikelen 22 en 24 zien de lidstaten erop toe dat de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor die/dat wettelijke accountantscontroles bij instellingen van openbaar belang uitvoert:

a) de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor jaarlijks de bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid, de veiligheidsmaatregelen die zijn genomen om deze bedreigingen af te zwakken, en de verrichte nevendiensten meedeelt aan en bespreekt met het auditcomité van de gecontroleerde entiteit;

a) jaarlijks het auditcomité schriftelijk zijn onafhankelijkheid van de gecontroleerde instelling van openbaar belang bevestigt;

b) de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor jaarlijks ook schriftelijk zijn onafhankelijkheid bevestigt aan het auditcomité van de gecontroleerde entiteit;

b) jaarlijks alle voor de gecontroleerde entiteit verrichte nevendiensten meldt bij het auditcomité; en

c) ofwel de met de wettelijke controle belaste accountant of de voornaamste vennoot die namens het accountantskantoor met de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole is belast, na uiterlijk vijf jaar van de controleopdracht wordt ontslagen, ofwel het accountantskantoor na uiterlijk zeven jaar van de controleopdracht wordt ontslagen;

c) met het auditcomité overleg voert over de bedreigingen voor de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor en de veiligheidsmaatregelen die zijn genomen om deze bedreigingen af te zwakken, zoals door de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor bijgehouden overeenkomstig artikel 22, lid 2.

d) het de met de wettelijke controle belaste accountant of de voornaamste vennoot die namens het accountantskantoor met de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole is belast, niet is toegestaan een essentiële bestuursfunctie bij de gecontroleerde entiteit op te nemen voordat een periode van ten minste twee jaar is verstreken sinds hij de controleopdracht heeft neergelegd.

2. De lidstaten zien erop toe dat de voornaamste vennoot/vennoten die met de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole is/zijn belast, na uiterlijk zeven jaar na benoeming van de controleopdracht wordt/worden ontslagen en pas na een periode van ten minste twee jaar opnieuw aan de controle van de gecontroleerde entiteit mag/mogen deelnemen.

3. De met de wettelijke controle belaste accountant of de voornaamste vennoot die namens een accountantskantoor de wettelijke accountantscontrole uitvoert, mag pas een centrale leidinggevende functie in de gecontroleerde entiteit aanvaarden nadat een periode van ten minste twee jaar is verstreken sinds hij of zij zich als met de wettelijke controle belaste accountant of voornaamste vennoot uit de controleopdracht heeft teruggetrokken.

Motivering

Compromis dat in het verlengde ligt van de uitkomst van de informele triloog.

Amendement 81

ARTIKEL 42

Artikel 42

Extern toezicht

schrappen

De bij artikel 31, lid 3, geboden mogelijkheid om toe te staan dat een minderheid van accountants bij het beheer van het externetoezichtstelsel is betrokken, geldt niet voor het beheer van het externetoezichtstelsel dat betrekking heeft op met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die wettelijke accountantscontroles bij instellingen van openbaar belang uitvoeren.

 

Motivering

Een systeem voor extern toezicht kan alleen efficiënt zijn indien er een minimumaantal accountants bij betrokken is.

Amendement 82

ARTIKEL 43

Artikel 43

Benoeming van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor

schrappen

Bij instellingen van openbaar belang baseert het leidinggevende of het toezichtorgaan zich bij de voordracht tot benoeming van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor op een selectie van het auditcomité.

 

Motivering

De verplichting tot het invoeren van een auditcomité bij organisaties van openbaar belang leidt tot ingewikkelde regelgeving en verstoort de discussie over en het verder ontwikkelen van corporate governance op het niveau van de lidstaten. De verplichting zou bovendien leiden tot onnodige administratieve rompslomp en extra kosten en is uit dien hoofde strijdig met de Lissabon-strategie.

Amendement 83

ARTIKEL 44

Op voorwaarde van wederkerigheid mogen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat een accountant uit een derde land als met de wettelijke controle belaste accountant toelaten, mits deze persoon het bewijs heeft geleverd dat:

1. Op voorwaarde van wederkerigheid mogen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat een accountant uit een derde land als met de wettelijke controle belaste accountant toelaten, mits deze persoon het bewijs heeft geleverd dat hij of zij voldoet aan eisen gelijkwaardig aan die in de artikelen 4, en 6 tot 13.

a) hij als accountant is toegelaten;

 

b) zijn theoretische kennis, praktische vaardigheden en integriteit gelijkwaardig zijn aan hetgeen bij deze richtlijn wordt voorgeschreven;

 

c) hij over de nodige juridische kennis beschikt voor de uitvoering van wettelijke accountantscontroles in de betrokken lidstaat.

 

 

2. Vooraleer een accountant uit een derde land toe te laten die voldoet aan het bepaalde in lid 1, zien de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toe op de naleving van de eisen van artikel 14.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 84

ARTIKEL 45, TITEL

Registerinschrijving van accountants en accountantskantoren uit derde landen

Registerinschrijving van en toezicht op accountants en accountantsentiteiten uit derde landen

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 85

ARTIKEL 45

1. De bevoegde autoriteiten van een lidstaat gaan over tot registerinschrijving conform de artikelen 15 tot en met 17 van alle accountants en accountantskantoren uit derde landen die een accountantsverklaring afleveren betreffende:

1. De bevoegde autoriteiten van een lidstaat gaan over tot registerinschrijving conform de artikelen 15 tot en met 17 van alle accountants en accountantsentiteiten uit derde landen die een accountantsverklaring afleveren betreffende:

a) de jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening van een buiten de Gemeenschap gevestigde vennootschap waarvan de effecten in die lidstaat zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 1, punt 13, van Richtlijn 93/22/EEG;

a) de jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening van een vennootschap die haar statutaire zetel buiten de Gemeenschap heeft en waarvan de effecten in die lidstaat zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 18 van Richtlijn 2004/39/EG, behalve indien het bedrijf alleen een uitgevende instelling is van effecten die in een lidstaat zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 2, lid 1, letter b) van Richtlijn 2004/109/EG1 (transparantie), met een nominale waarde per eenheid van ten minste 50.000 EUR of, in het geval van effecten die in een andere munteenheid luiden, op de dag van uitgifte equivalent aan ten minste 50.000 EUR;;

b) de geconsolideerde jaarrekening opgesteld door een niet onder het recht van een lidstaat vallende moederonderneming van een groter geheel van ondernemingen waartoe een onder het recht van de betrokken lidstaat vallende moederonderneming behoort, wanneer deze laatste op grond van artikel 11 van Richtlijn 83/349/EEG is vrijgesteld van de verplichting een geconsolideerde jaarrekening op te stellen.

 

2. Artikel 18 is van toepassing.

2. De artikelen 18 en 19 zijn van toepassing.

3. De lidstaten onderwerpen de in het register ingeschreven accountantskantoren uit derde landen aan hun externetoezichtstelsel, hun kwaliteitsborgingsstelsel en hun onderzoeks- en sanctieregelingen.

3. De lidstaten onderwerpen de in het register ingeschreven accountants en accountantsentiteiten uit derde landen aan hun externetoezichtstelsel, hun kwaliteitsborgingsstelsel en hun onderzoeks- en sanctieregelingen. De lidstaten mogen er vanaf zien in het register ingeschreven accountants en accountantsentiteiten uit derde landen aan hun kwaliteitsborgingsstelsel te onderwerpen indien een andere lidstaat, of een kwaliteitsborgingsstelsel uit een derde land dat als gelijkwaardig is beoordeeld in de zin van artikel 46, de accountant of de accountantsentiteit uit het derde land gedurende de voorgaande drie jaar reeds aan een kwaliteitsbeoordeling heeft onderworpen.

4. Onverminderd het bepaalde in artikel 46 hebben accountantsverklaringen betreffende de in lid 1 bedoelde jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen welke zijn afgeleverd door accountantskantoren uit derde landen die in de betrokken lidstaat niet in het register zijn ingeschreven, in deze lidstaat geen rechtsgevolg.

4. Onverminderd het bepaalde in artikel 46 hebben accountantsverklaringen betreffende de in lid 1 bedoelde jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen welke zijn afgeleverd door accountants of accountantsentiteiten uit derde landen die in de betrokken lidstaat niet in het register zijn ingeschreven, in deze lidstaat geen rechtsgevolg.

5. Lidstaten mogen alleen accountantskantoren uit derde landen in het register inschrijven wanneer:

5. Lidstaten mogen alleen accountantskantoren uit derde landen in het register inschrijven wanneer:

a) deze voldoen aan eisen die gelijkwaardig zijn aan die welke in artikel 3, lid 3, tweede alinea, worden gesteld;

a) deze voldoen aan eisen die gelijkwaardig zijn aan die welke in artikel 3, lid 3 worden gesteld;

b) de meerderheid van de leden van het leidinggevende of bestuursorgaan van het accountantskantoor voldoet aan eisen die gelijkwaardig zijn aan die welke in de artikelen 4 tot en met 10 worden gesteld;

b) de meerderheid van de leden van het leidinggevende of bestuursorgaan van de accountantsentiteit uit een derde land voldoet aan eisen die gelijkwaardig zijn aan die welke in de artikelen 4 tot en met 10 worden gesteld;

c) de accountant die namens het accountantskantoor de accountantscontrole uitvoert, voldoet aan eisen die gelijkwaardig zijn aan die welke in de artikelen 4 tot en met 10 worden gesteld;

c) de accountant uit een derde land die namens de accountantsentiteit uit een derde land de accountantscontrole uitvoert, voldoet aan eisen die gelijkwaardig zijn aan die welke in de artikelen 4 tot en met 10 worden gesteld;

d) de accountantscontroles van de in lid 1 bedoelde jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen worden uitgevoerd in overeenstemming met internationale standaarden voor accountantscontrole als bedoeld in artikel 26 en conform de voorschriften van hoofdstuk V;

d) de accountantscontroles van de in lid 1 bedoelde jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen worden uitgevoerd in overeenstemming met internationale standaarden voor accountantscontrole als bedoeld in artikel 26 en conform de voorschriften van de artikelen 22, 24 en 25, of gelijkwaardige standaarden en voorschriften;

e) deze op hun website een jaarlijks transparantieverslag publiceren dat de in artikel 38 bedoelde informatie bevat.

e) deze op hun website een jaarlijks transparantieverslag publiceren dat de in artikel 38 bedoelde informatie bevat, of aan gelijkwaardige openbaarmakingseisen voldoen.

 

6. Teneinde uniforme toepassing van lid 5, letter d), te waarborgen, wordt de in lid 5, letter d) bedoelde gelijkwaardigheid beoordeeld door de Commissie in samenwerking met de lidstaten. De Commissie neemt terzake een besluit volgens de procedure van artikel 49, lid 2. In afwachting van een dergelijk besluit van de Commissie kunnen de lidstaten de in lid 1 bedoelde gelijkwaardigheid beoordelen.

 

__________
1 Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38).

Motivering

Dit amendement houdt rekening met, enerzijds, de eisen voor alle controles die worden verricht bij in de EU op de beurs genoteerde vennootschappen, en, anderzijds, de praktische gevolgen voor bevoegde autoriteiten in de lidstaten van de EU met betrekking tot de registerinschrijving van accountants uit derde landen.

Amendement 86

ARTIKEL 46

Op voorwaarde van wederkerigheid kunnen de lidstaten afzien van de toepassing van de in artikel 45, leden 1 en 3, gestelde eisen of deze wijzigen, mits het betrokken accountantskantoor in het derde land onderworpen is aan externetoezichtstelsels, kwaliteitsborgingsstelsels en onderzoeks- en sanctieregelingen die voldoen aan eisen die gelijkwaardig zijn aan die welke in de artikelen 29, 30 en 31 worden gesteld. De gelijkwaardigheid wordt beoordeeld door de Commissie in samenwerking met de lidstaten. De Commissie neemt terzake een besluit volgens de procedure van artikel 49, lid 2.

1. Op voorwaarde van wederkerigheid kunnen de lidstaten afzien van de toepassing van de in artikel 45, leden 1 en 3, gestelde eisen of deze wijzigen, mits de betrokken accountantsentiteit of de betrokken accountant uit een derde land in het derde land onderworpen is aan externetoezichtstelsels, kwaliteitsborgingsstelsels en onderzoeks- en sanctieregelingen die voldoen aan eisen die gelijkwaardig zijn aan die welke in de artikelen 29, 30 en 31 worden gesteld.

 

2. Teneinde uniforme toepassing van lid 1 te waarborgen, wordt de in lid 1 bedoelde gelijkwaardigheid beoordeeld door de Commissie in samenwerking met de lidstaten. De Commissie neemt terzake een besluit volgens de procedure van artikel 49, lid 2. De lidstaten kunnen de in lid 1 bedoelde gelijkwaardigheid beoordelen of vertrouwen op de beoordelingen van andere lidstaten, zolang de Commissie geen besluit heeft genomen. Indien de Commissie besluit dat niet aan de gelijkwaardigheidseis van lid 1 wordt voldaan, kan zij de betrokken accountantsentiteiten toestaan hun controleactiviteiten gedurende een passende overgangsperiode voort te zetten overeenkomstig de relevante nationale voorschriften.

 

3. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van:

 

a) hun beoordeling van de gelijkwaardigheid, als bedoeld in lid 2; en

 

b) de belangrijkste onderdelen van de samenwerkingsovereenkomsten met derde landen met betrekking tot externetoezichtstelsels, kwaliteitsborgingsstelsels en onderzoeks- en sanctieregelingen, op basis van lid 1.

