VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) - Gezondheidsaspecten
9.2.2006 - (COM(2005)0115 – C6‑0097/2005 – 2005/0042A(COD)) - ***I
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Antonios Trakatellis
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) - Gezondheidsaspecten
(COM(2005)0115 – C6‑0097/2005 – 2005/0042A(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0115)[1],
– gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 152 van het EG‑Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0097/2005),
– gezien het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) op te splitsen zodat zowel de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid als de Commissie interne markt en consumentenbescherming ten principale bevoegd zijn en hierover twee afzonderlijke verslagen zullen opstellen;
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en het advies van de Begrotingscommissie (A6‑0030/2006),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Titel | |
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) |
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2007-2013) |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. De geschrapte onderdelen worden in het verslag over het programma voor consumentenbescherming behandeld. Dit programma borduurt voort op het eerste geïntegreerde communautaire actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008). | |
Amendement 2 Visum 1 | |
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 152 en 153, |
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 152, |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. De geschrapte onderdelen worden in het verslag over het programma voor consumentenbescherming behandeld. | |
Amendement 3 Overweging 1 | |
(1) Door acties op het gebied van volksgezondheid en consumentenbescherming kan de Gemeenschap bijdragen tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de burgers. |
(1) De Gemeenschap zet zich ervoor in de gezondheid te bevorderen en te verbeteren, ziekten te voorkomen en terug te dringen en potentiële bedreigingen voor de gezondheid tegen te gaan. Zij moet op gecoördineerde en samenhangende wijze tegemoetkomen aan de bekommernissen en de verwachtingen van haar burgers. Door acties op het gebied van volksgezondheid, die ten opzichte van de acties van de lidstaten een toegevoegde waarde hebben, kan de Gemeenschap bijdragen tot de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de burgers. |
Motivering | |
De volksgezondheid is van essentieel belang en de bescherming hiervan gaat iedereen zonder uitzondering aan. Artikel 152 van het EG-verdrag verbindt de Gemeenschap aan verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid. Het aangaan van de uitdagingen op het gebied van de gezondheid vraagt om gecoördineerde en samenhangende maatregelen, die een hoog beschermingsniveau van de volksgezondheid veilig moeten stellen. Een degelijk volksgezondheidsbeleid dat op de uitdagingen van de 21e eeuw is afgestemd, moet gericht zijn op het terugdringen van ziekten. | |
Amendement 4 Overweging 1 bis (nieuw) | |
|
(1 bis) Bij de vaststelling en uitvoering van alle beleidsmaatregelen en activiteiten van de Gemeenschap moet voor een hoog beschermingsniveau van de gezondheid worden gezorgd. Overeenkomstig artikel 152 van het Verdrag dient de Gemeenschap op dit gebied een actieve rol te spelen door middel van maatregelen die de lidstaten niet individueel kunnen nemen, en door het coördineren van de maatregelen van de lidstaten, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel. De Gemeenschap eerbiedigt ten volle de bevoegdheden van de lidstaten voor het inrichten en verlenen van hun gezondheidsdiensten en medische zorg. |
Motivering | |
De verdragen vergen van de Gemeenschap dat zij een actieve rol speelt door maatregelen te nemen die niet door de lidstaten kunnen worden genomen. De versterkte bepalingen van artikel 152 van het Verdrag van Amsterdam waren zowel kwantitatief als kwalitatief een grote stap voorwaarts, doordat hierin de drie doelstellingen van verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen in al hun vormen en wegnemen van bronnen van gevaar werden gecombineerd. Er moet worden vermeld dat de bevoegdheid en verantwoordelijkheid voor de gezondheidszorg (ziekenhuizen enzovoort) bij de lidstaten berust (subsidiariteitsbeginsel). | |
Amendement 5 Overweging 1 ter (nieuw) | |
|
(1 ter) De Gemeenschap moet bij de instandhouding en bevordering van de gezondheid van haar burgers ook oog hebben voor de ethische waarden en de bestaande gedragscodes in acht nemen. |
Motivering | |
In de inleiding van het besluit staat in punt 3.1 de volgende zin: "De Europese burgers gezonder maken, is het uiteindelijke doel van alle gezondheidsactiviteiten uit hoofde van het Verdrag". Deze zin behoefde verduidelijking. Vanuit juridisch en ethisch oogpunt kan dit doel immers niet met alle beschikbare middelen ter verbetering van de gezondheid van de burgers worden nagestreefd. | |
Amendement 6 Overweging 1 quater (nieuw) | |
|
(1 quater) De gezondheidszorg kenmerkt zich enerzijds door zijn grote mogelijkheden voor groei, vernieuwing en dynamiek, en anderzijds door de uitdagingen waarmee hij wordt geconfronteerd ten aanzien van de financiële en sociale houdbaarheid en efficiëntie van de gezondheidszorgstelsels, onder andere ten gevolge van de toenemende levensverwachting en de medische vooruitgang. |
Motivering | |
De gezondheidszorg heeft in financiële zin snelle ontwikkelingen doorgemaakt, met hogere investeringen en een stijgende werkgelegenheid, evenals de invoering van technologieën en vernieuwingen, met name in de ontwikkelde landen. Tegelijkertijd zijn de uitgaven voor de volksgezondheid en de gezondheidszorg met bijna 10 % van het BBP van de lidstaten gestegen. Dit komt door de toenemende levensverwachting en het feit dat de gezondheidszorg een belangrijk deel van de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten vormt. | |
Amendement 7 Overweging 1 quinquies (nieuw) | |
|
(1 quinquies) Het communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) was het eerste geïntegreerde programma van de Europese Gemeenschap op dit gebied en heeft reeds een aantal belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen opgeleverd. |
Motivering | |
Het eerste geïntegreerde communautaire actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid is het programma dat voor 2003-2008 van kracht is. Er is een duidelijk verschil in de totale filosofie in vergelijking met eerdere soortgelijke initiatieven. In het verleden werden namelijk wel belangrijke onderwerpen in verband met de volksgezondheid aangepakt, zoals het programma voor kankerbestrijding, bevordering van de volksgezondheid, aids, drugsverslaving, toezicht op de gezondheidszorg, letsels, zeldzame ziekten of ziekten door verontreiniging. Dit gebeurde echter op een hapsnapmanier, zonder de onderwerpen in een groter verband te zetten. Dit programma daarentegen heeft drie algemene doelstellingen: (a) verbetering van de informatie, (b) versterking van de capaciteit voor een snelle en gecoördineerde reactie op bedreigingen voor de gezondheid en (c) bevordering van de volksgezondheid en preventie van ziekten en aandoeningen door het aanpakken van de gezondheidsdeterminanten. Twee jaar na de inwerkingtreding zijn inmiddels de eerste positieve resultaten behaald met communautaire maatregelen en de ontwikkeling van mechanismen op basis van een geïntegreerde benadering van de volksgezondheid. | |
Amendement 8 Overweging 1 sexies (nieuw) | |
|
(1 sexies) Er bestaat een aantal ernstige grensoverschrijdende bedreigingen voor de gezondheid met een mogelijke wereldwijde dimensie, en daarnaast steken nieuwe bedreigingen de kop op die verdere communautaire actie noodzakelijk maken. De Gemeenschap moet deze ernstige grensoverschrijdende bedreigingen voor de gezondheid prioritair behandelen. Monitoring, vroegtijdige waarschuwing voor en acties ter bestrijding van ernstige bedreigingen voor de gezondheid vragen om een Gemeenschap die in staat is op gecoördineerde en effectieve wijze te reageren. |
Motivering | |
De opeenvolgende voedselcrises, de mondiale paniek naar aanleiding van SARS dat als eerste in China opdook, de vogelgriep, de kans op een grieppandemie in de nabije toekomst die miljoenen levens zou kunnen kosten, alsmede de milieuproblemen die de volksgezondheid schaden, tonen eens te meer aan hoe belangrijk de volksgezondheid en de bescherming daarvan is. De burgers willen dat de EU daadkrachtig optreedt. Bovendien vragen de mobiliteit van de Europese burgers en de vrijheid van verkeer van personen binnen de EU om waakzaamheid teneinde alert te kunnen reageren op ernstige grensoverschrijdende bedreigingen, daar vroegtijdig voor te waarschuwen en ze te bestrijden. | |
Amendement 9 Overweging 1 septies (nieuw) | |
|
(1 septies) Volgens het rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie over de Europese gezondheid van 2005 liggen de voornaamste oorzaken van de ziektelast in dit werelddeel (in termen van "disability adjusted life-years" (DALY's)) in niet-overdraagbare aandoeningen (77 % van het totaal), externe oorzaken van letsel en vergiftiging (14 %) en overdraagbare aandoeningen (9 %). De zeven meest frequente aandoeningen zijn: ischemische hartaandoeningen, unipolaire depressieve stoornissen, cerebrovasculaire aandoeningen, stoornissen door alcoholgebruik, chronische longziekten, longkanker en verkeersletsel. Deze vertegenwoordigen 34 % van de DALY's in dit gebied. De zeven belangrijkste risicofactoren zijn: tabak, alcohol, hoge bloeddruk, hoog cholesterolgehalte, overgewicht, geringe consumptie van fruit en groente en gebrek aan lichaamsbeweging. Deze vertegenwoordigen 60 % van de DALY's. Daarnaast vormen ook overdraagbare aandoeningen als HIV/aids, griep, tuberculose en malaria een steeds grotere bedreiging voor de gezondheid van alle mensen in Europa. Een belangrijke taak van het programma zou liggen in een betere inventarisatie van de voornaamste gezondheidslasten in de Gemeenschap. |
Motivering | |
Het is essentieel om de officiële gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie mee te nemen in de formulering van het volksgezondheidsprogramma van de Unie. | |
Amendement 10 Overweging 1 octies (nieuw) | |
|
(1 octies) De acht belangrijkste doodsoorzaken als gevolg van niet-overdraagbare aandoeningen in het Europese deel van de WHO zijn hart- en vaatziekten, neuropsychiatrische stoornissen, kanker, spijsverteringsaandoeningen, ademhalingsaandoeningen, aandoeningen van de zintuigen, musculoskeletale aandoeningen en diabetes mellitus. Bovendien kan uit een recente, op basis van een WHO-ziektemodel uitgevoerde studie worden afgeleid dat de mortaliteit als gevolg van diabetes waarschijnlijk aanzienlijk hoger is dan eerdere globale schattingen op basis van overlijdensverklaringen, omdat mensen met diabetes meestal aan een hart- en vaatziekte of een nieraandoening bezwijken. |
Motivering | |
Dit amendement houdt verband met het voorgaand amendement. | |
Amendement 11 Overweging 1 nonies (nieuw) | |
|
(1 nonies) Diabetes en zwaarlijvigheid vormen een ernstige bedreiging voor de burgers van de Europese Unie. Het programma moet deze belangrijke kwestie dan ook aanpakken, o.a. door relevante gegevens te verzamelen en te analyseren. |
Amendement 12 Overweging 1 decies (nieuw) | |
|
(1 decies) Een groot percentage van alle vormen van kanker kan worden voorkomen. Er moet voortdurend worden gewerkt aan het beter en sneller vertalen van de kennis over kankerpreventie en ‑bestrijding in maatregelen voor de volksgezondheid. |
Motivering | |
Volgens de WHO zal het aantal kankergevallen als gevolg van de vergrijzing in Europa dramatisch toenemen en is de dreigende kankerepidemie te wijten aan een toename in tabaksgebruik, ongezonde eetgewoonten, gebrek aan lichaamsbeweging, bepaalde infecties en kankerverwekkende stoffen. | |
Amendement 13 Overweging 1 undecies (nieuw) | |
|
(1 undecies) Microbiële resistentie tegen antibiotica en ziekenhuisinfecties wordt een steeds grotere bedreiging voor de gezondheid in Europa. Het baart grote zorgen dat er zo weinig onderzoek naar nieuwe antibiotica wordt gedaan en dat bestaande antibiotica niet goed worden gebruikt. Daarom is het belangrijk relevante gegevens te verzamelen en te analyseren. |
Amendement 14 Overweging 1 duodecies (nieuw) | |
|
(1 duodecies) Versterking van de rol van het Europees Centrum voor ziektepreventie en ‑bestrijding is van groot belang om de gevolgen van overdraagbare ziekten centraal te verminderen. |
Motivering | |
Dit amendement heeft tot doel de belangrijke rol van het ECDC te onderstrepen. | |
Amendement 15 Overweging 2 | |
(2) Daarom is het zinvol een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming vast te stellen ter vervanging van Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) en Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007. Deze besluiten moeten bijgevolg worden ingetrokken. |
(2) Verdere inspanningen zijn nodig om de reeds door de Gemeenschap gestelde doelstellingen en doelen op het gebied van de volksgezondheid te kunnen halen. Daarom is het zinvol een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2007-2013, "het programma"), als genoemd in dit Besluit, vast te stellen ter vervanging van Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008), dat bijgevolg moet worden ingetrokken. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. De geschrapte onderdelen worden in het verslag over het programma voor consumentenbescherming behandeld. De Gemeenschap ziet zich in de gezondheidssector voor zware uitdagingen gesteld. Deze vragen om een reactie op communautair niveau; daarom is communautair optreden vereist in de vorm van een tweede programma op het gebied van gezondheid (2007-2013). Dit borduurt voort op het eerste geïntegreerde communautaire actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008). | |
Amendement 16 Overweging 2 bis (nieuw) | |
|
(2 bis) Het programma borduurt voort op de structuur, mechanismen en activiteiten van het vorige programma voor communautaire actie op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008). Verder voegt het nieuwe doelstellingen hieraan toe en wordt lering getrokken uit de met de reeds uitgevoerde acties en maatregelen opgedane ervaring en kennis. Het programma zal bijdragen aan de verwezenlijking van een hoog niveau van lichamelijke en geestelijke gezondheid en meer gelijkheid op gezondheidsgebied in de hele Gemeenschap. Hiertoe wordt aangestuurd op acties die zich richten op het verbeteren van de volksgezondheid, het voorkomen van ziekten en stoornissen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de gezondheid, met het oog op de bestrijding van de morbiditeit en vroegtijdige sterfte, rekening houdend met geslacht, etnische afkomst en leeftijd. |
Motivering | |
De structuren, mechanismen en activiteiten van het eerste programma, alsmede de opgedane ervaringen vormen het uitgangspunt van het tweede programma. Daarnaast worden nieuwe doelstellingen toegevoegd. Het moet bijdragen aan het bestrijden van bedreigingen voor de gezondheid en het realiseren van een hoog niveau van lichamelijke en geestelijke gezondheid en welzijn en van meer gelijkheid op gezondheidsgebied. | |
Amendement 17 Overweging 2 ter (nieuw) | |
|
(2 ter) Het programma moet de nadruk leggen op het verbeteren van de gezondheidstoestand en het stimuleren van een gezonde levensstijl bij kinderen en jonge mensen. |
Motivering | |
Ziekten bij volwassenen kunnen het beste worden voorkomen als zij reeds op jonge leeftijd een gezonde levensstijl hebben. In dit opzicht lijkt het noodzakelijk de middelen van het programma toe te spitsen op de verbetering van de gezondheid van de jonge generaties. | |
Amendement 18 Overweging 3 | |
(3) In het kader van één geïntegreerd programma, met behoud van de kernelementen en de specifieke kenmerken van de bestaande acties op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, kunnen de synergieën tussen de doelstellingen maximaal worden benut en kunnen de acties op deze gebieden efficiënter worden beheerd. Het samenvoegen van activiteiten op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming in één programma kan bijdragen tot de verwezenlijking van gemeenschappelijke doelstellingen, namelijk burgers beschermen tegen risico's en bedreigingen, hen beter in staat stellen met kennis van zaken en in hun eigen belang beslissingen te nemen, en gezondheids- en consumentendoelstellingen in alle communautaire beleidsgebieden en activiteiten integreren. Het samenvoegen van administratieve structuren en systemen kan bijdragen tot een efficiëntere uitvoering van het programma en een optimaal gebruik van de beschikbare communautaire middelen voor gezondheid en consumentenbescherming. |
(3) Het programma kan bijdragen tot de verwezenlijking van doelstellingen, namelijk burgers beschermen tegen risico’s en bedreigingen voor de gezondheid, met inbegrip van deze waarop ze als individu geen vat hebben, zoals verslaving aan voorgeschreven geneesmiddelen, en hen helpen hun niveau van lichamelijke en geestelijke gezondheid te optimaliseren, hen betere toegang geven tot informatie over deze risico's en bedreigingen, en hen daarbij in staat stellen met kennis van zaken beslissingen te nemen die het best bij hun belangen passen. |
Motivering | |
Het programma moet voor meer capaciteit zorgen om de burgers van informatie over gezondheidskwesties te voorzien, waardoor hun kennis en keuzemogelijkheden worden vergroot. | |
Amendement 19 Overweging 3 bis (nieuw) | |
|
(3 bis) Het programma moet de mainstreaming van doelstellingen op gezondheidsgebied in alle communautaire beleidslijnen en activiteiten ondersteunen. |
Motivering | |
Het programma moet voorzien in de mainstreaming van gezondheidsdoelstellingen in alle communautaire beleidslijnen en activiteiten en dit proces ondersteunen. | |
Amendement 20 Overweging 3 ter (nieuw) | |
|
