AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toevoeging van vitamines en mineralen enbepaalde andere stoffen aan levensmiddelen
23.3.2006 - (9857/3/2005 – C6‑0017/2006 – 2003/0262(COD)) - ***II
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Karin Scheele
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toevoeging van vitamines en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen
(9857/3/2005 – C6‑0017/2006 – 2003/0262(COD))
(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (9857/3/2005 – C6‑0017/2006),
– gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt[1] inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003)0671)[2],
– gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,
– gelet op artikel 62 van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6‑0078/2006),
1. hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Overweging 15 | |
(15) Daarom moeten die veiligheidsgrenzen, alsmede eventuele andere beperkingen voor de toevoeging van bedoelde stoffen aan levensmiddelen worden vastgesteld met inachtneming van de veilige bovengrenzen die aan de hand van een wetenschappelijke risicobeoordeling zijn bepaald op basis van algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens en de eventuele inname uit andere levensmiddelen voor deze nutriënten. Ook moet terdege rekening worden gehouden met de aanbevolen hoeveelheden vitaminen en mineralen voor de algemene bevolking. Indien het nodig is om voor bepaalde vitaminen en mineralen beperkingen te stellen aan de levensmiddelen waaraan zij mogen worden toegevoegd, moet prioriteit worden gegeven op grond van het oogmerk om het gehalte daaraan te restaureren indien dat gedurende de productie, opslag of behandeling is verlaagd of om aan levensmiddelen een voedingswaarde te geven die vergelijkbaar is met die van de levensmiddelen ter vervanging waarvan zij bedoeld zijn. |
(15) Daarom moeten die veiligheidsgrenzen, alsmede eventuele andere beperkingen voor de toevoeging van bedoelde stoffen aan levensmiddelen worden vastgesteld met inachtneming van de veilige bovengrenzen die aan de hand van een wetenschappelijke risicobeoordeling zijn bepaald op basis van algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens en de eventuele inname uit andere levensmiddelen voor deze nutriënten. Ook moet terdege rekening worden gehouden met de aanbevolen hoeveelheden vitaminen en mineralen voor de algemene bevolking. Indien het nodig is om voor bepaalde vitaminen en mineralen beperkingen te stellen aan de levensmiddelen waaraan zij mogen worden toegevoegd (b.v. toevoeging van jodium uitsluitend aan zout), moet prioriteit worden gegeven op grond van het oogmerk om het gehalte daaraan te restaureren indien dat gedurende de productie, opslag of behandeling is verlaagd of om aan levensmiddelen een voedingswaarde te geven die vergelijkbaar is met die van de levensmiddelen ter vervanging waarvan zij bedoeld zijn. |
(Wederopneming van amendement 3 uit de eerste lezing in gewijzigde vorm) | |
Motivering | |
De willekeurige toevoeging van jodium aan alle levensmiddelen zou gevaarlijk zijn in verband met de kleine speelruimte die er bestaat tussen wenselijke inname en de chronisch toxische dosis. Een chronisch toxische dosis leidt pas dan tot een gevaarlijke reactie, wanneer men gedurende een bepaalde tijdspanne een verhoogde hoeveelheid van een stof inneemt. | |
Amendement 2 Overweging 19 bis (nieuw) | |
|
(19 bis) De aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (RDA - recommended daily allowances) in Richtlijn 90/496/EEG zijn niet voor alle vitaminen en minerale stoffen van bijlage I en II van deze verordening vastgesteld, en zijn bovendien verouderd. Daarom is een herziening van de dagelijkse hoeveelheden op haar plaats. |
(Wederopneming van amendement 5 uit de eerste lezing in gewijzigde vorm) | |
Motivering | |
De in Richtlijn 90/496/EEG inzake de voedingswaarde-etikettering van levensmiddelen vastgestelde aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (RDA - recommended daily allowances) zijn verouderd en voor veel voedingsmiddelen reeds achterhaald. De behoefte aan vitamine C is bijvoorbeeld volgens Richtlijn 90/496/EEG 60 mg, maar volgens de meest recente aanbevelingen van de DACH (regelgevende instantie voor producenten van voedingsmiddelen in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland) is dat dagelijks 100 mg. |
Amendement 3
Artikel 2, alinea 1 bis (nieuw)
|
"Bepaalde andere stof"is een stof die geen voedingsmiddel is, maar wel een nutritief of fysiologisch effect heeft. |
Motivering
(Wederopneming van amendement 9 uit de eerste lezing in gewijzigde vorm)
Vitaminen en mineralen die voor verrijking mogen worden gebruikt, zijn opgenomen en gedefinieerd in de bijlagen I en II. Daarom is ten minste ook een definitie van "bepaalde andere stoffen" in deze verordening noodzakelijk. De hier gegeven definitie stamt uit het gemeenschappelijk standpunt van 8 december in verband met de goedkeuring van de verordening inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (art. 2, lid 2, sub 3).