Motivering

Dit amendement houdt rekening met, enerzijds, de eisen voor alle controles die worden verricht bij in de EU op de beurs genoteerde vennootschappen, en, anderzijds, de praktische gevolgen voor bevoegde autoriteiten in de lidstaten van de EU met betrekking tot de registerinschrijving van accountants uit derde landen.

Amendement 87

ARTIKEL 47, LID 1, LETTER A)

a) deze controle- of andere documenten betrekking hebben op accountantscontroles bij vennootschappen die in het betrokken derde land effecten hebben uitgegeven;

a) deze controle- of andere documenten betrekking hebben op accountantscontroles bij vennootschappen die in het betrokken derde land effecten hebben uitgegeven of die onderdeel uitmaken van een groep die onderworpen is aan wettelijke accountantscontrole van geconsolideerde jaarrekeningen in dat derde land;

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 88

ARTIKEL 47, LID 1, LETTER D BIS (nieuw)

d bis) de overdracht geen inbreuk is op de regels betreffende het beroepsgeheim, gegevensbescherming en vergelijkbare regels.

Motivering

Er zij met klem gewezen op gegevensbescherming en geheimhouding.

Amendement 89

ARTIKEL 47, LID 3

3. Over de in lid 1, onder c), bedoelde adequaatheid van de eisen wordt door de Commissie een besluit genomen volgens de procedure van artikel 49, lid 2. De toetsing van de adequaatheid wordt verricht in samenwerking met de lidstaten en op basis van de criteria van artikel 34 of grotendeels gelijkwaardige functionele resultaten. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om zich naar het besluit van de Commissie te voegen.

3. Over de in lid 1, onder c), bedoelde adequaatheid van de eisen wordt door de Commissie een besluit genomen volgens de procedure van artikel 49, lid 2, teneinde de samenwerking tussen bevoegde autoriteiten te vergemakkelijken. De toetsing van de adequaatheid wordt verricht in samenwerking met de lidstaten en op basis van de criteria van artikel 34 of grotendeels gelijkwaardige functionele resultaten. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om zich naar het besluit van de Commissie te voegen.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 90

ARTIKEL 47, LID 5

5. De Commissie kan volgens de procedure van artikel 49, lid 2, de in lid 4 bedoelde uitzonderingsgevallen nader omschrijven.

5. De Commissie kan volgens de procedure van artikel 49, lid 2, de in lid 4 bedoelde uitzonderingsgevallen nader omschrijven, teneinde de samenwerking tussen bevoegde autoriteiten te vergemakkelijken en uniforme toepassing van dat lid te garanderen.

Motivering

Technische verduidelijking.

Amendement 91

ARTIKEL 48

Artikel 48

Uitvoeringsmaatregelen

schrappen

Om met de ontwikkelingen die betrekking hebben op en verband houden met de wettelijke accountantscontrole rekening te houden en om een uniforme toepassing van deze richtlijn in de Gemeenschap te garanderen, kan de Commissie benevens de uitvoeringsmaatregelen die in deze richtlijn worden vermeld, nog andere uitvoeringsmaatregelen vaststellen volgens de procedure van artikel 49, lid 2.

 

Motivering

De artikelen in de richtlijn voorzien, indien nodig, in de comitologie. Dit artikel is derhalve overbodig.

Amendement 92

ARTIKEL 49, LID 2, ALINEA 1

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, overeenkomstig artikel 8 van dat besluit.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, overeenkomstig artikel 8 van dat besluit. Het Europees Parlement beschikt vanaf het tijdstip van de eerste indiening van het ontwerp van uitvoeringsmaatregelen over drie maanden om deze te behandelen en zijn standpunt kenbaar te maken. Neemt het Parlement binnen deze termijn een resolutie aan, wordt het voorstel door de Commissie opnieuw behandeld.

Amendement 93

ARTIKEL 50, LID 1, LETTER A)
Artikel 43 (richtlijn 78/660/EEG)

a) in artikel 43 wordt het volgende punt toegevoegd:

a) in artikel 43 wordt het volgende punt toegevoegd:

"15) de tijdens het boekjaar aan de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor betaalde honoraria voor de wettelijke accountantscontrole van de jaarrekening en de honoraria betaald voor andere assuranceopdrachten, belastingadviesdiensten en andere niet-controlediensten.";

"15) in het geval van instellingen van openbaar belang in de zin van artikel 2, lid 11, van Richtlijn xx/xx/EEG (8ste richtlijn), afzonderlijk de tijdens het boekjaar aan de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor betaalde honoraria voor de wettelijke accountantscontrole van de jaarrekening en de honoraria betaald voor andere assuranceopdrachten, belastingadviesdiensten en andere niet-controlediensten.";

Motivering

Het publiceren van de beloning van accountants heeft alleen maar zin waar het gaat om organisaties van openbaar belang. Bij overige ondernemingen leidt deze verplichting alleen maar tot onnodige administratieve lasten.

Amendement 94

ARTIKEL 50, LID 1, LETTER B)
Artikel 44, lid 1 (richtlijn 78/660/EEG)

b) artikel 44, lid 1, wordt vervangen door:

schrappen

"1. De lidstaten kunnen toestaan dat de in artikel 11 bedoelde vennootschappen een verkorte toelichting opstellen waarin de in artikel 43, lid 1, punten 5 tot en met 12, punt 14, onder a), en punt 15 genoemde gegevens achterwege worden gelaten. In de toelichting wordt evenwel voor het geheel van de betrokken posten de in artikel 43, lid 1, punt 6, verlangde informatie door middel van een totaalbedrag verstrekt.".

 

Motivering

Door het voorgestelde amendement op artikel 50, lid 1, letter a), is deze versie van artikel 50, lid 1, letter b), overbodig geworden.

Amendement 95

ARTIKEL 50, PUNT 1, LETTER B)
Artikel 44, lid 1 (nieuw) (richtlijn 78/660/EEG)

b) Artikel 44, lid 1, wordt vervangen door:

b) In artikel 45 wordt het volgende lid toegevoegd:

"1. De lidstaten kunnen toestaan dat de in artikel 11 bedoelde vennootschappen een verkorte toelichting opstellen waarin de in artikel 43, lid 1, punten 5 tot en met 12, punt 14, onder a), en punt 15 genoemde gegevens achterwege worden gelaten. In de toelichting wordt evenwel voor het geheel van de betrokken posten de in artikel 43, lid 1, punt 6, verlangde informatie door middel van een totaalbedrag verstrekt.".

"3. De lidstaten kunnen entiteiten die geen effecten hebben uitgegeven die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 14 van Richtlijn 2004/39/EG, vrijstellen van het vereiste, als bedoeld in artikel 43, lid 1, punt 15."

Motivering

Ter voorkoming van overregulering dienen kleine en middelgrote ondernemingen te worden vrijgesteld van deze richtlijn.

Amendement 96

ARTIKEL 50, PUNT 2
Artikel 34 (richtlijn 83/349/EEG)

2. In artikel 34 van Richtlijn 83/349/EEG wordt het volgende punt toegevoegd:

2. In artikel 34 van Richtlijn 83/349/EEG wordt het volgende punt toegevoegd:

"16) de tijdens het boekjaar aan de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor betaalde honoraria voor de wettelijke accountantscontrole van de jaarrekening en de honoraria betaald voor andere assuranceopdrachten, belastingadviesdiensten en andere niet-controlediensten.".

"16) in het geval van instellingen van openbaar belang in de zin van artikel 2, lid 11, van Richtlijn xx/xx/EEG (8ste richtlijn), afzonderlijk de tijdens het boekjaar aan de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor betaalde honoraria voor de wettelijke accountantscontrole van de jaarrekening en de honoraria betaald voor andere assuranceopdrachten, belastingadviesdiensten en andere niet-controlediensten.".

Motivering

Het publiceren van de beloning van accountants heeft alleen maar zin waar het gaat om organisaties van openbaar belang. Bij overige ondernemingen leidt deze verplichting alleen maar tot onnodige administratieve lasten.

Amendement 97

ARTIKEL 52 BIS (nieuw)

 

Artikel 52 bis

Minimumharmonisatie

 

De lidstaten die de wettelijke accountantscontrole verplicht stellen, kunnen strengere voorschriften vaststellen, tenzij in de tekst van de richtlijn anders is vermeld.

Motivering

Maakt duidelijk dat met deze richtlijn een minimumharmonisatie wordt beoogd. Sluit aan bij hetgeen in de informele triloog is overeengekomen.

Amendement 98

ARTIKEL 53, LID 1

1. De lidstaten gaan uiterlijk op 1 januari 2006 over tot de aanneming en bekendmaking van de bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

1. De lidstaten gaan binnen 24 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn over tot de aanneming en bekendmaking van de bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Motivering

De lidstaten hebben behoefte aan voldoende tijd om aan de bepalingen van deze richtlijn te voldoen.

  • [1]  PB C van

TOELICHTING

Het voorliggende voorstel van de Commissie betreffende de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen is een volgende fase in het in 1996 begonnen proces van een meer geharmoniseerde aanpak van de wettelijke accountantscontrole in de EU. In het licht van de aanbevelingen die het Europees Parlement heeft aangenomen in de Parmalat-resolutie, de resolutie betreffende corporate governance, de prospectusrichtlijn, de marktmisbruikrichtlijn en de IAS, verwelkomt de rapporteur de voorliggende richtlijn van harte.

Enkele punten hebben echter naar de mening van de rapporteur verduidelijking nodig, met name de bepalingen over het auditcomité en over de onafhankelijkheid en de aansprakelijkheid van de accountant. Met de door de rapporteur ingediende amendementen wordt enerzijds beoogd deze punten aan te vullen en te verduidelijken en wordt er anderzijds, na een reeks informele driehoeksbijeenkomsten, naar gestreefd het standpunt van het Parlement dichter bij het standpunt van Raad en Commissie te brengen met het oog op een eventueel akkoord in eerste lezing.

Op grond van artikel 47 van het Reglement van het EP is een nauwere samenwerking met de Commissie economische zaken tot stand gebracht. Een aantal amendementen van die commissie is verwerkt in de compromisamendementen van de rapporteur.

Kort samengevat zijn de belangrijkste punten:

Wettelijk auditcomité

De Commissie stelt de verplichte invoering van wettelijke auditcomités voor bij organisaties van algemeen belang, zoals beursgenoteerde ondernemingen. Taak van deze auditcomités is het toezicht op het financiële verslaggevingsproces. De rapporteur deelt de mening van de Commissie dat effectieve interne controlesystemen bijdragen tot het minimaliseren van onder meer financiële en operationele risico's. De instelling van een auditcomité zou daartoe kunnen bijdragen. De rapporteur heeft echter fundamenteel bezwaar tegen een vanuit Europa opgelegde verplichting tot het instellen van een dergelijk comité.

De ervaring heeft geleerd dat door de verschillen tussen de nationale corporate governance-systemen in Europa dit soort vanuit Brussel gelanceerde constructies aanleiding geven tot nodeloos ingewikkelde regelgeving.

Hij is van mening dat het van wijsheid zou getuigen om de manier waarop de ondernemingen intern hun verslaggeving regelen en daarop toezien, over te laten aan de wetgeving van de lidstaten. Dit zou bovendien aansluiten bij de al eerder ingezette tendens, dat de discussies over - en het verder ontwikkelen van - corporate goverance-structuren op lidstaatniveau dienen plaats te vinden.

In de compromisamendementen op overweging 20 e.v. en op artikel 39 wordt derhalve aan de lidstaten de discretionaire bevoegdheid toegekend om nationale organen die vergelijkbaar zijn met een auditcomité, te handhaven.

Onafhankelijkheid accountants

Gezien de boekhoudschandalen van de afgelopen twee jaren is het van het grootste belang dat er in de richtlijn duidelijke voorschriften komen die de onafhankelijkheid van accountants waarborgen. Artikel 23 en 24 bepalen terecht dat accountants geen enkele invloed mogen hebben op het bestuur van de door hen gecontroleerde entiteit, en dat het bestuur geen invloed mag hebben op de accountant. Wel moeten de eisen die worden gesteld aan accountants redelijk en met name uitvoerbaar zijn. De rapporteur vindt dat eisen die aan de onafhankelijkheid gesteld worden, niet mogen leiden tot onnodige administratieve lasten voor met name middelgrote en kleine ondernemingen.

Dit komt naar voren in de amendementen die met name op overweging 10 en de artikelen 22 en 23 zijn ingediend. Daarin zijn echter ook specifieke bepalingen opgenomen inzake de op lidmaatschap gebaseerde relatie tussen leden en entiteiten zonder winstoogmerk.

In artikel 40 voorziet de Commissie in een extra garantie voor de onafhankelijkheid van de accountants door de accountants om de vijf jaar, ofwel de accountantskantoren om de zeven jaar te laten rouleren. De rapporteur heeft ernstige bedenkingen bij het rouleren van accountantsfirma's, aangezien dit enorme kosten zal opleveren voor de gecontroleerde onderneming en mogelijk tot fouten leidt. Het rouleren van accountantsfirma's moet de uitzondering zijn, zeker niet de regel.

Het gewijzigde artikel 40, lid 2 bepaalt dat de voornaamste vennoten na een periode van maximaal zeven jaar moeten worden vervangen.

Beperking aansprakelijkheid

In veel EU-lidstaten bestaat de mogelijkheid tot het beperken van de aansprakelijkheid voor accountants. De rapporteur is zonder meer van mening dat accountants verantwoordelijk moeten worden gehouden voor de door hun gemaakte fouten. Indien accountants aansprakelijk moeten zijn voor hun fouten, dan moet deze aansprakelijkheid wel verzekerbaar zijn. Ongelimiteerde aansprakelijkheid is onverzekerbaar en biedt derhalve geen oplossing.