(3 ter) Een stijging van het aantal gezonde levensjaren, ook wel de handicapvrije levensverwachting genoemd, door ziekten en aandoeningen te voorkomen en gezond oud worden te bevorderen, is belangrijk voor het welzijn van de burgers van de EU en helpt bij het aangaan van de uitdagingen van het proces van Lissabon ten aanzien van de kennismaatschappij en de duurzaamheid van overheidsfinanciën, die door de stijgende kosten van de gezondheidszorg en de sociale zekerheid onder druk staan. |
Motivering | |
Gezondheid draagt bij aan de productiviteit en werkgelegenheid en daarmee aan de economische groei. Investeringen in preventie komen niet alleen de volksgezondheid ten goede, maar ook de economie. De diverse categorieën (negatieve en positieve) gezondheidsindicatoren helpen bij het meten van het gezondheidsniveau van de bevolking. Volgens de conclusies van het proces van Lissabon zal "een grote uitdaging gevormd worden door het verminderen van de aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten ten aanzien van de levensverwachting, de incidentie van ernstige ziekten en de gezondheidscapaciteit. Modernisering van de gezondheidszorg (…) kan een belangrijke bijdrage leveren aan de instandhouding van het aanbod van arbeidskrachten". | |
Amendement 21 Overweging 3 quater (nieuw) | |
|
(3 quater) De uitbreiding van de Europese Unie heeft extra punten van zorg met zich meegebracht op het gebied van de ongelijkheden in de volksgezondheid in de EU, die door toekomstige uitbreidingen waarschijnlijk nog groter zullen worden. Deze kwestie moet derhalve een van de prioriteiten van het programma zijn. |
Motivering | |
De uitbreiding heeft de ongelijkheden in de gezondheidszorg verscherpt. Er zijn momenteel zowel tussen als binnen de lidstaten grote verschillen in termen van de gemiddelde levensverwachting van de burgers, hun gezondheidstoestand en hun toegang tot zorg. Deze ongelijkheden leiden op hun beurt tot ongelijkheden in de groei; daarom is het essentieel dat het programma maatregelen neemt om deze terug te dringen. | |
Amendement 22 Overweging 3 quinquies (nieuw) | |
|
(3 quinquies) Het programma moet bijdragen aan het achterhalen van de oorzaken van ongelijkheden op gezondheidsgebied en onder andere de uitwisseling van "best practices" voor de aanpak daarvan aanmoedigen. |
Motivering | |
Het programma moet o.a. de nadruk leggen op maatregelen die bijdragen tot het verminderen van de ongelijkheden. | |
Amendement 23 Overweging 3 sexies (nieuw) | |
|
(3 sexies) Voor het effectief volgen van het gezondheidspeil in de Europese Unie is het van essentieel belang dat er stelselmatig vergelijkbare gegevens worden verzameld, verwerkt en geanalyseerd. Dit stelt de Commissie en de lidstaten in staat de informatie aan het publiek te verbeteren en passende strategieën, beleidsmaatregelen en acties ten behoeve van een hoog beschermingsniveau van de menselijke gezondheid te formuleren. In de diverse acties en ondersteuningsmaatregelen moet worden gestreefd naar compatibiliteit en interoperabiliteit van de systemen en netwerken voor de uitwisseling van informatie en gegevens over de ontwikkeling van de volksgezondheid. Geslacht, leeftijd en etnische afkomst zijn belangrijke gezondheidsoverwegingen. Daarom moeten alle relevante gegevens dienovereenkomstig worden geanalyseerd. |
Motivering | |
Als niet systematisch op communautair niveau gegevens worden verzameld, verwerkt en geanalyseerd, kan het gezondheidspeil niet effectief worden gevolgd. Het is derhalve essentieel dat er gebruik kan worden gemaakt van objectieve, betrouwbare, compatibele, vergelijkbare en uitwisselbare informatie op communautair niveau. Het is eveneens belangrijk dat de systemen en netwerken in de gezondheidszorg compatibel en interoperabel zijn. | |
Amendement 24 Overweging 3 septies | |
|
(3 septies) Bij het verzamelen van gegevens moeten de desbetreffende wettelijke bepalingen met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens in acht worden genomen. |
Amendement 25 Overweging 3 octies (nieuw) | |
|
(3 octies) "Best practices" vormen de beste keuze, omdat de bevordering, preventie en behandeling van ziekten en letsel in termen van hun efficiëntie en effectiviteit moeten worden gemeten en niet louter in economische termen. Het is derhalve van essentieel belang richtsnoeren en indicatoren vast te stellen en een uitwisseling van "best practices" te organiseren. |
Motivering | |
De ontwikkeling van "best practices" en richtsnoeren is de beste keuze voor preventiemaatregelen op het gebied van de gezondheid en de behandeling van ziekten en letsel en is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. | |
Amendement 26 Overweging 3 nonies (nieuw) | |
|
(3 nonies) Het is belangrijk "best practices"en de nieuwste behandelwijzen op het gebied van ziekten en letsel te stimuleren teneinde de verdere verslechtering van de gezondheid te voorkomen, en voor specifieke aandoeningen referentiecentra te ontwikkelen. Het is tevens belangrijk goed doordachte alternatieven te stimuleren die om sociale, ethische of andere persoonlijke redenen mogelijk de voorkeur verdienen. |
Motivering | |
Het is belangrijk rekening te houden met het feit dat de medische zorg inmiddels zo goed is dat iemand omwille van sociale, religieuze of andere persoonlijke voorkeuren een andere behandelwijze kan kiezen, ook al is die objectief gezien niet zo goed als de eerste behandelwijze. Iemand die in een terminale fase van kanker verkeert, kan er bijvoorbeeld de voorkeur aan geven zijn laatste dagen bij zijn familie door te brengen in plaats van zijn leven te rekken. Iemand kan bijvoorbeeld op basis van zijn godsdienst een bloedtransfusie weigeren. | |
Amendement 27 Overweging 3 decies (nieuw) | |
|
(3 decies) Er moeten maatregelen ter voorkoming van letsel worden genomen door gegevens te verzamelen, letseldeterminanten te bepalen en relevante informatie te verspreiden. |
Amendement 28 Overweging 3 undecies (nieuw) | |
|
(3 undecies) Het programma moet bijdragen aan het verzamelen van gegevens en de bevordering van relevante beleidslijnen met betrekking tot de mobiliteit van patiënten, evenals tot de mobiliteit van gezondheidswerkers. Het moet de verdere ontwikkeling van de Europese e-gezondheidsruimte en met name de Europese ziektekostenverzekeringskaart vergemakkelijken, met name via gezamenlijke Europese initiatieven met andere EU-beleidsgebieden, waarbij tevens wordt voorzien in strenge kwaliteitscriteria voor websites over gezondheid. |
Motivering | |
De mobiliteit van patiënten en gezondheidswerkers vormt een fundamentele uitdaging binnen de gezondheidszorg in de Unie. Volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen wordt het recht van patiënten op vergoeding van in een andere lidstaat gemaakte medische kosten erkend. Daarbij wordt echter onderscheid gemaakt tussen intramurale en extramurale zorg. Ook worden met het oog op het financiële evenwicht en de maatschappelijke zekerheid bepaalde voorwaarden aan de uitoefening van dit recht verbonden teneinde een blijvend hoog beschermingsniveau van de gezondheid te kunnen waarborgen. Tegen deze achtergrond is communautair optreden noodzakelijk om de problemen rond de mobiliteit van patiënten, de bevordering van de "e-gezondheid"-initiatieven en met name de verdere ontwikkeling van de "Europese ziektekostenverzekeringskaart" aan te pakken. | |
Internet kan een aanzienlijke toegevoegde waarde hebben, omdat het een platform voor aanvullende informatie en diensten in verband met gezondheid biedt. Het programma moet echter voorzien in de nodige maatregelen tot vaststelling van kwaliteitscriteria voor websites met informatie en diensten in verband met gezondheid. Zo wordt gewaarborgd dat de informatie in de Europese e-gezondheidsruimte betrouwbaar en veilig is. | |
Amendement 29 Overweging 3 duodecies (nieuw) | |
|
(13 duodecies) De bevordering van telegeneeskundige toepassingen kan aan de mobiliteit van patiënten en aan de medische thuiszorg bijdragen, waardoor de druk op de eerstelijnszorg en de belasting die door ziekten en letsel wordt veroorzaakt, worden verlicht. |
Motivering | |
Telegeneeskundige toepassingen verhogen de mobiliteit van patiënten, waardoor zij sneller en gerichter toegang tot gezondheidsdiensten hebben. Tegelijkertijd dragen deze bij aan het verminderen van het effect van ziekten en letsel en het rationaliseren van de uitgaven in de gezondheidssector. | |
Amendement 30 Overweging 3 terdecies (nieuw) | |
|
(3 terdecies) Milieuverontreiniging vormt een ernstig risico voor de gezondheid en is een grote bron van zorg voor de Europese burgers. Er moeten specifieke acties worden gericht op kinderen en andere groepen die bijzonder kwetsbaar zijn voor risicovolle milieuomstandigheden. Het programma moet een aanvulling zijn op de acties in het kader van het Actieplan voor milieu en gezondheid 2004-2010. |
Amendement 31 Overweging 3 quaterdecies (nieuw) | |
|
(3 quaterdecies) In het programma moeten ook gendergerelateerde ziekten (zoals borst- en prostaatkanker, botontkalking, enz.) aan de orde komen. |
Motivering | |
Veel vaak voorkomende ziekten zijn genderspecifiek; daarom moeten deze de nodige aandacht krijgen. | |
Amendement 32 Overweging 3 quindecies (nieuw) | |
|
(3 quindecies) Het programma moet bijdragen aan het wegwerken van gender- en leeftijdsvooroordelen bij de klinische behandeling van patiënten, in de systemen voor gezondheidszorg, in het onderzoek en in het overheidsbeleid. |
Motivering | |
Een van de gemeenschappelijke doelstellingen van het programma moet gericht zijn op het terugdringen van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in de gezondheidszorg. | |
Amendement 33 Overweging 3 sexdecies (nieuw) | |
|
(3 sexdecies) De gezondheidsfactoren die tot de dalende geboortecijfers in Europa bijdragen, moeten eveneens op adequate wijze worden aangepakt. |
Motivering | |
De leeftijdsgerelateerde daling van de vruchtbaarheid én een gebrek aan toegang tot gepaste interventie voor die mensen die daar baat bij zouden hebben, zal het effect op de bevolkingen in Europa waarschijnlijk verergeren en verder bijdragen tot de bijbehorende problemen van de veranderende demografie van Europa. De Gemeenschap moet zich inzetten voor het aanbevelen en ondersteunen van eerlijke en billijke toegang tot gepaste diensten in heel Europa, als onderdeel van een inspanning om de trend van de dalende geboortecijfers te keren en deze nakende bevolkingscrisis af te wenden. | |
Amendement 34 Overweging 3 septdecies (nieuw) | |
|
(3 septdecies) Het voorzorgsbeginsel en de risicobeoordeling zijn sleutelfactoren bij de bescherming van de menselijke gezondheid en moeten derhalve bij een verdere integratie in andere communautaire beleidslijnen en activiteiten worden meegenomen. |
Amendement 35 Overweging octodecies (nieuw) | |
|
(3 octodecies) Om bij de uitvoering van het programma voor een hoge mate van coördinatie tussen de acties en initiatieven van de Gemeenschap en de lidstaten te zorgen, moet de samenwerking tussen de lidstaten worden bevorderd en moet de effectiviteit van de bestaande en toekomstige netwerken op het gebied van de volksgezondheid worden vergroot. |
Motivering | |
Coördinatie en samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten is absoluut onmisbaar voor een effectieve uitvoering van het programma. | |
Amendement 36 Overweging novodecies (nieuw) | |
|
(3 novodecies) Bij de uitvoering van het programma moet rekening worden gehouden met de betrokkenheid van de nationale, regionale en lokale instanties op het passende niveau overeenkomstig de nationale stelsels. |
Amendement 37 Overweging 4 | |
(4) Het gezondheidsbeleid en het consumentenbeleid hebben zowel gemeenschappelijke doelstellingen (burgers beschermen tegen risico's, hen beter in staat stellen beslissingen te nemen en gezondheids- en consumentenbelangen in alle communautaire beleidsgebieden integreren) als gemeenschappelijke instrumenten (zoals communicatie, capaciteitsopbouw voor maatschappelijke organisaties en de bevordering van internationale samenwerking met betrekking tot gezondheids- en consumentenkwesties). Eetgewoonten, zwaarlijvigheid, roken en andere consumptiegerelateerde keuzes die de gezondheid beïnvloeden, zijn voorbeelden van transversale kwesties die zowel met gezondheid als consumentenbescherming te maken hebben. Door een gezamenlijke aanpak van deze gemeenschappelijke doelstellingen en instrumenten kunnen activiteiten die zowel op gezondheid als consumentenbescherming betrekking hebben, efficiënter en effectiever worden uitgevoerd. Op elk van beide gebieden zijn er ook afzonderlijke doelstellingen, die moeten worden verwezenlijkt met acties en instrumenten die specifiek zijn voor gezondheid of consumentenbescherming. |
schrappen |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. | |
Amendement 38 Overweging 5 | |
(5) Coördinatie met andere communautaire beleidsgebieden en programma's vormt een essentieel onderdeel van de gemeenschappelijke doelstelling om het gezondheids- en consumentenbeleid in andere beleidsgebieden te integreren. Om synergieën te bevorderen en dubbel werk te voorkomen, zal in voorkomend geval gebruik worden gemaakt van andere communautaire middelen en programma's, zoals de communautaire kaderprogramma's voor onderzoek en de resultaten daarvan, de Structuurfondsen, en het communautair statistisch programma. |
(5) Coördinatie met andere communautaire beleidsgebieden en programma's vormt een essentieel onderdeel van de doelstelling om het gezondheidsbeleid in andere beleidsgebieden te integreren. Om synergieën te bevorderen en dubbel werk te voorkomen, moeten samen met gerelateerde communautaire programma's en acties maatregelen worden genomen en zal in voorkomend geval gebruik worden gemaakt van andere communautaire middelen en programma's, zoals de communautaire kaderprogramma's voor onderzoek en de resultaten daarvan, de Structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, het Europees Solidariteitsfonds en het communautair statistisch programma. Verder moet ervoor worden gezorgd dat het gezondheidsaspect in al deze fondsen en programma's wordt opgenomen. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. De geschrapte onderdelen worden in het verslag over het programma voor consumentenbescherming behandeld. Het is cruciaal te streven naar synergie tussen de acties in het kader van dit programma en andere communautaire programma's, acties en fondsen. | |
Amendement 39 Overweging 5 bis (nieuw) | |
|
(5 bis) De EU moet meer investeren in gezondheid en daaraan gerelateerde projecten. Hiertoe moeten de lidstaten in hun nationale programma’s aangeven op welke gebieden hun gezondheidszorg verbetering behoeft. Men moet zich beter bewust worden van de mogelijkheden van EU-financiering voor de gezondheidszorg. De uitwisseling van ervaringen met de financiering van de gezondheidszorg via de structuurfondsen tussen de lidstaten moet worden aangemoedigd. |
Motivering | |
Om de gezondheidszorg via de structuurfondsen te kunnen financieren moet deze als prioriteit in de nationale programma's van de lidstaten worden aangeduid. De bevolking moet meer hierop worden gewezen, want er is niet voldoende informatie over deze mogelijkheid. | |
Amendement 40 Overweging 6 | |
(6) Het is van algemeen Europees belang dat de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de burger, alsook de belangen van de consument bij de ontwikkeling van normen voor producten en diensten, op communautair niveau worden behartigd. De hoofddoelstellingen van het programma kunnen ook afhangen van het bestaan van gespecialiseerde netwerken die voor hun ontwikkeling en functioneren ook bijdragen van de Gemeenschap nodig hebben. Gezien de specifieke aard van de organisaties in kwestie en in gevallen van uitzonderlijk nut kan bij de verlening van communautaire steun voor het functioneren van deze organisaties worden afgeweken van het beginsel van geleidelijke degressie van het bedrag van de communautaire steun. |
(6) Niet-gouvernementele organisaties en gespecialiseerde netwerken spelen ook een belangrijke rol bij de bevordering van de volksgezondheid en het opkomen voor de belangen van de burgers met betrekking tot het gezondheidsbeleid in de Gemeenschap. Zij hebben voor hun ontwikkeling en functioneren bijdragen van de Gemeenschap nodig. In dit besluit moeten de toekenningscriteria worden vastgelegd, alsmede de eis tot financiële transparantie van niet-gouvernementele organisaties en gespecialiseerde netwerken die voor Gemeenschapssteun in aanmerking komen. Gezien de specifieke aard van de organisaties in kwestie en in gevallen van uitzonderlijk nut kan bij de verlening van communautaire steun voor het functioneren van deze organisaties worden afgeweken van het beginsel van geleidelijke degressie van het bedrag van de communautaire steun. |
Motivering | |
NGO's en gespecialiseerde netwerken spelen een belangrijke rol bij de bevordering van de volksgezondheid en moeten daarom in het programma participeren. | |
Amendement 41 Overweging 7 | |
(7) Bij de uitvoering van het programma moet worden voortgebouwd op de bestaande acties en structurele regelingen op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, waaronder het bij Besluit 2004/858/EG van de Commissie opgerichte Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma. Bij de uitvoering moet ook nauw worden samengewerkt met desbetreffende organisaties en agentschappen, met name met het bij Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding. |
(7) Bij de uitvoering van het programma moet gebruik worden gemaakt van het bij Besluit 2004/858/EG van de Commissie opgerichte Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma. Daarbij moet ook nauw worden samengewerkt met desbetreffende organisaties en agentschappen, met name met het bij Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Europees Centrum voor ziektepreventie en ‑bestrijding (ECDC). De Commissie moet het ECDC alle in het kader van het programma vergaarde informatie en gegevens ter beschikking stellen die voor de uitvoering van zijn taak relevant zijn. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. De geschrapte onderdelen worden in het verslag over het programma voor consumentenbescherming behandeld. Het is belangrijk dat de Commissie met het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding samenwerkt en overlegt. | |
