VERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal

26.4.2006 - (COM(2005)0472 – C6‑0326/2005 – 2005/0201(CNS)) - *

Commissie visserij
Rapporteur: Albert Jan Maat

Procedure : 2005/0201(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0140/2006
Ingediende teksten :
A6-0140/2006
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal

(COM(2005)0472 – C6‑0326/2005 – 2005/0201(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2005)0472)[1],

–   gelet op artikel 37 van het EG‑Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6‑0326/2005),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie visserij (A6‑0140/2006),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, zoals geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2, van het EG‑Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Raad, wanneer hij voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.  wenst dat de overlegprocedure zoals bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

5.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekstAmendementen van het Parlement

Amendement 1

Overweging 4 bis (nieuw)

(4 bis) Op 15 november 2005 heeft het Europees Parlement een resolutie1 aangenomen waarin de Commissie ertoe werd opgeroepen onverwijld te komen met een voorstel voor een verordening voor het herstel van het bestand van Europese aal.

 

____________________

1Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0425.

Amendement 2

Overweging 8

(8) Het al dan niet slagen van maatregelen voor het herstel van de Europese-aalstand hangt af van de nauwe samenwerking en coherente actie op communautair, nationaal en lokaal niveau, alsmede van de informatie, raadpleging en betrokkenheid van de overheidssectoren.

(8) Het al dan niet slagen van maatregelen voor het herstel van de Europese-aalstand hangt af van de nauwe samenwerking en coherente actie op communautair, nationaal en lokaal en regionaal niveau, alsmede van de informatie, raadpleging en betrokkenheid van de overheidssectoren.

Motivering

Aanpassing van de tekst aan de staatsrechtelijke en bestuurlijke realiteit in enkele lidstaten waar de regulering van deze tak van de visserij onder de bevoegdheden van de regionale autoriteiten valt of wordt gedeeld met de centrale regering.

Amendement 3

Overweging 10

(10) Binnen een stroomgebied waar de visserij en andere menselijke activiteiten met betrekking tot aal een grensoverschrijdend effect kunnen hebben, moeten alle programma's en maatregelen worden gecoördineerd voor het hele stroomgebied. Wanneer een stroomgebied zich uitstrekt tot buiten de grenzen van de Gemeenschap, moet de Gemeenschap streven naar een adequate coördinatie met de betrokken derde landen. De noodzaak van een dergelijke coördinatie mag evenwel niet verhinderen dat de lidstaat de urgente maatregelen treft die zich opdringen,

(10) Binnen een stroomgebied waar de visserij en andere menselijke activiteiten met betrekking tot aal een grensoverschrijdend effect kunnen hebben, moeten alle programma's en maatregelen worden gecoördineerd voor het hele stroomgebied. Coördinatie mag echter niet ten koste gaan van de snelle invoering van de nationale onderdelen van de beheerplannen voor aal. Wanneer een stroomgebied zich uitstrekt tot buiten de grenzen van de Gemeenschap, moet de Gemeenschap streven naar een adequate coördinatie met de betrokken derde landen. Bij internationale coördinatie, zowel binnen de Gemeenschap als daarbuiten, dient speciale aandacht te worden besteed aan de Oostzee en de Europese kustwateren die buiten de werkingssfeer van de Kaderrichtlijn Water vallen. De noodzaak van een dergelijke coördinatie mag evenwel niet verhinderen dat de lidstaat de urgente maatregelen treft die zich opdringen,

Motivering

Maatregelen voor het herstel van de Europese-aalbestanden beperken zich niet tot de communautaire wateren.

