ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) - consumentenaspecten
23.2.2006 - (COM(2005)0115 – C6‑0225/2005 – 2005/0042B(COD)) - ***I
Commissie interne markt en consumentenbescherming
Rapporteur: Marianne Thyssen
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) - consumentenaspecten
(COM(2005)0115 – C6‑0225/2005 – 2005/0042B(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0115)[1],
– gelet op het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) te splitsen, teneinde het te kunnen toewijzen aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid èn aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming met het oog op het opstellen van twee afzonderlijke verslagen,
– gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 153 van het EG‑Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0225/2005),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en de adviezen van de Begrotingscommissie en de Commissie juridische zaken (A6‑0032/2006),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. wijst erop dat de in het Commissievoorstel voor de periode na 2006 vermelde kredieten afhangen van het besluit inzake het volgende meerjarig financieel kader;
3. verzoekt de Commissie om zo nodig een voorstel in te dienen ter aanpassing van het financiële referentiebedrag van het huidige programma zodra het volgende meerjarig financieel kader zal zijn goedgekeurd;
4. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Titel van het Programma | |
tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) |
tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbescherming (2007-2013) |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 2 Visum 1 | |
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 152 en 153, |
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 153, |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 3 Overweging 1 | |
(1) Door acties op het gebied van volksgezondheid en consumentenbescherming kan de Gemeenschap bijdragen tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de burgers |
(1) Door acties op het gebied van consumentenbescherming kan de Gemeenschap bijdragen tot de bescherming van de veiligheid en de economische belangen van de burgers. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 4 Overweging 2 | |
(2) Daarom is het zinvol een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming vast te stellen ter vervanging van Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) en Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 . Deze besluiten moeten bijgevolg worden ingetrokken. |
(2) Daarom is het zinvol een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbescherming vast te stellen ter vervanging van Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 . Dit besluit moet bijgevolg worden ingetrokken. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 5 Overweging 3 | |
(3) In het kader van één geïntegreerd programma, met behoud van de kernelementen en de specifieke kenmerken van de bestaande acties op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, kunnen de synergieën tussen de doelstellingen maximaal worden benut en kunnen de acties op deze gebieden efficiënter worden beheerd. Het samenvoegen van activiteiten op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming in één programma kan bijdragen tot de verwezenlijking van gemeenschappelijke doelstellingen, namelijk burgers beschermen tegen risico's en bedreigingen, hen beter in staat stellen met kennis van zaken en in hun eigen belang beslissingen te nemen, en gezondheids- en consumentendoelstellingen in alle communautaire beleidsgebieden en activiteiten integreren. Het samenvoegen van administratieve structuren en systemen kan bijdragen tot een efficiëntere uitvoering van het programma en een optimaal gebruik van de beschikbare communautaire middelen voor gezondheid en consumentenbescherming. |
schrappen |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 6 Overweging 4 | |
(4) Het gezondheidsbeleid en het consumentenbeleid hebben zowel gemeenschappelijke doelstellingen (burgers beschermen tegen risico's, hen beter in staat stellen beslissingen te nemen en gezondheids- en consumentenbelangen in alle communautaire beleidsgebieden integreren) als gemeenschappelijke instrumenten (zoals communicatie, capaciteitsopbouw voor maatschappelijke organisaties en de bevordering van internationale samenwerking met betrekking tot gezondheids- en consumentenkwesties). Eetgewoonten, zwaarlijvigheid, roken en andere consumptiegerelateerde keuzes die de gezondheid beïnvloeden, zijn voorbeelden van transversale kwesties die zowel met gezondheid als consumentenbescherming te maken hebben. Door een gezamenlijke aanpak van deze gemeenschappelijke doelstellingen en instrumenten kunnen activiteiten die zowel op gezondheid als consumentenbescherming betrekking hebben, efficiënter en effectiever worden uitgevoerd. Op elk van beide gebieden zijn er ook afzonderlijke doelstellingen, die moeten worden verwezenlijkt met acties en instrumenten die specifiek zijn voor gezondheid of consumentenbescherming. |
schrappen |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 7 Overweging 5 | |
(5) Coördinatie met andere communautaire beleidsgebieden en programma's vormt een essentieel onderdeel van de gemeenschappelijke doelstelling om het gezondheids- en consumentenbeleid in andere beleidsgebieden te integreren. Om synergieën te bevorderen en dubbel werk te voorkomen, zal in voorkomend geval gebruik worden gemaakt van andere communautaire middelen en programma's, zoals de communautaire kaderprogramma's voor onderzoek en de resultaten daarvan, de Structuurfondsen, en het communautair statistisch programma. |
(5) Aan het integreren van de consumentenbelangen in alle communautaire beleidsgebieden, overeenkomstig artikel 153 van het Verdrag, dient hoge prioriteit te worden verleend, naast de in dit programma aangegeven doelstellingen inzake consumentenbeleid. Coördinatie met andere communautaire beleidsgebieden en programma's vormt een essentieel onderdeel van de doelstelling om de consumentenbescherming in andere beleidsgebieden te integreren. Om synergieën te bevorderen en dubbel werk te voorkomen, moeten andere communautaire middelen en programma's voorzien in financiële steun voor het integreren van de consumentenbelangen in hun respectieve gebieden. |
Motivering | |
Sterker onderbouwen van de behoefte aan geïntegreerd beleid in het voordeel van de consumentenbescherming. | |
Amendement 8 Overweging 6 | |
(6) Het is van algemeen Europees belang dat de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de burger, alsook de belangen van de consument bij de ontwikkeling van normen voor producten en diensten, op communautair niveau worden behartigd. De hoofddoelstellingen van het programma kunnen ook afhangen van het bestaan van gespecialiseerde netwerken die voor hun ontwikkeling en functioneren ook bijdragen van de Gemeenschap nodig hebben. Gezien de specifieke aard van de organisaties in kwestie en in gevallen van uitzonderlijk nut kan bij de verlening van communautaire steun voor het functioneren van deze organisaties worden afgeweken van het beginsel van geleidelijke degressie van het bedrag van de communautaire steun. |
(6) Het is van algemeen Europees belang dat de veiligheid van diensten en non-foodproducten en de economische belangen van de burger, alsook de belangen van de consument bij de ontwikkeling van normen voor producten en diensten, op communautair niveau worden behartigd. De hoofddoelstellingen van het programma kunnen ook afhangen van het bestaan van gespecialiseerde netwerken die voor hun ontwikkeling en functioneren ook bijdragen van de Gemeenschap nodig hebben. Gezien de specifieke aard van de organisaties in kwestie en in gevallen van uitzonderlijk nut kan bij de verlening van communautaire steun voor het functioneren van deze organisaties worden afgeweken van het beginsel van geleidelijke degressie van het bedrag van de communautaire steun. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 9 Overweging 7 | |
(7) Bij de uitvoering van het programma moet worden voortgebouwd op de bestaande acties en structurele regelingen op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, waaronder het bij Besluit 2004/858/EG van de Commissie opgerichte Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma. Bij de uitvoering moet ook nauw worden samengewerkt met desbetreffende organisaties en agentschappen, met name met het bij Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Europees Centrum voor ziektepreventie en ‑bestrijding. |
(7) Bij de uitvoering van het programma moet worden voortgebouwd op de bestaande acties en structurele regelingen op het gebied van consumentenbescherming. Bij de uitvoering moet ook nauw worden samengewerkt met desbetreffende organisaties en agentschappen. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). |
Amendement 10
Overweging 8 bis (nieuw)
|
(8 bis) Bij de implementatie van het programma dient ermee rekening te worden gehouden dat de interne markt niet behoorlijk zal functioneren als de consumenten in sommige lidstaten minder goed beschermd worden dan in andere. Het programma dient derhalve in het bijzonder het accent te leggen op versterking van de bescherming en de sensibilisering van de consumenten in de nieuwe lidstaten, overeenkomstig de resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2005 over de bevordering en bescherming van de consumentenbelangen in de nieuwe lidstaten1. ______________ 1 Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0526. |
Motivering
De Commissie interne markt en consumentenbescherming heeft het verslag over de bevordering en bescherming van de consumentenbelangen in de nieuwe lidstaten met algemene stemmen goedgekeurd, en er bestaat geen twijfel aan de inzet van het Parlement voor versterking van de consumentenbescherming in de nieuwe lidstaten. Het is derhalve belangrijk dat zowel de Commissie als de lidstaten bij de uitvoering van het consumentenprogramma 2007-2013 de doelstellingen van dit verslag voor ogen houden.