Amendement 42 Overweging 9 | |
(9) De Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (hierna "de EER-Overeenkomst" genoemd) voorziet in samenwerking op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte (hierna "de EVA/EER-landen" genoemd) anderzijds. Ook andere landen moeten aan het programma kunnen deelnemen, met name de nabuurschapslanden, de landen die lidmaatschap aanvragen, de kandidaat-lidstaten en de toetredingslanden, met name rekening houdend met de mogelijke gevolgen in de Gemeenschap van gezondheidsrisico's in andere landen. |
(9) De Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (hierna "de EER-Overeenkomst" genoemd) voorziet in samenwerking op het gebied van gezondheid tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte (hierna "de EVA/EER-landen" genoemd) anderzijds. Ook andere landen moeten aan het programma kunnen deelnemen, met name de nabuurschapslanden, de landen die lidmaatschap aanvragen, de kandidaat-lidstaten en de toetredingslanden, met name rekening houdend met de mogelijke gevolgen in de Gemeenschap van gezondheidsrisico's in andere landen. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. De geschrapte onderdelen worden in het verslag over het programma voor consumentenbescherming behandeld. | |
Amendement 43 Overweging 11 | |
(11) Bij de uitvoering van het programma moet worden samengewerkt met desbetreffende internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en gespecialiseerde VN-agentschappen zoals de Wereldgezondheidsorganisatie, de Raad van Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling in Europa, met het oog op een maximale effectiviteit en efficiëntie van de acties op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming op communautair en internationaal niveau, rekening houdend met de specifieke capaciteiten en taken van de verschillende organisaties. |
(11) Met het oog op een maximale effectiviteit en efficiëntie van de acties op het gebied van gezondheid op communautair en internationaal niveau moet worden samengewerkt met desbetreffende internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en gespecialiseerde VN-agentschappen zoals de Wereldgezondheidsorganisatie, de Raad van Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling in Europa. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. | |
Amendement 44 Overweging 12 | |
(12) Om de waarde en de impact van het programma te vergroten, moeten de genomen maatregelen regelmatig worden gemonitord en geëvalueerd, onder andere door onafhankelijke externe evaluaties. |
(12) De voortgang bij de realisatie van de gezondheidsdoelstellingen van dit programma moet worden gemeten en geëvalueerd om de waarde en de impact van het programma te vergroten. De genomen maatregelen moeten regelmatig worden gemonitord en geëvalueerd, onder andere door onafhankelijke externe evaluaties. |
Amendement 45 Overweging 13 | |
(13) Aangezien de doelstellingen van het overwogen optreden op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming door de transnationale aard van de desbetreffende kwesties niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve, aangezien communautaire maatregelen de gezondheid, veiligheid en economische belangen van de burgers efficiënter en effectiever kunnen beschermen dan enkel nationale maatregelen, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag maatregelen vaststellen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om de die doelstellingen te verwezenlijken. |
(13) Overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag genoemde subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel mag de Gemeenschap op gebieden die niet onder haar exclusieve bevoegdheid vallen, zoals de volksgezondheid, slechts optreden indien en voorzover de beoogde doelstellingen vanwege de omvang of de gevolgen beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt. De doelstellingen van dit programma kunnen vanwege de complexiteit, het transnationale karakter en de onvolledige beheersing door de lidstaten van de op de gezondheid van invloed zijnde factoren niet in voldoende mate door de lidstaten worden verwezenlijkt. Bijgevolg moeten de acties en maatregelen van de lidstaten door middel van dit programma worden ondersteund en gecoördineerd. Het programma kan voor de gezondheidsbevordering en de gezondheidsstelsels in de Gemeenschap een significante meerwaarde hebben, te weten door de ondersteuning van structuren en programma's die de capaciteiten van individuele personen, instellingen, verenigingen, organisaties en organen op het gebied van de gezondheidszorg ten goede komen. De uitwisseling van ervaringen en beste praktijken wordt hierdoor vergemakkelijkt en er wordt een basis verschaft voor een gemeenschappelijke analyse van de factoren die op de volksgezondheid van invloed zijn. Het programma kan eveneens een toegevoegde waarde bieden bij bedreigingen van de volksgezondheid van transnationale aard (bijvoorbeeld besmettelijke ziekten, milieu- of voedselverontreiniging) voorzover daarbij gemeenschappelijke strategieën en acties de aangewezen manier vormen om gezondheid en veiligheid te beschermen, de gezondheidsgerelateerde economische belangen van de burgers te bevorderen en de economische last voor de Europese burgers als patiënt te verlichten. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. Het gezondheidsprogramma moet ook rekening houden met zaken die verband houden met de rol van burgers als patiënt c.q. ontvanger van gezondheidszorg. De acties in het kader van het programma kunnen de samenwerking tussen de lidstaten inzake grensoverschrijdende zorg bevorderen. Zo wordt een effectieve en snelle behandeling verzekerd, wordt de gezondheid van patiënten bevorderd en wordt de complementariteit van de gezondheidszorg in grensgebieden verbeterd. | |
Amendement 46 Overweging 13 bis (nieuw) | |
|
(13 bis) In artikel 2 van het Verdrag wordt bepaald dat de bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen een taak van de Europese Gemeenschap is. In artikel 3, lid 2 van hetzelfde Verdrag wordt bepaald dat de Gemeenschap er bij alle communautaire activiteiten naar streeft de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen op te heffen en de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen. Een van deze activiteiten bestaat uit het nastreven van een hoog niveau van gezondheidsbescherming. In het kader van deze twee artikelen moeten alle doelstellingen en acties die onder het communautaire actieprogramma op het gebied van gezondheid vallen, een beter begrip en erkenning van de respectieve gezondheidsbehoeften en ‑benaderingen van mannen en vrouwen stimuleren. |
Motivering | |
Krachtens de bepalingen in artikel 2 en 3, lid 2 van het EG-Verdrag en de communautaire verplichtingen voor gendermainstreaming moet in het programma, dat tot een hoog niveau van gezondheidsbescherming moet bijdragen, uitdrukkelijk naar gender worden verwezen. Daarom moet de voorgestelde overweging op hetzelfde niveau worden ingevoerd als het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel van het EG-verdrag. | |
Amendement 47 Overweging 14 | |
(14) De Commissie moet zorgen voor een vlotte overgang tussen dit programma en de twee programma's die het vervangt, met name wat betreft de continuïteit van meerjarige maatregelen en structuren voor administratieve bijstand zoals het Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma. |
(14) De Commissie moet zorgen voor een vlotte overgang tussen dit programma en het eerste programma dat het vervangt, met name wat betreft het nakomen van de reeds gedane financieringsverplichtingen. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen | |
Amendement 48 Artikel 1 | |
Vaststelling van het programma |
Vaststelling van het tweede programma |
Voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 wordt een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (hierna "het programma" genoemd) vastgesteld. |
Voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 wordt het tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (hierna "het programma" genoemd) vastgesteld. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. De geschrapte onderdelen worden in het verslag over het programma voor consumentenbescherming behandeld. | |
Amendement 49 Artikel 2 | |
1. Het programma dient ter aanvulling en ondersteuning van het beleid van de lidstaten en draagt bij tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de burgers. |
Het programma dient ter aanvulling en ondersteuning van het beleid van de Gemeenschap en de lidstaten, heeft ten opzichte van dat beleid een toegevoegde waarde, en draagt bij tot de bescherming en bevordering van de gezondheid en veiligheid van de mens, de preventie van ziekten, aandoeningen en letsel bij de mens en de verbetering van de volksgezondheid. |
2. Het in lid 1 genoemde doel wordt nagestreefd aan de hand van enerzijds gemeenschappelijke doelstellingen en anderzijds specifieke doelstellingen op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming. |
|
a) Met de in bijlage 1 vermelde acties en instrumenten worden de volgende gemeenschappelijke doelstellingen op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming nagestreefd: |
|
– burgers beschermen tegen risico's en bedreigingen waarop individuele mensen geen vat hebben; |
|
– burgers beter in staat stellen over hun gezondheids- en consumentenbelangen te beslissen; |
|
– de doelstellingen van het gezondheids- en consumentenbeleid mainstreamen. |
|
b) Met de in bijlage 2 vermelde acties en instrumenten worden de volgende specifieke doelstellingen op gezondheidsgebied nagestreefd: |
Met de in de bijlage vermelde acties en instrumenten worden de volgende doelstellingen nagestreefd: |
– de burgers beschermen tegen bedreigingen voor de gezondheid; |
- de burgers beschermen tegen gezondheidsbedreigingen; |
- beleid bevorderen dat tot een gezondere levenswijze leidt; |
- beleid bevorderen dat tot een gezondere levenswijze leidt; |
– bijdragen tot de vermindering van de incidentie van de voornaamste ziekten; |
– bijdragen tot de vermindering van de incidentie, morbiditeit en sterfte van de voornaamste ziekten en vormen van letsel; |
– de efficiëntie en effectiviteit van de gezondheidsstelsels verbeteren. |
- de efficiëntie en effectiviteit van de gezondheidsstelsels verbeteren, en |
|
- de informatie en de kennis voor de ontwikkeling van de volksgezondheid verbeteren en de mainstreaming van gezondheidsdoelstellingen bevorderen. |
c) Met de in bijlage 3 vermelde acties en instrumenten worden de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van consumentenbescherming nagestreefd: – een beter begrip van consumenten en markten; – een betere regelgeving inzake consumentenbescherming; – een betere handhaving van de regelgeving, een betere monitoring en betere verhaalsmiddelen; – beter geïnformeerde, beter onderlegde en verantwoordelijke consumenten. |
|
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. Dientengevolge moeten de doelstellingen en doelen van het programma zodanig worden gewijzigd dat ze corresponderen met artikel 152 van het EG-Verdrag. De acties die met deze doelstellingen overeenkomen, worden in de bijlage weergegeven. Dit is een essentiële aanvulling, die de definitie van de doelstellingen en doelen van het programma duidelijk maakt. Een belangrijke aanvulling is de vermindering van de sterfte en morbiditeit door ernstige ziekten en letsel. | |
Amendement 50 Artikel 2, lid 2 bis (nieuw) | |
|
2 bis. Het programma moet tevens bijdragen aan: |
|
a) het waarborgen van een hoog beschermingsniveau voor de menselijke gezondheid bij de vaststelling en uitvoering van alle communautaire beleidslijnen en activiteiten door een holistische benadering van de gezondheid te bevorderen; |
|
b) het aanpakken van alle soorten ongelijkheden op gezondheidsgebied tussen en in de lidstaten, zodat alle EU-burgers toegang hebben tot gezondheidszorg van een vergelijkbaar niveau, ongeacht hun geslacht, leeftijd, etnische afkomst, scholing of woonplaats; |
|
c) het bevorderen van de samenwerking tussen lidstaten op de door artikel 152 van het Verdrag bestreken gebieden, en de burgers meer macht geven door de mobiliteit van patiënten te vergemakkelijken en de transparantie tussen de gezondheidsstelsels van de diverse landen te vergroten. |
Amendement 51 Artikel 3, lid 1, inleidende formule | |
1. Voor de uitvoering van de acties ter verwezenlijking van het algemene doel en de specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 2 mag gebruik worden gemaakt van alle passende en beschikbare wijzen van uitvoering, waaronder met name: |
1. Voor de uitvoering van de acties ter verwezenlijking van het algemene doel en de specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 2 mag gebruik worden gemaakt van alle passende wijzen van uitvoering en financiering die volgens de beheersprocedure in artikel 6, lid 2 worden vastgesteld, waaronder met name: |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. De wijze van uitvoering van het programma en de regels voor de financiering zullen door het beheerscomité van het programma worden vastgesteld. | |
Amendement 52 Artikel 3, lid 2, letter a) | |
a) 60% voor acties die een doelstelling helpen verwezenlijken die deel uitmaakt van het communautaire beleid op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 80% bedraagt; en |
a) 60% voor acties die een doelstelling helpen verwezenlijken die deel uitmaakt van het communautaire beleid op het gebied van gezondheid, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 80% bedraagt; en |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. | |
Amendement 53 Artikel 3, lid 2, letter b) | |
b) 60% van de functioneringskosten van organisaties die een doel van algemeen Europees nut nastreven, voorzover deze steun noodzakelijk is om gezondheids- of consumentenbelangen op Europees niveau te behartigen of centrale doelstellingen van het programma te verwezenlijken, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de gemeenschap maximaal 95% bedraagt. Bij de verlenging van deze financiële bijdragen mag worden afgeweken van het degressiebeginsel. |
b) 75% van de functioneringskosten van organisaties of gespecialiseerde netwerken die niet-gouvernementeel zijn, geen winstoogmerk hebben, onafhankelijk van industriële, commerciële, zakelijke of andere strijdige belangen zijn, die in ten minste de helft van de lidstaten leden hebben en waarbij de voornaamste doelstelling van dergelijke NGO's of gespecialiseerde netwerken bestaat uit de bevordering van de gezondheid of de preventie of behandeling van ziekten in de Europese Gemeenschap, voorzover deze steun noodzakelijk is om belangen op Europees niveau te behartigen of centrale doelstellingen van het programma te verwezenlijken. Aanvragers moeten de Commissie volledige en actuele informatie over hun lidmaatschap, interne regels en financieringsbronnen overleggen. In gevallen van uitzonderlijk nut bedraagt de bijdrage van de gemeenschap maximaal 95%. De criteria aan de hand waarvan wordt beoordeeld of sprake is van uitzonderlijk nut, zullen op voorhand in het in artikel 7, lid 1, letter a) vermelde jaarlijkse werkprogramma worden vermeld en worden gepubliceerd. Bij de verlenging van deze financiële bijdragen aan NGO's en gespecialiseerde netwerken mag worden afgeweken van het degressiebeginsel. |
|
De Commissie kan als algemene regel kiezen voor een basisfinanciering van twee jaar via een netwerk-partnerschapsovereenkomst. Overeenkomstig artikel 163 van de uitvoeringsvoorschriften voor het Financieel Reglement vormt zo'n partnerschap een samenwerkingsrelatie op lange termijn tussen de begunstigde en de Commissie, voor een periode van maximaal twee jaar. |
Motivering | |
De participatie van de civiele samenleving is van levensbelang voor de formulering en uitvoering van het Europese volksgezondheidsbeleid. De EU verschaft de basisfinanciering voor een adequate bescherming van gezondheidsgerelateerde belangen op communautair niveau. De specifieke vermelding van NGO's, die bij de bevordering van de volksgezondheid een belangrijke rol spelen en in het programma kunnen participeren, zal meer rechtszekerheid geven met betrekking tot de financiering van de te nemen maatregelen. Verder zouden van tevoren vastgestelde criteria aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of al dan niet sprake is van uitzonderlijk nut, ook meer rechtszekerheid voor de financiering moeten geven. | |
De toepassing van artikel 163 van de uitvoeringsvoorschriften voor het Financieel Reglement zal de betrokken gezondheidsorganisaties meer financiële zekerheid bieden en zowel voor de Commissie als voor de Europese gezondheidsorganisaties de administratieve last verlichten. Basisfinanciering wordt, in tegenstelling tot projectfinanciering, van nature verleend aan organisaties die langetermijndoelstellingen nastreven. Daarom is de mogelijkheid een samenwerking op lange termijn aan te gaan met name geschikt voor organisaties die om basisfinanciering verzoeken. | |
Amendement 54 Artikel 3, lid 3 | |
3. Voor de toepassing van lid 1, onder a), mag de financiële bijdrage van de Gemeenschap, indien dat gezien de aard van de nagestreefde doelstelling gepast is, gemeenschappelijke financiering door de Gemeenschap en een of meer lidstaten of door de Gemeenschap en de bevoegde autoriteiten van andere deelnemende landen omvatten. In dat geval bedraagt de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 50%, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 70% bedraagt. De bijdragen van de Gemeenschap kunnen worden toegekend aan overheidsinstanties of non-profitorganisaties die door de betrokken lidstaat of bevoegde autoriteit worden aangewezen en door de Commissie worden aanvaard. |
