VERSLAG over het initiatief van het Koninkrijk Groot-Brittannië en Noord-Ierland met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2003/170/JBZ betreffende het gezamenlijk gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten

17.3.2006 - (10706/2005 – C6‑0255/2005 – 2005/0808(CNS)) - *

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
Rapporteur: Martine Roure

Procedure : 2005/0808(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0064/2006
Ingediende teksten :
A6-0064/2006
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het initiatief van het Koninkrijk Groot-Brittannië en Noord-Ierland met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2003/170/JBZ betreffende het gezamenlijk gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten

(10706/2005 – C6‑0255/2005 – 2005/0808(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het initiatief van het Koninkrijk Groot-Brittannië en Noord-Ierland (10706/2005),

–   gelet op artikel 34, lid 2, onder c) van het EU‑Verdrag,

–   gelet op artikel 39, lid 1 van het EU‑Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6‑0255/2005),

–   gelet op de artikelen 93 en 51 van zijn Reglement

–   gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6‑0064/2006),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het initiatief van het Koninkrijk Groot-Brittannië en Noord-Ierland, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Raad de tekst van het initiatief dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het initiatief van het Koninkrijk Groot-Brittannië en Noord-Ierland;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen van het Koninkrijk Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Door het Koninkrijk Groot-Brittannië en Noord-Ierland voorgestelde tekstAmendementen van het Parlement

Amendement 1

OVERWEGING 1 BIS (nieuw)

 

(1 bis) Wat IJsland en Noorwegen betreft, is dit besluit, met uitzondering van het eerste artikel, leden 1 en 2, te beschouwen als een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis1, vallend onder het gebied bedoeld in artikel 1, letter H, van Besluit 1999/437/EG van de Raad inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst2,

_______________

1 PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

2 PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

Motivering

Het eerste artikel, leden 1 en 2, van het initiatief heeft tot doel bepalingen toe te voegen aan het eerste artikel, de leden 1 en 2, van Besluit 2003/170/JBZ van de Raad betreffende Europol, en heeft derhalve geen betrekking op het Schengenacquis en is daarvan geen ontwikkeling.

Zoals in overweging 17 van Besluit 2003/170/JBZ van de Raad exact werd vermeld welk artikel geen ontwikkeling van het Schengenacquis vormde, moet dat in dit initiatief ook worden vermeld, opdat overweging 17 van Besluit 2003/170/JBZ op adequate wijze kan worden aangepast.

Amendement 2

ARTIKEL 1, PUNT 1
Artikel 1, lid 1, alinea 1 bis (Besluit 2003/170/JBZ)

In dit besluit wordt onder "verbindingsofficier van Europol" verstaan een functionaris van Europol die in een of meer derde landen of bij internationale organisaties wordt gedetacheerd om de samenwerking tussen de autoriteiten van die landen of organisaties, enerzijds, en Europol, anderzijds, te ondersteunen en te coördineren door het onderling uitwisselen van informatie te vergemakkelijken.

In dit besluit wordt onder "verbindingsofficier van Europol" verstaan een functionaris van Europol die in een of meer derde landen of bij internationale organisaties wordt gedetacheerd om de samenwerking, enerzijds tussen de autoriteiten van die landen of organisaties en Europol en anderzijds tussen de door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten gedetacheerde verbindingsofficieren in het derde land of de internationale organisatie waar zij zijn gedetacheerd, te ondersteunen en te coördineren door het onderling uitwisselen van informatie te vergemakkelijken.

Motivering

In de eerste plaats moeten in de Franse tekst de woorden "officier de liaison Europol" worden vervangen door "officier de liaison d'Europol" om de tekst in overeenstemming te brengen met artikel 3 van het besluit van de raad van bestuur van Europol van 15 oktober 1998 en het besluit van de Raad van 3 november 1998.