Amendement 4

Overweging 10 bis (nieuw)

(10 bis) Aangezien, uiteraard, een groot deel van de intrek van glasaal verloren gaat, dient de Commissie onverwijld te onderzoeken op welke wijze de Europese aquacultuur zou kunnen worden betrokken bij het herstel van de Europese-aalbestanden, onder meer door middel van het doorkweken van gevangen glasaal tot rode aal, die kan worden uitgezet in de Europese binnenwateren die in verbinding staan met de zee,

Amendement 5

Overweging 10 ter

 

(10 bis) In verband met het herstel van de Europese-aalbestanden dient te worden opgemerkt dat glasaal bijzonder kwetsbaar is, omdat er grote hoeveelheden glasaal worden uitgevoerd. Derhalve dienen er speciale maatregelen te worden uitgevoerd om de hoeveelheid glasaal die in de Europese wateren wordt uitgezet, te vergroten.

Motivering

Daar glasaal een bijzonder kwetsbaar deel van het aalbestand vormt, als gevolg van de grote vraag en export, dienen speciale maatregelen te worden uitgevoerd om de hoeveelheid glasaal die in de Europese wateren wordt uitgezet, te vergroten.

Amendement 6

Artikel 2

Van de eerste tot en met de vijftiende dag van elke maand is het vissen op, het aanlanden van of het aan boord hebben van paling van de soort Anguilla anguilla verboden.

De vangstperiode wordt zodanig ingekort dat de visserij met de helft vermindert.

Motivering

Hoewel dringende maatregelen tijdens de opstelling van de plannen nodig lijken, is sluiting van de visserijgebieden om de twee weken verre van het geschiktste model. In de eerste plaats is de aalvisserij afhankelijk van de maancyclus en derhalve kan deze maatregel een vrijwel volledige stopzetting van de vangst tot gevolg hebben of, anderzijds, mogelijk totaal geen effect hebben. In de tweede plaats omvat de maatregel niet alleen een vangstverbod, maar ook een verbod op het aanlanden en aan boord hebben van aal. Dit kan zeer schadelijke gevolgen hebben voor de handelsbedrijven, die het zich niet kunnen permitteren om personeel gedurende twee weken per maand in dienst te hebben of om de noodzakelijke infrastructuur op te zetten en deze maar gedurende de helft van de tijd te benutten. Als de vangst met de helft verminderd moet worden, dient dit te gebeuren op basis van verkorting van het visseizoen gedurende een aaneengesloten periode.

Amendement 7

Artikel 3, inleidende formule

In afwijking van artikel 2 wordt, voor een periode die afloopt op 30 juni 2007, toestemming verleend voor de visserij op, het aan boord hebben van of het aanlanden van aal van de soort Anguilla anguilla van de eerste tot en met de vijftiende van elke maand, op voorwaarde dat:

In afwijking van artikel 2 wordt, voor een periode die afloopt op 30 juni 2007, toestemming verleend voor de visserij op, het aan boord hebben van of het aanlanden van aal van de soort Anguilla anguilla buiten de vastgestelde vangstperiode, op voorwaarde dat:

Motivering

Aangezien met dit amendement op artikel 2 wordt beoogd het tweewekelijkse vangstverbod te vervangen door een kortere vangstperiode, dienen de uitzonderingen eveneens te worden bepaald in overeenstemming met de vastgestelde vangstperiode.

Amendement 8

Artikel 3, letter b)

b) alle gevangen aal wordt uitgezet in Europese binnenwateren die in verbinding staan met de zee, teneinde het ontsnappingsniveau van volwassen schieraal te verhogen.

b) alle gevangen aal wordt uitgezet in Europese binnenwateren die in verbinding staan met de zee, teneinde het ontsnappingsniveau van volwassen schieraal te verhogen, of wordt gebruikt voor aquacultuur in de Europese Unie, op voorwaarde dat een door de Commissie vast te stellen percentage van in de aquacultuur gebruikte aal wordt gebruikt voor het kweken en uitzetten van rode aal in Europese binnenwateren die in verbinding staan met de zee, teneinde het ontsnappingsniveau van volwassen schieraal te verhogen, en

Amendement 9

Artikel 3, letter b bis)(nieuw)

 

b bis) de lidstaten nemen extra maatregelen om de natuurlijke trek van glasaal gedurende bepaalde periodes zo min mogelijk te belemmeren.

