VERSLAG over de communautaire strategie inzake kwik
27.2.2006 - (2005/2050(INI))
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Marios Matsakis
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over de communautaire strategie inzake kwik
Het Europees Parlement,
– gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de communautaire strategie inzake kwik (COM2005/0020),
- gezien PARCOM-besluit 90/3 over de beperking van de atmosferische emissies van bestaande chloor-alkali-installaties,
– gelet op artikel 45 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6‑0044/2006),
A. overwegende dat kwik en de bestanddelen daarvan bijzonder giftig zijn voor de mensen, die in verschillende ecosystemen leven, en voor de wilde flora en fauna,
B. overwegende dat kwik moeilijk afbreekbaar is en in het milieu kan veranderen in methylkwik, de meest giftige vorm, die de placentabarrière en de bloed-hersen-barrière kan doorbreken en schade veroorzaken aan de zich ontwikkelende hersens,
C. overwegende dat correct opgeslagen en geïsoleerd kwik, waarvan geen risico's door verdamping uitgaan, niettemin op veilige locaties dient te worden opgeslagen, waar zo nodig snel kan worden ingegrepen en die onder voortdurend toezicht staan,
D. overwegende dat kwikvergiftiging een wijdverspreid, hardnekkig en ingewikkeld probleem is dat zich, ver van zijn bronnen, over internationale grenzen verplaatst, waardoor zowel de Europese als de mondiale voedselvoorraden verontreinigd raken; overwegende dat de door de Commissie voorgestelde communautaire strategie inzake kwik een belangrijke bijdrage vormt aan de aanpak van deze wereldwijde bedreiging, maar dat op internationaal en EU-niveau verdere bindende maatregelen moeten worden getroffen teneinde de volksgezondheid en het milieu te beschermen,
E. overwegende dat de Commissie in haar uitgebreide effectbeoordeling heeft verklaard dat de orde van grootte van de schadelijke effecten van kwik op de gezondheid onbekend is, zodat meer informatie over de gezondheidskosten nodig is; echter overwegende dat de communautaire strategie door nadere onderzoeken geen vertraging mag oplopen,
F. overwegende dat kwik en de bestanddelen ervan als prioritair gevaarlijke stoffen worden aangemerkt in Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000, waarin een kader wordt ingesteld voor communautair optreden op het terrein van het waterbeleid[1] (Kaderrichtlijn Water); overwegende dat de Commissie in artikel 16, lid 8 van de gewijzigde richtlijn wordt verzocht uiterlijk in december 2003 een voorstel te doen over de beëindiging of de afbouw van lozingen, emissies en verlies van prioritair gevaarlijke stoffen, maar dat een dergelijk voorstel nog niet is gedaan,
G. overwegende dat de EU de grootste kwikexporteur ter wereld is en dat een uitvoerverbod in de Unie een aanzienlijke bijdrage zou leveren aan het aan banden leggen van de handel en de vermindering van de hoeveelheid kwik in de wereld,
H. overwegende dat overeenkomstig PARCOM-besluit 90/3 in de komende 15 jaar 12.000 ton kwik uit de kwikcel-chloor-alkali-industrie – die over de grootste kwikvoorraad in de EU beschikt – moet worden ontmanteld; overwegende dat de EU dringend moet optreden om de export van overtollig kwik geleidelijk te stoppen, teneinde schade voor het milieu in derde landen te voorkomen, te meer daar de kwikuitvoer door de EU het aanhoudende en uiterst vervuilende gebruik in goudmijnen aanmoedigt, en overwegende dat al dit overtollig kwik veilig moet worden opgeslagen in de EU om verdere schade voor het milieu te vermijden,
I. overwegende dat in Almadèn, Spanje eeuwenlang kwik is gewonnen en dat de sluiting van de mijnen gepaard moet gaan met economische en sociale herstructureringmaatregelen voor het betrokken gebied,
J. overwegende dat dringend een plek moet worden aangewezen waar een veilige opslag van overtollig kwik uit geheel Europa kan plaatsvinden,
K. overwegende dat de belangrijkste bron van het vrijkomen van kwik het verbranden van kolen is en dat emissies door grote stookinstallaties worden geregeld via communautaire wetgeving (Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 over geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging[2] (IPPC-richtlijn) en Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 over de beperking van emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties[3],