3. Voor de toepassing van lid 1, onder a), mag de financiële bijdrage van de Gemeenschap, indien dat gezien de aard van de nagestreefde doelstelling gepast is, gemeenschappelijke financiering door de Gemeenschap en een of meer lidstaten of door de Gemeenschap en de bevoegde autoriteiten van andere deelnemende landen omvatten. In dat geval bedraagt de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 50%, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 70% bedraagt. De bijdragen van de Gemeenschap kunnen worden toegekend aan overheidsinstanties of non-profitorganisaties die door de betrokken lidstaat of bevoegde autoriteit worden aangewezen en door de Commissie worden aanvaard. Deze bijdragen van de Gemeenschap moeten worden toegekend op basis van de criteria voor patiënten- en consumentenorganisaties zoals die door het Europees Geneesmiddelenagentschap zijn vastgesteld (september 2005). |
Motivering | |
Het is in het openbaar belang dat deze bijdragen van de Gemeenschap aan patiënten- en consumentenorganisaties zo snel mogelijk na de goedkeuring van het communautaire actieprogramma op het gebied van gezondheid (2007-2013) ter beschikking kunnen worden gesteld. Er bestaan reeds relevante criteria, die in september 2005 officieel zijn vastgesteld door het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMEA). Als zowel de Europese Commissie als het EMEA dezelfde criteria toepassen, is de consistentie op EU-niveau gegarandeerd. | |
Amendement 55 Artikel 4 | |
De Commissie zorgt overeenkomstig artikel 7 voor de uitvoering van het programma. |
1. De Commissie zorgt overeenkomstig de artikelen 6 en 7 en in nauwe samenwerking met de lidstaten voor de uitvoering van de in het programma bepaalde acties en maatregelen en voor een harmonieuze en evenwichtige ontwikkeling daarvan. |
Motivering | |
Samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten is een noodzakelijke voorwaarde voor een effectieve tenuitvoerlegging van het programma. | |
Amendement 56 Artikel 4, alinea 1 bis (nieuw) | |
|
1 bis. Als bijdrage aan de tenuitvoerlegging moet de Commissie zorgen voor de coördinatie en, indien nodig, de integratie van netwerken voor het monitoren van de volksgezondheid en voor snelle reacties op bedreigingen voor de gezondheid. |
Amendement 57 Artikel 4, alinea 1 ter (nieuw) | |
|
1 ter. De Commissie en de lidstaten nemen binnen hun eigen bevoegdheidsgebied passende maatregelen ten behoeve van een doelmatig functioneren van het programma en de ontwikkeling van mechanismen op Gemeenschaps- en lidstaatsniveau om de doelstellingen van het programma te realiseren. Zij zorgen ervoor dat over de door het programma ondersteunde acties voldoende informatie wordt gegeven en dat er een zo groot mogelijke participatie is in acties die via plaatselijke en regionale overheden en non-gouvernementele organisaties worden uitgevoerd. |
Motivering | |
Coördinatie en samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten is absoluut onmisbaar voor een effectieve tenuitvoerlegging van het programma. | |
Amendement 58 Artikel 4, alinea 1 quater (nieuw) | |
|
1 quater. De Commissie zorgt ervoor dat alle activiteiten in verband met de vastlegging, verwerking en verspreiding van gegevens overeenstemmen met de algemene benadering van de "open coördinatiemethode op het gebied van gezondheidszorg". |
Motivering | |
Er moet duidelijk worden gemaakt dat het vermijden van elkaar overlappende inspanningen uitgebreide aandacht verdient. Daarbij lijkt het echter bijzonder belangrijk orde te scheppen in de terminologie in verband met de vastlegging, verwerking en verspreiding van gegevens en deze semantisch gezien ondubbelzinnig te maken. | |
Amendement 59 Artikel 4, alinea 1 quinquies (nieuw) | |
|
1 quinquies. De Commissie streeft in nauwe samenwerking met de lidstaten naar vergelijkbaarheid van gegevens en informatie en naar compatibiliteit en interoperabiliteit van de systemen en netwerken voor uitwisseling van gegevens en informatie over gezondheid. |
Amendement 60 Artikel 4, alinea 1 sexies (nieuw) | |
|
1 sexies. De Commissie zorgt in nauwe samenwerking met de lidstaten voor de noodzakelijke samenwerking en communicatie met het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding ten behoeve van de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma. |
Motivering | |
Coördinatie en samenwerking tussen de Commissie, de lidstaten en het Europees centrum voor ziektepreventie en -bestrijding is absoluut noodzakelijk voor een effectieve tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma. | |
Amendement 61 Artikel 4, alinea 1 septies (nieuw) | |
|
1 septies. Bij de tenuitvoerlegging van het programma zorgt de Commissie samen met de lidstaten dat alle relevante wettelijke bepalingen met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens in acht worden genomen en dat waar nodig mechanismen worden ingevoerd ter waarborging van de geheimhouding en veiligheid van die gegevens. |
Motivering | |
De verzameling van relevante gegevens is een essentieel onderdeel van het programma. Ter waarborging van de legitimiteit en geloofwaardigheid van die gegevens moet daarbij aan alle relevante wettelijke bepalingen met betrekking tot gegevensbescherming worden voldaan. | |
Amendement 62 Artikel 4, alinea 1 octies (nieuw) | |
|
1 octies. De Commissie zorgt in nauwe samenwerking met de lidstaten voor de overgang tussen enerzijds de acties in het kader van het eerste, bij het in artikel 11 genoemde besluit vastgestelde programma waarvan de acties aan de prioriteiten van dit programma bijdragen, en anderzijds de op grond van het onderhavige programma uit te voeren acties. |
Amendement 63 Artikel 4 bis (nieuw) | |
|
Artikel 4 bis Gemeenschappelijke strategieën en acties |
|
1. Om te zorgen voor een hoog beschermingsniveau van de menselijke gezondheid bij de vaststelling en uitvoering van alle communautaire beleidslijnen en activiteiten, en om de mainstreaming van de gezondheid te bevorderen, kunnen de doelstellingen van het programma worden uitgevoerd in de vorm van gemeenschappelijke strategieën en gemeenschappelijke acties door koppelingen met relevante communautaire programma's, acties en fondsen te maken. |
|
2. De Commissie draagt zorg voor de koppeling tussen het programma en de andere communautaire maatregelen, acties en fondsen. Meer bepaald moet samenwerking met het zevende kaderprogramma voor onderzoek de impact van het gezondheidsprogramma vergroten. |
Motivering | |
Er moeten gemeenschappelijke strategieën en acties worden ontwikkeld door de communautaire synergie te bevorderen en de effecten van het programma op andere communautaire maatregelen, acties en fondsen te maximaliseren. | |
Amendement 64 Artikel 5, lid 1 | |
1. Voor de uitvoering van dit programma in de in artikel 1 bedoelde periode wordt 1 203 miljoen euro uitgetrokken. |
1. Voor de uitvoering van dit programma voor een periode van 7 jaar vanaf 1 januari 2007 wordt een indicatief bedrag van 1 500 miljoen euro uitgetrokken. |
Motivering | |
De begroting voor het programma moet worden opgeschroefd zodat ook nieuwe acties en maatregelen kunnen worden toegevoegd en zodat de geïntegreerde en doeltreffende tenuitvoerlegging daarvan wordt gewaarborgd. | |
Amendement 65 Artikel 5, lid 2 bis (nieuw) | |
|
2 bis. De Commissie ziet erop toe dat de financiële bepalingen voor de financiering van het programma in overeenstemming zijn met de bepalingen van het Financieel Reglement dat van toepassing is op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen. |
Motivering | |
Elke afwijking in de basistekst moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van het Financieel Reglement. | |
Amendement 66 Artikel 7, lid 1, letter a) | |
a) het jaarlijkse werkprogramma voor de uitvoering van het programma, waarin de prioriteiten en de uit te voeren acties, met inbegrip van de toewijzing van de middelen en de desbetreffende criteria, worden vermeld; |
a) het jaarlijkse werkprogramma voor de uitvoering van het programma, waarin de prioriteiten en de uit te voeren acties, met inbegrip van de toewijzing van de middelen, worden vermeld; |
Motivering | |
Dit amendement en de hiernavolgende amendementen moeten de bepalingen over de tenuitvoerlegging duidelijker en nauwkeuriger maken. | |
Amendement 67 Artikel 7, lid 1, letter a bis) (nieuw) | |
|
a bis) de regelingen, criteria, transparantiemaatregelen en procedures voor de selectie en financiering van de acties van het programma; |
Motivering | |
In procedurele zin geven deze zaken aanleiding tot het vaststellen van uitvoeringsmaatregelen door het beheerscomité. | |
Amendement 68 Artikel 7, lid 1, letter a ter) (nieuw) | |
|
a ter) de regelingen voor de coördinatie, doorgifte, uitwisseling en verspreiding van informatie en intellectuele eigendom en het bewaren van gegevens in verband met de in de bijlage genoemde acties en maatregelen; |
Motivering | |
In procedurele zin geven deze zaken aanleiding tot het vaststellen van uitvoeringsmaatregelen door het beheerscomité. | |
Amendement 69 Artikel 7, lid 2 | |
2. De Commissie stelt eventueel andere voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen vast. Deze worden aan het comité medegedeeld. |
2. De Commissie stelt eventueel andere voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen vast in overeenstemming met de in artikel 6, lid 3 genoemde adviesprocedure. |
Motivering | |
Biedt meer duidelijkheid. | |
Amendement 70 Artikel 9 | |
Gedurende de uitvoering van het programma worden betrekkingen met derde landen die niet aan het programma deelnemen en internationale organisaties aangemoedigd. |
Gedurende de uitvoering van het programma worden betrekkingen met derde landen die niet aan het programma deelnemen en internationale organisaties, met name de Wereldgezondheidsorganisatie, aangemoedigd. |
Motivering | |
De Wereldgezondheidsorganisatie moet hier uitdrukkelijk worden genoemd omdat dit de belangrijkste internationale organisatie op het gebied van de gezondheid is. | |
Amendement 71 Artikel 10, lid 2 | |
2. Op verzoek van de Commissie verstrekken de lidstaten informatie over de uitvoering en het effect van het programma. |
2. De Commissie verstrekt aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: |
|
a) drie jaar na de invoering van het programma een extern en onafhankelijk tussentijds evaluatieverslag over de verkregen resultaten en over de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de tenuitvoerlegging van het programma; dit verslag moet met name een beoordeling mogelijk maken van de impact van de maatregelen op alle landen; verder moet het verslag een samenvatting van de voornaamste conclusies en opmerkingen van de Commissie bevatten; |
|
b) uiterlijk vier jaar na de invoering van het programma een mededeling over de voortzetting van het programma; |
|
c) uiterlijk op 31 december 2015 een gedetailleerd, extern en onafhankelijk evaluatieverslag ex-post over de tenuitvoerlegging en de resultaten van het programma, dat na de afronding van de tenuitvoerlegging moet worden opgesteld. |
Motivering | |
Een onafhankelijke evaluatie van de resultaten van het programma wordt essentieel geacht. | |
Amendement 72 Artikel 10, lid 3 | |
3. De Commissie zorgt ervoor dat het programma drie jaar na het begin ervan en na afloop ervan wordt geëvalueerd. De Commissie deelt de conclusies van de evaluatie met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. |
schrappen |
Motivering | |
De inhoud van deze paragraaf wordt in het amendement op artikel 10, lid 2 duidelijker en nauwkeuriger weergegeven. | |
Amendement 73 Artikel 10, lid 3 bis (nieuw) | |
|
3 bis. De Commissie publiceert vanaf de invoering van het programma aan de hand van alle gegevens en indicatoren iedere twee jaar een verslag over het gezondheidspeil in de Europese Unie, met inbegrip van een kwalitatieve en kwantitatieve analyse. |
Motivering | |
Er moet een periodiek verslag over de gezondheid in de Unie worden gepubliceerd, dat is gebaseerd op gegevens en indicatoren die aan de uitvoering van de in het kader van het programma genomen maatregelen zijn ontleend. | |
Amendement 74 Artikel 11 | |
De Besluiten nr. 1786/2002/EG en nr. 20/2004/EG worden ingetrokken. |
Besluit nr. 1786/2002/EG wordt ingetrokken. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. De geschrapte onderdelen worden in het verslag over het programma voor consumentenbescherming behandeld. | |
Amendement 75 Artikel 12 | |
De Commissie stelt de nodige maatregelen vast om de overgang tussen de bij de Besluiten nr. 1786/2002/EG en nr. 20/2004/EG vastgestelde maatregelen en de in het kader van het programma uit te voeren maatregelen te regelen. |
De Commissie stelt de nodige maatregelen vast om de overgang tussen de bij Besluit nr. 1786/2002/EG vastgestelde maatregelen en de in het kader van het programma uit te voeren maatregelen te regelen. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters om het programma op te splitsen. De geschrapte onderdelen worden in het verslag over het programma voor consumentenbescherming behandeld. | |
Amendement 76 Bijlage I | |
|
schrappen |
Motivering | |
Alle onderdelen van het gezondheidsprogramma moeten in bijlage 2 worden opgenomen, zodat dit programma slechts één bijlage heeft. | |
Amendement 77 Bijlage 2, titel | |
BIJLAGE 2 - GEZONDHEID |
BIJLAGE |
Motivering | |
Omdat bijlage 1 gecombineerd wordt met bijlage 2 en bijlage 3 op het programma voor consumentenbescherming betrekking heeft, zal het volksgezondheidsprogramma slechts één bijlage hebben. | |
Amendement 78 Bijlage 2, doelstelling 1, punt 1 | |
1. BETERE SURVEILLANCE EN BEHEERSING VAN GEZONDHEIDSBEDREIGINGEN DOOR: |
1.1. BETERE SURVEILLANCE EN BEHEERSING VAN GEZONDHEIDSBEDREIGINGEN DOOR: |
|
(De nummering van de onderdelen moet dienovereenkomstig worden aangepast, d.w.z. 1.1.1., 1.1.2., enzovoort.) |
Motivering | |
Aanpassing van de nummering. | |
Amendement 79 Bijlage 2, doelstelling 1, punt 1, subpunt 1.1. | |
1.1. Verbetering van het vermogen om overdraagbare ziekten aan te pakken door ondersteuning van de verdere uitvoering van Beschikking nr. 2119/98/EG tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Gemeenschap; |
1.1. Verbetering van het vermogen om overdraagbare ziekten aan te pakken door ondersteuning van de verdere uitvoering van Beschikking nr. 2119/98/EG tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten, waarbij rekening wordt gehouden met de activiteiten van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding |
Motivering | |
Het is belangrijk dat de rol die reeds door het Europees Centrum voor ziektepreventie en ‑bestrijding wordt gespeeld, bij de tenuitvoerlegging van dit programma niet nog eens dunnetjes wordt overgedaan. | |
Amendement 80 Bijlage 2, doelstelling 1, punt 1, subpunt 1.3. | |
1.3. Uitwisseling van informatie over strategieën en ontwikkeling van gezamenlijke strategieën voor het opsporen van en het verkrijgen van betrouwbare informatie over fysische, chemische en biologische bedreigingen voor de gezondheid, waaronder opzettelijke verspreiding, en, waar nodig, ontwikkeling en gebruik van communautaire benaderingen en mechanismen; |
1.3. Uitwisseling van informatie over strategieën en ontwikkeling van gezamenlijke strategieën voor het opsporen van en het verkrijgen van betrouwbare informatie over fysische, chemische en biologische bedreigingen voor de gezondheid, waaronder opzettelijke verspreiding, en, waar nodig, ontwikkeling en gebruik van communautaire benaderingen en mechanismen, in samenwerking met het Europees Centrum voor ziektepreventie en ‑bestrijding |
Amendement 81 Bijlage 2, doelstelling 1, punt 1, subpunt 1.5 bis (nieuw) | |
|
1.5 bis. Monitoring van de resistentie van bacteriën tegen antibiotica en van ziekenhuisinfecties, en ontwikkeling van strategieën om deze te voorkomen en te behandelen |
Motivering | |
De toenemende resistentie tegen antibiotica en het toenemende aantal ziekenhuisinfecties is momenteel een bron van grote zorg. Daarom is het nodig gegevens te verzamelen, monitoring uit te oefenen en strategieën voor de behandeling daarvan te ontwikkelen. | |
Amendement 82 Bijlage 2, doelstelling 1, punt 1, subpunt 1.6 bis (nieuw) | |
|
1.6 bis. Ontwikkeling van maatregelen om ziekten en letsel bij sociaal geïsoleerde personen te voorkomen en om bij migranten het bewustzijn over gezondheidszaken te vergroten |
Amendement 83 Bijlage 2, doelstelling 1, punt 1, subpunt 1.6 ter (nieuw) | |
|
1.6 ter. Aanmoediging van de lidstaten om daadwerkelijk onafhankelijke raden voor geneesmiddelenonderzoek op te richten om toezicht te houden op het gebruik en de uitwerking van alle nieuwe geneesmiddelen op doktersvoorschrift vanaf de datum waarop zij werden goedgekeurd |
Motivering | |
Spreekt voor zichzelf. De noodzaak dat deze raden echt onafhankelijk zijn en niet onder invloed staan van farmaceutische bedrijven, moet worden benadrukt. | |
Amendement 84 Bijlage 2, doelstelling 1, punt 2 | |
2. REAGEREN OP GEZONDHEIDSBEDREIGINGEN DOOR: |
1.2. REAGEREN OP GEZONDHEIDSBEDREIGINGEN DOOR: |
|
(De nummering van de onderdelen moet dienovereenkomstig worden aangepast, d.w.z. 1.2.1., 1.2.2., enzovoort.) |
Motivering | |
Aanpassing van de nummering. |
Amendement 85
Bijlage 2, doelstelling 1, punt 2, subpunt 2.1
2.1. Vaststelling van risicobeheerprocedures voor noodsituaties op gezondheidsgebied en verbetering van het vermogen om op gecoördineerde wijze op dergelijke noodsituaties te reageren |
2.1. Vaststelling van risicobeheerprocedures voor noodsituaties op gezondheidsgebied, met inbegrip van procedures voor wederzijdse bijstand in geval van pandemieën, en verbetering van het vermogen om op gecoördineerde wijze op dergelijke noodsituaties te reageren |
Motivering
Grieppandemieën en de toenemende dreiging van andere ziekten zijn tekenend voor de kloof tussen de rijkere en de armere landen in de Unie. Sommige landen kunnen het hoofd bieden aan de uitdagingen die met de ziekte gepaard gaan, andere landen kunnen dat niet. Daarom wordt voorgesteld voor dergelijke gevallen in procedures en bijstand te voorzien.