Amendement 11 Overweging 9 | |
(9) De Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (hierna "de EER-Overeenkomst" genoemd) voorziet in samenwerking op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte (hierna "de EVA/EER-landen" genoemd) anderzijds. Ook andere landen moeten aan het programma kunnen deelnemen, met name de nabuurschapslanden, de landen die lidmaatschap aanvragen, de kandidaat-lidstaten en de toetredingslanden, met name rekening houdend met de mogelijke gevolgen in de Gemeenschap van gezondheidsrisico's in andere landen. |
(9) De Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (hierna "de EER-Overeenkomst" genoemd) voorziet in samenwerking op het gebied van consumentenbescherming tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte (hierna "de EVA/EER-landen" genoemd) anderzijds. Ook andere landen moeten aan het programma kunnen deelnemen, met name de nabuurschapslanden, de landen die lidmaatschap aanvragen, de kandidaat-lidstaten en de toetredingslanden. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). |
Amendement 12
Overweging 11
(11) Bij de uitvoering van het programma moet worden samengewerkt met desbetreffende internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en gespecialiseerde VN-agentschappen zoals de Wereldgezondheidsorganisatie, de Raad van Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling in Europa, met het oog op een maximale effectiviteit en efficiëntie van de acties op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming op communautair en internationaal niveau, rekening houdend met de specifieke capaciteiten en taken van de verschillende organisaties. |
(11) Bij de uitvoering van het programma moet worden samengewerkt met desbetreffende internationale organisaties met het oog op een maximale effectiviteit en efficiëntie van de acties op het gebied van consumentenbescherming op communautair en internationaal niveau, rekening houdend met de specifieke capaciteiten en taken van de verschillende organisaties. |
Amendement 13 Overweging 12 | |
(12) Om de waarde en de impact van het programma te vergroten, moeten de genomen maatregelen regelmatig worden gemonitord en geëvalueerd, onder andere door onafhankelijke externe evaluaties. |
(12) Om de waarde en de impact van het programma te vergroten, moeten de genomen maatregelen regelmatig worden gemonitord en geëvalueerd, onder andere door onafhankelijke externe evaluaties. Met het oog op de evalueerbaarheid van het consumentenbeleid is het wenselijk, voor zover mogelijk, meetbare doelstellingen te formuleren en valabele indicatoren te ontwikkelen. |
Amendement 14 Overweging 12 bis (nieuw) | |
|
(12 bis) Gezien de rol die kleine en ambachtelijke bedrijven in het dagelijks leven spelen op het stuk van informatie van en advies aan de consument betreffende de producten en diensten en betreffende de gevaren voor de gezondheid in gevallen van crisis of de risico's van het gebruik van bepaalde materialen, dient het werk van deze kleine en ambachtelijke bedrijven en dat van hun organisaties ten behoeve van de consumenten op alle niveaus gesteund te worden en dient ervoor gezorgd te worden dat de communautaire wetgeving ook voor deze bedrijven toepasbaar is. |
Motivering | |
Ambachtslieden spelen in het dagelijks leven een essentiële rol op het stuk van informatie van en advies aan de consument, met wie zij in direct contact staan. Het is dan ook van fundamenteel belang er in een zo vroeg mogelijk stadium zorg voor te dragen dat Europese beleidsmaatregelen ter bescherming van de consument ook door kleine ondernemingen rechtstreeks toegepast kunnen worden. In dit kader is het essentieel dat, voordat een nieuwe beleidslijn wordt uitgestippeld, systematisch onderzoek wordt gedaan naar het effect ervan op ambachtelijke bedrijven en kleine ondernemingen. | |
Amendement 15 Overweging 13 | |
(13) Aangezien de doelstellingen van het overwogen optreden op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming door de transnationale aard van de desbetreffende kwesties niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve, aangezien communautaire maatregelen de gezondheid, veiligheid en economische belangen van de burgers efficiënter en effectiever kunnen beschermen dan enkel nationale maatregelen, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag maatregelen vaststellen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om de die doelstellingen te verwezenlijken. |
(13) Aangezien de doelstellingen van het overwogen optreden op het gebied van consumentenbescherming door de transnationale aard van de desbetreffende kwesties niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve, aangezien communautaire maatregelen de veiligheid en economische belangen van de burgers efficiënter en effectiever kunnen beschermen dan enkel nationale maatregelen, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag maatregelen vaststellen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om de die doelstellingen te verwezenlijken. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 16 Overweging 14 | |
(14) De Commissie moet zorgen voor een vlotte overgang tussen dit programma en de twee programma's die het vervangt, met name wat betreft de continuïteit van meerjarige maatregelen en structuren voor administratieve bijstand zoals het Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma. |
(14) De Commissie moet zorgen voor een vlotte overgang tussen dit programma en het programma dat het vervangt, met name wat betreft de continuïteit van meerjarige maatregelen en de beoordeling van de resultaten van het vorige programma en van de gebieden die meer aandacht nodig hebben. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 17 Overweging 14 bis (nieuw) | |
|
(14 bis) Indien de Commissie besluit de bevoegdheden inzake de logistieke en administratieve aspecten van de uitvoering van dit programma te delegeren, moet zij dit doen na een positieve kosten/baten analyse en moet zij onderzoeken of het niet de voorkeur verdient de bevoegdheden van het "Uitvoerend Agentschap voor het Volksgezondheidsprogramma" uit te breiden in plaats van een bijkomend uitvoerend agentschap op te richten. |
Amendement 18 Artikel 1 | |
Voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 wordt een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (hierna "het programma" genoemd) vastgesteld.. |
Voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 wordt een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbescherming (hierna "het programma" genoemd) vastgesteld. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 19 Artikel 2, lid 1 | |
1. Het programma dient ter aanvulling en ondersteuning van het beleid van de lidstaten en draagt bij tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de burgers. |
1. Het programma dient via acties met toegevoegde waarde ter aanvulling en ondersteuning van het beleid van de lidstaten en draagt bij tot de bescherming van de veiligheid en de economische belangen van de burgers. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). |
Amendement 20
Artikel 2, lid 2
Het in lid 1 genoemde doel wordt nagestreefd aan de hand van enerzijds gemeenschappelijke doelstellingen en anderzijds specifieke doelstellingen op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming.
a) Met de in bijlage 1 vermelde acties en instrumenten worden de volgende gemeenschappelijke doelstellingen op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming nagestreefd: – burgers beschermen tegen risico's en bedreigingen waarop individuele mensen geen vat hebben; – burgers beter in staat stellen over hun gezondheids- en consumentenbelangen te beslissen; – de doelstellingen van het gezondheids- en consumentenbeleid mainstreamen.
b) Met de in bijlage 2 vermelde acties en instrumenten worden de volgende specifieke doelstellingen op gezondheidsgebied nagestreefd: – de burgers beschermen tegen gezondheidsbedreigingen; – beleid bevorderen dat tot een gezondere levenswijze leidt; – bijdragen tot de vermindering van de incidentie van de voornaamste ziekten; – de efficiëntie en effectiviteit van de gezondheidsstelsels verbeteren.
|
2. Het in lid 1 genoemde doel wordt nagestreefd aan de hand van de volgende, met de in bijlage 3 vermelde acties en instrumenten te bereiken doelstellingen: |
c) Met de in bijlage 3 vermelde acties en instrumenten worden de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van consumentenbescherming nagestreefd: |
|
– een beter begrip van consumenten en markten; |
– een beter begrip van consumenten en markten, met speciale aandacht voor de uiteenlopende behoeften van de diverse leeftijdsgroepen; |
– een betere regelgeving inzake consumentenbescherming; |
– een betere regelgeving inzake consumentenbescherming, met inbegrip van een grotere participatie van consumentenvertegenwoordigers, andere belanghebbende maatschappelijke organisaties en onderzoekorganen, die ook door kleine en ambachtelijke bedrijven kan worden nageleefd; |
– een betere handhaving van de regelgeving, een betere monitoring en betere verhaalsmiddelen; |
– een betere handhaving van de regelgeving, een betere monitoring en betere gerechtelijke en buitengerechtelijke verhaalmiddelen; en |
– beter geïnformeerde, beter onderlegde en verantwoordelijke consumenten. |
– beter geïnformeerde, beter onderlegde en verantwoordelijke consumenten. |
Motivering
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid).
Amendement 21
Artikel 3, lid 2, letter a)
a) 60% voor acties die een doelstelling helpen verwezenlijken die deel uitmaakt van het communautaire beleid op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 80% bedraagt; en |
a) 50% voor acties die een doelstelling helpen verwezenlijken die deel uitmaakt van het communautaire beleid op het gebied van consumentenbescherming, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 80% bedraagt, overeenkomstig de bepalingen van bijlage 3 bis; |
Amendement 22
Artikel 3, lid 2, letter b)
b) 60% van de functioneringskosten van organisaties die een doel van algemeen Europees nut nastreven, voorzover deze steun noodzakelijk is om gezondheids- of consumentenbelangen op Europees niveau te behartigen of centrale doelstellingen van het programma te verwezenlijken, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de gemeenschap maximaal 95% bedraagt. Bij de verlenging van deze financiële bijdragen mag worden afgeweken van het degressiebeginsel. |
b) 50% van de functioneringskosten van organisaties die een doel van algemeen Europees nut nastreven, voorzover deze steun noodzakelijk is om consumentenbelangen op Europees niveau te behartigen of centrale doelstellingen van het programma te verwezenlijken, overeenkomstig de bepalingen van bijlage 3 bis; en |
Amendement 23
Artikel 3, lid 2, letter b bis) (nieuw)
|
b bis) 95% van de functioneringskosten van Europese consumentenorganisaties die de consumentenbelangen behartigen bij de ontwikkeling van normen voor producten en diensten op communautair niveau, overeenkomstig de bepalingen van bijlage 3 bis. |
Amendement 24
Artikel 3, lid 2 bis (nieuw)
|
2 bis. Bij de verlenging van de financiële bijdragen voor de in lid 2, onder b) en b bis) genoemde maatregelen mag worden afgeweken van het degressiebeginsel. |
Amendement 25
Artikel 3, lid 3
3. Voor de toepassing van lid 1, onder a), mag de financiële bijdrage van de Gemeenschap, indien dat gezien de aard van de nagestreefde doelstelling gepast is, gemeenschappelijke financiering door de Gemeenschap en een of meer lidstaten of door de Gemeenschap en de bevoegde autoriteiten van andere deelnemende landen omvatten. In dat geval bedraagt de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 50%, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 70% bedraagt. De bijdragen van de Gemeenschap kunnen worden toegekend aan overheidsinstanties of non-profitorganisaties die door de betrokken lidstaat of bevoegde autoriteit worden aangewezen en door de Commissie worden aanvaard. |
3. Voor de toepassing van lid 1, onder a), mag de financiële bijdrage van de Gemeenschap, indien dat gezien de aard van de nagestreefde doelstelling gepast is, gemeenschappelijke financiering door de Gemeenschap en een of meer lidstaten of door de Gemeenschap en de bevoegde autoriteiten van andere deelnemende landen omvatten. In dat geval bedraagt de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 50%, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de Gemeenschap maximaal 70% bedraagt. |
Amendement 26 Artikel 3, lid 4 bis (nieuw) | |
|