Motivering

In de periodes waarin glasaal vanuit de kustgebieden de binnenwateren intrekt, dienen bestaande belemmeringen zo veel mogelijk te worden weggenomen.

Amendement 10

Artikel 4, lid 1

1. Indien de bestaande nationale maatregelen reeds garanderen dat, voor gespecificeerde stroomgebieden, het in artikel 6, lid 4, bedoelde doel reeds wordt bereikt, kan de betrokken lidstaat een aanvraag indienen om, voor een periode die afloopt op 30 juni 2007, te mogen afwijken van de in artikel 2 bedoelde maatregelen voor deze stroomgebieden.

1. Indien de bestaande nationale maatregelen reeds garanderen dat, voor gespecificeerde stroomgebieden, het in artikel 6, lid 4, bedoelde doel reeds wordt bereikt, kan de betrokken lidstaat een aanvraag indienen om, voor een periode die afloopt op 30 juni 2008, te mogen afwijken van de in artikel 2 bedoelde maatregelenvoor deze stroomgebieden.

Amendement 11

Artikel 5, alinea 1 bis (nieuw)

 

Artikel 4 bis

 

Aanvullende bescherming voor glasaal

 

Het vissen op aal van minder dan 12 cm is toegestaan indien wordt voldaan aan één van de volgende voorwaarden:

 

(a) het merendeel van de gevangen aal wordt uitgezet in Europese binnenwateren die in verbinding staan met de zee, teneinde het ontsnappingsniveau van volwassen schieraal te verhogen;

 

(b) voor aal gevangen ten behoeve van de aquacultuur in de Europese Unie geldt de voorwaarde dat een door de Commissie vast te stellen percentage ervan dient te worden gebruikt voor het kweken en uitzetten van pootaal in Europese binnenwateren die in verbinding staan met de zee, teneinde het ontsnappingsniveau van volwassen schieraal te verhogen.

 

Indien gewenst door een lidstaat kan de Europese Commissie een quotum vaststellen voor de export van glasaal, op voorwaarde dat dit niet strijdig is met het duurzaamheidscriterium of het herstel van het Europese-aalbestand.

 

Indien in een lidstaat of een regio glasaalvangst wordt gebruikt voor consumptie, kan de Commissie dit toestaan als het niet strijdig is met laten het duurzaamheidscriterium.

Amendement 12

Artikel 5

In afwijking van artikel 2 wordt met ingang van 1 juli 2007 toestemming verleend voor de visserij op, het aan boord hebben van of het aanlanden van aal van de soort Anguilla anguilla van de eerste tot en met de vijftiende van elke maand, op voorwaarde dat die visserij in overeenstemming is met de specificaties en beperkingen die zijn vastgesteld in het beheersplan voor aal.

In afwijking van artikel 2 moet de visserij met ingang van 1 juli 2008 in overeenstemming zijn met de specificaties en beperkingen die zijn vastgesteld in het beheersplan voor aal.

Motivering

In lijn met het amendement op artikel 2.

Amendement 13

Artikel 5, alinea 1 bis (nieuw)

Voor lidstaten die de Commissie vóór 31 december 2006 een beheersplan voor aal ter goedkeuring hebben voorgelegd, geldt dat de werking van artikel 2 wordt opgeschort totdat de Commissie een definitief besluit heeft genomen.

Amendement 14

Artikel 6, lid 1

1. De lidstaten bepalen en omschrijven welke individuele stroomgebieden op hun grondgebied een natuurlijke habitat voor Europese aal vormden ("stroomgebied voor aal"), vóórdat de mens in dat gebied enige activiteit aan de dag had gelegd.

1. De lidstaten bepalen en omschrijven welke individuele stroomgebieden op hun grondgebied een natuurlijke habitat voor Europese aal vormden ("stroomgebied voor aal"), vóórdat de mens in dat gebied enige activiteit aan de dag had gelegd. Een lidstaat kan er om gegronde redenen voor kiezen zijn gehele grondgebied of een bestaande regionale bestuurlijke eenheid als één stroomgebied aan te wijzen.

