VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies en de toegang tot reparatie-informatie, tot wijziging van de Richtlijnen 72/306/EEG en ../../EG
21.9.2006 - (COM(2005)0683 – C6‑0007/2006 – 2005/0282(COD)) - ***I
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Matthias Groote
Rapporteur voor advies (*): Anja Weisgerber
(*) Nauwere samenwerking tussen commissies – Artikel 47 van het Reglement
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies en de toegang tot reparatie-informatie, tot wijziging van de Richtlijnen 72/306/EEG en ../../EG
(COM(2005)0683 – C6‑0007/2006 – 2005/0282(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0683)[1],
– gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG‑Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0007/2006),
– gezien het advies van de Commissie juridische zaken inzake de voorgestelde rechtsgrondslag,
– gelet op de artikelen 51 en 35 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de adviezen van de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie vervoer en toerisme en de Commissie industrie, onderzoek en energie (A6‑0301/2006),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie om in een herziene kaderrichtlijn inzake typegoedkeuring voorstellen te formuleren om de toegang tot gedetailleerde reparaties-informatie te verzekeren, teneinde de mededinging op de markt voor de reparatie van voertuigen te bevorderen; verzoekt de Commissie tevens de nodige voorstellen te formuleren om overlappingen en tegenstrijdigheden te voorkomen tussen deze verordening, Verordening (EG) nr. 1400/2002 van de Commissie van 31 juli 2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector[2] , en de ontwerprichtlijn betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan;
3. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 OVERWEGING 4 | |
(4) In maart 2001 is de Commissie van start gegaan met het programma "Schone lucht voor Europa" (CAFE), waarvan de hoofdlijnen in een mededeling zijn uiteengezet. Naar aanleiding daarvan is een thematische strategie inzake luchtverontreiniging vastgesteld. Een van de conclusies van de thematische strategie is dat de voertuigemissies verder moeten worden verminderd om de Europese doelstellingen inzake luchtkwaliteit te verwezenlijken. |
(4) In maart 2001 is de Commissie van start gegaan met het programma "Schone lucht voor Europa" (CAFE), waarvan de hoofdlijnen in een mededeling zijn uiteengezet. Naar aanleiding daarvan is een thematische strategie inzake luchtverontreiniging vastgesteld. Een van de conclusies van de thematische strategie is dat emissies uit de vervoersector (vervoer door de lucht, over zee en over het land) en uit de economische sector (grondstoffenverwerkende industrie) verder moeten worden verminderd om de Europese doelstellingen inzake luchtkwaliteit te verwezenlijken. De vermindering van de voertuigemissies dient hier als onderdeel van een algehele strategie te worden gezien. De Euro 5-norm is een van de voorgestelde maatregelen ter vermindering van de uitstoot van ozonprecursoren zoals stikstofoxide, koolwaterstof en deeltjes. |
Motivering | |
Met betrekking tot de thematische strategie inzake luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het feit dat er naast de voertuigsector nog andere sectoren zijn waar de emissies drastisch moeten worden verminderd. In de tekst moet meer nadruk worden gelegd op het verband tussen de Euro 5-norm en de doelstellingen van de thematische strategie inzake luchtverontreiniging. Voor de verbetering van de luchtkwaliteit moeten naast EURO 5 nog andere emissiemaatregelen worden genomen om de uitstoot van schadelijke stoffen te beperken. | |
Amendement 2 OVERWEGING 4 BIS (nieuw) | |
|
(4 bis) Om de luchtkwaliteitsdoelstellingen in de EU te halen moet onverminderd worden gestreefd naar vermindering van voertuigemissies. Daarom dient de industrie duidelijke informatie te krijgen over een toekomstige herziening van deze verordening. De Commissie dient daarom zo snel mogelijk met een voorstel voor herziening te komen dat een nieuw pakket emissiegrenswaarden bevat. |
Amendement 3 OVERWEGING 5 | |
(5) Bij het vaststellen van emissienormen is het van belang rekening te houden met de gevolgen voor de markten en het concurrentievermogen van de fabrikanten, de directe en indirecte kosten voor het bedrijfsleven en de voordelen op het punt van aanmoediging van innovatie, betere luchtkwaliteit en lagere gezondheidskosten. |
(5) Bij het vaststellen van emissienormen is het van belang rekening te houden met de gevolgen voor de markten en het concurrentievermogen van de fabrikanten, de directe en indirecte kosten voor het bedrijfsleven en de voordelen op het punt van aanmoediging van innovatie, betere luchtkwaliteit, lagere gezondheidskosten en extra levensjaren, evenals de totale CO2-emissiebalans. |
Motivering | |
Het gaat hier niet alleen om vermindering van gezondheidskosten, maar ook om extra levensjaren. In de evaluatie van de Commissie wordt gesproken over 20.500 geredde levensjaren in 2020. Het is nodig dat de CO2-emissies worden verdisconteerd bij het vaststellen van emissienormen. Het is bekend en dit wordt ook erkend in de wetgeving over luchtkwaliteit dat vermindering van bepaalde emissies een verhoging van de CO2-emissies met zich mee kan brengen. |
Amendement 4
OVERWEGING 5 BIS (nieuw)
|
(5 bis) Met het oog op de verbetering van de luchtkwaliteit en de naleving van de grenswaarden voor luchtvervuiling moet in de toekomst ook worden gestreefd naar een verdere vermindering van de emissie van stikstofoxide bij voertuigen met dieselmotor. Daarbij is het belangrijk dat ambitieuze grenswaarden worden gerealiseerd, maar zonder dat de voordelen van de dieselmotor inzake verbruik en op het punt van de emissie van koolwaterstof en koolmonoxide moeten worden opgegeven. Hoe vroegtijdiger een verder stadium voor de vermindering van de emissie van stikstofoxide kan worden vastgelegd, des te beter kunnen de fabrikanten op lange termijn en op Europees niveau plannen. |
|
Motivering
Nu al moet een tweede stadium worden vastgelegd voor de verdere vermindering van de NOx-uitstoot voor voertuigen met dieselmotor. Dit zal de weg effenen voor de doelgerichte ontwikkeling van emissiebeperkende technologieën, die kunnen worden gecombineerd met de bestaande milieuvriendelijke technologie en deze verder ondersteunen.
Amendement 5
OVERWEGING 6
(6) Om het vrije verkeer van voertuigen op de interne markt te bevorderen, zijn een onbeperkte en gestandaardiseerde toegang tot reparatie-informatie en effectieve concurrentie op de reparatiemarkt voor voertuigen nodig. Een groot deel van deze informatie betreft boorddiagnosesystemen en de interactie daarvan met andere voertuigsystemen. Er moet worden vastgesteld aan welke technische specificaties de websites van fabrikanten moeten voldoen. |
(6) Om de werking van de interne markt, met name op de punten van het vrij verkeer van goederen, de vrijheid van vestiging en de vrijheid diensten te verlenen te verbeteren, zijn een onbeperkte toegang tot reparatie‑informatie – via een gestandaardiseerde zoekfunctie voor het vinden van technische informatie – en effectieve concurrentie op de reparatiemarkt voor voertuigen nodig. Een groot deel van deze informatie betreft boorddiagnosesystemen en de interactie daarvan met andere voertuigsystemen. Er moet worden vastgesteld aan welke technische specificaties de websites van fabrikanten moeten voldoen, naast gerichte maatregelen om een redelijke toegang voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) te waarborgen. Gemeenschappelijke normen, vastgesteld met medewerking van de betrokken marktdeelnemers, zoals bijvoorbeeld de OASIS-norm, kunnen de uitwisseling van informatie tussen fabrikanten en dienstverrichters vergemakkelijken. |
|
Motivering
Versterking van de motivering van hoofdstuk 3 van de voorgestelde verordening. Het verlenen van toegang tot reparatie-informatie onder redelijke voorwaarden voor de vele kleine en middelgrote ondernemingen in de sector is van wezenlijk belang, omdat zij het zich niet kunnen permitteren om het zeer gespecialiseerde instrumentarium en de gerichte informatiediensten die een distributeur ter beschikking staan, te betalen.
Amendement 6 OVERWEGING 6 BIS (nieuw) | |
|
(6 bis) De toegang tot alle reparatie‑informatie dient op dezelfde wijze als in deze verordening te worden geregeld in de bepalingen van Richtlijn [XXXX/XX/EG]. Wanneer de bepalingen betreffende de toegang tot reparatie-informatie in Richtlijn [XXXX/XX/EG] zijn opgenomen, dienen de overeenkomstige bepalingen in deze verordening worden te ingetrokken. |
Amendement 7 OVERWEGING 7 | |
(7) De Commissie moet de technologische ontwikkelingen op het gebied van emissiebeperking op de voet volgen en zo nodig deze verordening daaraan aanpassen. |
(7) De Commissie moet de technologische ontwikkelingen op het gebied van emissiebeperking op de voet volgen en, indien dit in de tekst van de verordening wordt verlangd, deze verordening daaraan aanpassen. |
Motivering | |
Niet alles moet via de comitologieprocedure worden opgelost. We moeten ervoor zorgen dat over de hoofdlijnen wordt besloten via de medebeslissingsprocedure. |
Amendement 8
OVERWEGING 7 BIS (nieuw)
|
(7 bis) De Commissie moet de technologische ontwikkelingen op het gebied van emissiebeperking op de voet volgen en naar verdere verbeteringen in het beleid inzake emissiereductie streven, waartoe zij zo nodig deze verordening dient aan te passen. Daarbij moet de analyse met name zijn gericht op de reductie van de emissie van stikstofoxide. Vanwege het verband tussen maatregelen ter reductie van broeikasgasemissies aan de ene kant en van kooldioxide-emissies aan de andere kant, moet elk voorstel van de Commissie in samenhang met de regelgeving inzake de reductie van de kooldioxide-emissie door nieuwe personenauto's worden uitgewerkt. Deze regelgeving dient te worden opgesteld op basis van een op Beschikking nr. 1753/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 2000 tot instelling van een systeem ter bewaking van de gemiddelde specifieke uitstoot van CO2 door nieuwe personenauto's1 gebaseerde norm voor de gemiddelde specifieke kooldioxide-emissie en moet voor alle fabrikanten van motorvoertuigen gelden. Alle voorstellen in dit verband zullen worden gedaan op grond van een uitvoerige effectbeoordeling en raadpleging van de betrokken partijen. Om de voorspelbaarheid van toekomstige regelgeving op dit terrein te verbeteren dient de Commissie een wetgevingsprogramma met streefcijfers voor emissienormen voor te leggen. Dit wetgevingsprogramma moet worden gebaseerd op een uitgebreide raadpleging van alle betrokken partijen en een uitvoerige effectbeoordeling, met inbegrip van de stand van uitvoering in alle lidstaten, met inachtneming van mogelijke technologische ontwikkelingen, alsmede kosten- en efficiencyoverwegingen. |
|
|
_______________ |
|
Motivering
Om een evenwicht te kunnen vinden tussen de noodzaak van een vast en bestendig wetgevingskader voor de auto-industrie en de noodzaak van doeltreffende maatregelen moet worden voorzien in een herziening van emissiegrenzen, met name van de vereisten voor de NOX-uitstoot, op basis van een uitvoerige effectbeoordeling. Voor de auto-industrie, waar sprake is van een investerings- en activiteitenplanning op lange termijn, is een betere voorspelbaarheid met betrekking tot toekomstige regelgeving van het grootste belang. De industrie heeft tijd nodig om op een efficiënte manier te investeren in ontwikkeling en productie. Om teveel bureaucratische rompslomp te voorkomen moet de Commissie dit wetgevingsprogramma baseren op een effectbeoordeling en raadpleging van alle partijen.
Amendement 9
OVERWEGING 8
(8) De Commissie moet emissies waarvoor nog geen regelgeving bestaat en die vrijkomen als gevolg van het toenemende gebruik van nieuwe brandstofformules, motortechnologie en emissiebeperkingssystemen, regelmatig opnieuw beoordelen en zo nodig reglementeren. Daarbij moet onder meer worden nagegaan of het nut heeft om van het reguleren van de emissies van totale koolwaterstoffen (THC) over te schakelen op een systeem op basis van niet-methaanhoudende koolwaterstoffen (NMHC) en methaan (CH4). |
(8) De Commissie moet emissies waarvoor nog geen regelgeving bestaat en die vrijkomen als gevolg van het toenemende gebruik van nieuwe brandstofformules, motortechnologie en emissiebeperkingssystemen, regelmatig opnieuw beoordelen en zo nodig bij de het Europees Parlement en de Raad een voorstel indienen om deze te reglementeren. |
|
Motivering
Afzonderlijke grenswaarden moeten nu al in acht worden genomen. Voertuigen die op CNG rijden, kunnen niet aan deze waarden voldoen.
Amendement 10 OVERWEGING 8 BIS | |
|
(8 bis) Om auto's die op gas rijden en een stap voorwaarts betekenen wat betreft de geringe emissie van stikstof en deeltjes, niet van de markt te verdringen en tegelijkertijd vooruitgang bij benzineauto's te bevorderen, worden in deze verordening afzonderlijke grenswaarden ingevoerd voor de totale massa van de koolwaterstoffen en de massa van de niet-methaanhoudende koolwaterstoffen. |
Motivering | |
Auto's die op CNG rijden, dragen duidelijk bij tot vermindering van de uitstoot van NOx en deeltjes. Ze stoten veel minder uit dan vergelijkbare benzineauto's en dienen derhalve niet van de markt te worden verdrongen door grenswaarden te hanteren waaraan met de huidige technologie niet kan worden voldaan. | |
Amendement 11 OVERWEGING 8 TER (nieuw) | |
|
(8 ter) Er moet onverminderd worden gestreefd naar implementatie van strengere emissiegrenswaarden, o.a. kooldioxide-emissieverminderingen en grenswaarden in relatie tot de werkelijke gebruiksprestaties van voertuigen. |
Motivering | |
Om de Kyoto-protocoldoeleinden te bereiken en om plaatselijke vervuiling te verminderen, moet meer werk worden gemaakt van strengere emissiebegrenzingen. | |
Amendement 12 OVERWEGING 9 | |
(9) Met het oog op de beperking van de emissies van ultrafijne deeltjes moet de Commissie, naast de momenteel gevolgde aanpak op basis van de deeltjesmassa, ook een aanpak overwegen die gebaseerd is op het aantal deeltjes. |
(9) Met het oog op de beperking van de emissies van ultrafijne deeltjes (PM 2,5 en lager) moet de Commissie zo spoedig mogelijk en uiterlijk bij de inwerkingtreding van de tweede fase (Euro 6) naast de momenteel gevolgde aanpak op basis van de deeltjesmassa, ook een aanpak overwegen die gebaseerd is op het aantal deeltjes, een en ander op basis van de resultaten van het VN/ECE-deeltjesmeetprogramma en onder waarborging van de bestaande ambitieuze doelstellingen voor het milieu. |
Motivering | |
Met de invoering van grenswaarden voor het aantal deeltjes wordt gewaarborgd dat ultrafijne deeltjes waarvan is aangetoond dat zij bijzonder schadelijk zijn voor de gezondheid nu ook via de meetprocedures worden gedetecteerd. De vermindering van de deeltjesmassa is technisch nog niet mogelijk, maar de invoering van een meetprocedure die het aantal deeltjes meet, garandeert eveneens dat de emissie van ultrafijne deeltjes wordt beperkt. | |
Amendement 13 OVERWEGING 10 | |
(10) Om de herhaalbaarheid van metingen van de deeltjesmassa in laboratoria te verbeteren, moet de Commissie een nieuw testprotocol invoeren. Zodra het desbetreffende onderzoeksprogramma is afgerond, zal worden overwogen om de huidige meetprocedure te vervangen door de nieuwe aanpak. Wanneer de nieuwe meetprocedure wordt toegepast, moeten de in dit voorstel vermelde grenswaarden voor de deeltjesmassa opnieuw worden bekeken, aangezien met de nieuwe techniek een kleinere massa kan worden gedetecteerd dan met de huidige methode. |
(10) Om de herhaalbaarheid van metingen van de deeltjesmassa en het aantal deeltjes in laboratoria te verbeteren, moet de Commissie ter vervanging van de tot dusverre gebruikte meetprocedure zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk bij de inwerkingtreding van de tweede fase (Euro 6) een nieuwe procedure invoeren, een en ander op basis van de resultaten van het VN/ECE-deeltjesmeetprogramma. Wanneer de nieuwe meetprocedure wordt toegepast, moeten de in dit voorstel vermelde grenswaarden voor de deeltjesmassa opnieuw worden bekeken, aangezien met de nieuwe techniek een kleinere massa kan worden gedetecteerd dan met de huidige methode. |
Motivering | |
Met de invoering van grenswaarden voor het aantal deeltjes wordt gewaarborgd dat ultrafijne deeltjes die bijzonder schadelijk zijn voor de gezondheid nu ook via de meetprocedures worden gedetecteerd. De vermindering van de deeltjesmassa is technisch nog niet mogelijk, maar de invoering van een meetprocedure die het aantal deeltjes meet, garandeert eveneens dat de emissie van ultrafijne deeltjes wordt beperkt. | |
Amendement 14 OVERWEGING 13 BIS (nieuw) | |
|
(13 bis) Om resultaten te bereiken die consistent zijn met een schoon milieu, dient de Commissie te overwegen naast emissienormen op andere terreinen zoals energie-efficiëntie in de motorvoertuigensector regelingen in te voeren. |
Motivering | |
Men mag niet alleen de emissies aanpakken, maar moet ook werken aan de energie-efficiëntie van de voertuigen om het probleem bij de wortel aan te pakken. Naar het voorbeeld van de intelligente voertuigen moet eraan worden gewerkt het verbruik van voertuigen met behulp van computers te verminderen. | |
Amendement 15 OVERWEGING 13 TER (nieuw) | |
|
(13 ter) Alvorens haar voorstel voor de volgende fase van de emissienormen (Euro 7) in te dienen, dient de Commissie studies te laten verrichten om te bepalen of een verdere onderverdeling van voertuigcategorieën in groepen nog noodzakelijk is en of het niet mogelijk is niet aan de massa van het voertuig gerelateerde emissiegrenzen toe te passen. |
Motivering | |
Vereenvoudiging van de verordening. Aan de massa van de voertuigen gerelateerde criteria zouden eventueel niet meer nodig zijn wanneer NOx-nabehandelingssystemen voor alle soorten voertuigen beschikbaar zijn. | |
Amendement 16 OVERWEGING 16 BIS (nieuw) | |
|
(16 bis) Teneinde een aspect in de wetgeving te verduidelijken, dient Richtlijn 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking1 zodanig te worden gewijzigd dat deze alle zware voertuigen bestrijkt en duidelijk wordt gemaakt dat deze verordening betrekking heeft op lichte voertuigen. |
|
__________ |
Motivering | |
Met het oog op een betere wetgeving is het van belang dat het toepassingsgebied duidelijk wordt gedefinieerd. Zware benzineauto's vielen tot dusverre onder Richtlijn 70/220/EG. Ook al gaat het om een hypothetisch geval, omdat er weinig zware benzineauto's zijn, moet dit misverstand met het oog op de duidelijkheid toch uit de weg worden geruimd. | |
Amendement 17 OVERWEGING 17 BIS (nieuw) | |
|
(17 bis) Om te zorgen voor een vlotte overgang tussen de bestaande richtlijnen en deze verordening, moet de uitzondering waardoor voertuigen van de categorie M1 van meer dan 2 500 kg een typegoedkeuring als categorie N1-voertuigen van de klassen II en III konden krijgen in de Euro 5-fase worden gehandhaafd voor voertuigen die in specifieke sociale behoeften moeten voorzien. Deze uitzondering dient te eindigen bij de inwerkingtreding van de Euro 6-fase. |
Motivering | |
Niet als terreinwagen gebruikte gezinsauto's met meer dan 6 zitplaatsen, afgezien van de chauffeur, voertuigen voor reddings - of bergingsdoeleinden en noodgevallen en voertuigen voor gehandicaptenvervoer of openbare dienstverlening moeten tot de Euro 6-fase een typegoedkeuring als NI-voertuigen van de klassen II en III kunnen krijgen. | |
Amendement 18 OVERWEGING 18 | |
(18) De nodige maatregelen ter uitvoering of tot wijziging van deze verordening moeten worden genomen overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden. |
(18) De nodige maatregelen ter uitvoering of tot wijziging van deze verordening moeten worden genomen overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden, voorzover dit in de betreffende artikelen wordt aangegeven. |
Motivering | |
Niet alles moet via de comitologieprocedure worden opgelost. We moeten ervoor zorgen dat over de hoofdlijnen wordt besloten via de medebeslissingsprocedure. | |
Amendement 19 OVERWEGING 19 | |
(19) De doelstelling van deze verordening, namelijk de voltooiing van de interne markt door de invoering van gemeenschappelijke technische voorschriften betreffende emissies van motorvoertuigen, kan niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. Vanwege de omvang van het vereiste optreden kan deze doelstelling beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. De Gemeenschap kan dus maatregelen nemen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag. Overeenkomstig het in datzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken, |
(19) De doelstelling van deze verordening, namelijk de voltooiing van de interne markt door de invoering van gemeenschappelijke technische voorschriften betreffende emissies van motorvoertuigen en de waarborging van de toegang tot reparatie-informatie voor onafhankelijke garages op dezelfde basis als voor erkende handelaren en reparatiebedrijven, kan niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. Vanwege de omvang van het vereiste optreden kan deze doelstelling beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. De Gemeenschap kan dus maatregelen nemen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag. Overeenkomstig het in datzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken, |
Motivering | |
De toegang tot reparatie-informatie is noodzakelijk voor het vrije verkeer van voertuigen op de interne markt. Voor onafhankelijke garages moet het mogelijk zijn onderhoud en andere diensten aan te bieden om voor milieuvriendelijke voertuigen te zorgen. | |
Amendement 20 ARTIKEL 1, ALINEA 1 | |
Deze verordening stelt voorschriften betreffende emissies vast voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en vervangingsonderdelen zoals vervangingskatalysatoren. |
Deze verordening stelt voorschriften betreffende emissies vast voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en vervangingsonderdelen zoals vervangende voorzieningen tegen luchtverontreiniging. |
Motivering | |
Er moet een begrip worden gehanteerd waarmee geen enkele technologie wordt benadeeld of innovaties worden beperkt. | |
Amendement 21 ARTIKEL 2 | |
1. Deze verordening is van toepassing op motorvoertuigen: |
1. Deze verordening is van toepassing op motorvoertuigen van de categorieën M1, M2 en N1 als gedefinieerd in [bijlage II] bij Richtlijn [XXXX/XX/EG] met een technisch toelaatbare maximummassa van maximaal 3 500 kg of een referentiemassa van maximaal 2 610 kg. |
a) uitgerust met een motor met elektrische ontsteking; |
|
b) van de categorieën M1 en N1, zoals gedefinieerd in [bijlage II] bij Richtlijn [XXXX/XX/EG], uitgerust met een gasmotor met elektrische ontsteking; en |
|
c) van de categorieën M1 en N1, zoals gedefinieerd in [bijlage II] bij Richtlijn [XXXX/XX/EG], uitgerust met een motor met compressieontsteking. |
|
2. Op verzoek van de fabrikant kan deze verordening ook van toepassing zijn op motorvoertuigen van de categorieën M2 en N2, zoals gedefinieerd in [bijlage II] bij Richtlijn [XXXX/XX/EG], die zijn uitgerust met een motor met compressieontsteking, een referentiemassa van maximaal 2 840 kg hebben en voldoen aan de voorwaarden van deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen. |
2. Op verzoek van de fabrikant kan de op grond van deze verordening verleende typegoedkeuring voor voertuigen van de categorieën M1, M2 en N1 worden uitgebreid tot voertuigen van de categorieën M1, M2 en N2, zoals gedefinieerd in [bijlage II] bij Richtlijn [XXXX/XX/EG], die zijn uitgerust met een motor met compressieontsteking, een referentiemassa van maximaal 2 840 kg hebben en voldoen aan de voorwaarden van deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen. |
Motivering | |
Om verwarring te voorkomen, moet duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de regeling voor lichte en voor zware voertuigen. Het toepassingsgebied moet derhalve worden gewijzigd. Het nieuwe toepassingsgebied is technologisch neutraal, dus wordt niet verwezen naar motoren en brandstoffen. De wijziging van het toepassingsgebied van deze verordening houdt verband met het amendement tot wijziging van het toepassingsgebied van Richtlijn 2005/55/EG die in de toekomst alle zware voertuigen dient te bestrijken. |
Amendement 22
ARTIKEL 3, PUNT 1 BIS (nieuw)
|
(1 bis) "door LPG of aardgas onder druk aangedreven voertuigen": een voertuig dat beschikt over een specifieke uitrusting voor het gebruik van LPG of aardgas onder druk in zijn aandrijvingssysteem. Een dergelijk door LPG of aardgas onder druk aangedreven voertuig kan ontworpen en geconstrueerd zijn als een voertuig dat door één brandstof wordt aangedreven en dat voornamelijk is ontworpen voor permanente aandrijving door LPG of aardgas onder druk, en dat ook kan beschikken over een benzinesysteem voor noodgevallen of uitsluitend voor het starten mits de benzinetank niet meer dan 15 liter benzine bevat, dan wel als een voertuig dat door twee brandstoffen kan worden aangedreven en dat gedurende een gedeelte van de tijd op benzine kan functioneren en ook gedurende een gedeelte van de tijd op LPG dan wel aardgas onder druk; |
|
Motivering
In het Groenboek "Naar een Europese strategie voor een veilige energievoorziening" dat op 29 november 2000 werd aangenomen, stelde de Commissie als doel vast dat in de wegvervoerssector vóór 2020 20% van de conventionele brandstoffen door alternatieve brandstoffen moeten zijn vervangen. In deze verordening moet expliciet worden ingegaan op voertuigen die gebruikmaken van LPG en aardgas onder druk.
