VERSLAG  over milieuvriendelijker visserijmethoden

1.2.2006 - (2004/2199(INI))

Commissie visserij
Rapporteur: Seán Ó Neachtain


Procedure : 2004/2199(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0019/2006
Ingediende teksten :
A6-0019/2006
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over milieuvriendelijker visserijmethoden

(2004/2199(INI))

Het Europees Parlement,

–       gezien de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid,

–       gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: "Milieuvriendelijker visserijmethoden bevorderen: de rol van technische instandhoudingsmaatregelen" (COM(2004)0438),

–       gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

–       gezien het verslag van de Commissie visserij (A6‑0019/2005),

A.     overwegende dat milieuvriendelijk visserijmethoden moeten worden bevorderd,

B.     overwegende dat de duurzaamheid van visgronden van essentieel belang is om de visserijactiviteiten en de levensvatbaarheid van de visserijsector op lange termijn te kunnen waarborgen,

C.     overwegende dat vissers en de hen vertegenwoordigende organisaties betrokken dienen te worden bij het vaststellen van maatregelen ter bescherming van het mariene milieu en tot herstel van uitgeputte visbestanden,

D.     overwegende dat gepaste sociaal-economische maatregelen moeten worden getroffen om vissers compensatie te bieden voor het feit dat de hoeveelheid werk vermindert als gevolg van de plannen tot herstel van uitgeputte visbestanden,

1.      is ingenomen met de mededeling van de Commissie over de bevordering van milieuvriendelijker visserijmethoden;

2.      wijst de Commissie erop dat zij een breder scala aan maatregelen dient te treffen ter bescherming van het mariene milieu en ten behoeve van het herstel van uitgeputte visbestanden, in het bijzonder door inachtneming en bestudering van andere factoren die een aanzienlijk effect op het mariene milieu en de visstand hebben, zoals kustvervuiling en vervuiling in volle zee, industriële en agrarische lozingen, het gebruik van sleepnetten en zeevervoer, teneinde de bestaande instrumenten voor het visserijbeheer aan te vullen;

3.      benadrukt dat alle technische maatregelen ter bescherming van het mariene milieu en tot herstel van uitgeputte visbestanden moeten zijn gebaseerd op wetenschappelijk visserijonderzoek;

4.      is van mening dat deze mededeling een belangrijke stap vormt bij het bewerkstelligen van een ecologisch duurzaam visserijbeheer dat ten doel heeft het effect van de visserij op het mariene milieu te beperken; erkent daarbij evenwel dat de visserij tot op zekere hoogte altijd gevolgen zal hebben, die binnen redelijke grenzen als onvermijdelijk moeten worden beschouwd; wijst er tevens op dat vervuiling, overbevissing en niet-duurzame visserijmethoden evenwel verstrekkende consequenties hebben voor de visserij: zo is o.a. wetenschappelijk aangetoond dat bepaalde verontreinigende stoffen in verschillende stadia van de voedselketen ernstige schade teweegbrengen, met alle gevolgen van dien voor commerciële vissoorten die zouden moeten worden beschermd;

5.      is van mening dat milieuoverwegingen weliswaar van groot belang zijn, maar dat het toekomstig beleid inzake het visserijbeheer niet mag worden gebruikt om visserijactiviteiten die in economisch en sociaal opzicht cruciaal zijn nog verder te benadelen;

6.      wijst erop dat het van essentieel belang is een evenwicht te vinden tussen sociaal-economische noden en ecologische duurzaamheid, en onderstreept daarbij de noodzaak een mechanisme in het leven te roepen voor subsidiëring en schadeloosstelling van vissers die van de negatieve gevolgen van milieuvriendelijke visserij te lijden hebben, en met name vissers in minder ontwikkelde gebieden;

7.      dringt aan op de toepassing van technische methoden ter verbetering van de selectiviteit van de visvangst, en derhalve van de mogelijkheid om vis van de juiste grootte te vangen, teneinde een hoge productiviteit te kunnen handhaven;

8.      wijst erop dat vissen zich alleen in voldoende mate kunnen reproduceren wanneer zij in staat worden gesteld te paaien en zich gedurende een bepaalde minimumperiode te ontwikkelen;

