Verslag - A6-0193/2006Verslag
A6-0193/2006

VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en -voorlichting" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie"

19.5.2006 - (COM(2005)0122 – C6‑0388/2005 – 2005/0037A(COD)) - ***I

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid
Rapporteur: Lissy Gröner


Procedure : 2005/0037A(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0193/2006
Ingediende teksten :
A6-0193/2006
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en -voorlichting" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie"

(COM(2005)0122 – C6‑0388/2005 – 2005/0037A(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0122)[1],

–   gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 152 van het EG‑Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0388/2005),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6‑0193/2006),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Commissie en de Raad om het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en -voorlichting" te splitsen in twee afzonderlijke besluiten, één tot vaststelling van een specifiek programma voor de preventie en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en de bescherming van slachtoffers en risicogroepen (Daphne III) en een ander houdende een specifiek programma "drugspreventie en -voorlichting", en om de door het Parlement aangenomen amendementen op te nemen in het desbetreffende besluit;

3.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

4.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekstAmendementen van het Parlement

Amendement 1

Titel

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en -voorlichting" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie"

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma voor de preventie en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en de bescherming van slachtoffers en risicogroepen (Daphne III) voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie"

Dit amendement is op het hele wetsvoorstel van toepassing: als dit amendement wordt aangenomen moet dus de gehele tekst dienovereenkomstig worden aangepast.

Motivering

Gezien het belang en de specifieke kenmerken van de communautaire maatregelen voor de bestrijding van geweld en drugspreventie en -voorlichting moeten deze zaken niet binnen een enkel specifiek programma "Bestrijding van geweld (Daphne) en drugspreventie en -voorlichting" worden aangepakt, maar is het beter twee afzonderlijke specifieke programma's in het leven te roepen, "Daphne III" en "Drugspreventie en -voorlichting". De Commissie heeft laten weten dat zij open staat voor deze aanpak en amendementen waarin wordt voorgesteld het voorstel in twee besluiten te splitsen in overweging te zullen nemen.

Amendement 2

Overweging 2

(2) Het optreden van de Gemeenschap moet een aanvulling vormen op nationale beleidsmaatregelen die gericht zijn op de verbetering van de volksgezondheid, het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid en het verminderen van de schade aan de gezondheid door drugsverslaving.

(2) Het optreden van de Gemeenschap moet een aanvulling vormen op nationale beleidsmaatregelen die gericht zijn op de verbetering van de volksgezondheid, het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid en het verminderen van de schade aan de gezondheid.

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 3

Overweging 3

(3) Fysiek, seksueel en psychologisch geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen of dreiging daarmee, dwang of willekeurige vrijheidsberoving, zowel in het openbare leven als in de privé-sfeer, vormt een inbreuk op hun recht op leven, veiligheid, vrijheid, waardigheid en lichamelijke en emotionele integriteit en een ernstige bedreiging voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de slachtoffers van dergelijk geweld. De gevolgen van dergelijk geweld doen zich zo erg gevoelen in de gehele Gemeenschap dat zij een echte plaag zijn op gezondheidsgebied en een belemmering vormen voor veilig, vrij en rechtvaardig burgerschap.

(3) Fysiek, seksueel en psychologisch geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen of dreiging daarmee, dwang of willekeurige vrijheidsberoving, zowel in het openbare leven als in de privé-sfeer, en in het bijzonder mensenhandel en gedwongen prostitutie, vormt een inbreuk op hun recht op leven, veiligheid, vrijheid, waardigheid en lichamelijke en emotionele integriteit en een ernstige bedreiging voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de slachtoffers van dergelijk geweld. De gevolgen van dergelijk geweld doen zich zo erg gevoelen in de gehele Gemeenschap dat zij een echte schending van de mensenrechten en een plaag zijn op gezondheidsgebied en een belemmering vormen voor veilig, vrij en rechtvaardig burgerschap.

Motivering

Geweld is in de eerste plaats ook een schending van de mensenrechten.

Amendement 4

Overweging 3 bis (nieuw)

 

(3 bis) Tradities en culturele praktijken die samengaan met de uitoefening van lichamelijk geweld tegen vrouwen, zoals genitale verminking en eremoord, zijn een bijzondere vorm van geweld tegen vrouwen met schadelijke gevolgen op korte zowel als lange termijn voor de gezondheid van de slachtoffers, die hoofdzakelijk leden van minderheidsgemeenschappen zijn.

Motivering

Geweld tegen vrouwen kan nooit worden goedgepraat als onderdeel van een culturele traditie of praktijk, maar moet als vorm van geweld worden aangemerkt.

Amendement 5

Overweging 6

(6) Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bevestigt onder andere opnieuw het recht op menselijke waardigheid, gelijkheid en solidariteit. Het omvat een aantal specifieke bepalingen betreffende de bescherming en bevordering van de lichamelijke en geestelijke integriteit, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, kinderrechten en non-discriminatie alsmede het verbod van onmenselijke of vernederende behandelingen, slavernij, dwangarbeid en kinderarbeid. In het Handvest wordt bevestigd dat bij de bepaling en uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid moet worden verzekerd.

(6) Geweldbestrijding moet worden erkend in het kader van de bescherming van de grondrechten die worden gewaarborgd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat onder andere opnieuw het recht op menselijke waardigheid, gelijkheid en solidariteit bevestigt. Het omvat een aantal specifieke bepalingen betreffende de bescherming en bevordering van de lichamelijke en geestelijke integriteit, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, kinderrechten en non-discriminatie alsmede het verbod van onmenselijke of vernederende behandelingen, slavernij, dwangarbeid en kinderarbeid. In het Handvest wordt bevestigd dat bij de bepaling en uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid moet worden verzekerd.

Motivering

Geweld tegen personen betekent een schending van diverse grondrechten die worden erkend in het Handvest van de grondrechten van de EU en de bestrijding van dit geweld moet dan ook plaatsvinden in het kader van het vrije genot van deze rechten, dat door de overheid gewaarborgd moet worden.

Amendement 6

Overweging 7

(7) De Commissie is door het Europees Parlement verzocht om actieprogramma's ter bestrijding van dergelijk geweld op te stellen en ten uitvoer te leggen, onder andere in de resoluties van het Europees Parlement van 19 mei 2000 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement "Over nieuwe maatregelen ter bestrijding van de vrouwenhandel" en van 20 september 2001 over genitale verminking van vrouwen.

(7) De Commissie is door het Europees Parlement verzocht om actieprogramma's ter bestrijding van dergelijk geweld op te stellen en ten uitvoer te leggen, onder andere in de resoluties van het Europees Parlement van 19 mei 2000 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement "Over nieuwe maatregelen ter bestrijding van de vrouwenhandel" en van 20 september 2001 over genitale verminking van vrouwen, van 17 januari 2006 over strategieën voor de strijd tegen de handel in vrouwen en voor seksuele uitbuiting kwetsbare kinderen en van 2 februari 2006 over de huidige situatie ten aanzien van de bestrijding van geweld tegen vrouwen en mogelijke toekomstige acties.

Motivering

Ook de laatste resoluties van het Europees Parlement moeten door de Commissie in aanmerking genomen worden.

Amendement 7

Overweging 11

(11) Volgens onderzoek hangt een groot aantal ziektes en sterfgevallen in Europa samen met drugsverslaving en vormt de schade aan de gezondheid door drugsverslaving derhalve een belangrijk probleem voor de volksgezondheid.

schrappen

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 8

Overweging 12

(12) In de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende de resultaten van de eindevaluatie van de EU-drugsstrategie en het EU‑actieplan inzake drugs (2000-2004)1 werd erop gewezen dat het maatschappelijk middenveld regelmatig moet worden betrokken bij de ontwikkeling van het EU‑drugsbeleid.

____________

1 COM(2004)0707.

schrappen

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 9

Overweging 13

(13) Het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) voorziet in de ontwikkeling van strategieën en maatregelen inzake drugsverslaving en van leefstijl gebonden gezondheidsdeterminanten.

schrappen

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 10

Overweging 14

(14) In zijn aanbeveling van 18 juni 2003 betreffende de preventie en beperking van gezondheidsschade die samenhangt met drugsverslaving heeft de Raad aanbevolen dat de lidstaten de preventie van drugsverslaving en de vermindering van de daarmee samenhangende risico's tot een doelstelling van het volksgezondheidsbeleid maken en zij daartoe alomvattende strategieën ontwikkelen en uitvoeren.

_____________

1 PB L 165 van 3.7.2003, blz. 31.

schrappen

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 11

Overweging 15

(15) In december 2004 heeft de Europese Raad de drugsstrategie voor 2005-2012 van de Europese Unie aangenomen, die betrekking heeft op alle drugsgerelateerde activiteiten van de Europese Unie en waarin de belangrijkste doelstellingen worden vastgesteld. Deze doelstellingen voorzien in het bereiken van een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang door het voorkomen en beperken van drugsgebruik, verslaving en drugsgerelateerde schade aan de volksgezondheid en de maatschappij.

schrappen

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 12

Overweging 16

(16) De Commissie heeft haar drugsactieplan (2005-2008) aangenomen als een cruciaal instrument voor het omzetten van de drugsstrategie 2005-2012 van de Europese Unie in concrete acties. Het actieplan moet uiteindelijk het drugsgebruik onder de bevolking aanzienlijk terugdringen en de schade die de volksgezondheid en de maatschappij oplopen als gevolg van het gebruik van en de handel in illegale drugs, verminderen.

________________

1 COM(2005)0045 van 14.2.2005.

schrappen

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 13

Overweging 17

(17) Het is belangrijk en noodzakelijk dat de ernstige onmiddellijke en lange termijngevolgen worden erkend die geweld en drugs kunnen hebben op het gebied van gezondheid, psychologische en sociale ontwikkeling, gelijke kansen van de betrokkenen en voor personen, gezinnen en gemeenschappen alsook wat betreft de hoge sociale en economische kosten voor de maatschappij in haar geheel.

(17) Het is belangrijk en noodzakelijk dat de ernstige onmiddellijke en lange termijngevolgen worden erkend die geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen kan hebben op het gebied van de lichamelijke en geestelijke gezondheid, psychologische en sociale ontwikkeling, gelijke kansen van de betrokkenen en voor personen, gezinnen en gemeenschappen alsook wat betreft de hoge sociale en economische kosten voor de maatschappij in haar geheel.

Motivering

Toevoeging van de woorden "lichamelijke en geestelijke" om redenen van consistentie.