Amendement 23 ARTIKEL 3, PUNTEN 1 TER, 1 QUATER EN 1 QUINQUIES (nieuw) | |
|
(1 ter) "Voertuigen die voorzien in specifieke sociale behoeften": voertuigen voor speciale doeleinden als gedefinieerd in de kaderrichtlijn voor typegoedkeuring [XXXX/XX/EG] als zijnde van categorie M1 met een referentiemassa van meer dan 2 000 kg, dieselvoertuigen die voorzien in specifieke sociale behoeften en diesel gezinsauto's; (1 quater) "Dieselvoertuigen die voorzien in specifieke sociale behoeften": voertuigen van categorie M1 met een referentiemassa van meer dan 2 000 kg die ook aan de vereisten voor M1G voldoen, alsmede voertuigen voor commercieel gebruik en met speciale voorzieningen voor het vervoer van rolstoelen. Voor de doeleinden van deze verordening worden deze voertuigen beschouwd als voertuigen van de categorie N1; (1 quinquies) "diesel gezinsauto's": voertuigen van categorie M1 met 7 of meer zitplaatsen, inclusief de bestuurderplaats, met uitzondering van terreinwagens als gedefinieerd in de kaderrichtlijn voor typegoedkeuring [XXXX/XX/EG]. Voor de doeleinden van deze verordening worden deze voertuigen beschouwd als voertuigen van categorie N1. |
Amendement 24 ARTIKEL 3, PUNT 11 | |
(11) "originele katalysator": een katalysator die (of samenstel van katalysatoren dat) onder de voor het voertuig verleende typegoedkeuring valt; |
(11) "voorziening tegen luchtverontreiniging": een voorziening tegen luchtverontreiniging die (of samenstel van dergelijke voorzieningen dat) onder de voor het voertuig verleende typegoedkeuring valt; |
Motivering | |
Met het oog op een heldere wetgeving en om rekening te houden met de technische vooruitgang is het beter een ruim begrip te hanteren in plaats van afzonderlijke punten voor katalysatoren, deeltjesfilters voor dieselmotoren, NOx-nabehandelingssystemen en verdere in de toekomst technisch mogelijke nabehandelingssystemen. Er moet een begrip worden gehanteerd waarmee geen enkele technologie wordt benadeeld of innovaties worden beperkt. | |
Amendement 25 ARTIKEL 3, PUNT 12 | |
(12) "vervangingskatalysator": een katalysator (of samenstel van katalysatoren) ter vervanging van een originele katalysator die (dat) kan worden goedgekeurd als technische eenheid zoals gedefinieerd in Richtlijn [XXXX/XX/EG]; |
(12) "Vervangende voorziening tegen luchtverontreiniging": een voorziening tegen luchtverontreiniging (of samenstel van dergelijke voorzieningen) ter vervanging van een originele voorziening tegen luchtverontreiniging die (dat) kan worden goedgekeurd als technische eenheid zoals gedefinieerd in Richtlijn [XXXX/XX/EG]; |
Motivering | |
Met het oog op een heldere wetgeving en om rekening te houden met de technische vooruitgang is het beter een ruim begrip te hanteren in plaats van afzonderlijke punten voor katalysatoren, deeltjesfilters voor dieselmotoren, NOx-nabehandelingssystemen en verdere in de toekomst technisch mogelijke nabehandelingssystemen. Er moet een begrip worden gehanteerd waarmee geen enkele technologie wordt benadeeld of innovaties worden beperkt. | |
Amendement 26 ARTIKEL 3, PUNT 13 | |
(13) "reparatie-informatie": alle informatie die nodig is voor diagnose, onderhoud, inspectie, periodieke controle, reparatie, herprogrammering of re-initialisatie van het voertuig en die de fabrikanten aan hun erkende handelaren/reparatiebedrijven verstrekken, met inbegrip van alle latere wijzigingen van en aanvullingen op deze informatie; |
(13) "reparatie-informatie": alle informatie die nodig is voor diagnose, onderhoud, inspectie, periodieke controle, reparatie, montage van onderdelen en voorzieningen, herprogrammering of re-initialisatie van het voertuig en die de fabrikanten aan hun erkende handelaren/reparatiebedrijven verstrekken, met inbegrip van alle latere wijzigingen van en aanvullingen op deze informatie; |
Motivering | |
Werkzaamheden in verband met de montage van nieuwe of vernieuwde onderdelen staan duidelijk in verband met de emissiegerelateerde componenten en de milieuaspecten van voertuigen, zodat ze onder de werkingssfeer van deze verordening moeten vallen. | |
Amendement 27 ARTIKEL 3, PUNT 14 | |
(14) "onafhankelijke marktdeelnemer": ondernemingen, met uitzondering van erkende handelaren en reparatiebedrijven, die direct of indirect bij de herstelling en het onderhoud van motorvoertuigen betrokken zijn, met name reparateurs, fabrikanten van reparatieapparatuur en -gereedschap, distributeurs van reserveonderdelen, uitgevers van technische informatie, automobielclubs, wegenwachtdiensten, bedrijven die keurings- en controlediensten aanbieden en bedrijven die opleiding voor reparateurs aanbieden. |
(14) "onafhankelijke marktdeelnemer": ondernemingen, met uitzondering van erkende handelaren en reparatiebedrijven, die direct of indirect bij de herstelling en het onderhoud of aanpassing achteraf van motorvoertuigen betrokken zijn, met name reparateurs, fabrikanten van en onafhankelijke handelaren in reparatieapparatuur en -gereedschap, distributeurs van reserveonderdelen, uitgevers van technische informatie, automobielclubs, wegenwachtdiensten, bedrijven die keurings- en controlediensten aanbieden en bedrijven die opleiding voor reparateurs aanbieden. |
Motivering | |
Werkzaamheden in verband met de montage van nieuwe of vernieuwde onderdelen staan duidelijk in verband met de emissiegerelateerde componenten en de milieuaspecten van voertuigen, zodat ze onder de werkingssfeer van deze verordening moeten vallen. | |
Amendement 28 ARTIKEL 4, LID 1, ALINEA 1 | |
De fabrikanten zorgen ervoor dat alle voertuigen die voor typegoedkeuring worden aangeboden om in de Gemeenschap te worden verkocht, te worden geregistreerd of in het verkeer te worden gebracht, aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
De fabrikanten zorgen ervoor dat alle voertuigen en onderdelen die voor typegoedkeuring worden aangeboden om in de Gemeenschap te worden verkocht, te worden geregistreerd of in het verkeer te worden gebracht, aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
Amendement 29 Artikel 4, lid 2 | |
2. De fabrikanten zien erop toe dat de typegoedkeuringsprocedures voor de controle van de overeenstemming van de productie, de duurzaamheid van de voorzieningen tegen luchtverontreiniging en de conformiteit onder bedrijfsomstandigheden worden nageleefd. De maatregelen met het oog op de conformiteit onder bedrijfsomstandigheden worden gecontroleerd tot het voertuig 5 jaar oud is of, indien dat eerder het geval is, 100 000 km heeft afgelegd. De duurzaamheid van de voorzieningen tegen luchtverontreiniging wordt getest tot het voertuig 160 000 km heeft afgelegd. |
2. De door de fabrikant te nemen technische maatregelen moeten van dien aard zijn dat een voertuig kan voldoen aan de eisen aan uitlaat- en dampemissies onder deze verordening tijdens zijn gehele bestaan bij normale gebruiksomstandigheden. De maatregelen met het oog op de conformiteit onder bedrijfsomstandigheden worden derhalve gecontroleerd tot het voertuig 5 jaar oud is of, indien dat eerder het geval is, 100 000 km heeft afgelegd. De duurzaamheid van de voorzieningen tegen luchtverontreiniging wordt getest tot het voertuig 160 000 km heeft afgelegd. Om aan deze voorschriften te voldoen moeten de fabrikanten de mogelijkheid hebben gebruik te maken van verouderings-testinstallaties waarvoor de uitvoeringsvoorwaarden gelden die worden vastgesteld overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 37, lid 2 van Richtlijn (XXXX/XX/EG). |
Amendement 30 ARTIKEL 4, LID 2, ALINEA 1 BIS (nieuw) | |
|
De conformiteit onder bedrijfsomstandigheden wordt gecontroleerd overeenkomstig de eisen van bijlage I zoals van toepassing voor het werkelijke voertuigmodel bij de typegoedkeuring, met name voor uitlaat- en verdampingsemissies zoals getoetst aan de emissiegrenzen van tabel 1, voor verdampingsemissies zoals getoetst aan de emissiegrenzen van tabel 2 en voor de test bij lage omgevingstemperatuur zoals getoetst aan de emissiegrenzen van tabel 3. |
Motivering | |
Afgezien van de uitlaatemissies moeten de voertuigen na een langdurig gebruik (conformiteit onder bedrijfsomstandigheden) ook voldoen aan de grenswaarden voor verdampingsemissies en emissies bij lage omgevingstemperatuur. |
Amendement 31
ARTIKEL 5, LID 1
1. De fabrikanten rusten hun voertuigen zo uit dat de onderdelen die van invloed kunnen zijn op de emissies zodanig ontworpen, geconstrueerd en gemonteerd zijn dat het voertuig onder normale gebruiksomstandigheden aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen kan voldoen. |
schrappen |
|
Motivering
De vereisten inzake duurzaamheid zijn reeds in artikel 4 bepaald.
Amendement 32
ARTIKEL 5, LID 4, LETTER F BIS) (nieuw)
|
f bis) voertuigen met LPG of aardgas onder druk als brandstof; |
|
Amendement 33
ARTIKEL 5, LID 4, LETTER I)
i) referentiebrandstoffen zoals benzine, diesel, gasvormige brandstoffen en biobrandstoffen. |
i) referentiebrandstoffen zoals benzine, diesel, gasvormige brandstoffen en biobrandstoffen, zoals ethanol, biogas en vetzuurmethylester (FAME). |
|
Motivering
Het is zeer belangrijk ook door biobrandstoffen aangedreven voertuigen op te nemen aangezien de markt daarvoor de komende jaren in Europa naar verwachting zal groeien en omdat hun vermogen om CO2-emissies te beperken ongeveer 60-80% hoger ligt in vergelijking tot voertuigen met benzinemotoren. Daarom moeten bij de conformiteitseisen in verband met Euro 5 en Euro 6 grenswaarden worden opgenomen, zodat door biobrandstof aangedreven voertuigen vanuit milieuoogpunt en met het oog op de gezondheidsbescherming niet als nadelig worden beschouwd.
Amendement 34 ARTIKEL 5, LID 4, LETTER I BIS) (nieuw) | |
|
i bis) de vervanging van voorzieningen tegen luchtverontreiniging; |
Amendement 35 ARTIKEL 5, LID 5 | |
5. De Commissie beoordeelt regelmatig de verontreinigende stoffen waarop de in lid 4 vermelde voorschriften en tests van toepassing zijn, alsook de testcycli voor de meting van de emissies; indien zij vaststelt dat de procedures of tests niet meer voldoen of niet meer met de emissies in reële omstandigheden overeenstemmen, neemt zij de nodige maatregelen. |
5. De Commissie beoordeelt regelmatig de verontreinigende stoffen waarop de in lid 4 vermelde voorschriften en tests van toepassing zijn, alsook de testcycli voor de meting van de emissies; indien zij vaststelt dat de procedures of tests niet meer voldoen, niet meer met de emissies in reële omstandigheden overeenstemmen of het wenselijk is de emissies van aanvullende verontreinigende stoffen te reglementeren, stelt zij noodzakelijke wijzigingen aan het Europees Parlement en de Raad voor. |
Motivering | |
De herziening van de testcycli en de invoering van grenswaarden voor aanvullende verontreinigende stoffen dienen via de medebeslissingsprocedure te worden geregeld. | |
Amendement 36 ARTIKEL 5, LID 6 | |
6. De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] de specifieke procedures, tests en voorschriften voor de toepassing van de leden 2 tot en met 5 vast. |
6. De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] de specifieke procedures, tests en voorschriften voor de toepassing van de leden 2 tot en met 4 vast. Zij zorgt ervoor dat de aanvullende verordening tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen tegelijkertijd met de onderhavige verordening wordt gepubliceerd en beschikbaar is. De emissiegrenswaarden, gemeten volgens op mundiaal niveau geldende testcyclus, worden echter vastgesteld door het Europees Parlement en de Raad op basis van een verslag van de Commissie. |
Motivering | |
De fabrikanten moeten de details kennen van de uitvoeringsbepalingen om de emissiecontroleapparatuur technisch te kunnen voltooien. Alleen op die manier kan de conformiteit ervan met de vereisten van deze verordening worden gegarandeerd. De comitologie is nog niet op deze situatie afgestemd. Er moet dus voorzien worden in een medebeslissingsprocedure voor de vaststelling van de emissiegrenswaarden. | |
Amendement 37 ARTIKEL 6, LID 1 | |
1. De fabrikanten bieden onafhankelijke marktdeelnemers op snel en makkelijk te raadplegen websites een onbeperkte en gestandaardiseerde toegang tot reparatie-informatie, zonder hen daarbij te discrimineren ten opzichte van erkende dealers en reparatiebedrijven. |
1. De fabrikanten bieden onafhankelijke marktdeelnemers op snel en makkelijk te raadplegen websites via een gestandaardiseerde zoekfunctie onbeperkte toegang tot reparatie-informatie, zonder hen daarbij te discrimineren ten opzichte van erkende dealers en reparatiebedrijven. Om dit doel beter te kunnen bereiken wordt de informatie verstrekt in overeenstemming met de technische vereisten van de OASIS-norm1. De fabrikant stelt aan onafhankelijke marktdeelnemers en aan erkende dealers en reparatiebedrijven eveneens opleidingsdocumentatie ter beschikking.