Motivering

Om de tenuitvoerlegging te bevorderen moet het mogelijk zijn om te werken met één nationaal beheersplan.

Amendement 15

Artikel 6, lid 2

2. Bij de omschrijving van de stroomgebieden voor aal houden de lidstaten ten volle rekening met de in artikel 3 van Richtlijn 2000/60/EG bedoelde administratieve regelingen.

2. Bij de omschrijving van de stroomgebieden voor aal houden de lidstaten maximaal rekening met de in artikel 3 van Richtlijn 2000/60/EG bedoelde administratieve regelingen.

Motivering

Om de tenuitvoerlegging te bevorderen moet het mogelijk zijn te werken met één nationaal beheersplan.

Amendement 16

Artikel 6, lid 3 bis (nieuw)

 

3 bis. De lidstaten leggen in hun stroomgebieden een beheersplan voor aal ten uitvoer dat een effectief herstel van het bestand waarborgt. De lidstaten geven aan welke stroomgebieden voor deze plannen in aanmerking komen.

Motivering

In sommige lidstaten, zoals Portugal, worden alle stroomgebieden als natuurlijke habitats van de aal beschouwd. In de praktijk zou het moeilijk zijn om voor al deze stroomgebieden controle- en monitoringsplannen op te stellen, daar dit gepaard zou gaan met een buitensporige hoeveelheid personeel en geld. De lidstaten moeten derhalve zelf hun prioriteiten voor interventie stellen, daarbij rekening houdend met de specifieke omstandigheden.

Amendement 17

Artikel 6, lid 3 ter (nieuw)

 

3 ter. Beheersplannen voor stroomgebieden die door een of meer lidstaten worden gedeeld, dienen gezamenlijk te worden opgesteld en aan de Commissie worden voorgesteld.

Amendement 18

Artikel 6, lid 4

4. Elk beheersplan voor aal heeft ten doel om, voor elk stroomgebied voor aal, ervoor te zorgen dat de kans zeer groot is dat ten minste 40% van de biomassa van volwassen aal kan ontsnappen naar zee, gemeten ten opzichte van de maximale raming van de potentiële ontsnapping uit het stroomgebied bij afwezigheid van enige menselijke activiteit die van invloed is op het visgebied of het bestand.

4. Elk beheersplan voor aal heeft ten doel om, voor elk stroomgebied voor aal, ervoor te zorgen dat de kans zeer groot is dat een hoog percentage van de biomassa van volwassen aal kan ontsnappen naar zee, gemeten ten opzichte van de maximale raming van de potentiële ontsnapping uit het stroomgebied rekening houdend met elke menselijke activiteit die van invloed is op het visgebied of het bestand.

Motivering

Het is verre van duidelijk hoe de 40% zou moeten worden berekend. De beheersplannen dienen waarborgen te bevatten voor een aanzienlijk hoger percentage van ontsnappingen in elk stroomgebied, rekening houdend met de specifieke omstandigheden in elk afzonderlijk stroomgebied, zoals de aanwezige schaarste of overvloed en/of aanwezige belemmeringen. Bovendien is de betekenis van het laatste deel van de zin niet geheel duidelijk.

Amendement 19

Artikel 6, lid 5 bis (nieuw)

 

5 bis. De Europese Unie steunt maatregelen voor het herstel van aalbestanden in stroomgebieden van rivieren in de diverse lidstaten.

Amendement 20

Artikel 6, lid 5 ter (nieuw)

 

5 ter. De Europese Unie steunt maatregelen voor hulp bij de bouw en/of aanpassing van mechanismen om barrières te passeren, teneinde te voorkomen dat de trek via rivieren wordt belemmerd.