9.      onderstreept de noodzaak ingrijpende negatieve gevolgen van de visserij voor de mariene biodiversiteit te beperken door mariene reservaten op te richten, door gebieden zo nodig met onmiddellijke ingang voor de visvangst te sluiten en door andere gepaste maatregelen ten behoeve van een evenwichtig visserijbeheer te treffen, welke tenminste zolang strikt moeten worden toegepast tot de mariene habitats zich weer op biologisch veilige niveaus bevinden;

10.    uit in het bijzonder zijn bezorgdheid omtrent de zgn. "spookvisserij" en dringt er bij de Commissie op aan alle nodige korte- en langetermijnmaatregelen ter bestrijding van dit fenomeen te nemen, met inbegrip van een nauwgezette controle op de effectiviteit van alle op EU-niveau getroffen maatregelen;

11.    onderstreept de noodzaak het teruggooien van vis, dat zowel biologische als economische consequenties heeft, te beperken door toepassing van adequate technische maatregelen op basis van betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek, zoals gesloten seizoenen, verboden zones en voorschriften inzake maaswijdtes, en inachtneming van de bijzondere kenmerken van de respectieve mariene gebieden waarin de technische instandhoudingsmaatregelen ten uitvoer worden gelegd;

12.    verzoekt de Commissie onverwijld met voorstellen te komen voor proefprojecten die op vermindering van de teruggooi zijn gericht;

13.    geeft in het bijzonder de mogelijkheid in overweging om teruggooiverboden vergezeld te doen gaan van adequate stimuleringsmaatregelen voor vissers;

14.    dringt er bij de Commissie op aan de invoering van een internationaal actieplan van de FAO voor bijvangstbeperking actief te bevorderen;

15.    verzoekt de Commissie de ontwikkeling van milieuvriendelijke visserij prioriteit te geven als onderdeel van het algehele pakket beheersmaatregelen;

16.    dringt er bij de Commissie op aan tegenstrijdige doelstellingen en overbodige regulering te vermijden en deze gelegenheid te benutten om het algehele reguleringssysteem te vereenvoudigen;

17.    verzoekt de Commissie zich te beraden over de toepassing van technische maatregelen ten behoeve van milieuvriendelijke visserij als aanvulling op de bestaande inspanningsbeperkingen in verband met bestandsherstelplannen;

18.    is van mening dat het in deze context absoluut noodzakelijk is satelliettechnologie te ontwikkelen en toe te passen om de aanwezigheid van ongeautoriseerde vissersschepen in gesloten gebieden en beschermde mariene zones te kunnen vaststellen, teneinde de effectieve bescherming van vissen, hun cruciale habitats en biodiversiteit in het algemeen te garanderen;

19.    wijst op de noodzaak de in het kader van het hervormde GVB ondernomen acties te ondersteunen teneinde de verwezenlijking van de in de mededeling van de Commissie bepleite doelstellingen te bevorderen, met name:

a)   de toepassing van een gedecentraliseerde aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van bepaalde vissoorten;

b)   de ontwikkeling, in samenwerking met de regionale adviesraden, van een besluitvormingsproces voor de toepassing van technische maatregelen, in het kader waarvan specifieke eisen en op de lokale omstandigheden afgestemde maatregelen kunnen worden ontwikkeld, uitgevoerd en gecontroleerd;

c)   de intensivering van de technische en financiële ondersteuning door de overheid van de regionale adviesraden, teneinde hen in staat te stellen naar vermogen aan de verwezenlijking van dit doel bij te dragen;

d)   de ontwikkeling van gezamenlijk op Gemeenschapsniveau verworven wetenschappelijke en technische kennis;

e)   de integratie van regels voor milieuvriendelijke visserij in het langetermijnbeheer;

20.    wijst met nadruk op de betekenis van de mededeling van de Commissie, welke een grotere rol in het mariene beleid zou moeten vervullen teneinde op lange termijn een positief toekomstperspectief te kunnen bieden voor degenen die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van de visserij én voor het mariene milieu;

21.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

TOELICHTING

De onderhavige mededeling heeft ten doel de aanwending van milieuvriendelijke visserijmethoden te bevorderen teneinde een van de voornaamste doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid te verwezenlijken, namelijk exploitatie van levende mariene rijkdommen onder duurzame economische, ecologische en maatschappelijke voorwaarden.

