VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten met betrekking tot bepaalde termijnen

24.11.2005 - (COM(2005)0253 – C6‑0191/2005 – 2005/0111(COD)) - ***I

Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Piia-Noora Kauppi


Procedure : 2005/0111(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0334/2005
Ingediende teksten :
A6-0334/2005
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten met betrekking tot bepaalde termijnen

(COM(2005)0253 – C6‑0191/2005 – 2005/0111(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0253)[1],

–   gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 47, lid 2 van het EG‑Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0191/2005),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A6‑0334/2005),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekstAmendementen van het Parlement

Amendement 1

OVERWEGING 6 BIS (nieuw)

 

(6 bis) In zijn resolutie over de uitvoering van de financiële-dienstenwetgeving1 van 5 februari 2002 verlangde het Europees Parlement dat het Parlement en de Raad een gelijkwaardige rol krijgen bij het toezicht op de wijze waarop de Commissie haar uitvoerende bevoegdheden uitoefent, om de wetgevende bevoegdheden van het Parlement ingevolge artikel 251 van het Verdrag tot gelding te laten komen. De voorzitter van de Commissie heeft in een plechtige verklaring voor het Parlement op dezelfde dag de steun van de Commissie aan die wens betuigd. Op 11 december 2002 heeft de Commissie wijzigingen voorgesteld op Besluit 1999/468/EG (COM(2002) 719), dat op 22 december werd gewijzigd (COM(2004) 324). Het Europees Parlement meent niet dat dit voorstel zijn wetgevende prerogatieven intact laat. Naar de mening van het EP dienen het Europees Parlement en de Raad de gelegenheid te krijgen om de delegatie van uitvoerende bevoegdheden aan de Commissie binnen een bepaalde termijn te evalueren. Daarom is het wenselijk dat de periode waarbinnen de Commissie uitvoeringsmaatregelen kan nemen, wordt beperkt.

 

_________
1 PB C 284 E van 21.11.2002, blz. 115.

Motivering

De bedoeling is om de comitologiebepalingen in de MiFID op één lijn te brengen met die in de richtlijn inzake kapitaaltoereikendheid.

Amendement 2

OVERWEGING 6 TER (nieuw)

 

(6 ter) Het Europees Parlement dient over een termijn van drie maanden te beschikken, te rekenen vanaf de eerste indiening van ontwerpwijzigingen en -uitvoeringsmaatregelen, om deze te kunnen bestuderen en zijn standpunt kenbaar te maken. In urgente en naar behoren gemotiveerde gevallen dient deze termijn te kunnen worden verkort. Indien binnen die periode door het Parlement een resolutie wordt aangenomen, moet de Commissie de ontwerpwijzigingen of -maatregelen herzien.

Motivering

De bedoeling is om de comitologiebepalingen in de MiFID op één lijn te brengen met die in de richtlijn inzake kapitaaltoereikendheid.

Amendement 3

OVERWEGING 7 BIS (nieuw)

 

(7 bis) Wegens de verschuiving tussen de datum waarop de lidstaten richtlijn 2004/39/EG in nationaal recht moeten hebben omgezet, en de datum met ingang waarvan de beleggingsondernemingen en banken aan de nieuwe vereisten moeten voldoen, zullen de bepalingen van richtlijn 2004/39/EG buiten toepassing blijven tot 1 november 2007; daarom is het wenselijk dat richtlijn 93/22/EG per 1 november 2007 wordt ingetrokken.

Amendement 4

ARTIKEL 1, PUNT -1 (nieuw)
Artikel 64 (Richtlijn 2004/39/EG)

 

-1. Artikel 64 wordt gewijzigd als volgt:

a) een nieuw lid 2 bis wordt ingevoegd:

"2 bis. De vastgestelde uitvoeringsmaatregelen mogen de essentiële bepalingen van deze richtlijn niet wijzigen."

b) lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:

"3. Onverminderd de reeds vastgestelde uitvoeringsmaatregelen wordt na het verstrijken van een periode van twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn en uiterlijk op 1 april 2008, de toepassing van de bepalingen ervan waarvoor volgens de in lid 2 bedoelde procedure technische voorschriften, wijzigingen en besluiten moeten worden vastgesteld, opgeschort. Op voorstel van de Commissie kunnen het Europees Parlement en de Raad de desbetreffende bepalingen volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag verlengen, waartoe zij die bepalingen vóór het verstrijken van die periode opnieuw bezien."