L. overwegende dat kwik in amalgaamvullingen de op één na grootste kwikvoorraad in de samenleving vormt; overwegende dat de belangrijkste bron van blootstelling aan kwik voor de meeste mensen in de geïndustrialiseerde landen de inhalering van kwikdamp uit amalgaamvullingen is; overwegende dat emissies uit crematoria nog vele jaren een belangrijke bron van kwikverontreiniging zullen vormen tenzij zeer spoedig antiverontreinigingstechnieken worden ingevoerd die deze emissies aanzienlijk kunnen beperken,
M. overwegende dat het vervangen van kwik in meet- en controlewerktuigen voor huishouden en bedrijf een efficiënte manier is om onvermijdelijk emissie door gebruik en verwijdering aan te pakken,
N. overwegende dat kwikvergiftiging door huishoudelijk afval een groeiend probleem vormt en dat verplichte gescheiden-ophaal- en -verwerkingplannen moeten worden opgesteld voor alle kwikhoudende artikelen die in de maatschappij voorkomen,
O. overwegende dat blootstelling aan methylkwik meestal via de voeding verloopt en dat het zich hoofdzakelijk verzamelt en concentreert in de aquatische voedselketen, waardoor in slechte gezondheid verkerende bevolkingsgroepen en groepen met een hoge vis- en visproductenconsumptie zeer kwetsbaar zijn,
P. overwegende dat blootstelling aan kwik van kwetsbare bevolkingsgroepen (baby’s, kinderen, zwangere vrouwen en vrouwen in de vruchtbare leeftijd) moet worden beperkt en dat de doeltreffendheid van een dergelijke beperking ook feitelijk moet worden gecontroleerd; voorts overwegende dat de bevolking als geheel en met name kwetsbare groepen voorlichting moeten krijgen en attent worden gemaakt op de eventuele gevaren van voedingsmiddelen die besmet kunnen zijn met kwik of bestanddelen daarvan,
Q. overwegende dat bovendien een onafhankelijk onderzoek moet worden ingesteld naar de gevolgen voor de gezondheid van kwikbronnen als amalgaam, kwikhoudende vaccins en desinfecterende middelen,
R. overwegende dat de EU zich dient in te zetten voor een wereldwijde actie om het aanbod van en de vraag naar kwik te verminderen en de handel erin te controleren en dat de Unie op communautair niveau wettelijk bindende maatregelen dient te nemen zodat internationaal optreden aan geloofwaardigheid wint,
S. overwegende dat bij herziening van de strategie in 2010 metingen in de bodem, in de lucht en in water moeten zijn uitgevoerd, publiekelijk toegankelijk moeten zijn en in aanmerking moeten worden genomen,
T. overwegende dat de opname van kwik in zekere mate afhankelijk is van de biotoegankelijkheid in diverse plaatselijke ecosystemen,
1. is ingenomen met de mededeling van de Commissie over een communautaire strategie inzake kwik en beklemtoont de algehele aanpak die wordt gevolgd om op Europees niveau de emissies te laten afnemen en uiteindelijk stop te zetten, vraag en aanbod te verminderen, en voorts het overtollig kwik te beheren en bescherming tegen blootstelling te bieden;
2. beklemtoont in dit verband het belang van de voortzetting van de pogingen van de Unie op internationaal niveau, zoals bijvoorbeeld door middel van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, om emissies en toepassing van kwik wereldwijd terug te dringen, omdat er alternatieven bestaan, en tegelijkertijd de primaire productie ervan geleidelijk te beëindigen en te voorkomen dat overschotten weer op de markt verschijnen;
3. onderstreept dat het noodzakelijk is dat de communautaire strategie door specifieke maatregelen en wetgevingsbesluiten wordt ingevuld zodra dit praktisch haalbaar is;
4. beklemtoont in verband met het bovenstaande de betekenis van het proactieve voorstel van de Commissie om de uitvoer van metaalkwik en de bestanddelen daarvan uit de Unie geleidelijk te beëindigen en verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat het verbod op de uitvoer van kwik door de Unie er zo snel mogelijk komt, maar uiterlijk in 2010;
5. dringt er bij de Commissie op aan vóór maart 2008 maatregelen voor te stellen om de invoer en uitvoer van kwik en de bestanddelen daarvan binnen Europa alsmede de uitvoer vanuit en de invoer in de Unie in kaart te brengen, zodat deze bestaan voor het uitvoerverbod in werking treedt;