Amendement 4 Artikel 2, alinea 1 ter (nieuw) | |
|
"Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid" is de door de exploitant van een levensmiddelenbedrijf, zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 178/2002, vast te stellen hoeveelheid, rekening houdend met het overeenkomstig artikel 6, lid 1 van deze verordening vastgestelde maximumgehalte en de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van een nutriënt overeenkomstig Richtlijn 90/496/EEG. |
(Wederopneming van amendement 10 uit de eerste lezing in gewijzigde vorm) | |
Motivering | |
Gewoonlijk bevatten verpakte levensmiddelen meerdere porties en ook een hoeveelheid van 100 gram komt meestal niet overeen met een portie zoals die door de consument wordt gebruikt. Daarom is het voor consumenten belangrijk om desbetreffende informatie over de door de producent aanbevolen hoeveelheid te krijgen. Alleen op die manier is voedingswaarde-informatie ook zinvol. Zie ook het amendement op artikel 7, lid 3. | |
Amendement 5 Artikel 3, lid 2, inleidende formule | |
2. Vitaminen en mineralen mogen aan levensmiddelen worden toegevoegd, ongeacht of zij daarin normaliter voorkomen, om rekening te houden met: |
2. Vitaminen en mineralen in voor het menselijk lichaam opneembare vorm mogen aan levensmiddelen worden toegevoegd, ongeacht of zij daarin normaliter voorkomen, om met name rekening te houden met: |
(Wederopneming van amendement 11 uit de eerste lezing in gewijzigde vorm) | |
Motivering | |
Alle vitaminen en mineralen die aan levensmiddelen worden toegevoegd, moeten door het lichaam kunnen worden opgenomen, omdat de consument anders misleid wordt en in extreme gevallen negatieve gevolgen voor de gezondheid kunnen optreden (zoals b.v. diarree of de vermindering van de opnamecapaciteit voor andere voedingsstoffen). | |
De in artikel 3, lid 2 gedefinieerde voorwaarden voor de toevoeging van vitaminen en mineralen zijn in de huidige formulering niet toereikend om het begrip herstel of nutritieve gelijkwaardigheid te dekken. |
Amendement 6
Artikel 3, lid 3, alinea 1 bis (nieuw)
|
Alvorens dergelijke bepalingen vast te stellen, pleegt de Commissie overleg met de belangengroeperingen, met name de exploitanten van levensmiddelenbedrijven en de consumentengroeperingen. |
(Wederopneming van amendement 13 uit de eerste lezing in gewijzigde vorm)
Amendement 7
Artikel 4, alinea 2
De lijst van levensmiddelen of categorieën levensmiddelen waaraan geen vitaminen en mineralen mogen worden toegevoegd, kan in het licht van wetenschappelijke gegevens, met inachtneming van hun voedingswaarde, worden uitgebreid volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure. |
Verdere levensmiddelen of categorieën levensmiddelen waaraan geen bijzondere vitaminen en mineralen mogen worden toegevoegd, kunnen worden vastgesteld volgens de in artikel 16, lid 2, bedoelde procedure in het licht van wetenschappelijke gegevens, als er gevaar bestaat voor de volksgezondheid. |
(Wederopneming van amendement 19 uit de eerste lezing)
Motivering
In eerste lezing heeft het Europees Parlement gestemd voor een amendement (nr. 19) volgens hetwelk een verbod op de toevoeging van vitaminen en mineralen alleen kan worden ingevoerd als er gegronde redenen zijn om te vrezen dat er gevaar voor de volksgezondheid dreigt indien de toegelaten dagelijkse inname van de betrokken substanties wordt overschreden. Dit amendement beoogt deze verheldering weer op te nemen in de verordening.