Motivering

De bedoeling is om de comitologiebepalingen in de MiFID op één lijn te brengen met die in de richtlijn inzake kapitaaltoereikendheid.

Amendement 5

ARTIKEL 1, PUNT 1
Artikel 65 (Richtlijn 2004/39/EG)

a) de leden 1 tot en met 4 komen als volgt te luiden:

a) de leden 1 tot en met 4 komen als volgt te luiden:

"1 Uiterlijk op 30 april 2007 brengt de Commissie op basis van een openbare raadpleging en na overleg met de bevoegde autoriteiten aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de mogelijke uitbreiding van de reikwijdte van de in deze richtlijn vervatte bepalingen betreffende de verplichtingen inzake de transparantie vooraf en achteraf tot andere categorieën financiële instrumenten dan aandelen.

"1. Uiterlijk op 31 oktober 2007 brengt de Commissie op basis van een openbare raadpleging en na overleg met de bevoegde autoriteiten aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de mogelijke uitbreiding van de reikwijdte van de in deze richtlijn vervatte bepalingen betreffende de verplichtingen inzake de transparantie vooraf en achteraf tot andere categorieën financiële instrumenten dan aandelen.

2. Uiterlijk op 30 april 2008 legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de toepassing van artikel 27.

2. Uiterlijk op 31 oktober 2008 legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de toepassing van artikel 27.

3. Uiterlijk op 30 oktober 2007 brengt de Commissie op basis van een openbare raadpleging en na overleg met de bevoegde autoriteiten aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over:

3. Uiterlijk op 30 april 2008 brengt de Commissie op basis van een openbare raadpleging en na overleg met de bevoegde autoriteiten aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over:

a) de wenselijkheid van verdere vrijstelling van de toepassing van deze richtlijn uit hoofde van artikel 2, lid 1, onder k), voor ondernemingen waarvan het hoofdbedrijf bestaat in het voor eigen rekening handelen in van grondstoffen afgeleide instrumenten;

a) de wenselijkheid van verdere vrijstelling van de toepassing van deze richtlijn uit hoofde van artikel 2, lid 1, onder k), voor ondernemingen waarvan het hoofdbedrijf bestaat in het voor eigen rekening handelen in van grondstoffen afgeleide instrumenten;

b) de inhoud en vorm van evenredige vereisten voor de vergunningverlening aan en het toezicht op dergelijke beleggingsondernemingen als ondernemingen in de zin van deze richtlijn;

b) de inhoud en vorm van evenredige vereisten voor de vergunningverlening aan en het toezicht op dergelijke beleggingsondernemingen als ondernemingen in de zin van deze richtlijn;

c) de wenselijkheid van regels inzake de aanwijzing van verbonden agenten voor het uitvoeren van beleggingsdiensten en/of ‑activiteiten, met name wat betreft het toezicht op die verbonden agenten;

c) de wenselijkheid van regels inzake de aanwijzing van verbonden agenten voor het uitvoeren van beleggingsdiensten en/of ‑activiteiten, met name wat betreft het toezicht op die verbonden agenten;

d) de vraag of de vrijstelling in artikel 2, lid 1, onder i), nog steeds dienstig is.

d) de vraag of de vrijstelling in artikel 2, lid 1, onder i), nog steeds dienstig is.

4. Uiterlijk op 30 oktober 2007 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de vorderingen bij het wegwerken van de hindernissen die de consolidatie op Europees niveau van informatie die handelsplatforms verplicht zijn te publiceren in de weg kunnen staan."