Amendement 86 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3 | |
3. GEZONDHEIDSBEVORDERING DOOR HET AANPAKKEN VAN DETERMINANTEN |
2. GEZONDHEIDSBEVORDERING DOOR HET AANPAKKEN VAN DETERMINANTEN |
|
(De nummering van de onderdelen moet dienovereenkomstig worden aangepast, d.w.z. 2.1., 2.2., enzovoort.) |
Motivering | |
Aanpassing van de nummering. | |
Amendement 87 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3, subpunt 3.1. | |
3.1. Gezondheidsdeterminanten met betrekking tot verslaving, met name aan tabak, alcohol en drugs en andere verslavende stoffen
|
3.1. Gezondheidsdeterminanten met betrekking tot verslaving, met name aan tabak, alcohol, geneesmiddelen op doktersvoorschrift, illegale drugs en andere verslavende stoffen |
Motivering | |
Besluit nr. 1786/2002/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003- 2008) omvat drugspreventie onder de component gezondheidsdeterminanten van het programma voor volksgezondheid. Het is belangrijk om hier het probleem te onderkennen van drugsgerelateerde gezondheidsschade die wordt veroorzaakt door geneesmiddelen op doktersvoorschrift en wel door deze laatste als gezondheidsdeterminanten aan te wijzen. De gevolgen voor de verslaafden zijn vergelijkbaar met die van een heroïne- of alcoholverslaving. | |
Amendement 88 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3, subpunt 3.1 bis (nieuw) | |
|
3.1 bis. Werkwijzen die leiden tot een gezonder leven teneinde de gezondheid van kinderen te verbeteren |
Amendement 89 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3, subpunt 3.2. | |
3.2. Gezondheidsdeterminanten in verband met de levenswijze, met name voeding, lichaamsbeweging en seksuele en reproductieve gezondheid |
3.2. Gezondheidsdeterminanten in verband met de levenswijze, met name voeding, lichaamsbeweging en seksuele en reproductieve gezondheid en geestelijke gezondheid |
Motivering | |
Determinanten in verband met de levenswijze hebben een steeds grotere invloed op de geestelijke gezondheid, bijvoorbeeld stress op het werk en depressie. | |
Amendement 90 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3.2 bis (nieuw) | |
|
3.2 bis. Gezondheidsdeterminanten in verband met letsel |
Motivering | |
Het benoemen van de determinanten in verband met letsel kan tot een betere preventie en behandeling leiden. | |
Amendement 91 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3, subpunt 3.3. | |
3.3. Sociale en economische gezondheidsdeterminanten, met bijzondere nadruk op ongelijkheden met betrekking tot gezondheid en het effect van sociale en economische factoren op de gezondheid |
3.3. Sociale en economische gezondheidsdeterminanten, met bijzondere nadruk op ongelijkheden met betrekking tot gezondheid, het effect van sociale en economische factoren op de gezondheid en discriminatie van kwetsbare groepen |
Motivering | |
Het is essentieel maatregelen te nemen om in gezondheidsaangelegenheden de discriminatie van kwetsbare groepen te verminderen, zoals van personen met een handicap. | |
Amendement 92 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3, subpunt 3.3 bis (nieuw) | |
|
3.3 bis. Benoemen van de oorzaken van ongelijkheid op gezondheidsgebied, die gevolgen hebben voor preventie en optimale gezondheidszorg, met speciale aandacht voor de ongelijkheden op het gebied van de gezondheidszorg in de nieuwe lidstaten |
Motivering | |
Momenteel zijn er wat de gemiddelde levensverwachting van burgers, hun gezondheidspeil en hun toegang tot de zorg grote verschillen tussen en binnen de lidstaten. Dit is met name het geval voor de nieuwe lidstaten. Daarom is het essentieel dat het programma voorziet in maatregelen om deze te verminderen en de nieuwe lidstaten erbij te betrekken. | |
Amendement 93 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3, subpunt 3.4. | |
3.4. Milieu-gezondheidsdeterminanten, met bijzondere nadruk op het effect van milieufactoren op de gezondheid |
3.4. Milieu-gezondheidsdeterminanten, met bijzondere nadruk op het effect van milieufactoren op de gezondheid, met inbegrip van de luchtkwaliteit in gebouwen en de blootstelling aan giftige chemische stoffen, zoals kankerverwekkende, mutagene, reprotoxische en allergene stoffen |
Amendement 94 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3, subpunt 3.4. bis (nieuw) | |
|
3.4 bis. Analyse van de genetische determinanten en persoonlijke en biologische factoren van ernstige ziekten, en de ontwikkeling van preventiestrategieën, met inbegrip van genetische screening |
Motivering | |
Deze kwesties werden specifiek opgesomd in de wettekst van het huidige programma voor de volksgezondheid, maar ontbreken in de tekst van het nieuwe gezondheidsprogramma. | |
Amendement 95 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3, subpunt 3.5 bis (nieuw) | |
|
3.5 bis. Ontwikkeling van strategieën en uitwisseling van correcte werkwijzen teneinde waar mogelijk handicaps te voorkomen en de gezondheid van personen met een handicap te verbeteren |
Motivering | |
Het is essentieel maatregelen te nemen om strategieën te ontwikkelen en correcte werkwijzen uit te wisselen om waar mogelijk handicaps te voorkomen en de gezondheid van personen met een handicap te verbeteren. | |
Amendement 96 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3, subpunt 3.5 ter (nieuw) | |
|
3.5 ter. Steun voor de ontwikkeling van onderwijsmodules over voeding voor ouders en kinderen, met acties die ook bevolkingsgroepen bereiken die moeilijk toegang hebben tot onderwijs |
Motivering | |
Overgewicht en zwaarlijvigheid (als gevolg van verkeerde eetgewoonten) bij kinderen, die veel kans lopen daar ook in hun volwassen leven last van te hebben, is een toenemend probleem in Europa. Gerichte maatregelen, die ook doorwerken in bevolkingsgroepen die moeilijk toegang hebben tot onderwijs, moeten het probleem aanpakken. | |
Amendement 97 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3, subpunt 3.5 quater (nieuw) | |
|
3.5 quater. Steun voor strategieën voor gezondheidsbevordering in het bedrijfsleven |
Motivering | |
"Bouwstenen voor gezondheidsbevordering" moeten ter beschikking worden gesteld aan bedrijven, die ze kunnen gebruiken om gezondheidsonderwijs te verstrekken aan hun werknemers en om hun gezondheid te beschermen. | |
Amendement 98 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3, subpunt 3.5 quinquies (nieuw) | |
|
3.5 quinquies. Steun voor acties ter bevordering van de diagnose en therapie voor ouderen |
Motivering | |
De geriatrische geneeskunde moet steun krijgen in de EU-lidstaten. De diagnose en therapie van ouderen die aan zogeheten ouderdomsziekten lijden, vergen speciale aandacht en speciale methoden. | |
Amendement 99 Bijlage 2, doelstelling 2, punt 3, subpunt 3.5 sexies (nieuw) | |
|
3.5 sexies. Gender- en leeftijdsaspecten van gezondheid |
Motivering | |
De genderaspecten van gezondheid worden niet erkend, ondanks recente studies waarin de nadruk wordt gelegd op genderverschillen en ongelijkheden op het gebied van gezondheid bij zowel vrouwen als mannen. Veroudering wordt weliswaar in de inleiding van het voorstel vermeld, maar ontbreekt in de ontwerpwettekst. | |
Amendement 100 Bijlage 2, doelstelling 3 | |
Doelstelling 3: Bijdragen tot de vermindering van de incidentie van de voornaamste ziekten |
Doelstelling 3: Bijdragen tot de vermindering van de incidentie, de morbiditeit en het sterftecijfer van de voornaamste ziekten en vormen van letsel |
Motivering | |
Amendement omwille van de consistentie met het amendement op een gedeelte van artikel 2 in verband met de doelstellingen van het programma. | |
Amendement 101 Bijlage 2, doelstelling 3, punt 4 | |
4. ZIEKTE- EN LETSELPREVENTIE |
3. ZIEKTE- EN LETSELPREVENTIE |
|
(De nummering van de onderdelen moet dienovereenkomstig worden aangepast, d.w.z. 3.1., 3.2., enzovoort.) |
Motivering | |
Aanpassing van de nummering. | |
Amendement 102 Bijlage 2, doelstelling 3, inleidende formule | |
In coördinatie met de werkzaamheden met betrekking tot gezondheidsdeterminanten zal het programma steun verlenen voor: |
In coördinatie met de werkzaamheden met betrekking tot determinanten zal het programma steun verlenen voor: |
Motivering | |
Biedt meer duidelijkheid. | |
Amendement 103 Bijlage 2, doelstelling 3, punt 4, subpunt 4.1. | |
4.1. Ontwikkeling en uitvoering van acties met betrekking tot belangrijke ziekten die van bijzonder belang zijn in het licht van de algemene ziektedruk in de Gemeenschap en waarbij de Gemeenschap een belangrijke meerwaarde kan leveren als aanvulling op nationale maatregelen |
4.1. Ontwikkeling en uitvoering van acties met betrekking tot belangrijke ziekten die van bijzonder belang zijn in het licht van de algemene ziektedruk en van de belangrijkste oorzaken van verloren potentiële levensjaren en werkonbekwaamheid in de Gemeenschap en waarbij de Gemeenschap een belangrijke meerwaarde kan leveren als aanvulling op nationale maatregelen |
Motivering | |
De nadruk wordt op de ziekten zelf gelegd, maar ook op de oorzaken ervan. | |
Amendement 104 Bijlage 2, doelstelling 3, punt 4, subpunt 4.2. | |
4.2 Vaststelling en uitvoering van strategieën en maatregelen voor ziektepreventie, met name door de vaststelling van "best practices" en de opstelling van richtsnoeren en aanbevelingen, onder andere voor secundaire preventie, screening en vroegtijdige opsporing; |
4.2 Vaststelling en uitvoering van strategieën en maatregelen voor ziektepreventie en herstel, met name bij ernstige ziekten, door: - de nadruk te leggen op eerstelijnspreventie (om het ontstaan van ziekterisico's in de volgende generaties te voorkomen); - ontwikkeling van primaire preventie bij asymptomatische volwassenen, onder andere strategieën voor massale preventie en risicoziekten; - vaststelling van "best practices" en de opstelling van richtsnoeren en aanbevelingen (met extra nadruk op strategieën die de kloof tussen richtsnoeren, aanbevelingen en de praktijk moeten dichten), onder andere voor secundaire preventie, zoals screening en vroegtijdige opsporing; - risicobeoordelingsinstrumenten te stimuleren en te ontwikkelen; - genderverschillen en vergrijzing aan te pakken |
Motivering | |
Preventie moet globaal worden aangepakt, d.w.z. op jonge en oude leeftijd, bij de mannelijke en vrouwelijke bevolking die geen risico loopt, evenals bij de bevolking die al ooit ziek is geweest. Dit kan eenvoudig worden gedaan door eerstelijnszorgverleners en huisartsen toegang tot risicobeoordelingsinstrumenten te verschaffen. Een bijzondere nadruk op de bijscholing van de medische beroepsgroep is noodzakelijk. | |
Amendement 105 Bijlage 2, doelstelling 3, punt 4, subpunt 4.2, alinea 1 bis (nieuw) | |
|
Dienovereenkomstig zal de Commissie in de loop van dit kaderprogramma voorstellen indienen voor aanbevelingen van de Raad over de preventie, diagnose en beheersing van ernstige ziekten |
Motivering | |
De verspreiding van "best practices" in heel Europa voor ernstige ziekten zal ongetwijfeld een toegevoegde waarde voor de nationale gezondheidsstrategieën hebben. EU-acties zijn ook gerechtvaardigd op het gebied van doeltreffendheid en het aanpakken van ongelijkheden tussen de lidstaten door inconsistenties in het nationale beleid terug te dringen. De ziekten hebben reeds in verschillende mate de aandacht van de EU, maar er zit niet echt een systeem in. Daarom moet Europa nu bijdragen aan preventie, diagnose en beheersing op deze gebieden. | |
Amendement 106 Bijlage 2, doelstelling 3, punt 4, subpunt 4.2 bis (nieuw) | |
|
4.2 bis. Voorbereiding van strategieën en maatregelen inzake immunisatie en vaccinatie en aanbevelingen voor de uitvoering daarvan |
Amendement 107 Bijlage 2, doelstelling 3, punt 4, subpunt 4.3 bis (nieuw) | |
|
4.3 bis. Ontwikkeling van strategieën en maatregelen ter bestrijding en rechtzetting van de oorzaken van ongelijkheden op gezondheidsgebied |
Motivering | |
Spreekt voor zich aangezien het terugbrengen van ongelijkheden een van de prioriteiten van het programma is. | |
Amendement 108 Bijlage 2, doelstelling 3, punt 4, subpunt 4.3 ter (nieuw) | |
|
4.3 ter. Bevordering van "best practices" betreffende ziekten en letsel teneinde verdere verslechtering van de gezondheid te voorkomen |
Motivering | |
Spreekt voor zich aangezien het terugbrengen van ongelijkheden een van de prioriteiten van het programma is. |
Amendement 109
Bijlage 2, doelstelling 3, punt 4, subpunt 4.3 quater (nieuw)
|
4.3 quater. Stimulering van telegeneeskunde met het oog op de opbouw van een netwerk van gezondheidsdiensten, het vergemakkelijken van de mobiliteit van patiënten en de verlening van thuiszorg, voornamelijk voor ouderen, personen met een handicap of geïsoleerde personen |
Motivering
Telegeneeskundige toepassingen stimuleren de mobiliteit van patiënten, waardoor zij sneller en gerichter toegang tot gezondheidsdiensten hebben. Tegelijkertijd draagt de verlening van thuiszorg, ook door middel van telegeneeskunde, aan ouderen, personen met een handicap of geïsoleerde personen bij aan de vermindering van de gevolgen van een ziekte of letsel en worden de uitgaven in de gezondheidssector gerationaliseerd.
Amendement 110 Bijlage 2, doelstelling 3, punt 4, subpunt 4.4. | |
4.4. Vaststelling en uitvoering van strategieën en maatregelen voor letselpreventie |
4.4. Vaststelling en uitvoering van strategieën en maatregelen voor letselpreventie op basis van letseldeterminanten |
Motivering | |
Acties moeten gebaseerd zijn op de letseldeterminanten die aan de analyse van gegevens over letsel worden ontleend. | |
Amendement 111 Bijlage 2, doelstelling 3, punt 4, subpunt 4.4 bis (nieuw) | |
|
4.4 bis. Ontwikkeling van "best practices" en richtsnoeren met betrekking tot letsel op basis van een analyse van de verzamelde gegevens |
Motivering | |
Het ontwikkelen van "best practices" en richtsnoeren is de beste keuze voor preventiemaatregelen en voor de medische behandeling van letsel. |
Amendement 112
Bijlage 2, doelstelling 3, punt 4, subpunt 4.5 bis (nieuw)
|
4.5 bis. Benoemen van kennishiaten teneinde ernstige ziekten te bestrijden en te zorgen voor stimulansen voor onderzoek in de onderzoeksprogramma's van de EU |
Motivering
De EU moet ook de krachten bundelen om kennishiaten op te sporen en er moet een koppeling zijn met het KP7. Een proactiever onderzoeksbeleid en proactievere overheidsuitgaven kunnen de behandelingshiaten opvullen die nog steeds bestaan in soorten ziekten die voor de farmaceutische industrie commercieel niet interessant zijn.