Amendement 14

Overweging 17 bis (nieuw)

 

(17 bis) Erkend moet worden dat sommige groepen, namelijk vrouwen uit minderheidsgroepen, vluchtelingen, migranten, vrouwen die in armoede leven in geïsoleerde of plattelandsgemeenschappen, vrouwen in instellingen of in hechtenis, meisjes, lesbische vrouwen, vrouwen met handicaps en oudere vrouwen, extra kwetsbaar zijn voor geweld.

Motivering

Bij de uitvoering van het programma moeten deze groepen bijzondere aandacht krijgen, daar zij extra gevaar lopen om geconfronteerd te worden met geweld.

Amendement 15

Overweging 17 ter (nieuw)

 

(17 ter) Niet alleen kinderen die zelf het voorwerp van geweld zijn, maar ook kinderen die toezien hoe hun moeder geweld wordt aangedaan, moeten als slachtoffers van geweld in de zin van dit programma worden beschouwd.

Motivering

Geweld tegen vrouwen die moeder zijn heeft directe en indirecte gevolgen voor de kinderen en hun emotionele en geestelijke gezondheid.

Amendement 16

Overweging 18

(18) De Europese Unie kan een meerwaarde geven aan de acties van de lidstaten op het gebied van drugspreventie en -voorlichting door deze acties aan te vullen en synergie-effecten te bevorderen.

schrappen

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 17

Overweging 19

(19) Op het gebied van de preventie van geweld, met inbegrip van misbruik en seksuele uitbuiting ten aanzien van vrouwen, jongeren en kinderen en de bescherming van slachtoffers en risicogroepen kan de Europese Unie een meerwaarde geven aan de acties die hoofdzakelijk door de lidstaten worden ondernomen door de volgende maatregelen te nemen: de verspreiding en uitwisseling van gegevens, ervaring en beproefde methoden; de bevordering van een innoverende benadering; de gezamenlijke vaststelling van prioriteiten; de ontwikkeling van de nodige netwerken; de selectie van projecten in de gehele Gemeenschap en het motiveren en mobiliseren van alle betrokken partijen. Deze acties moeten ook betrekking hebben op vrouwen en kinderen die via mensenhandel de lidstaten worden binnengebracht.

(19) Op het gebied van de preventie van geweld, met inbegrip van mishandeling van baby's en misbruik en seksuele uitbuiting ten aanzien van vrouwen, jongeren en kinderen en de bescherming van slachtoffers en risicogroepen geeft de Europese Unie een meerwaarde aan de acties die hoofdzakelijk door de lidstaten worden ondernomen door de volgende maatregelen te nemen: vaststelling van een rechtsgrond voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen krachtens de bestaande Europese wetgeving en de omzetting daarvan door de lidstaten; de verspreiding en uitwisseling van gegevens, ervaring en beproefde methoden; de bevordering van een innoverende benadering; de gezamenlijke vaststelling van prioriteiten; de ontwikkeling van de nodige netwerken, niet in het minst om slachtoffers van seksueel, psychologisch of fysiek geweld en risicogroepen te ondersteunen; de selectie van projecten in de gehele Gemeenschap en het motiveren en mobiliseren van alle betrokken partijen. Deze acties moeten ook betrekking hebben op vrouwen en kinderen die via mensenhandel de lidstaten worden binnengebracht.

Amendement 18

Overweging 19 bis (nieuw)

 

(19 bis) Het algemene doel van de EU-maatregelen tegen geweld is het voorkomen en bestrijden van alle vormen van geweld om dit misdrijf en ernstige schendingen van de mensenrechten volledig te elimineren. Hiervoor zijn duidelijke en geloofwaardige doelstellingen nodig, zoals halvering van het aantal mensen dat slachtoffer wordt van geweld en mensenhandel binnen tien jaar.

Motivering

Er zijn specifieke doelstellingen nodig om vooruitgang te boeken bij het algemene doel, namelijk volledige eliminatie van het geweld tegen vrouwen en kinderen.

Amendement 19

Overweging 20 bis (nieuw)

 

(20 bis) Het programma moet aandacht besteden aan de situatie van straatkinderen, die dramatisch is daar straatkinderen niet alleen het slachtoffer worden van drugs- en mensenhandelaars, maar ook te lijden hebben onder geweld en seksueel misbruik. Voor de reïntegratie van deze kinderen in de maatschappij is een programma nodig dat sociale en gezinsproblemen aanpakt en rekening houdt met de behoeften van deze kinderen.

Motivering

Het is meestal zo dat straatkinderen wegblijven van huis omdat zij het slachtoffer zijn van geweld in het gezin. Gewoonlijk komen zij terecht in jeugdbenden die gecontroleerd worden door drugsdealers en andere criminelen. Hoe jonger deze kinderen zijn als ze worden opgenomen door welzijnswerkers, hoe kansrijker hun reïntegratie. Door hun onderwijs en een beroepsopleiding te geven kan worden voorkomen dat ze terugvallen in een leven op straat.

Amendement 20

Overweging 20 ter (nieuw)

 

(20 ter) Bij het Europees netwerk van ombudsmannen voor kinderen zijn onafhankelijke instellingen voor de rechten van het kind uit vierentwintig lidstaten van de Raad van Europa aangesloten. Dit netwerk heeft de volgende doelstellingen: een optimale tenuitvoerlegging van het Verdrag inzake de rechten van het kind aanmoedigen; de collectieve lobby voor de rechten van het kind ondersteunen; informatie, handelwijzen en strategieën delen; het opzetten van effectieve, onafhankelijke bureaus voor kinderen stimuleren.

Motivering

Het Europees netwerk van ombudsmannen voor kinderen (ENOC) is in juni 1997 tijdens een bijeenkomst in Trondheim (Noorwegen) opgericht. Bij dit netwerk zijn onafhankelijke bureaus voor kinderen uit twaalf Europese landen en 24 lidstaten van de Raad van Europa aangesloten.

Amendement 21

Overweging 21

(21) De doelstellingen van de voorgestelde actie, namelijk het voorkomen en bestrijden van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en drugsvoorlichting en -preventie, kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt, omdat de gegevensuitwisseling en verspreiding van beproefde methoden op EU-niveau moet plaatsvinden. Dit kan dan ook beter op communautair niveau worden verwezenlijkt. Aangezien een gecoördineerde en multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is en rekening houdende met de omvang of de gevolgen van het optreden kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag omschreven subsidiariteitsbeginsel maatregelen treffen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(21) De doelstellingen van de voorgestelde actie, namelijk het voorkomen en bestrijden van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt, omdat de gegevensuitwisseling en verspreiding van beproefde methoden op EU-niveau moet plaatsvinden. Dit kan dan ook beter op communautair niveau worden verwezenlijkt. Aangezien een gecoördineerde en multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is en rekening houdende met de omvang of de gevolgen van het optreden kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag omschreven subsidiariteitsbeginsel maatregelen treffen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 22

Artikel 1, titel

Vaststelling van het programma

Thema, inhoud en doel

Motivering

Bij splitsing in twee afzonderlijke programma's ontstaat geen nieuw programma, maar fase III van het Daphne-programma.

Amendement 23

Artikel 1, lid 1

1. In dit besluit wordt het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en - voorlichting" (hierna "het programma" genoemd) vastgesteld als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie", om bij te dragen aan de versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.

1. In dit besluit wordt het specifieke programma voor de preventie en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en de bescherming van slachtoffers en risicogroepen (Daphne III), dat het beleid en de doelstellingen voortzet van de programma's Daphne en Daphne II, (hierna "het programma" genoemd) vastgesteld als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie", om de Europese burgers een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid zonder binnengrenzen te bieden.

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Het voorgestelde programma geweldbestrijding is eenvoudig een voortzetting van de twee vorige programma's Daphne (2000-2003) en Daphne II (2004-2008).

Amendement 24

Artikel 1, lid 2

2. Het programma bestrijkt de periode van 1 januari 2007 tot en met 31december 2013.

2. Het programma bestrijkt de periode van 1 januari 2007 tot en met 31december 2013. Het programma kan worden verlengd.

Motivering

Er moet nu reeds worden voorzien in verlenging van het programma, aangezien het waarschijnlijk is dat de problemen in verband met geweld ook in de toekomst blijven bestaan.

Amendement 25

Artikel 1 bis (nieuw)

 

Artikel 1 bis

 

Definities

 

1. In het kader van dit programma bestrijkt de term 'kinderen' het leeftijdsbereik van 0‑18 jaar, in overeenstemming met internationale instrumenten betreffende de rechten van het kind.

 

2. Projecten met acties die specifiek worden opgezet voor doelgroepen als 'tieners' (13-19 jaar) of 12- tot 25-jarigen worden echter beschouwd als acties die voor 'jongeren' bestemd zijn.

Motivering

Het is van groot belang de termen 'kinderen' en 'jongeren' juridisch te definiëren overeenkomstig het internationale acquis op dit terrein om duidelijk aan te geven wat het toepassingsgebied van het programma is.

Amendement 26

Artikel 2, lid 1, letter a)

a) bijdragen aan de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht door geweldbestrijding en door voorlichting over en preventie van drugsgebruik;

a) bijdragen aan de instandhouding en de ontwikkeling van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in de Gemeenschap door de bestrijding en preventie van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en de bescherming van slachtoffers en risicogroepen;

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Verder dient men te beseffen dat het wetgevingsvoorstel zal bijdragen aan de ontwikkeling in de Gemeenschap en in de EU van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid die al grotendeels tot stand is gebracht.

Amendement 27

Artikel 2, lid 1, letter b)

b) burgers beschermen tegen geweld en een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang bereiken;

b) kinderen, jongeren en vrouwen beschermen tegen geweld en een hoog niveau van bescherming van de lichamelijke en geestelijke gezondheid, welzijn en sociale samenhang en gezonde interpersoonlijke betrekkingen bereiken;

Motivering

Het is van belang om duidelijk aan te geven waar in het programma de nadruk op ligt.

Amendement 28

Artikel 2, lid 1, letter c)

c) voorkoming en beperking van drugsgebruik, verslaving en drugsgerelateerde schade.

schrappen

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 29

Artikel 2, lid 2

2. Zonder afbreuk te doen aan de doelstellingen en bevoegdheden van de Europese Gemeenschap, dragen de algemene doelstellingen van het programma bij aan de ontwikkeling van communautaire beleidsmaatregelen en meer in het bijzonder aan die welke verband houden met de bescherming van de volksgezondheid, gelijkheid van mannen en vrouwen, bescherming van de kinderrechten en de strijd tegen mensenhandel en seksuele uitbuiting.