4. Uiterlijk op 30 april 2008 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de vorderingen bij het wegwerken van de hindernissen die de consolidatie op Europees niveau van informatie die handelsplatforms verplicht zijn te publiceren in de weg kunnen staan."

b) lid 6 komt als volgt te luiden:

b) lid 6 komt als volgt te luiden:

"6. Uiterlijk op 30 april 2006 brengt de Commissie op basis van overleg met de bevoegde autoriteiten aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de vraag of de krachtens het Gemeenschapsrecht aan tussenpersonen gestelde eisen inzake beroepsaansprakelijkheidsverzekering nog steeds dienstig zijn."

"6. Uiterlijk op 31 oktober 2006 brengt de Commissie op basis van overleg met de bevoegde autoriteiten aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de vraag of de krachtens het Gemeenschapsrecht aan tussenpersonen gestelde eisen inzake beroepsaansprakelijkheidsverzekering nog steeds dienstig zijn."

Motivering

Dit amendement dient om overeenstemming met de Raad te vergemakkelijken.

Amendement 6

ARTIKEL 1, PUNT 2
Artikel 69 (Richtlijn 2004/39/EG)

1. Richtlijn 93/22/EEG wordt ingetrokken met ingang van 30 oktober 2006. Verwijzingen naar Richtlijn 93/22/EEG worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. Verwijzingen naar begrippen die worden omschreven in, dan wel artikelen van Richtlijn 93/22/EEG worden gelezen als verwijzingen naar het overeenkomstige begrip omschreven in, dan wel het artikel van deze richtlijn.

1. Richtlijn 93/22/EEG wordt ingetrokken met ingang van 1 november 2007. Verwijzingen naar Richtlijn 93/22/EEG worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. Verwijzingen naar begrippen die worden omschreven in, dan wel artikelen van Richtlijn 93/22/EEG worden gelezen als verwijzingen naar het overeenkomstige begrip omschreven in, dan wel het artikel van deze richtlijn.

2. De lidstaten bepalen dat de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zijn vastgesteld om aan Richtlijn 93/22/EG te voldoen, van kracht blijven totdat de uit hoofde van artikel 70 vastgestelde maatregelen van toepassing zijn en in ieder geval tot uiterlijk 30 april 2007."

 

Motivering

Dit amendement dient om overeenstemming met de Raad te vergemakkelijken.

Amendement 7

ARTIKEL 1, PUNT 3
Artikel 70, lid 1 (Richtlijn 2004/39/EG)

"De lidstaten stellen uiterlijk op 30 oktober 2006 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Zij passen deze bepalingen toe met ingang van 1 mei 2007."

"De lidstaten stellen uiterlijk op 31 januari 2007 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Zij passen deze bepalingen toe met ingang van 1 november 2007."

Motivering

Dit amendement dient om overeenstemming met de Raad te vergemakkelijken.

Amendement 8

ARTIKEL 1, PUNT 4
Artikel 71, leden 1 t/m 4 (Richtlijn 2004/39/EG)

"1. Beleggingsondernemingen die reeds vóór 30 april 2007 in hun lidstaat van herkomst over een vergunning beschikten om beleggingsdiensten te verrichten, worden geacht over een vergunning in de zin van deze richtlijn te beschikken wanneer volgens de in deze lidstaat vigerende wetgeving de toegang tot die werkzaamheden onderworpen is aan voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke in de artikelen 9 tot en met 14 zijn omschreven.

"1. Beleggingsondernemingen die reeds vóór 1 november 2007 in hun lidstaat van herkomst over een vergunning beschikten om beleggingsdiensten te verrichten, worden geacht over een vergunning in de zin van deze richtlijn te beschikken wanneer volgens de in deze lidstaat vigerende wetgeving de toegang tot die werkzaamheden onderworpen is aan voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke in de artikelen 9 tot en met 14 zijn omschreven.

2. Een gereglementeerde markt of een marktexploitant die reeds vóór 30 april 2007 in zijn lidstaat van herkomst over een vergunning beschikte, wordt geacht over een vergunning in de zin van deze richtlijn te beschikken wanneer de gereglementeerde markt, of de marktexploitant (al naargelang het geval) volgens de in deze lidstaat vigerende wetgeving moet voldoen aan voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke bij Titel III worden opgelegd.

