VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde en accijnzen op goederen die door uit derde landen komende reizigers worden ingevoerd
16.10.2006 - (COM(2006)0076 – C6‑0078/2006 – 2006/0021(CNS)) - *
Commissie economische en monetaire zaken
Rapporteur: Charles Tannock
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde en accijnzen op goederen die door uit derde landen komende reizigers worden ingevoerd
(COM(2006)0076 – C6‑0078/2006 – 2006/0021(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2006)0076)[1],
– gelet op artikel 93 van het EG‑Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6‑0078/2006),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A6‑0361/2006),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG‑Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst | Amendementen van het Parlement |
Amendement 1 Artikel 3, punt 1 bis (nieuw) | |
|
1 bis. "reizigers op veerdiensten en cruises op zee": personen die reizen op een veer- of lijnbootdienst of cruiseschip op zee over een afstand van ten minste 100 kilometer; |
Motivering | |
De voorgestelde hogere drempelbedragen voor luchtreizen mogen geen onnodige nadelige gevolgen hebben voor de passagiersscheepvaart, en dit amendement is erop gericht om de hogere drempelbedragen uit te breiden tot reizen over zee van redelijke lengte, hetgeen meerdere reizen achter elkaar onrendabel zou maken en weinig ruimte zou bieden voor economisch voordeel. | |
Amendement 2 Artikel 8, lid 1, alinea 1 | |
1. De lidstaten verlenen vrijstelling van BTW en accijnzen voor de invoer van andere dan de in afdeling 3 bedoelde goederen waarvan de totale waarde niet meer dan 220 EUR per persoon bedraagt. |
1. De lidstaten verlenen vrijstelling van BTW en accijnzen voor de invoer van andere dan de in afdeling 3 bedoelde goederen waarvan de totale waarde niet meer dan 330 EUR per persoon bedraagt. |
Motivering | |
Hoewel er minder ruimte is voor verhoging van de vrijstellingen voor reizen over de weg vanwege het gevaar van een aanzienlijk verlies van belastinginkomsten voor lidstaten die grenzen aan landen buiten de jurisdictie van de EU, zoals de Baltische landen, Polen, Slowakije en Hongarije, zou het niettemin passend zijn om, wanneer de drempelbedragen voor lucht- en zeereizen aanzienlijk worden verhoogd, de bedragen voor reizen over land enigszins te verhogen tot boven het Commissievoorstel. | |
Amendement 3 Artikel 8, lid 1, alinea 2 | |
In het geval van luchtreizigers bedraagt het in de eerste alinea genoemde drempelbedrag 500 EUR. |
In het geval van luchtreizigers of reizigers op veerdiensten en cruises op zee bedraagt het in de eerste alinea genoemde drempelbedrag 1.000 EUR. |
Motivering | |
Aangezien de voorgestelde nieuwe drempelbedragen willekeurig zijn en nog bediscussieerd moeten worden met het oog op de nationale belangen van de individuele lidstaten, wordt voorgesteld een serie mogelijke drempelbedragen vast te stellen, zodat ECON deze als de beschikbare opties kan bespreken. | |
Amendement 4 Artikel 8, lid 2 | |
2. De lidstaten mogen het drempelbedrag verlagen voor reizigers jonger dan vijftien jaar, ongeacht de vervoerswijze. Het drempelbedrag mag evenwel niet lager zijn dan 110 EUR . |
2. De lidstaten mogen het drempelbedrag verlagen voor reizigers jonger dan zestien jaar, ongeacht de vervoerswijze. Het drempelbedrag mag evenwel niet lager zijn dan 110 EUR . |
Motivering | |
Zestien is de leeftijd van verantwoordelijkheid in een groot deel van de EU en dit amendement dient om dat sociologische feit te weerspiegelen. | |
Amendement 5 Artikel 9, lid 2 | |
2. De lidstaten mogen een onderscheid maken tussen luchtreizigers en andere reizigers door de in lid 1 genoemde minimale kwantitatieve beperkingen alleen toe te passen op andere reizigers dan luchtreizigers. |
2. De lidstaten mogen een onderscheid maken tussen luchtreizigers of reizigers op veerdiensten en cruises op zee en andere reizigers door de in lid 1 genoemde minimale kwantitatieve beperkingen alleen toe te passen op andere reizigers dan luchtreizigers of reizigers op veerdiensten en cruises op zee. |