2. Zonder afbreuk te doen aan de doelstellingen en bevoegdheden van de Europese Gemeenschap, dragen de algemene doelstellingen van het programma bij aan de ontwikkeling van communautaire beleidsmaatregelen en meer in het bijzonder aan die welke verband houden met de bescherming van de volksgezondheid, met name als het gaat om kinderen, jongeren en vrouwen, gelijkheid van mannen en vrouwen, bestrijding van huiselijk geweld en van geslachtgerelateerd geweld in conflictsituaties, bescherming van de kinderrechten, de strijd tegen mensenhandel en seksuele uitbuiting en de bestrijding van genitale verminking van vrouwen.

Motivering

De bestrijding van huishoudelijk geweld en genitale verminking van vrouwen moeten prioriteit hebben en daarom onder de algemene doelstellingen worden vermeld.

Amendement 30

Artikel 3, letter a), inleidende zin

a) voorkoming en bestrijding van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, zowel in het openbare leven als in de privé-sfeer door preventief op te treden en steun te verlenen aan slachtoffers en risicogroepen aan de hand van volgende maatregelen:

a) voorkoming en bestrijding van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, zowel in het openbare leven als in de privé-sfeer door preventief op te treden en steun te verlenen en bescherming te bieden aan slachtoffers en risicogroepen aan de hand van volgende maatregelen:

Motivering

De bescherming van slachtoffers moet een van de doelstellingen van het programma zijn.

Amendement 31

Artikel 3, letter a), punt 1

• NGO's en andere organisaties die actief zijn op het gebied van de bescherming tegen en het voorkomen van geweld ondersteunen en aanmoedigen en steun verlenen aan slachtoffers;

• NGO's, organen, organisaties en verenigingen die actief zijn op het gebied van de bescherming tegen en het voorkomen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en de steunverlening aan slachtoffers, ondersteunen en aanmoedigen, zowel op nationaal en Europees niveau als in derde landen;

Amendement 32

Artikel 3, letter a), punt 1 bis (nieuw)

 

de bijstandverlening aan NGO's en andere organisaties voortzetten om hen te helpen bij het opzetten van projecten en het leggen van contacten met andere partners,

Motivering

Bijstandverlening aan NGO's (help desk) is steeds zeer nuttig gebleken, met name voor organisaties die voor het eerst deelnemen aan het Daphne-programma, omdat zij zo alle regels van het programma leren kennen. Het is dan ook absoluut noodzakelijk deze hulpverlening te handhaven.

Amendement 33

Artikel 3, letter a), punt 1 ter (nieuw)

 

een denktank oprichten die de Commissie richtsnoeren geeft inzake de sociale, culturele en politieke context met het oog op de selectie van projecten en aanvullende maatregelen. De denktank moet zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van de bevoegde commissie van het Europees Parlement en vertegenwoordigers van de belangrijkste op dit gebied werkzame NGO's;

Motivering

De Commissie, die met de selectie en uitvoering van de programma's is belast, heeft maar een beperkte kennis van de sociale, culturele en politieke context in de lidstaten.

Amendement 34

Artikel 3, letter a), punt 2

• acties voor de bewustmaking van specifieke doelgroepen ontwikkelen en ten uitvoer leggen, materiaal ontwikkelen ter aanvulling van het reeds bestaande materiaal of het reeds bestaande materiaal aanpassen en gebruiken in andere geografische gebieden of ten behoeve van andere doelgroepen;

• acties voor de bewustmaking van specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld specifieke beroepen, specifieke bevolkingsgroepen en geweldplegers, ontwikkelen en ten uitvoer leggen, materiaal ontwikkelen ter aanvulling van het reeds bestaande materiaal of het reeds bestaande materiaal aanpassen en gebruiken in andere geografische gebieden of ten behoeve van andere doelgroepen;

Motivering

Voorbeelden van beroepen waarop acties voor bewustmaking gericht kunnen worden zijn mensen die in hun werk te maken hebben met geweld tegen vrouwen en kinderen, zoals politie, medewerkers van rechtbanken, medisch personeel, leraren, jongerenwerkers, sociaal werkers, personeel dat te maken heeft met wetsovertreders en kinderpsychologen en -therapeuten. Hierbij moet ook worden gedacht aan trainingsacties voor specifieke beroepen en bevolkingsgroepen, waarbij geleerd wordt hoe te handelen bij eremisdrijven.

Amendement 35

Artikel 3, letter a) punt 2 bis (nieuw)

 

ruchtbaarheid geven aan het Europese jaar voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen en steun verlenen aan activiteiten in dat verband;

Motivering

Het Europese jaar voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen is uiterst belangrijk en waardevol voor bewustmaking en uitwisseling van goede praktijken en moet daarom steun ontvangen uit het Daphne-programma.

Amendement 36

Artikel 3, letter a), punt 2 ter (nieuw)

 

• maatregelen nemen die gericht zijn op vrouwen die lid zijn van cultureel specifieke gemeenschappen of etnische minderheidsgroepen en de specifieke vormen van geweld waarmee deze vrouwen geconfronteerd worden;

Motivering

Vrouwen die lid zijn van minderheidsgroepen of cultureel specifieke gemeenschappen hebben te maken met specifieke vormen van geweld die alleen met bepaalde methoden aangepakt kunnen worden. Het Daphne-programma moet de geweldproblematiek van deze vrouwen serieus nemen en specifieke maatregelen nemen.

Amendement 37

Artikel 3, letter a), punt 2 quater (nieuw)

 

• acties met het oog op de reïntegratie van geweldslachtoffers op de arbeidsmarkt en in het maatschappelijk leven ontwikkelen en ten uitvoer leggen;

Motivering

Slachtoffers van geweld zijn vaak geneigd tot sociale marginalisering. Hun geleidelijke reïntegratie in de maatschappij moet daarom een kerndoel zijn. De eerste wezenlijke stap daartoe is hun toegang tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken.

Amendement 38

Artikel 3, letter a), punt 2 quinquies (nieuw)

 

• onderzoek doen naar de oorzaken en de stand van zaken van de handel in vrouwen en kinderen met het oog op seksuele uitbuiting en efficiënte openbarebewustmakingscampagnes over dit onderwerp voeren;

Motivering

Het Daphne-programma kan en moet efficiënte acties bevatten om de handel in vrouwen en kinderen aan te pakken, die een zeer grote omvang heeft gekregen.

Amendement 39

Artikel 3, letter a), punt 3

• de in het kader van beide Daphne-programma's verkregen resultaten verspreiden, met inbegrip van hun aanpassing, overdracht en gebruik door andere begunstigden of in andere geografische gebieden;

de doelstellingen en de specifieke acties van beide Daphne-programma's voortzetten en de verkregen resultaten ervan verspreiden, met inbegrip van hun aanpassing, overdracht en gebruik door andere begunstigden of in andere geografische gebieden;

Motivering

Er moet op worden gewezen dat het voorgestelde programma inzake geweldsbestrijding slechts de voortzetting is van de twee voorgaande programma's, met name Daphne I (2000-2003) en Daphne II (2004-2008).

Amendement 40

Artikel 3, letter a), punt 4

• vaststellen en versterken van acties die bijdragen tot een positieve behandeling van mensen die het risico lopen slachtoffer te worden van geweld, namelijk door te kiezen voor een aanpak die zowel aanzet tot respect voor hen als hun welbevinden en persoonlijke ontplooiing bevordert;

• vaststellen en versterken van acties die bijdragen tot een positieve behandeling en sociale reïntegratie van kinderen, jongeren en vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld en/of die het risico lopen slachtoffer te worden van geweld, namelijk door te kiezen voor een aanpak die zowel aanzet tot respect voor hen als hun welbevinden en persoonlijke ontplooiing bevordert;

Motivering

Het is van belang om duidelijk aan te geven waar in het programma de nadruk op ligt.

Het programma moet bijdragen tot het versterken van acties ter verbetering van de levensomstandigheden en de sociale reïntegratie van slachtoffers van geweld en mensen die risico lopen dat te worden.

Amendement 41

Artikel 3, letter a), punt 4 bis (nieuw)

 

speciale acties voor risicogroepen opzetten en uitvoeren om mishandeling van pasgeborenen te voorkomen.

Amendement 42

Artikel 3, letter a), punt 4 ter (nieuw)

 

bijzondere nadruk leggen op de bestrijding van schendingen van de mensenrechten van migrantenvrouwen;

Motivering

Het is belangrijk om de doelstellingen van het programma duidelijk te omschrijven.

Amendement 43

Artikel 3, letter b), punt 1

• multidisciplinaire netwerken uit te bouwen;

• multidisciplinaire netwerken uit te bouwen in het bijzonder door steunverlening aan de slachtoffers van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en de slachtoffers van mensenhandel;

Amendement 44

Artikel 3, letter b), punt 2 bis (nieuw)

 

• te zorgen voor aangepaste opleiding en training voor beroepsbeoefenaars die voorvallen en data in verband met huiselijk geweld registreren, zodat dergelijke gevallen sneller worden herkend;

Motivering

Huiselijk geweld ligt in de taboesfeer en daarom wordt vaak verzwegen dat het plaatsvindt of welk gezinslid de dader is. Beroepsbeoefenaars die in contact komen met geweldslachtoffers moeten training krijgen, zodat zij gevallen van huiselijk geweld makkelijker herkennen en de slachtoffers doeltreffender hulp kunnen bieden.

Amendement 45

Artikel 3, letter b), punt 3

• bewustmaking van geweld bij doelgroepen zoals specifieke beroepen zodat zij hierin meer inzicht krijgen, de toepassing van het beginsel inzake nultolerantie ten aanzien van geweld te bevorderen, de ondersteuning van slachtoffers aan te moedigen en het melden van gevallen van geweld bij de bevoegde autoriteiten te stimuleren;

bewustmaking van alle vormen van geweld bij doelgroepen zoals nationale, regionale en lokale autoriteiten, professionals en bevolkingsgroepen, zodat zij hierin meer inzicht krijgen, de toepassing van het beginsel inzake nultolerantie ten aanzien van geweld te bevorderen, de ondersteuning van slachtoffers aan te moedigen en het melden van gevallen van geweld bij de bevoegde autoriteiten te stimuleren;

Motivering

Bij specifieke doelgroepen voor bewustmakingsacties kunnen we denken aan mensen die beroepsmatig met geweld tegen vrouwen en kinderen te maken krijgen, zoals politieagenten, justitiële medewerkers, medisch personeel, leraren, jeugdwerkers, maatschappelijk werkers, mensen die met overtreders werken, kinderpsychologen en therapeuten. Ook moeten voor specifieke beroeps- en bevolkingsgroepen bewustmakingscursussen met betrekking tot uit eerwraak gepleegde misdrijven worden opgenomen.