Het nieuwe artikel 30 bis bepaalt daarom dat de Commissie een verslag indient en daarin eventueel aanbevelingen aan de lidstaten doet.

Comitologie

Het enorme aantal verwijzingen naar de comitologieprocedure in deze richtlijn dient vergezeld te gaan van een duidelijke verwijzing naar het recht van het Parlement om de Commissie terug te fluiten.

ADVIES VAN DE COMMISSIE ECONOMISCHE EN MONETAIRE ZAKEN (17.3.2005)

aan de Commissie juridische zakeninzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad(COM(2004)0177 – C6-0005/2004 – 2004/0065(COD))Rapporteur voor advies(*): Wolf Klinz(*) Nauwere samenwerking tussen commissies - artikel 47 van het Reglement

BEKNOPTE MOTIVERING

Het accountantsgilde heeft in de hele wereld een aantal moeilijke jaren achter de rug. Door schandalen, bijvoorbeeld bij Enron, Parmalat en Flowtex, is het vertrouwen van de consumenten en beleggers ondergraven. Deze schandalen hebben angstaanjagende afmetingen aangenomen en kwamen voort uit diverse soorten fraude, zoals handel met voorkennis, vervalsing van balansen en gesimuleerde transacties.

Door de schandalen was optreden geboden. Maar het herstellen van het vertrouwen in de markten is niet het enige doel van de voorgestelde richtlijn. Ook moeten de rechten van de aandeelhouders worden versterkt, de zekerheid van beleggingen en de concurrentiekracht van Europese ondernemingen worden verhoogd en de voordelen van de interne markt worden benut.

Voorstel van de Commissie

In haar voorstel, het resultaat van jarenlange voorbereidingen, heeft de Commissie rekening gehouden met de aanbevelingen van 2000 en 2002. De richtlijn vervangt de 8e richtlijn inzake de met de wettelijke controle belaste accountants (1984), die alleen de accreditering van accountants regelt, maar geen bepalingen bevat over de bij een audit te volgen procedure, het toezicht en externe kwaliteitscontrole. Het richtlijnvoorstel vult deze leemte op.

Het voorstel verduidelijkt de taken van de met de wettelijke controle belaste accountants en noemt een aantal ethische beginselen voor hun professionalisme en onafhankelijkheid, namelijk integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim alsmede algemene verantwoordelijkheid. Algemene verantwoordelijkheid houdt in dat de groepsaccountant de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de accountantsverklaring betreffende de geconsolideerde jaarrekening; de groepsaccountant ziet dus het werk van de overige accountants na. Met deze algemene verantwoordelijkheid moet fraude worden voorkomen en de kwaliteit verhoogd. Hetzelfde wordt nagestreefd met kwaliteitsbeoordelingen (ten minste om de zes jaar), transparantieverslagen (jaarlijks opgesteld door de accountantskantoren), invoering van IAS (internationale standaarden voor jaarrekeningen), meer samenwerking tussen relevante instanties en de instelling van een Europees regelgevend comité voor accountantscontrole. Met de instelling van een auditcomité dat rechtstreeks contact heeft met de accountant die met de wettelijke controle is belast, moet deze gemakkelijker het hoofd kunnen bieden aan ongepaste druk van de kant van het management. Verder moet de onafhankelijkheid worden gewaarborgd door uitsluiting van alle onverenigbare activiteiten en door middel van rouleren (intern en extern).

Kritische analyse

De rapporteur voor advies onderschrijft van harte de doelstellingen van de richtlijn, maar blijft op een aantal punten sceptisch. Er moet een goed evenwicht worden gevonden tussen verlaging van het frauderisico en de zorg voor gezonde concurrentie enerzijds en een hoog niveau van dienstverlening en kwaliteit anderzijds. De rapporteur voor advies heeft daarom een aantal amendementen voorgesteld die voor verduidelijking moeten zorgen, enkele andere amendementen om rekening te houden met de specifieke kenmerken van bepaalde bancaire structuren (spaarbanken en coöperatieve banken) en weer andere amendementen die betrekking hebben op het auditcomité, het rouleringsbeginsel, de omvang van de dienstverlening door de accountant en de aansprakelijkheid (hierop is de Commissie niet ingegaan). Over de meeste van deze onderwerpen is ook in de Raad gesproken.

De verplichte instelling van een auditcomité zou voor sommige beursgenoteerde KMO's betekenen dat hun bestuur automatisch zou samenvallen met het auditcomité en dat ten minste één van de bestuursleden ervaring met accountantscontroles moet hebben. De verplichting tot instelling van een auditcomité zou dus kunnen leiden tot het vervangen van bestuursleden. Toch lijkt zo'n vervanging nuttig, want het voordeel is dat men vakkennis in huis haalt. Bij de oprichting van een auditcomité moet erop worden toegezien dat de bestuursvoorzitter niet aan het hoofd staan van het auditcomité (zie amendement). Afgezien van de veranderingen voor KMO's is er nog één groep die nadelig wordt beïnvloed: de Special Purpose Vehicles (SPV's). Aangezien SPV's zich uitsluitend bezighouden met de uitgifte van effecten, is verplichte instelling van een auditcomité niet gerechtvaardigd. Daarom moet er op deze verplichting een uitzondering worden gemaakt (zie amendement).

Het rouleringsbeginsel moet in algemene zin worden toegejuicht als waarborg van onafhankelijkheid. Enerzijds heeft het rouleren nadelen, zoals bijkomende kosten, verlies van knowhow en als gevolg daarvan het risico van vergissingen. Anderzijds wordt hiermee de onafhankelijkheid en de objectieve evaluatie versterkt. De afwisseling van de voornaamste accountantsvenno(o)t(en) dient uiterlijk na zeven jaar te geschieden met minimaal twee jaar tussen twee opdrachten.

De omvang van de dienstverlening van accountantskantoren mag niet alleen tot accountantscontroles worden beperkt. Vaak komen tijdens het controlewerk problemen, bijv. van fiscale aard, naar voren of is er behoefte aan deskundig advies, en de accountant kan hierin het gemakkelijkst voorzien. De advisering mag echter niet belangrijker worden dan de accountantscontrole. De omvang van de dienstverlening buiten de controlewerkzaamheden moet daarom worden beperkt (zie amendement).

Onbeperkte aansprakelijkheid levert geen voordelen op. Integendeel: bij onbeperkte aansprakelijkheid kunnen de accountantskantoren de vergoeding niet betalen en krijgen de instellingen hun verloren geld niet terug. Daarom wordt in een amendement voorgesteld de aansprakelijkheid aan een maximum te binden.

AMENDEMENTEN

De Commissie economische en monetaire zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Door de Commissie voorgestelde tekst[1]Amendementen van het Parlement

Amendement 1

OVERWEGING 9

(9) Het is van belang dat met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren de privacy van hun cliënten respecteren. Zij dienen derhalve onderworpen te zijn aan strikte regels op het gebied van geheimhouding en beroepsgeheim. Deze regels mogen evenwel geen belemmering vormen voor de correcte handhaving van verslaggevingsstandaarden.

(9) Het is van belang dat met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren de privacy van hun cliënten respecteren. Zij dienen derhalve onderworpen te zijn aan strikte regels op het gebied van geheimhouding en beroepsgeheim. Deze regels mogen evenwel geen belemmering vormen voor de correcte handhaving van verslaggevingsstandaarden. Deze geheimhoudingsregels zijn eveneens van toepassing op een accountant of accountantskantoor die/dat niet langer betrokken is bij een specifieke controleopdracht.

Motivering

Het beroepsgeheim houdt niet op met het beëindigen van de opdracht. De reikwijdte ervan dient dus te worden gepreciseerd.

Amendement 2

OVERWEGING 10

(10) Met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren dienen onafhankelijk te zijn wanneer zij een wettelijke accountantscontrole uitvoeren. Indien zij in een situatie komen te verkeren die hun onafhankelijkheid in het gedrang kan brengen, dienen zij de controleopdracht neer te leggen. Ook is het aangewezen dat zij geen niet-controlediensten verrichten die eventueel een bedreiging voor hun onafhankelijkheid kunnen vormen.

(10) Met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren dienen onafhankelijk te zijn wanneer zij een wettelijke accountantscontrole uitvoeren. Indien zij in een situatie komen te verkeren waarin de bedreiging voor hun onafhankelijkheid, zelfs na het nemen van veiligheidsmaatregelen om die bedreiging af te zwakken, te groot is, dienen zij de controleopdracht neer te leggen of ervan af te zien. De conclusie dat er een relatie bestaat die de onafhankelijkheid van de accountant in het gedrang brengt, kan voor de relatie tussen de accountant en de gecontroleerde entiteit anders uitvallen dan voor die tussen het netwerk en de gecontroleerde entiteit. Bedreigingen voor de onafhankelijkheid van een met de wettelijke controle belaste accountant of accountantskantoor kan bijvoorbeeld een direct of indirect financieel belang in de gecontroleerde entiteit zijn. Ook kan de hoogte van het van één gecontroleerde entiteit ontvangen honorarium en/of de honorariumstructuur een bedreiging vormen voor de onafhankelijkheid van een met de wettelijke controle belaste accountant of accountantskantoor. Tot de veiligheidsmaatregelen die kunnen worden genomen om deze bedreiging af te zwakken of weg te nemen, behoren verboden, beperkingen, andere beleids- en proceduremaatregelen alsmede openbaarmaking. Met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren mogen bijkomende niet-controlediensten aanbieden op voorwaarde dat hun onafhankelijkheid niet in het gedrang komt.

Amendement 3

OVERWEGING 11

(11) Het is van belang dat alle bij het Gemeenschapsrecht voorgeschreven wettelijke accountantscontroles steeds van goede kwaliteit zijn. Deze controles dienen derhalve te worden uitgevoerd met inachtneming van internationale standaarden voor accountantscontrole. Het mag de lidstaten alleen worden toegestaan aanvullende procedures voor de accountantscontrole verplicht te stellen indien deze procedures voortvloeien uit specifieke vereisten die met het voorwerp van de wettelijke accountantscontrole verband houden.

(11) Het is van belang dat alle bij het Gemeenschapsrecht voorgeschreven wettelijke accountantscontroles steeds van goede kwaliteit zijn. Deze controles dienen derhalve te worden uitgevoerd met inachtneming van internationale standaarden voor accountantscontrole zodra die door de Commissie zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 26, lid 2 van deze richtlijn. Een technisch comité of een groep inzake accountantscontroles dient de Commissie bij te staan bij de beoordeling van de technische degelijkheid van de internationale standaarden voor accountantscontrole (ISA's) en dient hierbij ook het stelsel van openbare toezichthoudende organen van de lidstaten te betrekken. Om een maximale harmonisatie te bereiken, mag het de lidstaten alleen worden toegestaan aanvullende nationale procedures of voorschriften voor de accountantscontrole verplicht te stellen indien deze voortvloeien uit specifieke nationale wettelijke vereisten die met de wettelijke accountantscontrole van de jaarrekeningen of de geconsolideerde jaarrekeningen verband houden, d.w.z. dat deze vereisten niet zijn vervat in de goedgekeurde ISA's. De lidstaten dienen deze aanvullende procedures voor de accountantscontrole te kunnen handhaven, totdat de procedures of voorschriften zijn vervat in later goedgekeurde ISA's. De lidstaten dienen deze aanvullende procedures voor de accountantscontrole te kunnen handhaven, totdat de procedures of voorschriften zijn vervat in later goedgekeurde ISA's. Elke door de lidstaten gestelde aanvullende eis dient bij te dragen tot een grote mate van geloofwaardigheid van de jaarrekeningen van ondernemingen en dient bevorderlijk te zijn voor het openbaar belang. Dit houdt in dat de lidstaten bijvoorbeeld een bijkomend accountantsverslag aan de raad van toezicht kunnen eisen of andere rapportage- of controle-eisen kunnen stellen op basis van de nationale regelgeving inzake ondernemingsbestuur.

Motivering

Het probleem is dat de door de accountancysector ontwikkelde ISA's nog onvolledig en te zwak zijn en dat er in sommige gevallen een herziening gaande is. De lidstaten moeten daarom de mogelijkheid hebben op nationaal vlak verdergaande beginselen voor de accountantscontrole voor te schrijven als zij dit nodig achten. Dit geldt met name voor beginselen die niet betrekking hebben op de omvang ("scope") van de accountantscontrole. Anderzijds moet ervoor worden gezorgd dat de lidstaten geen beginselen vaststellen die nog minder streng zijn dan de ISA's.

Amendement 4

OVERWEGING 12

(12) Opdat een internationale standaard voor accountantscontrole wordt goedgekeurd voor toepassing in de Gemeenschap, moet deze internationaal algemeen aanvaard zijn en tevens volgens een open en transparante procedure en met volledige medewerking van alle belanghebbenden zijn opgesteld, zodat hij de geloofwaardigheid van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen vergroot en bevorderlijk is voor het Europees openbaar belang.

(12) Opdat een internationale standaard voor accountantscontrole wordt goedgekeurd voor toepassing in de Gemeenschap, moet deze internationaal algemeen aanvaard zijn en tevens volgens een open en transparante procedure en met volledige medewerking van alle belanghebbenden zijn opgesteld, zodat hij de geloofwaardigheid van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen vergroot en bevorderlijk is voor het Europees openbaar belang. In het kader van de goedkeuringsprocedure pleegt de Commissie overleg met het Europees Parlement, de Raad en vertegenwoordigers van de beroepsgroep en het bedrijfsleven, teneinde te waarborgen dat het Europees openbaar belang voldoende in aanmerking is genomen.

