VERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Seychellen
13.7.2006 - (COM(2006)0097 – C6‑0102/2006 – 2006/0029(CNS)) - *
Commissie visserij
Rapporteur: Carmen Fraga Estévez
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Seychellen
(COM(2006)0097 – C6‑0102/2006 – 2006/0029(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel voor een verordening van de Raad (COM(2006)0097)[1],
– gelet op artikel 37 en artikel 300, lid 2, eerste alinea van het EG‑Verdrag,
– gelet op artikel 300, lid 3, eerste alinea van het EG‑Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6‑0102/2006),
– gelet op de artikelen 51 en 83, lid 7 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie visserij en de adviezen van de Begrotingscommissie en de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A6‑0241/2006),
1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Republiek der Seychellen.
- [1] Nog niet in het PB gepubliceerd.
TOELICHTING
In juli 2004 heeft de Raad van ministers van visserij conclusies aangenomen betreffende de nieuwe communautaire aanpak vanaf die datum voor de door de Europese Unie met derde landen gesloten visserijovereenkomsten.
In deze nieuwe benadering wordt de in het kader van de internationale visserijbetrekkingen gebruikelijke praktijk, namelijk betaling aan derde landen van een in gezamenlijk overleg vastgestelde financiële compensatie in ruil voor rechten inzake de exploitatie van de overschotten van de mariene rijkdommen, vervangen door betrekkingen op basis van meer samenwerking op economisch, technisch en wetenschappelijk gebied teneinde een grotere mate van duurzaamheid en een betere exploitatie van de hulpbronnen te waarborgen.
Dit betekent dat de nieuwe visserijovereenkomsten van de Europese Unie - terecht - geen zuivere handelsovereenkomsten in het kader van het visserijbeleid meer zijn, maar de reeds bestaande samenwerkingsaspecten versterken en aspecten behelzen die onder het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid vallen.
Als gevolg van de versterking van de reeds bestaande samenwerkingsmechanismen wordt bij de nieuwe partnerschapsovereenkomsten teruggegrepen op formules die een doorslaand succes hebben gekend bij de steun aan de ontwikkeling van de visserijsector van een groot aantal landen, namelijk de gemengde vennootschappen die volkomen onbegrijpelijk werden afgeschaft, maar gelukkig weer in ere zijn hersteld en overeenkomstig de wens van het Europees Parlement hun neerslag dienen te vinden in het toekomstige Europese Visserijfonds.
Verder verplichten de nieuwe overeenkomsten tot een veel grotere betrokkenheid van de autoriteiten van derde landen wat betreft bescherming van en toezicht op hun visbestanden. Zij worden opgeroepen een deel van de communautaire tegenprestatie te investeren in wetenschappelijk onderzoek, controle op de visserijactiviteiten en invoering van nieuw intern beleid op het gebied van de visserij dat, naar het oordeel van de Commissie - die dit beleid moet goedkeuren - een grotere mate van betrokkenheid op milieugebied dient te behelzen.
Toen de conclusies van de Raad werden aangenomen, had de Europese Unie een aanzienlijk aantal overeenkomsten gesloten en zij onderhandelde bovendien over protocollen bij sommige overeenkomsten die afliepen en over volledig nieuwe overeenkomsten zoals die welke onlangs zijn gesloten met bepaalde landen in het gebied van de Stille Zuidzee en de Indische Oceaan.
De bestaande overeenkomsten moeten dan ook geleidelijk worden aangepast aan de nieuwe filosofie die voortvloeit uit de conclusies van de Raad van ministers van visserij van 2004 en dat is het doel van het onderhavige voorstel met betrekking tot de visserijovereenkomst die is gesloten met de Seychellen en die dateert uit 1987[1].
In het onderhavige verslag wordt dan ook voorgesteld het voorstel van de Commissie goed te keuren. De rapporteur wil echter nog enkele opmerkingen maken.
