VERSLAG over de ontwikkeling van een communautair actieplan voor het herstel van Europese aal
6.10.2005 - (2005/2032(INI))
Commissie visserij
Rapporteur: Albert Jan Maat
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over de ontwikkeling van een communautair actieplan voor het herstel van Europese aal
Het Europees Parlement,
– gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement "Ontwikkeling van een communautair actieplan voor het beheer van Europese aal" (COM(2003)0573),
– gelet op artikel 45 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie visserij (A6‑0284/2005),
1. roept de Commissie op zo snel mogelijk de lidstaten te verzoeken nationale beheersplannen op te stellen die de volgende elementen dienen te bevatten:
a) technische maatregelen te treffen bij hindernissen in waterwegen waardoor de trek ‑dat wil zeggen de stroomopwaartse kolonisatie en stroomafwaartse beweging naar zee‑ van de aal geoptimaliseerd wordt;
b) de verzameling van gegevens over, de bewaking van en indien nodig beperkingen van de visserij-inspanningen door zowel de beroeps- als de sportvisserij door tijdelijke vangstverboden en / of beperking van de vangstcapaciteit, waarbij de nationale verschillen in de wijze van visserij moeten worden gerespecteerd;
c) vergroting van de uitzet van glasaal en vetgemeste gekweekte aal binnen de Europese binnenwateren;
d) ervoor zorgen dat de kweek van aal niet zo extensief is dat de levensvatbaarheid van de wilde-aalvisserij wordt verstoord, hetzij door de onttrekking van glasaal die nodig is om de visstand op natuurlijke wijze aan te vullen, hetzij doordat te weinig volwassen zilveraal kan ontsnappen om op natuurlijke wijze kuit te schieten;
e) beheersmaatregelen voor de aalscholverpopulatie om de mortaliteit bij aal te verminderen;
2. roept de Commissie op nader onderzoek te laten verrichten naar de rol van klimaatveranderingen in relatie tot de teruggang van de aalstand;
3. roept de Commissie op nader onderzoek te doen naar de eventuele belemmeringen in de oceanen voor de natuurlijke aaltrek naar de Saragossazee;
4. vestigt de aandacht op de wetenschappelijke verslagen van de ICES over dit onderwerp;
5. roept de Commissie op onderzoek te doen naar de gezondheid van de aal en de belemmeringen die externe effecten als PCB’s en visziekten kunnen hebben op een succesvolle migratie en paai;
6. roept de Commissie op onderzoek te doen naar de biogeografische verspreiding van deze aalsoort;
7. roept de Commissie op onderzoek te doen naar vervuiling als factor bij de beoordeling van mogelijke oorzaken van de mortaliteit van aal in zoet water;
8. roept de Commissie op onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor de ondersteuning van het veranderingsproces, ondermeer door toegang tot het Europese Visserijfonds;
9. roept de Commissie op het vangst- en exportbeleid voor aal zodanig aan te passen dat er voldoende glasaal beschikbaar komt voor de natuurlijke trek en voldoende glasaal voor een redelijke prijs beschikbaar komt voor de uitzetting in de natuurlijke aalhabitat in overeenstemming met een duurzaam visserijbeheer in Europa;
10. roept de Commissie op maatregelen voor te stellen om de visserij en de marketing te beheren en de te koop aangeboden hoeveelheden glasaal te bewaken door een systeem van vangstdocumentatie, teneinde de illegale visserij efficiënter te bestrijden, aangezien deze voor een aanzienlijk deel verantwoordelijk is voor de vermindering in de visstand van jonge en volwassen aal;
11. roept de Commissie op voorstellen te doen om de sociaal-economische gevolgen van een beperking van de glasaalvangsten en -export op te vangen;
12. roept de Commissie op zo snel mogelijk een aparte budgetlijn op te nemen in de visserijbegroting voor de cofinanciering van de herstructurering van de binnenvisserij in Europa en om de gevolgen van een ander beleid in de glasaalsector te kunnen opvangen;
13. roept de Commissie op na het effectueren van het actieplan jaarlijks het Europees Parlement en de Raad te informeren over de voortgang en de bereikte resultaten per lidstaat;
14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
TOELICHTING
De aalstand in de Europese Unie is de afgelopen jaren dramatisch teruggelopen. Te vrezen valt dat wanneer er binnen de Europese Unie niet snel een actieplan in werking treedt, deze vissoort met uitsterven wordt bedreigd.