Doelstellingen van de mededeling

De mededeling van de Commissie beoogt:

a) de visserijdruk te verlagen

De visbestanden verkeren in een slechte staat. De steeds grotere aandeel in de mariene vangsten van vissoorten die zich langs natuurlijke weg moeten kunnen regenereren resulteert in een steeds sterkere achteruitgang van de paaibestanden. De bestanden van sommige soorten staan op het punt te bezwijken en andere zijn op den duur waarschijnlijk niet opgewassen tegen de visserijdruk. Het hervormde GVB gaat ervan uit dat de ontwikkeling van meerjarenplannen voor het visserijbeheer een adequate manier zou zijn om te waarborgen dat de intensiteit van de visserij-inspanningen zich verdraagt met de duurzame instandhouding van de visbestanden.

b) de vangst van doelsoorten te optimaliseren en onbedoelde bijvangsten tot een minimum te beperken

Een te geringe selectiviteit in de visserij leidt tot omvangrijke vangsten van jonge vis, die als onbedoelde bijvangst overboord wordt gegooid. Zo wordt ca. 23 % van de jaarlijkse vangsten (gemeten in aantal ton) teruggegooid.

Een aantal technische maatregelen kan ertoe bijdragen dat de teruggooi wordt gereduceerd, b.v. door:

- aanwending van panelen met vierkante mazen en andere technieken, waardoor niet-doelsoorten kunnen ontsnappen;

- de instelling van beschermde zones en gesloten seizoenen teneinde de reproductie van de visbestanden te begunstigen.

De Commissie heeft in 2002 op deze problematiek gereageerd door een actieplan ter vermindering van de teruggooi in het leven te roepen, dat aanleiding gaf tot het verzoek van de Raad om proefprojecten te starten die verschillende maatregelen dienen te omvatten, zoals experimenten met vistuig, vrijwillig vertrek van visgronden, tijdelijke sluitingen met onmiddellijke ingang, teruggooiverboden, bijvangstquota, quotaflexibiliteit en een beter gebruik van economisch minder waardevolle vis, en waarbij het zowel moet gaan om middelen die op middellange termijn kunnen worden ingezet als om andere, die een langetermijnbenadering vergen.

De visserijsector heeft - o.a. via de regionale adviesraden - een belangrijke rol te vervullen bij zowel de voorbereiding van de proefprojecten als de controle daarop.

c) het effect van de visserij op de habitats te beperken

Sommige habitats, zoals koudwaterkoraal- en andere riffen die rijk zijn aan vis en een zeer diverse flora en fauna herbergen, zijn bijzonder kwetsbaar voor het gebruik van vistuig, waardoor de fysieke structuur van het rif kan worden aangetast. Kwetsbare habitats moeten speciaal worden beschermd. Conform deze doelstelling heeft de Commissie een verordening ter bescherming van de diepwaterkoraalriffen voor de kust van Noord-West-Schotland goedgekeurd.

De Commissie is tevens van plan in de toekomst in nauwkeurig omschreven situaties meer van dergelijke maatregelen te treffen. Om geloofwaardig en aanvaardbaar te zijn, moeten dergelijke initiatieven altijd op uitvoerig wetenschappelijk onderzoek zijn gebaseerd.

d) een evenwicht tussen milieubehoud en economische duurzaamheid te bewerkstelligen

Het ligt voor de hand dat de invoering van milieuvriendelijke maatregelen ook economische gevolgen heeft, die zowel in termen van verliezen op korte termijn als van voordelen op langere termijn moeten worden beoordeeld.

Gevolgen van de hervorming van het GVB

De hervorming van het GVB, waarbij de beginselen van ecologische duurzaamheid in het beleid zijn ingepast, beoogt een milieuvriendelijker visserij te bevorderen door middel van oplossingen zoals:

1)   een meer gedecentraliseerde benadering die tegemoetkomt aan het specifieke karakter van bepaalde vissoorten

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen maatregelen die kunnen worden toegepast op het gehele verspreidingsgebied van de betrokken vissoorten, b.v. in de vorm van inspanningsbeperkingen en andere maatregelen die recht moeten doen aan de specifieke eigenschappen van de betrokken soorten, omdat bepaalde technische maatregelen voor de ene soort wél zinvol kunnen zijn, maar voor de andere contraproductief kunnen uitpakken.