2. Een gereglementeerde markt of een marktexploitant die reeds vóór
1 november 2007 in zijn lidstaat van herkomst over een vergunning beschikte, wordt geacht over een vergunning in de zin van deze richtlijn te beschikken wanneer de gereglementeerde markt, of de marktexploitant (al naargelang het geval) volgens de in deze lidstaat vigerende wetgeving moet voldoen aan voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke bij Titel III worden opgelegd.

3. Verbonden agenten die reeds vóór 30 april 2007 in een openbaar register waren ingeschreven, worden geacht in de zin van deze richtlijn in een openbaar register te zijn ingeschreven indien de verbonden agenten volgens de in deze lidstaat vigerende wetgeving moeten voldoen aan voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke bij artikel 23 worden opgelegd.

3. Verbonden agenten die reeds vóór 1 november 2007 in een openbaar register waren ingeschreven, worden geacht in de zin van deze richtlijn in een openbaar register te zijn ingeschreven indien de verbonden agenten volgens de in deze lidstaat vigerende wetgeving moeten voldoen aan voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke bij artikel 23 worden opgelegd.

4. Vóór de datum van 30 april 2007 doorgegeven informatie voor de toepassing van de artikelen 17, 18 of 30 van Richtlijn 93/22/EEG wordt geacht te zijn doorgegeven voor de toepassing van de artikelen 31 en 32 van deze richtlijn.”.

4. Vóór de datum van 1 november 2007 doorgegeven informatie voor de toepassing van de artikelen 17, 18 of 30 van Richtlijn 93/22/EEG wordt geacht te zijn doorgegeven voor de toepassing van de artikelen 31 en 32 van deze richtlijn.".

 

4 bis. Een bestaand systeem dat valt onder de definitie van een MTF en wordt geëxploiteerd door een marktexploitant van een gereglementeerde markt, ontvangt op verzoek van de marktexploitant van de gereglementeerde markt een vergunning als MTF, mits het voldoet aan voorschriften die gelijkwaardig zijn aan de voorschriften in deze richtlijn voor de vergunningverlening en exploitatie van MTF's en mits het desbetreffende verzoek binnen achttien maanden na de datum van 1 november 2007 wordt ingediend.

Motivering

Dit amendement dient om overeenstemming met de Raad te vergemakkelijken.

Amendement 9

ARTIKEL 2, ALINEA 1

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 oktober 2006 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 januari 2007 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede. Zij zullen die bepalingen vanaf 1 november 2007 toepassen.

Motivering

Dit amendement dient om overeenstemming met de Raad te vergemakkelijken.

  • [1]  Nog niet in het PB gepubliceerd.

TOELICHTING

Voor de omzetting van richtlijn 2004/39/EG (markten voor financiële instrumenten) was aanvankelijk binnen de Raad en door het Europees Parlement ingestemd met de gebruikelijke termijn van 24 maanden na inwerkingtreding van de richtlijn, welke termijn dus zou lopen tot april 2006. Gebleken is echter dat de aanzienlijke aanpassingen die de MiFID van de marktdeelnemers en nationale autoriteiten zal vergen, tot uitstel van die sluitingsdatum nopen.

Verder is een doelmatige en behoorlijke omzetting van de richtlijn afhankelijk van de nodige technische maatregelen die moeten worden uitgewerkt en ingevoerd. Daaraan wordt nu gewerkt, en de volledige reeks maatregelen voor de 17 bepalingen van de richtlijn zal naar verwachting begin 2006 worden vastgesteld. De aanvankelijke omzettingstermijn tegen april 2006 zou niet voldoende tijd overlaten voor vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen volgens de comitéprocedure, en de voorbereiding daarvan onder onnodige tijdsdruk zetten. De vaststelling van deze maatregelen kan niet worden versneld omdat zij zo ingewikkeld zijn, er een ruime raadpleging nodig is volgens de Lamfalussy-procedure en een consensus tot stand moet worden gebracht, èn omdat de operatie moet worden uitgevoerd overeenkomstig de in Besluit 1999/468/EG genoemde procedurevoorschriften.