Amendement 46

Artikel 3, letter b), punt 4

• de vraagstukken in verband met geweld te bestuderen, na te gaan welke de onderliggende oorzaken van geweld zijn op alle niveaus van de maatschappij en deze te bestrijden;

• de vraagstukken in verband met geweld en de eventuele methoden ter voorkoming van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen te bestuderen, na te gaan welke de onderliggende oorzaken van geweld zijn op alle niveaus van de maatschappij en deze te voorkomen en te bestrijden;

Motivering

De oorzaken van geweld moeten ook worden voorkomen.

Amendement 47

Artikel 3, letter b) punt 5

• bewustmaking van de maatschappelijke en gezondheidsproblemen als gevolg van drugsgebruik en bevordering van een open dialoog met het oog op een beter inzicht in de drugsproblematiek;

schrappen

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 48

Artikel 3, letter c)

c) het maatschappelijk middenveld betrekken bij de tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de EU-drugsstrategie en EU-actieplannen;

c) het maatschappelijk middenveld betrekken bij de tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de strategie en het actieplan van de EU voor de bestrijding en preventie van mensenhandel;

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 49

Artikel 3, letter d)

d) toezicht op en uitvoering van de specifieke acties in het kader van de drugsactieplannen 2005-2008 en 2009-2012 en evaluatie van deze tenuitvoerlegging.

d) toezicht op en uitvoering van de specifieke acties in het kader van het actieplan voor de bestrijding en preventie van mensenhandel en evaluatie van deze tenuitvoerlegging.

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 50

Artikel 4, letter a)

a) specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie; of

a) specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal, met inbegrip van computertoepassingen en de ontwikkeling van pedagogische instrumenten; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie; of

Motivering

Computertoepassingen, met name het opzetten van computerprogramma's en de concrete ontwikkeling van pedagogische instrumenten, kunnen bijdragen tot het uitroeien en voorkomen van geweld.

Amendement 51

Artikel 4, letter b)

b) specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie lidstaten worden ingediend, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma's uiteengezette voorwaarden; of

b) specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie landen, waarvan ten minste twee lidstaat zijn, mogelijk in samenwerking met geassocieerde landen of landen die kandidaat zijn voor toetreding,worden ingediend, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma's uiteengezette voorwaarden; of

Motivering

Het programma moet openstaan voor de deelneming van andere NGO's op dit gebied.

Het zou zinvol zijn de mogelijkheid te hebben om transnationale projecten samen met derde landen op te zetten om het programma efficiënter uit te kunnen voeren, met name ter bestrijding van de mensenhandel.

Amendement 52

Artikel 4, letter d)

d) een exploitatiesubsidie ter medefinanciering van de uitgaven in verband met het permanente werkprogramma van de Europese Federatie voor verdwenen en seksueel uitgebuite kinderen, die op het gebied van kinderrechten en -bescherming een doelstelling van algemeen Europees belang nastreeft.

d) medefinanciering van organisaties met een gemeenschappelijk belang die werken met vermiste en seksueel misbruikte kinderen en strijden tegen het ontvoeren van kinderen en pedofilie, voorzover deze organisaties zich op het gebied van kinderrechten en -bescherming inzetten voor doelen van algemeen Europees belang.

Motivering

Het programma moet openstaan voor de deelneming van andere NGO's op dit gebied.

Amendement 53

Artikel 5, letter c)

c) bij de projecten kunnen kandidaat-lidstaten worden betrokken die niet aan dit programma deelnemen, wanneer dit tot hun voorbereiding op toetreding zou bijdragen, dan wel andere derde landen die niet aan dit programma deelnemen, wanneer dit de doelstellingen van de projecten dient.

c) bij de projecten kunnen kandidaat-lidstaten worden betrokken die niet aan dit programma deelnemen, wanneer dit tot hun voorbereiding op toetreding zou bijdragen, dan wel andere derde landen die niet aan dit programma deelnemen, wanneer dit de doelstellingen van de projecten dient, in het bijzonder Oost-Europese en Centraal-Aziatische landen in het kader van hun overeenkomsten inzake partnerschap en samenwerking en mediterrane en ACS-landen in het kader van hun desbetreffende overeenkomsten.

(Zie de formulering van artikel 3, Toegang tot het programma, Besluit 2002/630/JBZ van de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van een kaderprogramma betreffende politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (AGIS))

Motivering

Het programma moet openstaan voor de deelneming van andere landen om de netwerken met deze partnerlanden uit te breiden en de gevolgen en resultaten van het "Daphne-acquis" te vermenigvuldigen.

Amendement 54

Artikel 5, alinea 1 bis (nieuw)

 

De Commissie moet ervoor zorgen dat alle landen waarvoor het programma openstaat, deelnemen en moet in het bijzonder ook NGO's en met name zelfhulpgroepen aanmoedigen om deel te nemen.

Motivering

De tien nieuwe lidstaten hebben tot nog toe weinig deelgenomen, hoewel hun problemen met geweld groter zijn. Het aanvragen en uitvoeren van EU-projecten is vaak een administratieve last voor NGO's. Deze zijn echter gewoonlijk zelf al in netwerken georganiseerd en zijn daarom zeer goed in staat om de resultaten bekend te maken.

Amendement 55

Artikel 6, lid 1

1. Het programma is gericht op alle groepen die zich direct of indirect bezighouden met vraagstukken in verband met geweld en drugs.

1. De doelgroepen van het programma zijn alle groepen die zich direct of indirect bezighouden met vraagstukken in verband met alle vormen van geweld en mensenhandel.

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Verder is sprake van verduidelijking en herschikking van de zin.

Amendement 56

Artikel 6, lid 2

2. Wat de strijd tegen geweld betreft, zijn de belangrijkste doelgroepen de slachtoffers van geweld en de groepen die het risico lopen slachtoffer te worden van geweld. Andere doelgroepen zijn onder meer leraars en onderwijzend personeel, politie en maatschappelijk werkers, lokale en nationale autoriteiten, medisch en paramedisch personeel, gerechtelijk personeel, NGO's, vakorganisaties en religieuze gemeenschappen. Met het oog op geweldpreventie is het ook van belang te denken aan behandelingsprogramma's voor zowel slachtoffers als daders.

2. De belangrijkste doelgroepen zijn de slachtoffers van geweld en de groepen die het risico lopen slachtoffer te worden van geweld, in het bijzonder kinderen, jongeren en vrouwen. Andere doelgroepen zijn onder meer leraars en onderwijzend personeel, personeel van de dienst grenscontrole, leiders van kinder- en jeugdorganisaties, ouders, politie en maatschappelijk werkers, lokale en nationale autoriteiten, medisch en paramedisch personeel, gerechtelijk personeel, NGO's, vakorganisaties en religieuze gemeenschappen. Met het oog op geweldpreventie is het ook van belang te denken aan behandelingsprogramma's begeleidings- en reïntegratieprogramma's voor zowel slachtoffers als daders.

Motivering

De formule "begeleidings- en reïntegratieprogramma's" dekt zowel de lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg als maatregelen met het oog op de sociale reïntegratie van de slachtoffers van geweld en ook de daders, met name om recidive te voorkomen.

Amendement 57

Artikel 6, lid 3

3. Wat drugs betreft, zijn jongeren, kwetsbare groepen en probleemwijken risicogroepen en moeten ze dus als doelgroepen worden beschouwd. Andere doelgroepen zijn onder meer leraars en onderwijzend personeel, maatschappelijk werkers, lokale en nationale autoriteiten, medisch en paramedisch personeel, gerechtelijk personeel, NGO's, vakorganisaties en religieuze gemeenschappen.

schrappen

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 58

Artikel 7

Het programma staat open voor openbare of particuliere organisaties en instellingen (plaatselijke autoriteiten op het bevoegde niveau, universiteitsfaculteiten en onderzoekscentra) die actief zijn op het gebied van de preventie en bestrijding van geweld ten aanzien van kinderen, jongeren en vrouwen of die bescherming bieden tegen dergelijk geweld of die hulp verlenen aan slachtoffers dan wel gerichte acties ten uitvoer leggen om de afwijzing van dergelijk geweld te bevorderen of attitude- en gedragswijzigingen ten opzichte van kwetsbare groepen en slachtoffers van geweld aan te moedigen. Het programma staat ook open voor openbare of particuliere organisaties en instellingen (plaatselijke autoriteiten op het bevoegde niveau, universiteitsfaculteiten en onderzoekscentra) die actief zijn op het gebied van drugsvoorlichting en – preventie.

Het programma staat open voor openbare of particuliere organisaties en instellingen (plaatselijke autoriteiten op het bevoegde niveau, universiteitsfaculteiten, onderzoekscentra, journalisten en de media) die actief zijn op het gebied van de preventie en bestrijding van geweld ten aanzien van kinderen, jongeren en vrouwen of die bescherming bieden tegen dergelijk geweld of die hulp verlenen aan slachtoffers dan wel gerichte acties ten uitvoer leggen om de afwijzing van dergelijk geweld te bevorderen of attitude- en gedragswijzigingen ten opzichte van kwetsbare groepen en slachtoffers van geweld aan te moedigen.

Motivering

Het is van belang ook de media bij het programma te betrekken.

Amendement 59

Artikel 10, lid 1

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en dat wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie (hierna "het comité" genoemd).

1. De Commissie wordt bijgestaan door een gelijkelijk uit mannen en vrouwen samengesteld comité dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en dat wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie (hierna "het comité" genoemd).

Motivering

Is van belang gezien het specifieke karakter van het programma.

Amendement 60

Artikel 10, lid 3 bis (nieuw)

 

3 bis. De Commissie kan vertegenwoordigers van de deelnemende landen uitnodigen voor informatieve bijeenkomsten na de vergaderingen van het comité.

Motivering

Het is wenselijk om te voorzien in de mogelijkheid voor de Commissie om informatieve bijeenkomsten te organiseren met de vertegenwoordigers van de landen die aan het programma deelnemen, aangezien deze geen deel uitmaken van het comité en geen rechtstreekse kennis hebben van het resultaat van de beraadslagingen van het comité.