Amendement 8
Artikel 6, lid 1
1. Wanneer een vitamine of mineraal aan levensmiddelen wordt toegevoegd, bedraagt de totale hoeveelheid van die vitamine of dat mineraal die voor ongeacht welk doel in het verkochte levensmiddel aanwezig is, niet meer dan maximumhoeveelheden die volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure worden vastgesteld. Voor geconcentreerde en gedehydrateerde producten zijn de vast te stellen maximum¬hoeveelheden de hoeveelheden die aanwezig zijn in de volgens de aanwijzingen van de fabrikant voor consumptie bereide levensmiddelen. |
1. Wanneer een vitamine of mineraal aan levensmiddelen wordt toegevoegd, bedraagt de totale hoeveelheid van die vitamine of dat mineraal die voor ongeacht welk doel in het verkochte levensmiddel aanwezig is, niet meer dan maximumhoeveelheden die volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure worden vastgesteld. Met het oog hierop dient de Commissie uiterlijk .....* voorstellen in voor maximumhoeveelheden. Voor geconcentreerde en gedehydrateerde producten zijn de vast te stellen maximumhoeveelheden de hoeveelheden die aanwezig zijn in de volgens de aanwijzingen van de fabrikant voor consumptie bereide levensmiddelen.
____________ * Twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening |
Motivering
Maximumhoeveelheden zijn reeds voorzien in Richtlijn 2002/46/EG inzake voedingssupplementen, maar een lijst daarvan is nog steeds niet beschikbaar. Om veiligheidsredenen is een dergelijke vaststelling dringend vereist, in het belang van de consumenten. Het Europees Parlement heeft in eerste lezing besloten dat de maximumhoeveelheden voor de inwerkingtredíng van de verordening moeten worden vastgesteld. De Raad heeft echter in het geheel geen termijn genoemd. Daarom lijkt twee jaar een passend compromis.
Amendement 9
Artikel 6, lid 6
6. Na toevoeging van een vitamine of mineraal aan een levensmiddel is die vitamine of dat mineraal in het levensmiddel aanwezig in ten minste een significante hoeveelheid, indien die is bepaald overeenkomstig de bijlage bij Richtlijn 90/496/EEG. Minimumhoeveelheden voor specifieke levensmiddelen of categorieën levensmiddelen, inclusief lagere hoeveelheden, die afwijken van de bovenbedoelde significante hoeveelheden, worden vastgesteld volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure. |
6. Na toevoeging van een vitamine of mineraal aan een levensmiddel met het oog op verrijking is die vitamine of dat mineraal in het levensmiddel minimaal aanwezig in een significante hoeveelheid, d.w.z. 15% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (Recommended Daily Allowance - RDA) per 100g (vaste stoffen) of 7,5% van de RDA per 100ml (vloeistoffen) of 5% van de RDA per 100 kcal (12% van de RDA per 1MJ) of 15% van de RDA per portie. Minimumgehalten voor specifieke levensmiddelen of categorieën levensmiddelen, waaronder lagere gehalten, die afwijken van de bovenbedoelde significante hoeveelheden worden vastgesteld volgens de in artikel 16, lid 2, bedoelde procedure. |
(Wederopneming van amendement 25 uit de eerste lezing)
Motivering
Dit amendement beoogt een compromis te vinden tussen het gemeenschappelijk standpunt van de Raad en het standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing, waarbij het Parlement stemde voor een amendement om de referentiewaarden in overeenstemming te brengen met de internationale richtsnoeren van de Codex Alimentarius, zodat er andere waarden gelden voor vaste producten dan voor vloeibare producten, omdat de omvang van de porties voor vloeistoffen (dranken) gewoonlijk groter is dan voor vaste stoffen. Gebruikmaking van de term "RDA" is wenselijk om deze vereiste in overeenstemming te brengen met de bestaande EU-wetgeving inzake etikettering van levensmiddelen.