Motivering

De problemen die zich hebben voorgedaan bij de vaststelling van de internationale boekhoudkundige normen (IAS) door de Commissie moeten worden voorkomen door te zorgen voor een transparante en open procedure.

Amendement 5

OVERWEGING 15

(15) Regelmatige inspecties vormen een goed instrument om tot wettelijke accountantscontroles te komen die constant van degelijke kwaliteit zijn. Met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren dienen daarom onderworpen te zijn aan een kwaliteitsborgingsstelsel dat op zodanige wijze is opgezet dat het los staat van de met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die in het kader ervan worden beoordeeld.

(15) Regelmatige inspecties vormen een goed instrument om tot wettelijke accountantscontroles te komen die constant van degelijke kwaliteit zijn. Met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren dienen daarom onderworpen te zijn aan een kwaliteitsborgingsstelsel dat op zodanige wijze is opgezet dat het los staat van de met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die in het kader ervan worden beoordeeld. Met het oog op de toepassing van de bepalingen van artikel 29 inzake kwaliteitsborging kunnen de lidstaten bepalen dat wanneer afzonderlijke accountants een gezamenlijk kwaliteitsborgingsbeleid hebben, de enige vereisten die in aanmerking hoeven te worden genomen, die zijn welke van toepassing zijn op accountantskantoren. De lidstaten kunnen het kwaliteitsborgingsstelsel zodanig opzetten dat elke afzonderlijke accountant om de zes jaar aan een kwaliteitsbeoordeling wordt onderworpen. In dit verband dient de financiering van het kwaliteitsborgingsstelsel gevrijwaard te zijn van oneigenlijke beïnvloeding.

Motivering

Dit amendement vloeit voort uit het overleg in de Raad en moet door het Parlement worden goedgekeurd om de procedure tot één lezing te beperken.

Niettemin moeten gelijke voorwaarden voor de kwaliteitsborging worden geschapen, zodat deze in elke lidstaat met dezelfde regelmaat, namelijk om de zes jaar, plaatsvindt.

Amendement 6

OVERWEGING 18

(18) De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor dient te worden benoemd door de algemene aandeelhoudersvergadering van de gecontroleerde entiteit. Om de onafhankelijkheid van de accountant te beschermen, is het van belang dat deze alleen kan worden ontslagen wanneer daar gegronde redenen toe zijn, die aan de voor het externe toezicht verantwoordelijke autoriteit of autoriteiten dienen te worden meegedeeld.

(18) De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor dient te worden benoemd door de algemene aandeelhouders- of ledenvergadering van de gecontroleerde entiteit. De lidstaten mogen alternatieve benoemingsregelingen toestaan, mits deze de onafhankelijkheid van de accountant van de gecontroleerde entiteit niet in het gedrang brengen. Om de onafhankelijkheid van de accountant te beschermen, is het van belang dat deze alleen kan worden ontslagen wanneer daar gegronde redenen toe zijn, die aan de voor het externe toezicht verantwoordelijke autoriteit of autoriteiten dienen te worden meegedeeld.

Amendement 7

OVERWEGING 23

(23) De maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van deze richtlijn, dienen te worden genomen overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden en rekening houdend met de verklaring over de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake financiële diensten die de Commissie op 5 februari 2002 in het Europees Parlement heeft afgelegd. Te dien einde wordt een comité ingesteld dat de Commissie terzijde staat.

(23) De maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van deze richtlijn, dienen te worden genomen overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden en rekening houdend met de verklaring over de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake financiële diensten die de Commissie op 5 februari 2002 in het Europees Parlement heeft afgelegd. Te dien einde wordt een comité ingesteld dat de Commissie terzijde staat. De bevoegdheden van het Europees Parlement, en met name zijn recht van "call back" dienen door de Commissie naar behoren in acht te worden genomen, met name voor wat betreft de prerogatieven van het comité vermeld in de artikelen 21, lid 2, en 48 van de onderhavige richtlijn.

Motivering

De via de zogeheten Lamfalussy-procedure ingestelde comitologieprocedure mag niet leiden tot beginselgoedkeuring op niveau 2. Het EP moet evenals de Raad de mogelijkheid hebben te controleren of de Commissie dit beginsel in acht neemt en, zo niet, over de middelen beschikken om te interveniëren.

Amendement 8

OVERWEGING 23 bis (nieuw)

 

(23 bis) Het Europees Parlement dient vanaf het tijdstip van de eerste indiening van het ontwerp van uitvoeringsmaatregelen over drie maanden te beschikken om deze te behandelen en zijn standpunt bekend te maken. Neemt het Parlement binnen deze termijn een besluit dan wordt het voorstel door de Commissie overeenkomstig artikel 8 van besluit 1999/468/EG opnieuw behandeld.

Amendement 9

ARTIKEL 2, LID 3

3) "accountantskantoor": een entiteit met om het even welke rechtsvorm die door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat in overeenstemming met de bepalingen van deze richtlijn is toegelaten tot het uitvoeren van wettelijke accountantscontroles;

3) "accountantskantoor": een juridisch lichaam of andere entiteit met om het even welke rechtsvorm die door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat in overeenstemming met de bepalingen van deze richtlijn is toegelaten tot het uitvoeren van wettelijke accountantscontroles;

Motivering

De Commissie houdt in haar voorstel geen rekening met de controle-instellingen van spaarbanken en coöperatieve banken, die geen kantoren volgens bovenstaande definitie zijn.

Amendement 10

ARTIKEL 2, LID 5

5) "netwerk": de grotere structuur waartoe een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor behoort en die gebruik maakt van een gemeenschappelijke merknaam of via welke gezamenlijk gebruik wordt gemaakt van professionele hulpmiddelen;

5) "netwerk": de grotere, op samenwerking gerichte structuur waartoe een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor behoort en die duidelijk op winst- en kostendeling gericht is of gemeenschappelijke eigendoms-, zeggenschaps- of bestuurlijke banden, een gemeenschappelijk kwaliteitscontrolebeleid en gemeenschappelijke kwaliteitscontroleprocedures, een gemeenschappelijke bedrijfsstrategie heeft, alsmede het gebruik van een gemeenschappelijke merknaam of van een aanzienlijk deel van de professionele hulpmiddelen;

Motivering

Dit amendement vloeit voort uit het overleg in de Raad en moet door het Parlement worden goedgekeurd om de procedure tot één lezing te beperken. De definitie van "netwerk" mag echter niet te ruim zijn, omdat niet elke denkbare samenwerkingsvorm eronder mag vallen.

Amendement 11

ARTIKEL 2, LID 9

9) "internationale standaarden voor accountantscontrole": de International Standards on Auditing (ISA) en de daarmee verband houdende International Audit Practice Statements, voorzover deze voor de wettelijke accountantscontrole van belang zijn;

9) "internationale standaarden voor accountantscontrole": de International Standards on Auditing (ISA) en de daarmee verband houdende standaarden, voorzover deze voor de wettelijke accountantscontrole van belang zijn;

Motivering

Naast de ISA moet alleen worden verwezen naar aanverwante standaarden, zoals de "International Standard on Quality Control 1" (ISQC 1), maar niet naar de "International Audit Practice Statements", omdat die minder gezaghebbend zijn en meer dienen als praktische leidraad ("best practice").

Amendement 12

ARTIKEL 3, LID 3, ALINEA 2, LETTER b)

b) de meerderheid van de stemrechten is in het bezit van met de wettelijke controle belaste accountants of accountantskantoren die in een lidstaat zijn toegelaten;

b) de meerderheid van de stemrechten is in het bezit van met de wettelijke controle belaste accountants of accountantskantoren die in een lidstaat zijn toegelaten, of van natuurlijke personen die ten minste voldoen aan de in de artikelen 4 en 6 tot 12 gestelde voorwaarden; de lidstaten kunnen bepalen dat dergelijke natuurlijke personen ook in een lidstaat moeten zijn toegelaten. Voor de wettelijke controle van coöperaties en soortgelijke instellingen, zoals bedoeld in artikel 45 van Richtlijn 86/635/EEG, kunnen de lidstaten andere specifieke bepalingen inzake de stemrechten vaststellen. Wat de resterende minderheidsstemrechten betreft, is een potentieel tot het uitoefenen van stemrechten bevoegde persoon alleen aanvaardbaar als deze geen oneigenlijke invloed uitoefent of lijkt uit te oefenen op het professionele optreden en de onafhankelijkheid van het accountantskantoor;

Motivering

Dit amendement vloeit voort uit het overleg in de Raad en moet door het Parlement worden goedgekeurd om de procedure tot één lezing te beperken. De deelneming van commerciële instellingen in accountantskantoren dient echter te worden verboden als onverenigbaar met de onafhankelijkheid en objectiviteit van de accountant.

Amendement 13

ARTIKEL 6

Natuurlijke personen kunnen slechts worden toegelaten tot het uitvoeren van wettelijke accountantscontroles wanneer zij, na het niveau te hebben bereikt om tot een universiteit te worden toegelaten, een theoretische opleiding en een praktijkopleiding hebben gevolgd en met goed gevolg een door de staat georganiseerd of erkend vakbekwaamheidsexamen hebben afgelegd waarvan het niveau overeenkomt met een afgesloten universitaire opleiding.

Natuurlijke personen kunnen slechts worden toegelaten tot het uitvoeren van wettelijke accountantscontroles van de in artikel 1 bedoelde documenten wanneer zij, na het niveau te hebben bereikt om tot een universiteit te worden toegelaten, een theoretische opleiding en een praktijkopleiding hebben gevolgd en met goed gevolg een door de lidstaat georganiseerd of erkend vakbekwaamheidsexamen hebben afgelegd waarvan het niveau overeenkomt met een afgesloten universitaire opleiding. Het niveau van de opleiding en de beoordeling moet ten minste gelijk staan aan een universitaire graad die na een eerste fase van minimaal drie jaar wordt toegekend; aanzienlijke delen van de opleiding en de beoordeling moeten op het niveau van de tweede fase liggen, d.w.z. dat hiervoor met goed gevolg de eerste fase moet zijn voltooid.

 

De lidstaten zorgen ervoor dat de toegelaten personen er door een continue beroepsontwikkeling blijk van geven hun vakbekwaamheid en vaardigheden in stand te houden.

 

Deze vereisten worden in de artikelen 7, 8, 9 en 10 nader geregeld.

Motivering

Volgens de verklaring van Bologna dient de eerste fase van een universitaire opleiding drie jaar te duren. Een aanzienlijk gedeelte van de opleiding en de beoordeling van accountants dient op het niveau van de tweede studiefase te liggen.

Amendement 14

ARTIKEL 7

Vakbekwaamheidsexamen

Vakbekwaamheid

 

Een natuurlijke persoon die is toegelaten tot het uitvoeren van wettelijke accountantscontroles, moet in staat zijn een wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen uit te voeren overeenkomstig de op die controle toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften en normen.

Het in artikel 6 bedoelde vakbekwaamheidsexamen biedt de garantie dat de noodzakelijke theoretische kennis van de vakgebieden die voor de wettelijke accountantscontrole van belang zijn, aanwezig is en bij de uitvoering van deze controle in de praktijk kan worden gebracht. Dit examen moet ten minste één schriftelijk gedeelte omvatten.

Met de in artikel 6 bedoelde beoordeling van de vakbekwaamheid en de vaardigheden wordt geëvalueerd of de beoordeelde in staat is:

a) een accountantscontrole van ondernemingsrekeningen of geconsolideerde rekeningen overeenkomstig de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften, normen en codes voor beroepsethiek te plannen, uit te voeren en te rapporteren;

 

b) te begrijpen hoe transacties en andere handelingen overeenkomstig de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften en normen moeten worden verantwoord in de rekeningen van rechtspersonen en in de geconsolideerde ondernemingsrekeningen;

 

c) de wettelijke, fiscale en zakelijke omgeving te begrijpen waarin ondernemingen opereren;

 

d) de voor de controle van de ondernemingsrekeningen of geconsolideerde rekeningen relevante aspecten te begrijpen van het strategisch en bedrijfsbeheer, in het bijzonder het financieel beheer en de informatietechnologie;

 

e) de bedrijfsprocessen, -systemen en ‑controles te begrijpen, voorzover dit nodig is om de risico's voor het bedrijf en de accountantscontrole te kunnen beoordelen.

Motivering

De voorwaarden die in de achtste richtlijn vennootschapsrecht worden gesteld aan de (praktijk)opleiding die voor toelating en registratie als met de wettelijke controle belaste accountant vereist is, moeten ingrijpend worden gewijzigd

-   gezien de veranderingen die zich hebben voorgedaan op het gebied van ethische normen en in de voorschriften inzake financiële rapportage en accountantscontroles,

-   gezien de nieuwe opleidingsnormen die de International Federation of Accountants heeft uitgebracht,

-   gezien de benadering van de curriculuminhoud door de meeste beroepsorganisaties, die de nadruk leggen op het kunnen vervullen van de taken en de rol die van een met de wettelijke controle belaste accountant worden verwacht, en niet eenvoudigweg op een lijst onderwerpen.