Overlapping van rechtsinstrumenten
Het laatste visserijprotocol dat met de Seychellen is gesloten, werd op 23 september 2004 geparafeerd en de overeenkomst waarop het onderhavige voorstel betrekking heeft, in maart 2005. Dit wijst erop dat de onderhandelingen over het protocol en die over de overeenkomst vrijwel tegelijkertijd hebben plaatsgevonden. Men kan zich dan ook afvragen waarom hiervan geen gebruik is gemaakt om beide documenten gezamenlijk goed te keuren en de Commissie, het Europees Parlement en de Raad dubbel werk te besparen.
De Commissie heeft verklaard dat prioriteit wordt gegeven aan het protocol om onderbreking ervan te voorkomen en het gevaar ontstaat dat de vissers hun activiteiten moeten stopzetten. Gezien het feit dat de Raad het protocol in ieder geval niet vóór 8 december 2005 heeft goedgekeurd (d.w.z. een jaar en drie maanden na parafering) en gezien de juridische trukendoos die de Commissie heeft opengetrokken om te voorkomen dat de visserijactiviteiten worden onderbroken door ergerlijke bureaucratische rompslomp bij de Commissie zelf (verlengingen, voorlopige toepassingen en tenslotte de mogelijkheid voor derde landen om vergunningen af te geven zonder hoop dat de Raad een dergelijk protocol goedkeurt), kan men zich echter afvragen of het niet de moeite waard geweest was de beide rechtsbesluiten te laten samenvallen en zich aldus tenminste de helft van de administratieve procedures te besparen.
Bij de verlenging van elk protocol geeft het Europees Parlement in steeds krachtiger bewoordingen uiting aan zijn teleurstelling over de trage gang van zaken bij de Commissie. Thans moet men zich bovendien afvragen of zij überhaupt wel twee dingen tegelijk kan doen.
Overeenstemming tussen de gebruikte terminologie en de inhoud van de overeenkomst
In de eerste plaats verwijst artikel 4 weliswaar naar "samenwerking op het gebied van de verzameling van statistieken", maar de inhoud ervan heeft uitsluitend betrekking op de wetenschappelijke samenwerking, hetgeen iets heel anders is en een veel bredere strekking heeft. Dat gegevens over de visserijactiviteit uitgewisseld moeten worden, is duidelijk. Zoals voorzien zijn doel en resultaat van de wetenschappelijke samenwerking dan ook de belangrijkste begrippen die exact overeenkomen met hetgeen de Raad eist van de nieuwe partnerschapsovereenkomsten en dit moet ook in de overeenkomst worden opgenomen. Want als de Seychellen niet meewerken aan dergelijk wetenschappelijk onderzoek om de duurzaamheid van de visbestanden te waarborgen, zou men dan van hen kunnen eisen dat zij de verantwoordelijkheid op zich nemen indien zij als argument aanvoeren dat zij statistische gegevens over de visserijactiviteit hebben verstrekt?
Volgens de Commissie benadrukken de Seychellen dat wetenschappelijk onderzoek onder hun exclusieve soevereiniteit valt. Was er niemand bij de Commissie die de autoriteiten van de Seychellen kon uitleggen dat niemand hieraan twijfelde en dat het er alleen om gaat (financiële) middelen voor meer onderzoek op de Seychellen beschikbaar te stellen?
Naar het oordeel van de rapporteur houdt de redenering van de Commissie geen stand. Moeilijk valt in te zien dat communautaire ambtenaren die gemachtigd zijn een derde land te verplichten het geld van de financiële tegenprestatie uit te geven op terreinen die vaak - en wij moeten dit feit erkennen en begrijpen - geen prioriteit zijn voor hun zwakke economieën, niet in staat zijn duidelijk te maken dat de communautaire executieve rekening en verantwoording aan het Europees Parlement dient af te leggen alsook aan de Europese burgers die transparantie verlangen en willen weten waar hun geld naar toe gaat.