4 bis. De criteria voor de beoordeling van het al dan niet aanwezig zijn van het uitzonderlijk nut zoals bedoeld in de lid 2, onder a) en lid 3, worden vooraf bepaald in het in artikel 7, lid 1, onder a) bedoelde jaarlijks werkprogramma. |
Amendement 27 Artikel 5, lid 1 | |
1. Voor de uitvoering van dit programma in de in artikel 1 bedoelde periode wordt 1 203 miljoen euro uitgetrokken. |
1. Voor de uitvoering van dit programma in de in artikel 1 bedoelde periode van zeven jaar, te rekenen vanaf 1 januari 2007, wordt bij wijze van indicatie 23 346 miljoen euro uitgetrokken. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid), en uit de resolutie van het EP over beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013 van 8 juni 2005 (Financiële Vooruitzichten - Verslag Böge). | |
Amendement 28 Artikel 7, lid 1, letter a) | |
a) het jaarlijkse werkprogramma voor de uitvoering van het programma, waarin de prioriteiten en de uit te voeren acties, met inbegrip van de toewijzing van de middelen en de desbetreffende criteria, worden vermeld; |
a) het jaarlijkse werkprogramma voor de uitvoering van het programma, waarin de prioriteiten en de uit te voeren acties, met inbegrip van de toewijzing van de middelen en de desbetreffende criteria, onder meer voor de selectie en de gunning en voor het toe te passen percentage van de financiële bijdrage van de Gemeenschap, worden vermeld; |
Amendement 29 Artikel 11 | |
De Besluiten nr. 1786/2002/EG en nr. 20/2004/EG worden ingetrokken |
Besluit nr. 1786/2002/EG wordt ingetrokken. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 30 Artikel 12 | |
De Commissie stelt de nodige maatregelen vast om de overgang tussen de bij de Besluiten nr. 1786/2002/EG en nr. 20/2004/EG vastgestelde maatregelen en de in het kader van het programma uit te voeren maatregelen te regelen. |
De Commissie stelt de nodige maatregelen vast om de overgang tussen de bij Besluit nr. 1786/2002/EG vastgestelde maatregelen en de in het kader van het programma uit te voeren maatregelen te regelen. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 31 Bijlage 1 | |
|
Deze bijlage wordt geschrapt |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). | |
Amendement 32 Bijlage 2 | |
|
Deze bijlage wordt geschrapt . |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). |
Amendement 33
Bijlage 3 bis (nieuw)
|
Bijlage 3 bis: Begunstigden - Criteria voor de toepassing van artikel 3 |
|
1. De financiële bijdrage voor acties zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a) kan worden verstrekt aan een rechtspersoon of een vereniging van rechtspersonen, inclusief geëigende onafhankelijke overheidsorganen en regionale consumentenorganisaties, die onafhankelijk van de industrie en de handel optreedt en die verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van de projecten. |
|
2. De financiële bijdrage voor acties zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b) kan worden verstrekt aan communautaire consumentenorganisaties die: |
|
a) niet-gouvernementeel zijn, geen winstoogmerk hebben, losstaan van de belangen van de industrie, de handel, het bedrijfsleven of andere tegenstrijdige belangen, en die de bevordering en bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consumenten in de Gemeenschap als voornaamste doelstellingen en activiteiten hebben; |
|
b) door de nationale consumentenorganisaties in ten minste de helft van de lidstaten die volgens de nationale regels of praktijken representatief zijn voor de consumenten en actief zijn op regionaal of nationaal niveau, gemachtigd zijn om de consumentenbelangen op communautair niveau te vertegenwoordigen, en |
|
c) de Commissie bevredigende gegevens hebben verstrekt over hun lidmaatschap, interne regels en financieringsbronnen. |
|
3. De financiële bijdrage voor acties zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b bis) kan worden verstrekt aan communautaire consumentenorganisaties die: |
|
a) niet-gouvernementeel zijn, geen winstoogmerk hebben, losstaan van de belangen van de industrie, de handel, het bedrijfsleven of andere tegenstrijdige belangen, en die de behartiging van de consumentenbelangen bij het standaardisatieproces op communautair niveau als voornaamste doelstellingen en activiteiten hebben; |
|
b) in ten minste twee derde van de lidstaten gemachtigd zijn de consumentenbelangen op communautair niveau te vertegenwoordigen: |
|
- door organen die volgens de nationale regels of praktijken representatief zijn voor de nationale consumentenorganisaties in de lidstaten, of |
|
- indien dergelijke organen ontbreken, door nationale consumentenorganisaties in de lidstaten die volgens de nationale regels of prakrijken representatief zijn voor de consumenten en die op nationaal niveau actief zijn; en |
|
c) de Commissie bevredigende gegevens hebben verstrekt over hun lidmaatschap, interne regels en financieringsbronnen. |
|
4. De financiële bijdrage voor acties zoals bedoeld in artikel 3, lid 3 kan worden verstrekt aan een overheidsorgaan of een orgaan zonder winstoogmerk, dat door de lidstaat of de terzake bevoegde instantie is aangewezen en door de Commissie is erkend. |
Amendement 34 Titel van Bijlage 3 | |
BIJLAGE 3: Consumentenbeleid – Acties en ondersteunende maatregelen |
BIJLAGE: Acties en instrumenten als bedoeld in artikel 2 |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). |
Amendement 35
Bijlage 3, doelstelling I, actie 3
Actie 3: Verzameling, uitwisseling en analyse van gegevens en ontwikkeling van evaluatie-instrumenten die wetenschappelijke gegevens leveren over de blootstelling van de consument aan chemische stoffen die vrijkomen uit producten |
Actie 3: Verzameling, uitwisseling en analyse van gegevens en ontwikkeling van evaluatie-instrumenten die wetenschappelijke gegevens leveren over de veiligheid van consumptieproducten en diensten, met inbegrip van de blootstelling van de consument aan chemische stoffen die vrijkomen uit producten |
Amendement 36
Bijlage 3, doelstelling I, actie 3 bis (nieuw)
|
Actie 3 bis: Invoering van een mechanisme voor regelmatige verslaglegging over de consumptie en de consumentenbescherming op de Europese markt, op basis van de invoering van een permanent stelsel voor informatie en observatie van de consumenten op Europees niveau waarmee gegevens worden verzameld, bewerkt en geanalyseerd die nuttig zijn voor het leveren van objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie die de Gemeenschap en de lidstaten in staat stelt maatregelen te nemen om de consumenten te beschermen, de resultaten van deze maatregelen te evalueren, de uitwisseling van gegevens over de beste praktijken te bevorderen en te waarborgen dat het publiek op juiste wijze wordt voorgelicht over consumentenkwesties op de interne markt. |
Motivering
Een dergelijk instrument zou de politieke weerslag van het consumentenbeleid op Europees niveau verbeteren en bijdragen tot het lanceren van een breed openbaar debat om de twee of drie jaar over de wijzigingen die verband houden met de consumptie en de consumentenbescherming.
Amendement 37 Bijlage 3, doelstelling I, actie 3 ter (nieuw) | |
|
Actie 3 ter: Het opmaken van een inventaris van de bestaande wetgeving, regelgeving en praktijken in de lidstaten en een evaluatie van de mate van tenuitvoerlegging van de communautaire wetgeving in de lidstaten. |
Motivering | |
Het is van essentieel belang dat een inventaris wordt opgemaakt van de bestaande wetgeving, regelgeving en praktijken in de verschillende lidstaten. De consumentenbescherming is immers een onderwerp dat zowel door talrijke lidstaten, maar ook door de bedrijven, ongeacht hun omvang, in aanmerking wordt genomen. Er moet voor worden gezorgd dat de Europese Unie rekening houdt met de bestaande wetgeving en ernaar streeft om de lidstaten die hierover niet beschikken, ertoe te stimuleren deze lacune op te vullen. |
Amendement 38
Bijlage 3, "Doelstelling II"
Doelstelling II – Een betere regelgeving inzake consumentenbescherming |
Doelstelling II – Een betere en uniforme regelgeving inzake consumentenbescherming |
Actie 4: Voorbereiding van wetgevings- en andere initiatieven en bevordering van zelfreguleringsinitiatieven, met name: |
Actie 4: Voorbereiding van wetgevings- en andere initiatieven en bevordering van zelfreguleringsinitiatieven,waarbij moet worden toegezien op de participatie van de betrokken actoren, zoals de organisaties van kleine en middelgrote ondernemingen, zeer kleine en ambachtelijke industrieën, met name: |
4.1. Vergelijkende analyse van markten en reguleringssystemen |
4.1. Vergelijkende analyse van markten en reguleringssystemen |
4.2. Juridische en technische knowhow voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid van diensten |
4.2. Juridische en technische knowhow voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid van diensten |
4.3. Technische knowhow voor de beoordeling van de behoefte aan normen voor productveiligheid en de opstelling van CEN-normalisatiemandaten voor producten en diensten |
4.3. Technische knowhow voor de beoordeling van de behoefte aan normen voor productveiligheid en de opstelling van CEN-normalisatiemandaten voor producten en diensten |
4.4. Juridische en technische knowhow voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen met betrekking tot de economische belangen van de consumenten |
4.4. Juridische en technische knowhow voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen met betrekking tot de economische belangen van de consumenten |
4.5. Workshops met belanghebbenden en deskundigen |
4.5. Workshops met belanghebbenden en deskundigen |
|
4.5 bis. Dialoog tussen Europese consumentenorganisaties, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven - met specifieke aandacht voor de kleine en middelgrote ondernemingen - en de Commissie |
|
4.5 ter. Juridische en technische knowhow voor de ontwikkeling van een instrument voor de harmonisatie van de consumentenbescherming en grensoverschrijdende overeenkomsten |
|
4.5 quater. Juridische en technische knowhow voor de opstelling van richtsnoeren inzake een gedragscode voor ondernemingen in het kader waarvan de producent - op verzoek - beweringen omtrent zijn producten of diensten moet kunnen bewijzen en verplicht is de consument van te voren inlichtingen te verschaffen over de koopvoorwaarden. |
Amendement 39
Bijlage 3, doelstelling III, actie 5 bis (nieuw)
|
Actie 5 bis: Vaststelling van een algemeen institutioneel en juridisch kader voor de samenwerking tussen lidstaten op het gebied van toepassing van de wetgeving. |
Motivering
Op een steeds meer geïntegreerde markt zijn de nationale autoriteiten verantwoordelijk voor de daadwerkelijke naleving van de wetgeving inzake de consumentenbescherming. Zij hebben deze plicht niet alleen ten opzichte van hun eigen consumenten,maar ook ten opzichte van alle consumenten van de EU. Het noodzakelijke institutioneel en juridisch kader is nog niet of slechts in aanleg voorhanden.
Amendement 40
Bijlage 3, doelstelling III, actie 7, punt 7.3 bis (nieuw)
|
7.3 bis. Steun voor wetenschappelijk advies en risicobeoordeling, waaronder de taken van de bij Besluit 2004/210/EG1 van de Commissie ingestelde onafhankelijke wetenschappelijke comités.1 |
|
__________ |
Amendement 41
Bijlage 3, doelstelling III, actie 7, punt 7.4 bis (nieuw)
|
7.4 bis. Analyse van ongevallengegevens en ontwikkeling van "best pratices" inzake de veiligheid van consumptieproducten en -diensten en het gemakkelijk toegankelijk maken van deze informatie voor de consument. |
Motivering
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma te splitsen in zijn samenstellende delen (consumenten en gezondheid).
Amendement 42
Bijlage 3, doelstelling III, actie 7, punt 7.4 ter (nieuw)
|
7.4 ter. Ontwikkeling van methoden en beheer van een databank voor de verzameling van ongevallengegevens in verband met de veiligheid van consumentenproducten en -diensten |
Amendement 43
Bijlage 3, doelstelling III, actie 9
Actie 9: Monitoring van de omzetting en toepassing van de wetgeving inzake consumentenbescherming, en met name de richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken, door de lidstaten en monitoring van het nationale consumentenbeleid |
Actie 9: Monitoring van de omzetting en toepassing van de wetgeving inzake consumentenbescherming, en met name de richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken en de verordening inzake administratieve samenwerking, door de lidstaten en monitoring van het nationale consumentenbeleid |
Motivering
Deze verordening is een belangrijke stap voorwaarts die ervoor kan zorgen dat de lidstaten samenwerken om het consumentenbeleid te doen naleven.