_____________ 1 De "OASIS-norm" verwijst naar de technische specificaties van OASIS-document SC2-D5, Format of Automotive Repair Information, versie 1.0, 28 mei 2003 (beschikbaar op http://www.oasis-open.org/committees/download,php/2412/Draft% 20Committee%20Specification.pdf) en van de afdelingen 3.2, 3.5, 3.6, 3.7 en 3.8 van OASIS-document SC1-D2, Autorepair Requirements Specification, versie 6.1,van 10.1.2003 (beschikbaar op: http://lists.oasis-open.org/archives(autorepair/200302/pdf00005.pdf), uitsluitend met gebruik van open tekst en grafische formats. |
Motivering | |
De OASIS-norm die in 2003 in samenwerking met verschillende bedrijfssectoren onder leiding van de Commissie werd opgesteld, maakt in de praktijk een daadwerkelijk sterk vereenvoudigde toegang tot informatie over reparaties mogelijk. Verordening 1400/2002 betreffende groepsvrijstellingen verlangt eveneens beschikbaarstelling van opleidingsdocumentatie. Ook in de onderhavige verordening dient daarop te worden gewezen op te zorgen dat ook in de toekomst dergelijke documentatie beschikbaar wordt gesteld. | |
Amendement 38 ARTIKEL 6, LID 4 | |
4. De reparatie-informatie moet altijd beschikbaar zijn, tenzij eventueel bij onderhoudswerkzaamheden. |
4. De reparatie-informatie moet altijd beschikbaar zijn, tenzij eventueel zoals vereist bij onderhoud van het informatiesysteem. |
Amendement 39 ARTIKEL 6, LID 5 | |
5. Voor de fabricage en het onderhoud van OBD-compatibele vervangings- en onderhoudsonderdelen en diagnose- en testapparatuur verstrekken de fabrikanten de reparatie-informatie op niet-discriminerende wijze aan belangstellende fabrikanten en reparateurs van onderdelen en diagnose- en testapparatuur. |
5. Voor de fabricage en het onderhoud van OBD-compatibele vervangings- en onderhoudsonderdelen en diagnose- en testapparatuur verstrekken de fabrikanten de relevante OBD-informatie op niet-discriminerende wijze aan belangstellende fabrikanten en reparateurs van onderdelen en diagnose- en testapparatuur. |
Motivering | |
Reparatie-informatie is niet hetzelfde als OBD-informatie. Wil dit lid zin hebben, dan moet specifiek naar OBD-informatie worden verwezen. |
Amendement 40
ARTIKEL l6, LID 5 BIS (nieuw)
|
5 bis. Ten behoeve van het ontwerp en de fabricage van auto-uitrustingen voor het gebruik van LPG of aardgas onder druk verstrekken de fabrikanten zonder daarbij te discrimineren reparatie-informatie aan iedere installateur, fabrikant en/of reparatiebedrijf van apparatuur voor het gebruik van LPG of aardgas onder druk die daarvoor belangstelling heeft |
|
.Amendement 41 ARTIKEL 6, LID 6, ALINEA 2 | |
Indien deze informatie op dat moment nog niet beschikbaar is of nog niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoet, verstrekt de fabrikant deze informatie binnen zes maanden na de datum van goedkeuring. Indien bovengenoemd bewijs van naleving niet binnen deze termijn wordt geleverd, neemt de typegoedkeuringsinstantie de nodige maatregelen om op de naleving toe te zien, zo nodig door de typegoedkeuring in te trekken. |
Indien deze informatie op dat moment nog niet beschikbaar is of nog niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoet, verstrekt de fabrikant deze informatie binnen zes maanden na de datum van goedkeuring. Indien bovengenoemd bewijs van naleving niet binnen deze termijn wordt geleverd, neemt de typegoedkeuringsinstantie de nodige maatregelen om op de naleving toe te zien. |
Amendement 42 ARTIKEL 8 | |
De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] de nodige maatregelen voor de toepassing van de artikelen 6 en 7 vast. Deze maatregelen omvatten de vaststelling van de technische specificaties voor de wijze waarop de reparatie-informatie ter beschikking wordt gesteld. |
De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] en met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van Besluit 1999/468/EG, de nodige maatregelen voor de toepassing van de artikelen 6 en 7 vast. Deze maatregelen omvatten de vaststelling van de technische specificaties voor de wijze waarop de OBD-informatie ter beschikking wordt gesteld, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de specifieke behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's). |
Motivering | |
Zie motivering bij het amendement op artikel 6, lid 5.Het voorgestelde amendement zou het Parlement in staat stellen een woordje mee te spreken wanneer de implementeringsmaatregelen zouden leiden tot ingrijpende wijzigingen waarover het Parlement moet worden geraadpleegd. Het verlenen van toegang tot reparatie-informatie onder redelijke voorwaarden voor de vele kleine en middelgrote ondernemingen in de sector is van wezenlijk belang, omdat zij het zich niet kunnen permitteren om het zeer gespecialiseerde instrumentarium en de gerichte informatiediensten die een distributeur ter beschikking staan, te betalen. | |
Amendement 43 ARTIKEL 8 BIS (nieuw) | |
|
Artikel 8 bis |
|
Uiterlijk op ... * legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de werking van de regeling voor toegang tot reparatie-informatie, met bijzondere aandacht voor de impact op de mededinging en de werking van de interne markt. In het verslag wordt tevens nagegaan of het wenselijk is de bepalingen met betrekking tot de toegang tot reparatie-informatie in het kader van een herziene kaderrichtlijn inzake typegoedkeuring te consolideren |
|
_________ |
Amendement 44 ARTIKEL 9, LID 1 | |
1. Met ingang van [datum van inwerkingtreding] mogen de lidstaten aanvragen van fabrikanten om EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring voor een nieuw voertuigtype niet weigeren om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik, en mogen zij de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van een nieuw voertuig niet verbieden indien dit voertuig aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoet. |
1. Met ingang van [datum van inwerkingtreding van deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen] mogen de lidstaten aanvragen van fabrikanten om EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring voor een nieuw voertuigtype niet weigeren om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik, en mogen zij de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van een nieuw voertuig niet verbieden indien dit voertuig aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoet. |
Motivering | |
Om de ontwikkeling van technologische oplossingen mogelijk te maken die voor de naleving van deze verordening noodzakelijk zijn, moet deze pas na goedkeuring van de aanvullende technische voorschriften in werking treden. | |
Amendement 45 ARTIKEL 9, LEDEN 2 EN 3 | |
|
|
2. Met ingang van [18 maanden + 1 dag na de datum van inwerkingtreding] of, voor categorie N1, klasse II en III, [30 maanden na de datum van inwerkingtreding] weigeren de lidstaten om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen voor nieuwe voertuigtypes die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
2. Met ingang van 1 september 2009, met uitzondering van voertuigen van categorie M met een technisch toelaatbare maximummassa van meer dan 2 500 kg welke in specifieke sociale behoeften voorzien en met ingang van 1 september 2010, voor categorie N1, klasse II en III en de hierboven bedoelde voertuigen van categorie M, weigeren de lidstaten om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen voor nieuwe voertuigtypes die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen en in het bijzonder aan de Bijlagen, met uitzondering van de in Tabel 1bis van Bijlage I vermelde Euro 6-grenswaarden, voldoen. |
3. Met ingang van [36 maanden na de datum van inwerkingtreding] of, voor categorie N1, klasse II en III, [48 maanden na de datum van inwerkingtreding] beschouwen de lidstaten certificaten van overeenstemming van nieuwe voertuigen die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen, als niet meer geldig voor de toepassing van [artikel 25] van Richtlijn [XXXX/XX/EG], en weigeren zij de registratie en verbieden zij de verkoop en het in het verkeer brengen van dergelijke voertuigen om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik |
3. Met ingang van 1 januari 2011, met uitzondering van voertuigen van categorie M met een technisch toelaatbare maximummassa van meer dan 2 500 kg welke in specifieke sociale behoeften voorzien en met ingang van 1 september 2012, voor categorie N1, klasse II en III en de hierboven bedoelde voertuigen van categorie M, met ingang van 1 januari 2011 beschouwen de lidstaten certificaten van overeenstemming van nieuwe voertuigen die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen, , en in het bijzonder aan de Bijlagen met uitzondering van de in Tabel 1bis van Bijlage I vermelde Euro 6-grenswaarden, voldoen, als niet meer geldig voor de toepassing van [artikel 25] van Richtlijn [XXXX/XX/EG], en weigeren zij de registratie en verbieden zij de verkoop en het in het verkeer brengen van dergelijke voertuigen om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik. |
Amendement 46 ARTIKEL 9, LEDEN 3 BIS EN 3 TER (nieuw) | |
|
3 bis. Met ingang van 1 september 2014, en met ingang van 1 september 2015 voor categorie N1, klasse II en III weigeren de lidstaten om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen voor nieuwe voertuigtypes die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen en in het bijzonder aan de Bijlagen, met inbegrip van de in Tabel 1bis van Bijlage I vermelde Euro 6-grenswaarden, voldoen. |
|
3 ter. Met ingang van 1 januari 2015, en met ingang van 1 september 2016, voor categorie N1, klasse II en III beschouwen de lidstaten certificaten van overeenstemming van nieuwe voertuigen die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen, , en in het bijzonder aan de Bijlagen met uitzondering van de in Tabel 1bis van Bijlage I vermelde Euro 6-grenswaarden, voldoen, als niet meer geldig voor de toepassing van [artikel 25] van Richtlijn [XXXX/XX/EG], en weigeren zij de registratie en verbieden zij de verkoop en het in het verkeer brengen van dergelijke voertuigen om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik. |
Amendement 47
ARTIKEL 9 BIS (nieuw)
|
Artikel 9 bis Verdere maatregelen De lidstaten kunnen, om de grenswaarden inzake luchtkwaliteit te bereiken, overeenkomstig artikel 95, leden 4 en 5 verdergaande maatregelen te nemen dan die welke in deze verordening zijn vastgelegd. |
|
Motivering
De lidstaten die moeilijkheden hebben te voldoen aan de grenswaarden inzake luchtkwaliteit moeten strengere maatregelen kunnen vaststellen waardoor de auto's schoner worden.
Amendement 48 ARTIKEL 10, TITEL | |
Typegoedkeuring van vervangingsonderdelen |
Typegoedkeuring van vervangingsonderdelen |
Motivering | |
Niet van toepassing op de Nederlandse tekst. | |
Amendement 49 ARTIKEL 10 | |
1. De nationale autoriteiten verbieden dat nieuwe vervangingskatalysatoren die bestemd zijn om te worden gemonteerd op voertuigen met EG-typegoedkeuring die niet met boorddiagnosesystemen (OBD-systemen) zijn uitgerust, worden verkocht of op een voertuig worden gemonteerd indien deze vervangingskatalysatoren niet van een type zijn waarvoor overeenkomstig deze verordening typegoedkeuring is verleend. |
1. De nationale autoriteit voor typegoedkeuring weigert EG-typegoedkeuring voor nieuwe types vervangende voorzieningen tegen luchtverontreiniging die niet in overeenstemming zijn met deze verordening of de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen. |
2. In afwijking van lid 1 mogen de nationale autoriteiten uitbreidingen van EG-typegoedkeuringen voor vervangingskatalysatoren blijven verlenen onder de voorwaarden waaronder deze typegoedkeuringen oorspronkelijk zijn verleend. |
2. In afwijking van lid 1 mogen de nationale autoriteiten uitbreidingen van EG-typegoedkeuringen voor voorzieningen tegen luchtverontreiniging blijven verlenen onder de voorwaarden waaronder deze typegoedkeuringen oorspronkelijk zijn verleend. |
Motivering | |
Ter verduidelijking en met het oog op de technische vooruitgang is het beter en ruimer begrip te gebruiken in plaats van elk één punt voor katalysatoren, dieselpartikelfilters,NOx-nabehandelingsystemen en andere in de toekomst technisch mogelijke nabehandelingsystemen. Er moet een begrip worden gebruikt waardoor geen enkele technologie wordt benadeeld en geen innovaties worden beperkt. | |
Amendement 50 ARTIKEL 11, LID 1, ALINEA'S 2 EN 3 | |
Deze stimulansen gelden voor alle nieuwe voertuigen die in een lidstaat in de handel worden gebracht en die reeds vóór de in artikel 9, lid 3, vermelde data aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
Deze stimulansen gelden voor alle nieuwe voertuigen die in een lidstaat in de handel worden gebracht en die reeds vóór de in artikel 9 vermelde data aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
Deze stimulansen eindigen op de in artikel 9, lid 3, vermelde data. |
Deze stimulansen eindigen op de data vermeld in: |
|
a) Artikel 9, lid 3, voor wat betreft de stimulansen om te voldoen aan de emissiegrenswaarden vervat in tabel 1 van Bijlage I. |
|
b) Artikel 9, lid 3 ter, voor wat betreft de stimulansen om te voldoen aan de emissiegrenswaarden vervat in tabel 1 bis van Bijlage I. |
Motivering | |
Deze wijziging houdt verband met de invoering van een tweestappenbenadering. Prikkels voor voertuigen om te voldoen aan Euro 5 grenswaarden moeten niet langer gelden als Euro 6 grenswaarden van kracht worden. | |
Amendement 51 ARTIKEL 13 | |
1. Uiterlijk op [6 maanden na de datum van inwerkingtreding] onderzoekt de Commissie of de emissiegrenswaarden voor koolwaterstoffen in bijlage I opnieuw moeten worden vastgesteld om een onderscheid te maken tussen niet-methaanhoudende koolwaterstoffen en methaan. |
|
2. Voorts zal worden overwogen om de methaanemissies op te nemen in de berekening van de kooldioxide-emissies. |
1. De Commissie overweegt om de methaanemissies op te nemen in de berekening van de kooldioxide-emissies. |
3. Met betrekking tot de leden 1 en 2 zal de Commissie zo nodig: |
Zonodig legt de Commissie een voorstel aan het Europees Parlement en de Raad voor de maatregelen om methaanemissies te testen, te verklaren of te beperken. |
a) deze verordening overeenkomstig artikel 14 wijzigen om de emissiegrenswaarden voor koolwaterstoffen in bijlage I bij deze verordening opnieuw vast te stellen; |
|
b) overeenkomstig artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] maatregelen nemen om de methaanemissies te testen, te verklaren of te beperken. |
|
4. Na de afronding van het VN/ECE-deeltjesmeetprogramma, dat wordt uitgevoerd onder leiding van het Wereldforum voor de harmonisatie van voertuigreglementen, zal de Commissie: |
2. Na de afronding van het VN/ECE-deeltjesmeetprogramma, dat wordt uitgevoerd onder leiding van het Wereldforum voor de harmonisatie van voertuigreglementen, en uiterlijk bij de inwerkingtreding van Euro 6, zal de Commissie, zonder het huidige streefniveau ten aanzien van het milieu te verlagen: |
a) deze verordening overeenkomstig artikel 14 wijzigen om de op deeltjesmassa gebaseerde grenswaarden in bijlage I bij deze verordening opnieuw vast te stellen en in die bijlage op deeltjesaantal gebaseerde grenswaarden op te nemen, zodat deze grotendeels aansluiten bij de massagrenswaarden voor benzine- en dieselmotoren. |
a) deze verordening overeenkomstig artikel 14 wijzigen om de op deeltjesmassa gebaseerde grenswaarden in bijlage I bij deze verordening opnieuw vast te stellen en in die bijlage op deeltjesaantal gebaseerde grenswaarden op te nemen, zodat deze grotendeels aansluiten bij de massagrenswaarden voor benzine- en dieselmotoren. |
b) overeenkomstig artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] een herziene meetprocedure voor deeltjes en een grenswaarde voor het deeltjesaantal vaststellen. |
b) overeenkomstig artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] een herziene meetprocedure voor deeltjes en een grenswaarde voor het deeltjesaantal vaststellen. |
Motivering | |
Houdt verband met vorige amendementen met het oog op een evenwichtige benadering van hetgeen moet worden geregeld door middel van comitologie en wat via medebeslissing. | |
Amendement 52 ARTIKEL 14 | |
De Commissie kan deze verordening wijzigen volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] en overeenkomstig artikel [36, leden 2, 3 en 4] van die richtlijn. |
Wanneer verwezen wordt naar dit artikel, kan de Commissie deze verordening wijzigen volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] en overeenkomstig artikel [36, leden 2, 3 en 4] van die richtlijn. |
Amendement 53 ARTIKEL 15 BIS (NIEUW) | |
|
Artikel 15 bis |
|
Wijzigingen van richtlijn 2005/55/EG |
|
Richtlijn 2005/55/EG wordt als volgt gewijzigd: |
|
(1) De titel wordt vervangen door: |
|
" Richtlijn 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 inzake typegoedkeuring van zware bedrijfsvoertuigen voor wat betreft hun emissies (Euro IV en V)"; |
|
(2) Artikel 1 wordt vervangen door: |
|
"In deze richtlijn wordt verstaan onder: |
|
a) "voertuig": een motorvoertuig als omschreven in artikel 2 van Richtlijn 70/156/EEG, met uitzondering van voertuigen van categorie M1, M2 en N1 met een technisch toelaatbare maximummassa van ten hoogste 3 500 kg of een referentiemassa van ten hoogste 2 610 kg; |
|
b) "motor": de aandrijvingsbron van een voertuig waarvoor typegoedkeuring als technische eenheid, als omschreven in artikel 3 van Richtlijn [XXXX/XXXX/EG], kan worden verleend; |
|
c) "milieuvriendelijker gemaakt voertuig (EEV)": een voertuig aangedreven door een motor die voldoet aan de emissiegrenswaarden in rij C van de tabellen in punt 6.2.1 van bijlage I." |
|
(3) Sectie 1 van Bijlage I wordt vervangen door. |
|
"1. TOEPASSINGSGEBIED |
|
Deze richtlijn is van toepassing op de controle van verontreinigende gassen en deeltjes, de nuttige levensduur van emissiebeperkende voorzieningen, conformiteit van voertuigen/motoren in gebruik en boorddiagnosesystemen (OBD-systemen) van alle motorvoertuigen en op voertuigen als omschreven in artikel 1, met uitzondering van de voertuigen van categorie M1, N1, N2 en M2 waarvoor typegoedkeuring is verleend krachtens Verordening [XXXX/XXXX/EG = deze verordening]." |
|
Voorzover verdere wijzigingen nodig zijn om bovengenoemde wijzigingen weer te geven, worden Richtlijn 2005/55/EG en de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen gewijzigd overeenkomstig de procedure als genoemd in Artikel 37, lid 2 van Richtlijn [XXXX/XXXX/EG]. |
Motivering | |
De wijziging van het toepassingsgebied van richtlijn 2005/55/EG houdt verband met de wijziging van het toepassingsgebied van de onderhavige verordening. De gedachte hierachter is dat de onderhavige verordening geldt voor alle personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen terwijl de richtlijn 2005/55/EG betrekking heeft op alle zware bedrijfsvoertuigen ongeacht de gebruikte brandstof. | |
Amendement 54 ARTIKEL 16 | |
Artikel 16 |
schrappen |
Wijziging van Richtlijn 72/306/EEG |
|
Aan artikel 1 van Richtlijn 72/306/EG wordt de volgende alinea toegevoegd: |
|
"Deze richtlijn is echter niet van toepassing op voertuigen zoals bedoeld in artikel 2 van [deze verordening]." |
|
Motivering | |
Houdt verband met de wijziging van het toepassingsgebied van de verordening en van richtlijn 2005/55/EG. | |
Amendement 55 ARTIKEL 17, LID 1 | |
1. De Richtlijnen 70/220/EEG, 80/1268/EEG, 89/458/EEG, 91/441/EEG, 93/59/EEG, 94/12/EG, 96/69/EG, 98/69/EG en 2004/3/EG worden ingetrokken met ingang van [18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening]. |
1. De Richtlijnen 70/220/EEG, 72/306/EEG, 80/1268/EEG, 89/458/EEG, 91/441/EEG, 93/59/EEG, 94/12/EG, 96/69/EG, 98/69/EG en 2004/3/EG worden ingetrokken met ingang van [66 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening en de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen]. |
Motivering | |
Houdt verband met de wijziging van het toepassingsgebied van Richtlijn 2005/55/EG. Er moet voldoende tijd worden ingeruimd voor de buitenwerkingtreding van de vorige richtlijnen. Zoniet is het gevaar groot dat er een rechtsvacuüm ontstaat, zowel in de communautaire wetgeving als in de nationale wetgevingen van de lidstaten. Het zou dan inderdaad verboden zijn de EURO 4-normen toe te passen tot de nieuwe EURO 5-normen volledig zijn uitgevoerd. | |
Amendement 56 ARTIKEL 18, LID 3 | |
3. Indien de vaststelling van wijzigingen of uitvoeringsmaatregelen zoals bedoeld in artikel 5, lid 6, en artikel 13, leden 1 en 3, wordt uitgesteld tot na [6 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] worden de data in artikel 9, leden 2 en 3, vervangen door de in de wijzigingen of uitvoeringsmaatregelen vermelde data. |
schrappen |
Amendement 57
BIJLAGE I, TABEL 1
Door de Commissie voorgestelde tekst
Tabel 1: Euro 5-emissiegrenswaarden
|
Referentie-massa (RM) (kg) |
Grenswaarden |
||||||||||||||
Massa koolmonoxide (CO) |
Massa koolwaterstoffen (HC) |
Massa stikstofoxiden (NOx) |
Gecombineerde massa koolwaterstoffen en stikstofoxiden (HC + NOx) |
Deeltjesmassa (PM) |
Aantal deeltjes (1) (PM) |
|||||||||||
L1 (mg/km) |
L2 (mg/km) |
L3 (mg/km) |
L2 + L3 (mg/km) |
L4 (mg/km) |
L5 (.../km) |
|||||||||||
Catego-rie |
Klas-se |
|
PI |
CI |
PI |
CI |
PI |
CI |
PI |
CI |
PI(2) |
CI |
PI |
CI |
||
M |
— |
All |
1000 |
500 |
75 |
— |
60 |
200 |
— |
250 |
5.0 |
5.0 |
|
|
||
N1 |
I |
RM ≤ 1305 |
1000 |
500 |
75 |
— |
60 |
200 |
— |
250 |
5.0 |
5.0 |
|
|
||
|
II |
1305 < RM ≤ 1760 |
1810 |
630 |
100 |
— |
75 |
260 |
— |
320 |
5.0 |
5.0 |
|
|
||
|
III |
1760 < RM |
2270 |
740 |
120 |
— |
82 |
310 |
— |
380 |
5.0 |
5.0 |
|
|
||
Legende: PI = elektrische ontsteking, CI = compressieontsteking
(1) De norm voor het deeltjesaantal zal in een later stadium worden vastgesteld.