6. geeft de Commissie in overweging het bestaande verbod op de uitvoer van kwikhoudende zeep, zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 304/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen[4], uit te breiden tot andere kwikhoudende producten die thans aan gebruiks- en verkoopbeperkingen zijn onderworpen of hieraan in de nabije toekomst onderworpen zullen zijn;
7. verzoekt de Commissie met voorstellen voor wettelijk bindende maatregelen te komen teneinde te garanderen dat alle kwik die uit de chloor- en alkali-industrie komt niet opnieuw in omloop wordt gebracht, op veilige plekken is opgeslagen, voortdurend onder toezicht staat en zich bevindt op plaatsen waar zonodig onmiddellijk actief optreden mogelijk is;
8. verzoekt de Commissie om, naast de bovengenoemde maatregelen, te garanderen dat de volgende elementen in het desbetreffende instrument met betrekking tot de opslag van overtollig kwikmetaal worden opgenomen: minimumveiligheidsnormen, regelmatige en transparante verslaglegging, planning vooraf en ramingen, straffen en sancties;
9. roept de Commissie op het publieke bewustzijn te vergroten door informatiecampagnes te houden met betrekking tot de gevaren voor de gezondheid, de risico's van blootstelling en de milieuproblemen die van kwik uitgaan;
10. beklemtoont voorts het belang van de toepassing van het beginsel "de vervuiler betaalt", met name bij de opslag van overtollig kwik; dringt erop aan dat de voor de kwikproductie verantwoordelijke industrietakken meebetalen aan de veilige opslag van overtollig kwik;
11. dringt er bij de Commissie op aan er tevens voor te zorgen dat Europees primair kwik niet op de Europese markt of de wereldmarkt verschijnt;
12. beklemtoont dat de belangrijkste bron van emissie van kwik kolenverbranding is en verzoekt de Commissie in het kader van de IPPC-richtlijn of via een separaat rechtsinstrument zo spoedig mogelijk tenminste emissiegrenswaarden vast te stellen voor kwik bij alle daarvoor in aanmerking komende activiteiten en in het bijzonder bij grote en kleinschalige kolenverbrandingsprocessen;
13. dringt er bij de Commissie op aan op korte termijn te zorgen voor de nauwgezette tenuitvoerlegging van de IPPC-richtlijn, aangezien het kwikcelproces in de chloor-alkali-industrie niet te boek staat als de best beschikbare methode;
14. roept de Commissie op de noodzakelijke maatregelen te treffen en op korte termijn met betrekking tot kwik zowel grenzen voor de totale nationale uitstoot van de lidstaten als lokale grenswaarden voor de kwaliteit van de lucht voor te stellen in het kader van de relevante bestaande wetgeving of door middel van een nieuw wetsinstrument;
15. roept de Commissie op maatregelen te treffen voor de tenuitvoerlegging van PARCOM-besluit 90/3 teneinde het gebruik van chloor/alkali-installaties met kwikcellen geleidelijk stop te zetten zodra dit praktisch haalbaar is, doch met de bedoeling dat dit uiterlijk in 2010 een feit is;
16. verzoekt de Commissie op korte termijn verdere maatregelen te nemen om kwikemissies van crematoria terug te dringen, gezien het feit dat het hier een toenemende en zorgwekkende bron van emissies betreft;
17. steunt het voorstel van de Commissie om de Groep van deskundigen voor medische hulpmiddelen te verzoeken zich te buigen over potentiële risico's van het gebruik van kwik in amalgaam voor de tandheelkunde, en dringt erop aan dat de Commissie tegelijkertijd maatregelen treft om ervoor te zorgen dat de communautaire eisen ten aanzien van de behandeling van tandafval naar behoren worden toegepast;
18. verzoekt de Commissie de verkoop van kwikbevattende meet- en controleapparatuur zowel voor privé-gebruik als voor bedrijven te beperken (met name in huishoudens, instellingen van gezondheidszorg, scholen en wetenschappelijke en onderzoeksinstellingen), maar ruimte te bieden voor bepaalde uitzonderingen, doch alleen in die gevallen waarin nog geen geschikte alternatieven voorhanden zijn. Dergelijke uitzonderingen zouden tevens van toepassing moeten zijn op zeldzame gevallen van instandhouding van museumcollecties of industrieel erfgoed;
19. verzoekt de Commissie op korte termijn maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat alle kwikbevattende artikelen (niet alleen elektrische en elektronische) die momenteel in de maatschappij in omloop zijn gescheiden worden ingezameld en op veilige manier worden behandeld;