Motivering

De stroomopwaartse migratie van aal om te zich te vermenigvuldigen en derhalve de mogelijkheid om stroomopwaarts te zwemmen is essentieel voor de levenscyclus van deze soort. Het wegnemen van barrières om fysieke obstakels in zoetwaterlopen te passeren, dient dan ook prioriteit te hebben.

Amendement 21

Artikel 7, lid 1

1. Uiterlijk op 31 december 2006 delen de lidstaten aan de Commissie de overeenkomstig artikel 6 opgestelde individuele beheersplannen voor aal mee.

1. Uiterlijk op 30 juni 2007 delen de lidstaten aan de Commissie de overeenkomstig artikel 6 opgestelde individuele beheersplannen voor aal mee.

Motivering

Het huidige tijdschema is om diverse redenen niet haalbaar. Daarom wordt voorgesteld de tenuitvoerlegging met een jaar uit te stellen. In de eerste plaats vereisen de plannen in veel gevallen coördinatie tussen de diverse regio's en zelfs landen. Dit vergt veel tijd en inspanning. In de tweede plaats is de huidige kennis voor het berekenen van de ontsnappingspercentages ontoereikend en het lijkt niet waarschijnlijk dat de door de ICES voorgestelde werkgroepen en de resultaten van de momenteel in het kader van het SLIME-project bestudeerde modellen tijdig bruikbare resultaten zullen opleveren om te kunnen worden gebruikt om de plannen binnen het nu voorgestelde tijdschema te kunnen uitvoeren.

Amendement 22

Artikel 7, lid 3

3. De lidstaten leggen de krachtens lid 2 goedgekeurde beheersplannen voor aal ten uitvoer met ingang van 1 juli 2007.

3. De lidstaten leggen de krachtens lid 2 goedgekeurde beheersplannen voor aal ten uitvoer met ingang van 1 juli 2008, of zoveel eerder als haalbaar is.

Amendement 23

Artikel 8, lid 1

1. Wanneer een stroomgebied zich uitstrekt over het grondgebied van meer dan één lidstaat, stellen de betrokken lidstaten gezamenlijk een beheersplan voor aal op.

1. Wanneer een stroomgebied zich uitstrekt over het grondgebied van meer dan één lidstaat, stellen de betrokken lidstaten gezamenlijk een beheersplan voor aal op. Indien de coördinatie tot een zodanige vertraging dreigt te leiden dat het onmogelijk wordt het beheersplan tijdig in te dienen, kunnen lidstaten beheersplannen indienen voor hun nationale deel van het stroomgebied.

Amendement 24

Artikel 8, lid 2

2. Wanneer een stroomgebied voor aal zich uitstrekt tot buiten het grondgebied van de Gemeenschap, doen de betrokken lidstaten al het mogelijke om een beheersplan voor aal op te stellen in samenwerking met de betrokken derde landen.

2. Wanneer een stroomgebied voor aal zich uitstrekt tot buiten het grondgebied van de Gemeenschap, doen de betrokken lidstaten al het mogelijke om een beheersplan voor aal op te stellen in samenwerking met de betrokken derde landen. In dit verband wordt speciale aandacht besteed aan de Oostzee en de kustwateren die buiten de werkingssfeer van Richtlijn 2000/60/EG vallen.

Amendement 25

Artikel 8 bis (nieuw)

 

Artikel 8 bis

 

Bijzondere maatregelen voor glasaal

 

Als onderdeel van het plan voor het herstel van het Europese-aalbestand neemt de Commissie speciale maatregelen om de hoeveelheid uitgezette glasaal te verhogen, zulks met het oog op de problemen die worden veroorzaakt door grootschalige uitvoer van glasaal.

Motivering

Daar glasaal een bijzonder kwetsbaar deel van het aalbestand vormt, als gevolg van de grote vraag en export, dienen speciale maatregelen te worden uitgevoerd om de hoeveelheid glasaal die in de Europese wateren wordt uitgezet, te vergroten.