Amendement 61

Artikel 11, lid 1

1. Er wordt gestreefd naar synergie en complementariteit met andere instrumenten van de Gemeenschap, met name de algemene programma's "Veiligheid en bescherming van de vrijheden" en "Solidariteit en beheer van de migratiestromen", het 7de kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling en de programma's met betrekking tot gezondheidsbescherming en "Veiliger internet plus". Er wordt actief gestreefd naar complementariteit met het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving. Statistische gegevens over geweld en drugs zullen in samenwerking met de lidstaten worden opgesteld, zo nodig aan de hand van het communautair statistisch programma.

1. Er wordt gestreefd naar synergie en complementariteit met andere instrumenten van de Gemeenschap, met name de algemene programma's "Veiligheid en bescherming van de vrijheden" en "Solidariteit en beheer van de migratiestromen", het 7de kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling en de programma's met betrekking tot gezondheidsbescherming en "Veiliger internet plus". Ook moet worden gestreefd naar complementariteit met het toekomstige instituut voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen, met name om de activiteiten van het Daphne III-programma beter te kunnen afstemmen op de risicogroepen. Statistische gegevens over geweld en drugs zullen in samenwerking met de lidstaten worden opgesteld, zo nodig aan de hand van het communautair statistisch programma.

Motivering

Het zou zinvol kunnen zijn samen te werken met het toekomstige Genderinstituut ten einde nuttige informatie bijeen te brengen over de groepen die bijzonder kwetsbaar zijn voor geweldpleging, zodat de activiteiten van het programma beter op deze doelgroepen afgestemd kunnen worden.

Amendement 62

Artikel 12, lid 1

1. De begroting voor de uitvoering van dit instrument bedraagt voor de in artikel 1 vermelde periode 138,2 miljoen EUR.

1. De begroting voor de uitvoering van dit instrument bedraagt voor de in artikel 1 vermelde periode 115,87 miljoen EUR.

Motivering

Vloeit voort uit amendement 1.

Amendement 63

Artikel 15, lid 3, letter a)

a) uiterlijk op 31 maart 2011, een tussentijds evaluatieverslag over de behaalde resultaten en de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de uitvoering van dit programma;

a) uiterlijk op 31 maart 2010, een tussentijds evaluatieverslag over de behaalde resultaten en de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de uitvoering van dit programma, voorzien van een lijst met alle gesubsidieerde projecten en maatregelen;

Motivering

Het programma zou baat hebben bij tussentijdse evaluatie op een vroeger tijdstip.

Het zou nuttig zijn als de Commissie een lijst met alle gesubsidieerde projecten en maatregelen zou bijvoegen.

Amendement 64

Artikel 15, lid 3, letter b)

b) uiterlijk op 30 augustus 2012, een mededeling over de voortzetting van dit programma;

b) uiterlijk op 31 december 2011, een mededeling over de voortzetting van dit programma;

Motivering

Het zou beter zijn als de mededeling over de voortzetting van het programma eerder komt.

Amendement 65

Artikel 15, lid 3, letter c)

c) uiterlijk op 31 december 2014, een verslag over de evaluatie achteraf.

c) uiterlijk op 31 december 2014, een verslag over de evaluatie achteraf van de tenuitvoerlegging en de resultaten van het programma.

Motivering

Het zou nuttig zijn een eindbeoordeling te geven van de resultaten die gedurende de hele looptijd van het programma zijn bereikt.

Amendement 66

Artikel 15 bis (nieuw)

 

Artikel 15 bis

 

Publicatie van projecten

 

Elk jaar moet de Commissie, samen met de lidstaten, een lijst publiceren met de projecten die in het kader van dit programma zijn gefinancierd, met een korte beschrijving van elk project.

Motivering

Dit is belangrijk vanwege de transparantie.

  • [1]  Nog niet in het PB gepubliceerd.

ADVIES VAN DE COMMISSIE BURGERLIJKE VRIJHEDEN, JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN (16.5.2006)

aan de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheidinzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en -voorlichting" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie"(COM(2005)0122 – C6 0388/2005 – 2005/0037A(COD))Rapporteur voor advies: Roberta Angelilli

BEKNOPTE MOTIVERING

I. - INLEIDING

Het Haags Programma, dat de Europese Raad op 4 en 5 november 2004 heeft aangenomen uitgaande van vijf jaar ervaring met het programma dat in 1999 in Tampere was vastgesteld, bevat een agenda voor een nieuw vijfjarenplan dat als voornaamste doel heeft de Unie om te vormen tot een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid.

Dit ambitieuze politieke doel kan alleen worden bereikt als er vooraf voldoende financieringsmiddelen voor worden uitgetrokken.

De financiële vooruitzichten voor de periode 2007-2013 voorzien dan ook in een aanzienlijke verhoging van de middelen voor de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid.

II. - KADERPROGRAMMA'S EN SPECIFIEKE PROGRAMMA'S DIE IN DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN VOOR DE PERIODE 2007-2013 ZIJN VOORZIEN OP HET GEBIED VAN RECHT, VRIJHEID EN VEILIGHEID

Het in de financiële vooruitzichten voor de periode 2007-2013 vervatte voorstel om een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht tot stand te brengen behelst drie algemene programma's, waarvoor in totaal 7,154 miljard euro is uitgetrokken en die weer uiteenvallen in tien specifieke programma's. Elk programma heeft betrekking op een concreet gebied:

A) Het algemene programma grondrechten en justitie (543 miljoen euro) heeft betrekking op justitie en omvat vier specifieke programma's, waarvan er één als thema heeft geweldbestrijding (Daphne) en voorlichting over en preventie van drugsgebruik. Dit is het onderwerp van het onderhavige ontwerpadvies.

Voor dit specifieke programma wordt 138,2 miljoen euro uitgetrokken om in de periode 2007-2013 twee politieke doeleinden te verwezenlijken:

a) bestrijding van geweld dat is gericht tegen risicogroepen (kinderen, jongeren en vrouwen) ter voortzetting van het beleid dat reeds was uitgestippeld in de programma's Daphne (2000-2003) en Daphne II (2004-2008). Hiervoor wordt 115,850 miljoen euro uitgetrokken.

b) preventie van drugsgebruik en voorlichting van het publiek daarover. Hiervoor wordt een bedrag van in totaal 22,330 miljoen euro voorgesteld.

B) Het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (5,866 miljard euro) heeft betrekking op de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid en omvat vier Europese fondsen: vluchtelingen, grenzen, integratie en terugkeer.

C) Het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (745 miljoen euro) betreft de totstandbrenging van de ruimte van veiligheid door middel van twee specifieke programma's, misdaadbestrijding en preventie enerzijds en beheer van de gevolgen van terrorisme anderzijds.

III. - COMMENTAAR VAN DE RAPPORTEUR VOOR ADVIES

De rapporteur voor advies staat volledig achter de aanbeveling van deze commissie en van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid om de inhoud van dit programma onder te verdelen in twee specifieke programma's met twee afzonderlijke begrotingslijnen en politieke doelstellingen, één voor geweldbestrijding en een ander voor de preventie van drugsgebruik. Er zijn inderdaad geen bijzondere redenen om de bestrijding van het geweld te koppelen aan de bestrijding van het drugsgebruik.

Daarom is met medeweten van de Commissie overeenstemming bereikt tussen de Commissie rechten van de vrouw en de Commissie burgerlijke vrijheden, met dien verstande dat elk van beide commissies een advies opstelt over het hele specifieke programma, maar dat de Commissie rechten van de vrouw geen aandacht besteedt aan het deel van het programma dat betrekking heeft op drugspreventie, maar zich beperkt tot geweldbestrijding, terwijl de Commissie burgerlijke vrijheden precies het tegenovergestelde doet, d.w.z. geen aandacht besteedt aan geweldbestrijding, maar wel aan drugspreventie.

De rapporteur voor advies over het specifieke Daphne-programma is dan ook van mening dat de klemtoon moet komen te liggen op de aspecten in verband met de bestrijding van het geweld en dat bijgevolg alles wat in het voorstel betrekking heeft op drugspreventie onbehandeld moet blijven, zoals reeds wordt voorgesteld in het ontwerpverslag dat Inger Segelström als rapporteur over het onderdeel Drugsbestrijding van het specifieke programma heeft opgesteld voor onze Commissie burgerlijke vrijheden.

De rapporteur voor advies stelt de leden van de commissie voor om over alle amendementen die betrekking hebben op schrapping van de tekst betreffende de preventie van het drugsgebruik en de voorlichting over dit onderwerp en bloc te stemmen. Het betreft de amendementen 1, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 15, 18, 26, 33, 34, 35, 41, 42 en 45.

Alle andere amendementen hebben betrekking op de bestrijding van het geweld gericht tegen risicogroepen (kinderen, jongeren en vrouwen) en maatregelen met het oog op de correcte toepassing en uitvoering van het specifieke programma Geweldbestrijding.

AMENDEMENTEN

De Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Door de Commissie voorgestelde tekst[1]Amendementen van het Parlement

Amendement 1

Titel

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en -voorlichting" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie"

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne)" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie"

 

(Deze wijziging geldt voor de hele tekst; als ze wordt aangenomen, moeten in de hele wetgevingstekst technische aanpassingen worden aangebracht)

Motivering

Het probleem van het geweld dat is gericht tegen kinderen, jongeren, vrouwen en andere groepen zou op de achtergrond raken als het gecombineerd met de preventie van drugsgebruik wordt behandeld.

Er moeten daarom twee specifieke programma's komen met afzonderlijke begrotingslijnen, één voor geweldsbestrijding en een ander voor drugspreventie. Het eerste onderwerp wordt behandeld door de Commissie rechten van de vrouw, het tweede door de Commissie burgerlijke vrijheden.

Amendement 2

Overweging 2

(2) Het optreden van de Gemeenschap moet een aanvulling vormen op nationale beleidsmaatregelen die gericht zijn op de verbetering van de volksgezondheid, het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid en het verminderen van de schade aan de gezondheid door drugsverslaving.

(2) Het optreden van de Gemeenschap moet een aanvulling vormen op nationale beleidsmaatregelen die gericht zijn op de verbetering van de volksgezondheid, het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid.