20. dringt er bij de Commissie op aan de toepassing van kwik bij de productie van vaccins aan te pakken, zoals vermeld in de conclusies van de Raad van 24 juni 2005 en een evaluatie uit te voeren om te komen tot een beperking van dergelijke toepassingen en tenslotte tot een volledig verbod, zodra er geschikte en veilige alternatieven bestaan, en het onderzoek te ondersteunen naar haalbare opties om in de toekomst in de ontwikkelingslanden vaccins in multidose-toedieningsvormen zonder thiomersal te kunnen toepassen;
21. dringt er bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat voorrang wordt verleend aan en voldoende middelen ter beschikking worden gesteld voor onderzoek naar kwik, middels het zevende O&O-kaderprogramma en andere geschikte financiële mechanismen;
22. dringt er bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat geprobeerd wordt alle resterende toepassingen van kwik, die niet zijn opgenomen in de voorgestelde strategie, te vervangen door veilige alternatieven, in het kader van de voorgestelde REACH-verordening, zodra deze is goedgekeurd;
23. onderstreept het belang van maatregelen tegen blootstelling en voor verbetering van het begrip en erkent het belang van bewustwording bij het publiek, communicatie en voorlichting, met name over de gezondheidsrisico's van blootstelling aan kwik; benadrukt de noodzaak van toegang tot milieu-informatie overeenkomstig het Verdrag van Aarhus;
24. roept de Commissie op de mogelijkheden te onderzoeken om de verslaglegging van de lidstaten aan de EFSA inzake gegevens over het kwikgehalte in de voeding bij kwetsbare deelpopulaties aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) verplicht te stellen, en het Wetenschappelijk Comité voor gezondheids- en milieurisico's te verzoeken een risicobeoordeling inzake de effecten van kwik bij kwetsbare groepen uit te voeren;
25. roept de Commissie in dit verband ook op prioriteit te verlenen aan de financiering van de communicatie met kwetsbare deelpopulaties over de schadelijke effecten van kwik, en verzoekt haar goede praktijken op dit gebied uit te wisselen;
26. roept de Commissie op een globale gezondheidseffectrapportage uit te voeren om de gezondheidskosten door de verontreiniging met kwik te onderzoeken, met inbegrip van de verminderde intellectuele capaciteiten van Europese kinderen ten gevolge van de blootstelling aan kwik;
27. dringt er bij de Commissie op aan zo snel mogelijk haar verplichting in het kader van de Kaderrichtlijn water na te komen, dat zij al in december 2003 passende emissiecontroles en kwaliteitsnormen had moeten vaststellen in verband met een geleidelijke beëindiging van lozingen, emissies en verlies van kwik en de bestanddelen daarvan in het aquatisch milieu;
28. is ingenomen met het voorstel van de Commissie om een onderzoek in te stellen naar het voorkomen van diverse soorten vis en visserijproducten in het voedingspatroon van kwetsbare bevolkingsgroepen en is van mening dat dringend maatregelen moeten worden genomen ter vermindering van de blootstelling van kwetsbare groepen tot beneden de internationaal aanvaarde normen voor een veilig niveau van methylkwik;
29. dringt er bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat zo spoedig mogelijk een programma voor het testen in heel Europa van het niveau aan methylkwik en de cofactoren die van invloed zijn op de absorptie en/of het effect daarvan in vis, met inbegrip van grote roofvissen, wordt ingevoerd, zodat door de EFSA een consumptieadvies kan worden uitgegeven voor vis met een hoog kwikgehalte, waarbij de nadruk speciaal moet liggen op richtsnoeren voor kwetsbare bevolkingsgroepen; is van mening dat een dergelijk programma rekening dient te houden met de bijzondere risico's die verband houden met het feit dat in sommige ecosystemen de transformatie van kwik tot biobeschikbaar methylkwik sneller verloopt dan in andere;
30. dringt er in hetzelfde verband bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat kwik bij met name kwetsbare bevolkingsgroepen wordt opgenomen in het biomonitoringprogramma waarvoor oorspronkelijk ruimte was gecreëerd in het "Europees actieplan voor milieu en gezondheid 2004-2010" (COM(2004)0416), waarop door het Europees Parlement in zijn resolutie daarover van 23 februari 2005[5] was aangedrongen;