Amendement 113 Bijlage 2, doelstelling 4, punt 5 | |
5. TOTSTANDBRENGING VAN SYNERGIEËN TUSSEN DE NATIONALE GEZONDHEIDSSTELSELS DOOR: |
4. TOTSTANDBRENGING VAN SYNERGIEËN TUSSEN DE NATIONALE GEZONDHEIDSSTELSELS DOOR: |
|
(De nummering van de onderdelen moet dienovereenkomstig worden aangepast, d.w.z. 4.1., 4.2., enzovoort.) |
Motivering | |
Aanpassing van de nummering. | |
Amendement 114 Bijlage 2, doelstelling 4, punt 5, subpunt 5.1. | |
5.1. Vergemakkelijking van de grensoverschrijdende inkoop en levering van gezondheidszorg, onder meer door het verzamelen en uitwisselen van informatie, met het oog op het delen van capaciteit en het gebruik van grensoverschrijdende gezondheidszorg |
5.1. Vergemakkelijking van de grensoverschrijdende inkoop en levering van gezondheidszorg, via samenwerking tussen de lidstaten ter verbetering van de complementariteit van hun gezondheidsvoorzieningen in de grensgebieden en van de mobiliteit van patiënten, onder meer door: - het verzamelen en uitwisselen van informatie, met het oog op het delen van capaciteit en het gebruik van grensoverschrijdende gezondheidszorg, met name bij zeldzame en uiterst zeldzame ziekten; - informatie over in het buitenland beschikbare gezondheidszorgverleners en diensten en over de regels voor de terugbetaling van ziektekosten; - informatie over behandelingen die niet beschikbaar zijn in de lidstaat van de patiënt, alsook over toegang tot behandelingen die, hoewel ze dringend zijn, niet onmiddellijk kunnen worden uitgevoerd in de lidstaat van de patiënt |
Amendement 115 Bijlage 2, doelstelling 4, punt 5, subpunt 5.2. | |
5.2. Uitwisseling van informatie over en beheer van de gevolgen van de mobiliteit van gezondheidswerkers |
5.2. Verzameling van gegevens en uitwisseling van informatie over en beheer van de gevolgen van de mobiliteit van gezondheidswerkers en bevordering van een beleid voor de mobiliteit van patiënten |
Amendement 116 Bijlage 2, doelstelling 4, punt 5, subpunt 5.3 | |
5.3. Instelling van een communautair systeem voor samenwerking inzake referentiecentra en andere samenwerkingsstructuren tussen de gezondheidsstelsels van verscheidene lidstaten |
5.3. Instelling van een communautair systeem voor samenwerking inzake referentiecentra en andere samenwerkingsstructuren tussen de gezondheidsstelsels van verscheidene lidstaten waardoor artsen en andere gezondheidswerkers een beroep kunnen doen op de "best practices" en de beste kennis op het gebied van preventie en behandeling binnen de EU |
Motivering | |
Door de oprichting van Europese referentiecentra voor elk belangrijk ziektegebied (bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, diabetes, longziekten, psychische stoornissen, enz.) kunnen kennis en "best practices" op het gebied van preventie en behandeling in de hele Unie worden verspreid. Deze centra kunnen ook bijdragen tot het informeren van burgers over ziekten, waardoor zij bewust worden gemaakt van de mogelijkheden van preventie. | |
Amendement 117 Bijlage 2, doelstelling 4, punt 5, subpunt 5.3. bis (nieuw) | |
|
5.3 bis. Het gebruik door de instellingen van de EU van gestandaardiseerde gegevens en gemeenschappelijke indicatoren om genderongelijkheden in de medische en gezondheidsdiensten in de EU te meten |
Motivering | |
Het verzamelen van kennis en het uitbouwen van gezondheidsstelsels die specifiek op de behoeften van de meest benadeelde en gediscrimineerde groepen gericht zijn, bevorderen de opmaak van gestandaardiseerde gegevens. Daarbij moet wel strikt de hand worden gehouden aan het subsidiariteitsbeginsel en moet rekening worden gehouden met de specifieke eigenschappen van de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten. | |
Amendement 118 Bijlage 2, doelstelling 4, punt 5, subpunt 5.5. | |
5.5. Verstrekking van informatie over gezondheidsstelsels en medische zorg aan patiënten, gezondheidswerkers en beleidsmakers, in samenwerking met algemene gezondheidsvoorlichtingsacties, met mechanismen voor gezamenlijke informatieverspreiding en -uitwisseling met het actieplan voor een Europese e-gezondheidsruimte |
5.5. Verstrekking van informatie over gezondheidsstelsels en medische zorg aan patiënten, gezondheidswerkers en beleidsmakers, in samenwerking met algemene gezondheidsvoorlichtingsacties, met mechanismen voor gezamenlijke informatieverspreiding en -uitwisseling met het actieplan voor een Europese e-gezondheidsruimte, alsmede de opstelling van strenge kwaliteitscriteria voor websites over gezondheid |
Motivering | |
Internet kan een belangrijke rol spelen bij het aanbieden van medische informatie. Overheidsfinanciering zou echter alleen moeten gaan naar e-gezondheidsinformatie die aan strenge kwaliteitscriteria onderworpen is. | |
Amendement 119 Bijlage 2, doelstelling 4, punt 5, subpunt 5.6. | |
5.6. Ontwikkeling van instrumenten voor de beoordeling van het effect van het communautaire beleid op de gezondheidsstelsels |
5.6. Ontwikkeling van instrumenten voor de beoordeling van het effect van het communautaire beleid op de gezondheidsstelsels, met inbegrip van de gevolgen van de uitbreiding en de Lissabon-strategie |
Motivering | |
De uitbreiding en de Lissabon-strategie zullen waarschijnlijk zeer ingrijpende gevolgen hebben voor de gezondheidsstelsels en moeten daarom specifiek worden vermeld. | |
Amendement 120 Bijlage 2, doelstelling 4, punt 5, subpunt 5.7. bis (nieuw) | |
|
5.7 bis. Bevordering van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van veilige organen en stoffen van menselijke oorsprong van hoge kwaliteit voor medische handelingen in de hele Gemeenschap |
Motivering | |
Alinea 6.4 van de oorspronkelijke bijlage 1 kan beter na doelstelling 4 worden opgenomen. | |
Amendement 121 Bijlage 2, doelstelling 5 (nieuw) | |
|
Doelstelling 5: Verbetering van de kennis en informatie over gezondheid met het oog op een betere volksgezondheid en de mainstreaming van doelstellingen op gezondheidsgebied |
Motivering | |
Een nieuwe doelstelling die uit de herformulering van artikel 2 voortvloeit. | |
Amendement 122 Bijlage 2, doelstelling 5, inleidende formule | |
Acties die tot alle bovengenoemde doelstellingen bijdragen: |
Acties en instrumenten die tot alle bovengenoemde doelstellingen bijdragen: |
Motivering | |
Biedt meer duidelijkheid en is in overeenstemming met de gewijzigde tekst van de bijlage. |
Amendement 123
Bijlage 2, doelstelling 5, subtitel 1 (nieuw) na inleidende formule
|
VERZAMELING VAN GEGEVENS, GEZONDHEIDSMONITORING EN INFORMATIE
|
Amendement 124 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 6 | |
6. VERBETERING VAN DE KENNIS EN INFORMATIE OVER GEZONDHEID MET HET OOG OP EEN BETERE VOLKSGEZONDHEID, DOOR: |
5.1. VERZAMELING VAN GEGEVENS, MONITORING VAN DE GEZONDHEID EN VERSPREIDING VAN INFORMATIE |
|
(De nummering van de onderdelen moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, d.w.z. 5.1.1., 5.1.2., 5.1.3., enzovoort.) |
Motivering | |
Aanpassing van de nummering. | |
Amendement 125 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 6, subpunt 6.1 bis (nieuw) | |
|
6.1 bis. Vergroten van het begrip van het gezondheidspeil van verscheidene groepen en hoe in de samenleving aan hun zorgbehoeften wordt tegemoetgekomen, door bijvoorbeeld statistieken te verzamelen, te verwerken en te analyseren, opgesplitst volgens sociale groep, etnische achtergrond en gender |
Motivering | |
Er is een beter begrip van de gezondheid van verscheidene groepen nodig om een degelijke basis te leggen voor maatregelen ter bevordering van meer gelijkheid op het gebied van gezondheid. | |
Amendement 126 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 6, subpunt 6.1 ter (nieuw) | |
|
6.1 ter. Verzameling en analyse van gegevens over aan de levensstijl gerelateerde factoren (bijv. voeding en tabaks- en alcoholconsumptie) en letsel, instelling van archieven in heel Europa voor belangrijke ziekten (zoals kanker), en ontwikkeling van methodieken en het onderhouden van gegevensbanken |
Amendement 127 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 6, subpunt 6.7. | |
6.7. Regelmatige verstrekking van betrouwbare informatie aan burgers, beleidsmakers, patiënten, zorgverstrekkers, gezondheidswerkers en andere betrokken partijen |
6.7. Regelmatige verstrekking van betrouwbare informatie aan burgers, ook in formaten die toegankelijk zijn voor personen met een handicap, en aan beleidsmakers, patiënten, zorgverstrekkers, gezondheidswerkers en andere betrokken partijen |
Motivering | |
Het is cruciaal dat de meest kwetsbare groepen, vaak ook de groepen die uitgesloten zijn van toegang tot mainstreaminformatie, gezondheidsinformatie krijgen zoals die binnen dit programma is uitgewerkt. | |
Amendement 128 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 6, subpunt 6.7. bis (nieuw) | |
|
6.7 bis. Verzameling en analyse van gegevens over handicaps, evenals de bestrijding en preventie ervan |
Motivering | |
Het is essentieel maatregelen te nemen die verband houden met de verzameling en analyse van gegevens over personen met een handicap. | |
Amendement 129 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 6, subpunt 6.8. bis (nieuw) | |
|
6.8 bis. Verzameling en analyse van gegevens over verminderde vruchtbaarheid |
Motivering | |
Momenteel kampt één op zes koppels met problemen met de vruchtbaarheid. Daarom is het de moeite de stand van zaken in kaart te brengen en de factoren op te sporen die een invloed hebben op de vruchtbaarheid, waarbij ook milieufactoren een rol kunnen spelen. | |
Amendement 130 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 6, subpunt 6.8. ter (nieuw) | |
|
6.8 ter. Verstrekken van geactualiseerde informatie over de prijs in de verschillende lidstaten van individuele farmaceutische producten, gebaseerd op de werkzame stof |
Motivering | |
De prijzen van vergelijkbare farmaceutische producten met dezelfde werkzame stof variëren enorm binnen de lidstaten. De EU-burgers moeten in staat zijn zichzelf te informeren over deze prijsverschillen als middel om de concurrentie in de farmaceutische sector op te voeren. | |
Amendement 131 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 5.2. (nieuw) | |
|
5.2. BETERE COMMUNICATIE MET DE EU-BURGERS OVER GEZONDHEIDSKWESTIES DOOR WAARDE AAN DE INITIATIEVEN VAN DE GEMEENSCHAP EN VAN DE LIDSTATEN TOE TE VOEGEN |
|
5.2.1. Bewustmakingscampagnes |
|
5.2.2. Enquêtes |
|
5.2.3. Conferenties, seminars en vergaderingen met deskundigen en belanghebbenden |
|
5.2.4. Publicaties over kwesties die van belang zijn voor het gezondheidsbeleid |
|
5.2.5. On-line-informatieverstrekking |
|
5.2.6. Ontwikkeling en gebruik van informatiepunten |
Motivering | |
Aanpassing van de nummering. Gewijzigde versie van punt 1 van de oorspronkelijke bijlage. De lidstaten zelf lenen zich het beste voor de rechtstreekse communicatie met de burgers in hun land. De Commissie kan hier een toegevoegde waarde bieden door de uitwisseling van “best practices” aan te moedigen en geslaagde initiatieven op het gebied van de volksgezondheid met elkaar te vergelijken. |
Amendement 132
Bijlage 2, doelstelling 5, subtitel 2 (nieuw) na punt 5.2 (nieuw)
|
SAMENWERKING EN INTEGRATIE |
Amendement 133 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 5.3. (nieuw) | |
|
5.3. EEN GROTERE DEELNAME VAN MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES EN BELANGHEBBENDEN AAN DE BELEIDSVORMING OP HET GEBIED VAN GEZONDHEID |
|
5.3.1. Bevordering en versterking van gezondheidsorganisaties op Europees niveau |
|
5.3.2. Scholing en capaciteitsopbouw voor gezondheidsorganisaties |
|
5.3.3. Opzetten van netwerken tussen niet-gouvernementele gezondheidsorganisaties en andere belanghebbenden |
|
5.3.4. Versterking van overlegorganen en mechanismen op communautair niveau |
|
5.3.5 Erkennen dat patiënten tevens rechten hebben als consumenten van gezondheidszorg |
Motivering | |
Aanpassing van de nummering. Gewijzigde versie van punt 2 van de oorspronkelijke bijlage 1. Patiënten in de EU zijn tegenwoordig gezonder en beter geïnformeerd dan ooit. De gezondheidszorg is veranderd en is professsioneler geworden en er zijn steeds meer spelers bij betrokken. De moderne patiënten hebben niet alleen bescherming nodig, maar moeten ook de mogelijkheid hebben gebruik te maken van de medische vorderingen en differentiëring in de gezondheidssector. Dat moet worden weerspiegeld in de wetgeving, vooral op het gebied van informatie en het recht op vrijheid van keuze in de gezondheidszorg. |
Amendement 134
Bijlage 2, doelstelling 5, punt 5.4 (nieuw)
|
5.4 ONTWIKKELING VAN EEN AANPAK VOOR DE INTEGRATIE VAN GEZONDHEIDSKWESTIES IN ANDERE COMMUNAUTAIRE BELEIDSGEBIEDEN |
|
5.4.1. Ontwikkeling en toepassing van methoden voor de beoordeling van het effect van het beleid en de activiteiten van de Gemeenschap op gezondheidsbelangen
5.4.2. Uitwisseling van "best practices" inzake nationaal beleid met de lidstaten
5.4.3. Studies naar het effect van andere beleidsgebieden op gezondheid
5.4.4. Ontwikkeling van gezamenlijke strategieën en acties door koppelingen en synergieën met relevante communautaire programma's, acties en fondsen tot stand te brengen |
Motivering
Vervangt amendement 86. Er moet een nauwe samenwerking zijn tussen gezondheidsacties en andere communautaire beleidslijnen.
Amendement 135
Bijlage 2, doelstelling 5, subtitel 3 (nieuw) na punt 5.5
|
RISICO'S, VEILIGHEID EN HORIZONTALE KWESTIES |
Amendement 136 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 5.5. (nieuw) | |
|
5.5. BEVORDERING VAN INTERNATIONALE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN GEZONDHEID |
|
5.5.1. Samenwerking met internationale organisaties |
|
5.5.2. Samenwerking met derde landen die niet aan het programma deelnemen |
|
5.5.3. Aanmoediging van overleg met gezondheidsorganisaties |
Motivering | |
Aanpassing van de nummering. Gewijzigde versie van punt 4 van de oorspronkelijke bijlage 1. | |
Amendement 137 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 5.6. (nieuw) | |
|
5.6. VERBETERING VAN DE VROEGTIJDIGE OPSPORING, DE BEOORDELING EN DE MELDING VAN RISICO'S DOOR: |
|
5.6.1. Steun voor wetenschappelijk advies en risicobeoordeling, waaronder de taken van de bij Besluit 2004/210/EG van de Commissie1 ingestelde onafhankelijke wetenschappelijke comités |
|
5.6.2. Verzameling en vergelijking van gegevens en opzetten van netwerken tussen deskundigen en instellingen |
|
5.6.3. Bevordering van de ontwikkeling en harmonisatie van methoden voor risicobeoordeling |
|
5.6.4. Acties ter verzameling en beoordeling van gegevens over de blootstelling van de bevolking en bevolkingsgroepen aan chemische, biologische en lichamelijke gezondheidsrisico's, met inbegrip van de gevolgen van deze risico's |
|
5.6.5. Vaststelling van mechanismen voor de vroegtijdige opsporing van nieuwe risico's en maatregelen tegen recentelijk ontdekte risico's |
|
5.6.6. Strategieën voor een betere communicatie over risico's |
|
5.6.7. Scholing in risicobeoordeling |
|
__________ 1 PB L 66 van 4.3.2004, blz. 45. |
Motivering | |
Aanpassing van de nummering. Gewijzigde versie van punt 5 van de oorspronkelijke bijlage 1. | |
Amendement 138 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 5.7. (nieuw) | |
|
5.7. BEVORDERING VAN DE VEILIGHEID VAN ORGANEN, STOFFEN VAN MENSELIJKE OORSPRONG, BLOED EN BLOEDDERIVATEN |
|
5.7.1. Activiteiten ter verbetering van de veiligheid en kwaliteit van organen en stoffen van menselijke oorsprong, waaronder bloed, bloedbestanddelen en voorlopercellen van bloed |
|
5.7.2 Ondersteunende strategieën en mechanismen ter bevordering van donortransplantatie in vivo en voor het aanpakken van het probleem van het organentekort, waarbij rekening wordt gehouden met ethische overwegingen |
|
5.7.3. Ontwikkelen en beheren van gemeenschappelijke platforms voor donoren en ontvangers om te komen tot een beste praktijk met betrekking tot organen en stoffen van menselijke oorsprong |
|
5.7.4. Een Europese orgaandonorkaart instellen |
Motivering | |
Eerste onderdeel oorspronkelijk in bijlage 1, punt 6.5. De twee nieuwe onderdelen zijn een aanvulling op het eerste. Verdere verbetering en ontwikkeling van maatregelen op het gebied van orgaantransplantaties. Het instellen van een orgaandonorkaart die in heel Europa geldig is, zal bijdragen aan de terbeschikkingstelling van waardevolle en veilige organen en stoffen van menselijke oorsprong ten behoeve van medische behandeling in heel Europa, alsmede aan het verschaffen van toegang tot deze organen en stoffen overal in de Gemeenschap. | |
Amendement 139 Bijlage 2, doelstelling 5, punt 5.8. (nieuw) | |
|
5.8. HORIZONTALE KWESTIES |
|
Technische bijstand ten behoeve van de analyse van problemen in verband met de ontwikkeling en uitvoering van beleid en wetgeving |
Motivering | |
Verdere verbetering en ontwikkeling van gemeenschappelijke acties ter bevordering van de communautaire synergie. | |
Amendement 140 Bijlage 3 | |
|
Deze bijlage schrappen |
Motivering | |
Dit amendement is in overeenstemming met het besluit van de Conferentie van Voorzitters om het programma te splitsen. Bijlage 3 is opgenomen in het verslag over het programma betreffende consumentenbescherming. |
- [1] PB C . . ./Nog niet in het PB gepubliceerd.