Amendement 15

ARTIKEL 8, LID 1

Toetsing van de theoretische kennis

Beoordeling van de vakbekwaamheid

1. De toetsing van de theoretische kennis die deel uitmaakt van het examen, heeft met name betrekking op de volgende vakgebieden:

1. Met de beoordeling wordt geëvalueerd of de beoordeelde in staat is:

a) algemene theorie en beginselen van de boekhouding;

a) relevante theoretische kennis in de praktijk aan te wenden en kennis en ervaring op te nemen;

b) wettelijke voorschriften en normen voor de opstelling van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen;

b) vaardigheden op het gebied van analyse, evaluatie, professioneel oordeelsvermogen en professionele scepsis in praktijk te brengen;

c) internationale standaarden voor jaarrekeningen;

c) in het openbaar belang te handelen overeenkomstig de toepasselijke codes voor beroepsethiek.

d) financiële analyse;

 

e) analytische boekhouding;

 

f) risicomanagement en interne controle,

 

g) accountantscontrole;

 

h) wettelijke voorschriften en gedrags- en beroepsnormen betreffende de wettelijke accountantscontrole en de daarmee belaste accountants;

 

i) internationale standaarden voor accountantscontrole;

 

j) beroepsvaardigheden;

 

k) beroepsethiek en onafhankelijkheid.

 

Motivering

De voorwaarden die in de achtste richtlijn vennootschapsrecht worden gesteld aan de (praktijk)opleiding die voor toelating en registratie als met de wettelijke controle belaste accountant vereist is, moeten ingrijpend worden gewijzigd

-   gezien de veranderingen die zich hebben voorgedaan op het gebied van ethische normen en in de voorschriften inzake financiële rapportage en accountantscontroles,

-   gezien de nieuwe opleidingsnormen die de International Federation of Accountants heeft uitgebracht,

-   gezien de benadering van de curriculuminhoud door de meeste beroepsorganisaties, die de nadruk leggen op het kunnen vervullen van de taken en de rol die van een met de wettelijke controle belaste accountant worden verwacht, en niet eenvoudigweg op een lijst onderwerpen.

Amendement 16

ARTIKEL 8, LID 2

2. De toetsing heeft ook betrekking op de volgende vakgebieden, voorzover deze voor de accountantscontrole van belang zijn:

2. Een aanzienlijk deel van de beoordeling moet schriftelijk (o.a. met behulp van een computer) plaatsvinden.

 

Doel van de beoordeling is vast te stellen dat de beoordeelde met het oog op de uitvoering van een accountantscontrole over voldoende kennis op de volgende gebieden beschikt:

a) vennootschapsrecht en corporate governance;

a) Accountantscontrole:

 

- concepten, processen en beheer op het gebied van de "assurance engagement",

 

- internationale standaarden en nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften en standaarden inzake de wettelijke accountantscontrole van boekhouddocumenten en degenen die dergelijke controles verrichten,

 

- analyse en kritische beoordeling van financiële overzichten.

b) faillissementsrecht en soortgelijke procedures;

b) Boekhouding en financiële rapportage:

 

- financiële boekhouding en rapportage,

 

- analytische boekhouding,

 

- zeggenschap binnen de leiding,

 

- internationale standaarden en nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften en standaarden die gelden voor de opstelling van ondernemingsgewijze en geconsolideerde financiële overzichten en voor methoden voor de waardebepaling van balansposten, de berekening van winst en verlies en het rapporteren van kasstromen en veranderingen in het aandelenkapitaal.

c) belastingrecht;

c) De juridische, fiscale en zakelijke omgeving:

 

- vennootschaps- en handelsrecht, burgerlijk recht, faillissementsrecht en soortgelijke procedures, en de fundamentele aspecten van de wetgeving inzake kapitaalmarkten en het arbeidsrecht,

 

- bedrijfstaxaties,

 

- het belastingstelsel en de gevolgen voor de besluitvorming op financieel en managementgebied,

 

- informatietechnologie,

 

- bedrijfssystemen en -controles,

 

- organisatorische en bedrijfseconomische kennis, waaronder kennis van algemene en financiële economie, corporate governance, bedrijfskunde (met inbegrip van kwantitatieve methoden), gedrag in organisaties, financieel beheer, internationaal bedrijfsleven en mondialisering.

d) burgerlijk en handelsrecht;

e) socialezekerheidsrecht en arbeidsrecht;

f) informatietechnologie en informaticasystemen;

g) algemene, financiële en bedrijfseconomie;

h) wiskunde en statistiek;

i) grondbeginselen van financieel bedrijfsbeheer.

Een aanzienlijk deel van de kennis op het gebied van accountantscontroles, boekhouding en financiële verslaglegging moet op het niveau van een tweede universitaire fase liggen. Het niveau van de overige onderdelen moet ten minste gelijk staan aan een universitaire graad die na een eerste fase van minimaal drie jaar wordt toegekend.

Motivering

De voorwaarden die in de achtste richtlijn vennootschapsrecht worden gesteld aan de (praktijk)opleiding die voor toelating en registratie als met de wettelijke controle belaste accountant vereist is, moeten ingrijpend worden gewijzigd

-   gezien de veranderingen die zich hebben voorgedaan op het gebied van ethische normen en in de voorschriften inzake financiële rapportage en accountantscontroles,

-   gezien de nieuwe opleidingsnormen die de International Federation of Accountants heeft uitgebracht,

-  gezien de benadering van de curriculuminhoud door de meeste beroepsorganisaties, die de nadruk leggen op het kunnen vervullen van de taken en de rol die van een met de wettelijke controle belaste accountant worden verwacht, en niet eenvoudigweg op een lijst onderwerpen.

Amendement 17

ARTIKEL 8, LID 3

3. De lijst van vakgebieden waarop de in lid 1 bedoelde toetsing van de theoretische kennis betrekking heeft, kan door de Commissie worden aangepast volgens de procedure van artikel 49, lid 2.

3. De lijst van vakgebieden waarop de in de leden 1 en 2 bedoelde toetsing van de theoretische kennis betrekking heeft, kan door de Commissie worden aangepast volgens de procedure van artikel 49, lid 2.

Motivering

Afhankelijk van de goedkeuring van de amendementen van John Purvis op de leden 1 en 2 van artikel 8.

Amendement 18

ARTIKEL 9, LID 1

1. In afwijking van de artikelen 7 en 8 mogen de lidstaten bepalen dat personen die met goed gevolg een universitair of gelijkwaardig examen hebben afgelegd dan wel in het bezit zijn van een universitair of gelijkwaardig diploma voor een of meer van de in artikel 8 genoemde vakgebieden, worden vrijgesteld van de toetsing van de theoretische kennis van de vakgebieden waarop dat examen of diploma betrekking heeft.

1. In afwijking van de artikelen 7 en 8 mogen de lidstaten bepalen dat personen die met goed gevolg universitaire of gelijkwaardige beoordelingen hebben ondergaan dan wel in het bezit zijn van een universitair of gelijkwaardig diploma voor een of meer van de in artikel 8 genoemde vakgebieden, worden vrijgesteld van de beoordeling van de theoretische kennis van de vakgebieden waarop de beoordelingen of het diploma in kwestie betrekking hebben.

Motivering

Aangezien organisaties mensen op allerlei manieren kunnen beoordelen, is "beoordeling" een passender term dan "examen".

Amendement 19

ARTIKEL 9, LID 2

2. In afwijking van artikel 7 mogen de lidstaten bepalen dat houders van een universitair of gelijkwaardig diploma voor een of meer van de in artikel 8 genoemde vakgebieden, met betrekking tot die vakgebieden worden vrijgesteld van toetsing van het vermogen om de theoretische kennis in de praktijk toe te passen, indien daarvoor een praktijkopleiding is gevolgd, afgesloten met een door de staat erkend examen of diploma.

2. In afwijking van artikel 7 mogen de lidstaten bepalen dat houders van een universitair of gelijkwaardig diploma voor een of meer van de in artikel 8 genoemde vakgebieden, met betrekking tot die vakgebieden worden vrijgesteld van beoordeling van het vermogen om de theoretische kennis in de praktijk toe te passen, wanneer daarvoor een praktijkopleiding is gevolgd, afgesloten met door de staat erkende beoordelingen of een door de staat erkend diploma.

Motivering

Aangezien organisaties mensen op allerlei manieren kunnen beoordelen, is "beoordeling" een passender term dan "examen".

Amendement 20

ARTIKEL 10, LID 1

1. Ter verkrijging van het op het examen te toetsen vermogen om de theoretische kennis in de praktijk toe te passen, wordt een ten minste drie jaar durende praktijkopleiding gevolgd die in het bijzonder de accountantscontrole van jaarrekeningen, geconsolideerde jaarrekeningen of soortgelijke financiële overzichten omvat. Deze praktijkopleiding wordt voor ten minste twee derden gevolgd bij een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor van een lidstaat.

1. Ter verkrijging van het bij de beoordeling te toetsen vermogen om de theoretische kennis in de praktijk toe te passen, wordt een ten minste drie jaar durende praktijkopleiding gevolgd die in het bijzonder de accountantscontrole van jaarrekeningen, geconsolideerde jaarrekeningen of soortgelijke financiële overzichten omvat. Deze praktijkopleiding wordt voor ten minste twee derden gevolgd onder toezicht van een persoon die is toegelaten volgens de wetgeving van de lidstaat waar de opleiding overeenkomstig deze richtlijn plaatsvindt; de lidstaat kan evenwel toestaan dat de praktijkopleiding plaatsvindt onder toezicht van een persoon die is toegelaten volgens de wetgeving van een andere lidstaat overeenkomstig deze richtlijn.

Motivering

Aangezien organisaties mensen op allerlei manieren kunnen beoordelen, is "beoordeling" een passender term dan "examen".

Het amendement verduidelijkt de bedoeling van de Commissie dat een accountant die in een andere EU-lidstaat is toegelaten, belast mag worden met het toezicht op een praktijkopleiding.

Amendement 21

ARTIKEL 10, LID 2

2. De lidstaten zien erop toe dat de gehele praktijkopleiding wordt gevolgd bij personen die voldoende waarborgen bieden voor de opleiding van de stagiair.

2. De lidstaten zien erop toe dat de gehele praktijkopleiding wordt gevolgd onder toezicht van personen die voldoende waarborgen bieden voor de opleiding van de stagiair.

Motivering

Verduidelijking.

Amendement 22

ARTIKEL 22, LID 2 BIS (nieuw)

 

2 bis. Deze geheimhoudingsregels zijn eveneens van toepassing op een accountant of accountantskantoor die/dat niet langer betrokken is bij een specifieke controleopdracht.

Motivering

Het beroepsgeheim houdt niet op met het beëindigen van de opdracht. De reikwijdte ervan dient dus te worden gepreciseerd.

Amendement 23

ARTIKEL 23, LID 1

1. De lidstaten zien erop toe dat wanneer een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor een wettelijke accountantscontrole uitvoert, de accountant of het kantoor onafhankelijk is van de gecontroleerde entiteit en op generlei wijze betrokken is bij bestuursbeslissingen van de gecontroleerde entiteit. Een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor mag niet tot de uitvoering van een wettelijke accountantscontrole overgaan wanneer er tussen de accountant of het kantoor en de gecontroleerde entiteit enigerlei financiële, zakelijke, arbeids- of andere relatie bestaat – waaronder ook de verlening van nevendiensten is begrepen – die de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor eventueel in het gedrang kan brengen.

1. De lidstaten zien erop toe dat wanneer een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor een wettelijke accountantscontrole uitvoert, de accountant of het kantoor onafhankelijk is van de gecontroleerde entiteit en op generlei wijze betrokken is bij de besluitvorming van de gecontroleerde entiteit.

Amendement 24

ARTIKEL 23, LID 2

2. De lidstaten zien erop toe dat de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor alle bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid en de veiligheidsmaatregelen die zijn genomen om deze bedreigingen af te zwakken, op schrift stelt in controledocumenten.

2. De lidstaten zien erop toe dat indien de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor wordt bedreigd, bijvoorbeeld door zelfcontrole, een eigen belang, voorspraak, bekendheid of vertrouwen of intimidatie, de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor veiligheidsmaatregelen neemt om dergelijke bedreigingen af te zwakken. Indien de omvang van de bedreigingen in vergelijking met de veiligheidsmaatregelen zo groot is dat de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor in het gedrang komt, ziet de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor van de controle af.

Een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor gaat niet tot de uitvoering van een wettelijke accountantscontrole over wanneer er tussen de accountant, het kantoor of het netwerk en de gecontroleerde entiteit enigerlei directe of indirecte financiële, zakelijke, arbeidsrelatie bestaat die de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor in het gedrang brengt.

De lidstaten zorgen er met name voor dat in het geval van controles van instellingen van openbaar belang de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor bijkomende niet-controlediensten voor de gecontroleerde entiteit mag verrichten, doch alleen indien bij een objectieve en redelijke evaluatie zou worden geconcludeerd dat hun onafhankelijkheid niet in het gedrang komt en dat het niveau van de beloning als zodanig geen bedreiging voor hun onafhankelijkheid vormt.

Motivering

Bepaalde algemene eisen die worden gesteld aan de onafhankelijkheid van de accountant, dienen te gelden voor alle accountantscontroles, ongeacht de omvang van de gecontroleerde entiteit. Bij de niet-controlediensten dient echter een onderscheid te worden gemaakt tussen organisaties van algemeen belang en kleinere ondernemingen. Voor laatstgenoemde categorie zou een beperking van dergelijke diensten tot onnodige kosten leiden.

Amendement 25

ARTIKEL 26, LID 1

1. De lidstaten schrijven voor dat met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren hun wettelijke accountantscontroles moeten uitvoeren met inachtneming van de internationale standaarden voor accountantscontrole die door de Commissie zijn goedgekeurd volgens de procedure van artikel 49, lid 2.

1. De lidstaten schrijven voor dat met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren hun wettelijke accountantscontroles moeten uitvoeren met inachtneming van de internationale standaarden voor accountantscontrole die door de Commissie zijn goedgekeurd volgens de procedure van artikel 49, lid 2. De lidstaten kunnen een nationale standaard voor accountantscontrole blijven toepassen zolang de Commissie geen internationale standaarden voor accountantscontrole voor hetzelfde aspect heeft goedgekeurd.