Amendement 26

Artikel 9, lid 1

1. Voor elk beheersplan voor aal legt de betrokken lidstaat uiterlijk op 31 december 2009 een verslag voor aan de Commissie over de monitoring, de doelmatigheid en de resultaten van het plan, waarbij met name voor elk stroomgebied een raming wordt gegeven van het percentage van de totale biomassa van aal dat kan ontsnappen naar zee om daar te paaien, berekend ten opzichte van de potentiële ontsnapping bij totale afwezigheid van visserij of andere menselijke activiteiten die van invloed zijn op de visserij en op het bestand.

1. Voor elk beheersplan voor aal legt de betrokken lidstaat uiterlijk op 31 december 2009 een verslag voor aan de Commissie over de monitoring, de doelmatigheid en de resultaten van het plan.

Motivering

Zoals reeds opgemerkt, is niet duidelijk hoe de ontsnappingspercentages zouden moeten worden berekend. In overeenstemming met het beleid van de Commissie om de wetgeving te vereenvoudigen en de administratieve druk voor lidstaten te verminderen, wordt aangeraden niet te verzoeken om verslagen die van weinig of geen nut zijn.

Amendement 27

Artikel 9, lid 2

2. Uiterlijk op 1 juli 2010 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in met een statistische en wetenschappelijke evaluatie van de resultaten van de tenuitvoerlegging van de beheersplannen voor aal, samen met het advies van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij.

2. Uiterlijk op 1 juli 2011 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in met een statistische en wetenschappelijke evaluatie van de resultaten van de tenuitvoerlegging van de beheersplannen voor aal, samen met het advies van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij.

Motivering

Het huidige tijdschema is om diverse redenen niet haalbaar. Daarom wordt voorgesteld de tenuitvoerlegging met een jaar uit te stellen. In de eerste plaats vereisen de plannen in veel gevallen coördinatie tussen de diverse regio's en zelfs landen. Dit vergt veel tijd en inspanning. In de tweede plaats is de huidige kennis voor het berekenen van de ontsnappingspercentages ontoereikend en het lijkt niet waarschijnlijk dat de door de ICES voorgestelde werkgroepen en de resultaten van de momenteel in het kader van het SLIME-project bestudeerde modellen tijdig bruikbare resultaten zullen opleveren om te kunnen worden gebruikt om de plannen binnen het nu voorgestelde tijdschema te kunnen uitvoeren.

Amendement 28

Artikel 9, lid 3 bis (nieuw)

3 bis. De Commissie bepaalt vóór 1 januari 2007, in overleg met de ICES, de EIFAC, de lidstaten en de visserijsector, of de in artikel 6, lid 4, gestelde norm in de praktijk voldoende meetbaar en toepasbaar is, waarna zij, indien noodzakelijk, een gewijzigd of aangepast voorstel voorlegt.

Amendement 29

Artikel 11, eerste alinea

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie, maar niet vóór 1 januari 2007.

  • [1]  Nog niet in het PB gepubliceerd.

TOELICHTING

De aalbestanden in de Europese Unie zijn de afgelopen jaren dramatisch teruggelopen. Te vrezen valt dat deze soort uitsterft als er niet snel een actieplan wordt uitgevoerd in de EU.

In het hele verspreidingsgebied van de Europese aal (geheel Europa, en Noord-Afrika) wordt op aal gevist. De glasaalvisserij concentreert zich in het zuidwesten van Europa. De vangsten (ca. 100 ton) worden gebruikt voor directe consumptie, voor de kweek van rode aal (ten dele in Europa, maar vooral in het Verre Oosten), of om te worden uitgezet ten behoeve van het herstel van de bestanden in de Europese wateren. Visserij op rode aal en schieraal komt overal in de Europese wateren voor. De vangsten (geschat op 8.000 ton) worden, samen met gekweekte aal uit de aquacultuur (ca.10.800 ton), gebruikt voor consumptie (gerookt, gestoofd, in gelei, enz.).