Amendement 44
Bijlage 3, doelstelling III, actie 10
Actie 10: Verstrekking van specifieke technische en juridische knowhow aan consumentenorganisaties ter ondersteuning van hun bijdrage tot de handhavings- en surveillanceacties |
Actie 10: Verstrekking van specifieke technische en juridische knowhow aan consumentenorganisaties, en met name de consumentenorganisaties in de nieuwe lidstaten, ter ondersteuning van hun bijdrage tot de handhavings- en surveillanceacties |
Amendement 45
Bijlage 3, doelstelling III, actie 10 bis (nieuw)
|
Actie 10 bis: Betere communicatie met de EU-burgers over consumentenkwesties, met inbegrip van: |
|
10.1. Conferenties, seminars en vergaderingen met deskundigen en belanghebbenden |
|
10.2. Publicaties over kwesties die van belang zijn voor het consumentenbeleid |
|
10.3. On-line-informatieverstrekking |
Amendement 46 Bijlage 3, Titel van "Doelstelling IV" | |
Doelstelling IV: Beter geïnformeerde, beter onderlegde en verantwoordelijke consumenten |
Doelstelling IV - Grotere beslissingsvaardigheid van de burgers waar het gaat om hun consumentenbelangen: beter geïnformeerde, beter onderlegde en verantwoordelijke consumenten |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). |
Amendement 47
Bijlage 3, doelstelling IV, actie 12
Actie 12: Voorlichtingsacties over maatregelen ter bescherming van de consument, met name in de nieuwe lidstaten, in samenwerking met de plaatselijke consumentenorganisaties |
Actie 12: Voorlichtingsacties over maatregelen ter bescherming van de consument en over de rechten van de consumenten, met name in de nieuwe lidstaten, in samenwerking met de plaatselijke consumentenorganisaties |
Amendement 48 Bijlage 3, "Doelstelling IV", Actie13 | |
Actie 13: Consumenteneducatie, onder andere acties gericht op jonge consumenten, en ontwikkeling van interactieve instrumenten voor consumenteneducatie |
Actie 13: Consumenteneducatie, onder andere specifieke acties gericht op jonge consumenten, op oudere consumenten en op specifieke groepen van duidelijk minder weerbare consumenten, en ontwikkeling van interactieve instrumenten voor consumenteneducatie |
Amendement 49 Bijlage 3, Doelstelling IV, Actie 16 | |
Actie 16: Financiële bijdrage aan gezamenlijke acties in samenwerking met communautaire netwerken van overheidsinstanties of non-profitorganisaties die informatie verstrekken en bijstand verlenen aan consumenten om hen te helpen hun rechten uit te oefenen en toegang te krijgen tot geschillenbeslechting (het Europees netwerk van bureaus voor consumentenvoorlichting) |
Actie 16: Financiële bijdrage aan gezamenlijke acties in samenwerking met communautaire netwerken van overheidsinstanties of non-profitorganisaties die informatie verstrekken en bijstand verlenen aan consumenten om hen te helpen hun rechten uit te oefenen en toegang te krijgen tot rechtshulp en advies, bemiddeling en andere vormen van alternatieve geschillenbeslechting, waaronder het SOLVIT-systeem van de Commissie, welke alle onder auspiciën van het Europees netwerk van bureaus voor consumentenvoorlichting moeten gaan vallen. Het bijstaan van de nieuwe lidstaten en de toetredingslanden moet hierbij bijzondere aandacht krijgen. |
Motivering | |
Deze actie dient een zo ruim mogelijk toepassingsgebied te krijgen en moet de bestaande mechanismen omvatten waarover de burger beschikt, waaronder het SOLVIT-systeem. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de nieuwe of de toetredende lidstaten ter ondersteuning van hun minder ontwikkelde consumentenorganisaties. |
Amendement 50
Bijlage 3, doelstelling IV, actie 18 bis (nieuw)
|
Actie 18 bis: Capaciteitsopbouw van de consumentenorganisaties in lidstaten die een minder lange traditie van consumentenbescherming en consumentenparticipatie in de beleidsvorming hebben, door deze organisaties training te geven met het oog op het opbouwen van knowhow en hun financiële bijstand te verstrekken voor voorlichtingscampagnes en voor het toezicht op de communautaire consumentenwetgeving. |
Motivering
De consumentenorganisaties in de nieuwe lidstaten hebben extra behoefte aan capaciteitsopbouw, aangezien de meeste ervan zich net beginnen te ontwikkelen. Vele van deze organisaties krijgen geen enkele overheidssteun en zijn niet in staat diensten op te zetten waarvoor de consumenten zouden moeten betalen, omdat de consumenten niet eens weten dat zij rechten hebben. Daarom hebben zij gebrek aan financiële middelen en kunnen zij geen knowhow opbouwen. Verder is er ook een gebrek aan bewustzijn, niet alleen onder de consumenten maar ook onder de politici van de nieuwe lidstaten, die niet dezelfde ervaring hebben op het gebied van samenwerking met consumentenorganisaties als hun collega's van de oude lidstaten.
Amendement 51
Bijlage 3, doelstelling IV bis (nieuw)
|
Doelstelling IV bis - Een grotere deelname van de maatschappelijke organisaties, onderzoeksinstellingen en belanghebbenden aan de beleidsvorming op het gebied van de consumentenbescherming en bevordering van internationale samenwerking op het gebied van het onderzoek in verband met consumentenzaken om ervoor te zorgen dat het onderzoek tegemoetkomt aan de behoeften van de samenleving en dat overlapping wordt voorkomen. |
|
Actie 19 bis: Bevordering en versterking van de consumentenorganisaties op communautair niveau |
|
Actie 19 ter: Opzetten van netwerken tussen niet-gouvernementele consumentenorganisaties en andere belanghebbenden |
|
Actie 19 quater: Versterking van de overlegorganen en -mechanismen op communautair niveau |
Motivering
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid).
Amendement 52
Bijlage 3, Doelstelling IV ter (nieuw)
|
Doelstelling IV ter - Integratie van de consumentenbeleidsdoelstellingen |
|
Actie 19 quinquies: Ontwikkeling en toepassing van methoden voor de beoordeling van het effect van het beleid en de activiteiten van de Gemeenschap op consumentenbelangen |
|
Actie 19 sexies: Uitwisseling van "best practices" inzake nationaal beleid tussen de lidstaten |
Amendement 53 Bijlage 3, "Doelstelling IV quater (nieuw)" | |
|
Doelstelling IV quater: Bevordering van internationale samenwerking op het gebied van consumentenbescherming |
|
Actie 19 septies: Maatregelen voor samenwerking met internationale organisaties |
|
Actie 19 octies: Maatregelen voor samenwerking met derde landen die niet aan het programma deelnemen |
|
Actie 19 novies: Aanmoediging van de dialoog tussen consumentenorganisaties. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit het besluit van de Conferentie van voorzitters van 30 juni 2005 om het programma in zijn twee samenstellende delen te splitsen (consumentenbescherming en gezondheid). |
Amendement 54
Bijlage 3, "Actie die tot alle doelstellingen bijdraagt", actie 20
Actie 20: Financiële bijdrage aan specifieke projecten op communautair of nationaal niveau ter ondersteuning van andere doelstellingen van het consumentenbeleid |
Actie 20: Financiële bijdrage aan specifieke projecten op communautair of nationaal niveau ter ondersteuning van doelstellingen van het consumentenbeleid, met inbegrip van projecten ter bevordering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie en beste praktijken |
- [1] Nog niet gepubliceerd in het PB.
TOELICHTING
1. Achtergrond en opzet van de nieuwe strategie en van het door de Commissie voorgestelde besluit
Momenteel loopt er een "communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008)". Het is vastgelegd in besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad, gebaseerd op artikel 152 van het Verdrag. Los hiervan loopt ook een actieprogramma "tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007". Het besluit dat dit actieprogramma bepaalt (nr. 20/2004/EG), is genomen op grond van artikel 153 van het Verdrag.
De Europese Commissie stelt voor deze beide besluiten nog voor het einde van hun looptijd in te trekken en te vervangen door een geïntegreerd programma met een looptijd van zeven jaar, dat ingaat in 2007. De Commissie is er van overtuigd dat haar voorstel tot integratie van de programma's het communautaire beleid efficiënter, coherenter en meer zichtbaar zal maken. Beide terreinen hebben immers bepaalde doelstellingen gemeenschappelijk, waarvan de realisatie veelal via gelijksoortige acties wordt nagestreefd. Door een gestroomlijnde administratieve en begrotingsprocedure en een gemeenschappelijk "uitvoerend agentschap" zou het gemeenschappelijke programma tenslotte besparingen opleveren.
Om de synergieën te benutten worden in het voorstel drie gemeenschappelijke "kerndoelstellingen" en zes "gezamenlijke acties" geformuleerd. Er wordt verder een begrotingslijn vooropgesteld met een bedrag van 1,203 miljoen euro. Bovendien wordt het uitvoerende agentschap dat in 2004 voor het volksgezondheidsprogramma is opgezet, uitgebreid en voor de consumentenbescherming ingeschakeld.
Om aan de verwachtingen van de belanghebbenden te beantwoorden, blijft de specificiteit van de twee beleidsterreinen erkend en zal het programma de specifieke kenmerken van de acties op elk gebied behouden en verder ontwikkelen. Bijgevolg wordt naast het gemeenschappelijke luik een eigen afzonderlijk luik voorzien voor gezondheid enerzijds en "consumentenbeleidacties en ondersteunende maatregelen" anderzijds.
2. Opmerkingen van de rapporteur bij de opzet van een geïntegreerd actieprogramma
Uw rapporteur is voorstander van een splitsing van het geïntegreerde programma in een nieuw programma consumentenbescherming en een nieuw programma volksgezondheid. Noch de praktische noch de politieke argumenten voor de integratie van genoemde actieprogramma's zijn immers overtuigend. De nagestreefde synergie zal in de praktijk veel kleiner zijn dan verhoopt. En de schaalvoordelen waarvan de Commissie spreekt, worden nergens aangetoond in de nochtans vele pagina's tellende impactstudie. Een ander tegenargument situeert zich in de sfeer van de communautaire bevoegdheden op de twee gebieden, die onderling te verschillend zijn.
De integratie-idee strookt overigens niet met de respectieve maatschappelijke doelstellingen van de bij het ene en bij het andere terrein betrokken organisaties van het middenveld. Hetzelfde geldt voor de interne bevoegdheidsverdeling in de lidstaten, die doorgaans niet alleen gespreid is over onderscheiden departementen, maar in federale staten ook over verschillende beleidsniveaus. Verder kan de gebruiker van volksgezondheidsdiensten niet in elk opzicht gelijk geschakeld worden met een "loutere" consument.
Naast deze inhoudelijke en institutionele redenen zijn er budgettaire overwegingen om de twee programma's apart te houden. Elke sector heeft meer zekerheid bij een eigen budgetlijn.
Valt nog op dat nooit iemand naar deze "fusie" gevraagd heeft en dat, algemeen genomen, de "stake holders" (zeker aan consumentenzijde) er geen voorstander van zijn.
Uw rapporteur stelt daarom voor - in overleg met de rapporteur voor de Commissie Milieubeheer, Volksgezondheid en Voedselveiligheid, en hierin bevestigd door de Conferentie van de Voorzitters - om het voorstel te splitsen en in de commissie interne markt en consumentenbescherming alleen het luik consumentenbescherming te behandelen. De hiernavolgende bemerkingen behandelen daarom uitsluitend de aspecten van consumentenbescherming van het voorgestelde meerjarenprogramma.
3. Opmerkingen van de rapporteur bij het actieprogramma betreffende consumentenbescherming
Artikel 1 stelt het programma vast voor een periode van 7 jaar (2007-2013), dat het in artikel 11 ingetrokken lopende programma opvolgt. Dit is volledig in overeenstemming met het eerder door het Parlement tot de Commissie gerichte verzoek (resolutie van 8 juni 2005 over beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013 / rapport Böge). Ook al is het lopende consumentenprogramma niet afgelopen, het is goed tijdig met het wetgevingsprogramma te beginnen en de looptijd ervan te laten samenvallen met het (verhoopte) interinstitutioneel akkoord over de financiële perspectieven.
Artikel 2 somt de doelstellingen op die in de bijlage worden aangevuld met acties en instrumenten. De kernelementen van het lopende programma worden behouden, maar herschikt en uitgebreid. Voortaan wordt bijvoorbeeld ook werk gemaakt van de uitbreiding van de kennis en de wetenschappelijke gegevens over consumentenbehoeften, consumentengedrag en marktgegevens. Ook de ontwikkeling van betrouwbare indicatoren en benchmarks van het consumentenbeleid is nieuw. Als deze achteraf gebruikt worden als beoordelingsinstrument voor de programmaresultaten, is ook op dit vlak vooruitgang mogelijk. Volgens uw rapporteur zijn de tot hiertoe gebruikte indicatoren helaas te eenzijdig kwantitatief en te subjectief, en derhalve voor verbetering vatbaar.
Ten gevolge van de splitsing moeten sommige doelstellingen en acties uit het in het voorstel genoemde gemeenschappelijke doel en dito bijlage, geherformuleerd en verplaatst worden.