In de tweede plaats moeten de verbindingsofficieren van Europol tegelijkertijd een functie vervullen die soortgelijk is aan die van de door de lidstaten gedetacheerde officieren, en daarnaast een coördinerende rol spelen bij de werkzaamheden van laatstgenoemden. Door deze dubbele functie wordt voorkomen dat er sprake is van een zinloze overlapping van de werkzaamheden van al deze gedetacheerde officieren, en worden zij in staat gesteld nuttiger en vollediger werk te verrichten, omdat zij voor zover mogelijk het werk in teamverband uitvoeren.

Amendement 3

ARTIKEL 1, PUNT 2
Artikel 1, lid 2, alinea 1 bis (Besluit 2003/170/JBZ)

Dit besluit geldt onverminderd de voorwaarde dat de taken van de verbindingsofficieren van Europol het kader van de Europolovereenkomst, de uitvoeringsregelingen ervan en de samenwerkingsovereenkomsten tussen Europol en het betrokken derde land of de betrokken internationale organisatie niet te buiten mogen gaan.

Dit besluit doet geen afbreuk aan de taken van de verbindingsofficieren van Europol binnen het kader van de Europolovereenkomst, de maatregelen met het oog op de tenuitvoerlegging ervan en de samenwerkingsovereenkomsten tussen Europol en het betrokken derde land of de betrokken internationale organisatie.

Motivering

In de eerste plaats moeten in de Franse tekst de woorden "officier de liaison Europol" worden vervangen door "officier de liaison d' Europol" om de tekst in overeenstemming te brengen met artikel 3 van het besluit van de raad van bestuur van Europol van 15 oktober 1998 en het besluit van de Raad van 3 november 1998.

In de tweede plaats zijn bovenstaande bewoordingen meer op hun plaats.

Amendement 4

ARTIKEL 1, PUNT 2 BIS (nieuw)
Artikel 2, lid 1 (Besluit 2003/170/JBZ)

 

2 bis. Artikel 2, lid 1, wordt vervangen door de volgende tekst:

"1. Elke lidstaat ziet er op passende wijze op toe dat enerzijds zijn verbindingsofficieren rechtstreekse contacten leggen en onderhouden met de bevoegde autoriteiten van het gastland of de internationale organisatie met het oog op de bevordering en de bespoediging van de verzameling en de uitwisseling van informatie, en dat anderzijds zijn verbindingsofficieren zorg dragen voor een onmiddellijke en rechtstreekse uitwisseling van de verzamelde informatiegegevens met Europol."

Motivering

Om te komen tot een werkelijke Europese geest van samenwerking van de politie- en handhavingsdiensten lijkt de rechtstreekse uitwisseling van informatie tussen de gedetacheerde officieren en de centrale organisatie Europol van wezenlijk en het allergrootste belang. Derhalve is het noodzakelijk in de taakomschrijving van deze officieren op te nemen dat zij zorg dragen voor deze onmiddellijke uitwisseling van informatie met Europol.

Amendement 5

ARTIKEL 1, PUNT 2 TER (nieuw)
Artikel 2, lid 3 (Besluit 2003/170/JBZ)

 

2 ter. Artikel 2, lid 3, wordt vervangen door de volgende tekst:

"3. De verbindingsofficieren voeren hun taken uit in het kader van hun bevoegdheden en met inachtneming van de bepalingen zoals die zijn opgenomen in het respectieve recht van hun landen, in de Europolovereenkomst en in de overeenkomsten die eventueel zijn gesloten met de gastlanden of de internationale organisaties, met inbegrip van de bepalingen betreffende de bescherming van persoonsgegevens."

Motivering

De Europolovereenkomst is nog niet omgezet in alle nationale wetgevingen van de lidstaten, en om die reden moet daarnaar in de tekst worden verwezen.