31. is ingenomen met de conclusie van de Raad waarin wordt erkend dat er problemen op sociaal- en milieugebied voortvloeien uit de sluiting van de oude kwikmijnen in Almadèn, Spanje, als gevolg van de communautaire strategie inzake kwik; en dringt erop aan dat passende, door de Commissie gefinancierde compensatie wordt geboden zodat het door de sluiting van kwikmijnen getroffen gebied kan zorgen voor levensvatbare economische en sociale alternatieven; beklemtoont dat de mogelijkheid dient te worden onderzocht of Almadèn kan worden gebruikt voor de veilige opslag van bestaande metallische kwikvoorraden of van kwikmetaal dat in Europa in sub-productie is gebruikt, maar in geen geval van kwikafval, zodat geprofiteerd kan worden van de aldaar bestaande infrastructuur, arbeidskrachten en technologische deskundigheid;
32. ondersteunt maatregelen voor de sanering van en het toezicht op de verontreinigde mijnlocaties, waaronder gesloten mijnen, industriële installaties of opslagplaatsen voor afval uit de mijnbouw of de industrie, waarbij het beginsel van "de vervuiler betaalt" gehanteerd dient te worden;
33. is ingenomen met alle acties die door de Commissie op internationaal niveau worden voorgesteld en acht het van belang dat de Commissie en de lidstaten internationaal optreden ondersteunen en bevorderen met het doel een overeenkomst te bereiken over de tenuitvoerlegging van een wereldomvattend wetsinstrument inzake kwik;
34. is sterk voorstander van initiatieven die erop zijn gericht de zogeheten PIC-procedure (Prior Informed Consent) van het Verdrag van Rotterdam en/of het Verdrag van Bazel voor kwik verplicht te stellen, teneinde de transparantie in de kwikhandel te vergroten;
35. beklemtoont het belang van samenwerking van de Unie met de belangrijkste mijnbouwlanden, Algerije en Kirgizië, met het oog op de geleidelijke beëindiging van het aanbod van primair kwik op de wereldmarkt, door steun aan daarop gerichte acties;
36. beklemtoont dat het belangrijk is dat de Unie het initiatief neemt voor de organisatie van bilaterale bijeenkomsten met andere regio's, zoals de G77 en China, zodat een betere voorbereiding plaatsvindt van de onderhandelingen tijdens de Beheersraad van het UNEP, die voor 2007 op de agenda staat;
37. verzoekt de Commissie de mogelijkheid te onderzoeken voor het bieden van technische steun en kennis aan de betrokken ontwikkelingslanden en aan landen wier economieën zich in een overgangsfase bevinden, om te bereiken dat geleidelijk een einde komt aan de toepassing en het vrijkomen van kwik en bestanddelen daarvan;
38. benadrukt dat bovendien het gebruik van amalgaam in de nieuwe industrielanden en de derdewereldlanden moet worden teruggedrongen;
39. verzoekt de Commissie in overweging van het bovenstaande de lidstaten te vragen verslag te doen van al hun activiteiten en projecten die zij op het gebied van kwik betreffende de ontwikkelingslanden ondernemen, teneinde te kunnen bepalen op welke terreinen behoefte bestaat aan een efficiënter gebruik van EU-middelen;
40. dringt er bij de Commissie op aan zich in te zetten voor de beperking van de toepassing van kwik bij goudwinning door enerzijds bruikbare technieken te stimuleren waarbij geen kwik wordt toegepast en anderzijds met een voorstel te komen voor een positief etiketteringsplan voor goud dat zonder de toepassing van kwik gedolven is, zowel voor goud dat binnen als voor goud dat buiten de Europese Unie wordt verwerkt;
41. acht het van het hoogste belang dat bij de samenstelling van de deskundigengroep een evenwicht wordt gewaarborgd tussen tandartsen, toxicologen en specialisten in de milieugeneeskunde;
42. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
TOELICHTING
Inleiding
Kwik is een zwaar metaal, dat soms kwikzilver wordt genoemd en in diverse chemische samenstellingen voorkomt. Kwik is het enige metaal dat in oorspronkelijk vorm een vloeistof is en op kamertemperatuur gebracht langzaam een damp vormt. Natuurverschijnselen (vulkanische activiteit, erosie van rotsen) en menselijk ingrijpen (winning, verbranden van brandstof) kunnen ervoor zorgen dat er kwik in het milieu vrijkomt. De op de wereldmarkt aangeboden kwik wordt voornamelijk verkregen uit de cinnabermijnen in Spanje, China, Kirgizië en Algerije. Herwinning is mogelijk door industriële processen.