2)   een sterkere betrokkenheid van de visserijsector bij de formulering en tenuitvoerlegging van technische maatregelen

Het reguleringsproces impliceert rechtstreekse betrokkenheid van de visserij-industrie met het oog op de juiste interpretatie van de bestaande regels en het ontwerpen van nieuwe regelgeving. Dit proces moet op gang worden gebracht via de regionale adviesraden, die fungeren als discussieforum en instrument om de visserij-industrie nauwer bij de ontwikkeling van milieuvriendelijke visserijmaatregelen op regionale basis te betrekken. Het is de bedoeling dat de Commissie met een voorstel komt voor een procedure ter versterking van de rol van de regionale adviesraden bij de ontwikkeling van een milieuvriendelijke visserij: de maatregelen waarover bij consensus overeenstemming wordt bereikt binnen de regionale adviesraden kunnen vervolgens door de Commissie ten uitvoer worden gelegd.

3)   ontwikkeling van gezamenlijk op Gemeenschapsniveau verworven wetenschappelijke en technische kennis

De afgelopen 10 jaar heeft de EU in samenwerking met nationale overheden, instellingen voor maritiem onderzoek en de visserijsector diverse onderzoeksprojecten uitgevoerd. In deze context wordt in het kader van het zevende communautair kaderprogramma onderzoek van de Gemeenschap gewerkt aan een gedetailleerde analyse van het effect van verschillende soorten vistuig en de gevolgen van teruggooi voor het mariene milieu, waarbij ook de mogelijkheid wordt onderzocht om beschermde mariene gebieden in te stellen.

Daarnaast zal de Gemeenschap ook grensoverschrijdende samenwerking moeten bevorderen bij de vaststelling van technische maatregelen ter bevordering van milieuvriendelijke visserijmethoden en een ruimere financiële ondersteuning voor het testen van nieuwe visserijmethoden.

4)   integratie van milieuvriendelijke visserijregels in de plannen voor het langetermijnbeheer.

Over milieuvriendelijke visserijregels moet worden nagedacht in het kader van een algeheel beheerssysteem en deze mogen niet worden ontwikkeld in de context van een specifieke ad-hocstrategie.

5)   stimulansen voor vissers ter bevordering van de toepassing van milieuvriendelijke visserijmaatregelen

Het zou bijzonder wenselijk en zinvol zijn om vissers een alternatief te bieden voor het illegaal teruggooien van delen van hun vangst, omdat de huidige regeling de aanvoer van ondermaatse vis of van hoeveelheden die de quota te buiten gaan verbiedt. Vissers moet meer financiële ondersteuning worden geboden ter compensatie van de verliezen op korte termijn die de tenuitvoerlegging van milieuvriendelijke visserijmethoden met zich mee zal brengen.

Algemene overwegingen

De internationale gemeenschap moet zich ten doel stellen een duurzame toekomst voor het mariene milieu te scheppen door een actievere rol te vervullen in het mariene beleid. Er moet een breed scala aan maatregelen worden ingevoerd om de gevolgen van visserijactiviteiten tot een aanvaarbaar en redelijk niveau te beperken en uiteindelijk een evenwicht tussen economische en sociale noden enerzijds en milieueisen anderzijds te bereiken.

In dit verband moet de Europese Unie formele politieke steun verlenen aan milieuvriendelijke visserij-initiatieven, en wel door een plan voor te stellen voor de invoering in de nabije toekomst van nieuwe methoden ter vermindering van het effect van de visserij op het mariene milieu, dat in sommige gevallen door een te intensieve exploitatie en verspilling van hulpbronnen wordt aangetast. Deze nieuwe uitgangspunten zijn ook verwerkt in het voorstel van de Commissie voor het opzetten van het Europees Visserijfonds, alsook in diverse andere initiatieven, zoals de onderhavige mededeling.

Visserijdruk

Organisaties in zowel de milieu- als de visserijsector zijn het erover eens dat er voor de onmiddellijke toekomst twee oplossingen zijn om overbevissing tegen te gaan:

1)   door alleen vis van de juiste grootte te vangen, zodat de algehele productiviteit van de visserij op een hoog niveau blijft;

2)   door de voortplanting te optimaliseren door volwassen vis in staat te stellen in voldoende grote aantallen te paaien, om zo de visstand op een toereikend niveau te houden.

Verbetering van de selectiviteit alleen wordt niet langer gezien als een commercieel verantwoorde oplossing als zij niet gepaard gaat met een zodanige vermindering van de visserijcapaciteit dat de populaties zich kunnen herstellen en er voor de visserijvloten voldoende vis van de nieuw vastgestelde groottemaat beschikbaar is.