Amendement 6

ARTIKEL 1, PUNT 2 QUATER (nieuw)
Artikel 2, lid 3 bis (nieuw) (Besluit 2003/170/JBZ)

 

2 quater. In artikel 2 wordt het volgende lid toegevoegd:

"3 bis. Wanneer er meerdere verbindingsofficieren zijn die door verschillende lidstaten zijn gedetacheerd in een zelfde derde land of in een zelfde internationale organisatie, coördineren zij hun acties en hun werkzaamheden op een zodanige wijze dat overlapping van de werkzaamheden zoveel mogelijk wordt voorkomen. Daartoe organiseren zij zich op een zodanige wijze dat zij als team werken en streven zij naar de ontwikkeling van betrekkingen met verbindingsofficieren die zijn gedetacheerd in andere landen en waarmee een samenwerking noodzakelijk of zinvol blijkt met het oog op de verzameling, de aanvulling en de koppeling van informatie die het nationale, multinationale of organisatorische kader waarbinnen zij zijn gedetacheerd, ontstijgt."

Motivering

Het grensoverschrijdende karakter van talloze criminele en terroristische organisaties impliceert dat een samenwerking tussen en een wederkerigheid van bepaalde werkzaamheden van verbindingsofficieren die in verschillende landen zijn gedetacheerd, mogelijk moeten worden gemaakt ten einde de coherentie en de doelmatigheid van deze werkzaamheden te vergroten.

Amendement 7

ARTIKEL 1, PUNT 3
Artikel 4, lid 1, nieuwe zin (Besluit 2003/170/JBZ)

"Dergelijke vergaderingen kunnen ook worden belegd op initiatief van een andere lidstaat en met name van lidstaten die in een bepaald land of een bepaalde regio de leiding voor de samenwerking in het kader van de EU op zich hebben genomen."

"Dergelijke vergaderingen kunnen ook worden belegd op initiatief van Europol of een andere lidstaat en met name van lidstaten die in een bepaald land of een bepaalde regio de leiding voor de samenwerking in het kader van de EU op zich hebben genomen."

Motivering

Als centrale instantie moet Europol op dezelfde manier als de lidstaten het recht hebben om dergelijke vergaderingen te organiseren.

Amendement 8

ARTIKEL 1, PUNT 3 BIS (nieuw)
Artikel 4, lid 2 (Besluit 2003/170/JBZ)

 

3 bis. Artikel 4, lid 2, wordt vervangen door de volgende tekst:

"3. De lidstaten zorgen ervoor dat hun verbindingsofficieren die zijn gezonden naar het zelfde derde land of naar de zelfde internationale organisatie, elkaar wederzijds hulp verlenen bij hun contacten met de autoriteiten van het gastland. De lidstaten trachten onderling overeenstemming te bereiken over een verdeling van de te verrichten taken tussen hun verbindingsofficieren die zijn gedetacheerd in een zelfde derde land of bij een zelfde internationale organisatie, en zien er daarbij op toe dat het belang van alle lidstaten van de Europese Unie wordt behartigd en op adequate wijze in aanmerking wordt genomen. Indien geen overeenstemming is bereikt over een dergelijke taakverdeling tussen de lidstaten, belasten Europol en zijn verbindingsofficier die eventueel is gedetacheerd in het zelfde derde land of bij dezelfde internationale organisatie, zich zowel met de invoering als de doeltreffende tenuitvoerlegging daarvan."

Motivering

Wanneer verschillende lidstaten verbindingsofficieren detacheren in een zelfde land of bij een zelfde organisatie, is er vaak sprake van een zinloze overlapping van de taken en werkzaamheden van deze officieren. In dergelijke landen moet derhalve teamarbeid tot stand worden gebracht teneinde te komen tot een grotere doeltreffendheid van onze werkzaamheden.

Amendement 9

ARTIKEL 1, PUNT 3 TER (nieuw)
Artikel 4, lid 3 (Besluit 2003/170/JBZ)

 

3 ter. Artikel 4, lid 3, wordt vervangen door de volgende tekst:

"3. De lidstaten geven op bilateraal of multilateraal niveau de verbindingsofficieren die door een van hen zijn gezonden naar een derde land of naar een internationale organisatie, opdracht te waken over de specifieke belangen van één of meerdere lidstaten, en zij houden bij de werkzaamheden meer in het algemeen het belang van de EU in het oog."