(2) De normen voor de deeltjesmassa bij motoren met elektrische ontsteking zijn alleen van toepassing op directe-injectiemotoren die geheel of gedeeltelijk met arm mengsel werken.
Amendement van het Parlement
Tabel 1: Euro 5-emissiegrenswaarden
|
Referentie-massa (RM) (kg) |
Grenswaarden |
|||||||||||||||
Massa koolmonoxide (CO) |
Massa totale koolwaterstoffen (THC) |
Massa niet-methaanhoudende koolwaterstoffen (NMHC) |
Massa stikstofoxiden (NOx) |
Gecombineerde massa totale koolwaterstoffen en stikstofoxiden (THC + NOx) |
Deeltjesmassa (PM) |
Aantal deeltjes (1) (PM) |
|||||||||||
L1 (mg/km) |
L2 (mg/km) |
L3 (mg/km) |
L4 (mg/km) |
L2 + L4 (mg/km) |
L5 (mg/km) |
L6 (.../km) |
|||||||||||
Catego-rie |
Klasse |
|
PI |
CI |
PI |
CI |
PI |
|
CI |
|
PI |
CI |
PI(2) |
CI |
PI |
CI |
|
M |
— |
All |
1000 |
500 |
100 |
— |
68 |
— |
70 |
180 |
— |
230 |
5.0 |
5.0 |
|
|
|
N1 |
I |
RM ≤ 1305 |
1000 |
500 |
100 |
— |
68 |
— |
70 |
180 |
— |
230 |
5.0 |
5.0 |
|
|
|
|
II |
1305 < RM ≤ 1760 |
1810 |
630 |
130 |
— |
90 |
— |
85 |
235 |
— |
295 |
5.0 |
5.0 |
|
|
|
|
III |
1760 < RM |
2270 |
740 |
160 |
— |
108 |
— |
95 |
280 |
— |
350 |
5.0 |
5.0 |
|
|
|
Legende: PI = elektrische ontsteking, CI = compressieontsteking
(1) De norm voor het deeltjesaantal zal zo spoedig mogelijk en uiterlijk bij de inwerkingtreding van Euro 6 worden vastgesteld.
(2) De normen voor de deeltjesmassa bij motoren met elektrische ontsteking zijn alleen van toepassing op directe-injectiemotoren die geheel of gedeeltelijk met arm mengsel werken.
(3) Met uitzondering van voertuigen met een technisch toelaatbare maximummassa van meer dan 2 500 kg welke in specifieke sociale behoeften voorzien
(4) Met inbegrip van de in voetnoot 3 bedoelde voertuigen
Amendement 58 BIJLAGE I, TABEL 1 BIS (nieuw) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Commissie voorgestelde tekst | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amendement van het Parlement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tabel 1: Euro 6-emissiegrenswaarden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Legende: PI = elektrische ontsteking, CI = compressieontsteking | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) De norm voor het deeltjesaantal zal in een later stadium worden vastgesteld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) De normen voor de deeltjesmassa bij motoren met elektrische ontsteking zijn alleen van toepassing op directe-injectiemotoren die geheel of gedeeltelijk met arm mengsel werken. |
TOELICHTING
Inleiding
Door de verbranding van brandstoffen zoals benzine, diesel en gas, die afkomstig zijn van fossiele energiedragers zoals olie en aardgas, komen emissies vrij die schadelijk voor de gezondheid en voor de flora en fauna zijn en die bijdragen aan de opwarming van de atmosfeer.
Schonere auto's leveren een aanzienlijke bijdrage aan een betere luchtkwaliteit in Europa. Dit houdt nauw verband met de gemiddelde ouderdom van het autopark op de Europese wegen. Daalt de gemiddelde ouderdom van de personenauto's, dan stijgt het percentage auto's dat minder uitlaatgassen produceert die schadelijk zijn voor het milieu en de gezondheid.
Het Commissievoorstel
In het kader van het 6e milieuactieprogramma en de daaruit voortvloeiende programma's "Clean Air For Europe" heeft de Commissie in september jl. een voorstel ingediend voor een thematische strategie ter behoud van schone lucht. Dit voorstel van de Commissie voor een Euro 5 verordening dat op 21.12.2005 werd ingediend, moet één van de maatregelen zijn die een schone lucht moeten bevorderen.
Het Commissievoorstel behelst de invoering van geharmoniseerde technische voorschriften voor lichte motorvoertuigen om de goede werking van de interne markt en tevens hoge mate van milieubescherming te garanderen. Er worden grenswaarden voor de schadelijke emissies van koolmonoxide (CO), koolwaterstoffen (HC), stikstofoxiden (NOx) en deeltjes (PM) vastgesteld. Om het doel van een goed functionerende interne markt met een gelijktijdige waarborging van een hoge mate van milieubescherming mogelijk te maken, bevat het Commissievoorstel eveneens maatregelen betreffende de toegang tot de reparatie-informatie.
Ter wille van een betere wetgeving dient de volgende Euro-norm een verordening te zijn en dient zij alle eerdere desbetreffende wetsteksten samen te vatten en in te trekken (richtlijn 70/220/EEG en de talrijke wijzigingen daarvan). Parallel met het ingediende voorstel voor een verordening ("beleidsverordening") wordt volgens het concept van twee niveaus een "technische verordening" opgesteld, waarin de technische specificaties die ook de fundamentele eisen bevatten, worden vastgesteld.
Benadering van de rapporteur
· Het toepassingsgebied is in het Commissievoorstel gebaseerd op de diverse motortechnieken. Ter verduidelijking en vereenvoudiging van de tekst stelt de rapporteur voor voortaan van de categorieën voertuigen uit te gaan. Bovendien wordt de differentiatie van de wetgeving tussen lichtere en zware voertuigen verduidelijkt door wijziging van verordening 2005/55/EEG.
· De rapporteur had graag een ambitieuzer Commissievoorstel gezien. In de loop van de voorbereidende besprekingen is duidelijk geworden dat verdere beperkingen van de grenswaarden nodig en ook technisch haalbaar zijn. De rapporteur stelt derhalve voor een stap verder te gaan en gelijktijdig met fase Euro 5 in deze verordening een volgende fase Euro 6 met lagere grenswaarden op te nemen. Aldus worden doelstellingen voor een reductie op lange termijn vastgesteld die voor de fabrikanten bij onderzoek en ontwikkeling op het gebied van systemen voor motorvoertuigen met lagere emissies zekerheid bieden bij de planning en dus ook als het gaat om investeringen.
De eerste fase Euro 5 moet op 1.9.2009 ingaan en de tweede fase Euro 6 na een tussenperiode van vijf jaar, d.w.z. op 1.9.2014.
· De mening dat de grenswaarden voor stikstofoxiden in het ontwerp van Commissie niet ambitieus genoeg zijn, wordt algemeen gedeeld. Stikstofoxiden veroorzaken onder meer zure regen, eutrofiëring en ozon nabij het aardoppervlak, wat voor mensen levensgevaarlijk kan zijn (prikkeling en beschadiging van de ademhalingsorganen), en zijn bovendien verantwoordelijk voor een sterke vervuiling van bossen en landbouwgronden. Voor motorvoertuigen met compressieontsteking stelt de rapporteur derhalve in de Euro 5 fase een verdere verlaging met 10% voor vergeleken bij het Commissievoorstel, d.w.z. 180 mg/km. Een nog verdere verlaging zou in deze fase niet realistisch zijn, omdat dit de invoering van NOx-nabehandelingssystemen zou betekenen, die voor lichte voertuigen nog in de testfase verkeren en waarvoor er nog een gat op de markt bestaat.
Daarom stelt de rapporteur voor om in de tweede fase, Euro 6, een verdere verlaging van de NOx-grenswaarden voor de diesel van circa 60% vast te stellen, d.w.z. een grenswaarde van 75 mg/km.
Voor motoren met elektrische ontsteking moeten de grenswaarden van het Commissievoorstel gehandhaafd worden, d.w.z. een vermindering van 25% vergeleken met de fase Euro 4. Een verdere verlaging zou gezien de ontwikkeling van de directe-injectiemotoren contraproductief zijn.
· De problematiek van de fijne deeltjes moet in de discussie over stikstofoxiden op de achtergrond geraken. Vooral in grote steden is de vervuiling merkbaar en is een verdere verlaging van de grenswaarden onontkoombaar.
· De rapporteur steunt de grenswaarden van het Commissievoorstel voor de fase Euro 5, d.w.z. een verlaging van de uitgestoten deeltjesmassa met 80% door het vaststellen van een grenswaarde van 5 mg/km. Deze grenswaarde kan alleen worden bereikt door het aanbrengen van een deeltjesfilter. Om in de toekomst echter ook de uitstoot van bijzonder fijne deeltjes, die extra schadelijk voor de gezondheid zijn, te kunnen tegengaan, verlangt de rapporteur op een zo kort mogelijke termijn en uiterlijk met de ingang van de fase Euro 6 bovendien de invoering van grenswaarden voor de deeltjesmassa en een meetprocedure voor het aantal deeltjes. Dit moet mogelijk zijn op basis van het huidige onderzoek en aan de hand van de besprekingen in het kader van het onderzoekprogramma van de VN/ECE over de meting van deeltjes.
· Voertuigen die op CNG rijden, zijn veel minder belastend voor het milieu dan motorvoertuigen die uitsluitend op diesel of benzine rijden. CNG-voertuigen hebben geen deeltjesprobleem en de uitstoot van stikstofoxiden ligt ook aanzienlijk lager dan van voertuigen die conventionele brandstof gebruiken. Om deze voertuigen niet van de markt te verdringen omdat zij niet aan de door de Commissie voorgestelde grenswaarden voor koolwaterstoffen kunnen voldoen, stelt de rapporteur voor om voor de totale massa van koolwaterstoffen (HC) de norm Euro 4 te handhaven en om in de tabellen in de Bijlage een extra kolom op te nemen voor niet-methaanhoudende koolwaterstoffen (NMHC), opdat er voor auto's die op benzine rijden, een ambitieuze grenswaarde voor koolwaterstoffen blijft bestaan.
· Voor de fasen en Euro 3 en 4 bestaat de regeling dat voertuigen van de categorie M van meer dan 2.500 kg en van categorie N1 klasse II en III een typegoedkeuring kunnen krijgen. Deze uitzondering is momenteel niet langer nodig voor alle personenauto's met een totale massa van meer dan 2500 kg. Om een geleidelijke overgang mogelijk te maken, stelt de rapporteur voor deze uitzondering in de fase Euro 5 te handhaven voor voertuigen die voorzien in een bijzondere sociale behoefte, zoals bijvoorbeeld ambulances, bergingsvoertuigen, vervoer van gehandicapten, voertuigen voor publieke dienstverlening, voertuigen voor grote gezinnen met een capaciteit van meer dan 6 zitplaatsen afgezien van de chauffeur, die niet worden gebruikt als terreinwagen.
· De rapporteur steunt en bepleit voorts de in het Commissievoorstel opgenomen mogelijkheid voor de lidstaten om de voortijdige invoering van schone motorvoertuigen door financiële prikkels te stimuleren.
· Wat betreft de discussie over de toegankelijkheid van reparatie-informatie onder hoofdstuk III steunt de rapporteur het Commissievoorstel en beklemtoont hij dat onafhankelijke marktdeelnemers op dezelfde wijze als erkende dealers en reparatiebedrijven volgens de OASIS-norm toegang tot reparatie- en OBD-informatie moeten krijgen. Onderhoud en reparatie van motorvoertuigen dient de bedrijfszekerheid en het regulier gebruik van motorvoertuigen. Als ook onafhankelijke marktdeelnemers zonder problemen reparaties kunnen verrichten wordt de toegang tot het reguliere onderhoud vereenvoudigd. Een regulier onderhoud zorgt voor een veiliger en daarmee milieuvriendelijker gebruik van motorvoertuigen en verdient te worden gesteund.
----------
ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN
De heer Karl-Heinz Florenz
Voorzitter
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
BRUSSEL
Betreft: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies en de toegang tot reparatie-informatie, tot wijziging van de Richtlijnen 72/306/EEG en ../../EG (COM(2005)0683 - C6-0007/2006 - 2005/0282(COD))
Mijnheer de Voorzitter,
Op 13 juli 2006 besloot de Commissie juridische zaken op eigen initiatief overeenkomstig artikel 35, lid 3 van het Reglement[1] het vraagstuk betreffende de rechtsgrondslag van bovengenoemd voorstel voor een verordening in behandeling te nemen.
De commissie stelde vast dat het desbetreffende voorstel voor een verordening ("euro 5") wordt behandeld in het kader van de procedure van nauwere samenwerking tussen de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, als ten principale bevoegde commissie, en de Commissie interne markt en consumentenbescherming. Derhalve is een afschrift van deze brief toegezonden aan mevrouw McCarthy, voorzitter van laatstgenoemde commissie.
De door de Commissie gekozen rechtsgrondslag is artikel 95 van het EG-Verdrag.
Zoals blijkt uit de titel van de ontwerperverordening gaat het om (a) de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies, en (b) de toegang tot reparatie-informatie. Hoewel de voorgestelde rechtsgrondslag niet rechtstreeks is aangevochten, zijn in de Commissie interne markt en consumentenbescherming amendementen ingediend strekkende tot schrapping van de overwegingen en artikelen betreffende de toegang tot reparatie-informatie met als argument dat het daarbij gaat om een vraagstuk van het mededingingsrecht dat niet thuishoort in een verordening betreffende typegoedkeuring. Ook wordt door de indieners van de amendementen opgemerkt dat de toegang tot technische reparatie-informatie al is opgenomen in de verordening betreffende groepsvrijstelling (Verordening nr. 1400/2002). Dit standpunt wordt ondersteund in adviezen van advocatenkantoren die in het Parlement zijn verspreid en waarin wordt gesteld dat artikel 95 niet de juiste rechtsgrondslag is voor de toegang tot reparatie-informatie en dat de desbetreffende bepalingen buitenproportioneel zijn. Ook is een juridisch advies rondgedeeld waarin wordt gepleit voor handhaving van de desbetreffende bepalingen.
Om die reden heeft de Commissie juridische zaken besloten om dit vraagstuk op eigen initiatief in behandeling te nemen.
Rechtsgrondslag
Er zij op gewezen dat alle communautaire rechtsbesluiten moeten berusten op een rechtsgrondslag die vermeld is in het Verdrag (of in een ander rechtsbesluit waaraan zij uitvoering moeten geven). De rechtsgrondslag bakent de bevoegdheid van de Gemeenschap ratione materiae af en bepaalt hoe die bevoegdheid moet worden uitgeoefend, d.w.z. welk(e) wetgevingsinstrument(en) mag/mogen worden gebruikt en welke besluitvormingsprocedure moet worden gevolgd.
Volgens het Hof van Justitie mag de keuze van een rechtsgrondslag niet subjectief zijn, maar moet deze "berusten op objectieve gegevens die voor rechterlijke toetsing vatbaar zijn"[2], zoals doel en inhoud van de handeling in kwestie[3]. Verder dient het hoofddoel van een maatregel de doorslaggevende factor te zijn[4].
Overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie vormt een algemeen Verdragsartikel een toereikende rechtsgrondslag, zelfs als via de maatregel in kwestie secundair eveneens wordt getracht een doel te verwezenlijken dat met een specifiek Verdragsartikel wordt nagestreefd[5].
De omstreden overwegingen en artikelen
Leden van de Commissie interne markt en consumentenbescherming hebben amendementen ingediend strekkende tot schrapping of wijziging van de navolgende bepaling van de ontwerpverordening:
Overweging 6
(6) Om het vrije verkeer van voertuigen op de interne markt te bevorderen, zijn een onbeperkte en gestandaardiseerde toegang tot reparatie-informatie en effectieve concurrentie op de reparatiemarkt voor voertuigen nodig. Een groot deel van deze informatie betreft boorddiagnosesystemen en de interactie daarvan met andere voertuigsystemen. Er moet worden vastgesteld aan welke technische specificaties de websites van fabrikanten moeten voldoen.
De geamendeerde versie zou als volgt komen te luiden:
(6) Om het vrije verkeer van voertuigen op de interne markt te bevorderen, zijn een onbeperkte en gestandaardiseerde toegang tot reparatie-informatie en effectieve concurrentie op de reparatiemarkt voor voertuigen onontbeerlijk. Aangezien echter reparatie-informatie een mededingingswetgevingskwestie is, behoort zij niet in een typegoedkeuringsverordening. De Commissie dient dan ook te komen met een apart voorstel over de toegang tot reparatie-informatie, die al gedeeltelijk is geregeld in Verordening (EG) nr. 1400/2002 van de Commissie van 30 juli 2002 over de toepassing van artikel 81, lid 3 van het Verdrag op groepen van overeenkomsten tussen ondernemingen en onderling afgestemde gedragingen in de motorvoertuigensector.
Ook zijn amendementen ingediend strekkende tot schrapping van de navolgende artikelen:
Artikel 6
Verplichtingen van de fabrikanten
1. De fabrikanten bieden onafhankelijke marktdeelnemers op snel en makkelijk te raadplegen websites een onbeperkte en gestandaardiseerde toegang tot reparatie-informatie, zonder hen daarbij te discrimineren ten opzichte van erkende dealers en reparatiebedrijven.
2. De in lid 1 bedoelde informatie omvat:
a) een duidelijke identificatie van het voertuig;
b) onderhoudshandleidingen;
c) technische handleidingen;
d) informatie over onderdelen en diagnose (zoals de theoretische minimale en maximale meetwaarden);
e) bedradingsschema's;
f) de diagnostische foutcodes (met inbegrip van de eigen codes van de fabrikant);
g) het identificatienummer van de softwarekalibratie dat op een voertuigtype van toepassing is;
h) over en door middel van eigen instrumenten en apparatuur verstrekte informatie; en
i) informatie over gegevensregistratie en bidirectionele bewaking en testgegevens.
3. Erkende dealers en reparatiebedrijven die deel uitmaken van het distributienet van een bepaalde voertuigfabrikant, worden als onafhankelijke marktdeelnemers in de zin van deze verordening beschouwd voorzover zij reparatie- of onderhoudsdiensten verrichten voor voertuigen van een fabrikant van wiens distributienet zij geen deel uitmaken.
4. De reparatie-informatie moet altijd beschikbaar zijn, tenzij eventueel bij onderhoudswerkzaamheden.
5. Voor de fabricage en het onderhoud van OBD-compatibele vervangings- en onderhoudsonderdelen en diagnose- en testapparatuur verstrekken de fabrikanten de reparatie-informatie op niet-discriminerende wijze aan belangstellende fabrikanten en reparateurs van onderdelen en diagnose- en testapparatuur.
6. Wanneer de fabrikanten een EG-typegoedkeuring of een nationale typegoedkeuring aanvragen, leveren zij aan de typegoedkeuringsinstantie het bewijs dat zij wat de toegang tot reparatie-informatie en de in lid 5 bedoelde informatie betreft aan deze verordening voldoen. Indien deze informatie op dat moment nog niet beschikbaar is of nog niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoet, verstrekt de fabrikant deze informatie binnen zes maanden na de datum van goedkeuring. Indien bovengenoemd bewijs van naleving niet binnen deze termijn wordt geleverd, neemt de typegoedkeuringsinstantie de nodige maatregelen om op de naleving toe te zien, zo nodig door de typegoedkeuring in te trekken. De fabrikant stelt latere wijzigingen van en aanvullingen op de reparatie-informatie op zijn website ter beschikking zodra deze ter beschikking worden gesteld van erkende reparateurs.
Artikel 7
Vergoedingen voor de toegang tot reparatie-informatie
1. De fabrikanten mogen een redelijke en evenredige vergoeding vragen voor de toegang tot reparatie-informatie waarop deze verordening van toepassing is; een vergoeding wordt niet redelijk of evenredig geacht indien deze ontmoedigend werkt doordat geen rekening wordt gehouden met de mate waarin de marktdeelnemer deze toegang gebruikt.
2. De fabrikanten stellen de reparatie-informatie op dag-, maand- of jaarbasis ter beschikking, waarbij de vergoeding voor de toegang tot deze informatie afhankelijk is van de periode waarvoor toegang wordt verleend.
Artikel 8
Uitvoeringsmaatregelen
De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] de nodige maatregelen voor de toepassing van de artikelen 6 en 7 vast. Deze maatregelen omvatten de vaststelling van de technische specificaties voor de wijze waarop de reparatie-informatie ter beschikking wordt gesteld.
Corresponderende amendementen zijn ingediend op de titel van de ontwerpverordening en de definitiebepalingen (artikel 3).