Uit de kwikvoorkomens in Almadèn, Spanje worden de grootste hoeveelheden vloeibaar kwikmetaal ter wereld geproduceerd. Van oudsher bedraagt de totale productie ongeveer 250.000 ton, ongeveer 1/3 van de totale hoeveelheid die in de wereld wordt geproduceerd. Kwik wordt al meer dan 2.000 jaar in Almadèn gewonnen en vormt de kern van de sociaal-economische bedrijvigheid in die streek.
Kwik en de bestanddelen ervan zijn bijzonder giftig voor de mens, voor de ecosystemen en voor de flora en fauna. Het is een persistente, diffuse en verontreinigende stof. Kwik kan in het milieu transformeren tot methylkwik, de giftigste vorm, die gemakkelijk door de placentabarrière en de bloed-hersen-barrière heendringt en derhalve schade kan toebrengen aan het zenuwstelsel waardoor het bijzonder schadelijk is voor de ontwikkeling van de foetus.
Kwik vormt een wereldomvattend gevaar, dat nationale en regionale grenzen overschrijdt, lange afstanden door de atmosfeer aflegt en Europese en mondiale voedselvoorraden besmet in een omvang die een groot gevaar voor de gezondheid van de mens vormt.
De Europese Unie is de grootste kwikexporteur ter wereld en nam in 2001 - 2003 ongeveer 30% van het mondiale gebruik voor haar rekening. Het feit dat de EU het voortouw neemt bij de oplossing van de problemen die kwik veroorzaakt is dan ook zonder meer een economische, politieke en morele noodzaak. Voor de bescherming van de gezondheid van mens en milieu is communautair optreden en internationale inzet vereist. De Europese strategie inzake kwik met haar integrale aanpak vormt dan ook een belangrijke bijdrage aan de bestrijding van dit wereldomvattende gevaar.
I. Uitvoerverbod en veilige opslag
De Commissie is voornemens de uitvoer van kwik uit de Unie geleidelijk te beëindigen, door de invoering van een uitvoerverbod dat uiterlijk in 2011 van kracht wordt. Dit verbod dient echter zo spoedig mogelijk, en wel uiterlijk in 2010 van kracht te worden. Onder andere door internationale acties zoals voorgesteld in de resolutie van de beheersraad van het UNEP die in februari 2005 werd goedgekeurd en het GEF/UNDP/UNIDO Global Mercury Project, wordt de druk verhoogd via acties die gericht zijn op vermindering van de vraag naar kwik in de hele wereld. Geraamd wordt dat de chloor-alkali-industrie in de EU in de komende 15 jaar 12.000 ton kwik voor ontmanteling zal aanbieden. Dit overtollig kwik moet veilig worden opgeslagen op veilige locaties, die voortdurend onder toezicht staan en die zonodig onmiddellijke interventie mogelijk maken.
II. Emissiegrenswaarden
De belangrijkste bron van kwikemissies is kolenverbranding. De toepassing van bestaande instrumenten zoals Richtlijn 2001/80/EG ter beperking van zwaveldioxyde zal de kwikemissies doen dalen. Met name primair kwik echter (met een levensduur in de atmosfeer van wel een jaar), dat zich over de hele wereld kan verspreiden, zal nog steeds in het milieu vrijkomen en aldus bijdragen aan wereldwijde verontreiniging. Daarom dienen zo spoedig mogelijk in de IPPC-richtlijn 96/61/EG en/of in separate wetsinstrumenten emissiegrenswaarden voor kwik uit grote stookinstallaties en andere daarmee verband houdende activiteiten te worden ingevoerd. Er bestaan al diverse mogelijkheden voor het indammen van kwikemissies zoals anti-verontreinigingstechnieken, de toepassing van kolen met een laag kwikgehalte, het zuiveren van kolen of overschakeling naar schonere brandstof. Voorts dient, zoals vermeld in de strategie, internationaal optreden overwogen te worden via het protocol over zware metalen van de Long-Range Transboundary Air Pollution Convention (LRTAP).
De emissies uit kleinschalige stookinstallaties worden momenteel niet door het Gemeenschapsrecht gereglementeerd; ook de emissiegrenswaarden voor dergelijke installaties dienen te worden vastgesteld middels een communautair instrument, aangezien het cumulatief effect van kwikemissies uit deze installaties een aanzienlijke bijdrage levert aan het totale emissieniveau.