Motivering

Omdat zij deel uitmaken van dezelfde Unie is het in het belang van alle lidstaten dat elke lidstaat met zorg waakt over de belangen en de veiligheid van de andere. Omdat bovendien onze specifieke belangen op het gebied van veiligheid en politiesamenwerking onderling niet fundamenteel van elkaar afwijken, brengt een dergelijke opdracht voor de officieren geen extra belasting met zich mee.

Amendement 10

ARTIKEL 1, PUNT 3 QUATER (nieuw)
Artikel 5, lid 1 (Besluit 2003/170/JBZ)

 

3 quater. Artikel 5, lid 1, wordt vervangen door de volgende tekst:

"1. De lidstaten zien er op toe dat, met inachtneming van het nationale recht, de Europolovereenkomst, toepasselijke internationale instrumenten alsmede de bepalingen die van toepassing zijn op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens, de verbindingsofficieren die door hen gezonden zijn naar een derde land of naar een internationale organisatie, de nationale autoriteiten waaronder zij ressorteren en Europol informatie verstrekken betreffende ernstige risico's op strafbare feiten ten aanzien van andere lidstaten die niet door eigen verbindingsofficieren vertegenwoordigd zijn in het betrokken derde land of bij de betrokken internationale organisatie. Overeenkomstig hun nationale recht en de Europolovereenkomst alsmede afhankelijk van de ernst van de risico's, beoordelen de nationale autoriteiten en Europol of het wenselijk is de betrokken lidstaten in kennis te stellen."

Motivering

De Europol-overeenkomst is nog niet omgezet in alle nationale wetgevingen van de lidstaten, en om die reden moet daarnaar in de tekst worden verwezen.

Amendement 11

ARTIKEL 1, PUNT 3 QUINQUIES (nieuw)
Artikel 5, lid 2 (Besluit 2003/170/JBZ)

 

3 quinquies. Artikel 5, lid 2, wordt vervangen door de volgende tekst:

"2. De verbindingsofficieren van de lidstaten die zijn gezonden naar een derde land of naar een internationale organisatie delen, met inachtneming van het nationale recht, de Europolovereenkomst, toepasselijke internationale instrumenten alsmede de bepalingen die van toepassing zijn op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens, informatie betreffende ernstige risico's op strafbare feiten ten aanzien van andere lidstaten rechtstreeks mee aan de verbindingsofficieren van die lidstaat en aan Europol, wanneer laatstgenoemde is vertegenwoordigd in het betrokken derde land of bij de betrokken internationale organisatie."

Motivering

De Europol-overeenkomst is in de eerste plaats nog niet omgezet in alle nationale wetgevingen van de lidstaten, en om die reden moet daarnaar in de tekst worden verwezen.

In de tweede plaats moet er sprake zijn van solidariteit tussen de lidstaten, en daarom moet in het geval van bedreigingen gericht tegen een van hen, deze daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte worden gesteld, ook wanneer het niet beschikt over een verbindingsofficier in het land waarvan deze bedreiging uitgaat.

Amendement 12

ARTIKEL 1, PUNT 3 SEXIES (nieuw)
Artikel 5, lid 4 (Besluit 2003/170/JBZ)

 

3 sexies. Artikel 5, lid 4, wordt vervangen door de volgende tekst:

"4. De lidstaten behandelen elk verzoek als bedoeld in lid 3, met inachtneming van hun nationale recht, de Europolovereenkomst en toepasselijke internationale instrumenten, en delen zo spoedig mogelijk mee of zij het kunnen inwilligen."

Motivering

De Europol-overeenkomst is nog niet omgezet in alle nationale wetgevingen van de lidstaten, en om die reden moet daarnaar in de tekst worden verwezen.