Wat de inhoud van de concrete acties betreft, moet meer en expliciete aandacht uitgaan naar:
- de nieuwe lidstaten, waar veelal een minder lange traditie bestaat op het vlak van consumentenbescherming en inspraak van consumenten in het beleid, waardoor het bewustzijn van consumentenrechten en de capaciteit van de consumentenorganisaties nog te beperkt zijn;
- de vergrijzing van de bevolking, wetende dat sommige oudere mensen minder weerbare consumenten zijn;
- het weerbaar maken van de kwetsbare consument, voor wie een rechtszekere wettelijke bescherming niet altijd mogelijk noch afdoend is en die derhalve extra aandacht moet krijgen in actieprogramma's.
Artikel 3 bepaalt de uitvoeringsmodaliteiten en de maximum bijdrage van de gemeenschap aan acties en functioneringskosten van bepaalde organisaties. Het valt op dat de plafonds voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap gevoelig verhoogd zijn en de toewijzingscriteria, evenals de voorwaarden voor de uitzonderlijke toepassing van hogere plafonds, veel vager zijn dan in het lopende programma. In de impactstudie is hiervoor weinig verantwoording te lezen. Daarom is het - tenzij bijkomende afdoende argumentatie vanwege de Commissie - beter het gewone maximum te bewaren op 50% en de uitzonderlijke maxima op hun verhoogd niveau te aanvaarden, mits systematische en expliciete verantwoording van het "uitzonderlijk nut" dat het gebruik van het hoge plafond moet verantwoorden.
Artikelen 4, 6 en 7 vertrouwen de uitvoering toe aan de Commissie, hiertoe bijgestaan door een comité (comitologie).
Artikel 5 geeft, onder voorbehoud van latere goedkeuring door de begrotingsautoriteit, het totale budget over de hele looptijd van het programma aan. Dit budget dient, gelet op de splitsing van het voorgestelde programma in twee afzonderlijke programma's, aangepast. Uw rapporteur heeft hiertoe de verdeelsleutel gebruikt die de Commissie zelf hanteert en komt zo uit op een totaalbedrag van 233, 46 miljoen euro. Dit bedrag betekent een aanzienlijke verhoging van de financiële middelen die aan het consumentenprogramma toegewezen worden. Dit is o.m. verantwoord vanuit de impact van de vorige uitbreidingsronde van de Europese Unie, en de uitbreiding in de toekomst van landen met een minder diepgewortelde traditie inzake consumentenbescherming. Het is bovendien in overeenstemming met de al eerder genoemde resolutie van het Parlement van 8 juni 2005.
Artikelen 8 en 9 behandelen internationale aspecten. Anders dan in het vorige programma wordt nu terecht ook de mogelijke deelname voorzien van derde landen die betrokken zijn in nabuurschapakkoorden, toetredingsprocedures of aanvragen daartoe en van bepaalde landen van de Westelijke Balkan.
Artikel 10 betreft de monitoring, de (tussentijdse) evaluatie en de communicatie van de resultaten.
Artikel 12 belast de commissie met de nodige overgangsmaatregelen.
Uitvoerend Agentschap
In de artikelen van het voorstel wordt niets gezegd over een eventuele delegatie van uitvoeringsbevoegdheid m.b.t. het programma aan een "uitvoerend agentschap". Hiervan wordt wel gewag gemaakt in de overweging 14 en in de Commissiemededeling die samen met het voorstel in een enkel commissiedocument is verspreid.
Uw rapporteur ziet een voordeel in een delegatiebesluit van de Commissie. De Commissie zal met name meer ruimte krijgen voor haar politieke taken en zal derhalve beter haar werk kunnen maken van een versnelde aanpassing van het "acquis", hierbij rekening houdend met de objectieven inzake "betere regelgeving". Als de Commissie een delegatiebesluit plant, beveelt uw rapporteur aan vooraf een kosten/batenanalyse te maken, de delegatie te beperken tot logistieke en administratieve taken en ze toe te vertrouwen aan het uitvoerende agentschap dat is opgericht voor het volksgezondheidsprogramma, hetgeen desgevallend van naam verandert. Bovendien wordt het "departement consumentenbescherming" van dit Agentschap liefst geen "Instituut" genoemd. Dit zou erg misleidend zijn wat de bevoegdheden ervan betreft.
Taal
Tot slot maakt uw rapporteur haar beklag over de gebrekkige en/of ontbrekende zorg aan vertaling van Commissiedocumenten uit dit dossier. Niet alleen is de uitgebreide impactstudie alleen in een gemengde taalversie beschikbaar (afwisselend Frans en Engels, zelfs binnen één hoofdstuk). Ook de twee bijlagen die deel uitmaken van de (wel vertaalde) mededeling, die de strategie achter het voorstel uiteenzet en deel uitmaakt van hetzelfde COM-document, zijn in alle taalversies helaas alleen in het Engels beschikbaar.
ADVIES van de Begrotingscommissie (27.1.2006)
aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming
inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013)
(COM(2005)0115 – C6‑0225/2005 – 2005/0042B(COD))
Rapporteur voor advies: Brigitte Douay
BEKNOPTE MOTIVERING
PREAMBULE
De mededeling van de Commissie behelst de vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming. Het onderdeel gezondheid behoort tot de bevoegdheid van de Commissie milieu en zal afzonderlijk worden behandeld. Met dit document wordt advies uitgebracht aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming, ten principale bevoegd voor het onderdeel consumentenbescherming.
INLEIDING
Dit programma heeft tot doel de consumentenbescherming over de gehele binnenmarkt te harmoniseren, zodat de burger zich overal met hetzelfde vertrouwen goederen kan aanschaffen als hij in eigen land is gewend.
Het programma zal zijn opgebouwd rond doelstellingen die de onderdelen gezondheid en consumentenbescherming gemeenschappelijk hebben en daarnaast rond doelstellingen die voor elk van deze beide onderdelen specifiek zijn.
De doelstellingen die de onderdelen gezondheid en consumentenbescherming gemeenschappelijk hebben zijn[1]:
• Burgers beschermen tegen risico's en bedreigingen waarop individuele mensen geen vat hebben en die niet effectief kunnen worden aangepakt door afzonderlijke lidstaten alleen (bijvoorbeeld gezondheidsbedreigingen, onveilige producten en oneerlijke handelspraktijken);
• Burgers beter in staat stellen over hun gezondheids- en consumentenbelangen te beslissen;
• De doelstellingen van het gezondheids- en consumentenbeleid op alle communautaire beleidsgebieden mainstreamen teneinde gezondheids- en consumentenbelangen centraal te stellen bij de beleidsvorming.
De consumentenbescherming richt zich op specifieke doelstellingen die in het verlengde liggen van de doelstellingen die met het programma 2002-2006 werden nagestreefd:
• beter begrip van consumenten en markten;
• betere regelgeving inzake consumentenbescherming;
• betere handhaving van de wetgeving, monitoring en rechtsmiddelen;
• beter geïnformeerde en onderlegde consumenten.
Al deze doelstellingen moeten worden gerealiseerd door synergieën te vinden met andere communautaire beleidsterreinen. Meer in het algemeen moet de coördinatie tussen het consumentenbeschermingsbeleid en andere beleidsvelden (onderzoek of structureel beleid) worden aangemoedigd, waardoor dit tot standaardbeleid kan worden.
FINANCIËLE MIDDELEN
De begroting die voor de periode wordt voorgesteld bedraagt € 1.203 mln (buiten de administratieve kosten), verdeeld over vijf begrotingslijnen (3 voor de gezondheid, 2 voor de consumentenbescherming: 17 02 01 en 17 01 04 03). Hierin is ook de tussenkomst van een uitvoerend agentschap gepland. Op dit laatste punt komt de commissie komt tot de aanbeveling, de bevoegdheid van het uitvoerend agentschap voor de gezondheid zodanig uit te breiden dat deze op rationele en doelmatige wijze de technische bijstand kan bieden die voor dit programma nodig is nu de kredieten ten opzichte van het huidige programma zijn verdubbeld.
Voor de gehele periode worden de uitgetrokken middelen als volgt verdeeld:
€ 110.981 mln voor de gezamenlijke acties voor beide beleidsterreinen
€ 804.995 mln voor de gezondheid
€ 193.838 mln voor de consumentenbescherming
€ 93.185 mln bestemd voor de financiering van het Europees consumenteninstituut (uitvoerend agentschap).
COMMENTAAR
De rapporteur staat positief tegenover het voorstel van de Commissie, met name de consequente verhoging van het aan de consumentenbescherming gewijde budget en de opzet van de Commissie om dit beleid te mainstreamen in het geheel van communautaire programma's en instrumenten.
Niettemin plaatst de rapporteur de volgende kanttekeningen:
1. Het onder artikel 5 genoemde bedrag moet als puur indicatief worden beschouwd zolang er geen definitief akkoord is bereikt over de financiële vooruitzichten.
2. Productvervalsing in de vorm van bedrieglijke namaak van merken, ontwerpen en modellen, ging aanvankelijk ten koste van de luxe-industrie, maar thans hebben alle economische sectoren hiermee te maken. Niet alleen grote ondernemingen, maar ook het midden- en kleinbedrijf en vooral de consumenten hebben hieronder te lijden. Productvervalsing vormt een steeds grotere bedreiging van de veiligheid en de gezondheid van de consument, of het nu gaat om vervalste medicamenten, gebrekkige elektrische apparatuur, niet-conforme onderdelen, werkelijk giftige cosmetica of gevaarlijk speelgoed, om maar enkele voorbeelden te noemen. Dat is de reden waarom de consument, die mogelijk bewust dan wel uit naïviteit of argeloosheid de spullen van een productvervalser koopt, beter moet worden voorgelicht omtrent de reële gevaren voor zichzelf en zijn omgeving en omtrent de eventuele strafrechtelijke sancties die hij riskeert.
3. Alle synergieën die tussen de communautaire instrumenten op het gebied van consumentenbescherming kunnen optreden, moeten worden aangewend voor een optimaal effect van dit programma, waarvoor in verhouding tot de belangen die op het spel staan een relatief beperkt bedrag is uitgetrokken.
4. De Commissie moet dan ook alle nodige maatregelen nemen om een zo groot mogelijke kosteneffectiviteit van dit programma te waarborgen, en met een tussentijds evaluatieverslag laten zien welke voortgang over een periode van vijf jaar op dit gebied zal zijn bereikt.