Motivering | |
De lagere drempels voor tabaksproducten zijn vooral bedoeld als volksgezondheidsmaatregel, maar het gevaar van tabakssmokkel via routes over land is aanwezig, om welke reden dit tegengegaan moet worden door een andere benadering van de vervoersmodaliteit. De toevoeging van reizen over zee dient om geen onterecht onderscheid te maken tussen reizen over zee en door de lucht over redelijke afstanden. | |
Amendement 6 Artikel 10, lid 3 | |
3. Behalve de in lid 1 gebruikte percentages vastgestelde vrijstelling verlenen de lidstaten vrijstelling van BTW en accijnzen voor een maximale hoeveelheid van 4 liter niet-mousserende wijnen en 16 liter bier. |
3. Behalve de in lid 1 gebruikte percentages vastgestelde vrijstelling verlenen de lidstaten vrijstelling van BTW en accijnzen voor een maximale hoeveelheid van 8 liter niet-mousserende wijnen en 16 liter bier. |
Motivering | |
Dit amendement dient om wijn en bier aan elkaar gelijk te stellen, zodat de van BTW en accijnzen vrijgestelde hoeveelheden overeenkomen voor wat betreft de hoeveelheid alcohol. | |
Amendement 7 Artikel 11 | |
De vrijstellingen uit hoofde van de artikelen 9 of 10 gelden niet voor reizigers jonger dan zeventien jaar. |
De vrijstellingen uit hoofde van de artikelen 9 of 10 gelden niet voor reizigers jonger dan achttien jaar. |
Motivering | |
De leeftijd waarop legaal alcohol genuttigd mag worden is in de meeste lidstaten 18 jaar en drinken door tieners is in de EU een groot sociaal probleem, dat bestreden moet worden als prioriteit op volksgezondheidsgebied. Daarom moet de leeftijd worden verhoogd tot 18 jaar. | |
Amendement 8 Artikel 12 | |
De lidstaten verlenen voor elk motorvoertuig vrijstelling van BTW en accijnzen voor de brandstof die zich in de brandstoftank van dat voertuig bevindt, alsmede voor een maximale hoeveelheid van tien liter brandstof in een draagbaar reservoir, onverminderd de nationale bepalingen inzake het bezit en vervoer van brandstof. |
De lidstaten verlenen voor elk motorvoertuig vrijstelling van BTW en accijnzen voor de brandstof die zich in de brandstoftank van dat voertuig bevindt, alsmede voor een maximale hoeveelheid van tien liter brandstof in een draagbaar reservoir, vervoerd in een motorvoertuig, onverminderd de nationale bepalingen inzake het bezit en vervoer van brandstof. De lidstaten hebben echter het recht om het niveau van brandstoftoerisme met het oog op belastingontduiking in hun grensregio's te meten en maatregelen te nemen om hier tegen op te treden. |
Motivering | |
Veel lidstaten die grenzen aan derde landen hebben te kampen met inkomstenderving tengevolge van brandstoftoerisme. Het kan hierbij gaan om aanzienlijke nationale belastinginkomsten in de vorm van BTW en accijnzen. Daarom moet het probleem worden aangepakt op communautair juridisch niveau om de lidstaten het recht te verlenen de situatie nauwlettend in het oog te houden en te evalueren. | |
Amendement 9 Artikel 14, lid 1, letter a) | |
a) personen die in het grensgebied hun verblijfplaats hebben; |
schrappen |
Motivering | |
Dit concept is discriminerend, moeilijk te handhaven en willekeurig. De douane beschikt reeds over bevoegdheden om goederen te confisqueren die niet voor persoonlijke consumptie bestemd zijn of die worden doorverkocht. Deze bevoegdheden zijn voldoende om veelvuldige grensgangers af te schrikken die in grensgebieden wonen. | |
Amendement 10 Artikel 16, lid 3 bis (nieuw) | |
|
3 bis. De in artikel 8, lid 1 en 2, genoemde drempelbedragen worden ten minste elke vijf jaar bijgesteld met niet minder dan het geharmoniseerde indexcijfer van de consumentenprijzen dan wel, indien dit hoger is, het gemiddelde inflatiepercentage van de lidstaten berekend aan de hand van de officiële gegevens van Eurostat, tenzij de Raad met eenparigheid van stemmen anders besluit. |
Motivering | |
De herziening van de vrijstellingen lijkt te sporadisch en niet automatisch te hebben plaatsgevonden. Dit amendement dient om een automatisch mechanisme hiervoor in de richtlijn te introduceren. |
- [1] Nog niet in het PB gepubliceerd.