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 3

Overweging 3

(3) Fysiek, seksueel en psychologisch geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen of dreiging daarmee, dwang of willekeurige vrijheidsberoving, zowel in het openbare leven als in de privé-sfeer, vormt een inbreuk op hun recht op leven, veiligheid, vrijheid, waardigheid en lichamelijke en emotionele integriteit en een ernstige bedreiging voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de slachtoffers van dergelijk geweld. De gevolgen van dergelijk geweld doen zich zo erg gevoelen in de gehele Gemeenschap dat zij een echte plaag zijn op gezondheidsgebied en een belemmering vormen voor veilig, vrij en rechtvaardig burgerschap.

(3) Fysiek, seksueel en psychologisch geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, met name als dit samengaat met mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting en huiselijk geweld, of dreiging daarmee, dwang of willekeurige vrijheidsberoving, zowel in het openbare leven als in de privé-sfeer, vormt een inbreuk op hun recht op leven, veiligheid, vrijheid, waardigheid en lichamelijke en emotionele integriteit en een ernstige bedreiging voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de slachtoffers van dergelijk geweld. De gevolgen van dergelijk geweld doen zich zo erg gevoelen in de gehele Gemeenschap dat zij een echte plaag zijn op gezondheidsgebied en een belemmering vormen voor veilig, vrij en rechtvaardig burgerschap.

Motivering

De bestrijding van geweld moet alle vormen van geweld omvatten, zeker ook huishoudelijk geweld en geweld dat met mensenhandel te maken heeft. Deze moeten dan ook nadrukkelijk in de doelstellingen van het programma worden vermeld.

Amendement 4

Overweging 6

(6) Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bevestigt onder andere opnieuw het recht op menselijke waardigheid, gelijkheid en solidariteit. Het omvat een aantal specifieke bepalingen betreffende de bescherming en bevordering van de lichamelijke en geestelijke integriteit, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, kinderrechten en non-discriminatie alsmede het verbod van onmenselijke of vernederende behandelingen, slavernij, dwangarbeid en kinderarbeid. In het Handvest wordt bevestigd dat bij de bepaling en uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid moet worden verzekerd.

(6) Geweldbestrijding moet worden erkend in het kader van de bescherming van de grondrechten die worden gewaarborgd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat onder andere opnieuw het recht op menselijke waardigheid, gelijkheid en solidariteit bevestigt. Het omvat een aantal specifieke bepalingen betreffende de bescherming en bevordering van de lichamelijke en geestelijke integriteit, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, kinderrechten en non-discriminatie alsmede het verbod van onmenselijke of vernederende behandelingen, slavernij, dwangarbeid en kinderarbeid. In het Handvest wordt bevestigd dat bij de bepaling en uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid moet worden verzekerd.

Motivering

Geweld tegen personen betekent een schending van diverse grondrechten die worden erkend in het Handvest van de grondrechten van de EU en de bestrijding van dit geweld moet dan ook plaatsvinden in het kader van het vrije genot van deze rechten, dat door de overheid gewaarborgd moet worden.

Amendement 5

Overweging 7

(7) De Commissie is door het Europees Parlement verzocht om actieprogramma's ter bestrijding van dergelijk geweld op te stellen en ten uitvoer te leggen, onder andere in de resoluties van het Europees Parlement van 19 mei 2000 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement "Over nieuwe maatregelen ter bestrijding van de vrouwenhandel" en van 20 september 2001 over genitale verminking van vrouwen.

(7) De Commissie is door het Europees Parlement verzocht om actieprogramma's ter bestrijding van dergelijk geweld op te stellen en ten uitvoer te leggen, onder andere in de resoluties van het Europees Parlement van 19 mei 2000 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement "Over nieuwe maatregelen ter bestrijding van de vrouwenhandel", van 20 september 2001 over genitale verminking van vrouwen en van 17 januari 2006 over strategieën voor de strijd tegen de handel in vrouwen en voor seksuele uitbuiting kwetsbare kinderen.

Amendement 6

Overweging 10 bis (nieuw)

 

(10 bis) De toepassing van dit specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne)" moet zorgen voor een evenwichtig verdeelde aandacht voor de drie doelgroepen, te weten kinderen, jongeren en vrouwen.

Amendement 7

Overweging 11

(11) Volgens onderzoek hangt een groot aantal ziektes en sterfgevallen in Europa samen met drugsverslaving en vormt de schade aan de gezondheid door drugsverslaving derhalve een belangrijk probleem voor de volksgezondheid.

Schrappen

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 8

Overweging 12

(12) In de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende de resultaten van de eindevaluatie van de EU-drugsstrategie en het EU‑actieplan inzake drugs (2000-2004)1 werd erop gewezen dat het maatschappelijk middenveld regelmatig moet worden betrokken bij de ontwikkeling van het EU‑drugsbeleid.

Schrappen

__________
1 COM(2004)0707.

 

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 9

Overweging 13

(13) Het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) voorziet in de ontwikkeling van strategieën en maatregelen inzake drugsverslaving en van leefstijl gebonden gezondheidsdeterminanten.

Schrappen

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 10

Overweging 14

(14) In zijn aanbeveling van 18 juni 2003 betreffende de preventie en beperking van gezondheidsschade die samenhangt met drugsverslaving1 heeft de Raad aanbevolen dat de lidstaten de preventie van drugsverslaving en de vermindering van de daarmee samenhangende risico's tot een doelstelling van het volksgezondheidsbeleid maken en zij daartoe alomvattende strategieën ontwikkelen en uitvoeren.

Schrappen

__________
1 PB L 165 van 3.7.2003, blz. 31.

 

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 11

Overweging 15

(15) In december 2004 heeft de Europese Raad de drugsstrategie voor 2005-2012 van de Europese Unie aangenomen, die betrekking heeft op alle drugsgerelateerde activiteiten van de Europese Unie en waarin de belangrijkste doelstellingen worden vastgesteld. Deze doelstellingen voorzien in het bereiken van een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang door het voorkomen en beperken van drugsgebruik, verslaving en drugsgerelateerde schade aan de volksgezondheid en de maatschappij.

Schrappen

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 12

Overweging 16

(16) De Commissie heeft haar drugsactieplan (2005-2008)1 aangenomen als een cruciaal instrument voor het omzetten van de drugsstrategie 2005-2012 van de Europese Unie in concrete acties. Het actieplan moet uiteindelijk het drugsgebruik onder de bevolking aanzienlijk terugdringen en de schade die de volksgezondheid en de maatschappij oplopen als gevolg van het gebruik van en de handel in illegale drugs, verminderen.

Schrappen

_________
1 COM(2005)0045 van 14.2.2005.

 

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 13

Overweging 17

(17) Het is belangrijk en noodzakelijk dat de ernstige onmiddellijke en lange termijngevolgen worden erkend die geweld en drugs kunnen hebben op het gebied van gezondheid, psychologische en sociale ontwikkeling, gelijke kansen van de betrokkenen en voor personen, gezinnen en gemeenschappen alsook wat betreft de hoge sociale en economische kosten voor de maatschappij in haar geheel.

(17) Het is belangrijk en noodzakelijk dat de ernstige onmiddellijke en lange termijngevolgen worden erkend die geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen kan hebben op het gebied van gezondheid, psychologische en sociale ontwikkeling, gelijke kansen van de betrokkenen en voor personen, gezinnen en gemeenschappen alsook wat betreft de hoge sociale en economische kosten voor de maatschappij in haar geheel.

Amendement 14

Overweging 17 bis (nieuw)

 

(17 bis) Niet alleen kinderen die geweld aan den lijve ondervinden, maar ook kinderen die getuige zijn van geweld tegen hun moeder, moeten als slachtoffer van geweld worden aangemerkt.

Motivering

Geweld tegen moeders heeft direct en indirect zijn weerslag op hun kinderen, met alle gevolgen van dien voor hun emotionele en geestelijke gezondheid.

Amendement 15

Overweging 18

(18) De Europese Unie kan een meerwaarde geven aan de acties van de lidstaten op het gebied van drugspreventie en -voorlichting door deze acties aan te vullen en synergie-effecten te bevorderen.

Schrappen

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 16

Overweging 19

(19) Op het gebied van de preventie van geweld, met inbegrip van misbruik en seksuele uitbuiting ten aanzien van vrouwen, jongeren en kinderen en de bescherming van slachtoffers en risicogroepen kan de Europese Unie een meerwaarde geven aan de acties die hoofdzakelijk door de lidstaten worden ondernomen door de volgende maatregelen te nemen: de verspreiding en uitwisseling van gegevens, ervaring en beproefde methoden; de bevordering van een innoverende benadering; de gezamenlijke vaststelling van prioriteiten; de ontwikkeling van de nodige netwerken; de selectie van projecten in de gehele Gemeenschap en het motiveren en mobiliseren van alle betrokken partijen. Deze acties moeten ook betrekking hebben op vrouwen en kinderen die via mensenhandel de lidstaten worden binnengebracht.

(19) Op het gebied van de preventie van geweld, met inbegrip van mishandeling van baby's of misbruik en seksuele uitbuiting ten aanzien van vrouwen, jongeren en kinderen en de bescherming van slachtoffers en risicogroepen geeft de Europese Unie een meerwaarde aan de acties die voornamelijk door de lidstaten worden ondernomen, door de verspreiding en uitwisseling van gegevens, ervaring en beproefde methoden; de bevordering van een innoverende benadering; de gezamenlijke vaststelling van prioriteiten; de ontwikkeling van netwerken, niet in het minst om slachtoffers van seksueel, psychologisch of fysiek geweld en risicogroepen te ondersteunen; de juiste selectie van projecten in de gehele Gemeenschap en het motiveren en mobiliseren van alle betrokken partijen. Deze acties hebben ook betrekking op vrouwen en kinderen die via mensenhandel de lidstaten worden binnengebracht.

Motivering

In internationale verdragen is overeengekomen dat de term 'kind' personen van 0 t/m 18 jaar omvat en de term 'jongeren' personen onder de 25 jaar. [NB.: dit deel van de motivering betreft een amendement dat niet van toepassing is op de Nederlandse versie].

We moeten niet vergeten dat ook baby's slachtoffer van mishandeling kunnen worden. Tot slot moet rekening worden gehouden met het probleem van geweld tegen en misbruik van vrouwen en kinderen die via mensenhandel de EU binnenkomen.