Amendement 13

ARTIKEL 1, PUNT 4
Artikel 8, lid 3 (Besluit 2003/170/JBZ)

"3. Lidstaten kunnen, met inachtneming van het nationale recht en van de Europol­overeenkomst, een verzoek richten tot Europol om gebruik te kunnen maken van in derde landen of bij internationale organisaties gedetacheerde verbindingsofficieren van Europol voor het uitwisselen van relevante informatie. Het verzoek wordt, conform de Europol­overeenkomst, tot Europol gericht via de nationale eenheden van de lidstaten.

"3. De lidstaten zorgen er overeenkomstig de Europol­overeenkomst zo mogelijk en zo nodig voor dat een verzoek wordt voorgelegd aan Europol, opdat gebruik kan worden gemaakt van zijn in derde landen of bij internationale organisaties gedetacheerde verbindingsofficieren teneinde de Europol-kanalen met het oog op de uitwisseling van passende informatie volledig te benutten. Het verzoek wordt, conform de Europol­overeenkomst, tot Europol gericht via de nationale eenheden van de lidstaten.

Motivering

Deze formulering lijkt meer op haar plaats. Enerzijds is het niet zinvol om in dit lid te verwijzen naar het nationale recht. Anderzijds zijn deze bewoordingen meer in overeenstemming met de geest van Besluit 2003/170/JBZ van 27 februari 2003 betreffende "het gezamenlijke gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten".

Amendement 14

ARTIKEL 1, PUNT 4
Artikel 8, lid 4 (Besluit 2003/170/JBZ)

4. Europol ziet erop toe dat het door zijn in derde landen of bij internationale organisaties gedetacheerde verbindingsofficieren geïnformeerd wordt, wanneer zich ten aanzien van lidstaten ernstige risico's op strafbare feiten voordoen waarvoor het uit hoofde van de Europolovereenkomst bevoegd is. Die informatie wordt, conform de Europol­overeenkomst, via de nationale eenheden aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten meegedeeld."

4. Europol zorgt ervoor dat het door zijn in derde landen of bij internationale organisaties gedetacheerde verbindingsofficieren geïnformeerd wordt, wanneer zich ten aanzien van de lidstaten ernstige risico's op strafbare feiten voordoen waarvoor het uit hoofde van de Europolovereenkomst bevoegd is. Die informatie wordt, conform de Europol­overeenkomst, via de nationale eenheden aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten meegedeeld."

Motivering

Bovenstaande bewoordingen geven de rol die Europol heeft met betrekking tot de doorgifte van informatie in geval van ernstige bedreigingen tegen de lidstaten, een meer dwingend karakter.

TOELICHTING

Besluit 2003/170/JBZ van de Raad

Het besluit van de Raad betreffende het gezamenlijke gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten (10507/02-C5-0357/2002 - 2002/0815(CNS)) was vooral gericht op de tenuitvoerlegging van de overeenkomsten die daartoe reeds waren voorzien in het gemeenschappelijk optreden van 14 oktober 1996 (96/602/JBZ).

Dit besluit van de Raad, op initiatief van Denemarken, heeft het mogelijk gemaakt een oplossing te vinden voor het vanuit een oogpunt van rechtszekerheid wankele karakter van het gemeenschappelijk optreden van 1996, omdat die geen enkele dwingende rechtskracht ten aanzien van de lidstaten had en het Hof van Justitie niet bevoegd is om te oordelen over de tenuitvoerlegging van dit soort maatregelen of de interpretatie daarvan.

Hoewel de inhoud van het bedoelde gemeenschappelijk optreden voor een groot deel werd overgenomen, kregen de lidstaten bij dit besluit desalniettemin expliciete verplichtingen opgelegd met betrekking tot de communautaire samenwerking.

Dit besluit kwam evenwel tot stand op basis van de methode van de kleinste gemeenschappelijke noemer, en wel in verband met de bedenkingen die door de lidstaten werden geuit met betrekking tot een ruime samenwerking op dit gebied.

Het wetgevingsadvies van het EP met betrekking tot Besluit 2003/170/JBZ

Het Europees Parlement heeft het Deense initiatief goedgekeurd op basis van een aantal amendementen die in de commissie ten principale werden goedgekeurd.