In het hele verspreidingsgebied van de Europese aal (heel Europa, Noord-Afrika) wordt er op de aal gevist. Visserij op glasaal concentreert zich in Zuid-West Europa; de vangsten (ca. 100 ton) worden gebruikt voor directe consumptie, voor kweek van rode aal (in Europa, maar vooral in het Verre Oosten), en voor uitzet in de rest van Europa. Visserij op rode aal en schieraal is overal in Europese wateren te vinden; de vangsten (schatting ca. 8 000 ton) worden, samen met de productie van de aalkweek (ca.10 800 ton), gebruikt voor consumptie (gerookt, gestoofd, in gelei, etc).
Tabel 1 Overzicht van de belangrijkste landen waarin Europese aal gevist of gekweekt wordt. De getallen geven de officiële productie in 2000 weer (bron: ICES/EIFAC aalwerkgroep). De officiële cijfers voor de visserij vormen een aanzienlijke onderschatting van de werkelijke vangsten, die vermoedelijk circa tweemaal zo hoog liggen.
Visserij in EU |
Visserij buiten EU |
Aalkweek | |||
Land |
Productie (t) |
Land |
Productie (t) |
Land |
Productie (t) |
Verenigd Koninkrijk |
796 |
Egypte |
2 064 |
Nederland |
3 800 |
Duitsland |
686 |
Noorwegen |
281 |
Denemarken |
2 674 |
Denemarken |
620 |
Turkije |
176 |
Italië |
2 750 |
Zweden |
560 |
Tunesië |
108 |
Elders in Europa |
1 639 |
Italië |
549 |
Marokko |
100 |
Azië |
10 000 |
Polen |
429 |
Elders |
238 |
|
|
Frankrijk |
399 |
|
|
|
|
Nederland |
351 |
|
|
|
|
Ierland |
250 |
|
|
|
|
Elders in EU |
280 |
|
|
|
|
De stand van de maatse aal is in de afgelopen 20 jaar met 50 % teruggelopen (over de afgelopen 40 jaar zelfs met 75 %), die van de glasaal is over dezelfde periode met 95 % teruggelopen.
De aal is van oudsher in Europa een vissoort waarnaar veel vraag bestaat. Het bepaalt in sommige gebieden sterk de culinaire traditie en is een wezenlijk onderdeel van de natuurlijke habitat.
Hoewel de binnenvisserij officieel niet onder het Europese Gemeenschappelijke Visserijbeleid valt, dwingt het gezamenlijke probleem in zeer veel lidstaten wel tot een gezamenlijke aanpak. Als dat niet zou gebeuren is de kans groot dat het behoud of een herstel van de aalstand onmogelijk zal zijn.
Uiteraard zijn de verschillen per lidstaat en klimaatzones groot. In Scandinavië is de situatie anders dan in bijvoorbeeld Frankrijk. Toch is er in de hele Europese Unie een forse teruggang van de aalstand waar te nemen.
Ieder water in Europa waarin aal voorkomt, draagt mogelijk bij aan de productie schieraal (vruchtbare aal); dichter bij zee meer dan land-inwaarts - in sommige landen meer dan in andere. Het is onduidelijk, of schieraal uit alle landen ook werkelijk aan de voortplanting deelneemt - of dat de paaipopulatie uit een klein deel van Europa afkomstig is, en de schieraal uit de overige landen zonder nageslacht omkomt.
Er is wel gesuggereerd dat de meeste vrouwelijke schieraal uit Scandinavië komt, maar het lijkt ook waarschijnlijk dat de Golf van Biskaje, waar >95% van de glasaal intrekt, het werkelijke kerngebied vormt. Het ene gebied beschermen en het andere niet, neemt het risico dat per ongeluk het foute gebied beschermd wordt. Uit voorzorg moet worden aangenomen, dat alle uittrekkende schieraal mogelijk voor nageslacht zorgt. Geen enkel land kan zich daarom onttrekken aan gezamenlijke zorg voor de paaistand.
In de loop van de jaren is het aandeel van de zogenaamde in het wild gevangen aal voor de aalconsumptie fors gedaald. Het overgrote deel van de voor de consumptie bestemde aal komt voort uit de aquacultuur. Het gevolg daarvan is ook dat steeds meer gevangen glasaal zijn bestemming vindt in de afzet voor die aquacultuur.
Deze ontwikkeling is in een stroomversnelling gekomen door de enorme vraag naar glasaal vanuit Zuidoost Azië. Daardoor zijn de marktprijzen voor glasaal dermate sterk gestegen dat het voor de binnenvisserij in Europa absoluut niet meer rendabel is om glasaal uit te zetten in de Europese binnenwateren.