Amendement 10 Artikel 7, lid 3 | |
3. Producten waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd en die onder deze verordening vallen, is voedingswaarde-etikettering verplicht. De te verstrekken informatie bestaat uit de in artikel 4, lid 1, groep 2, van Richtlijn 90/496/EEG genoemde gegevens en de totale in het levensmiddel aanwezige hoeveelheden van de vitaminen en mineralen na toevoeging. |
3. Producten waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd en die onder deze verordening vallen, is voedingswaarde-etikettering verplicht. De te verstrekken informatie bestaat uit: |
|
a) de in artikel 4, lid 1, groep 2, van Richtlijn 90/496/EEG genoemde gegevens; |
|
b) de totale in het levensmiddel aanwezige hoeveelheden van de vitaminen en mineralen na toevoeging. Informatie over vitaminen en mineralen, per 100 gram of 100 ml als aangegeven in artikel 6, lid 2, van Richtlijn 90/496/EEG, wordt tevens gegeven als dosishoeveelheid (hoeveelheid per portie) in absolute waarden en als aandeel in de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA); |
|
c) de door de producent aanbevolen dagelijkse inname van het product - per portie, indien een dergelijke aanduiding van toepassing en gemakkelijk te herleiden is; |
|
d) een waarschuwing de aangegeven aanbevolen dagelijkse hoeveelheid niet te overschrijden. |
(Wederopneming van amendement 30 uit de eerste lezing in gewijzigde vorm) | |
Motivering | |
Gewoonlijk bevatten verpakte levensmiddelen meerdere porties en ook een hoeveelheid van 100 gram komt meestal niet overeen met een portie zoals die door de consument wordt gebruikt. Daarom is het voor consumenten belangrijk om desbetreffende informatie over de door de producent aanbevolen hoeveelheid te krijgen. Met dit amendement wordt ervoor gezorgd dat de consumenten alleen relevante informatie krijgen om zichzelf te beschermen tegen een te grote consumptie van vitaminen en mineralen. Het voorstel over de aanbevolen dagelijks op te nemen hoeveelheid en over de waarschuwing komt bovendien overeen met de vermeldingen in de richtlijn over voedingssupplementen (2002/46/EG). |
Amendement 11
Artikel 9, lid 2, letter g bis) (nieuw)
|
g bis) informatie over de stoffen genoemd in Bijlage III, deel C, waarvan het gebruik algemeen is toegestaan overeenkomstig artikel 8, lid 5. |
Motivering
Stoffen die na grondig onderzoek als positief zijn beoordeeld moeten expliciet worden opgenomen in het Communautair Repertorium.
Amendement 12
Artikel 18, alinea 3
Levensmiddelen die vóór deze datum in de handel gebracht of geëtiketteerd zijn en niet aan deze verordening voldoen, mogen echter worden verhandeld tot en met ...**. |
Levensmiddelen die vóór deze datum in de handel gebracht of geëtiketteerd zijn en niet aan deze verordening voldoen, mogen echter worden verhandeld totdat alle voorraden zijn uitverkocht. |
__________ |
|
Motivering
Sommige voedingsmiddelen blijven enkele dagen goed, maar andere vele jaren. Door vaststelling van een vaste datum (29 maanden) wordt geen rekening gehouden met producten die langer goed blijven. Door geen datum vast te stellen, maar de formulering "totdat alle voorraden zijn uitverkocht" op te nemen, kan zowel rekening worden gehouden met producten met een korte als die met een lange levensduur.
- [1] Aangenomen teksten van 26.5.2005, P6_TA(2005)0202.
- [2] Nog niet in het PB gepubliceerd.
TOELICHTING
Er zijn tegenwoordig zeer grote verschillen tussen de nationale voorschriften betreffende de vrijwillige toevoeging van vitaminen, mineralen en ook van bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen.