Tabel 1 Overzicht van de belangrijkste landen waar Europese aal wordt gevist of gekweekt. De cijfers betreffen de officiële productie in 2000 (bron: ICES/EIFAC Aalwerkgroep). De officiële cijfers voor de visserij vormen een aanzienlijke onderschatting van de werkelijke vangsten, die vermoedelijk circa tweemaal hoger liggen.

Visserij in EU

Visserij buiten EU

Aalkweek

Land

Productie (ton)

Land

Productie (ton)

Land

Productie (ton)

Verenigd Koninkrijk

796

Egypte

2.064

Nederland

3.800

Duitsland

686

Noorwegen

281

Denemarken

2.674

Denemarken

620

Turkije

176

Italië

2.750

Zweden

560

Tunesië

108

Elders in Europa

1.639

Italië

549

Marokko

100

Azië

10.000

Polen

429

Elders

238

 

 

Frankrijk

399

 

 

 

 

Nederland

351

 

 

 

 

Ierland

250

 

 

 

 

Elders in EU

280

 

 

 

 

Het bestand van de maatse aal is in de afgelopen 20 jaar met 50% teruggelopen (over de afgelopen 40 jaar zelfs met 75%), dat van de glasaal is over dezelfde periode met 95% teruggelopen.

De aal is van oudsher in Europa een veelgevraagde vissoort. Aal bepaalt in sommige gebieden sterk de culinaire traditie en vormt een wezenlijk onderdeel van de natuurlijke habitat.

Hoewel de binnenvisserij officieel niet onder het Europese gemeenschappelijke visserijbeleid valt, dwingt het probleem dat in zeer veel lidstaten bestaat wel tot een gezamenlijke aanpak. Zonder een dergelijke aanpak is de kans zeer groot dat het onmogelijk zal blijken te zijn de aalbestanden te behouden of te herstellen.

Uiteraard zijn de verschillen per lidstaat en in de verschillende klimaatzones groot. In Scandinavië is de situatie geheel anders dan in bijvoorbeeld Frankrijk. Toch is er in de gehele Europese Unie een aanzienlijke teruggang van de aalbestanden waar te nemen.

Alle wateren in Europa waarin aal voorkomt, kunnen bijdragen tot de productie van schieraal (vruchtbare aal). Dichtbij zee meer dan landinwaarts en in bepaalde landen meer dan in andere. Onduidelijk is of schieraal uit alle landen actief is bij de voortplanting, of dat de paaipopulatie uit een klein deel van Europa afkomstig is en de schieraal uit de overige landen zonder nageslacht sterft.

Er is wel gesuggereerd dat de meeste vrouwelijke schieraal afkomstig is uit Scandinavië. Het lijkt echter ook waarschijnlijk dat de Golf van Biskaje, die de broedgrond vormt van meer dan 95% van de glasaal, het sleutelgebied is. Het ene gebied beschermen en het andere niet, levert het gevaar op dat mogelijk het verkeerde gebied wordt beschermd. Uit voorzorg moet worden aangenomen, dat alle uit Europa migrerende schieraal bijdraagt tot reproductie. Geen enkel land kan zich daarom onttrekken aan gezamenlijke zorg voor de paaistand.

In de loop der jaren is het aandeel van in het wild gevangen aal voor de consumptie fors gedaald. Het overgrote deel van de voor de consumptie bestemde aal komt voort uit de aquacultuur. Het gevolg hiervan is dat steeds meer gevangen glasaal is bestemd voor de aquacultuur.

Deze tendens is in een stroomversnelling gekomen door de enorme vraag naar glasaal vanuit Zuidoost Azië. Hierdoor zijn de marktprijzen voor glasaal zo sterk gestegen dat het economisch onhoudbaar is om glasaal uit te zetten in de Europese binnenwateren.