Beoordeling
De argumenten op grond waarvan de commissie haar standpunt inzake de rechtsgrondslag voor de voorgestelde maatregel heeft bepaald, zijn als volgt.
(a) Artikel 95 als rechtsgrondslag
Hoewel het Hof van Justitie zich in de zaak Tobacco Advertising op het standpunt stelde dat artikel 95, lid 1 niet mag worden geacht de gemeenschapswetgever een algemene bevoegdheid te verlenen tot reglementering van de interne markt[6], wordt in de eerste plaats aangevoerd dat de voorgestelde maatregel tot doel heeft om de voorwaarden voor de instelling en de werking van de interne markt te verbeteren, en dat bij de beoordeling van de toepasselijkheid van een bepaalde rechtgrondslag in elk geval het hoofddoel van de maatregel in kwestie de beslissende factor moet zijn.[7]
Op grond van artikel 6 van het voorstel moeten fabrikanten bepaalde essentiële informatie ter beschikking stellen van onafhankelijke marktdeelnemers. Hierdoor:
- wordt de levering van reparatiediensten vergemakkelijkt;
- wordt de vrijheid van vestiging van reparateurs bevorderd;
- wordende de ontmoedigende effecten weggenomen waarvan momenteel sprake is bij de aankoop van voertuigen die zijn geproduceerd door een fabrikant die in de betrokken lidstaat slecht is vertegenwoordigd;
- wordt een bijdrage geleverd aan vermindering van de concurrentievervalsing die het gevolg is van het feit dat de verordening betreffende een groepsvrijstelling voor voertuigen slechts van toepassing is op verticale overeenkomsten die verticale beperkingen bevatten (zie artikel 2, lid 1, tweede alinea, van Verordening nr. 1400/2002 van de Commissie).
Ook moet in aanmerking worden genomen dat in het voorstel wordt uitgegaan van een hoog niveau van bescherming van het milieu in de zin van artikel 95, lid 3. Eigenaren van voertuigen gaan voor onderhoud en reparaties met hun voertuigen meestal naar hoofddealers, wanneer de voertuigen nieuw zijn, en naar onafhankelijke garages, wanneer zij wat ouder zijn; om te waarborgen dat de emissies van voertuigen zo laag zijn als technisch mogelijk, is een goed onderhoud van essentieel belang.
Het bovenstaande zou in een nieuwe overweging 6 bis op een zinvolle wijze in aanmerking kunnen worden genomen.
Omdat alle hierboven genoemde elementen, alsmede de overheersende doelstelling van het voorstel als geheel, neerkomen op een werkelijke verbetering van de werking van de interne markt[8], mag worden aangenomen dat artikel 95 terecht als rechtgrondslag is gekozen.
Bovendien zij erop gewezen dat het vraagstuk van de typegoedkeuring van voertuigen vrijwel volledig is geharmoniseerd, en dat daarom moet worden verwezen naar de zaak Swedish Match[9], waarin het Hof zich op het standpunt stelde:
"dat een nationale regeling in een materie die op communautair niveau uitputtend is geharmoniseerd, moet worden getoetst aan de bepalingen van de harmonisatiemaatregel en niet aan de bepalingen van primair recht"[10].
In dit verband mag het relevant worden genoemd dat bestaande instrumenten op dit gebied reeds maatregelen omvatten betreffende de toegang tot reparatie-informatie (bijvoorbeeld Richtlijn 98/69/EG betreffende emissies). Het onderhavige voorstel heeft tot doel de toegang te verbeteren in het licht van tekortkomingen die zijn vastgesteld bij een wetenschappelijk onderzoek en is bedoeld als aanvulling van Verordening nr.1400/2002 betreffende de groepsvrijstelling, die hoe dan ook in 2010 afloopt.
Tenslotte mag ook niet onvermeld blijven dat de Commissie juridische zaken en de Commissie interne markt op 27 januari 2004 met algemene stemmen besloten de navolgende wijzigingen aan te brengen in een voorstel voor een richtlijn betreffende typegoedkeuring met als rechtgrondslag artikel 95[11]:
Amendement 17
Artikel 34 bis (nieuw)
|
Artikel 34 bis De fabrikant stelt onafhankelijke ondernemingen de technische informatie die voor de herstelling en het onderhoud van voertuigen nodig is, ter beschikking, tenzij deze informatie onder intellectuele–eigendomsrechten valt of geheime knowhow vormt; in dit geval mag de verstrekking ervan niet op oneigenlijke wijze worden geweigerd. De informatie (en alle latere wijzigingen ervan en aanvullingen erop) wordt verstrekt tegen de betaling van een redelijk en niet-discriminerend bedrag (indien zulks adequaat is), onverwijld, op evenredige wijze en in een praktisch bruikbare vorm. "Technische informatie" omvat, maar is niet beperkt tot het onbeperkte gebruik van het elektronische controle- en diagnosesysteem van een motorvoertuig, de herprogrammering hiervan volgens de standaardprocedure van de fabrikant van het voertuig en de gegevens die voor het ontwerpen van diagnose- en onderhoudsinstrumenten en -apparatuur nodig zijn. |
|
Amendement 18
Artikel 34 ter (nieuw)
|
Artikel 34 ter De voertuigfabrikant kan de organisaties als bedoeld in artikel 34 bis (nieuw) een verbindende overeenkomst opleggen ter bescherming van de vertrouwelijkheid van de informatie betreffende de beveiliging van de voertuigen. |
|
(b) Het evenredigheidsbeginsel
Ook het vraagstuk van de evenredigheid van de voorgestelde bepalingen is in het geding. Hoewel dit vraagstuk strikt genomen losstaat van het vraagstuk van de rechtsgrondslag van de voorgestelde verordening, wordt hier kort op dit vraagstuk ingegaan.
Het is bekend dat:
"het evenredigheidsbeginsel, dat deel uitmaakt van de algemene beginselen van gemeenschapsrecht, (vereist) dat de middelen waarmee een communautaire bepaling het gestelde doel beoogt te bereiken, passend zijn en niet verdergaan dan daarvoor noodzakelijk is"[12] en
"Wat het rechterlijk toezicht op de in het voorgaande punt vermeldde voorwaarden betreft, beschikt de gemeenschapswetgever op een gebied als het thans aan de orde zijnde over een ruime discretionaire bevoegdheid, waarin van hem politieke, economische en sociale keuzes worden verlangd en waarin hij ingewikkelde beoordelingen moet maken. Een op dit gebied vastgestelde maatregel is derhalve slechts onrechtmatig, wanneer zij kennelijk onevenredig is ter bereiking van het door de bevoegde instellingen nagestreefde doel"[13].
In de zaak waaruit deze punten zijn aangehaald, stelde het Hof van Justitie zich op het standpunt dat een bepaling van een richtlijn op grond waarvan fabrikanten van diervoeders op verzoek van de klant moeten vermelden wat de exacte samenstelling van een diervoeder is, niet rechtsgeldig was, omdat inbreuk werd gepleegd op het evenredigheidsbeginsel en wel op grond van het feit dat:
"de verplichting om de klanten exact de bestanddelen van een voeder mee te delen ernstig afbreuk (doet) aan de economische belangen van de fabrikanten, aangezien zij hierdoor gedwongen zijn de formules van de samenstelling van hun producten te onthullen, met het gevaar dat die producten als voorbeeld worden gebruikt, eventueel door de klanten zelf, en dat zij niet kunnen profiteren van de investeringen die zij op het gebied van onderzoek en vernieuwing hebben gedaan"[14].
In deze zaak gaat het in de ontwerprichtlijn echter om de verstrekking van informatie die bijvoorbeeld valt onder intellectuele-eigendomsrechten, en wordt voorzien in de betaling van een redelijke en evenredige vergoeding .... afhankelijk van de periode waarvoor toegang wordt verleend (artikel 7).
Omdat de beginselen van dwanglicenties en redelijk gebruik op het gebied van octrooien gangbaar zijn, en is voorzien in de betaling van redelijke en evenredige vergoedingen voor de toegang tot de desbetreffende informatie, kan deze zaak los worden gezien van de zaak-ABNA en mogen de bepalingen wat betreft het beginsel van de toegang tot de desbetreffende informatie in de zin van de jurisprudentie geacht worden evenredig te zijn.
Conclusie
Daarom mag worden aangenomen dat de betwiste bepalingen van het voorstel voor een richtlijn in kwestie zonder twijfel in de richtlijn kunnen worden opgenomen zoals die wordt voorgesteld op basis van artikel 95 van het EG-Verdrag.
Op haar vergadering van 13 juli 2006 besloot de Commissie juridische zaken derhalve met algemene stemmen[15], u aan te bevelen dat artikel 95 van het EG-Verdrag de juiste rechtgrondslag vormt, zelfs wanneer de betwiste bepalingen in het voorstel voor een richtlijn worden opgenomen.
Hoogachtend,
Giuseppe Gargani
cc: Arlene McCarthy, voorzitter van de Commissie interne markt en consumentenbescherming
- [1] "De voor juridische zaken bevoegde commissie kan ook op eigen initiatief vraagstukken betreffende de rechtsgrondslag van door de Commissie ingediende voorstellen in behandeling nemen. In dergelijke gevallen stelt zij de bevoegde commissie naar behoren daarvan in kennis."
- [2] Zaak 45/86, Commissie tegen Raad, Jurispr. [1987] blz. 1439, punt 11.
- [3] Zaak C-300/89, Commissie tegen Raad, Jurispr. [1991] I-287, punt 10.
- [4] Zaak C-377/98, Nederland tegen Europees Parlement en Raad, Jurispr. [2001] I-7079, punt 27.
- [5] Zaak C-377/98 Nederland tegen Europees Parlementen Raad, Jurispr. [2001] I-7079, punten 27-28; Zaak C‑491/01 British American Tobacco (Investments) and Imperial Tobacco, Jurispr. [2002] I-11453, punten 93-94.
- [6] Zaak C-376/98 Commissie tegen Parlement en Raad, Jurispr. [2000] I-8419, punt 83.
- [7] Zaak C-377/98, Nederland tegen Europees Parlement en Raad, Jurispr. [2001] I-7079, punt 27.
- [8] Zie met name Zaak C-491/01 British American Tobacco (Investments) and Imperial Tobacco, Jurispr. [2002] I‑11453, met name punt 75.
- [9] Zaak C-210/03 Swedish Match, Jurispr. [2004] I-11893.
- [10] Punt 81.
- [11] Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd ‑
- [12] Arrest van 6 december 2005 in gevoegde zaken C-453/03, C-11/04, C-12/04 en C-194/04 ABNA, nog niet gepubliceerd in Jurispr., punt 68.
- [13] Ibid., punt 69.
- [14] Ibid., punt 82, onderstreping rapporteur.
- [15] Aanwezig bij de stemming: Giuseppe Gargani (voorzitter), Rainer Wieland (ondervoorzitter), Katalin Lévai (ondervoorzitter), Enrico Speroni (rapporteur), Maria Berger, Sharon Bowles, Hiltrud Breyer, Piia-Noora Kauppi, Hans-Peter Mayer, Manuel Medina Ortega, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, Michel Rocard, Aloyzas Sakalas, Francesco Gabriele Stauner, Daniel Strož, Diana Wallis en Tadeusz Zwiefka.
ADVIES VAN DE COMMISSIE INTERNE MARKT EN CONSUMENTENBESCHERMING (13.9.2006)
aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheidinzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies en de toegang tot reparatie-informatie, tot wijziging van de Richtlijnen 72/306/EEG en ../../EG(COM(2005)0683 – C6‑0007/2006 – 2005/0282(COD))Rapporteur voor advies (*): Anja Weisgerber (*) Nauwere samenwerking tussen commissies – Artikel 47 van het Reglement
BEKNOPTE MOTIVERING
De Commissie streeft met haar voorstel de vaststelling van geharmoniseerde technische voorschriften voor voertuigen na met het oog op de goede werking van de interne markt en om een bijdrage te leveren tot een vermindering van de uitstoot van schadelijke stoffen in de atmosfeer. Met het voorstel worden de bestaande wettelijke voorschriften over typegoedkeuring van motorvoertuigen samengevat en vereenvoudigd. Daardoor kunnen negen bestaande voorschriften op dit gebied worden opgeheven. Het voorstel strookt derhalve met het doel van de Commissie inzake betere wetgeving.
Om een doeltreffende concurrentie op de markt voor reparatie en onderhoud te waarborgen en een afscherming van deze markt tegen onafhankelijke werkplaatsen te voorkomen, moeten de producenten van motorvoertuigen onafhankelijke marktdeelnemers en vrije werkplaatsen of de vrije handel in onderdelen van motorvoertuigen onbeperkt, zonder onderscheid en onverwijld toegang verschaffen tot informatie over reparaties. Deze toegang tot informatie over reparaties wordt ten dele reeds geregeld in Verordening nr. 1400/2002/EG betreffende groepsvrijstelling en is ook in de Euro 4-verordening te vinden.
Om tegenstrijdige regelingen en interpretatieproblemen te voorkomen, dient in het kader van de onderhavige verordening alleen de toegang tot technische informatie te worden geregeld, die nodig is, om reparatie en onderhoud van emissieverlagende en emissiecontrolerende motorvoertuigenonderdelen mogelijk te maken. Deze installaties zijn noodzakelijk om tijdens de gehele levensduur van een motorvoertuig de naleving van de grenswaarden voor de uitstoot van schadelijke stoffen te waarborgen. Daarom is het gerechtvaardigd de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot hun emissie te koppelen aan toegang tot deze reparatie-informatie. Toegang tot verdere informatie over reparaties dient op een andere plaats, vooral in de nieuwe kaderrichtlijn inzake typegoedkeuringen te worden geregeld.
AMENDEMENTEN
De Commissie interne markt en consumentenbescherming verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Ontwerpwetgevingsresolutie
Amendement 1
Paragraaf 1 bis (nieuw)
1 bis. verzoekt de Commissie om in een herziene kaderrichtlijn inzake typegoedkeuring voorstellen te formuleren om de toegang tot gedetailleerde informatie over reparaties te verzekeren, teneinde de mededinging op de markt voor de reparatie van voertuigen te bevorderen; verzoekt de Commissie tevens de nodige voorstellen te formuleren om overlappingen en tegenstrijdigheden te voorkomen tussen deze verordening, Verordening (EG) nr. 1400/2002 van de Commissie van 31 juli 2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector[1], en de ontwerprichtlijn betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan.
Voorstel voor een verordening
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 2 Overweging 4 | |
(4) In maart 2001 is de Commissie van start gegaan met het programma "Schone lucht voor Europa" (CAFE), waarvan de hoofdlijnen in een mededeling zijn uiteengezet. Naar aanleiding daarvan is een thematische strategie inzake luchtverontreiniging vastgesteld. Een van de conclusies van de thematische strategie is dat de voertuigemissies verder moeten worden verminderd om de Europese doelstellingen inzake luchtkwaliteit te verwezenlijken. |
(4) In maart 2001 is de Commissie van start gegaan met het programma "Schone lucht voor Europa" (CAFE), waarvan de hoofdlijnen in een mededeling zijn uiteengezet. Naar aanleiding daarvan is een thematische strategie inzake luchtverontreiniging, waarin verschillende maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit en ter verwezenlijking van de Europese doelstellingen inzake luchtkwaliteit worden voorgesteld. De Euro 5-norm is een van de voorgestelde maatregelen ter vermindering van de uitstoot van ozonprecursoren zoals stikstofoxide, koolwaterstof en deeltjes. |
Motivering | |
De samenhang tussen de Euro 5-norm en de doelen van de thematische strategie inzake luchtverontreiniging moet duidelijker worden geschetst. | |
Amendement 3 Overweging 6 | |
(6) Om het vrije verkeer van voertuigen op de interne markt te bevorderen, zijn een onbeperkte en gestandaardiseerde toegang tot reparatie-informatie en effectieve concurrentie op de reparatiemarkt voor voertuigen nodig. Een groot deel van deze informatie betreft boorddiagnosesystemen en de interactie daarvan met andere voertuigsystemen. Er moet worden vastgesteld aan welke technische specificaties de websites van fabrikanten moeten voldoen. |
(6) Om het vrije verkeer van voertuigen op de interne markt te bevorderen, zijn een onbeperkte (schrappen) toegang tot reparatie‑informatie – via een gestandaardiseerde zoekfunctie voor het vinden van technische informatie – en effectieve concurrentie op de reparatiemarkt voor voertuigen nodig. Een groot deel van deze informatie betreft boorddiagnosesystemen en de interactie daarvan met andere voertuigsystemen. Er moet worden vastgesteld aan welke technische specificaties de websites van fabrikanten moeten voldoen. Gemeenschappelijke normen, vastgesteld met medewerking van de betrokken marktdeelnemers, zoals bijvoorbeeld de OASIS-norm, kunnen de uitwisseling van informatie tussen fabrikanten en dienstverrichters vergemakkelijken. |
Amendement 4 OVERWEGING 6 BIS (nieuw) | |
|
(6 bis) De toegang tot reparatie‑informatie moet op dezelfde wijze als in deze verordening worden geregeld in de bepalingen van Richtlijn [XXXX/XX/EG] betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan. Wanneer de bepalingen betreffende de toegang tot reparatie-informatie in Richtlijn [XXXX/XX/EG] zijn goedgekeurd, moeten de overeenkomstige bepalingen in deze verordening worden ingetrokken. |
Amendement 5 ARTIKEL 1, ALINEA 1 | |
Deze verordening stelt voorschriften betreffende emissies vast voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en vervangingsonderdelen zoals vervangingskatalysatoren. |
Deze verordening stelt voorschriften betreffende emissies vast voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en vervangingsonderdelen zoals vervangingskatalysatoren en voorzieningen tegen luchtverontreiniging. |
Amendement 6 ARTIKEL 3, PUNT 13 | |
(13) "reparatie-informatie": alle informatie die nodig is voor diagnose, onderhoud, inspectie, periodieke controle, reparatie, herprogrammering of re-initialisatie van het voertuig en die de fabrikanten aan hun erkende handelaren/reparatiebedrijven verstrekken, met inbegrip van alle latere wijzigingen van en aanvullingen op deze informatie; |
(13) "reparatie-informatie": alle informatie die nodig is voor diagnose, onderhoud, inspectie, periodieke controle of reparatie van het voertuig en die de fabrikanten aan hun erkende handelaren/reparatiebedrijven verstrekken, met inbegrip van alle latere wijzigingen van en aanvullingen op deze informatie; |
Motivering | |
Moderne motorvoertuigen zijn voorzien van een groot aantal elektronische onderdelen. Daarom is de toegang tot technische informatie van groot belang voor de concurrentie op de reparatiemarkten. In een wettelijk voorschrift over de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot hun emissies mogen echter alleen reparatie-informaties worden opgenomen, die de reparatie en het onderhoud van de emissieverlagende en emissiecontrolerende motorvoertuigonderdelen regelen. | |