Omdat de achteruitgang van de aal in geheel Europa is opgetreden, lijkt het op dit moment het meest waarschijnlijk, dat alle aal in Europa tot één en het zelfde bestand behoort, en afkomstig is van één paaiplaats. Het herstel van de aal is daarmee bovenal een internationaal probleem. Tegelijkertijd is de aal bij uitstek een vis die voorkomt in kleine, verspreid door Europa gelegen wateren, waarin een kleinschalige visserij plaatsvindt, en zeer veel locale factoren een impact hebben. Uitvoering van een herstelplan zal alleen kunnen plaatsvinden in al die kleine wateren, met medewerking van locale belanghebbenden en beheerders. Het internationale herstelplan zal moeten zijn gebaseerd op de informatie die in al die kleine wateren is verzameld.
Dit dubbele karakter van het aalherstel (grootschalig probleem dat zich voordoet in kleinschalige wateren) noodzaakt tot een rolverdeling tussen hogere en lagere overheden, tussen overheden en belanghebbenden. Enerzijds zal de centrale overheid (EU) de randvoorwaarden voor een duurzaam beheer moeten vaststellen, en deze vervolgens opleggen aan de lagere (nationale) overheden, die op hun beurt dit kunnen doorvertalen naar voorwaarden aan visplannen van regionale visbeheerders. Anderzijds zal het locale beheer zich moeten baseren op informatie over de locale situatie, en zal deze informatie door de (hogere) overheid moeten worden gebruikt voor controle en evaluatie van het gevoerde beheer. Een goede samenwerking tussen de visserijsector, andere belanghebbenden en de overheid is daarbij van cruciaal belang.
Actieplan
De Europese Commissie heeft op 1 oktober 2003 haar plannen voor de ontwikkeling van een communautair actieplan voor het beheer van Europese aal vastgesteld[1]. Geconstateerd moet worden dat het tot nu toe formeel daarbij is gebleven.
Een succesvol beleid voor de Europese binnenvisserij is alleen mogelijk door een gezamenlijk doel te formuleren en tegelijkertijd de lidstaten de ruimte te geven passende maatregelen te nemen via nationale beheersplannen waarbij er rekening wordt gehouden met de enorme verschillen per lidstaat in de wijze van visserij en de natuurlijke habitat. Subsidiariteit is daarbij het sleutelwoord. Wel dient de Europese Commissie de nationale beheersplannen te toetsen op effectiviteit en haalbaarheid.
Het achterwege blijven van het omzetten van de mededeling uit 2003 in concreet beleid is voor de visserijcommissie van het Europees Parlement aanleiding te komen tot een eigen rapport.
PROCEDURE
Titel |
Ontwikkeling van een communautair actieplan voor het herstel van Europese aal | ||||||||||||
Procedurenummer |
|||||||||||||
Rechtsgrondslag |
artikel 45 van het Reglement | ||||||||||||
Commissie ten principale |
PECH | ||||||||||||
Medeadviserende commissie(s) |
|
|
|
|
| ||||||||
Geen advies |
|
|
|
|
| ||||||||
Nauwere samenwerking |
|
|
|
|
| ||||||||
In het verslag opgenomen ontwerpresolutie(s) |
|
|
| ||||||||||
Rapporteur(s) |
Albert Jan Maat |
| |||||||||||
Vervangen rapporteur(s) |
|
| |||||||||||
Behandeling in de commissie |
14.3.2005 |
25.4.2005 |
28.8.2005 |
|
| ||||||||
Datum goedkeuring |
4.10.2005 | ||||||||||||
Uitslag eindstemming |
voor: tegen: onthoudingen: |
22 0 0 | |||||||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
James Hugh Allister, Elspeth Attwooll, Marie-Hélène Aubert, Iles Braghetto, Luis Manuel Capoulas Santos, David Casa, Zdzisław Kazimierz Chmielewski, Carmen Fraga Estévez, Ioannis Gklavakis, Alfred Gomolka, Pedro Guerreiro, Ian Hudghton, Heinz Kindermann, Henrik Dam Kristensen, Albert Jan Maat, Rosa Miguélez Ramos, Philippe Morillon, Seán Ó Neachtain, Willi Piecyk, Catherine Stihler, Margie Sudre | ||||||||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Duarte Freitas | ||||||||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid 2) |
| ||||||||||||
Datum indiening – A6 |
6.10.2005 |
A6-0284/2005 | |||||||||||