TOELICHTING
I. Juridische achtergrond en noodzaak van een herziening
In 1969 keurde de Raad een richtlijn goed inzake de harmonisatie van de bepalingen met betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelasting (BTW) en accijnzen op goederen die worden ingevoerd door reizigers uit derde landen[1]. De richtlijn introduceerde vrijstellingen van BTW en accijnzen op de niet-commerciële invoer van goederen beneden bepaalde hoeveelheden naar de Gemeenschap door reizigers uit derde landen. Tevens legde de richtlijn de kwantitatieve drempels vast voor tabaksproducten, alcohol, parfum, koffie en thee. De richtlijn uit 1969 is sindsdien meerdere keren gewijzigd om een aantal technische aanpassingen en wijzigingen van de quota door te voeren, alsmede een aantal uitzonderingen voor enkele lidstaten. De uitbreiding van de EU in 2004 bracht belangrijke wijzigingen met zich mee met betrekking tot de vorm en geografische omvang van de Unie en betekende nieuwe grenzen tussen de EU-lidstaten Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije en Hongarije enerzijds en landen als Rusland, Oekraïne en Belarus anderzijds (en na 1 januari 2007, wanneer Roemenië en Bulgarije naar verwachting zullen toetreden, kan deze lijst worden uitgebreid met Moldavië, Servië en Macedonië), hetgeen nieuwe wetgevende actie door de Raad noodzakelijk maakt vanwege het aantal lidstaten dat de Commissie verzoekt om de bepalingen van 1969 nogmaals te herzien. Het huidige voorstel roept op tot nieuwe bepalingen betreffende vrijstellingen voor reizigers met ingang van 1 januari 2007. De Commissie is tevens overgegaan tot het herzien van de drempelbedragen en hoeveelheden in titel XI van Verordening (EEG) nr. 918/83 van de Raad betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen, om deze in overeenstemming te brengen met de voorgestelde bepalingen inzake vrijstellingen van BTW en accijnzen voor internationale reizigers.
II. Kwantitatieve beperkingen en drempelbedragen
Overeenkomstig de huidige bepalingen zijn reizigers vanuit derde landen naar de EU vrijgesteld van BTW en accijnzen op ingevoerde goederen van niet-commerciële aard voor een maximumbedrag van 175 EUR of een gelijk bedrag in nationale valuta voor lidstaten buiten de eurozone. De richtlijn legt tevens kwantitatieve beperkingen vast voor bepaalde goederen, zoals hierboven vermeld, alsmede aanvullende bepalingen voor speciale gevallen.
Het huidige voorstel van de Commissie stelt een verhoging van het drempelbedrag voor tot 220 EUR, rekening houdend met het totale inflatiepercentage van de EU sinds de laatste herziening in 1994 ter hoogte van 25%.