Kwikemissies uit crematoria vormen een toenemende bron van verontreiniging en moeten op Unie-niveau worden beperkt. Er bestaat al wetgeving in Denemarken, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk en het is zaak deze op elkaar af te stemmen, alvorens meer lidstaten eigen wetgeving invoeren. De relevante OSPAR- aanbeveling heeft slechts betrekking op 12 van de 25 lidstaten, terwijl er geen sanctie staat op het niet-volgen van de aanbeveling.
III. Verbod op kwik in meet- en controleapparatuur
De enige doeltreffende manier voor de aanpak van de onvermijdelijke kwikemissies bij gebruik en verwijdering van meet- en controleapparatuur is de vervanging van kwik bij dit type van producten. Voorbeelden van beperking van de toepassing van gevaarlijke chemische stoffen in producten bestaan al in de EU-wetgeving, namelijk in de Richtlijnen 76/769 en 2002/95. Voorts dient de toepassing van kwik in alle meet- en controleapparatuur voor particulieren en bedrijven (met name in huishoudens, gezondheidszorgfaciliteiten en scholen) te worden beperkt, waarbij uitzonderingen moeten worden gemaakt indien er nog geen geschikte alternatieven voorhanden zijn. Uitzonderingen dienen aan een tijdlimiet te worden gebonden zodat onderzoek en ontwikkeling een prikkel krijgen om een overschakeling naar alternatieve stoffen en technieken door de desbetreffende bedrijfstak te bespoedigen. Een aantal lidstaten zoals Zweden, Denemarken en Nederland hebben ervaring opgedaan met een geslaagde invoering van dergelijke beperkingen.
IV. Ophalen en behandelen van kwikafval
Voor kwikbevattende producten die al in omloop zijn dienen aparte, veilige ophaal- en behandelingsmaatregelen te worden genomen. Veel kwikhoudend afval is afkomstig van huishoudens en het gevaar bestaat dat dit op een ongecontroleerde wijze in het milieu terechtkomt. De Commissie dient in het kader van de strategie voorstellen te doen voor maatregelen om dit probleem op te lossen. Voorts moeten de communautaire eisen voor de behandeling van afval uit amalgaamvullingen correct worden nageleefd.
V. Bescherming tegen en voorlichting over de gevaren van kwik
Gezien het feit dat kwik over eigenschappen als biocumulatie en biomagnificatie beschikt en de gevaren voor de ontwikkeling van de hersenen bij blootstelling aan kwik, is het van essentieel belang dat kwetsbare bevolkingsgroepen (kinderen, zwangere vrouwen en vrouwen in de vruchtbare leeftijd) goed voorgelicht zijn en attent op de eventuele gevaren van visconsumptie. Zoals aanbevolen door EFSA dient er toezicht te zijn op de blootstelling aan kwik van deze kwetsbare groepen en moeten er aanbevelingen worden opgesteld over de consumptie van vis en visserijproducten als onderdeel van het voedingspatroon. Een dergelijk toezicht moet een onderdeel vormen van het controlesysteem voor milieu en gezondheid en het biomonitoringprogramma, dat oorspronkelijk in het kader van het actieplan voor milieu en gezondheid 2004 - 2010 zou plaatsvinden.
VI. Vaccins
Kwik komt in vaccins voor in de vorm van thimerosal, of thiomersal, dat ongeveer 50% methylkwik per gewicht bevat, en ook wordt gebruikt als middel tegen de groei van microben. Aangezien er nog altijd een controverse bestaat over de al dan niet bestaande ongunstige gevolgen voor de gezondheid van de toepassing van thimerosal in vaccins, dient erop te worden gewezen dat de Wereldgezondheidsorganisatie in 1991 tot de conclusie is gekomen dat er nog geen veilig niveau van blootstelling aan kwik is vastgesteld, waaronder geen ongunstige effecten optreden. In diverse lidstaten is al een aantal maatregelen getroffen: in augustus 2004 heeft het Britse ministerie van gezondheid en sociale zaken aangekondigd dat het geen thimoserol meer zou gebruiken in vaccins voor kinderen; in Denemarken heeft het nationaal centraal laboratorium van het Deense gezondheidssysteem al sinds 1992 geen thimoserol in vaccins voor kinderen gebruikt. De situatie in andere lidstaten inzake kwik in vaccins is onduidelijk.