Daarbij werd er door het Parlement in hoofdzaak op aangedrongen dat het besluit van toepassing zou moeten zijn op de verbindingsofficieren van EUROPOL, en juridisch een meer dwingend karakter zou moeten hebben. Aan dat verzoek wordt met onderhavig besluit tegemoet gekomen. Het Parlement was van mening dat de verbindingsofficieren, die belast zijn met de verdediging van de belangen van hun lidstaat van oorsprong en die naar een derde land of een internationale organisatie worden gestuurd, ook de belangen moeten verdedigen van de lidstaten die niet beschikken over personeel ter plaatse.

Met de aangenomen amendementen werden drie duidelijke doelstellingen nagestreefd:

- in de eerste plaats werd met kracht aangedrongen op een gemeenschappelijke aanpak met betrekking tot de taakomschrijving van de verbindingsofficieren;

- in de tweede plaats werd krachtige steun betuigd voor de gedachte van samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid door een duidelijke versterking van de samenwerking tussen verbindingsofficieren van de verschillende lidstaten en van EUROPOL, wanneer zij zich in een zelfde derde land bevinden;

- in de derde plaats wilde het Parlement dat de instrumenten betreffende de bevoegdheden van de verbindingsofficieren en betreffende de bescherming van de gegevens op het niveau van de Unie een meer dwingend karakter zouden krijgen, om te voorkomen dat de middelen voor gerechtelijke controle zouden worden belemmerd door een geheel van nationale regelgeving en voorschriften betreffende EUROPOL.

De doelstellingen die worden nagestreefd met het nieuwe besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2003/170/JBZ

Dat een aantal bepalingen moeten worden gewijzigd is duidelijk geworden op basis van de evaluatie van de tenuitvoerlegging van Besluit 2003/170/JBZ.

Deze wijzigingen hebben tot doel de thans geldende praktijk, op basis waarvan de lidstaten gebruikmaken van verbindingsofficieren van EUROPOL met het oog op de doorgifte van informatie, een meer dwingend karakter te geven. Dan zouden deze officieren ook naar een of meerdere derde landen of naar een of meerdere internationale organisaties worden gezonden om de samenwerking tussen de autoriteiten van dit derde land of deze derde landen en Europol te ondersteunen en te coördineren en de uitwisseling van informatie te bevorderen.

Deze officieren zouden dan ook tot taak hebben om informatie te verstrekken over eventuele risico's van strafbare feiten ten aanzien van een lidstaat of lidstaten, en ook worden gebruikt om op verzoek van een lidstaat informatie uit te wisselen.

Dit besluit heeft derhalve tot doel om het eerder van kracht zijnde besluit toe te passen op de door Europol gedetacheerde verbindingsofficieren, en meer in het algemeen de rol die deze officieren thans vervullen, een juridisch meer dwingend karakter te geven.

Standpunt rapporteur

Rapporteur is zich bewust van de problemen die zich voordeden in verband met het ontbreken van coördinatie en samenwerking tussen de door de rechtshandhavende autoriteiten van verschillende lidstaten in een zelfde land of bij een zelfde organisatie gedetacheerde verbindingsofficieren.

Naar aanleiding van de bijeenkomst tussen de nationale parlementen over de toekomst van de ruimte van vrijheid en veiligheid van de Europese Unie van 17 en 18 oktober 2005 stelde de rapporteur zich op het standpunt dat de rol van de verbindingsofficieren van Europol zou moeten worden versterkt.

Om die reden bestaat het verslag uit twee soorten amendementen, enerzijds betreffende de oorspronkelijke tekst van Besluit 2003/170/JBZ en een aantal amendementen betreffende het huidige initiatief van de Raad. Het was noodzakelijk een aantal wijzigingen van het oorspronkelijke besluit te veranderen, omdat onze amendementen betreffende het door de Raad voorgestelde initiatief anders in strijd zouden zijn met andere artikelen van Besluit 2003/170/JBZ.