AMENDEMENTEN
De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie interne markt en consumentenbescherming onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Ontwerpwetgevingsresolutie
Amendement 1 Paragraaf 1 bis (nieuw) | |||||||
1 bis. wijst erop dat de in het wetgevingsvoorstel voor de periode na 2006 vermelde kredieten afhangen van het besluit inzake het volgende meerjarig financieel kader; | |||||||
Amendement 2 Paragraaf 1 ter (nieuw) | |||||||
1 ter. verzoekt de Commissie om zo nodig een voorstel in te dienen ter aanpassing van het financiële referentiebedrag van het huidige programma zodra het volgende meerjarig financieel kader zal zijn goedgekeurd; | |||||||
Motivering | |||||||
Het financieel referentiebedrag kan niet worden vastgesteld zolang de financiële vooruitzichten niet definitief zijn goedgekeurd. Wanneer dit besluit eenmaal is genomen zal de Commissie een wetgevingsvoorstel moeten voorleggen voor de vaststelling van het referentiebedrag, met inachtneming van het in het financieel kader vastgestelde maximumbedrag. | |||||||
Voorstel voor een besluit | |||||||
| |||||||
Amendement 3 Overweging 4 | |||||||
(4) Het gezondheidsbeleid en het consumentenbeleid hebben zowel gemeenschappelijke doelstellingen (burgers beschermen tegen risico's, hen beter in staat stellen beslissingen te nemen en gezondheids- en consumentenbelangen in alle communautaire beleidsgebieden integreren) als gemeenschappelijke instrumenten (zoals communicatie, capaciteitsopbouw voor maatschappelijke organisaties en de bevordering van internationale samenwerking met betrekking tot gezondheids- en consumentenkwesties). Eetgewoonten, zwaarlijvigheid, roken en andere consumptiegerelateerde keuzes die de gezondheid beïnvloeden, zijn voorbeelden van transversale kwesties die zowel met gezondheid als consumentenbescherming te maken hebben. Door een gezamenlijke aanpak van deze gemeenschappelijke doelstellingen en instrumenten kunnen activiteiten die zowel op gezondheid als consumentenbescherming betrekking hebben, efficiënter en effectiever worden uitgevoerd. Op elk van beide gebieden zijn er ook afzonderlijke doelstellingen, die moeten worden verwezenlijkt met acties en instrumenten die specifiek zijn voor gezondheid of consumentenbescherming. |
(4) Het gezondheidsbeleid en het consumentenbeleid hebben zowel gemeenschappelijke doelstellingen (burgers beschermen tegen risico's, hen beter in staat stellen beslissingen te nemen en gezondheids- en consumentenbelangen in alle communautaire beleidsgebieden integreren) als gemeenschappelijke instrumenten (zoals communicatie, capaciteitsopbouw voor maatschappelijke organisaties en de bevordering van internationale samenwerking met betrekking tot gezondheids- en consumentenkwesties). Eetgewoonten, zwaarlijvigheid, roken, risicovol gedrag en andere consumptiegerelateerde keuzes die de gezondheid beïnvloeden, zijn voorbeelden van transversale kwesties die zowel met gezondheid als consumentenbescherming te maken hebben. Ook productvervalsing, waardoor de consument wordt gedupeerd en tegelijkertijd in zijn gezondheid geschaad, moet krachtig op Europees niveau worden bestreden. Door een gezamenlijke aanpak van deze gemeenschappelijke doelstellingen en instrumenten kunnen activiteiten die zowel op gezondheid als consumentenbescherming betrekking hebben, efficiënter en effectiever worden uitgevoerd. Op elk van beide gebieden zijn er ook afzonderlijke doelstellingen, die moeten worden verwezenlijkt met acties en instrumenten die specifiek zijn voor gezondheid of consumentenbescherming. | ||||||
Motivering | |||||||
Productvervalsing, een vorm van diefstal van producten en merken, moet op Europees en internationaal niveau krachtiger worden bestreden: het gaat hier om bedrog van de consument, een gevaar voor de gezondheid en afbreuk aan de werkgelegenheid (naar schatting gaan er in de Europese Unie door de vervalsing van producten elk jaar 100.000 banen verloren). | |||||||
Amendement 4 Artikel 3, lid 2, letter b) | |||||||
b) 60% van de functioneringskosten van organisaties die een doel van algemeen Europees nut nastreven, voorzover deze steun noodzakelijk is om gezondheids- of consumentenbelangen op Europees niveau te behartigen of centrale doelstellingen van het programma te verwezenlijken, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, waarin de bijdrage van de gemeenschap maximaal 95% bedraagt. Bij de verlenging van deze financiële bijdragen mag worden afgeweken van het degressiebeginsel. |
b) 60% van de functioneringskosten van organisaties die een doel van algemeen Europees nut nastreven, voorzover deze steun noodzakelijk is om gezondheids- of consumentenbelangen op Europees niveau te behartigen of centrale doelstellingen van het programma te verwezenlijken, behalve in gevallen van uitzonderlijk nut, zoals b.v. organen die de consumenten op het gebied van standaardisatie vertegenwoordigen, waarin de bijdrage van de gemeenschap maximaal 95% bedraagt. | ||||||
|
De Commissie dient als algemene regel te streven naar basisfinanciering op tweejaarlijkse basis door middel van een partnerschapskaderovereenkomst. Overeenkomstig artikel 163 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement1 zorgt een dergelijke partnerschapskaderovereenkomst voor samenwerking op lange termijn tussen de begunstigde en de Commissie, die echter niet langer mag duren dan twee jaar. _________________ 1 Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002 blz. 1). | ||||||
Motivering | |||||||
De toepassing van artikel 163 van de Uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement zal de desbetreffende consumentenorganisaties meer financiële zekerheid geven en de administratieve lasten van de Commissie en de Europese consumentenorganisaties verlichten. Basisfinanciering wordt in tegenstelling tot projectfinanciering uit de aard der zaak verstrekt aan organisaties die langetermijndoelstellingen nastreven. Daarom is de mogelijkheid van het tot stand brengen van samenwerking op lange termijn in het bijzonder geschikt voor de aanvragers van basisfinanciering. | |||||||
Amendement 5 Artikel 4 | |||||||
De Commissie zorgt overeenkomstig artikel 7 voor de uitvoering van het programma. |
De Commissie zorgt overeenkomstig artikel 7 voor de uitvoering van het programma, waarbij zij zich met name baseert op de reeds bestaande acties en regelingen op het gebied van consumentenbescherming, teneinde synergieën te stimuleren en een goede coördinatie en goede zichtbaarheid van de uitgevoerde acties te waarborgen. | ||||||
Amendement 6 Artikel 5, lid 1 | |||||||
1. Voor de uitvoering van dit programma in de in artikel 1 bedoelde periode wordt 1 203 miljoen euro uitgetrokken. |
1. Voor de uitvoering van dit programma in de periode van zeven jaar, te rekenen vanaf 1 januari 2007, wordt bij wijze van indicatie 1 203 miljoen euro uitgetrokken. | ||||||
Motivering | |||||||
Het financieel referentiebedrag blijft een indicatief bedrag zolang de financiële vooruitzichten niet definitief zijn goedgekeurd. Wanneer dit besluit eenmaal is genomen zal de Commissie een wetgevingsvoorstel moeten voorleggen voor de vaststelling van het referentiebedrag, met inachtneming van het in het financieel kader vastgestelde maximumbedrag (zie het amendement op de wetgevingsresolutie). | |||||||
Amendement 7 Artikel 5, lid 2 bis (nieuw) | |||||||
|
2 bis. De algehele administratieve uitgaven voor het programma, met inbegrip van interne uitgaven en beheersuitgaven voor het in artikel 3, lid 1 bis bedoelde uitvoerende agentschap, dienen in verhouding te staan tot de in het betrokken programma geregelde taken en zijn onderworpen aan het besluit van de wetgevende en de begrotingsautoriteiten. | ||||||
Amendement 8 Artikel 7, lid 1, inleidende formule | |||||||
1. De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen die betrekking hebben op de volgende aangelegenheden, worden vastgesteld volgens de beheersprocedure als bedoeld in artikel 6, lid 2: |
1. De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen die betrekking hebben op de volgende aangelegenheden, worden vastgesteld volgens de beheersprocedure als bedoeld in artikel 6, lid 3: | ||||||
Motivering | |||||||
In artikel 6, lid 3 wordt verwezen naar de artikelen 3 en 7 van het Besluit van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden. Om de bevoegdheden van het Europees Parlement inzake de informatie over en controle op de functionering van het programma te vergroten, lijkt de formule van het raadgevend comité geschikter. | |||||||
Amendement 9 Artikel 9 bis (nieuw) | |||||||
|
Artikel 9 bis Bescherming van financiële belangen van de Gemeenschap 1. De Commissie ziet erop toe dat bij de tenuitvoerlegging van de krachtens het onderhavige besluit gefinancierde acties de bepalingen van het Financieel Reglement worden nageleefd en dat de financiële belangen van de Gemeenschap worden beschermd, en wel door middel van toepassing van preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie of alle andere illegale activiteiten, door middel van efficiënte controles en terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen, en, indien er onregelmatigheden worden geconstateerd, door middel van doeltreffende, evenredige en afschrikwekkende sancties, in overeenstemming met Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen1, Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden2, en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)3. 2. Wat de communautaire acties betreft die uit hoofde van onderhavig besluit worden gefinancierd, wordt onder het begrip onregelmatigheid in de zin van artikel 1, lid 2, van Verordening (EG,Euratom) nr. 2988/95 verstaan: elke inbreuk op een bepaling van het communautaire recht of elke inbreuk op een contractuele verplichting die voortvloeit uit een handeling of een nalatigheid door een marktdeelnemer waardoor de algemene begroting van de Gemeenschappen of de door de Gemeenschappen beheerde begrotingen worden of zouden kunnen worden benadeeld door een onverschuldigde uitgave. | ||||||
|
3. De Commissie ziet erop toe dat bij de financiering van de communautaire acties uit hoofde van onderhavig besluit de gunstigste kosten-batenverhouding wordt bereikt. ________ 1 PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1. 2 PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2. 3 PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1. | ||||||
Motivering | |||||||
Het Financieel Reglement is de belangrijkste rechtstekst waar het gaat om bescherming van financiële belangen. | |||||||
Amendement 10 Artikel 10, lid 3 | |||||||
3. De Commissie zorgt ervoor dat het programma drie jaar na het begin ervan en na afloop ervan wordt geëvalueerd. De Commissie deelt de conclusies van de evaluatie met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. |
3. De Commissie zorgt ervoor dat het programma drie jaar na het begin ervan, twee jaar vóór de afloop ervan, en na afloop ervan wordt geëvalueerd. De Commissie deelt de conclusies van de evaluatie met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. | ||||||
Motivering | |||||||
Het is belangrijk dat in geval van verlenging van het programma een recente evaluatie voorligt. | |||||||
Amendement 11 Bijlage 1, punt 1.1 bis (nieuw) | |||||||
|
1.1 bis. Voorlichting aan de consumenten over de gevaren van vervalste producten voor hun gezondheid en veiligheid. | ||||||
Motivering | |||||||
De consument moet beter wordt voorgelicht over de gevaren van sommige vervalste producten, bijvoorbeeld geneesmiddelen, cosmetica, speelgoed, auto-onderdelen enz, voor zijn gezondheid en veiligheid. | |||||||
Amendement 12 Bijlage 3, doelstelling IV, actie 18 | |||||||
Financiële bijdrage aan het functioneren van communautaire consumentenorganisaties |
Financiële bijdrage aan het functioneren van communautaire consumentenorganisaties, en meer specifiek in de nieuwe lidstaten. | ||||||
Motivering | |||||||
In de nieuwe lidstaten hebben de consumentenorganisaties grote behoefte aan financiering met het oog op de ontwikkeling van hun capaciteiten, aangezien de meeste van deze organisaties net zijn opgericht en geen enkele overheidssteun ontvangen. |
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) - consumentenaspecten | ||||||
Document- en procedurenummers |
(COM(2005)0115 – C6-0225/2005 – 2005/0042B(COD) | ||||||
Commissie ten principale |
IMCO | ||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
BUDG |
|
|
|
| ||
Nauwere samenwerking |
Nee |
|
|
|
| ||
Rapporteur(s) |
Brigitte Douay |
| |||||
Vervangen rapporteur(s) |
- |
| |||||
Behandeling in de commissie |
25.1.2006 |
|
|
|
| ||
Datum goedkeuring |
25.1.2006 | ||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
Unaniem
| |||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Herbert Bösch, Simon Busuttil, Paulo Casaca, Brigitte Douay, Bárbara Dührkop Dührkop, Markus Ferber, Neena Gill, Louis Grech, Catherine Guy-Quint, Jutta D. Haug, Anne E. Jensen, Wiesław Stefan Kuc, Janusz Lewandowski, Vladimír Maňka, Mario Mauro, Giovanni Pittella, Wojciech Roszkowski, Anders Samuelsen, Nina Škottová, László Surján, Helga Trüpel, Yannick Vaugrenard, Kyösti Tapio Virrankoski, Ralf Walter, Marilisa Xenogiannakopoulou | ||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Paul Rübig, Margarita Starkevičiūtė | ||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid 2) |
| ||||||
Opmerkingen |
... | ||||||
- [1] COM(2005)0115, blz. 3, punt 2.1.