VII. Steun voor en bevordering van internationaal optreden
De Europese Unie en de lidstaten moeten hun internationale inspanning intensiveren en zich inzetten ten gunste van wereldwijde maatregelen voor toezicht op kwikemissies en vraag en aanbod op wereldschaal. Gezien de grensoverschrijdende aard van kwikverontreiniging moeten de inspanningen gericht zijn op een internationaal wetgevingsinstrument voor kwik. Met de twee belangrijkste landen voor de winning van kwik, namelijk Algerije en Kirgizië moet de samenwerking worden versterkt via financiële en technische bijstand, zodat geleidelijk een einde komt aan de productie van primair kwik. Ter voorbereiding van de beheersraad van het UNEP in 2007 moeten de bilaterale contacten met landen als China, India, Rusland en de G77, die in toenemende mate afhankelijk zijn van vaste brandstoffen voor steenkoolcentrales, worden geïntensiveerd.
Conclusies en aanbevelingen
Kwik is giftig voor de mens, voor ecosystemen en voor flora en fauna en vormt een grensoverschrijdend, wereldomvattend gevaar. De kwikverontreiniging is een ingewikkeld probleem en er dienen op diverse fronten maatregelen te worden genomen om de daarmee verbonden aanzienlijke gevaren voor gezondheid en milieu te beperken. De strategie van de Commissie inzake kwik is een welkome stap in de goede richting. De maatregelen die in de strategie worden voorgesteld, moeten worden gevolgd door wetgevingsinstrumenten op de volgende terreinen:
- emissiegrenswaarden voor de daarvoor in aanmerking komende activiteiten
- verplichte verontreinigingsbestrijdingstechnieken voor crematoria
- uitvoerverbod van kwik, uiterlijk in 2010
- veilige opslag van overtollig kwik
- toezicht op en behandeling van afval uit amalgaamvullingen
- beperking van de toepassing van kwik in amalgaamvullingen
- verbod op de toepassing van kwik in meet- en controleapparatuur, mits veilige alternatieven voorhanden zijn.
PROCEDURE
Titel |
De communautaire strategie inzake kwik | ||||||||||
Procedurenummer |
|||||||||||
Reglementsartikel(en) |
art. 45 | ||||||||||
Commissie ten principale |
ENVI 12.5.2005 | ||||||||||
Medeadviserende commissie(s) |
ITRE 12.5.2005 |
|
|
|
| ||||||
Geen advies |
ITRE 14.7.2005 |
|
|
|
| ||||||
Nauwere samenwerking |
Nee |
|
|
|
| ||||||
Rapporteur(s) |
Marios Matsakis 24.5.2005 |
| |||||||||
Behandeling in de commissie |
21.11.2005 |
24.1.2006 |
|
|
| ||||||
Datum goedkeuring |
22.2.2006 | ||||||||||
Uitslag eindstemming |
voor: tegen: onthoudingen: |
50 1 0 | |||||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Adamos Adamou, Georgs Andrejevs, Liam Aylward, Irena Belohorská, Johannes Blokland, John Bowis, Hiltrud Breyer, Martin Callanan, Dorette Corbey, Avril Doyle, Jillian Evans, Anne Ferreira, Karl-Heinz Florenz, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Satu Hassi, Gyula Hegyi, Mary Honeyball, Marie Anne Isler Béguin, Christa Klaß, Eija-Riitta Korhola, Holger Krahmer, Urszula Krupa, Aldis Kušķis, Marie-Noëlle Lienemann, Marios Matsakis, Roberto Musacchio, Riitta Myller, Péter Olajos, Miroslav Ouzký, Vittorio Prodi, Frédérique Ries, Karin Scheele, Carl Schlyter, Horst Schnellhardt, Richard Seeber, Kathy Sinnott, Jonas Sjöstedt, María Sornosa Martínez, Antonios Trakatellis, Evangelia Tzampazi, Thomas Ulmer, Anja Weisgerber, Anders Wijkman | ||||||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
María del Pilar Ayuso González, Philip Bushill-Matthews, Bairbre de Brún, Milan Gaľa, Erna Hennicot-Schoepges, Miroslav Mikolášik, Renate Sommer | ||||||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 178, lid 2) |
Miguel Angel Martínez Martínez | ||||||||||
Datum indiening – A6 |
27.2.2006 |
A6-0044/2006 | |||||||||