Visserij en habitats

Milieuvriendelijke visserijmethoden kunnen de gevolgen van de visserij voor de habitats beperken. Vooral het gebruik van bodemtrawls kan in bepaalde gebieden funeste gevolgen hebben en vormt een bedreiging voor de biodiversiteit van sommige kwetsbare diepzee-ecosystemen. Onderzeese, met koudwaterkoralen begroeide bergen herbergen een rijke flora en fauna, die extreem gevoelig zijn voor "onverantwoorde" visserijactiviteiten.

De brede discussie omtrent de noodzaak deze gebieden te beschermen raakt de Europese Unie rechtstreeks, aangezien diverse lidstaten visserij met bodemtrawls bedrijven.

De instelling van mariene reservaten ter bescherming van mariene dier- en plantensoorten en hun habitats zou het effect van de visserij op habitats drastisch kunnen verminderen en de algehele achteruitgang van de visbestanden kunnen terugdraaien. Daarnaast kunnen mariene reservaten ook voordelen opleveren voor naburige visgronden, niet alleen dankzij de "spill-over" van volwassen en jonge vis buiten de grenzen van het reservaat, maar ook door de externe verspreiding van eieren en larven. Binnen de reservaten kunnen de populaties in omvang aangroeien en kunnen individuele exemplaren langer leven, groter worden en hun reproductief potentieel verder ontwikkelen.

Relevant is daarbij wel dat de effectiviteit van mariene reservaten niet in alle gevallen afdoende wetenschappelijk is bewezen, en dat een reeks maatregelen zoals gesloten seizoenen, beperkingen op de toelaatbaarheid van vistuig en andere regelingen steevast deel moeten uitmaken van de te ontwikkelen beleidsstrategieën voor de instandhouding van mariene habitats.

Een ander belangrijk punt is dat een bepaald niveau van interactie tussen visserijactiviteiten en mariene habitats onvermijdelijk is en dat er derhalve moet worden gestreefd naar een adequaat evenwicht tussen de noodzaak mariene habitats in stand te houden en te herstellen en de duurzame exploitatie van duurzame visbestanden.

Teruggooi van vis

Volgens een studie van de FAO met als titel " Options for utilisation of bycatch and discards from marine capture fisheries " zijn er drie belangrijke motieven voor het teruggooien van vis aan te wijzen: teruggooi van bijvangst (vis die toevallig naast de eigenlijke doelsoort werd gevangen), teruggooi om te voldoen aan wettelijke eisen, en kwaliteitsselectie vóór de vis op de markt komt.

Algemeen wordt erkend dat teruggooi van vis op zee zowel negatieve biologische gevolgen als economische consequenties kan hebben omdat de sterfte van teruggegooide vis in sommige gevallen economische repercussies heeft voor een andere visserijtak; daarnaast kan het ook gaan om onvolgroeide exemplaren of om een niet-toegestaan geslacht van doelsoorten, dan wel om vangsten van weinig of geen commerciële waarde wanneer het verlies verband houdt met onbedoelde bijvangsten.

Een aantal maatregelen zijn geboden:

–    inspanningsbeperkingen door middel van tijdelijke en regionale sluitingen van vangstgebieden en andere traditionele controle- en beheersinstrumenten, waar nodig aan te vullen met economische en fiscale prikkels, ruimtelijke ordening en vrijwillige overeenkomsten;

–    technische oplossingen zoals:

· akoestische afschrikmiddelen (kleine akoestische apparaten die aan vissersnetten worden vastgemaakt ter afschrikking van dolfijnen) en ontsnappingsluiken (bestaand uit een grofmazig metalen rooster waarmee walvisachtigen uit het net worden weggeleid)

· het gebruik van grotere haken

· het op grotere diepte uitzetten van vistuig

· het gebruik van speciale (b.v. J-vormige) haken om onbedoelde bijvangsten van bepaalde soorten zoals schildpadden te voorkomen

· gesloten seizoenen of verboden zones

· het inzetten van waarnemers

-     maaswijdteregelingen ter vermindering van de vangst van ondermaatse vis.

Met behulp van TAC's kan geen toezicht worden gehouden op de vissterfte, omdat daarbij wél de aanvoer, maar geen vangsten of teruggooihoeveelheden worden gecontroleerd.

Zonder direct toezicht op de vissterfte kan er meer vis dan de toegestane quota worden gevangen en kan vis illegaal worden teruggegooid of aangevoerd. Zonder dergelijke controles is bovendien de omvang van de vissterfte veel moeilijker wetenschappelijk te kwantificeren.