Waar het gaat om tabaksproducten, rekening houdend met de wereldwijde volksgezondheidscampagne ter bestrijding van roken en de negatieve gevolgen daarvan, introduceert het voorstel de mogelijkheid van strengere beperkingen voor tabaksproducten en een bepaling dat deze kunnen worden toegepast op grensoverschrijdingen over land indien de lidstaten dit wensen.
Met betrekking tot alcoholhoudende dranken stelt de Commissie voor om een nieuwe kwantitatieve beperking in te voeren voor bier (16 liter) en de kwantitatieve beperking voor wijn te verhogen van 2 tot 4 liter, om een zekere mate van consistentie en non-discriminatie te garanderen tussen alle alcoholische dranken, aangezien er vanuit het oogpunt van volksgezondheid geen duidelijk bewijs is dat de ene productcategorie veiliger is dan de andere. De nieuwe kwantitatieve beperking voor bier, de enige alcoholhoudende drank waar voordien geen beperking voor bestond, brengt de andere lidstaten op één lijn met de Finse uitzondering en is gericht op de bestrijding van alcoholisme, een groot volksgezondheidsprobleem in de EU.
Kwantitatieve beperkingen op koffie- en theeproducten alsmede op parfum moeten worden afgeschaft als historische anomalie, stammend uit de tijd dat op dergelijke goederen hoge accijnzen werden geheven, hetgeen niet langer het geval is.
III. Standpunt van de rapporteur
De rapporteur verwelkomt en steunt in het algemeen het voorstel van de Commissie, met name de verhoging van de vrijstelling voor luchtreizigers voor goederen tot 500 EUR, maar wil niettemin een aantal nieuwe amendementen voorstellen:
- de leeftijd waaronder de lidstaten de drempelbedragen kunnen verlagen (15 jaar in het voorstel) en de leeftijd waaronder de lidstaten geen vrijstellingen zullen toelaten betreffende kwantitatieve beperkingen voor de invoer van tabak en alcoholhoudende dranken (17 jaar in het huidige voorstel) moeten beiden worden verhoogd tot 18 jaar; deze traditionele leeftijdsgrenzen, ongewijzigd sinds 1969, zijn historische anomalieën, aangezien in de meeste lidstaten de leeftijd van volwassenheid voor activiteiten als stemmen en het nuttigen van alcohol op 18 jaar is gesteld, en de meerderheid van de bevolking onder de 18 jaar nog niet economisch onafhankelijk is, hetgeen 40 jaar geleden misschien niet het geval was. Niettemin hebben de lidstaten met het oog op de subsidiariteit nog altijd de mogelijkheid de vrijstellingen voor ingevoerde goederen in het algemeen, dus als het niet gaat om alcohol en sigaretten, te handhaven, indien dit overeenstemt met de nationale gebruiken. Het niet vrijstellen van alcohol en sigaretten heeft medische redenen, aangezien drinken en roken door tieners zeer ernstige problemen op het gebied van volksgezondheid met zich meebrengt;
- er moet een nieuwe categorie reizigers worden ingevoerd, naast luchtreizigers, reizigers in de particuliere plezierluchtvaart en grensarbeiders, te weten reizigers op veerdiensten en cruises op zee die reizen over zee van een zekere duur en afstand maken; over de exacte vereiste lengte van de zeereizen kan worden gediscussieerd, en deze kan worden gesteld op 50 of 100 kilometer, om korte zeereisjes uit te sluiten, aangezien hier misbruik van zou kunnen worden gemaakt en dit voor sommige lidstaten een aanzienlijk verlies van inkomsten zou kunnen betekenen;