Amendement 7 ARTIKEL 6 | |
1. De fabrikanten bieden onafhankelijke marktdeelnemers op snel en makkelijk te raadplegen websites een onbeperkte en gestandaardiseerde toegang tot reparatie-informatie, zonder hen daarbij te discrimineren ten opzichte van erkende dealers en reparatiebedrijven. |
1. De fabrikanten bieden onafhankelijke marktdeelnemers op snel en makkelijk te raadplegen websites via een gestandaardiseerde zoekfunctie onbeperkte toegang tot reparatie-informatie, zonder hen daarbij te discrimineren ten opzichte van erkende dealers en reparatiebedrijven. |
2. De in lid 1 bedoelde informatie omvat: |
2. De in lid 1 bedoelde informatie omvat: |
a) een duidelijke identificatie van het voertuig; |
a) een duidelijke identificatie van het voertuig; |
b) onderhoudshandleidingen; |
b) onderhoudshandleidingen; |
c) technische handleidingen; |
c) technische handleidingen; |
d) informatie over onderdelen en diagnose (zoals de theoretische minimale en maximale meetwaarden); |
d) informatie over onderdelen en diagnose (zoals de theoretische minimale en maximale meetwaarden); |
e) bedradingsschema's; |
e) bedradingsschema's; |
f) de diagnostische foutcodes (met inbegrip van de eigen codes van de fabrikant); |
f) de diagnostische foutcodes (met inbegrip van de eigen codes van de fabrikant); |
g) het identificatienummer van de softwarekalibratie dat op een voertuigtype van toepassing is; |
g) het identificatienummer van de softwarekalibratie dat op een voertuigtype van toepassing is; en |
h) over en door middel van eigen instrumenten en apparatuur verstrekte informatie; en |
h) over en door middel van eigen instrumenten en apparatuur verstrekte informatie. |
i) informatie over gegevensregistratie en bidirectionele bewaking en testgegevens. |
|
3. Erkende dealers en reparatiebedrijven die deel uitmaken van het distributienet van een bepaalde voertuigfabrikant, worden als onafhankelijke marktdeelnemers in de zin van deze verordening beschouwd voorzover zij reparatie- of onderhoudsdiensten verrichten voor voertuigen van een fabrikant van wiens distributienet zij geen deel uitmaken. |
3. Erkende dealers en reparatiebedrijven die deel uitmaken van het distributienet van een bepaalde voertuigfabrikant, worden als onafhankelijke marktdeelnemers in de zin van deze verordening beschouwd voorzover zij reparatie- of onderhoudsdiensten verrichten voor voertuigen van een fabrikant van wiens distributienet zij geen deel uitmaken. |
4. De reparatie-informatie moet altijd beschikbaar zijn, tenzij eventueel bij onderhoudswerkzaamheden. |
4. De reparatie-informatie moet altijd beschikbaar zijn, tenzij eventueel bij onderhoudswerkzaamheden. |
5. Voor de fabricage en het onderhoud van OBD-compatibele vervangings- en onderhoudsonderdelen en diagnose- en testapparatuur verstrekken de fabrikanten de reparatie-informatie op niet-discriminerende wijze aan belangstellende fabrikanten en reparateurs van onderdelen en diagnose- en testapparatuur. |
5. Voor de fabricage en het onderhoud van OBD-compatibele vervangings- en onderhoudsonderdelen en diagnose- en testapparatuur verstrekken de fabrikanten de reparatie-informatie op niet-discriminerende wijze aan belangstellende fabrikanten en reparateurs van onderdelen en diagnose- en testapparatuur. |
6. Wanneer de fabrikanten een EG-typegoedkeuring of een nationale typegoedkeuring aanvragen, leveren zij aan de typegoedkeuringsinstantie het bewijs dat zij wat de toegang tot reparatie-informatie en de in lid 5 bedoelde informatie betreft aan deze verordening voldoen. |
6. Wanneer de fabrikanten een EG-typegoedkeuring of een nationale typegoedkeuring aanvragen, leveren zij aan de typegoedkeuringsinstantie het bewijs dat zij wat de toegang tot reparatie-informatie en de in lid 5 bedoelde informatie betreft aan deze verordening voldoen. |
Indien deze informatie op dat moment nog niet beschikbaar is of nog niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoet, verstrekt de fabrikant deze informatie binnen zes maanden na de datum van goedkeuring. Indien bovengenoemd bewijs van naleving niet binnen deze termijn wordt geleverd, neemt de typegoedkeuringsinstantie de nodige maatregelen om op de naleving toe te zien, zo nodig door de typegoedkeuring in te trekken. |
Indien deze informatie op dat moment nog niet beschikbaar is of nog niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoet, verstrekt de fabrikant deze informatie binnen zes maanden na de datum van goedkeuring. Indien bovengenoemd bewijs van naleving niet binnen deze termijn wordt geleverd, neemt de typegoedkeuringsinstantie de nodige maatregelen om op de naleving toe te zien. |
De fabrikant stelt latere wijzigingen van en aanvullingen op de reparatie-informatie op zijn website ter beschikking zodra deze ter beschikking worden gesteld van erkende reparateurs. |
De fabrikant stelt latere wijzigingen van en aanvullingen op de reparatie-informatie op zijn website ter beschikking zodra deze ter beschikking worden gesteld van erkende reparateurs. |
|
6 bis. De voorwaarden van de leden 1 tot 5 zijn niet langer van toepassing voor voertuigtypes dan tien jaar nadat de productie van dat type is beëindigd. |
Amendement 8 ARTIKEL 8 | |
De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] de nodige maatregelen voor de toepassing van de artikelen 6 en 7 vast. Deze maatregelen omvatten de vaststelling van de technische specificaties voor de wijze waarop de reparatie-informatie ter beschikking wordt gesteld. |
De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] de nodige maatregelen voor de toepassing van de artikelen 6 en 7 vast. |
Amendement 9 ARTIKEL 8 BIS (nieuw) | |
|
Artikel 8 bis |
|
Binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening legt de Commissie de Raad en het Parlement een verslag voor over de werking van de regeling voor toegang tot reparatie-informatie, met bijzondere aandacht voor de impact op de mededinging en de werking van de interne markt. In het verslag wordt tevens nagegaan of het wenselijk is de bepalingen met betrekking tot de toegang tot reparatie-informatie in het kader van een herziene kaderrichtlijn inzake typegoedkeuring te consolideren. |
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies en de toegang tot reparatie-informatie, tot wijziging van de Richtlijnen 72/306/EEG en ../../EG |
||||||
Procedurenummer |
COM(2005)0683 – C6‑0007/2006 – 2005/0282(COD) |
||||||
Commissie ten principale |
ENVI |
||||||
Advies uitgebracht door Datum bekendmaking |
IMCO 19.1.2006 |
||||||
Nauwere samenwerking – datum bekendmaking |
16.3.2006 |
||||||
Rapporteur voor advies |
Anja Weisgerber 21.2.2006 |
||||||
Vervangen rapporteur voor advies |
|
||||||
Behandeling in de commissie |
21.3.2006 |
29.5.2006 |
10.7.2006 |
4.9.2006 |
|
||
Datum goedkeuring |
4.9.2006 |
||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
35 0 0 |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Charlotte Cederschiöld, Bert Doorn, Janelly Fourtou, Evelyne Gebhardt, Malcolm Harbour, Anna Hedh, Edit Herczog, Anneli Jäätteenmäki, Pierre Jonckheer, Alexander Lambsdorff, Kurt Lechner, Lasse Lehtinen, Arlene McCarthy, Toine Manders, Bill Newton Dunn, Béatrice Patrie, Zita Pleštinská, Zuzana Roithová, Luisa Fernanda Rudi Ubeda, Heide Rühle, Leopold Józef Rutowicz, Andreas Schwab, Eva-Britt Svensson, József Szájer, Marianne Thyssen, Jacques Toubon, Barbara Weiler, Glenis Willmott |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) |
Harald Ettl, Benoît Hamon, Joel Hasse Ferreira, Gisela Kallenbach, Joseph Muscat, Alexander Stubb, Gary Titley, Sahra Wagenknecht, Anja Weisgerber |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
|
||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
… |
||||||
- [1] PB L 203 van 1.8.2002, blz. 30.
ADVIES VAN DE COMMISSIE VERVOER EN TOERISME (26.6.2006)
aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheidinzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies en de toegang tot reparatie-informatie, tot wijziging van de Richtlijnen 72/306/EEG en ../../EG(COM(2005)0683 – C6‑0007/2006 – 2005/0282(COD))Rapporteur voor advies: Bogusław Liberadzki
BEKNOPTE MOTIVERING
Doelstellingen
· strengere limieten voor emissies die schadelijk zijn voor de lucht - invoering van de Euro 5-normen,
· invoering van verplichte bepalingen voor autofabrikanten opdat toegang tot informatie over voertuigreparatie gegarandeerd is.
Reikwijdte
In het kader van artikel 2, lid 1, sub a) is de ontwerpverordening van toepassing op motorvoertuigen die voorzien zijn van positieve verbrandingsmotoren. Aangezien voertuigen die op gas lopen (propaan, butaan of aardgas) aan de orde komen onder sub b), is sub a) van toepassing op voertuigen die lopen op olie of biobrandstof, zoals bevestigd door artikel 5, lid 4, sub i). Aangezien de bepalingen van sub a) geen specifieke categorieën specificeren, bestrijkt dit alle voertuigen die onder de EU-classificering als "motorvoertuig" tellen. Volgens Richtlijn 70/156/EEG zijn dit onder meer:
· voertuigen in de type goedkeuringscategorie M (personenauto's - M1, M2, M3),
· voertuigen in de type goedkeuringscategorie N (personenauto's - N1, N2, N3).
Ook als motorvoertuigen worden evenwel geclassificeerd twee, drie en vierwielsvoertuigen die vallen onder Richtlijn 92/61/EEG die behoren tot categorie L. Omdat zij positieve verbrandingsmotoren hebben die op olie lopen, vallen zij ook onder de verordening in de bestaande formulering van artikel 2.
De thans van kracht zijnde Richtlijn 70/220/EEG en Richtlijn 80/1268/EEG zijn niet van toepassing op categorie L. De eisen in verband met schadelijke emissies in deze categorie zijn vermeld in Richtlijn 97/24/EG die van kracht blijft. We mogen ervan uitgaan dat de uitbreiding van de reikwijdte van de verordening tot categorie L een vergissing is die moet worden bijgesteld.
Eisen
De voorgestelde beperkingen van schadelijke emissies mag worden beschouwd als zeer ambitieus, vooral wanneer het gaat over NOx. De vermindering is evenwel het belangrijkst waar het gaat om deeltjes: dit wordt beschouwd als de grootste bedreiging van de menselijke gezondheid. Naast deeltjesemissies gaat er ook een bedreiging uit van emissies van ozonuitgangsstoffen - koolwaterstof en stikstof - waarvoor nadere beperkingen worden geïntroduceerd onder de Euro 5-normen.
Er is geen bezwaar tegen het verlagen van de limieten voor compressieverbrandingsauto's, maar het is wel raadzaam om het aanscherpen van de eisen te heroverwegen voor stikstof voor positieve verbrandingsauto's omdat de belanghebbenden hier tegenin brengen dat het nodig zou worden om emissieverlagingstechnieken toe te passen die nog onvoldoende "gerijpt" zijn, vooral voor voertuigen met spontane verbrandingsmotoren. Invoering hiervan zou ernstige problemen opleveren voor kleine producenten en zou gevolgen hebben voor de concurrentiepositie van de auto-industrie. Bovendien zou het gebruik van dergelijke technieken leiden tot een verdere verhoging van de productiekosten en daarmee van de autoprijzen. Aangezien in sommige lidstaten de meeste auto's ouder dan tien jaar zijn, zullen hogere nieuwe autoprijzen remmend werken op het vernieuwen van het autopark dat nu juist moet worden beschouwd als een schone luchtfactor.
Uiterste termijnen voor de invoering van Euro 5
De uiterste termijn voor de invoering van Euro 5-normen staan vermeld in artikel 9, de leden 2 en 3 in de vorm van "flexibele data" m.a.w. afhankelijk van de inwerkingtreding van de verordening (die datum is nog niet bekend). Zelfs erbij benadering vaststellen ervan wordt onmogelijk gemaakt door artikel 18, lid 3 die bepaalt dat, indien de Commissie amendementen niet goedkeurt binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de verordening, de in artikel 9 de leden 2 en 3 genoemde data zullen worden vervangen door de in de amendementen of implementeringsmaatregelen vermelde data. In dat geval kan er een aanzienlijke wijziging optreden ten aanzien van de datum van toepassing.
Type goedkeuring voor vervangende onderdelen
De verordening gaat ook over het type goedkeuring van vervangende onderdelen (artikel 1). Er worden slechts bepalingen opgenomen voor de vervanging van katalysators (artikel 10). De bestaande bepalingen van Richtlijn 70/220/EEG bevatten al een eis voor een dergelijke type goedkeuring. Deze bepalingen zijn van belang omdat de kwaliteit van convertoren van beslissende invloed is op schadelijke emissies.
Er blijft twijfel bestaan, zoals het ontbreken van enige bepaling die de fabrikanten of convertor verplicht (verplichtingen van autofabrikanten worden genoemd in artikel 4 omdat artikel 10, lid 1 slechts van toepassing is op vervangingskatalysatoren die worden aangebracht bij voertuigen die nog niet beschikken over on-board diagnostic systems (OBD); de huidige bepalingen van Richtlijn 2002/80/EG bestrijken ook katalysatoren die bedoeld zijn om te worden aangebracht in voertuigen die voorzien zijn van OBD-systemen; de Commissie legt niet uit waarom zij de bepalingen wel versoepelen. Artikel 10, lid 2 geeft de nationale autoriteiten toestemming om typegoedkeuringen die al zijn verleend, uit te breiden, maar zij specificeert niet of deze op langere termijn zullen worden goedgekeurd voor de in paragraaf 1 genoemde doeleinden.
Worden ingetrokken
De richtlijnen die op grond van artikel 17 komen te vervallen, kunnen in twee groepen worden verdeeld:
· ten aanzien van schadelijke emissies - Richtlijn 70/220/EEG en de richtlijnen die deze wijzigen, namelijk de Richtlijnen 89/458/EEG, 91/441/EEG, 93/59/EEG, 94/12/EG, 96/69/EG, 98/69/EG,
· ten aanzien van brandstof en kooldioxide-emissies - Richtlijn 80/1268/EEG en de Richtlijn 2004/3/EG die deze wijzigt.
De Commissie zegt in haar toelichting niet waarom andere Richtlijnen (bijv. 83/351/EEG, 1999/102/EG, 2001/1/EG en andere) die Richtlijn 70/220/EEG wijzigen en weer andere Richtlijnen (93/116/EG, 1999/100/EG) die Richtlijn 80/1268/EEG wijzigen, niet komen te vervallen.
Conclusies
De voordelen van de verordening zijn onder meer:
· een hoog beschermingsniveau voor het milieu door beperking van schadelijke emissies van voertuigen,
· betere concurrentiepositie in de auto-industrie,
· een betere kwaliteit van automobieldiensten en lagere kosten door invoering van de eis dat producenten informatie verstrekken over voertuigreparaties.
AMENDEMENTEN
De Commissie vervoer en toerisme verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Door de Commissie voorgestelde tekst[1] |
|
Amendementen van het Parlement |
|
Amendement 1
OVERWEGING 4 BIS (nieuw)
|
(4 bis) Om de luchtkwaliteitsdoelstellingen in de EU te halen is het nodig dat men alles op alles zet om de emissies van voertuigen te verminderen. Daarom moet de industrie duidelijke informatie krijgen over een toekomstige herziening van deze verordening. De Commissie moet daarom zo snel mogelijk een voorstel voor herziening indienen dat een nieuw pakket bevat aan emissiebegrenzingen, de Euro 6 te noemen. |
|
Amendement 2
OVERWEGING 5
(5) Bij het vaststellen van emissienormen is het van belang rekening te houden met de gevolgen voor de markten en het concurrentievermogen van de fabrikanten, de directe en indirecte kosten voor het bedrijfsleven en de voordelen op het punt van aanmoediging van innovatie, betere luchtkwaliteit en lagere gezondheidskosten. |
(5) Bij het vaststellen van emissienormen is het van belang rekening te houden met de gevolgen voor de markten en het concurrentievermogen van de fabrikanten, de directe en indirecte kosten voor het bedrijfsleven en de voordelen op het punt van aanmoediging van innovatie, betere luchtkwaliteit en lagere gezondheidskosten, evenals de totale balans van CO2-emissies.. |
|
Motivering
Het is nodig dat de CO2-emissies worden verdisconteerd bij het vaststellen van emissienormen. Het is bekend en dit wordt ook erkend in de wetgeving over luchtkwaliteit dat vermindering van bepaalde emissies een verhoging van de CO2-emissies met zich mee kan brengen.
Amendement 3
OVERWEGING 8 BIS (nieuw)
|
(8 bis) Men moet doorgaan met verdere inspanningen voor het implementeren van strengere emissiebegrenzingen, o.a.. CO2-emissieverminderingen, gebaseerd op de emissie door voertuigen wanneer zij rijden. |
|
Motivering
Om de Kyoto-protocoldoeleinden te bereiken en om plaatselijke vervuiling te verminderen, moet meer werk worden gemaakt van strengere emissiebegrenzingen.
Amendement 4 ARTIKEL 1, ALINEA 1 | |
Deze verordening stelt voorschriften betreffende emissies vast voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en vervangingsonderdelen zoals vervangingskatalysatoren. |
Deze verordening stelt voorschriften betreffende emissies vast voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en vervangingsonderdelen zoals vervangingskatalysatoren en deeltjesfilters. |
Motivering | |
Om de uitstoot van deeltjes uit voertuigen met positieve verbrandingsmachines te beperken zijn deeltjesfilters essentieel (Zie beknopte toelichting - juridische elementen van het voorstel. Samenvatting van de voorgestelde actie, paragraaf 2). Daarom moeten filters met askatalysatoren per type worden goedgekeurd. |
Amendement 5
ARTIKEL 2, LID 1, LETTER a)
a) uitgerust met een motor met elektrische ontsteking; |
a) uitgerust met een motor met elektrische ontsteking van categorie M en N zoals beschreven in bijlage II bij Richtlijn 70/156./EEG; |
|
Amendement 6
ARTIKEL 2, LID 1, LETTER B)
b) van de categorieën M1 en N1, zoals gedefinieerd in [bijlage II] bij Richtlijn [XXXX/XX/EG], uitgerust met een gasmotor met elektrische ontsteking; en |
b) van de categorieën M1 en N1, zoals gedefinieerd in [bijlage II] bij Richtlijn 70/156/EEG, uitgerust met een gasmotor met elektrische ontsteking; en |
|
Motivering
Verduidelijking nodig.