- [2] Nog niet in het PB gepubliceerd.
ADVIES van de Commissie juridische zaken (1.2.2006)
aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming
inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) - consumentenaspecten
(COM(2005)0115 – C6‑0225/2005 – 2005/0042B(COD))
Rapporteur voor advies: Aloyzas Sakalas
BEKNOPTE MOTIVERING
In het voorstel van de Commissie worden gezondheids- en consumentenbeschermingsbeleid in één kader samengevoegd. Op verzoek van de ten principale bevoegde commissies (interne markt en milieubescherming) heeft de Conferentie van voorzitters op 30 juni 2005 besloten het voorstel te splitsen. De Commissie juridische zaken onderschrijft dit besluit graag, gezien het gevaar dat het volksgezondheidsbeleid voorrang krijgt boven het consumentenbeschermingsbeleid. Bovendien worden de beloofde schaalvoordelen in de uitgebreide impactstudie van de Commissie niet hard gemaakt. De Commissie juridische zaken heeft zich niettemin beziggehouden met de onderdelen van het voorstel die zij tot haar bevoegdheid rekent zoals deze in het Reglement is omschreven. Dit advies is dus gericht aan de Commissie interne markt die ten principale bevoegd is voor het onderdeel van het voorstel dat op de consumentenbescherming betrekking heeft.
Het voorstel behelst een programma met een looptijd van zeven jaar dat het lopende programma moet vervangen dat was gebaseerd op Besluit 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007. De Commissie juridische zaken acht het terecht dat de looptijd van het programma samenvalt met die van het Financieel Perspectief van de Unie, zoals dat uiteindelijk in de Europese Raad van december 2005 is goedgekeurd. Ook de uitbreiding van de doelstellingen van consumentenbescherming verwelkomt zij. Niettemin wil de commissie enkele amendementen voorstellen die aan de verbetering van het Europese consumentenbeschermingsbeleid moeten bijdragen.
Het besluit waarbij het huidige programma werd ingevoerd, had artikel 153 van het Verdrag tot rechtsgrondslag, en dat is ook de rechtsgrondslag van het huidige voorstel. De Commissie juridische zaken beschouwt deze voorgestelde rechtsgrondslag als juiste keuze. Aan het subsidiariteitsbeginsel wordt voldaan, omdat het besluit tot vaststelling van een programma, waarbij dus een kader wordt geschapen voor ondersteuning van de acties van de lidstaten, het meest geschikte instrument is om de nagestreefde doelstellingen te realiseren.
De uitgebreide impactstudie van de strategie en het programma vermeldt in punt 2.2 dat er uitdagingen zijn die "alleen op EU-niveau kunnen worden aangepakt" en dat nationaal optreden met maatregelen van de Gemeenschap moet worden aangevuld. Te dien einde is de Commissie ook van plan om het werkterrein van het uitvoerend agentschap voor de volksgezondheid uit te breiden door oprichting van een Europees Consumenteninstituut, dat de acties voor consumentenbescherming moet uitvoeren. De Commissie juridische zaken steunt dit idee, maar bepleit dat eerst een analyse wordt uitgevoerd. Zij stelt voor het Europees agentschap voor consumentenbescherming los te koppelen van het agentschap voor volksgezondheid, al zouden zij wel samen gebruik kunnen maken van infrastructuur, faciliteiten en personeel.
Het voorgestelde programma lijkt een toegevoegde waarde op te leveren ten opzichte van de bestaande maatregelen op het gebied van consumentenbescherming, wanneer men bedenkt dat er in 2004 nieuwe lidstaten tot de EU zijn toegetreden, in sommige waarvan de tradities van consumentenbescherming en consumentenbetrokkenheid bij de beleidsvorming nog niet diep is geworteld. Een ander probleem dat voor de gehele Unie geldt, is dat consumenten de interne markt nog niet ten volle weten te benutten, door gebrek aan vertrouwen, onvoldoende aandacht voor consumentenbelangen in Europese beleidsvorming op andere terreinen en door de zwakke organisatiegraad onder consumenten. De thans beschikbare financiële en menselijke hulpmiddelen stellen de Commissie bovendien niet in staat om stelselmatig en consistent gegevens in te zamelen over verschillende aspecten van consumentenbescherming en een kennisbasis op te bouwen voor de ontwikkeling van consumentenbescherming op EU-niveau.
AMENDEMENTEN
De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie interne markt en consumentenbescherming onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Door de Commissie voorgestelde tekst[1] |
|
Amendementen van het Parlement |
AMENDEMENTEN OP VOORSTEL 1
Amendement 1
Overweging 3
(3) In het kader van één geïntegreerd programma, met behoud van de kernelementen en de specifieke kenmerken van de bestaande acties op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, kunnen de synergieën tussen de doelstellingen maximaal worden benut en kunnen de acties op deze gebieden efficiënter worden beheerd. Het samenvoegen van activiteiten op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming in één programma kan bijdragen tot de verwezenlijking van gemeenschappelijke doelstellingen, namelijk burgers beschermen tegen risico's en bedreigingen, hen beter in staat stellen met kennis van zaken en in hun eigen belang beslissingen te nemen, en gezondheids- en consumentendoelstellingen in alle communautaire beleidsgebieden en activiteiten integreren. Het samenvoegen van administratieve structuren en systemen kan bijdragen tot een efficiëntere uitvoering van het programma en een optimaal gebruik van de beschikbare communautaire middelen voor gezondheid en consumentenbescherming. |
(3) In het kader van één geïntegreerd programma, met behoud van de kernelementen en de specifieke kenmerken van de bestaande acties op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming, kunnen de synergieën tussen de doelstellingen maximaal worden benut en kunnen de acties op deze gebieden efficiënter worden beheerd. Het samenvoegen van activiteiten op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming in één programma kan bijdragen tot de verwezenlijking van gemeenschappelijke doelstellingen, namelijk het vertrouwen van de burgers in de interne markt vergroten, burgers beschermen tegen risico's en bedreigingen, hen beter in staat stellen met kennis van zaken en in hun eigen belang beslissingen te nemen, en gezondheids- en consumentendoelstellingen in alle communautaire beleidsgebieden en activiteiten integreren. Het samenvoegen van administratieve structuren en systemen kan bijdragen tot een efficiëntere uitvoering van het programma en een optimaal gebruik van de beschikbare communautaire middelen voor gezondheid en consumentenbescherming. |
Motivering
Het beleid inzake volksgezondheid en consumentenbescherming moet gericht zijn op de verbetering van de levenskwaliteit van de EU-burgers op gezondheidsgebied, alsook op meer veiligheid en meer vertrouwen in de producten van de interne markt.
Amendement 2 Overweging 14 bis (nieuw) | |
|
(14 bis) De Commissie werkt een voorstel uit voor oprichting van een agentschap dat de taken van het beoogde Europees consumenteninstituut uitvoert, in dier voege dat dit agentschap los staat van het uitvoerend agentschap voor het volksgezondheidsprogramma, maar wel medegebruik maakt van diens infrastructuur en faciliteiten. |
Motivering | |
De Commissie moet worden gesteund in het beheer van de consumentenbeschermingsacties, en er is een orgaan nodig dat in staat is alle dataonderzoek te verrichten dat voor de consumentenbeschermingsdoelstellingen van belang is. Gelet op de splitsing van het oorspronkelijke voorstel in twee delen, hoeft een "consumenteninstituut" (de juiste naam kan worden gekozen bij het moment van oprichting) geen deel uit te maken van het volksgezondheidsagentschap, maar om economische redenen is het wellicht dienstig als beide instituten van dezelfde voorzieningen gebruikmaken. |
Amendement 3
Overweging 14 ter (nieuw)
|
(14 ter) Het Directoraat-generaal gezondheid en consumentenbescherming van de Commissie verbindt zich tot nauwe samenwerking met andere directoraten-generaal van de Commissie vanaf het eerste moment waarop hun werkzaamheden relevantie krijgen voor de consumentenbescherming. Dit geldt in het bijzonder voor de werkzaamheden binnen het Directoraat-generaal justitie, vrijheid en veiligheid op het gebied van het burgerlijk recht (internationaal privaatrecht, mediation, alternatieve geschillenbeslechting, rechtshulp). |
Motivering
Veel wetgevingsvoorstellen die door het Directoraat-generaal justitie, vrijheid en veiligheid worden voorbereid, zijn van belang voor de consumentenbescherming. De Commissie dient te worden verplicht om te zorgen voor adequaat intern overleg. Dit amendement beantwoordt aan de noodzaak om het consumentenbeschermingsbeleid in ander Gemeenschapsbeleid te integreren.
Amendement 4
Artikel 2, lid 1
1. Het programma dient ter aanvulling en ondersteuning van het beleid van de lidstaten en draagt bij tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de burgers. |
1. Het programma dient via acties met toegevoegde waarde ter aanvulling en ondersteuning van het beleid van de lidstaten en draagt bij tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de burgers. |
Motivering
De verbetering van de gezondheid van de Europese burgers is het ultieme doel van alle acties die in het kader van het Verdrag op het gebied van de volksgezondheid worden ondernomen, waarbij modernisering op basis van onderzoek noodzakelijk is.
Amendement 5
Artikel 2, lid 2, letter c), streepje 2
– een betere regelgeving inzake consumentenbescherming; |
– een betere regelgeving inzake consumentenbescherming, met name een betere integratie van het beleid inzake consumentenbescherming in andere communautaire beleidsgebieden, vooral op gebied van het burgerlijk recht; |
Motivering
De nodige consistentie met andere communautaire beleidsgebieden moet als een specifiek doel van het programma worden vermeld.
Amendement 6
Artikel 3 bis (nieuw)
|
Artikel 3 bis Begunstigden 1. De financiële bijdragen voor de gezamenlijke acties 6 en 16 kunnen worden toegekend aan overheidsinstanties of non-profitorganisaties die door de betrokken lidstaat of bevoegde autoriteit worden aangewezen en door de Commissie aanvaard. 2. De financiële bijdragen voor actie 17 kunnen worden toegekend aan Europese consumentenorganisaties die: a) niet-gouvernementeel zijn, geen winstoogmerk hebben, onafhankelijk zijn van het bedrijfsleven, vrij zijn van handels-, zakelijke of andere tegenstrijdige belangen en die als belangrijkste doelstelling en activiteit de behartiging van belangen van de consument bij het normalisatieproces in de Gemeenschap behartigen en b) die in tenminste twee derde van de lidstaten officieel de opdracht hebben gekregen de belangen van consumenten op communautair niveau te behartigen - van organisaties die, overeenkomstig nationale voorschriften of praktijken, nationale consumentenorganisaties in de lidstaten vertegenwoordigen, of, - bij afwezigheid van dergelijke organisaties, van nationale consumentenorganisaties in de lidstaten die, overeenkomstig nationale voorschriften of praktijken, de consument vertegenwoordigen en nationaal actief zijn. 3. De financiële bijdragen voor actie 18 kunnen worden toegekend aan Europese consumentenorganisaties die: a) niet-gouvernementeel zijn, geen winstoogmerk hebben, onafhankelijk zijn van het bedrijfsleven en vrij zijn van handels-, zakelijke of andere tegenstrijdige belangen en die als belangrijkste doelstelling en activiteit de bevordering en de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consument in de Gemeenschap nastreven en b) officieel de opdracht hebben gekregen van nationale consumentenorganisaties uit minstens de helft van de lidstaten - nationale consumentenorganisaties die de consument overeenkomstig nationale voorschriften of praktijken vertegenwoordigen en regionaal of nationaal actief zijn - om de belangen van de consument in de Gemeenschap te behartigen en c) de Commissie toereikende bewijsstukken hebben overgelegd met betrekking tot hun lidmaatschap, intern reglement en financieringsbronnen. |
Motivering
De voorwaarden waaraan organisaties moeten voldoen die in het kader van het programma worden gefinancierd, dienen dezelfde te zijn als genoemd in artikel 7 van het thans geldende Besluit 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007.