Een andere terminologische kwestie heeft betrekking op artikel 12 waar in de Spaanse versie "expiración" (beëindiging) staat. De rapporteur is van mening dat gesproken moet worden van "denuncia" (opzegging) van de overeenkomst. De Commissie heeft verklaard dat sprake zou kunnen zijn van een fout bij de vertaling van de originele Engelse versie en dat ervoor zal worden gezorgd dat alle versies overeenstemmen. Dat is ook de wens van de rapporteur.
Exclusiviteitsclausule
Het opnemen van een dergelijke clausule is sinds het begin van het buitenlands beleid van de Gemeenschap onderwerp van uitvoerige discussies in de Europese Unie geweest. Deze clausule moet ervoor zorgen dat de communautaire reders die hun visserijactiviteiten onder door de Europese Unie vastgestelde voorwaarden ontplooien en de derde landen niet worden bedreigd door oneerlijke concurrentie van andere reders die op persoonlijke titel en onder voor de communautaire instanties volledig ondoorzichtige voorwaarden toegang zouden krijgen tot dezelfde visserijgebieden zonder dat zij de door de Europese Unie in de overeenkomst geëiste controleverplichtingen aangaan.
Het gaat om een bijzonder belangrijke clausule indien men de verplichtingen van de Europese Unie inzake duurzaamheid van de visbestanden in internationaal verband concreet gestalte wil geven. De rapporteur is dan ook van mening dat een dergelijke clausule in de tekst van de overeenkomst moet worden opgenomen en niet -of niet alleen - in de protocollen.
De Commissie heeft er met enige klem op gewezen dat deze clausule stelselmatig in de protocollen is opgenomen, maar een ieder die de nieuwe met Marokko of Tanzania gesloten overeenkomst leest, kan vaststellen dat dit niet zo is.
Conclusies
1. In de conclusies van de Raad van ministers van visserij van juli 2004 wordt een nieuw kader voor de visserijovereenkomsten met derde landen vastgesteld waarin de commerciële aspecten worden afgezwakt en inhoudelijk voorrang wordt gegeven aan het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. De bestaande overeenkomsten moeten derhalve worden aangepast aan het nieuwe model van de partnerschapsovereenkomsten. De visserijovereenkomst met de Republiek der Seychellen dateert uit 1987 en moet derhalve worden aangepast. Het Europees Parlement onderschrijft dan ook het voorstel van de Commissie de overeenkomst van 1987 te vervangen door de overeenkomst die in maart 2005 is geparafeerd.
2. Hoewel dit niet in alle gevallen mogelijk is, verzoekt het Europees Parlement de Commissie te trachten de data voor de verlenging van de protocollen te laten samenvallen met die van de parafering van de nieuwe overeenkomsten. In dit verband kan de overeenkomst met de Republiek der Seychellen als voorbeeld dienen, aangezien het nieuwe protocol in december 2005 door de Raad is goedgekeurd en de onderhandelingen met het oog op de verlenging ervan en die over de sluiting van de nieuwe overeenkomst tegelijkertijd hebben plaatsgevonden. Aldus wordt dubbel werk voorkomen alsook extra bureaucratische en financiële rompslomp waardoor vertraging ontstaat bij processen die - zoals de Commissie visserij herhaaldelijk heeft bekritiseerd - toch al onaanvaardbaar langzaam verlopen.
3. Het Europees Parlement verzoekt de Commissie erop toe te zien dat de tekst van de overeenkomst overeenkomt met de werkelijke inhoud ervan, een en ander met het oog op transparantie en om eventuele conflicten en misverstanden bij de toepassing en controle te voorkomen waardoor afbreuk zou worden gedaan aan de activiteiten van de communautaire vloot en aan de visserijbetrekkingen van de Europese Unie met derde landen.