TOELICHTING
Inleiding
De volksgezondheid is van essentieel belang en de bescherming hiervan gaat iedereen zonder uitzondering aan. De opname van bescherming van de gezondheid in het Handvest van de grondrechten (artikel 11-35) legt deze algemeen gedeelde overtuiging formeel vast en roept tegelijkertijd een plicht in het leven om gezondheid als een van de hogere prioriteiten van de Europese Unie te behandelen.
De verdragen vergen in het bijzonder van de Gemeenschap dat zij op het gebied van de volksgezondheid een actieve rol speelt door maatregelen te nemen die niet door de lidstaten kunnen worden genomen. Artikel 152 van het Verdrag noemt drie doelstellingen voor communautair optreden: de verbetering van de volksgezondheid, de preventie van ziekten en aandoeningen in al hun vormen en het wegnemen van bronnen van gevaar. Het artikel voorziet voorts in de coördinatie en samenwerking tussen de Gemeenschap en de lidstaten ter ondersteuning van acties op het gebied van de volksgezondheid, hoewel de bevoegdheid en verantwoordelijkheid voor de gezondheidszorg (ziekenhuizen enzovoort) bij de lidstaten blijft berusten (subsidiariteitsbeginsel). Het formuleren van actieprogramma's geeft de Commissie de gelegenheid beleidsmaatregelen en acties op het gebied van de volksgezondheid vorm te geven en te ontwikkelen teneinde de doelstellingen van het Verdrag te verwezenlijken.
1. Achtergrond van het voorstel voor een besluit
Op 6 april 2005 presenteerde de Commissie een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad[1] voor de totstandbrenging van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming 2007-2013. Als procedure voor de totstandkoming van dit besluit werd artikel 251 genoemd, d.w.z. de medebeslissingsprocedure tussen het Europees Parlement en de Raad. Nader omschreven behelst het voorstel voor een besluit het instellen van een programma dat twee afzonderlijke artikelen van het EG-verdrag bestrijkt, te weten artikel 152 met betrekking tot de volksgezondheid en artikel 153 met betrekking tot de consumentenbescherming. De Gemeenschap heeft eerder op grond van deze artikelen twee afzonderlijke programma's vastgesteld, namelijk het algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007[2], met een begroting van 81,8 miljoen euro (jaarlijks gemiddelde van 20,45 miljoen euro), en het huidige communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid 2003-2008[3] met een begroting van 354 miljoen euro (jaarlijks gemiddelde van 59 miljoen euro), dat het eerste geïntegreerde programma op het gebied van de volksgezondheid is.
2. Opmerkingen over de procedure en het besluit om het programma op te splitsen
In de toelichting bij het voorstel voor een besluit wijst de Commissie erop dat de programma's in de Unie versnipperd zijn en dat de acties op de gebieden van consumentenbescherming en volksgezondheid een aantal doelstellingen gemeen hebben. Hoewel de vereenvoudiging en rationalisatie van gemeenschapsprogramma's een doelstelling kan vormen, verandert de samenvoeging van de beide twee beleidsgebieden in één programma niets aan het feit dat die twee beleidsgebieden verschillende karakters hebben en een verschillende mate van betrokkenheid van de Unie.
Op 30 juni 2005 gaf de Conferentie van voorzitters van het Europees Parlement toestemming voor het opsplitsen van het voorstel in twee delen. De twee bevoegde commissies (de Commissie milieu en de Commissie interne markt) werd verzocht ervoor zorg te dragen dat de uiteindelijke verslagen geen amendementen zouden bevatten die met het andere respectieve gedeelte van het wetsvoorstel zouden conflicteren, en dat de opsplitsing van het voorstel de Begrotingscommissie de gelegenheid zou geven zich over de budgettaire aspecten van de verschillende onderdelen van het voorstel te buigen.
De rapporteur wil hier tevens benadrukken dat elk van de beide gebieden (volksgezondheid en consumentenbescherming) zijn eigen prioriteiten en specifieke eigenschappen bezit en rijk geschakeerd en complex is. Wanneer wij dus deze zeer omvangrijke en gevoelige gebieden tegelijkertijd behandelen, bestaat het gevaar dat onze aandacht beperkt wordt tot de gemeenschappelijke aspecten, en niet alle relevante facetten bestrijkt. Dit alles wijst duidelijk in de richting van twee gescheiden programma's, zodat alle onderwerpen volledig kunnen worden behandeld. Dit neemt niet weg dat de afdelingen van de Commissie de twee programma's samen kunnen beheren, met name op de overlappende gebieden.
Herziening van het tweede gezondheidsprogramma van de Unie
De opsplitsing in twee programma's was voor de rapporteur aanleiding een aantal amendementen in te dienen om te komen tot een samenhangend en effectief gezondheidsprogramma, dat voldoet aan de vereisten van de EU en aan de wensen en behoeften van het publiek op het punt van een betere gezondheid voor iedereen. De ervaringen met het eerste programma, waarvoor ik de eer had als rapporteur van het Europees Parlement op te treden, vormen uiteraard een wezenlijk element van mijn huidige voorstel.
Het tweede programma verschilt van het eerste in twee extra onderdelen, die voortvloeien uit de ervaringen met de uitvoering van het eerste programma: (a) synergie tussen de nationale gezondheidzorgstelsels ten behoeve van de verbetering van de efficiëntie en effectiviteit als afzonderlijke doelstelling en (b) meer acties ten behoeve van een verdere consolidatie van de capaciteit om de afzonderlijke doelstellingen te kunnen bereiken.
Evenals het eerste programma kenmerkt het nieuwe programma zich door een holistische benadering van zowel de gezondheid als de middelen, mechanismen en praktijken waarmee de gezondheidsproblemen worden aangepakt. Dit is de benadering die moet worden gekozen om op Gemeenschapsniveau niet alleen de hoeveelheid, maar ook de kwaliteit van de verspreide informatie te kunnen verbeteren, en tegelijk ten behoeve van alle betrokkenen in de gezondheidszorg een doeltreffender ondersteuning en coördinatie te realiseren. Zowel in de particuliere als de overheidssector moeten de belanghebbenden worden geholpen bij het formuleren en ontwikkelen van de prioriteiten van het programma, waarbij de nadruk steeds ligt op de samenhang en coördinatie van de acties in het kader van het programma.
Temidden van die acties moet een voorname plaats worden toegekend aan een goede behandeling van ziekten en letsel, via informatie over de beste medische praktijk, om een verdere verslechtering van de gezondheidstoestand te voorkomen. Ook bij chronische ziekten en handicaps moet echter zorg beschikbaar zijn die de patiënten uitzicht op een betere levenskwaliteit biedt. Derhalve moet een belangrijk deel van de acties op medische zorg en behandeling betrekking hebben.
Het programma is een uitnodiging, en tegelijk een uitdaging, aan iedereen om mee te werken aan het bevorderen van een effectievere preventie, een betere gezondheidszorg en een hogere levenskwaliteit. In dit verband mag niet over het hoofd worden gezien dat er op dit moment zowel tussen de lidstaten onderling als tussen verschillende regio's in dezelfde lidstaat grote verschillen in de gezondheidszorg bestaan, naast de ongelijkheden in de toegang tot goede gezondheidszorg voor burgers. Het overbruggen van deze lacunes, in combinatie met de synergie tussen de nationale gezondheidszorgstelsels, is daarom een voornaam aspect van het programma.
De doelstellingen van het programma
De doelstellingen van het programma, zoals die in mijn voorstel zijn genoemd, zijn de volgende:
- beschermen van de burgers tegen bedreigingen voor de gezondheid,
- bevorderen van beleid dat tot een gezondere levenswijze leidt,
- bijdragen aan de vermindering van frequente verschijningen van morbiditeit en mortaliteit bij zware ziektes en kwetsuren,
- bijdragen aan de ontwikkeling van doeltreffender en doelmatiger gezondheidszorgstelsels,
- verbeteren van de informatie en kennis ter bevordering van de ontwikkeling van de volksgezondheid en integratie van de doelstellingen van het beleid op gezondheidsgebied in ander communautair beleid (mainstreamen).
Het programma zal ook bijdragen aan het:
- waarborgen van een hoog beschermingsniveau voor de menselijke gezondheid bij het formuleren en uitvoeren van alle communautaire beleidsmaatregelen en activiteiten, door het bevorderen van een holistische aanpak van de volksgezondheid,
- aanpakken van ongelijkheden op volksgezondheidsgebied,
- stimuleren van de samenwerking tussen de lidstaten op de door artikel 152 van het Verdrag bestreken gebieden.
Acties en ondersteuningsmaatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen
Het nieuwe programma omvat de onderstaande acties:
- bevorderen van de volksgezondheid en van de toegang tot informatie, zodat de Europese burgers keuzen kunnen maken die hun gezondheid ten goede komen,
- op gecoördineerde wijze en op Europees niveau reageren op bedreigingen voor de gezondheid, zoals bij epidemieën, ziekten als HIV/aids, biologisch terrorisme enzovoort,
- preventie van ziekten en aandoeningen door het aanpakken van gezondheidsdeterminanten in verband met bijvoorbeeld de levensstijl (dieet, roken, alcoholgebruik) of aan andere genetische, milieugebonden, sociaal-economische of andere factoren die aantoonbare effecten op de lichamelijke of geestelijke gezondheid hebben,
- voorkomen van verdere verslechtering van de gezondheidstoestand van een individu door het toepassen van goede medische praktijken en van de meest geavanceerde behandelmethoden voor ziekten; het is voorts vanzelfsprekend dat het criterium voor evaluatie van een behandeling niet gevormd moet worden door de financiële kosten, maar door de effectiviteit, die tegelijkertijd ook een financiële overweging op langere termijn is,
- waarborgen, door middel van informatie, dat degenen met een chronische aandoening/handicap de best mogelijke behandeling krijgen met een overeenkomstige levenskwaliteit,
- overbruggen van de lacunes in de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten en de ongelijkheden die Europese burgers tegenkomen bij het verkrijgen van toegang tot goede gezondheidszorg en een adequate behandeling; deze ongelijkheden treffen in de regel maatschappelijke groepen die bepaalde kenmerken gemeen hebben, in de vorm van werkloosheid, isolement, persoonlijke of familieproblemen, etnische achtergrond, chronische ziekten, geestelijke aandoeningen en/of handicaps,
- via het programma verzamelen en analyseren van gegevens ten behoeve van een nauwkeurige inventarisatie van het gezondheidspeil in de Europese Unie en ter bevordering van acties voor het herstel van een convergerende tendens in de lidstaten op dit gebied, door middel van informatie, voorlichtingscampagnes, synergie met andere communautaire acties en fondsen, via non-gouvernementele organisaties en bevordering van "best practices",
- verbeteren van de communicatie met de burgers door hen te voorzien van de benodigde informatie over manieren om een goede gezondheid te behouden, de effecten van de levensstijl, passende behandelingsmogelijkheden wanneer zij ziek zijn en manieren om met een chronische aandoening of handicap een beter leven te leiden.
Tenuitvoerlegging en coördinatie
De samenwerking van de Commissie, zowel met de lidstaten als met internationale organisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie en gespecialiseerde centra zoals het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, is essentieel voor de uitwisseling van meningen en de bevordering van maatregelen op volksgezondheidsgebied. Ook de lidstaten is een belangrijke rol toebedeeld, aangezien veel van de benodigde gegevens van hen afkomstig zullen zijn. Hun medewerking is essentieel voor het verzamelen en verwerken van gegevens en voor de eventuele uitvoering van nieuwe beleidsmaatregelen en benaderingen, met voldoende coördinatie met betrekking tot gezondheidskwesties, omdat zij hiertoe belangrijke mechanismen en instrumenten in handen hebben. De rapporteur is van mening dat de coördinatie van het programma een essentiële factor is voor het welslagen ervan en dat bij kwesties rond de subsidiariteit de "open coördinatiemethode" van nut kan zijn, door de strategieën op het gebied van de gezondheid en de gezondheidszorg, zoals mobiliteit van patiënten, te versterken.
Begroting
Eén aspect dat naar de mening van de rapporteur van zeer groot belang is, is de begroting. De doelstellingen moeten vergezeld gaan van de benodigde middelen om deze te realiseren. Naar de mening van de rapporteur is er in het voorgestelde programma geen garantie voor het evenwicht hiertussen. De beschreven acties in het kader van het programma zijn zeer omvangrijk en ambitieus en kunnen daarom niet met een beperkte begroting worden gerealiseerd. Bovendien bevat het voorstel van de Commissie nog eens twee nieuwe doelstellingen naast de drie doelstellingen van het eerste programma.
Daarom stelt de rapporteur een bedrag van 1 200 miljoen euro voor, in de vaste overtuiging dat de Raad en de Commissie zullen inzien dat dit een zeer redelijk voorstel is dat een soepele uitvoering van het gezondheidsprogramma voor 2007-2013 zal waarborgen. Wij mogen niet uit het oog verliezen dat de volksgezondheid binnen het totale EU-beleid een van de grootste prioriteiten is. Deze ontwikkeling toont het uitzonderlijke gewicht van de volksgezondheid en daarmee ook van de bescherming van de volksgezondheid aan, naar aanleiding van de bestaande behoeften en uitdagingen evenals de grote belangstelling voor dit onderwerp van de Europese burgers, die ook om effectieve maatregelen op dit gebied vragen.
ADVIES van de Begrotingscommissie (27.1.2006)
aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) - Gezondheidsaspecten
(COM(2005)0115 – C6‑0097/2005 – 2005/0042A(COD))
Rapporteur voor advies: Anders Samuelsen
BEKNOPTE MOTIVERING
ACHTERGROND
Op 6 april 2005 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een besluit tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming.
Door de twee vorige, afzonderlijke programma's op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming samen te voegen in één gezamenlijk kader met verschillende rechtsgrondslagen, hoopt de Commissie dat een gezamenlijk kader zal leiden tot synergie tussen de twee beleidsgebieden omdat er aanzienlijke overlappingen zijn inzake doelstellingen, strategieën en instrumenten.
Op 30 juni 2005 heeft de Conferentie van voorzitters van het Europees Parlement besloten het programma opnieuw op te splitsen. Voor het gedeelte dat betrekking heeft op gezondheid werd de milieucommissie als commissie ten principale aangewezen.
In beide commissies ten principale hebben de rapporteurs zich uitgesproken voor een permanente splitsing van het programma.
Het totale financiële kader, met inbegrip van personele middelen, dat de Commissie voor de periode 1 januari 2007 t/m 31 december 2013 voorstelt, bedraagt 1,203 miljard euro. De voorgestelde vastleggingskredieten voor het gezondheidsgedeelte, met inbegrip van de kosten voor personele middelen, zien er als volgt uit:
|
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 en erna |
TOTAAL |
Operationele uitgaven Gemeenschappelijke doelstellingen gezondheid en consumenten (VK) |
7,606 |
9,532 |
11,146 |
13,890 |
18,767 |
24,146 |
25,895 |
110,981 |
Operationele uitgaven Gezondheid (VK) |
49,928 |
64,34 |
76,042 |
96,411 |
135,62 |
183,495 |
199,159 |
804,995 |
Administratieve Uitgaven |
8,945 |
10,681 |
12,543 |
14,102 |
15,332 |
15,535 |
16,046 |
93,185 |
VK + administratieve uitgaven |
66,479 |
84,553 |
99,731 |
124,403 |
169,719 |
223,176 |
241,1 |
1009,161 |
Wat de bestemming van de middelen betreft, stelt de Commissie voor het totale gebudgetteerde bedrag van 1.109.815 miljoen euro aan operationele uitgaven over de periode 2007-2013 als volgt te besteden:
· 110.981 miljoen euro (10%) is bestemd voor gemeenschappelijke doelstellingen;
· 804.995 miljoen euro (72,5%) is bestemd voor de bescherming van de burgers tegen gezondheidsbedreigingen;
· 193.818 miljoen euro (17,5%) is bestemd voor consumentenbescherming.
VOORSTEL VAN DE RAPPORTEUR VOOR ADVIES
Terwijl de twee rapporteurs ten principale aandringen op een aanzienlijke verhoging van het financiële kader (1,2 miljard euro voor het programma gezondheidsbescherming en 233,46 miljoen euro voor het programma consumentenbescherming), wil de rapporteur voor advies er evenwel op wijzen dat de kredieten die in het voorstel voor een besluit zijn vermeld, louter indicatief zijn zolang er geen overeenstemming is bereikt over de financiële vooruitzichten voor de periode 2007-2013. Wat dit specifieke punt betreft, worden twee amendementen ingediend op de ontwerpwetgevingsresolutie en een op artikel 5.