Amendement 7 ARTIKEL 3, PUNT 14 BIS (nieuw) | |
|
(14 bis) "originele deeltjesfilter": een deeltjesfilter die onder de voor het voertuig verleende typegoedkeuring valt; |
Motivering | |
De definitie ontbreekt in het voorstel van de Commissie. | |
Amendement 8 ARTIKEL 3, PUNT 14 TER (nieuw) | |
|
(14 ter) "vervangende deeltjesfilter": een filter ter vervanging van een originele deeltjesfilter die kan worden goedgekeurd als technische eenheid zoals gedefinieerd in Richtlijn XXXX/XX/EG. |
Motivering | |
De definitie ontbreekt in het voorstel van de Commissie. | |
Amendement 9 ARTIKEL 4, LID 1, ALINEA 1 | |
1. De fabrikanten zorgen ervoor dat alle voertuigen die voor typegoedkeuring worden aangeboden om in de Gemeenschap te worden verkocht, te worden geregistreerd of in het verkeer te worden gebracht, aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
1. De fabrikanten zorgen ervoor dat alle voertuigen en onderdelen die voor typegoedkeuring worden aangeboden om in de Gemeenschap te worden verkocht, te worden geregistreerd of in het verkeer te worden gebracht, aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
Amendement 10 ARTIKEL 4, LID 2 | |
2. De fabrikanten zien erop toe dat de typegoedkeuringsprocedures voor de controle van de overeenstemming van de productie, de duurzaamheid van de voorzieningen tegen luchtverontreiniging en de conformiteit onder bedrijfsomstandigheden worden nageleefd. De maatregelen met het oog op de conformiteit onder bedrijfsomstandigheden worden gecontroleerd tot het voertuig 5 jaar oud is of, indien dat eerder het geval is, 100 000 km heeft afgelegd. De duurzaamheid van de voorzieningen tegen luchtverontreiniging wordt getest tot het voertuig 160 000 km heeft afgelegd. |
2. De door de fabrikant te nemen technische maatregelen moeten van dien aard zijn dat een voertuig kan voldoen aan de eisen aan uitlaat- en dampemissies onder deze verordening tijdens zijn gehele bestaan bij normale gebruiksomstandigheden. Voor de doeleinden van deze verordening moet de fabrikant verantwoordelijk zijn om ervoor te zorgen dat de geproduceerde voertuigen voldoen aan de desbetreffende typegoedkeuring en moet hij garanties geven voor een bevredigend ingebruikoperatie van emissiecontroleapparatuur gedurende een periode van maximaal vijf jaar of een aantal gereden kilometers van maximaal 100.000 km, welk van de twee eerder is. |
Amendement 11 ARTIKEL 5, LID 4, LETTER D) | |
d) de duurzaamheid van voorzieningen tegen luchtverontreiniging, de vervanging van emissiebeperkingssystemen, de conformiteit onder bedrijfsomstandigheden, de overeenstemming van de productie en de technische controle; |
d) de duurzaamheid van voorzieningen tegen luchtverontreiniging, de conformiteit onder bedrijfsomstandigheden, de overeenstemming van de productie en de technische controle; |
Amendement 12 ARTIKEL 5, LID 4, LETTER I) BIS) (nieuw) | |
|
i bis) de vervanging van vervangingskatalysatoren en deeltjesfilters; |
Amendement 13 ARTIKEL 8 | |
De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] de nodige maatregelen voor de toepassing van de artikelen 6 en 7 vast. Deze maatregelen omvatten de vaststelling van de technische specificaties voor de wijze waarop de reparatie-informatie ter beschikking wordt gesteld. |
De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] en door rekening te houden met de bepalingen van artikel 8 van besluit 1999/468/EG, de nodige maatregelen voor de toepassing van de artikelen 6 en 7 vast. Deze maatregelen omvatten de vaststelling van de technische specificaties voor de wijze waarop de reparatie-informatie ter beschikking wordt gesteld. |
Motivering | |
Het voorgestelde amendement zou het Parlement in staat stellen een woordje mee te spreken wanneer de implementeringsmaatregelen zouden leiden tot ingrijpende wijzigingen waarover het Parlement moet worden geraadpleegd. | |
Amendement 14 ARTIKEL 9, LID 2 | |
2. Met ingang van [18 maanden + 1 dag na de datum van inwerkingtreding] of, voor categorie N1, klasse II en III, [30 maanden na de datum van inwerkingtreding] weigeren de lidstaten om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen voor nieuwe voertuigtypes die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
2. Met ingang van 1 januari 2009 of, voor categorie N1, klasse II en III, met ingang van 1 januari 2010 weigeren de lidstaten om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen voor nieuwe voertuigtypes die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
Motivering | |
De geschikte data voor inwerkingtreding. De lidstaten en fabrikanten moeten zo snel mogelijk weten op welke datum Euro 5 van toepassing wordt. Het is nuttig om de glijdende data te vervangen door vaste data. In de richtlijnen over schadelijke emissies tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG is altijd gebruik gemaakt van vaste data. In het verleden was dit altijd een verstandig uitgangspunt. | |
Amendement 15 ARTIKEL 9, LID 3 | |
3. Met ingang van [36 maanden na de datum van inwerkingtreding] of, voor categorie N1, klasse II en III, [48 maanden na de datum van inwerkingtreding] beschouwen de lidstaten certificaten van overeenstemming van nieuwe voertuigen die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen, als niet meer geldig voor de toepassing van [artikel 25] van Richtlijn [XXXX/XX/EG], en weigeren zij de registratie en verbieden zij de verkoop en het in het verkeer brengen van dergelijke voertuigen om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik. |
3. Met ingang van 1 januari 2010 of, voor categorie N1, klasse II en III, met ingang van 1 januari 2011 beschouwen de lidstaten certificaten van overeenstemming van nieuwe voertuigen die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen, als niet meer geldig voor de toepassing van [artikel 25] van Richtlijn [XXXX/XX/EG], en weigeren zij de registratie en verbieden zij de verkoop en het in het verkeer brengen van dergelijke voertuigen om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik. |
Motivering | |
De geschikte data voor inwerkingtreding. De lidstaten en fabrikanten moeten zo snel mogelijk weten op welke datum Euro 5 van toepassing wordt. Het is nuttig om de glijdende data te vervangen door vaste data. In de richtlijnen over schadelijke emissies tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG is altijd gebruik gemaakt van vaste data. In het verleden was dit altijd een verstandig uitgangspunt. | |
Amendement 16 ARTIKEL 10, TITEL | |
Typegoedkeuring van vervangingsonderdelen |
Typegoedkeuring van vervangingsonderdelen |
Motivering | |
Niet van toepassing op de Nederlandse tekst. | |
Amendement 17 ARTIKEL 10, LID -1 (nieuw) | |
|
-1. Met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening kan, indien een fabrikant dat wenst, de goedkeuringsautoriteit van het nationaal type om redenen die verband houden met emissies van motorvoertuigen weigeren om EG-type goedkeuring te verlenen voor een type vervangingskatalysator of deeltjesfilter of een verbod uitvaardigen op een verkoop dan wel installatie bij een voertuig van dergelijke onderdelen wanneer zij voldoen aan deze verordening en de implementatiemaatregelen ervan. |
Motivering | |
Een bepaling wordt toegevoegd die de datum vaststelt waarna lidstaten mogen weigeren om typegoedkeuring te verlenen voor vervangingsonderdelen wanneer zij zich houden aan de verordening. | |
Amendement 18 ARTIKEL 10, LID 1 | |
1. De nationale autoriteiten verbieden dat nieuwe vervangingskatalysatoren die bestemd zijn om te worden gemonteerd op voertuigen met EG-typegoedkeuring die niet met boorddiagnosesystemen (OBD-systemen) zijn uitgerust, worden verkocht of op een voertuig worden gemonteerd indien deze vervangingskatalysatoren niet van een type zijn waarvoor overeenkomstig deze verordening typegoedkeuring is verleend. |
1. De nationale autoriteit voor typegoedkeuring moet EG-typegoedkeuring weigeren voor nieuwe types katalysator of deeltjesfilter die niet in overeenstemming zijn met deze verordening of haar implementeringsmaatregelen. |
Motivering | |
Een bepaling wordt toegevoegd die de datum vaststelt waarna lidstaten mogen weigeren om typegoedkeuring te verlenen voor vervangingsonderdelen wanneer zij zich houden aan de verordening. | |
Amendement 19 ARTIKEL 11, LID 1, ALINEA 1 | |
1. De lidstaten voorzien in financiële stimulansen voor in serie geproduceerde motorvoertuigen die aan deze verordening voldoen. |
1. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening voorzien de lidstaten in financiële stimulansen voor in serie geproduceerde motorvoertuigen die aan deze verordening voldoen. |
Motivering | |
Gelet op de bepalingen van artikel 18, lid 2: artikel 9, lid 1 noemt de datum van inwerkingtreding, terwijl deze datum ontbreekt in artikel 11. In principe moeten financiële prikkels per 1 januari 2006 worden ingevoerd omdat de mogelijkheid prikkels te verlenen voor Euro 4-voertuigen met ingang van 31 december 2005 eindigt. Dit is evenwel niet mogelijk in het kader van de verordening. | |
Amendement 20 ARTIKEL 11, LID 2 | |
2. De lidstaten voorzien in financiële stimulansen voor het aanpassen van reeds in gebruik zijnde voertuigen aan de bij deze verordening vastgestelde emissiegrenswaarden en voor het slopen van voertuigen die daar niet aan voldoen. |
2. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening voorzien de lidstaten in financiële stimulansen voor het aanpassen van reeds in gebruik zijnde voertuigen aan de bij deze verordening vastgestelde emissiegrenswaarden en voor het slopen van voertuigen die daar niet aan voldoen. |
Motivering | |
Gelet op de bepalingen van artikel 18, lid 2: artikel 9, lid 1 noemt de datum van inwerkingtreding, terwijl deze datum ontbreekt in artikel 11. In principe moeten financiële prikkels per 1 januari 2006 worden ingevoerd omdat de mogelijkheid prikkels te verlenen voor Euro 4-voertuigen met ingang van 31 december 2005 eindigt. Dit is evenwel niet mogelijk in het kader van de verordening. | |
Amendement 21 ARTIKEL 13, LID 2 | |
2. Voorts zal worden overwogen om de methaanemissies op te nemen in de berekening van de kooldioxide-emissies. |
2. Voorts zal worden overwogen om de methaanemissies op te nemen in de berekening van de kooldioxide-emissies en om maatregelen goed te keuren voor het testen van, verdisconteren van of beperken van methaanemissies. |
Motivering | |
De Commissie heeft van meet af aan de verschillende specifieke eigenschappen van methaan en niet-methaanwaterbrandstoffen verdisconteerd. Het amendement loopt vooruit op de benadering die al is geschetst in overweging 8 en die spoort met het bevorderen van alternatieve brandstoffen waartoe de Commissie onder meer aardgas rekent dat een hoog methaangehalte heeft. | |
Amendement 22 ARTIKEL 18, LID 2 | |
2. Deze verordening is van toepassing met ingang van [18 maanden + 1 dag na de inwerkingtreding], met uitzondering van artikel 9, lid 1, en artikel 11. |
2. Met uitzondering van artikel 9, de leden 1 en 2 is deze verordening van toepassing met ingang van [18 maanden na de inwerkingtreding ervan], (schrapping); |
Motivering | |
Verduidelijking en vereenvoudiging. | |
Amendement 23 BIJLAGE I, TABEL 1, KOLOM 1, CATEGORIE M, VOETNOOT 2 BIS (nieuw) | |
|
(2 bis) Emissielimieten zijn van toepassing op categorie M-voertuigen met een maximum laadvermogen dat de 3.000 kilo niet te bovengaat. |
Motivering | |
Richtlijn 97/68/EG bepaalt dat voertuigen met positieve verbrandingsmachines die op olie rijden, zijn onderworpen aan de volgende tests: | |
- voor voertuigen met een maximum laadvermogen dat de 3.500 kg niet te boven gaat (categorieën M1, N1) – type I, III, IV, V, VI en OBD. | |
- voor voertuigen met een maximum laadvermogen dat groter is dan 3.500 kg (categorieën M1, M2, M3, N2, N3) – type II, type III. | |
Volgens bijlage I zijn alle voertuigen in categorie M en niet alleen die met een maximum laadvermogen dat niet boven de 3.500 kg ligt (letter 'M' in de kolom "categorie" in de tabellen) onderwerpen aan type I tests (tabel 1) en daarmee tevens aan type V en VI (tabel 3). Dit is een wijziging van de bestaande bepalingen waarover niets wordt gezegd in de beknopte samenvatting. | |
Amendement 24 BIJLAGE I, TABEL 3, KOLOM 1, CATEGORIE M, VOETNOOT 1 (nieuw) | |
|
(1) Emissielimieten zijn van toepassing op categorie M-voertuigen met een maximum laadvermogen dat de 3.000 kilo niet te bovengaat. |
Motivering | |
Richtlijn 97/68/EG bepaalt dat voertuigen met positieve verbrandingsmachines die op olie rijden, zijn onderworpen aan de volgende tests: | |
- voor voertuigen met een maximum laadvermogen dat de 3.500 kg niet te boven gaat (categorieën M1, N1) – type I, III, IV, V, VI en OBD. | |
- voor voertuigen met een maximum laadvermogen dat groter is dan 3.500 kg (categorieën M1, M2, M3, N2, N3) – type II, type III. | |
Volgens bijlage I zijn alle voertuigen in categorie M en niet alleen die met een maximum laadvermogen dat niet boven de 3.500 kg ligt (letter 'M' in de kolom "categorie" in de tabellen) onderwerpen aan type I tests (tabel 1) en daarmee tevens aan type V en VI (tabel 3). Dit is een wijziging van de bestaande bepalingen waarover niets wordt gezegd in de beknopte samenvatting. |
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies en de toegang tot reparatie-informatie, tot wijziging van de Richtlijnen 72/306/EEG en ../../EG |
||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2005)0683 - C6-0007/2006 - 2005/0282(COD) |
||||||
Commissie ten principale |
ENVI |
||||||
Advies uitgebracht door |
TRAN |
||||||
Nauwere samenwerking – datum bekendmaking |
16.3.2006 |
||||||
Rapporteur voor advies |
Bogusław Liberadzki |
||||||
Vervangen rapporteur voor advies |
|
||||||
Behandeling in de commissie |
20.4.2006 |
19.6.2006 |
|
|
|
||
Datum goedkeuring |
20.6.2006 |
||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
32 |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Gabriele Albertini, Margrete Auken, Inés Ayala Sender, Etelka Barsi-Pataky, Philip Bradbourn, Paolo Costa, Michael Cramer, Christine De Veyrac, Petr Duchoň, Saïd El Khadraoui, Mathieu Grosch, Ewa Hedkvist Petersen, Jeanine Hennis-Plasschaert, Stanisław Jałowiecki, Georg Jarzembowski, Dieter-Lebrecht Koch, Jaromír Kohlíček, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Jörg Leichtfried, Bogusław Liberadzki, Eva Lichtenberger, Erik Meijer, Michael Henry Nattrass, Robert Navarro, Josu Ortuondo Larrea, Willi Piecyk, Reinhard Rack, Luca Romagnoli, Dirk Sterckx, Ulrich Stockmann, Gary Titley, Georgios Toussas, Armando Veneto, Marta Vincenzi |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Fausto Correia, Den Dover, Elisabeth Jeggle, Anne E. Jensen, Helmuth Markov, Rosa Miguélez Ramos, Kathy Sinnott |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
|
||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
... |
||||||
- [1] Nog niet in het PB gepubliceerd.
ADVIES VAN DE COMMISSIE INDUSTRIE, ONDERZOEK EN ENERGIE (21.6.2006)
aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheidinzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies en de toegang tot reparatie-informatie, tot wijziging van de Richtlijnen 72/306/EEG en ../../EG(COM(2005)0683 – C6‑0007/2006 – 2005/0282(COD))Rapporteur voor advies: Ivo Belet
BEKNOPTE MOTIVERING
Dit voorstel voor een verordening betreft een verdere aanscherping van de maximaal toegestane emissies van luchtverontreinigende stoffen door motorvoertuigen. Met name in stedelijke en dichtbevolkte gebieden zijn er nog steeds aanzienlijke problemen met de luchtkwaliteit in Europa. Vooral de emissies van ozonprecursoren (NOX en HC) en deeltjesmassa (PM) moeten verder omlaag. Verscheidene lidstaten hanteren dan ook fiscale stimulansen om de invoering van schonere voertuigen te versnellen, wat tot een onwenselijke fragmentatie van de interne markt kan leiden. Dit voorstel heeft daarom tot doel om geharmoniseerde Europese voorschriften vast te stellen met het oog op de goede werking van de interne markt en een hoog niveau van milieubescherming.
In het voorstel van de Commissie wordt voor dieselvoertuigen een grenswaarde voor de uitstoot van deeltjesmassa (PM) van 5 mg/km opgelegd, wat een verlaging van 80% betekent ten opzichte van de huidige norm en de facto een verplichting inhoudt voor het installeren van een dieseldeeltjesfilter. De huidige grenswaarde voor de uitstoot van NOX wordt met 20% verlaagd tot 200 mg/km. Voor benzineauto's is het voorstel minder ingrijpend. De Commissie stelt voor om de emissie van NOX en koolwaterstoffen met 25% te verminderen, met een grenswaarde van respectievelijk 60 en 75 mg/km. Veel benzineauto's die momenteel in de EU worden verkocht, voldoen echter al ruimschoots aan deze voorgestelde emissiegrenswaarden of kunnen relatief goedkoop worden aangepast.
Daarnaast stelt de Commissie voor om zware personenvoertuigen (SUV's) niet meer als lichte bedrijfsvoertuigen, maar als personenvoertuigen te behandelen, zodat ook zij aan de strengere normen moeten voldoen. Tenslotte wordt in het voorstel praktische invulling gegeven aan de reeds bestaande verplichting om reparatie-informatie te verlenen (ook aan onafhankelijke garages en dealers), door producenten te verplichten deze informatie gestandaardiseerd en via internet toegankelijk te maken.
Uw rapporteur voor advies steunt in grote lijnen dit voorstel, dat niet alleen de gezondheid in Europa sterk zal kunnen verbeteren, maar ook zal kunnen bijdragen aan de verhoging van de productiviteit in de EU door het aanjagen van innovatie en het tegengaan van ziekteverzuim.
Cruciaal is om een precair evenwicht te vinden, waarbij de extra kosten van nieuwe dieselauto's niet dusdanig hoog zouden worden dat de consument ófwel zal opteren voor een benzineauto (met de schadelijke gevolgen voor de uitstoot van CO2 en het gebruik van brandstof), ófwel een tweedehands auto zal prefereren (waardoor het bestaande autopark per saldo niet schoner wordt). Dit precaire evenwicht behouden is van groot belang om het milieu daadwerkelijk een betere bescherming te bieden.
Het is bovendien van groot belang dat de fabrikanten er borg voor moeten staan dat de emissiebeperkingen van kracht blijven tot de auto 160.000 km op de teller heeft (i.p.v. 80.000 km).
Een belangrijk aspect betreft de implementatie en het vervolgtraject van deze wetgeving. Met name voor de auto-industrie, met veel langetermijninvesteringen en een uitgebreide productieplanning, is het zeer belangrijk om binnen een zo stabiel en voorspelbaar mogelijk wettelijk kader te opereren. Een van de aanbevelingen van de High-Level Group CARS21 is dan ook dat bij de presentatie van nieuwe wetgeving tevens de volgende stap van deze wetgeving aangekondigd wordt om op deze manier een meer langetermijngericht perspectief van het wettelijk kader te schetsen. Uw rapporteur voor advies betreurt dan ook dat de Commissie in dit voorstel niet heeft aangegeven wanneer en hoe streng de volgende stap, Euro 6, zal zijn.
De termijn voor de inwerkingtreding van deze voorgestelde verordening (18 maanden na publicatie van de verordening) is volgens sommigen aan de krappe kant, rekening houdend met de levenscycli van auto's en de langetermijnproductieplannen van de autofabrikanten, maar volgens anderen is het makkelijk haalbaar. Alles in ogenschouw genomen, lijkt het verantwoord de timing van het Commissievoorstel aan te houden. Schone dieseltechnologie moet immers één van de prioritaire acties worden in het kader van de Lissabonvernieuwing. Het 7de Kaderprogramma moet daarbij een centrale rol spelen. Eén van de prioriteiten van het 7de KP komt erop neer dat "de EU (....) haar positie op de wereldmarkt voor milieutechnologie (moet) verbeteren".
Zinvol is ook om aan te stippen dat de uitstoot van fijnstof pas wezenlijk kan worden teruggedrongen als ook de andere vervoersmodi een wezenlijke bijdrage leveren. Op korte termijn zijn dan ook maatregelen nodig om de emissies van het scheepvaart- en luchtverkeer in te dammen.
Tenslotte, wat betreft de toegankelijkheid van reparatie-informatie, kan de vraag worden opgeworpen of dit thuishoort in deze verordening, dan wel of er een afzonderlijk voorstel moet komen in het kader van de verdere praktische invulling van de bestaande groepsvrijstellingsverordening. Uw rapporteur voor advies is in elk geval overtuigd van de noodzaak om reparatie-informatie maximaal beschikbaar te stellen voor onafhankelijke reparatiebedrijven. Belangrijk is dat erover gewaakt wordt dat met name kleine en middelgrote ondernemingen zonder beletsel en op redelijke voorwaarden toegang krijgen tot deze informatie.