Omdat de achteruitgang van de aal in geheel Europa is opgetreden, lijkt het momenteel zeer waarschijnlijk dat alle aal in Europa tot één bestand behoort en afkomstig is van één paaiplaats. Het herstel van de aal is derhalve bovenal een internationaal probleem. Tegelijkertijd is de aal bij uitstek een vis die voorkomt in kleine, verspreid door Europa gelegen wateren, waar kleinschalige visserij plaatsvindt en zeer veel lokale factoren van invloed zijn. Implementatie van een herstelplan is alleen mogelijk als het wordt uitgevoerd in al die kleine wateren en met medewerking van lokale belanghebbenden en beheerders. Het internationale herstelplan zal moeten worden gebaseerd op de informatie die in al die kleine wateren is verzameld.

Dit tweeledige karakter van het aalherstel (een grootschalig probleem dat zich voordoet in kleinschalige wateren) maakt het nodig de rollen te verdelen tussen hogere en lagere overheden en tussen overheden en belanghebbenden. Enerzijds zal de centrale overheid (EU) de randvoorwaarden voor een duurzaam beheer moeten vaststellen en deze vervolgens moeten opleggen aan de lagere (nationale) overheden, die deze op hun beurt vertalen in voorwaarden voor de visplannen van regionale visbeheerders. Anderzijds zal het lokale beheer gebaseerd moeten worden op informatie over de lokale situatie, en deze informatie zal door de (hogere) overheid moeten worden gebruikt om de genomen beheersmaatregelen te controleren en te evalueren. Goede samenwerking tussen de visserijsector, andere belanghebbenden en de overheid is daarbij van cruciaal belang.

Op 15 november 2005 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen (2005/2032(INI)) waarin de Europese Commissie ertoe werd opgeroepen onverwijld te komen met een voorstel voor een verordening voor het herstel van de aalbestanden. De huidige Commissie heeft hieraan met voortvarendheid gewerkt, zodat mede op basis van de genoemde resolutie nu een voorstel voor een verordening (2005/0201) is voorgelegd.

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal

Document- en procedurenummers

COM(2005)0472 – C6-0326/2005 – 2005/0201(CNS)

Datum raadpleging EP

20.10.2005

Commissie ten principale
  Datum bekendmaking

PECH
27.10.2005

Medeadviserende commissie(s)
  Datum bekendmaking

ENVI
27.10.2005

 

 

 

 

 

Geen advies
  Datum besluit

ENVI
29.11.2005

 

 

 

 

Rapporteur(s)
  Datum benoeming

Albert Jan Maat
25.10.2005

 

Vervangen rapporteur(s)

 

 

Vereenvoudigde procedure – datum besluit

 

Betwisting rechtsgrondslag
  Datum JURI-advies

 

 

 

 

 

Wijziging financiële voorzieningen
  Datum BUDG-advies

 

 

 

 

 

Raadpleging Europees Economisch en Sociaal Comité – datum EP-besluit

0.0.0000

Raadpleging Comité van de regio's – datum EP-besluit

0.0.0000

Behandeling in de commissie

29.11.2005

30.1.2006

22.2.2006

19.4.2006

 

Datum goedkeuring

19.4.2006

Uitslag eindstemming

Met algemene stemmen

Bij de eindstemming aanwezige leden

James Hugh Allister, Stavros Arnaoutakis, Elspeth Attwooll, Marie-Hélène Aubert, Iles Braghetto, Luis Manuel Capoulas Santos, David Casa, Paulo Casaca, Zdzisław Kazimierz Chmielewski, Carmen Fraga Estévez, Ioannis Gklavakis, Alfred Gomolka, Heinz Kindermann, Henrik Dam Kristensen, Albert Jan Maat, Willy Meyer Pleite, Rosa Miguélez Ramos, Philippe Morillon, Seán Ó Neachtain, Bernard Poignant, Struan Stevenson, Margie Sudre

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Chris Davies, Duarte Freitas

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid  2)

Carlos Carnero González, Salvador Garriga Polledo, Eugenijus Gentvilas, Antonio Masip Hidalgo

Datum indiening

26.4.2006

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

...