Amendement 17

Overweging 20 bis (nieuw)

 

(20 bis) Bij het Europees netwerk van ombudsmannen voor kinderen zijn onafhankelijke instellingen voor de rechten van het kind uit vierentwintig lidstaten van de Raad van Europa aangesloten. Dit netwerk heeft de volgende doelstellingen: een optimale tenuitvoerlegging van het Verdrag inzake de rechten van het kind aanmoedigen; de collectieve lobby voor de rechten van het kind ondersteunen; informatie, handelwijzen en strategieën delen; het opzetten van effectieve, onafhankelijke bureaus voor kinderen stimuleren.

Motivering

Het Europees netwerk van ombudsmannen voor kinderen (ENOC) is in juni 1997 tijdens een bijeenkomst in Trondheim (Noorwegen) opgericht. Bij dit netwerk zijn onafhankelijke bureaus voor kinderen uit twaalf Europese landen en 24 lidstaten van de Raad van Europa aangesloten.

Amendement 18

Overweging 21

(21) De doelstellingen van de voorgestelde actie, namelijk het voorkomen en bestrijden van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en drugsvoorlichting en -preventie, kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt, omdat de gegevensuitwisseling en verspreiding van beproefde methoden op EU-niveau moet plaatsvinden. Dit kan dan ook beter op communautair niveau worden verwezenlijkt. Aangezien een gecoördineerde en multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is en rekening houdende met de omvang of de gevolgen van het optreden kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag omschreven subsidiariteitsbeginsel maatregelen treffen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(21) De doelstellingen van de voorgestelde actie, namelijk het voorkomen en bestrijden van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt, omdat de gegevensuitwisseling en verspreiding van beproefde methoden op EU-niveau moet plaatsvinden. Dit kan dan ook beter op communautair niveau worden verwezenlijkt. Aangezien een gecoördineerde en multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is en rekening houdende met de omvang of de gevolgen van het optreden kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag omschreven subsidiariteitsbeginsel maatregelen treffen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel..

Amendement 19

Artikel 1, lid 1

1. In dit besluit wordt het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en - voorlichting" (hierna "het programma" genoemd) vastgesteld als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie", om bij te dragen aan de versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.

1. In dit besluit wordt het specifieke programma "Geweldbestrijding" dat het beleid en de doelstellingen voortzet van de programma's Daphne en Daphne II (hierna "het programma" genoemd) vastgesteld als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie", om de Europese burgers een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid zonder binnengrenzen te bieden.

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Het voorgestelde programma geweldbestrijding betekent een zuivere voortzetting van de twee vorige programma's Daphne (2000-2003) en Daphne II (2004-2008).

Amendement 20

Artikel 1 bis (nieuw)

 

Artikel 1 bis

 

Definities

 

In het kader van dit programma bestrijkt de term 'kinderen' het leeftijdsbereik van 0‑18 jaar, in overeenstemming met internationale instrumenten betreffende de rechten van het kind.

 

Projecten met acties die specifiek worden opgezet voor doelgroepen als 'tieners' (13-18 jaar) of 12- tot 25-jarigen worden echter beschouwd als acties die voor 'jongeren' bestemd zijn.

Motivering

Het is van groot belang de termen 'kinderen' en 'jongeren' juridisch te definiëren overeenkomstig het internationale acquis op dit terrein.

Amendement 21

Artikel 1, lid 2

2. Het programma bestrijkt de periode van 1 januari 2007 tot en met 31december 2013.

2. Het programma bestrijkt de periode van 1 januari 2007 tot en met 31december 2013. Het programma kan worden verlengd.

Motivering

Er moet nu reeds worden voorzien in verlenging van het programma, aangezien het waarschijnlijk is dat de problemen in verband met geweld ook in de toekomst blijven bestaan.

Amendement 22

Artikel 2, lid 1, letter (a)

a) bijdragen aan de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht door geweldbestrijding en door voorlichting over en preventie van drugsgebruik;

a) bijdragen aan de instandhouding en de ontwikkeling van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in de Gemeenschap door geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen te bestrijden;

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Verder dient men te beseffen dat het wetgevingsvoorstel zal bijdragen aan de ontwikkeling in de Gemeenschap en in de EU van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid die al grotendeels tot stand is gebracht.

Amendement 23

Artikel 2, lid 1, letter (b)

b) burgers beschermen tegen geweld en een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang bereiken;

b) burgers beschermen tegen geweld en een hoog niveau van bescherming van de lichamelijke en geestelijke gezondheid, welzijn en sociale samenhang bereiken;

Motivering

Elke twijfel over de interpretatie van de term "gezondheidsbescherming" moet worden voorkomen.

Amendement 24

Artikel 2, lid 1, letter (b)

(b) burgers beschermen tegen geweld en een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang bereiken;

(b) iedereen beschermen tegen geweld en een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang bereiken;

Motivering

Iedereen heeft recht op bescherming tegen geweld, ongeacht zijn burgerschap.

Amendement 25

Artikel 2, lid 1, letter (b)

(b) burgers beschermen tegen geweld en een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang bereiken;

(b) burgers beschermen tegen geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, alsmede tegen mensenhandel en aldus een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang bereiken;

Amendement 26

Artikel 2, lid 1, letter (c)

c) voorkoming en beperking van drugsgebruik, verslaving en drugsgerelateerde schade.

Schrappen

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 27

Artikel 3, letter (a)

(a) voorkoming en bestrijding van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, zowel in het openbare leven als in de privé-sfeer door preventief op te treden en steun te verlenen aan slachtoffers en risicogroepen aan de hand van volgende maatregelen:

(a) voorkoming en bestrijding van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, zowel in het openbare leven als in de privé-sfeer door preventief op te treden en steun te verlenen en bescherming te bieden aan slachtoffers en risicogroepen aan de hand van volgende maatregelen:

Motivering

De bescherming van slachtoffers moet een van de doelstellingen van het programma zijn.

Amendement 28

Artikel 3, letter (a), punt 3

● de in het kader van beide Daphne-programma's verkregen resultaten verspreiden, met inbegrip van hun aanpassing, overdracht en gebruik door andere begunstigden of in andere geografische gebieden;

de doelstellingen en de specifieke acties van beide Daphne-programma's voortzetten en de verkregen resultaten ervan verspreiden, met inbegrip van hun aanpassing, overdracht en gebruik door andere begunstigden of in andere geografische gebieden;

Motivering

Er moet op worden gewezen dat het voorgestelde programma inzake geweldsbestrijding slechts de voortzetting is van de twee voorgaande programma's, met name Daphne I (2000-2003) en Daphne II (2004-2008).

Amendement 29

Artikel 3, letter (a), punt 4 bis (nieuw)

 

· speciale acties voor risicogroepen opzetten en uitvoeren om mishandeling van pasgeborenen te voorkomen.

Amendement 30

Artikel 3, letter (b), punt 1

·  multidisciplinaire netwerken uit te bouwen;

· multidisciplinaire netwerken uit te bouwen, met name om steun te verlenen aan slachtoffers van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en slachtoffers van mensenhandel;

Amendement 31

Artikel 3, letter (b), punt 3

· bewustmaking van geweld bij doelgroepen zoals specifieke beroepen zodat zij hierin meer inzicht krijgen, de toepassing van het beginsel inzake nultolerantie ten aanzien van geweld te bevorderen, de ondersteuning van slachtoffers aan te moedigen en het melden van gevallen van geweld bij de bevoegde autoriteiten te stimuleren;

· bewustmaking van alle vormen van geweld bij doelgroepen zoals nationale, regionale en lokale autoriteiten, professionals en bevolkingsgroepen, zodat zij hierin meer inzicht krijgen, de toepassing van het beginsel inzake nultolerantie ten aanzien van geweld te bevorderen, de ondersteuning van slachtoffers aan te moedigen en het melden van gevallen van geweld bij de bevoegde autoriteiten te stimuleren;

Motivering

Bij specifieke doelgroepen voor bewustmakingsacties kunnen we denken aan mensen die beroepsmatig met geweld tegen vrouwen en kinderen te maken krijgen, zoals politieagenten, justitiële medewerkers, medisch personeel, leraren, jeugdwerkers, maatschappelijk werkers, mensen die met overtreders werken, kinderpsychologen en therapeuten. Ook moeten voor specifieke beroeps- en bevolkingsgroepen bewustmakingscursussen met betrekking tot uit eerwraak gepleegde misdrijven worden opgenomen.

Amendement 32

Artikel 3, letter (b), punt 4

· de vraagstukken in verband met geweld te bestuderen, na te gaan welke de onderliggende oorzaken van geweld zijn op alle niveaus van de maatschappij en deze te bestrijden;

· de vraagstukken in verband met geweld en de eventuele methoden ter voorkoming van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen te bestuderen, na te gaan welke de onderliggende oorzaken van geweld zijn op alle niveaus van de maatschappij en deze te voorkomen en te bestrijden;

Motivering

De oorzaken van geweld moeten ook worden voorkomen.

Amendement 33

Artikel 3, letter (b), punt 5

● bewustmaking van de maatschappelijke en gezondheidsproblemen als gevolg van drugsgebruik en bevordering van een open dialoog met het oog op een beter inzicht in de drugsproblematiek;

Schrappen

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 34

Artikel 3, letter (c)

c) het maatschappelijk middenveld betrekken bij de tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de EU-drugsstrategie en EU-actieplannen;

Schrappen

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 35

Artikel 3, letter (d)

d) toezicht op en uitvoering van de specifieke acties in het kader van de drugsactieplannen 2005-2008 en 2009-2012 en evaluatie van deze tenuitvoerlegging.

Schrappen

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 36

Artikel 4, letter a)

a) specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie; of

a) specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal, met inbegrip van computertoepassingen en de ontwikkeling van pedagogische instrumenten; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie; of

Motivering

Computertoepassingen, met name het opzetten van computerprogramma's en de concrete ontwikkeling van pedagogische instrumenten, kunnen bijdragen tot het uitroeien en voorkomen van geweld.

Amendement 37

Artikel 4, letter (b)

b) specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie lidstaten worden ingediend, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma's uiteengezette voorwaarden; of

Niet van toepassing op de Nederlandse tekst.

Amendement 38

Artikel 4, letter (d)

(d) een exploitatiesubsidie ter medefinanciering van de uitgaven in verband met het permanente werkprogramma van de Europese Federatie voor verdwenen en seksueel uitgebuite kinderen, die op het gebied van kinderrechten en bescherming een doelstelling van algemeen Europees belang nastreeft.