De verbindingsofficieren van Europol zullen derhalve belast zijn met dezelfde taken als de verbindingsofficieren die door lidstaten zijn gedetacheerd, en tegelijkertijd ook met de coördinatie van de werkzaamheden van laatstgenoemden, wanneer die met meerderen in een zelfde land of bij een zelfde organisatie zijn. Deze maatregel heeft tot doel de geest van solidariteit en samenwerking tussen de politiediensten van de lidstaten te versterken, maar moet ook leiden tot een grotere doeltreffendheid van die diensten bij de taken die hen zijn toevertrouwd, waarbij bijvoorbeeld moet worden voorkomen dat hetzelfde werk twee keer wordt gedaan voor twee verschillende lidstaten.

Ook heeft zij willen verzekeren dat de informatie die wordt verzameld door de door de lidstaten gedetacheerde verbindingsofficieren in de eerste plaats automatisch en rechtstreeks wordt meegedeeld aan Europol, en in de tweede plaats ook aan de andere lidstaten wanneer blijkt dat er mogelijk sprake is van een bedreiging die gericht is tegen een van de lidstaten die geen verbindingsofficier heeft gedetacheerd in het land waarvan deze dreiging uitgaat.

Omdat zij tenslotte heeft vastgesteld dat de Europol-wetgeving niet altijd is omgezet in alle nationale wetgevingen van de lidstaten, heeft zij op elke plaats van de oude tekst waar werd verwezen naar de nationale wetgevingen, aanvullend een parallelle verwijzing naar de Europol-wetgeving opgenomen. Daarmee wordt onder andere verzekerd dat bij dit soort werkzaamheden van de lidstaten - die niet altijd het nodige hebben gedaan om de overeenkomst op te nemen in hun nationale wetgevingen - diezelfde Europol-wetgeving op adequate wijze in aanmerking wordt genomen.

PROCEDURE

Titel

Initiatief van het Koninkrijk Groot-Brittannië en Noord-Ierland met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2003/170/JBZ betreffende het gezamenlijk gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten

Document- en procedurenummers

10706/2005 - C6-0255/2005 - 2005/0808(CNS)

Datum raadpleging EP

31.8.2005

Commissie ten principale
  Datum bekendmaking

LIBE
6.9.2005

Medeadviserende commissie(s)
  Datum bekendmaking

 

 

Geen advies
  Datum besluit

 

 

 

 

Nauwere samenwerking
Datum bekendmaking

 

 

 

 

Rapporteur(s)
  Datum benoeming

Martine Roure
13.10.2005

 

Vervangen rapporteur(s)

 

Vereenvoudigde procedure – datum besluit

Behandeling in de commissie

12.12.2005

16.1.2005

 

 

Datum goedkeuring

13.3.2006

Uitslag eindstemming

+:

-:

0:

40
0
0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Alexander Nuno Alvaro, Roberta Angelilli, Alfredo Antoniozzi, Edit Bauer, Johannes Blokland, Mihael Brejc, Michael Cashman; Jean-Marie Cavada; Charlotte Cederschiöld, Fausto Correia, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Rosa Díez González, Kinga Gál, Patrick Gaubert, Elly de Groen-Kouwenhoven, Lilli Gruber, Adeline Hazan, Ewa Klamt, Henrik Lax, Sarah Ludford, Edith Mastenbroek, Jaime Mayor Oreja, Hartmut Nassauer, Martine Roure, Inger Segelström, Antonio Tajani, Ioannis Varvitsiotis, Stefano Zappalà; Tatjana Ždanoka.

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Frederika Brepoels, Panayiotis Demetriou, Jeanine Hennis-Plasschaert, Sophia in 't Veld, Antonio Masip Hidalgo, Bill Newton Dunn, Hubert Pirker, Herbert Reul, Marie-Line Reynaud, Bogusław Sonik, Johannes Voggenhuber, Rainer Wieland

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid  2)

Datum indiening

17.3.2006

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

...