Motivering

De lidstaten mogen voorzien in overgangsmaatregelen zolang de Commissie hiervoor nog een internationale auditstandaarden heeft vastgesteld. Deze vaststelling moet overigens zorgvuldig worden ingekaderd en recht doen aan het Europese openbaar belang.

Amendement 26

ARTIKEL 26, LID 2, LETTER a)

a) internationaal algemeen aanvaard zijn en volgens geijkte procedures, onder extern toezicht en op transparante wijze zijn opgesteld;

a) internationaal algemeen aanvaard zijn en volgens geijkte procedures, waaraan de verschillende betrokken groeperingen meewerken, onder extern toezicht en op transparante wijze zijn opgesteld;

Motivering

Wanneer er internationale standaarden voor accountantscontrole worden vastgesteld, moet ervoor worden gezorgd dat alle betrokken groeperingen, dus naast de grote accountantskantoren ook vertegenwoordigers van het midden- en kleinbedrijf, bij de besluitvorming worden betrokken.

Amendement 27

ARTIKEL 26, LID 3

3. De lidstaten mogen alleen aanvullende controleprocedures verplicht stellen indien deze voortvloeien uit specifieke vereisten in verband met het voorwerp van de wettelijke accountantscontrole. De lidstaten stellen de Commissie van deze aanvullende procedures in kennis.

3. De lidstaten mogen alleen controleprocedures of -voorschriften in aanvulling op de in lid 1 bedoelde internationale standaarden voor accountantscontrole verplicht stellen indien deze voortvloeien uit specifieke nationale wettelijke vereisten in verband met de wettelijke accountantscontrole. De lidstaten zien erop toe dat deze aanvullende controleprocedures of -voorschriften in overeenstemming zijn met het bepaalde in lid 2, letters b) en c), en stellen de Commissie en de lidstaten ervan in kennis, voordat zij worden goedgekeurd.

Motivering

Het probleem is dat de door de accountancysector ontwikkelde ISA's nog onvolledig en te zwak zijn en dat er in sommige gevallen een herziening gaande is. De lidstaten moeten daarom de mogelijkheid hebben op nationaal vlak verdergaande beginselen voor de accountantscontrole voor te schrijven als zij dit nodig achten. Dit geldt met name voor beginselen die niet betrekking hebben op de omvang ("scope") van de accountantscontrole. Anderzijds moet ervoor worden gezorgd dat de lidstaten geen beginselen vaststellen die nog minder streng zijn dan de ISA's.

Amendement 28

ARTIKEL 29, LID 1, ALINEA 1, LETTER h)

h) ten minste om de zes jaar vindt er een kwaliteitsbeoordeling plaats;

h) om de zes jaar vindt er een kwaliteitsbeoordeling plaats;

Motivering

Om te garanderen dat voor accountantskantoren in heel Europa dezelfde wettelijke bepalingen gelden.

Amendement 29

ARTIKEL 35

De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor wordt benoemd door de algemene aandeelhoudersvergadering van de gecontroleerde entiteit. In overeenstemming met het interne recht kunnen de lidstaten bepalen dat de benoeming vooraf door de bevoegde toezichthoudende autoriteit moet worden goedgekeurd of dat de benoeming geschiedt door een rechtbank of een andere bij wet aangewezen organisatie.

De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor wordt benoemd door de algemene aandeelhouders- of ledenvergadering van de gecontroleerde entiteit. De lidstaten mogen alternatieve regelingen of modaliteiten toestaan voor de benoeming van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor, mits deze regelingen of modaliteiten bedoeld zijn om te waarborgen dat de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor onafhankelijk is van de leden van het bestuursorgaan of van het leidinggevend orgaan van de gecontroleerde entiteit.

Amendement 30

ARTIKEL 39, LID 1

1. Instellingen van openbaar belang hebben een auditcomité, dat is samengesteld uit niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden van het leidinggevende orgaan of leden van het toezichtorgaan van de gecontroleerde entiteit, en waarvan ten minste één onafhankelijk lid over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en/of accountantscontrole beschikt.

1. Instellingen van openbaar belang hebben een auditcomité, dat is samengesteld uit niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden van het leidinggevende orgaan of leden van het toezichtorgaan van de gecontroleerde entiteit. Het auditcomité bestaat uit onafhankelijke leden met aangetoonde kennis en ervaring op financieel gebied.

Motivering

Het is van essentieel belang dat ook vertegenwoordigers van de werknemers in loondienst zitting hebben in de auditcomités.

Amendement 31

ARTIKEL 39, LID 3 BIS (nieuw)

 

3 bis. In kleine en middelgrote instellingen van openbaar belang die voldoen aan de criteria in artikel 2, lid 1 van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen1, mogen de aan het auditcomité toegewezen taken worden uitgevoerd door het orgaan als geheel, mits ten minste één lid over de nodige praktische deskundigheid op het gebied van boekhouding en/of accountantscontrole beschikt en de voorzitter van het bestuur (toezichtorgaan) geen voorzitter van het auditcomité is.

________

1 PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

Amendement 32

ARTIKEL 39, LID 3 TER (nieuw)

 

3 ter. De lidstaten kunnen een instelling van openbaar belang vrijstellen van de verplichting tot instelling van een auditcomité, als de enige zakelijke activiteit van die instelling bestaat in het uitgeven van door activa gedekte waardepapieren, zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 5 van Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de in het prospectus te verstrekken informatie, de vormgeving van het prospectus, de opneming van informatie door middel van verwijzing, de publicatie van het prospectus en de verspreiding van advertenties betreft1.

____________

1 PB L 149 van 30.4.2004, blz. 1.

Motivering

De instellingen van openbaar belang waarvoor een uitzondering op de verplichting tot instelling van een auditcomité wordt voorgesteld, moeten nu reeds hun rekeningen opstellen overeenkomstig de vierde richtlijn vennootschapsrecht. In het bijzondere geval van Special Purpose Vehicles (SPV's) zou deze verplichting niet leiden tot nuttig extra toezicht in het belang van de beleggers, maar zou alleen onevenredig veel meerkosten veroorzaken. SPV's mogen en kunnen zich niet bezighouden met andere activiteiten dan de uitgifte van effecten. Zij spelen een belangrijke rol bij het verbeteren van de liquiditeit, zonder dat zij de betrokken beleggers bijkomende materiële bescherming bieden.

Amendement 33

ARTIKEL 40, LETTER c)

c) ofwel de met de wettelijke controle belaste accountant of de voornaamste vennoot die namens het accountantskantoor met de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole is belast, na uiterlijk vijf jaar van de controleopdracht wordt ontslagen, ofwel het accountantskantoor na uiterlijk zeven jaar van de controleopdracht wordt ontslagen;

c) de voornaamste venno(o)t(en) na uiterlijk zeven jaar, te rekenen vanaf de datum van benoeming, van de controleopdracht word(t)(en) ontslagen en na minimaal twee jaar weer aan de accountantscontrole van de gecontroleerde entiteit mogen (mag) deelnemen;

Amendement 34

ARTIKEL 40, LETTER c), ALINEA 1 BIS (nieuw)

 

Bovenstaande paragraaf is van toepassing op beursgenoteerde ondernemingen, ondernemingen die onder openbaar toezicht staan en ondernemingen met een jaaromzet van meer dan 100 miljoen euro.

Motivering

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen beursgenoteerde of aan openbaar toezicht onderworpen ondernemingen en KMO's, die worden gecontroleerd door kleine accountantsbureaus, waarvan de infrastructuur niet voorziet in de mogelijkheid van roulering en die daardoor de kans zouden lopen cliënten te verliezen.

Amendement 35

ARTIKEL 43 BIS (nieuw)

 

Artikel 43 bis

Aansprakelijkheid

1. De lidstaten dragen er zorg voor dat hun wetgeving niet voorziet in onbeperkte financiële aansprakelijkheid van met de wettelijke controle belaste accountants of accountantskantoren.

 

2. De lidstaten:

 

a) stellen een wettelijk kader vast voor de vergoeding van schade en verlies waarvoor met de wettelijke controle belaste accountants of accountantskantoren aansprakelijk kunnen worden gesteld,

 

b) staan met de wettelijke controle belaste accountants of accountantskantoren toe de aansprakelijkheid tot een bepaald of evenredig bedrag te beperken dat is vastgelegd bij wet of middels een contract met de eigenaren van de gecontroleerde entiteit.

Amendement 36

ARTIKEL 47, LID 1, LETTER d) BIS (nieuw)

 

d bis) de overdracht niet in strijd is met voorschriften inzake het beroepsgeheim, gegevensbescherming en soortgelijke regelgeving.

Motivering

De gegevensbescherming en het beroepsgeheim moeten worden onderstreept.

Amendement 37

ARTIKEL 49, LID 2, ALINEA 1

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, overeenkomstig artikel 8 van dat besluit.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, overeenkomstig artikel 8 van dat besluit. Het Europees Parlement beschikt vanaf het tijdstip van de eerste indiening van het ontwerp van uitvoeringsmaatregelen over drie maanden om deze te behandelen en zijn standpunt bekend te maken. Neemt het Parlement binnen deze termijn een besluit dan wordt het voorstel door de Commissie opnieuw behandeld.

Amendement 38

ARTIKEL 50, PUNT 1, LETTER B)
Artikel 44, lid 1 (nieuw) (richtlijn 78/660/EEG)

b) Artikel 44, lid 1, wordt vervangen door:

b) In artikel 45 wordt het volgende lid toegevoegd:

"1. De lidstaten kunnen toestaan dat de in artikel 11 bedoelde vennootschappen een verkorte toelichting opstellen waarin de in artikel 43, lid 1, punten 5 tot en met 12, punt 14, onder a), en punt 15 genoemde gegevens achterwege worden gelaten. In de toelichting wordt evenwel voor het geheel van de betrokken posten de in artikel 43, lid 1, punt 6, verlangde informatie door middel van een totaalbedrag verstrekt.".

"3. De lidstaten kunnen entiteiten die geen effecten hebben uitgegeven die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 14 van Richtlijn 2004/39/EG, vrijstellen van het vereiste, als bedoeld in artikel 43, lid 1, punt 15."

Motivering

Ter voorkoming van overregulering dienen kleine en middelgrote ondernemingen te worden vrijgesteld van deze richtlijn.

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad

Document- en procedurenummers

COM(2004)0177 – C6‑0005/2004 – 2004/0065(COD)

Commissie ten principale

JURI

Medeadviserende commissie
  Datum benoeming

ECON
15.9.2004

Nauwere samenwerking

ja

Rapporteur voor advies
  Datum benoeming

Wolf Klinz
13.9.2004

Behandeling in de Commissie

1.2.2005

21.2.2005

14.3.2005

 

 

Datum goedkeuring amendementen

15.3.2005

Uitslag eindstemming

voor:

tegen:

onthoudingen:

38

2

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Zsolt László Becsey, Pervenche Berès, Pier Luigi Bersani, Udo Bullmann, Ieke van den Burg, Paolo Cirino Pomicino, Elisa Ferreira, Benoît Hamon, Gunnar Hökmark, Karsten Friedrich Hoppenstedt, Sophia in 't Veld, Othmar Karas, Piia-Noora Kauppi, Christoph Konrad, Guntars Krasts, Astrid Lulling, Hans-Peter Martin, Gay Mitchell, Cristobal Montoro Romero, John Purvis, Alexander Radwan, Bernhard Rapkay, Dariusz Rosati, Eoin Ryan, Antolín Sánchez Presedo, Manuel António dos Santos, Peter Skinner, Margarita Starkevičiūtė, Ivo Strejček, Sahra Wagenknecht, Graham Watson, Lars Wohlin

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Jean-Marie Cavada, Jorgo Chatzimarkakis, Harald Ettl, Ján Hudacký, Ona Juknevičienė, Werner Langen, Jules Maaten, Thomas Mann, Andreas Schwab

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid 2)

 

  • [1]  PB C .../Nog niet in het PB gepubliceerd.

ADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (18.3.2005)

aan de Commissie juridische zaken

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad
(COM(2004)0177 – C6‑0005/2004 – 2004/0065(COD))

Rapporteur voor advies: Phillip Whitehead

BEKNOPTE MOTIVERING

Gezien de diverse schandalen die zich recentelijk in Europa hebben voorgedaan, moet dit initiatief van de Commissie worden toegejuicht. Het vertrouwen van de beleggers wordt ondergraven door zulke gebeurtenissen, die gevolgen hebben voor de samenleving als geheel en voor de voltooiing en het behoorlijk functioneren van de interne markt. Verder moet worden bedacht dat bij het richtlijnvoorstel ook de consumentenbescherming in het geding is, want de consumenten beginnen op de beurs te beleggen en de soliditeit van hun pensioenen is in niet geringe mate afhankelijk van degelijke accountantscontroles in de EU.

De rapporteur voor advies is verheugd over de voorgestelde richtlijn en waardeert de grote inspanningen die de rapporteur van de commissie ten principale zich getroost om een oplossing te vinden voor de nog openstaande vragen. Na een zorgvuldige afweging heeft de rapporteur voor advies, die zich ervan bewust is dat hij dit advies opstelt in zijn hoedanigheid van commissievoorzitter, besloten slechts vijf amendementen aan het oordeel van de commissie te onderwerpen. De drie eerste zijn bedoeld als compromis tussen het voorstel van de Commissie om het auditcomité verplicht te stellen en het amendement van de heer Doorn waarin de desbetreffende bepaling geschrapt wordt. Het vierde en vijfde amendement betreffen het rouleren van vennoten c.q. kantoren. Aangezien een compromis op dit punt niet haalbaar lijkt, heeft de rapporteur voor advies ervoor gekozen de benadering van de rapporteur van de commissie ten principale te ondersteunen, die een evenwichtige, verstandige oplossing lijkt te bieden voor het probleem dat zowel de kwaliteit van de accountantscontrole als de onafhankelijkheid van de accountant gewaarborgd moeten worden.