De rapporteur voor advies steunt het verzoek om de programma's te splitsen en benadrukt dat afzonderlijke programma's de Commissie niet beletten beide programma's samen te beheren, met name waar ze elkaar overlappen.
Er zijn zeer gegronde redenen om in twijfel te trekken of de verwachte synergie wel zo groot zal zijn als verhoopt, en ingewijden hebben ten zeerste benadrukt dat gezondheids- en consumentenbelangen het best kunnen worden gediend via een afzonderlijk kader. Hoewel iedereen het erover eens is dat acties op het gebied van consumentenbescherming en volksgezondheid gemeenschappelijke doelstellingen hebben, is het evenzeer waar dat deze gebieden verschillend zijn van aard en worden gekenmerkt door een verschillende betrokkenheid van de Unie. Bijgevolg loopt een programma dat tezelfdertijd op deze twee complexe gebieden is gericht, automatisch het risico aspecten te negeren die uniek zijn voor een van de twee gebieden:
· Op macroniveau zijn de beleidsgebieden gebaseerd op een verschillende rechtsgrondslag binnen de Europese Gemeenschap. Op microniveau kunnen de gebruikers van volksgezondheidsdiensten niet in alle opzichten als 'pure' consumenten worden behandeld. Dit zou wederzijdse voordelen eerder kunnen belemmeren dan bevorderen.
· Elke sector heeft meer zekerheid wanneer hij over zijn eigen begroting beschikt. Zo heeft de 'consumentenzijde' haar bezorgdheid geuit dat zij - die qua begrotingsmiddelen reeds de kleinste is - kredieten zal verliezen omdat besparingen op het gebied van gezondheidsbescherming zogezegd dramatischere gevolgen (op de korte termijn) zouden kunnen hebben dan besparingen op het gebied van het consumentenbeleid.
· De schaalvoordelen die de Commissie suggereert, zijn onvoldoende aangetoond door de uitgebreide impactbeoordeling (SEC(2005)0425).
AMENDEMENTEN
De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
I. Ontwerpwetgevingsresolutie
Amendement 1 Paragraaf 1 bis (nieuw) | |
1 bis. benadrukt dat de kredieten die in het wetgevingsvoorstel voor de periode na 2006 zijn vermeld, nog moeten worden bekrachtigd door het besluit over het volgende meerjarige financiële kader; | |
Amendement 2 Paragraaf 1 ter (nieuw) | |
1 ter. verzoekt de Commissie indien nodig een voorstel in te dienen tot aanpassing van de financiële referentiebedragen voor dit programma van zodra het volgende meerjarige financiële kader is goedgekeurd; | |
Motivering | |
Deze amendementen benadrukken dat de voorgestelde bedragen nog moeten worden bekrachtigd door een mogelijk meerjarig financieel kader. |
II. Voorstel voor een besluit
Door de Commissie voorgestelde tekst[1] | Amendementen van het Parlement |
Amendement 3 Overweging 3 | |
(3) In het kader van één geïntegreerd programma, met behoud van de kernelementen en de specifieke kenmerken van de bestaande acties op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, kunnen de synergieën tussen de doelstellingen maximaal worden benut en kunnen de acties op deze gebieden efficiënter worden beheerd. Het samenvoegen van activiteiten op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming in één programma kan bijdragen tot de verwezenlijking van gemeenschappelijke doelstellingen, namelijk burgers beschermen tegen risico's en bedreigingen, hen beter in staat stellen met kennis van zaken en in hun eigen belang beslissingen te nemen, en gezondheids- en consumentendoelstellingen in alle communautaire beleidsgebieden en activiteiten integreren. Het samenvoegen van administratieve structuren en systemen kan bijdragen tot een efficiëntere uitvoering van het programma en een optimaal gebruik van de beschikbare communautaire middelen voor gezondheid en consumentenbescherming. |
(3) In het kader van één geïntegreerd programma, met behoud van de kernelementen en de specifieke kenmerken van de bestaande acties op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, kunnen de synergieën tussen de doelstellingen maximaal worden benut en kunnen de acties op deze gebieden efficiënter worden beheerd. Het samenvoegen van administratieve structuren en systemen kan bijdragen tot een efficiëntere uitvoering van het programma en een optimaal gebruik van de beschikbare communautaire middelen voor gezondheid en consumentenbescherming. |
Motivering | |
De schaalvoordelen die volgens de Commissie uit de samenvoeging van het gezondheidsprogramma en het consumentenprogramma zouden moeten voortvloeien, zijn niet substantieel. | |
Amendement 4 Overweging 4 | |
(4) Het gezondheidsbeleid en het consumentenbeleid hebben zowel gemeenschappelijke doelstellingen (burgers beschermen tegen risico's, hen beter in staat stellen beslissingen te nemen en gezondheids- en consumentenbelangen in alle communautaire beleidsgebieden integreren) als gemeenschappelijke instrumenten (zoals communicatie, capaciteitsopbouw voor maatschappelijke organisaties en de bevordering van internationale samenwerking met betrekking tot gezondheids- en consumentenkwesties). Eetgewoonten, zwaarlijvigheid, roken en andere consumptiegerelateerde keuzes die de gezondheid beïnvloeden, zijn voorbeelden van transversale kwesties die zowel met gezondheid als consumentenbescherming te maken hebben. Door een gezamenlijke aanpak van deze gemeenschappelijke doelstellingen en instrumenten kunnen activiteiten die zowel op gezondheid als consumentenbescherming betrekking hebben, efficiënter en effectiever worden uitgevoerd. Op elk van beide gebieden zijn er ook afzonderlijke doelstellingen, die moeten worden verwezenlijkt met acties en instrumenten die specifiek zijn voor gezondheid of consumentenbescherming. |
(4) Het gezondheidsbeleid en het consumentenbeleid hebben gemeenschappelijke doelstellingen (burgers beschermen tegen risico's, hen beter in staat stellen beslissingen te nemen en gezondheids- en consumentenbelangen in alle communautaire beleidsgebieden integreren). Eetgewoonten, zwaarlijvigheid, roken en andere consumptiegerelateerde keuzes die de gezondheid beïnvloeden, evenals zeer risicovol gedrag, zijn voorbeelden van transversale kwesties die zowel met gezondheid als consumentenbescherming te maken hebben. Tevens moet namaak, die zowel de consumenten bedriegt als een bedreiging vormt voor hun gezondheid, hard worden aangepakt op Europees niveau. Op elk van beide gebieden zijn er ook afzonderlijke doelstellingen, die moeten worden verwezenlijkt met acties en instrumenten die specifiek zijn voor gezondheid of consumentenbescherming. |
Motivering | |
De acties ter bestrijding van namaak, die neerkomt op diefstal van producten en handelsmerken, moeten op Europees en op internationaal niveau worden opgevoerd. Namaak bedriegt de consumenten, vormt een bedreiging voor hun gezondheid en maakt de werkgelegenheid kapot (volgens ramingen verdwijnen in de Europese Unie jaarlijks 100.000 banen als gevolg van namaak). | |
Amendement 5 Overweging 6 | |
(6) Het is van algemeen Europees belang dat de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de burger, alsook de belangen van de consument bij de ontwikkeling van normen voor producten en diensten, op communautair niveau worden behartigd. De hoofddoelstellingen van het programma kunnen ook afhangen van het bestaan van gespecialiseerde netwerken die voor hun ontwikkeling en functioneren ook bijdragen van de Gemeenschap nodig hebben. Gezien de specifieke aard van de organisaties in kwestie en in gevallen van uitzonderlijk nut kan bij de verlening van communautaire steun voor het functioneren van deze organisaties worden afgeweken van het beginsel van geleidelijke degressie van het bedrag van de communautaire steun. |
(6) Het is van algemeen Europees belang dat de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de burger, alsook de belangen van de consument bij de ontwikkeling van normen voor producten en diensten, op communautair niveau worden behartigd. De hoofddoelstellingen van het programma kunnen ook afhangen van het bestaan van gespecialiseerde netwerken die voor hun ontwikkeling en functioneren ook bijdragen van de Gemeenschap nodig hebben. Bijgevolg moet ten volle gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid van "partnerschapskaderovereenkomsten", die in de uitvoeringsvoorschriften voor het Financieel Reglement wordt voorgesteld. Gezien de specifieke aard van de organisaties in kwestie en in gevallen van uitzonderlijk nut kan bij de verlening van communautaire steun voor het functioneren van deze organisaties worden afgeweken van het beginsel van geleidelijke degressie van het bedrag van de communautaire steun. |
Motivering | |
Artikel 163 van de uitvoeringsvoorschriften voor het Financieel Reglement biedt de Commissie de mogelijkheid met een organisatie een samenwerkingsrelatie op lange termijn tot stand te brengen. Ten volle gebruik maken van deze mogelijkheid zal de betrokken gezondheidsorganisaties meer financiële zekerheid bieden en zowel voor de Commissie als voor de Europese gezondheidsorganisaties de administratieve last verlichten. | |
Amendement 6 Artikel 3, lid 2, letter b) | |
b) 60% van de functioneringskosten van organisaties die een doel van algemeen Europees nut nastreven, voorzover deze steun noodzakelijk is om gezondheids- of consumentenbelangen op Europees niveau te behartigen of centrale doelstellingen van het programma te verwezenlijken, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de gemeenschap maximaal 95% bedraagt. Bij de verlenging van deze financiële bijdragen mag worden afgeweken van het degressiebeginsel. |
b) 60% van de functioneringskosten van organisaties die een doel van algemeen Europees nut nastreven, voorzover deze steun noodzakelijk is om gezondheids- of consumentenbelangen op Europees niveau te behartigen of centrale doelstellingen van het programma te verwezenlijken, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de gemeenschap maximaal 95% bedraagt. |
|
De Commissie kan als algemene regel kiezen voor een basisfinanciering van twee jaar via een netwerk-partnerschapsovereenkomst. Overeenkomstig artikel 163 van de uitvoeringsvoorschriften voor het Financieel Reglement vormt zo'n partnerschap een samenwerkingsrelatie op lange termijn tussen de begunstigde en de Commissie, voor een periode van maximaal twee jaar. |
Motivering | |
De toepassing van artikel 163 van de uitvoeringsvoorschriften voor het Financieel Reglement zal de betrokken gezondheidsorganisaties meer financiële zekerheid bieden en zowel voor de Commissie als voor de Europese gezondheidsorganisaties de administratieve last verlichten. Basisfinanciering wordt, in tegenstelling tot projectfinanciering, van nature verleend aan organisaties die langetermijndoelstellingen nastreven. Daarom is de mogelijkheid een samenwerking op lange termijn aan te gaan met name geschikt voor organisaties die om basisfinanciering verzoeken. | |
Amendement 7 Artikel 5, lid 1 | |
1. Voor de uitvoering van dit programma in de in artikel 1 bedoelde periode wordt 1 203 miljoen euro uitgetrokken. |
1. Voor de uitvoering van dit instrument voor een periode van 7 jaar vanaf 1 januari 2007 wordt een indicatief bedrag van 1 203 miljoen euro uitgetrokken. |
Motivering | |
Dit amendement benadrukt dat de voorgestelde bedragen nog moeten worden bekrachtigd door een mogelijk meerjarig financieel kader. Zodra dit is goedgekeurd, dient de Commissie een wetgevingsvoorstel in om het definitieve referentiebedrag vast te stellen. | |
Amendement 8 Artikel 5, lid 1 bis (nieuw) | |
|
1 bis. De totale administratieve uitgaven van het programma, met inbegrip van interne en beheersuitgaven voor het uitvoerend agentschap waarvan sprake in artikel 3, lid 1, punt a), moeten in verhouding zijn tot de taken waarin het desbetreffende programma voorziet en zijn afhankelijk van het besluit van de begrotings- en de wetgevingsautoriteit. |
Motivering | |
De aan het agentschap toegewezen kredieten moeten passen binnen het globale maximum dat voor de agentschappen is vastgesteld. Op die manier wordt gewaarborgd dat de middelen voor de financiering van de acties van het programma beschikbaar zijn. | |
Amendement 9 Artikel 5, lid 2 bis (nieuw) | |
|
2 bis. De Commissie ziet erop toe dat de financiële bepalingen voor de financiering van het programma in overeenstemming zijn met de bepalingen van het Financieel Reglement dat van toepassing is op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen. |
Motivering | |
Elke afwijking in de basistekst moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van het Financieel Reglement. | |
Amendement 10 Artikel 5, lid 2 ter (nieuw) | |
|
2 ter. De toegang tot financiering wordt vergemakkelijkt door de toepassing van het evenredigheidsbeginsel voor de over te leggen documenten en door de oprichting van een database voor de indiening van kandidaturen. |
Motivering | |
De methodes en procedures moeten worden vereenvoudigd om de selectieprocedure transparanter te maken en de toegang tot het programma te vergemakkelijken. | |
Amendement 11 Artikel 10, lid 3 | |
3. De Commissie zorgt ervoor dat het programma drie jaar na het begin ervan en na afloop ervan wordt geëvalueerd. De Commissie deelt de conclusies van de evaluatie met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s. |
3. De Commissie zorgt ervoor dat het programma drie jaar na het begin ervan, twee jaar vóór het einde en na afloop ervan wordt geëvalueerd. De Commissie deelt de conclusies van de evaluatie met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s. |
Motivering | |
Over de toekomst van het programma moet tijdig worden nagedacht om een grondige planning en een democratisch debat over mogelijke hervormingen te waarborgen. | |
Amendement 12 Bijlage 1, punt 1.1 bis (nieuw) | |
|
1.1. bis. Betere informatieverstrekking aan de consumenten over de gevaren voor hun gezondheid veroorzaakt door medische en andere namaakproducten |
Motivering | |
Namaak bedriegt de consumenten en vormt een bedreiging voor hun gezondheid. |
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) - Gezondheidsaspecten | ||||||
Document- en procedurenummers |
(COM(2005)0115 – C6-0097/2005 – 2005/0042A(COD) | ||||||
Commissie ten principale |
Milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid | ||||||
Medeadviserende commissie(s) |
BUDG 9.6.2005 |
|
|
|
| ||
Nauwere samenwerking |
Nee |
|
|
|
| ||
Rapporteur(s) |
Anders Samuelsen |
| |||||
Vervangen rapporteur(s) |
- |
| |||||
Behandeling in de commissie |
24.1.2006 |
25.1.2006 |
|
|
| ||
Datum goedkeuring |
25.1.2006 | ||||||
Uitslag eindstemming |
voor: tegen: onthoudingen: |
unaniem
| |||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Herbert Bösch, Simon Busuttil, Paulo Casaca, Brigitte Douay, Bárbara Dührkop Dührkop, Markus Ferber, Neena Gill, Ingeborg Gräßle, Louis Grech, Catherine Guy-Quint, Jutta D. Haug, Anne E. Jensen, Wiesław Stefan Kuc, Alain Lamassoure, Janusz Lewandowski, Vladimír Maňka, Mario Mauro, Giovanni Pittella, Wojciech Roszkowski, Anders Samuelsen, Esko Seppänen, Nina Škottová, László Surján, Helga Trüpel, Yannick Vaugrenard, Kyösti Tapio Virrankoski, Marilisa Xenogiannakopoulou | ||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Margarita Starkevičiūtė | ||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid 2) |
- | ||||||
Opmerkingen |
... | ||||||
- [1] PB C .. van 8.12.2005, blz. ..
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) - Gezondheidsaspecten | ||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2005)0115 – C6-0097/2005 – 2005/0042A(COD) | ||||||
Datum indiening bij EP |
6.4.2005 | ||||||
Commissie ten principale |
ENVI | ||||||
Medeadviserende commissie(s) |
BUDG |
|
|
|
| ||
Geen advies |
IMCO |
|
|
|
| ||
Rapporteur(s) |
Antonios Trakatellis |
| |||||
Behandeling in de commissie |
10.10.2005 |
28.11.2005 |
23.1.2006 |
31.1.2006 |
| ||
Datum goedkeuring |
31.1.2006 | ||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
53 1 1 | |||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Adamos Adamou, Liam Aylward, Johannes Blokland, John Bowis, Frederika Brepoels, Hiltrud Breyer, Dorette Corbey, Chris Davies, Mojca Drčar Murko, Edite Estrela, Jillian Evans, Karl-Heinz Florenz, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Satu Hassi, Gyula Hegyi, Caroline Jackson, Christa Klaß, Eija-Riitta Korhola, Holger Krahmer, Urszula Krupa, Peter Liese, Jules Maaten, Linda McAvan, Roberto Musacchio, Riitta Myller, Péter Olajos, Miroslav Ouzký, Vittorio Prodi, Frédérique Ries, Dagmar Roth-Behrendt, Guido Sacconi, Karin Scheele, Horst Schnellhardt, Kathy Sinnott, Jonas Sjöstedt, Bogusław Sonik, María Sornosa Martínez, Antonios Trakatellis, Thomas Ulmer, Marcello Vernola, Anja Weisgerber, Åsa Westlund | ||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Margrete Auken, María del Pilar Ayuso González, Philip Bushill-Matthews, Bairbre de Brún, Milan Gaľa, Genowefa Grabowska, Jutta D. Haug, Karin Jöns, Caroline Lucas, Miroslav Mikolášik, Ria Oomen-Ruijten, Alojz Peterle | ||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
| ||||||
Datum indiening |
9.2.2006 | ||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
| ||||||