Het Europees Parlement wenst dat de exclusiviteitsclausule, een waarborg voor goede praktijken van de communautaire schepen en de inzet van de Europese Unie voor de duurzame exploitatie van de visbestanden in niet-communautaire wateren, zodat oneerlijke concurrentie tussen de communautaire actoren kan worden voorkomen, in de tekst van de overeenkomsten wordt opgenomen en niet alleen in de protocollen. Het Europees Parlement wenst dat deze clausule wordt opgenomen in de nieuwe door de Commissie geparafeerde overeenkomsten en verzoekt de Commissie de nodige maatregelen te nemen om een dergelijke clausule in reeds gesloten overeenkomsten op te nemen.
26.4.2006
ADVIESVAN DE COMMISSIE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
aan de Commissie visserij
inzake het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de Seychellen
(COM(2006)0097 – C6‑0102/2006 – 2006/0029(CNS))
Rapporteur voor advies: Luisa Morgantini
BEKNOPTE MOTIVERING
Op grond van artikel 178 van het EG-Verdrag moet bij het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) rekening worden gehouden met de in artikel 177 van ditzelfde Verdrag omschreven ontwikkelingsdoelstellingen, waarvan de voornaamste de armoedebestrijding en de duurzame ontwikkeling van de lokale bevolkingen zijn.
De Commissie ontwikkelingssamenwerking van het Europees Parlement heeft de aandacht van de Raad en de Commissie voor deze verplichting gevraagd toen zij successievelijk advies uitbracht over de oude visserij-akkoorden en de nieuwe partnerschapsovereenkomsten inzake visserij die de Commissie haar voorlegde.
Dit nieuwe voorstel voor een partnerschapsovereenkomst inzake visserij met de Seychellen was voor de Commissie een mooie gelegenheid geweest de Raad voor te stellen zich de denkbeelden van onze commissie eigen te maken en daarbij bovendien te voldoen aan de verplichtingen die krachtens het EG-Verdrag bestaan.
Onze commissie acht de verwijzing naar "daarmee samenhangende activiteiten"aan het einde van artikel 1 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij als referentie naar de hierboven genoemde ontwikkelingsdoelstellingen ontoereikend.
In de artikelen 1 en 7 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij moet duidelijk worden vermeld dat onder de werkingssfeer en de financiële bijdrage van de overeenkomst projecten vallen die zich richten op de ontwikkeling van kustbevolkingen die voor hun bestaan van de visserij afhankelijk zijn.
Het is tijd dat de Commissie en de Raad zich gaan houden aan hetgeen duidelijk in het EG-Verdrag vermeld staat. De instellingen van de Europese Unie moeten de eerste zijn die zich aan het EG-Verdrag houden.
Dit voorstel voor een verordening van de Raad wordt slechts twee maanden na de publicatie van verordening (EG) nr. 115/2006 van 23 januari 2006, waarin bepaald wordt dat Europese vissersvaartuigen tot 31 december 2010 in de wateren van de Seychellen mogen vissen, aan het Europees Parlement voorgelegd.
In ons advies aan de Commissie visserij van het Europees Parlement van mei 2005 werd duidelijk gezegd dat de Commissie zich had moeten houden aan het "geïntegreerde kader voor partnerschapsovereenkomsten inzake visserij met derde landen".
De Commissie gaf er de voorkeur aan de onderhandelingen te laten plaatsvinden in het kader van het oude stelsel voor het sluiten van visserij-akkoorden en het feit dat de onderhavige wetstekst wordt voorgelegd, bewijst dat de Commissie ontwikkelingssamenwerking het bij het rechte eind had.
Wat er nu gebeurt, is dat het Parlement gevraagd wordt in te stemmen met de vervanging van de bestaande wetstekst door een nieuwe, die tot stand is gekomen overeenkomstig het nieuwe kader voor partnerschapsovereenkomsten inzake visserij.