Amendement 7
Artikel 9
Gedurende de uitvoering van het programma worden betrekkingen met derde landen die niet aan het programma deelnemen en internationale organisaties aangemoedigd. |
Gedurende de uitvoering van het programma worden betrekkingen met derde landen die niet aan het programma deelnemen en internationale organisaties aangemoedigd, met name ten aanzien van productveiligheid en de aanpak van malafide handelaren. |
Motivering
Zowel de burgers beter in staat stellen met kennis van zaken en in hun eigen belang op gezondheidsgebied en als consument beslissingen te nemen, als ten volle de synergieën tussen diensten van de verschillende lidstaten benutten, zijn noodzakelijke componenten bij de vaststelling van het communautair beleid op het gebied van gezondheid en bescherming van de Europese burgers.
Amendement 8
Bijlage 3, Doelstelling I, Actie 2
Actie 2: Verzameling en uitwisseling van de nodige gegevens en informatie met het oog op de ontwikkeling van het consumentenbeleid en de integratie van consumentenbelangen in andere communautaire beleidsgebieden, onder andere door onderzoek naar de attitudes van consumenten en bedrijven, consumentengerelateerd en ander marktonderzoek op het gebied van financiële diensten, en verzameling en analyse van statistische en andere relevante gegevens; het statistische onderdeel zal waar nodig worden ontwikkeld met behulp van het communautair statistisch programma. |
Actie 2: Verzameling en uitwisseling van de nodige gegevens en informatie met het oog op de ontwikkeling van het consumentenbeleid en de integratie van consumentenbelangen in andere communautaire beleidsgebieden, onder andere door onderzoek naar de attitudes van consumenten en bedrijven, met name hoe verschillende rechtsstelsels en het gebrek aan een doeltreffende grensoverschrijdende klachtenafhandeling het consumentengedrag op de interne markt beïnvloeden, consumentengerelateerd en ander marktonderzoek op het gebied van financiële diensten, en verzameling en analyse van statistische en andere relevante gegevens; het statistische onderdeel zal waar nodig worden ontwikkeld met behulp van het communautair statistisch programma. |
Motivering
Er zijn tal van aanwijzingen dat verschillende rechtsstelsels de consument ervan weerhouden zijn recht op grensoverschrijdende aankopen uit te oefenen.
Amendement 9
Bijlage 3, Doelstelling II, Actie 4, punt 4.4
4.4 Juridische en technische knowhow voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen met betrekking tot de economische belangen van de consumenten |
4.4 Juridische en technische knowhow voor de ontwikkeling van beleidsmaatregelen met betrekking tot de economische belangen van de consumenten, waartoe ook behoort de verdere bestudering van een model voor een Europese groepsactie. |
Amendement 10 Bijlage 3, Doelstelling III, Actie 6 | |
Actie 6: Financiële bijdragen voor specifieke gezamenlijke surveillance- en handhavingsacties ter verbetering van de administratieve samenwerking en de samenwerking bij de handhaving van de Europese wetgeving inzake consumentenbescherming, waaronder de richtlijn inzake algemene productveiligheid, en andere acties in het kader van administratieve samenwerking |
Actie 6: Financiële bijdragen voor specifieke gezamenlijke surveillance- en handhavingsacties ter verbetering van de administratieve samenwerking en de samenwerking bij de handhaving van de Europese wetgeving inzake consumentenbescherming, waaronder de richtlijn inzake algemene productveiligheid, en andere acties in het kader van administratieve samenwerking, onder de in artikel 3 bis, lid 1 genoemde voorwaarden |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit amendement 3. | |
Amendement 11 Bijlage 3, Doelstelling IV, Actie 16 | |
Actie 16: Financiële bijdrage aan gezamenlijke acties in samenwerking met communautaire netwerken van overheidsinstanties of non-profitorganisaties die informatie verstrekken en bijstand verlenen aan consumenten om hen te helpen hun rechten uit te oefenen en toegang te krijgen tot geschillenbeslechting (het Europees netwerk van bureaus voor consumentenvoorlichting) |
Actie 16: Financiële bijdrage aan gezamenlijke acties in samenwerking met communautaire netwerken van overheidsinstanties of non-profitorganisaties die informatie verstrekken en bijstand verlenen aan consumenten om hen te helpen hun rechten uit te oefenen en toegang te krijgen tot geschillenbeslechting (het Europees netwerk van bureaus voor consumentenvoorlichting), , onder de in artikel 3 bis, lid 1 genoemde voorwaarden |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit amendement 3. | |
Amendement 12 Bijlage 3, Doelstelling IV, Actie 16 | |
Actie 16: Financiële bijdrage aan gezamenlijke acties in samenwerking met communautaire netwerken van overheidsinstanties of non-profitorganisaties die informatie verstrekken en bijstand verlenen aan consumenten om hen te helpen hun rechten uit te oefenen en toegang te krijgen tot geschillenbeslechting (het Europees netwerk van bureaus voor consumentenvoorlichting) |
Actie 16: Financiële bijdrage aan gezamenlijke acties in samenwerking met communautaire netwerken van overheidsinstanties of non-profitorganisaties die informatie verstrekken en bijstand verlenen aan consumenten om hen te helpen hun rechten uit te oefenen en toegang te krijgen tot rechtshulp en advies, mediation en andere vormen van alternatieve geschillenbeslechting, waaronder ook het SOLVIT-systeem van de Commissie, welke alle onder het domein moeten worden gebracht van het Europees netwerk van bureaus voor consumentenvoorlichting. Het bijstaan van de nieuwe lidstaten en de toetredingslanden moet hierbij bijzondere aandacht krijgen. |
Motivering | |
Deze actie dient een zo ruim mogelijk toepassingsgebied te krijgen en de bestaande mechanismen omvatten waarover de burger beschikt, waaronder het SOLVIT-systeem. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de nieuwe of de toetredende lidstaten ter ondersteuning van hun minder ontwikkelde consumentenorganisaties. | |
Amendement 13 Bijlage 3, Doelstelling IV, Actie 17 | |
Actie 17: Financiële bijdrage aan het functioneren van communautaire consumentenorganisaties die de belangen van de consument behartigen bij de ontwikkeling op communautair niveau van normen voor producten en diensten |
Actie 17: Financiële bijdrage aan het functioneren van communautaire consumentenorganisaties die de belangen van de consument behartigen bij de ontwikkeling op communautair niveau van normen voor producten en diensten, onder de in artikel 3 bis, lid 2 genoemde voorwaarden. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit amendement 3. | |
Amendement 14 Bijlage 3, Doelstelling IV, Actie 18 | |
Actie 18: Financiële bijdrage aan het functioneren van communautaire consumentenorganisaties |
Actie 18: Financiële bijdrage aan het functioneren van communautaire consumentenorganisaties, onder de in artikel 3 bis, lid 3 genoemde voorwaarden. |
Motivering | |
Dit amendement vloeit voort uit amendement 3. |
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) - consumentenaspecten | |||||
Document- en procedurenummers |
COM(2005)0115 – C6 0225/2005 – 2005/0042B(COD) | |||||
Commissie ten principale |
IMCO | |||||
Advies uitgebracht door |
JURI | |||||
Nauwere samenwerking – datum bekendmaking |
Nee | |||||
Rapporteur voor advies |
Aloyzas Sakalas | |||||
Vervangen rapporteur voor advies |
| |||||
Behandeling in de commissie |
28.11.2005 |
|
|
|
| |
Datum goedkeuring |
31.1.2006 | |||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
18 | ||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Maria Berger, Bert Doorn, Giuseppe Gargani, Kurt Lechner, Klaus-Heiner Lehne, Katalin Lévai, Marcin Libicki, Hans-Peter Mayer, Aloyzas Sakalas, Francesco Enrico Speroni, Rainer Wieland, Nicola Zingaretti, Jaroslav Zvěřina, Tadeusz Zwiefka | |||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Alexander Nuno Alvaro, Nicole Fontaine, Jean-Paul Gauzès, Roland Gewalt, Eva Lichtenberger, Manuel Medina Ortega, Michel Rocard | |||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
| |||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
... | |||||
- [1] Nog niet in het PB gepubliceerd.
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) - consumentenaspecten | |||||
Document- en procedurenummers |
COM(2005)0115 – C6‑0225/2005 – 2005/0042B(COD) | |||||
Datum indiening bij EP |
6.7.2005 | |||||
Commissie ten principale |
IMCO | |||||
Medeadviserende commissie(s) |
BUDG |
JURI |
ENVI 7.7.2005 |
|
| |
Geen advies |
ENVI 14.9.2005 |
|
|
|
| |
Nauwere samenwerking |
Nee |
|
|
|
| |
Rapporteur(s) |
Marianne Thyssen |
| ||||
Vervangen rapporteur(s) |
|
| ||||
Vereenvoudigde procedure – datum besluit |
| |||||
Betwisting rechtsgrondslag |
|
/ |
JURI |
|
| |
Wijziging financiële voorzieningen |
|
/ |
BUDG |
|
| |
Raadpleging Europees Economisch en Sociaal Comité – datum EP-besluit |
| |||||
Raadpleging Comité van de regio's – datum EP-besluit |
| |||||
Behandeling in de commissie |
12.7.2005 |
14.9.2005 |
23.11.2005 |
25.1.2006 |
21.2.2006 | |
Datum goedkeuring |
21.2.2006 | |||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
30 0 0 | ||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Godfrey Bloom, Charlotte Cederschiöld, Mia De Vits, Janelly Fourtou, Evelyne Gebhardt, Małgorzata Handzlik, Malcolm Harbour, Anna Hedh, Alexander Lambsdorff, Kurt Lechner, Lasse Lehtinen, Arlene McCarthy, Toine Manders, Manuel Medina Ortega, Béatrice Patrie, Zita Pleštinská, Zuzana Roithová, Luisa Fernanda Rudi Ubeda, Heide Rühle, Leopold Józef Rutowicz, Andreas Schwab, József Szájer, Marianne Thyssen, Jacques Toubon, Bernadette Vergnaud, Barbara Weiler | |||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Simon Coveney, Cecilia Malmström, Joseph Muscat, Alexander Stubb, Gary Titley, Anja Weisgerber | |||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
| |||||
Datum indiening |
23.2.2006 | |||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
... | |||||