Het is daarom zinvol toe te werken naar een harmonisering van de communautaire voorschriften voor de toevoeging van vitaminen en mineralen en van bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen, mits deze harmonisering omwille van de bescherming van de consument plaatsvindt op een hoog niveau. De betrokken producten mogen op geen enkele manier een gevaar voor de volksgezondheid vormen.
Het Europees Parlement heeft in eerste lezing op 26 mei 2005 46 amendementen aangenomen.
De Raad heeft in december 2005 het gemeenschappelijk standpunt vastgesteld en daarbij een aantal belangrijke amendementen van het Europees Parlement niet in aanmerking genomen. Daarom worden deze opnieuw ingediend.
1. Biologische beschikbaarheid van vitaminen en mineralen
De toegevoegde vitaminen en mineralen moeten biologisch beschikbaar zijn, d.w.z. door het lichaam kunnen worden opgenomen. Anders wordt de consument misleid en in extreme gevallen kan dat mogelijk negatieve gevolgen voor de gezondheid hebben. De Raad heeft de biologische beschikbaarheid van stoffen weliswaar in de overwegingen in aanmerking genomen, maar het is toch nodig dit in een artikel vast te leggen.
2. De vaststelling van veilige maximumhoeveelheden voor vitaminen en mineralen
Een bovenmatige opname van vitaminen en mineralen kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarom moeten veilige maximumhoeveelheden worden vastgesteld voor de toevoeging van deze stoffen aan levensmiddelen. De maximumhoeveelheden zijn reeds voorzien in Richtlijn 2002/46/EG inzake voedingssupplementen, maar tot dusverre niet beschikbaar. Daarom is het noodzakelijk deze maximumhoeveelheden snel vast te stellen.
3. Etikettering en informatie voor de consument
De informatie voor de consumenten moet begrijpelijk en zinvol zijn. Zij moeten alle relevante informatie krijgen om zich te kunnen beschermen tegen een te grote inname van vitaminen en mineralen.
PROCEDURE
Titel |
Gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toevoeging van vitamines en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen | ||||||
Document- en procedurenummers |
9857/3/2005 – C6 0017/2006 – 2003/0262(COD) | ||||||
Datum eerste lezing EP – P-nummer |
26.5.2005 |
||||||
Voorstel van de Commissie |
COM(2003)0671 – C5-0538/2003 | ||||||
Gewijzigd voorstel van de Commissie |
| ||||||
Datum bekendmaking ontvangst gemeenschappelijk standpunt |
19.1.2006 | ||||||
Commissie ten principale |
ENVI | ||||||
Rapporteur(s) |
Karin Scheele | ||||||
Vervangen rapporteur(s) |
| ||||||
Behandeling in de commissie |
30.1.2006 |
21.3.2006 |
|
|
| ||
Datum goedkeuring |
21.3.2006 | ||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
53 2 2 | |||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Adamos Adamou, Liam Aylward, Johannes Blokland, John Bowis, Frederika Brepoels, Hiltrud Breyer, Martin Callanan, Dorette Corbey, Chris Davies, Avril Doyle, Mojca Drčar Murko, Edite Estrela, Jillian Evans, Anne Ferreira, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Satu Hassi, Gyula Hegyi, Mary Honeyball, Marie Anne Isler Béguin, Caroline Jackson, Eija-Riitta Korhola, Holger Krahmer, Urszula Krupa, Aldis Kušķis, Peter Liese, Jules Maaten, Linda McAvan, Roberto Musacchio, Riitta Myller, Péter Olajos, Miroslav Ouzký, Adriana Poli Bortone, Vittorio Prodi, Frédérique Ries, Dagmar Roth-Behrendt, Guido Sacconi, Karin Scheele, Carl Schlyter, Horst Schnellhardt, Richard Seeber, Kathy Sinnott, Bogusław Sonik, María Sornosa Martínez, Antonios Trakatellis, Evangelia Tzampazi, Thomas Ulmer, Marcello Vernola, Åsa Westlund | ||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Alfonso Andria, María del Pilar Ayuso González, Bairbre de Brún, Jutta D. Haug, Miroslav Mikolášik, Amalia Sartori, Andres Tarand, Thomas Wise | ||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
| ||||||
Datum indiening |
23.3.2006 | ||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
... | ||||||