- de rapporteur erkent de bezorgdheid van een aantal nieuwe lidstaten die grenzen aan derde landen, waar de detailhandelsprijzen vaak aanzienlijk lager liggen, en die daarom te maken hebben met een intensieve grensoverschrijdende verhandeling van die goedkopere producten. Hij is echter van mening dat de voorgestelde drempelbedragen voor luchtreizigers en reizigers op veerdiensten en cruises op zee voor de invoer van goederen, anders dan tabaksproducten en alcoholhoudende dranken, te laag zijn en aanzienlijk verhoogd moeten worden; de drempelbedragen voor grensoverschrijdende reizen over land, hoewel deze lager zijn dan voor het lucht- en zeeverkeer, zouden ook enigszins kunnen worden verhoogd. Tevens is het een feit dat het vaak nuttiger is om de buurlanden in het oosten te helpen door de handel uit te breiden dan door steun te verlenen met middelen van het ENPI, afkomstig van de algemene begroting van de EU;
- voor wat betreft de bewoners van de zogeheten grensgebieden en het voorstel van de Commissie om lidstaten toe te staan lagere drempelbedragen en kwantitatieve drempels toe te passen, is de rapporteur van mening dat burgers die ervoor kiezen vlakbij grenzen van de Gemeenschap te gaan wonen niet anders moeten worden behandeld dan de overige burgers. Hij stelt daarom voor de bepalingen ter zake te schrappen en de bevoegdheden van de nationale douanediensten voor wat betreft inbeslagname te versterken en sancties op te leggen aan burgers, waaronder bewoners van grensgebieden, die de vrijstellingen misbruiken voor handelsdoeleinden.
- [1] Richtlijn 69/169/EEG van de Raad van 28 mei 1969 inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer.
PROCEDURE
Titel |
Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde en accijnzen op goederen die door uit derde landen komende reizigers worden ingevoerd |
|||||||
Document- en procedurenummers |
COM(2006)0076 – C6-0078/2006 – 2006/0021(CNS) |
|||||||
Datum raadpleging EP |
7.3.2006 |
|||||||
Commissie ten principale |
ECON |
|||||||
Medeadviserende commissie(s) |
ENVI |
INTA |
|
|
|
|||
Geen advies |
ENVI |
INTA |
|
|
|
|||
Nauwere samenwerking |
|
|
|
|
|
|||
Rapporteur(s) |
Charles Tannock |
|
||||||
Vereenvoudigde procedure – datum besluit |
|
|||||||
Betwisting rechtsgrondslag |
|
|
|
|
|
|||
Wijziging financiële voorzieningen |
|
|
|
|
|
|||
Raadpleging Europees Economisch en Sociaal Comité – datum EP-besluit |
|
|||||||
Raadpleging Comité van de regio's – datum EP-besluit |
|
|||||||
Behandeling in de commissie |
20.6.2006 |
11.7.2006 |
11.9.2006 |
|
|
|||
Datum goedkeuring |
10.10.2006 |
|||||||
Uitslag eindstemming |
+: -: 0: |
37 1 0 |
||||||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Zsolt László Becsey, Pervenche Berès, Sharon Bowles, Udo Bullmann, Ieke van den Burg, David Casa, Jan Christian Ehler, Jonathan Evans, Jean-Paul Gauzès, Robert Goebbels, Donata Maria Assunta Gottardi, Benoît Hamon, Gunnar Hökmark, Karsten Friedrich Hoppenstedt, Sophia in 't Veld, Wolf Klinz, Christoph Konrad, Guntars Krasts, Kurt Joachim Lauk, Andrea Losco, Astrid Lulling, Gay Mitchell, Joseph Muscat, John Purvis, Alexander Radwan, Dariusz Rosati, Eoin Ryan, Antolín Sánchez Presedo, Manuel António dos Santos, Peter Skinner, Margarita Starkevičiūtė, Sahra Wagenknecht |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) |
Charles Tannock |
|||||||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2) |
Katerina Batzeli, Andrew Duff, Harald Ettl, Luis Herrero-Tejedor, Ona Juknevičienė |
|||||||
Datum indiening |
16.10.2006 |
|||||||
Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar) |
... |
|||||||