AMENDEMENTEN
De Commissie industrie, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:
Door de Commissie voorgestelde tekst[1] | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 OVERWEGING 6 | |
(6) Om het vrije verkeer van voertuigen op de interne markt te bevorderen, zijn een onbeperkte en gestandaardiseerde toegang tot reparatie-informatie en effectieve concurrentie op de reparatiemarkt voor voertuigen nodig. Een groot deel van deze informatie betreft boorddiagnosesystemen en de interactie daarvan met andere voertuigsystemen. Er moet worden vastgesteld aan welke technische specificaties de websites van fabrikanten moeten voldoen. |
(6) Om het vrije verkeer van voertuigen op de interne markt te bevorderen, zijn een onbeperkte en gestandaardiseerde toegang tot reparatie-informatie en effectieve concurrentie op de reparatiemarkt voor voertuigen nodig. Een groot deel van deze informatie betreft boorddiagnosesystemen en de interactie daarvan met andere voertuigsystemen. Er moet worden vastgesteld aan welke technische specificaties de websites van fabrikanten moeten voldoen, naast gerichte maatregelen om een redelijke toegang voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) te waarborgen. |
Motivering | |
Het verlenen van toegang tot reparatie-informatie onder redelijke voorwaarden voor de vele kleine en middelgrote ondernemingen in de sector is van wezenlijk belang, omdat zij het zich niet kunnen permitteren om het zeer gespecialiseerde instrumentarium en de gerichte informatiediensten die een distributeur ter beschikking staan, te betalen. | |
Amendement 2 OVERWEGING 7 BIS (nieuw) | |
|
(7 bis) Om de voorspelbaarheid van toekomstige regelgeving op dit terrein te verbeteren dient de Commissie een wetgevingsprogramma met streefcijfers voor emissienormen voor te leggen. Dit wetgevingsprogramma moet worden gebaseerd op een uitgebreide raadpleging van alle betrokken partijen en een uitvoerige effectbeoordeling, met inbegrip van de stand van uitvoering in alle lidstaten, met inachtneming van mogelijke technologische ontwikkelingen, alsmede kosten- en efficiencyoverwegingen. |
Motivering | |
Voor de auto-industrie, waar sprake is van een investerings- en activiteitenplanning op lange termijn, is een betere voorspelbaarheid met betrekking tot toekomstige regelgeving van het grootste belang. De industrie heeft tijd nodig om op een efficiënte manier te investeren in ontwikkeling en productie. Om teveel bureaucratische rompslomp te voorkomen moet de Commissie dit wetgevingsprogramma baseren op een effectbeoordeling en raadpleging van alle partijen. | |
Amendement 3 OVERWEGING 13 BIS (nieuw) | |
|
(13 bis) Dieselvoertuigen die voorzien in specifieke maatschappelijke behoeften, zoals voertuigen die zijn bestemd voor reddings-, noodhulp- en wegsleepdiensten, openbare nutsvoorzieningen of het vervoer van mensen met een handicap, alsmede voertuigen van de dieselfamilie met 7 of meer zitplaatsen, inclusief de bestuurderplaats, en met een motorinhoud van maximaal 2,4 liter, moeten worden behandeld als lichte bedrijfsvoertuigen. Daartoe dient de Commissie richtsnoeren vast te stellen. |
Motivering | |
De huidige vrijstelling voor zware passagiersvoertuigen moet beperkt blijven tot multifunctionele voertuigen en voertuigen die voorzien in de behoeften van gebruikers van specifieke vervoerdiensten, zoals reddings- en wegsleepdiensten en het vervoer van gehandicapten. Deze voertuigen moeten een typegoedkeuring als voertuigen van categorie N1 klasse II en III kunnen krijgen. | |
Amendement 4 ARTIKEL 1, ALINEA 1 | |
Deze verordening stelt voorschriften betreffende emissies vast voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en vervangingsonderdelen zoals vervangingskatalysatoren. |
Deze verordening stelt voorschriften betreffende emissies vast voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en vervangingsonderdelen zoals vervangingskatalysatoren en vervangende roetfilters. |
Motivering | |
Juridische verduidelijking. | |
Amendement 5 ARTIKEL 2 | |
1. Deze verordening is van toepassing op motorvoertuigen: |
1. Deze verordening is van toepassing op motorvoertuigen: |
a) uitgerust met een motor met elektrische ontsteking; |
a) uitgerust met een motor met elektrische ontsteking; |
b) van de categorieën M1 en N1, zoals gedefinieerd in [bijlage II] bij Richtlijn [XXXX/XX/EG], uitgerust met een gasmotor met elektrische ontsteking; en |
b) van de categorieën M1 en N1, zoals gedefinieerd in [bijlage II] bij Richtlijn 70/156/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn [XXXX/XX/EG], uitgerust met een gasmotor met elektrische ontsteking; en |
c) van de categorieën M1 en N1, zoals gedefinieerd in [bijlage II] bij Richtlijn [XXXX/XX/EG], uitgerust met een motor met compressieontsteking. |
c) van de categorieën M1 en N1, zoals gedefinieerd in [bijlage II] bij Richtlijn 70/156/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn [XXXX/XX/EG], uitgerust met een motor met compressieontsteking, met uitzondering van voertuigen van categorie N1 waarvoor typegoedkeuring is verleend uit hoofde van Richtlijn 2005/55/EG. |
2. Op verzoek van de fabrikant kan deze verordening ook van toepassing zijn op motorvoertuigen van de categorieën M2 en N2, zoals gedefinieerd in [bijlage II] bij Richtlijn [XXXX/XX/EG], die zijn uitgerust met een motor met compressieontsteking, een referentiemassa van maximaal 2 840 kg hebben en voldoen aan de voorwaarden van deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen. |
2. Op verzoek van de fabrikant kan typegoedkeuring uit hoofde van deze verordening worden uitgebreid van voertuigen van de categorieën M1 en N1 die zijn uitgerust met een motor met compressieontsteking, en waarvoor reeds typegoedkeuring is verleend, tot voertuigen van de categorieën M2 en N2, die een referentiemassa van maximaal 2 840 kg hebben en voldoen aan de in deze verordening aan de uitbreiding van typegoedkeuringen gestelde voorwaarden. |
Motivering | |
Het voorgestelde amendement geeft de strekking weer van de bestaande Richtlijn 70/220/EEG en biedt de nodige vereenvoudiging voor fabrikanten. Volgens het voorstel van de Commissie zou het voor de typegoedkeuring van deze categorieën voertuigen vereist zijn de volledige testprocedure uit te voeren, hoewel dit op grond van het zeer beperkte productievolume niet gerechtvaardigd zou zijn. | |
Amendement 6 ARTIKEL 3, PUNT 11 BIS (nieuw) | |
|
(11 bis) "origineel roetfilter": een roetfilter dat onder de voor het voertuig verleende typegoedkeuring valt; |
Motivering | |
Deze definitie ontbreekt in het voorstel van de Commissie. | |
Amendement 7 ARTIKEL 13, PUNT 12 BIS (nieuw) | |
|
(12 bis) "vervangende roetfilter": een roetfilter ter vervanging van een origineel roetfilter dat kan worden goedgekeurd als technische eenheid zoals gedefinieerd in Richtlijn [XXXX/XX/EG]; |
Motivering | |
Deze definitie ontbreekt in het voorstel van de Commissie. | |
Amendement 8 ARTIKEL 3, PUNT 14 BIS (nieuw) | |
|
(14 bis) "dieselvoertuigen die voorzien in specifieke maatschappelijke behoeften": voertuigen voor speciale doeleinden van categorie M1 met een referentiemassa van meer dan 2,0 ton. Met het oog op de toepassing van deze verordening worden deze voertuigen beschouwd als voertuigen van categorie N1. |
Motivering | |
De huidige vrijstelling voor zware passagiersvoertuigen moet beperkt blijven tot multifunctionele voertuigen en voertuigen die voorzien in de behoeften van gebruikers van specifieke vervoerdiensten, zoals reddings- en wegsleepdiensten en het vervoer van gehandicapten. Deze voertuigen moeten een typegoedkeuring als voertuigen van categorie N1 klasse II en III kunnen krijgen. | |
Amendement 9 ARTIKEL 3, PUNT 14 TER (nieuw) | |
|
(14 ter) "voertuigen van de dieselfamilie": voertuigen van categorie M1 met 7 of meer zitplaatsen, inclusief de bestuurderplaats, en met een motorinhoud van maximaal 2,4 liter, met uitzondering van terreinwagens als gedefinieerd in Richtlijn xx/xxx/EG. Met het oog op de toepassing van deze verordening worden deze voertuigen beschouwd als voertuigen van categorie N1. |
Motivering | |
Andere voertuigen dan terreinwagens die zijn bedoeld voor zes of meer inzittenden, afgezien van de bestuurder, en met een motorinhoud van maximaal 2,4 liter moeten een typegoedkeuring als voertuigen van categorie N1 klasse II en III kunnen krijgen. | |
Amendement 10 ARTIKEL 4, LID 2 | |
2. De fabrikanten zien erop toe dat de typegoedkeuringsprocedures voor de controle van de overeenstemming van de productie, de duurzaamheid van de voorzieningen tegen luchtverontreiniging en de conformiteit onder bedrijfsomstandigheden worden nageleefd. De maatregelen met het oog op de conformiteit onder bedrijfsomstandigheden worden gecontroleerd tot het voertuig 5 jaar oud is of, indien dat eerder het geval is, 100 000 km heeft afgelegd. De duurzaamheid van de voorzieningen tegen luchtverontreiniging wordt getest tot het voertuig 160 000 km heeft afgelegd. |
2. De door de fabrikant gebruikte technische middelen moeten waarborgen dat de uitlaat- en verdampingsemissies gedurende de normale levensduur van het voertuig en onder normale gebruiksomstandigheden werkelijk worden beperkt overeenkomstig deze verordening. Met het oog op deze verordening hebben de fabrikanten de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat alle geproduceerde voertuigen voldoen aan het goedgekeurde type en om de goede werking van de emissiebeperkingsvoorzieningen bij in gebruik zijnde voertuigen te controleren totdat het voertuig vijf jaar oud is dan wel 100 000 km heeft afgelegd. |
Motivering | |
De tekst is rechtstreeks overgenomen uit Richtlijn 70/220/EEG. | |
Vereisten inzake de conformiteit onder bedrijfsomstandigheden (zoals vastgesteld bij Richtlijn 70/220/EEG) evenals de maatregelen die de typegoedkeuringsinstanties in het geval van non-conformiteit kunnen nemen, vormen sterke prikkels om de duurzaamheid van de emissiebeperkingsvoorzieningen te waarborgen en zijn doeltreffender dan een demonstratie tijdens het goedkeuringsproces met een testprotocol dat niet representatief is voor de EU. | |
Amendement 11 ARTIKEL 5, LID 1 | |
1. De fabrikanten rusten hun voertuigen zo uit dat de onderdelen die van invloed kunnen zijn op de emissies zodanig ontworpen, geconstrueerd en gemonteerd zijn dat het voertuig onder normale gebruiksomstandigheden aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen kan voldoen. |
schrappen |
Motivering | |
De vereisten inzake duurzaamheid zijn reeds in artikel 4 bepaald. | |
Amendement 12 ARTIKEL 8 | |
De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] de nodige maatregelen voor de toepassing van de artikelen 6 en 7 vast. Deze maatregelen omvatten de vaststelling van de technische specificaties voor de wijze waarop de reparatie-informatie ter beschikking wordt gesteld. |
De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 37, lid 2, van Richtlijn [XXXX/XX/EG] de nodige maatregelen voor de toepassing van de artikelen 6 en 7 vast. Deze maatregelen omvatten de vaststelling van de technische specificaties voor de wijze waarop de reparatie-informatie ter beschikking wordt gesteld, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de specifieke behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's). |
Motivering | |
Het verlenen van toegang tot reparatie-informatie onder redelijke voorwaarden voor de vele kleine en middelgrote ondernemingen in de sector is van wezenlijk belang, omdat zij het zich niet kunnen permitteren om het zeer gespecialiseerde instrumentarium en de gerichte informatiediensten die een distributeur ter beschikking staan, te betalen. | |
Amendement 13 ARTIKEL 9, LID 1 | |
1. Met ingang van [datum van inwerkingtreding] mogen de lidstaten aanvragen van fabrikanten om EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring voor een nieuw voertuigtype niet weigeren om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik, en mogen zij de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van een nieuw voertuig niet verbieden indien dit voertuig aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoet. |
1. Met ingang van [datum van inwerkingtreding van deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen] mogen de lidstaten aanvragen van fabrikanten om EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring voor een nieuw voertuigtype niet weigeren om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik, en mogen zij de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van een nieuw voertuig niet verbieden indien dit voertuig aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoet. |
Motivering | |
De industrie heeft tijd nodig om nieuwe technologieën volledig in productie te nemen, omdat de normale gebruikscyclus van automodellen 6 tot 7 jaar bedraagt. Bovendien kan de industrie pas na de publicatie van de technische vereisten een begin maken met de ontwikkeling van de noodzakelijke technische oplossingen. | |
Amendement 14 ARTIKEL 9, LID 2 | |
2. Met ingang van [18 maanden + 1 dag na de datum van inwerkingtreding] of, voor categorie N1, klasse II en III, [30 maanden na de datum van inwerkingtreding] weigeren de lidstaten om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen voor nieuwe voertuigtypes die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
2. Met ingang van [30 maanden + 1 dag na de datum van inwerkingtreding van deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen] of, voor categorie N1, klasse II en III, [42 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen] weigeren de lidstaten om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen voor nieuwe voertuigtypes die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
Motivering | |
De industrie heeft tijd nodig om nieuwe technologieën volledig in productie te nemen, omdat de normale gebruikscyclus van automodellen 6 tot 7 jaar bedraagt. Bovendien kan de industrie pas na de publicatie van de technische vereisten een begin maken met de ontwikkeling van de noodzakelijke technische oplossingen. | |
Amendement 15 ARTIKEL 9, LID 3 | |
3. Met ingang van [36 maanden na de datum van inwerkingtreding] of, voor categorie N1, klasse II en III, [48 maanden na de datum van inwerkingtreding] beschouwen de lidstaten certificaten van overeenstemming van nieuwe voertuigen die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen, als niet meer geldig voor de toepassing van [artikel 25] van Richtlijn [XXXX/XX/EG], en weigeren zij de registratie en verbieden zij de verkoop en het in het verkeer brengen van dergelijke voertuigen om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik. |
3. Met ingang van [48 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen] of, voor categorie N1, klasse II en III, [60 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen] beschouwen de lidstaten certificaten van overeenstemming van nieuwe voertuigen die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen, als niet meer geldig voor de toepassing van [artikel 25] van Richtlijn [XXXX/XX/EG], en weigeren zij de registratie en verbieden zij de verkoop en het in het verkeer brengen van dergelijke voertuigen om redenen die verband houden met de emissies of het brandstofverbruik. |
Motivering | |
De industrie heeft tijd nodig om nieuwe technologieën volledig in productie te nemen, omdat de normale gebruikscyclus van automodellen 6 tot 7 jaar bedraagt. Bovendien kan de industrie pas na de publicatie van de technische vereisten een begin maken met de ontwikkeling van de noodzakelijke technische oplossingen. | |
Amendement 16 ARTIKEL 10 | |
1. De nationale autoriteiten verbieden dat nieuwe vervangingskatalysatoren die bestemd zijn om te worden gemonteerd op voertuigen met EG-typegoedkeuring die niet met boorddiagnosesystemen (OBD-systemen) zijn uitgerust, worden verkocht of op een voertuig worden gemonteerd indien deze vervangingskatalysatoren niet van een type zijn waarvoor overeenkomstig deze verordening typegoedkeuring is verleend. |
1. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening mogen de nationale autoriteiten aanvragen van fabrikanten om EG-typegoedkeuring voor een nieuw type vervangingskatalysator of roetfilter niet weigeren en mogen zij de verkoop of montage op een voertuig van dergelijke onderdelen niet verbieden indien deze aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
2. In afwijking van lid 1 mogen de nationale autoriteiten uitbreidingen van EG-typegoedkeuringen voor vervangingskatalysatoren blijven verlenen onder de voorwaarden waaronder deze typegoedkeuringen oorspronkelijk zijn verleend. |
2. De nationale autoriteiten weigeren EG-typegoedkeuring te verlenen voor nieuwe types vervangingskatalysator of roetfilter die niet aan deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen voldoen. |
Motivering | |
De tekst van de Commissie is onduidelijk. | |
Amendement 17 ARTIKEL 12 BIS (NIEUW) | |
|
Artikel 12 bis Uiterlijk één jaar na de in artikel 18, lid 1 genoemde datum werkt de Commissie een programma uit voor toekomstige wetgeving op het onder deze verordening vallende gebied. Dit programma is gebaseerd op een uitgebreide raadpleging van alle betrokken partijen en een uitvoerige effectbeoordeling, en omvat een tijdschema waarin specifieke streefdoelen met betrekking tot de emissies van voertuigen worden gedefinieerd. Bij die streefcijfers gaat het minimaal om: |
|
- een verdere vermindering van de grenswaarden voor de emissie van koolwaterstoffen voor motoren die zijn uitgerust met een elektrische ontsteking, |
|
- een ambitieuze vermindering van de grenswaarden voor NOx-emissies voor motoren die zijn uitgerust met een compressieontsteking, |
|
- de invoering van op deeltjesaantal gebaseerde grenswaarden. |
|
De streefwaarden worden opgesteld in samenhang met de bepalingen betreffende terugdringing van de CO2-uitstoot van motorvoertuigen op basis van Beschikking nr. 1753/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad. |
Motivering | |
De industrie moet in een zo vroeg mogelijk stadium weten wat de volgende stappen zijn en op welk niveau die gericht zijn, met inachtneming van de vorderingen van technologieën, milieueffecten en kosten-batenverhouding. | |
Amendement 18 ARTIKEL 17, LID 1 | |
1. De Richtlijnen 70/220/EEG, 80/1268/EEG, 89/458/EEG, 91/441/EEG, 93/59/EEG, 94/12/EG, 96/69/EG, 98/69/EG en 2004/3/EG worden ingetrokken met ingang van [18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening]. |
1. De Richtlijnen 70/220/EEG, 80/1268/EEG, 89/458/EEG, 91/441/EEG, 93/59/EEG, 94/12/EG, 96/69/EG, 98/69/EG en 2004/3/EG worden ingetrokken met ingang van [66 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen]. |
Motivering | |
Dit amendement stelt een gepaste termijn voor de intrekking van vroegere richtlijnen voor om te voorkomen dat een wettelijk vacuüm ontstaat in de communautaire en de nationale wetgeving waardoor de bestaande Euro 4-voorschriften pas ten uitvoer zouden kunnen worden gelegd wanneer de nieuwe Euro 5-voorschriften volledig op nieuwe voertuigen worden toegepast. | |
Amendement 19 ARTIKEL 18, LID 2 | |
2. Deze verordening is van toepassing met ingang van [18 maanden + 1 dag na de inwerkingtreding], met uitzondering van artikel 9, lid 1, en artikel 11. |
2. Deze verordening is van toepassing met ingang van [30 maanden + 1 dag na de inwerkingtreding], met uitzondering van artikel 9, lid 1, en artikel 11. |
Motivering | |
Overeenkomstig artikel 9. |
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies en de toegang tot reparatie-informatie, tot wijziging van de Richtlijnen 72/306/EEG en ../../EG |
||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2005)0683 – C6‑0007/2006 – 2005/0282 (COD) |
||||||
Commissie ten principale |
ENVI |
||||||
Advies uitgebracht door |
ITRE |
||||||
Nauwere samenwerking – datum bekendmaking |
- |
||||||
Rapporteur voor advies |
Ivo Belet 31.1.2006 |
||||||
Vervangen rapporteur voor advies |
|
||||||
Behandeling in de commissie |
20.3.2006 |
4.5.2006 |
20.6.2006 |
|
|
||
Datum goedkeuring |
20.6.2006 |
||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
28 13 2 |
|||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Šarūnas Birutis, Jan Březina, Renato Brunetta, Jerzy Buzek, Joan Calabuig Rull, Pilar del Castillo Vera, Jorgo Chatzimarkakis, Giles Chichester, Den Dover, Lena Ek, Nicole Fontaine, Adam Gierek, Norbert Glante, Umberto Guidoni, András Gyürk, Rebecca Harms, Erna Hennicot-Schoepges, Ján Hudacký, Romana Jordan Cizelj, Anne Laperrouze, Vincenzo Lavarra, Pia Elda Locatelli, Eugenijus Maldeikis, Eluned Morgan, Angelika Niebler, Umberto Pirilli, Miloslav Ransdorf, Herbert Reul, Teresa Riera Madurell, Mechtild Rothe, Paul Rübig, Andres Tarand, Britta Thomsen, Patrizia Toia, Catherine Trautmann, Claude Turmes, Nikolaos Vakalis, Alejo Vidal-Quadras Roca, Dominique Vlasto |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
María del Pilar Ayuso González, Dorette Corbey, Vittorio Prodi, Esko Seppänen |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
|
||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
|
||||||
- [1] Nog niet in het PB gepubliceerd.
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies en de toegang tot reparatie-informatie, tot wijziging van de Richtlijnen 72/306/EEG en ../../EG |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2005)0683 – C6-0007/2006 – 2005/0282(COD) |
|||||||
Datum indiening bij EP |
21.12.2005 |
|||||||
Commissie ten principale |
ENVI 19.1.2006 |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) |
|
TRAN 19.1.2006 |
ITRE 19.1.2006 |
IMCO 19.1.2006 |
|
|||
Nauwere samenwerking |
IMCO 16.3.2006 |
|
|
|
|
|||
Rapporteur(s) |
Matthias Groote 29.11.2005 |
|
||||||
Betwisting rechtsgrondslag |
JURI 13.7.2006 |
/ |
|
|
|
|||
Wijziging financiële voorzieningen |
|
|
|
|
|
|||
Raadpleging Europees Economisch en Sociaal Comité – datum EP-besluit |
|
|||||||
Raadpleging Comité van de regio's – datum EP-besluit |
|
|||||||
Behandeling in de commissie |
29.5.2006 |
|
|
|
|
|||
Datum goedkeuring |
13.9.2006 |
|||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
38 10 4 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Adamos Adamou, Georgs Andrejevs, Liam Aylward, Irena Belohorská, John Bowis, Frieda Brepoels, Martin Callanan, Dorette Corbey, Chris Davies, Avril Doyle, Mojca Drčar Murko, Edite Estrela, Anne Ferreira, Matthias Groote, Françoise Grossetête, Gyula Hegyi, Caroline Jackson, Dan Jørgensen, Christa Klaß, Eija-Riitta Korhola, Holger Krahmer, Urszula Krupa, Aldis Kušķis, Marie-Noëlle Lienemann, Peter Liese, Jules Maaten, Linda McAvan, Marios Matsakis, Riitta Myller, Péter Olajos, Miroslav Ouzký, Dimitrios Papadimoulis, Vittorio Prodi, Dagmar Roth-Behrendt, Guido Sacconi, Richard Seeber, Kathy Sinnott, Jonas Sjöstedt, Bogusław Sonik, María Sornosa Martínez, Antonios Trakatellis, Thomas Ulmer, Anja Weisgerber, Anders Wijkman |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
|
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Bairbre de Brún, Hélène Goudin, Rebecca Harms, Jutta Haug, Miroslav Mikolášik, Bart Staes, Claude Turmes, Thomas Wise |
|||||||
Datum indiening |
21.9.2006 |
|||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
... |
|||||||