Ter beperking van de teruggooi en met het oog op de ontwikkeling van effectievere en reëlere middelen om teruggooi te beperken en de visbestanden beter te beheren, moet dringend werk worden gemaakt van een herevaluatie van de bestaande beheersregelingen en –instrumenten voor de instelling van TAC's en een intensiever gebruik van inspanningsbeperkingen.

De bestaande regelingen, die de mogelijkheid bieden schepen uit te rusten met passief vistuig waarvan de maaswijdtes kleiner zijn dan voor bevissing van bepaalde gebieden wettelijk is toegestaan, maar die wel in aangrenzende gebieden mogen worden gebruikt, moeten worden herzien, aangezien dergelijke regelingen een effectieve controle op dergelijke vormen van visserij juridisch gezien ernstig bemoeilijken.

Daarnaast is het zinvol om satelliettechnologie te ontwikkelen om de aanwezigheid van niet-geautoriseerde vissersschepen in beschermde zones te kunnen opsporen. In dit verband is momenteel het voorstel van de Commissie over "Elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie" bij het Parlement in behandeling (rapporteur: Casaca).

Conclusies

De rapporteur verwelkomt de mededeling van de Commissie als een stap in de goede richting omdat hierin een grotere rol is weggelegd voor de bevordering van een ecologisch duurzaam visserijbeheer.

Hij wenst daarbij de volgende aspecten te onderstrepen:

a)      economische activiteiten milieuvriendelijk maken is uiteraard in het belang van de vissers omdat daardoor gezonde visbestanden worden gewaarborgd. Derhalve moet de visserij-industrie direct bij deze maatregelen worden betrekken en moet zij worden geïnformeerd over de voordelen die met de toepassing daarvan zijn verbonden;

b)     hoewel de noodzaak van milieubeschermingsmaatregelen moet worden erkend, moet ook rekening worden gehouden met de sociaal-economische gevolgen die deze methoden op korte termijn onvermijdelijk met zich meebrengen. De rapporteur beveelt aan een mechanisme voor subsidiëring en compensatie in te stellen om vissers te ondersteunen die op korte en middellange termijn negatieve gevolgen ondervinden van milieuvriendelijke vormen van visserij;

c)      daarnaast is het van essentieel belang de belanghebbenden via de bestaande regionale adviesraden te betrekken bij besluitvormingsprocessen die hun levensonderhoud raken.

In het licht van hierboven besprokene beschouwt de rapporteur de mededeling inhoudelijk als een relevante en belangrijke bijdrage tot het scheppen van een duurzame toekomst voor degenen die voor hun levensonderhoud aangewezen zijn op de visserij én voor de bescherming van het milieu zelf.

PROCEDURE

Titel

Milieuvriendelijker visserijmethoden

Procedurenummer

2004/2199(INI)

Reglementsartikel(en)

art. 45

Commissie ten principale

        Datum bekendmaking toestemming

PECH

18.11.2004

Medeadviserende commissie(s)
  Datum bekendmaking

ENVI
18.11.2004

 

 

 

 

Geen advies
  Datum besluit

ENVI
30.11.2004

 

 

 

 

Nauwere samenwerking

        Datum bekendmaking

 

 

In het verslag opgenomen ontwerpresolutie(s)

 

 

Rapporteur(s)
  Datum benoeming

Seán Ó Neachtain
22.9.2004

 

Vervangen rapporteur

 

 

Behandeling in de commissie

24.11.2005

23.5.2005

 

 

 

Datum goedkeuring

31.1.2005

Uitslag eindstemming

voor:

tegen:

onthoudingen:

27

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

James Hugh Allister, Stavros Arnaoutakis, Elspeth Attwooll, Iles Braghetto, Niels Busk, Luis Manuel Capoulas Santos, David Casa, Paulo Casaca, Zdzisław Kazimierz Chmielewski, Carmen Fraga Estévez, Ioannis Gklavakis, Alfred Gomolka, Pedro Guerreiro, Ian Hudghton, Heinz Kindermann, Georg Jarzembowski, Rosa Miguélez Ramos, Philippe Morillon, Seán Ó Neachtain, Willi Piecyk, Struan Stevenson, Margie Sudre, Daniel Varela Suanzes-Carpegna

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Duarte Freitas, Jan Mulder, Carl Schlyter, Czesław Adam Siekierski

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid 2)

 

Datum indiening – A6

1.2.2006

A6‑0019/2006