AMENDEMENTEN

De Commissie interne markt en consumentenbescherming verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Door de Commissie voorgestelde tekst[1]

 

Amendementen van het Parlement

Amendement 1

Artikel 23

1. De lidstaten zien erop toe dat wanneer een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor een wettelijke accountantscontrole uitvoert, de accountant of het kantoor onafhankelijk is van de gecontroleerde entiteit en op generlei wijze betrokken is bij bestuursbeslissingen van de gecontroleerde entiteit. Een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor mag niet tot de uitvoering van een wettelijke accountantscontrole overgaan wanneer er tussen de accountant of het kantoor en de gecontroleerde entiteit enigerlei financiële, zakelijke, arbeids- of andere relatie bestaat – waaronder ook de verlening van nevendiensten is begrepen – die de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor eventueel in het gedrang kan brengen.

1. De lidstaten zien erop toe dat wanneer een met de wettelijke controle belaste accountant en/of een accountantskantoor een wettelijke accountantscontrole uitvoert, de accountant of het kantoor onafhankelijk is van de gecontroleerde entiteit en niet betrokken is bij de besluitvorming van de gecontroleerde entiteit.

2. De lidstaten zien erop toe dat de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor alle bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid en de veiligheidsmaatregelen die zijn genomen om deze bedreigingen af te zwakken, op schrift stelt in controledocumenten.

2. De lidstaten zien erop toe dat indien de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor wordt bedreigd, bijvoorbeeld door zelfcontrole, een eigen belang, voorspraak, bekendheid of vertrouwen of intimidatie, de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor veiligheidsmaatregelen neemt om dergelijke bedreigingen af te zwakken. Indien de omvang van de bedreigingen in vergelijking met de genomen veiligheidsmaatregelen zodanig is dat zijn onafhankelijkheid in het gedrang komt, ziet de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor van de controle af.

Een met de wettelijke controle belaste accountant of accountantskantoor gaat niet tot de uitvoering van een wettelijke accountantscontrole over wanneer er tussen de accountant, het kantoor of het netwerk waartoe het behoort, en de gecontroleerde entiteit enigerlei directe of indirecte financiële, zakelijke of arbeidsrelatie bestaat die de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor in het gedrang brengt. De lidstaten zorgen er met name voor dat in het geval van controles van instellingen van openbaar belang de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor bijkomende niet-controlediensten voor de gecontroleerde entiteit mag verrichten, maar slechts in een mate die volgens een objectieve, redelijke, goed ingelichte derde de onafhankelijkheid van de accountant of het kantoor niet in het gedrang brengt.

Motivering

Bepaalde algemene eisen die worden gesteld aan de onafhankelijkheid van de accountant, dienen te gelden voor alle accountantscontroles, ongeacht de omvang van de gecontroleerde entiteit. Bij de niet-controlediensten dient echter een onderscheid te worden gemaakt tussen organisaties van algemeen belang en kleinere ondernemingen. Voor laatstgenoemde categorie zou een beperking van dergelijke diensten tot onnodige kosten leiden.

Amendement 2

Artikel 39, lid 1

1. Instellingen van openbaar belang hebben een auditcomité, dat is samengesteld uit niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden van het leidinggevende orgaan of leden van het toezichtorgaan van de gecontroleerde entiteit, en waarvan ten minste één onafhankelijk lid over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en/of accountantscontrole beschikt.

1. De lidstaten kunnen bepalen dat instellingen van openbaar belang een auditcomité moeten hebben, dat is samengesteld uit niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden van het leidinggevende orgaan of leden van het toezichtorgaan van de gecontroleerde entiteit, en waarvan ten minste één onafhankelijk lid over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en/of accountantscontrole beschikt.

Amendement 3

Artikel 39, lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis. Wanneer een lidstaat het auditcomité niet verplicht stelt, verzekert hij de Commissie er door middel van een met redenen omklede verklaring van dat zijn nationale regelingen gelijkwaardige waarborgen bieden.

Amendement 4

Artikel 39, leden 2 en 3

2. Het auditcomité heeft onder meer tot taak:

2. Wanneer een lidstaat het auditcomité verplicht stelt, heeft het auditcomité onder meer tot taak:

a) het financiëleverslaggevingsproces te controleren;

a) het financiëleverslaggevingsproces te controleren;

b) de doeltreffendheid van het internecontrolesysteem, het eventuele interneauditsysteem en het risicomanagementsysteem van de vennootschap te controleren;

b) de doeltreffendheid van het internecontrolesysteem, het eventuele interneauditsysteem en het risicomanagementsysteem van de vennootschap te controleren;

c) toezicht te houden op de wettelijke accountantscontrole van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening;

c) toezicht te houden op de wettelijke accountantscontrole van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening;

d) de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor te beoordelen en te controleren, waarbij met name wordt gelet op de verlening van nevendiensten aan de gecontroleerde entiteit.

d) de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor te beoordelen en te controleren, waarbij met name wordt gelet op de verlening van nevendiensten aan de gecontroleerde entiteit.

e) de in artikel 43 beschreven handeling te verrichten.

e) de in artikel 43 beschreven handeling te verrichten.

3. De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor brengt aan het auditcomité verslag uit over bij de wettelijke accountantscontrole aan het licht gekomen belangrijke zaken, en met name ernstige tekortkomingen in het internecontroleproces met betrekking tot de financiële verslaggeving, en staat het auditcomité terzijde bij de vervulling van zijn taken.

3. Wanneer een lidstaat het auditcomité verplicht stelt, brengt de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor aan het auditcomité verslag uit over bij de wettelijke accountantscontrole aan het licht gekomen belangrijke zaken, en met name ernstige tekortkomingen in het internecontroleproces met betrekking tot de financiële verslaggeving, en staat het auditcomité terzijde bij de vervulling van zijn taken.

Amendement 5

Artikel 40, lid 1, letters a), b) en c)

1. Benevens het bepaalde in de artikelen 23 en 24 zien de lidstaten erop toe dat:

1. Benevens het bepaalde in de artikelen 23 en 24 ziet elke lidstaat erop toe dat de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor die/dat (een) wettelijke accountantscontrole(s) bij instellingen van openbaar belang uitvoert:

a) de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor jaarlijks de bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid, de veiligheidsmaatregelen die zijn genomen om deze bedreigingen af te zwakken, en de verrichte nevendiensten meedeelt aan en bespreekt met het auditcomité van de gecontroleerde entiteit;

a) jaarlijks aan de verantwoordelijke persoon/personen of afdeling binnen de instelling, overeenkomstig de wettelijke bepalingen van die lidstaat, schriftelijk zijn onafhankelijkheid bevestigt van de gecontroleerde instelling van openbaar belang;

b) de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor jaarlijks ook schriftelijk zijn onafhankelijkheid bevestigt aan het auditcomité van de gecontroleerde entiteit;

b) jaarlijks de verantwoordelijke persoon/personen of afdeling binnen de instelling, overeenkomstig de wettelijke bepalingen van die lidstaat, op de hoogte stelt van eventueel voor de gecontroleerde instelling verrichte nevendiensten; en

c) ofwel de met de wettelijke controle belaste accountant of de voornaamste vennoot die namens het accountantskantoor met de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole is belast, na uiterlijk vijf jaar van de controleopdracht wordt ontslagen, ofwel het accountantskantoor na uiterlijk zeven jaar van de controleopdracht wordt ontslagen;

c) met de verantwoordelijke persoon/personen of afdeling binnen de instelling, overeenkomstig de wettelijke bepalingen van die lidstaat, de eventuele bedreigingen voor de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor bespreekt alsmede de veiligheidsmaatregelen die zijn genomen om deze bedreigingen af te zwakken, zoals overeenkomstig artikel 22, lid 2 gedocumenteerd door de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor;

Amendement 6

Artikel 40, lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis. De lidstaten zien erop toe dat althans de met de wettelijke controle belaste accountant of de voornaamste vennoot die namens de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor met de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole is belast, uiterlijk zeven jaar na de datum van benoeming van de controleopdracht wordt ontslagen en na een periode van ten minste twee jaar weer mag deelnemen aan de accountantscontrole van de gecontroleerde instelling. De lidstaten waar het extern rouleren van de met de wettelijke controle belaste accountant op de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn wettelijk verplicht is, kunnen bovendien bepalen dat de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor binnen een periode van ten hoogste zeven jaar wordt gewisseld gedurende ten minste twee jaar, mits bij het rouleren van het accountantskantoor ook de met de wettelijke controle belaste accountant of de voornaamste vennoot die namens het accountantskantoor met de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole is belast, van de controleopdracht wordt ontslagen.

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad

Document- en procedurenummers

COM(2004)0177 – C6-0005/2004 – 2004/0065(COD)

Commissie ten principale

JURI

Medeadviserende commissie
  Datum bekendmaking

IMCO
15.9.2004

Nauwere samenwerking

nee

Rapporteur voor advies
  Datum benoeming

Phillip Whitehead
30.11.2004

Behandeling in de Commissie

18.1.2005

16.3.2005

 

 

 

Datum goedkeuring amendementen

16.3.2005

Uitslag eindstemming

voor:

tegen:

onthoudingen:

28
0
0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Charlotte Cederschiöld, Mia De Vits, Bert Doorn, Janelly Fourtou, Evelyne Gebhardt, Małgorzata Handzlik, Malcolm Harbour, Anna Hedh, Edit Herczog, Anneli Jäätteenmäki, Henrik Dam Kristensen, Alexander Lambsdorff, Kurt Lechner, Lasse Lehtinen, Manuel Medina Ortega, Zita Pleštinská, Zuzana Roithová, Luisa Fernanda Rudi Ubeda, Heide Rühle, Andreas Schwab, József Szájer, Jacques Toubon, Barbara Weiler, Phillip Whitehead

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Jean-Claude Fruteau, Benoît Hamon, Bogusław Liberadzki, Joseph Muscat, Alexander Stubb

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid 2)

 

  • [1]  PB C .../Nog niet in het PB gepubliceerd.

ADVIES VAN DE COMMISSIE INDUSTRIE, ONDERZOEK EN ENERGIE (17.3.2005)

aan de Commissie juridische zaken

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad

(COM(2004)0177 – C6-0005/2004 – 2004/0065(COD))

Rapporteur voor advies: Paul Rübig

AMENDEMENTEN

De Commissie industrie, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Door de Commissie voorgestelde tekst[1]

 

Amendementen van het Parlement

Amendement 1

OVERWEGING 11

(11) Het is van belang dat alle bij het Gemeenschapsrecht voorgeschreven wettelijke accountantscontroles steeds van goede kwaliteit zijn. Deze controles dienen derhalve te worden uitgevoerd met inachtneming van internationale standaarden voor accountantscontrole. Het mag de lidstaten alleen worden toegestaan aanvullende procedures voor de accountantscontrole verplicht te stellen indien deze procedures voortvloeien uit specifieke vereisten die met het voorwerp van de wettelijke accountantscontrole verband houden.

(11) Het is van belang dat alle bij het Gemeenschapsrecht voorgeschreven wettelijke accountantscontroles steeds van goede kwaliteit zijn. Deze controles dienen derhalve te worden uitgevoerd met inachtneming van internationale standaarden voor accountantscontrole. Een technisch comité of een groep inzake accountantscontroles dient de Commissie bij te staan bij de beoordeling van de technische degelijkheid van de internationale standaarden voor accountantscontrole en dient hierbij ook het stelsel van openbare toezichthoudende organen van de lidstaten te betrekken. Het mag de lidstaten alleen worden toegestaan aanvullende procedures voor de accountantscontrole verplicht te stellen indien deze procedures voortvloeien uit specifieke vereisten die met het voorwerp van de wettelijke accountantscontrole verband houden.

Motivering

Het probleem is dat de door de accountancysector ontwikkelde ISA's nog onvolledig en te weinig stringent zijn en dat er in sommige gevallen een herziening gaande is. De lidstaten moeten daarom de mogelijkheid hebben op nationaal vlak verdergaande standaarden voor de accountantscontrole voor te schrijven als zij dit nodig achten. Dit geldt met name voor standaarden die geen betrekking hebben op het voorwerp van de accountantscontrole. Anderzijds moet ervoor worden gezorgd dat de lidstaten geen standaarden vaststellen die nog minder streng zijn dan de ISA's.

Amendement 2

ARTIKEL 2, LID 1, DEFINITIE 11

11) "instellingen van openbaar belang": instellingen die van groot algemeen belang zijn als gevolg van de aard van hun bedrijfsactiviteiten, hun omvang of hun personeelsbestand, zoals met name onder het recht van een lidstaat vallende vennootschappen waarvan de effecten in een lidstaat zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 1, punt 13, van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen.

11) "instellingen van openbaar belang": onder het recht van een lidstaat vallende instellingen waarvan de effecten in een lidstaat zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 1, punt 13, van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad.

Motivering

De definitie in het voorstel is te ruim en te vaag en biedt daarom te weinig rechtszekerheid, die essentieel is voor de beoordeling van het precieze toepassingsgebied van de richtlijn. Daarom moeten alleen beursgenoteerde vennootschappen worden beschouwd als instellingen van openbaar belang, want kenmerkend voor zulke vennootschappen zijn anonieme aandeelhouders of obligatiehouders, die alleen toegang hebben tot openbaar beschikbare informatie. Niet-beursgenoteerde banken en andere financiële instellingen en verzekeringsondernemingen dienen buiten het toepassingsgebied van de definitie te worden gehouden, omdat zij al onderworpen zijn aan meer dan adequaat toezicht.