(d) een exploitatiesubsidie ter medefinanciering van de uitgaven in verband met het permanente werkprogramma van de Europese Federatie voor verdwenen en seksueel uitgebuite kinderen en voor het Europees netwerk van ombudsmannen voor kinderen, die op het gebied van kinderrechten en bescherming een doelstelling van algemeen Europees belang nastreeft.

Motivering

Bij het Europees netwerk van ombudsmannen voor kinderen (ENOC) zijn onafhankelijke instellingen voor de rechten van het kind uit 24 lidstaten van de Raad van Europa aangesloten.

Amendement 39

Artikel 6, lid 1

1. Het programma is gericht op alle groepen die zich direct of indirect bezighouden met vraagstukken in verband met geweld en drugs.

1. De doelgroepen van het programma zijn alle groepen die zich direct of indirect bezighouden met vraagstukken in verband met alle vormen van geweld en mensenhandel.

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Verder is sprake van verduidelijking en herschikking van de zin.

Amendement 40

Artikel 6, lid 2

2. Wat de strijd tegen geweld betreft, zijn de belangrijkste doelgroepen de slachtoffers van geweld en de groepen die het risico lopen slachtoffer te worden van geweld. Andere doelgroepen zijn onder meer leraars en onderwijzend personeel, politie en maatschappelijk werkers, lokale en nationale autoriteiten, medisch en paramedisch personeel, gerechtelijk personeel, NGO's, vakorganisaties en religieuze gemeenschappen. Met het oog op geweldpreventie is het ook van belang te denken aan behandelingsprogramma's voor zowel slachtoffers als daders.

2. Wat de strijd tegen geweld betreft, zijn de belangrijkste doelgroepen de slachtoffers van geweld en de groepen die het risico lopen slachtoffer te worden van geweld. Andere doelgroepen zijn onder meer leraars en onderwijzend personeel, personeel van de dienst grenscontrole, leiders van kinder- en jeugdorganisaties, ouders, politie en maatschappelijk werkers, lokale en nationale autoriteiten, medisch en paramedisch personeel, gerechtelijk personeel, NGO's, vakorganisaties en religieuze gemeenschappen. Met het oog op geweldpreventie is het ook van belang te denken aan behandelingsprogramma's voor zowel slachtoffers als daders.

Amendement 41

Artikel 6, lid 3

3. Wat drugs betreft, zijn jongeren, kwetsbare groepen en probleemwijken risicogroepen en moeten ze dus als doelgroepen worden beschouwd. Andere doelgroepen zijn onder meer leraars en onderwijzend personeel, maatschappelijk werkers, lokale en nationale autoriteiten, medisch en paramedisch personeel, gerechtelijk personeel, NGO's, vakorganisaties en religieuze gemeenschappen.

Schrappen

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 42

Artikel 7

Het programma staat open voor openbare of particuliere organisaties en instellingen (plaatselijke autoriteiten op het bevoegde niveau, universiteitsfaculteiten en onderzoekscentra) die actief zijn op het gebied van de preventie en bestrijding van geweld ten aanzien van kinderen, jongeren en vrouwen of die bescherming bieden tegen dergelijk geweld of die hulp verlenen aan slachtoffers dan wel gerichte acties ten uitvoer leggen om de afwijzing van dergelijk geweld te bevorderen of attitude- en gedragswijzigingen ten opzichte van kwetsbare groepen en slachtoffers van geweld aan te moedigen. Het programma staat ook open voor openbare of particuliere organisaties en instellingen (plaatselijke autoriteiten op het bevoegde niveau, universiteitsfaculteiten en onderzoekscentra) die actief zijn op het gebied van drugsvoorlichting en – preventie.

Het programma staat open voor openbare of particuliere organisaties en instellingen (plaatselijke autoriteiten op het bevoegde niveau, universiteitsfaculteiten en onderzoekscentra) die actief zijn op het gebied van de preventie en bestrijding van geweld ten aanzien van kinderen, jongeren en vrouwen of die bescherming bieden tegen dergelijk geweld of die hulp verlenen aan slachtoffers dan wel gerichte acties ten uitvoer leggen om de afwijzing van dergelijk geweld te bevorderen of attitude- en gedragswijzigingen ten opzichte van kwetsbare groepen en slachtoffers van geweld aan te moedigen.

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 43

Artikel 10, lid 3 bis (nieuw)

 

3 bis. De Commissie kan vertegenwoordigers van de deelnemende landen uitnodigen voor informatieve bijeenkomsten na de vergaderingen van het comité.

Motivering

Het is wenselijk om te voorzien in de mogelijkheid voor de Commissie om informatieve bijeenkomsten te organiseren met de vertegenwoordigers van de landen die aan het programma deelnemen, aangezien deze geen deel uitmaken van het comité en geen rechtstreekse kennis hebben van het resultaat van de beraadslagingen van het comité.

Amendement 44

Artikel 12, lid 1

1. De begroting voor de uitvoering van dit instrument bedraagt voor de in artikel 1 vermelde periode 138,2 miljoen EUR.

1. De begroting voor de uitvoering van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne)" is in overeenstemming met de nieuwe financiële vooruitzichten.

Motivering

Deze verandering vloeit voort uit de gewijzigde titel van dit wetgevingsvoorstel en is in overeenstemming met de financiële vooruitzichten.

Amendement 45

Artikel 12, lid 2

2. De begrotingsmiddelen die worden toegewezen voor de acties waarin dit programma voorziet, worden jaarlijks opgevoerd in de algemene begroting van de Europese Unie. De beschikbare jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegekend binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

2. De begrotingsmiddelen die worden toegewezen voor de acties waarin dit programma voorziet, worden jaarlijks opgevoerd in de algemene begroting van de Europese Unie. De beschikbare kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegekend binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

Motivering

Zie de motivering van het amendement op de titel van het wetgevingsvoorstel.

Amendement 46

Artikel 15, lid 3, letter (a)

(a) uiterlijk op 31 maart 2011, een tussentijds evaluatieverslag over de behaalde resultaten en de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de uitvoering van dit programma;

(a) uiterlijk op 31 maart 2011, een tussentijds evaluatieverslag over de behaalde resultaten en de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de uitvoering van dit programma, voorzien van een lijst met alle gesubsidieerde projecten en maatregelen;

Motivering

Het zou nuttig zijn als de Commissie een lijst met alle gesubsidieerde projecten en maatregelen zou bijvoegen.

Amendement 47

Artikel 15, lid 3, letter (c)

(c) uiterlijk op 31 december 2014, een verslag over de evaluatie achteraf.

(c) uiterlijk op 31 december 2014, een verslag over de evaluatie achteraf van de tenuitvoerlegging en de resultaten van het programma.

Motivering

Het zou nuttig zijn een eindbeoordeling te geven van de resultaten die gedurende de hele looptijd van het programma zijn bereikt.

Amendement 48

Artikel 15 bis (nieuw)

 

Artikel 15 bis

 

Publicatie van projecten

 

Elk jaar moet de Commissie, samen met de lidstaten, een lijst publiceren met alle projecten die in het kader van dit programma zijn gefinancierd, met een korte beschrijving van elk project.

Motivering

Dit is belangrijk vanwege de transparantie.

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en -voorlichting" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie"

Document- en procedurenummers

COM(2005)0122 – C6‑0388/2005 – 2005/0037A(COD)

Commissie ten principale

FEMM

Advies uitgebracht door
  Datum bekendmaking

LIBE
30.11.2005

Nauwere samenwerking – datum bekendmaking

Rapporteur voor advies
  Datum benoeming

Roberta Angelilli
23.1.2006

Vervangen rapporteur voor advies

Behandeling in de commissie

21.3.2006

19.4.2006

 

 

Datum goedkeuring

19.4.2006

Uitslag eindstemming

+:

-:

0:

34
0
1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Alexander Nuno Alvaro, Roberta Angelilli, Edit Bauer, Mihael Brejc, Kathalijne Maria Buitenweg, Giusto Catania, Jean-Marie Cavada, Carlos Coelho, Fausto Correia, Patrick Gaubert, Timothy Kirkhope, Ewa Klamt, Magda Kósáné Kovács, Barbara Kudrycka, Stavros Lambrinidis, Romano Maria La Russa, Henrik Lax, Hartmut Nassauer, Athanasios Pafilis, Lapo Pistelli, Martine Roure, Inger Segelström, Manfred Weber, Stefano Zappalà, Tatjana Ždanoka

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Panayiotis Demetriou, Gérard Deprez, Lutz Goepel, Jeanine Hennis-Plasschaert, María Esther Herranz García, Sophia in 't Veld, Bill Newton Dunn, Hubert Pirker, Herbert Reul, Marie-Line Reynaud

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

María del Pilar Ayuso González, Luisa Fernanda Rudi Ubeda, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

...

  • [1]  PB C van 16.2.2006,.blz. .

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en -voorlichting" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie"

Document- en procedurenummers

COM(2005)0122 – C6‑0388/2005 – 2005/0037A(COD)

Datum indiening bij EP

6.4.2005

Commissie ten principale
  Datum bekendmaking

FEMM
30.11.2005

Medeadviserende commissie(s)
  Datum bekendmaking

LIBE
30.11.2005

BUDG
30.11.2005

 

 

 

 

Geen advies
  Datum besluit

BUDG
6.3.2006

 

 

 

 

Nauwere samenwerking
Datum bekendmaking

 

 

 

 

 

Rapporteur(s)
  Datum benoeming

Lissy Gröner
24.11.2005

 

Vervangen rapporteur(s)

 

 

Vereenvoudigde procedure – datum besluit

 

Betwisting rechtsgrondslag
  Datum JURI-advies

 

/

 

 

 

Wijziging financiële voorzieningen
  Datum BUDG-advies

 

/

 

 

 

Raadpleging Europees Economisch en Sociaal Comité – datum EP-besluit

 

Raadpleging Comité van de regio's – datum EP-besluit

 

Behandeling in de commissie

21.3.2006

24.4.2006

15.5.2006

 

 

Datum goedkeuring

15.5.2006

Uitslag eindstemming

+:

-:

0:

20

0

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Edit Bauer, Emine Bozkurt, Maria Carlshamre, Věra Flasarová, Lissy Gröner, Zita Gurmai, María Esther Herranz García, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Urszula Krupa, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, Christa Prets, Raül Romeva i Rueda, Amalia Sartori, Eva-Britt Svensson, Anne Van Lancker, Corien Wortmann-Kool, Anna Záborská

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Jillian Evans, Iratxe García Pérez, Anna Hedh, Marta Vincenzi

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid  2)

 

Datum indiening

19.5.2006

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

...