Er kan niet worden overgegaan tot de omzetting van de door uitvoeringsmaatregelen aan te vullen bepalingen van de richtlijn voordat de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen definitief zijn vastgesteld. Dit uitstel heeft op zijn beurt nadelige gevolgen voor de tijdige omzetting van andere bepalingen van de richtlijn welke samenhangen met de bepalingen waarvoor uitvoeringsmaatregelen zijn vereist. Om ervoor te zorgen dat alle lidstaten de MiFID vanaf de uiterste omzettingsdatum op effectieve en eenvormige wijze toepassen, verdient het derhalve aanbeveling een aantal andere omzettingstermijnen te verlengen.

Samenvatting van het voorstel

Voorgesteld wordt:

-          de termijn waarbinnen de lidstaten de MiFID in nationaal recht moeten omzetten, met 6 maanden te verlengen, dus tot 30 oktober 2006;

-          na de omzetting in nationaal recht een extra termijn van 6 maanden, namelijk tot 30 april 2007, toe te staan voordat de MiFID daadwerkelijk moet worden toegepast, teneinde de betrokken ondernemingen genoeg tijd te gunnen om hun systemen en interne procedures aan te passen zodat zij aan de vereisten van de richtlijn voldoen;

-          de datum van intrekking van de door de MiFID te vervangen richtlijn 93/22/EG (richtlijn beleggingsdiensten) zes maanden uit te stellen, om deze datum te doen samenvallen met de datum waarop de omzettingstermijn voor de MiFID verstrijkt, zodat een rechtsvacuüm wordt vermeden. Voorgesteld wordt evenwel dat de lidstaten hun huidige nationale regelgeving ter uitvoering van richtlijn 93/22/EG gedurende nog zes maanden na intrekking van de richtlijn in stand laten, ter vermijding van een rechtsvacuüm.

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten met betrekking tot bepaalde termijnen

Document- en procedurenummers

COM(2005)0253 – C6 0191/2005 – 2005/0111(COD)

Datum indiening bij EP

14.6.2005

Commissie ten principale
  Datum bekendmaking

ECON
22.6.2005

Medeadviserende commissie(s)
  Datum bekendmaking

JURI
22.6.2005

 

 

 

 

 

Geen advies
  Datum besluit

 

JURI

5.10.2005

 

 

 

 

 

 

 

Rapporteur(s)

Vastgestelde datum

Pia-Noora Kauppi

4.7.2005

 

 

 

 

Behandeling in de commissie

 

5.10.2005

 

10.10.2005

 

21.11.2005

 

22.11.2005

 

Datum goedkeuring

22.11.2005

Uitslag eindstemming

Met algemene stemmen

 

Bij de eindstemming aanwezige leden

Pervenche Berès, Pier Luigi Bersani, Sharon Margaret Bowles, Udo Bullmann, Ieke van den Burg, Jan Christian Ehler, Jonathan Evans, Elisa Ferreira, José Manuel García-Margallo y Marfil, Jean-Paul Gauzès, Gunnar Hökmark, Karsten Friedrich Hoppenstedt, Sophia in 't Veld, Othmar Karas, Piia-Noora Kauppi, Wolf Klinz, Christoph Konrad, Guntars Krasts, Enrico Letta, Cristobal Montoro Romero, Joseph Muscat, John Purvis, Alexander Radwan, Karin Riis-Jørgensen, Dariusz Rosati, Eoin Ryan, Antolín Sánchez Presedo, Peter Skinner, Margarita Starkevičiūtė, Ivo Strejček

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Katerina Batzeli, Jorgo Chatzimarkakis, Catherine Guy-Quint, Ján Hudacký, Werner Langen, Thomas Mann

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid  2)

 

Datum indiening

24.11.2005

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

...