Amendement 3

ARTIKEL 23, LID 1

1. De lidstaten zien erop toe dat wanneer een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor een wettelijke accountantscontrole uitvoert, de accountant of het kantoor onafhankelijk is van de gecontroleerde entiteit en op generlei wijze betrokken is bij bestuursbeslissingen van de gecontroleerde entiteit. Een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor mag niet tot de uitvoering van een wettelijke accountantscontrole overgaan wanneer er tussen de accountant of het kantoor en de gecontroleerde entiteit enigerlei financiële, zakelijke, arbeids- of andere relatie bestaat – waaronder ook de verlening van nevendiensten is begrepen – die de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor eventueel in het gedrang kan brengen.

1. De lidstaten zien erop toe dat wanneer een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor een wettelijke accountantscontrole uitvoert, de accountant of het kantoor onafhankelijk is van de gecontroleerde entiteit en op generlei wijze betrokken is bij bestuursbeslissingen van de gecontroleerde entiteit. De lidstaten kunnen passende maatregelen nemen om de onafhankelijkheid te garanderen. Een met de wettelijke controle belaste accountant of een accountantskantoor mag niet tot de uitvoering van een wettelijke accountantscontrole overgaan wanneer er tussen de accountant of het kantoor en de gecontroleerde entiteit enigerlei financiële, zakelijke, arbeids- of andere relatie bestaat – waaronder ook de verlening van nevendiensten is begrepen – die de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor eventueel in het gedrang kan brengen.

Motivering

Om rekening te houden met bijzondere nationale kenmerken en om flexibel te kunnen reageren op bijzondere situaties, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben passende maatregelen te nemen om de onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountants of accountantskantoren te waarborgen.

Amendement 4

ARTIKEL 25, LID 1, LETTER B)

b) niet mogen worden beïnvloed of bepaald door het feit dat nevendiensten aan de gecontroleerde entiteit worden verleend;

Schrappen

Motivering

Onnodige regels inzake honoraria moeten worden vermeden. Of het voor een accountantscontrole gevraagde honorarium passend is, moet worden bepaald door de organen van de gecontroleerde onderneming.

Amendement 5

ARTIKEL 38, LID 1, LETTER J)

j) informatie over de grondslagen voor de beloning van vennoten.

Schrappen

Motivering

De in letter j) bedoelde informatie is niet nodig om de kwaliteit van de wettelijke accountantscontrole te waarborgen en vormt een gevaar voor de concurrentie tussen accountantskantoren.

Amendement 6

ARTIKEL 39, LID 1

1. Instellingen van openbaar belang hebben een auditcomité, dat is samengesteld uit niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden van het leidinggevende orgaan of leden van het toezichtorgaan van de gecontroleerde entiteit, en waarvan ten minste één onafhankelijk lid over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en/of accountantscontrole beschikt.

1. Instellingen van openbaar belang kunnen een auditcomité hebben. De lidstaten bepalen of het samengesteld moet zijn uit onafhankelijke, niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden van het leidinggevende orgaan en/of van het toezichtorgaan van de gecontroleerde entiteit en leden die worden benoemd bij meerderheidsbesluit van de algemene aandeelhoudersvergadering van de gecontroleerde entiteit. Ten minste één lid van het auditcomité is onafhankelijk en beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en/of accountantscontrole.

Motivering

De auditcomités dienen onder de nationale regelgeving te blijven vallen en moeten niet in een richtlijn van de EU worden voorgeschreven. Als een auditcomité wordt ingesteld, dient het te bestaan uit niet bij het dagelijks bestuur betrokken leden.

Amendement 7

ARTIKEL 39, LID 2, INLEIDENDE FORMULE

2. Het auditcomité heeft onder meer tot taak:

2. Het auditcomité kan onder meer tot taak hebben:

Motivering

Met een prescriptieve benadering, zoals in het voorstel van de Commissie beschreven, zou worden voorkomen dat de taakstelling van een auditcomité verandert naar gelang de eisen van de markt, zoals thans wel het geval is. Terwijl oorspronkelijk het doorzien van de rekeningen de voornaamste taak van een auditcomité was, is het nu steeds meer betrokken bij besluiten tot het benoemen en vervangen van externe accountants, het toezicht op hun onafhankelijkheid enz. Daarom moet het auditcomité blijven vallen onder de nationale wettelijke voorschriften en niet in een richtlijn van de EU worden voorgeschreven.

Amendement 8

ARTIKEL 39, LID 3

3. De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor brengt aan het auditcomité verslag uit over bij de wettelijke accountantscontrole aan het licht gekomen belangrijke zaken, en met name ernstige tekortkomingen in het internecontroleproces met betrekking tot de financiële verslaggeving, en staat het auditcomité terzijde bij de vervulling van zijn taken.

3. De met de wettelijke controle belaste accountant of het accountantskantoor kan aan het auditcomité verslag uitbrengen over bij de wettelijke accountantscontrole aan het licht gekomen belangrijke zaken, en met name ernstige tekortkomingen in het internecontroleproces met betrekking tot de financiële verslaggeving, en kan het auditcomité terzijde staan bij de vervulling van zijn taken.

Motivering

Met een prescriptieve benadering, zoals in het voorstel van de Commissie beschreven, zou worden voorkomen dat de taakstelling van een auditcomité verandert naar gelang de eisen van de markt, zoals thans wel het geval is. Terwijl oorspronkelijk het doorzien van de rekeningen de voornaamste taak van een auditcomité was, is het nu steeds meer betrokken bij besluiten tot het benoemen en vervangen van externe accountants, het toezicht op hun onafhankelijkheid enz. Daarom moet het auditcomité blijven vallen onder de nationale wettelijke voorschriften en niet in een richtlijn van de EU worden voorgeschreven.

Amendement 9

ARTIKEL 40, LID 1, LETTER C)

c) ofwel de met de wettelijke controle belaste accountant of de voornaamste vennoot die namens het accountantskantoor met de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole is belast, na uiterlijk vijf jaar van de controleopdracht wordt ontslagen, ofwel het accountantskantoor na uiterlijk zeven jaar van de controleopdracht wordt ontslagen;

c) ofwel de met de wettelijke controle belaste accountant of de voornaamste vennoot die namens het accountantskantoor met de uitvoering van de wettelijke accountantscontrole is belast, na uiterlijk zeven jaar, te rekenen vanaf de datum van benoeming, van de controleopdracht wordt ontslagen en na een periode van twee jaar opnieuw aan de controle van de gecontroleerde entiteit mag deelnemen;

Motivering

Als de externe accountants moeten rouleren, zullen de kosten oplopen, met name voor kleine beursgenoteerde ondernemingen. Algemeen aanvaard en empirisch aangetoond is dat de kwaliteit van de accountantscontrole in een dergelijk systeem kan afnemen, omdat het de nieuwe accountant ontbreekt aan kennis van de geschiedenis van de onderneming en aan ervaring met het functioneren van de onderneming.

Met een verlenging van de periode voor het rouleren van vennoten van vijf tot zeven jaar wordt tegemoet gekomen aan de wensen van de kleinere lidstaten. Deze bepaling is ook in overeenstemming met de voorschriften in de in 2002 goedkeurde aanbeveling van de EU inzake de onafhankelijkheid van accountants.

Amendement 10

ARTIKEL 42

Extern overzicht

Schrappen

De bij artikel 31, lid 3, geboden mogelijkheid om toe te staan dat een minderheid van accountants bij het beheer van het externetoezichtstelsel is betrokken, geldt niet voor het beheer van het externetoezichtstelsel dat betrekking heeft op met de wettelijke controle belaste accountants en accountantskantoren die wettelijke accountantscontroles bij instellingen van openbaar belang uitvoeren.

 

Motivering

Er zijn flexibelere voorschriften nodig ter beantwoording van de vraag wie een stelsel van extern toezicht mag beheren.

Amendement 11

ARTIKEL 50, PUNT 1, LETTER b)
Artikel 45, lid 2 bis (nieuw) (richtlijn 78/660/EEG)

b) artikel 44, lid 1, wordt vervangen door:

b) aan artikel 45 wordt het volgende lid toegevoegd:

"1. De lidstaten kunnen toestaan dat de in artikel 11 bedoelde vennootschappen een verkorte toelichting opstellen waarin de in artikel 43, lid 1, punten 5 tot en met 12, punt 14, onder a), en punt 15 genoemde gegevens achterwege worden gelaten. In de toelichting wordt evenwel voor het geheel van de betrokken posten de in artikel 43, lid 1, punt 6, verlangde informatie door middel van een totaalbedrag verstrekt."

"2 bis. De lidstaten kunnen entiteiten die geen effecten hebben uitgegeven die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, als bedoeld in artikel 4, lid 1 van Richtlijn 2004/39/EG, vrijstellen van het vereiste, als bedoeld in artikel 43, lid 1, punt 15."

Motivering

De vrijstellingsmogelijkheid gaat niet ver genoeg. Het toepassingsgebied van de richtlijn dient te worden beperkt tot hetgeen noodzakelijk is om onnodige regelgeving te voorkomen. Het is vooral van belang dat het midden- en kleinbedrijf wordt ontlast. Het verdient daarom aanbeveling de beoogde vrijstellingsmogelijkheid te laten gelden voor alle kapitaalvennootschappen die zich niet op de kapitaalmarkt richten. Andere lidstaten zouden de mogelijkheid houden om strengere eisen te stellen.

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad

Document- en procedurenummers

COM(2004)0177 – C6‑0005/2004 – 2004/0065(COD)

Commissie ten principale

JURI

Medeadviserende commissie
  Datum benoeming

ITRE
15.9.2004

Nauwere samenwerking

 

Rapporteur voor advies
  Datum benoeming

Paul Rübig
7.10.2004

Behandeling in de Commissie

18.1.2005

2.2.2005

 

 

 

Datum goedkeuring amendementen

17.3.2005

Uitslag eindstemming

voor:

tegen:

onthoudingen:

25

7

12

Bij de eindstemming aanwezige leden

Richard James Ashworth, Ivo Belet, Jan Březina, Jerzy Buzek, Joan Calabuig Rull, Pilar del Castillo Vera, Jorgo Chatzimarkakis, Giles Chichester, Lena Ek, Nicole Fontaine, Adam Gierek, András Gyürk, Fiona Hall, Rebecca Harms, Pia Elda Locatelli, Angelika Niebler, Reino Paasilinna, Pier Antonio Panzeri, Vincent Peillon, Umberto Pirilli, Miloslav Ransdorf, Vladimír Remek, Herbert Reul, Teresa Riera Madurell, Paul Rübig, Britta Thomsen, Catherine Trautmann, Claude Turmes, Nikolaos Vakalis, Alejo Vidal-Quadras Roca, Dominique Vlasto

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Zdzisław Kazimierz Chmielewski, Dorette Corbey, Cristina Gutiérrez-Cortines, Satu Hassi, Wolf Klinz, Peter Liese, Toine Manders, Lambert van Nistelrooij, Francisca Pleguezuelos Aguilar, Vittorio Prodi, John Purvis, Esko Seppänen, Peter Skinner

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid 2)

 

  • [1]  Nog niet in het PB gepubliceerd.

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad

Document- en procedurenummers

COM(2004)0177 – C6 0005/2004 – 2004/0065(COD)

Rechtsgrondslag

art. 251, lid 2 en art. 44, lid 2, letter g) EG

Reglementsartikel(en)

art. 51

Datum indiening bij EP

 

Commissie ten principale
  Datum bekendmaking

JURI
15.9.2004

Medeadviserende commissie(s)
  Datum bekendmaking

EMPL
15.9.2004

ITRE
15.9.2004

IMCO
15.9.2004

LIBE
15.9.2004

 

Geen advies
  Datum besluit

EMPL
20.9.2004

LIBE
24.11.2004

 

 

 

Nauwere samenwerking
Datum bekendmaking

ECON
13.1.2005

 

 

 

 

Rapporteur(s)
  Datum benoeming

Bert Doorn
14.9.2004

 

Vervangen rapporteur(s)

 

 

Vereenvoudigde procedure
  Datum besluit

 

Betwisting rechtsgrondslag
  Datum JURI-advies

 

/

 

 

 

Wijziging financiële voorzieningen
  Datum BUDG-advies

 

/

 

 

 

Raadpleging Europees Economisch en Sociaal Comité
  Datum EP-besluit

 

Raadpleging Comité van de regio's
  Datum EP-besluit

 

Behandeling in de commissie

31.8.2004

21.9.2004

6.10.2004

24.11.2004

 

 

2.2.2005  7.3.2005     21.4.2005

Datum goedkeuring

21.6.2005

Uitslag eindstemming

voor:

tegen:

onthoudingen:

22

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Maria Berger, Bert Doorn, Monica Frassoni, Giuseppe Gargani, Piia-Noora Kauppi, Kurt Lechner, Klaus-Heiner Lehne, Katalin Lévai, Marcin Libicki, Alain Lipietz, Antonio López-Istúriz White, Antonio Masip Hidalgo, Hans-Peter Mayer, Viktória Mohácsi, Aloyzas Sakalas, Francesco Enrico Speroni, Diana Wallis, Rainer Wieland, Nicola Zingaretti, Jaroslav Zvěřina, Tadeusz Zwiefka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Jean-Paul Gauzès, Arlene McCarthy, Toine Manders, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, József Szájer

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid  2)

 

Datum indiening– A6

1.7.2005

A6-0224/2005

Opmerkingen

...