Wij hebben geen bezwaar tegen deze vervanging, maar betreuren het alleen dat de Commissie door niet naar ons te luisteren tijd en geld heeft verspild.
AMENDEMENTEN
De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie visserij onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Door de Commissie voorgestelde tekst[2] | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Overweging 3 | |
(3) De partnerschapsovereenkomst inzake visserij voorziet in een versterking van de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking in de visserijsector met het oog op de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene rijkdommen, en in de oprichting van partnerschappen tussen bedrijven met het oog op de wederzijds bevorderlijke ontwikkeling van de economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten. |
(3) Die overeenkomst voorziet in een versterking van de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking in de visserijsector met het oog op de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene rijkdommen, en tevens in de oprichting van partnerschappen tussen bedrijven met het oog op de ontwikkeling van economische activiteiten in de visserijsector en de ontwikkeling van de kustbevolkingen die van de visserij leven, voornamelijk door middel van steun aan de opbouw van kleine, lokale bedrijven voor het inblikken en verwerken van vis en het op de markt brengen van de vis. |
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de Seychellen | |||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0097 – C6 0102/2006 – 2006/0029(CNS) | |||||
Commissie ten principale |
PECH | |||||
Advies uitgebracht door |
DEVE | |||||
Nauwere samenwerking – datum bekendmaking |
| |||||
Rapporteur voor advies |
Luisa Morgantini 21.3.2006 | |||||
Vervangen rapporteur voor advies |
| |||||
Behandeling in de commissie |
25.4.2006 |
|
|
|
| |
Datum goedkeuring |
25.4.2006 | |||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
20 0 0 | ||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Margrietus van den Berg, Danutė Budreikaitė, Marie-Arlette Carlotti, Thierry Cornillet, Nirj Deva, Fernando Fernández Martín, Michael Gahler, Filip Andrzej Kaczmarek, Ģirts Valdis Kristovskis, Maria Martens, Luisa Morgantini, Toomas Savi, Frithjof Schmidt, Jürgen Schröder, Jan Zahradil | |||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Milan Gaľa, Jan Jerzy Kułakowski, Linda McAvan, Manolis Mavrommatis, Zbigniew Zaleski | |||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
| |||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
... | |||||
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Seychellen | ||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0097-C6-0102/2006- 2006/0029(CNS) | ||||||
Datum raadpleging EP |
27.3.2006 | ||||||
Commissie ten principale |
PECH | ||||||
Medeadviserende commissie(s) |
BUDG |
DEVE |
|
|
| ||
Geen advies |
BUDG |
|
|
|
| ||
Nauwere samenwerking |
|
|
|
|
| ||
Rapporteur(s) |
Carmen Fraga Estévez |
| |||||
Vervangen rapporteur(s) |
|
| |||||
Vereenvoudigde procedure – datum besluit |
| ||||||
Betwisting rechtsgrondslag |
|
|
|
|
| ||
Wijziging financiële voorzieningen |
|
|
|
|
| ||
Raadpleging Europees Economisch en Sociaal Comité – datum EP-besluit |
| ||||||
Raadpleging Comité van de regio's – datum EP-besluit |
| ||||||
Behandeling in de commissie |
18.4.2006 |
20.6.2006 |
|
|
| ||
Datum goedkeuring |
12.7.2006 | ||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
15 1 2 | |||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Stavros Arnaoutakis, Elspeth Attwooll, Iles Braghetto, Niels Busk, David Casa, Paulo Casaca, Zdzisław Kazimierz Chmielewski, Carmen Fraga Estévez, Ioannis Gklavakis, Alfred Gomolka, Heinz Kindermann, Albert Jan Maat, Rosa Miguélez Ramos, Willi Piecyk, Struan Stevenson, Daniel Varela Suanzes-Carpegna | ||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Francesco Musotto, Helga Trüpel | ||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
| ||||||
Datum indiening |
13.7.2006 | ||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
... | ||||||