VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (Europees instrument voor democratie en mensenrechten)

24.10.2006 - (COM(2006)0354 – C6‑0206/2006 – 2006/0116(COD)) - ***I

Commissie buitenlandse zaken
Rapporteurs: Hélène Flautre, Edward McMillan-Scott
Rapporteur voor advies(*): Alessandro Battilocchio, Commissie ontwikkelingssamenwerking
(*) Nauwere samenwerking tussen commissies - Artikel 47 van het Reglement

Procedure : 2006/0116(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A6-0376/2006
Ingediende teksten :
A6-0376/2006
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (Europees instrument voor democratie en mensenrechten)

(COM(2006)0354 – C6‑0206/2006 – 2006/0116(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2006)0354)[1],

–   gelet op artikel 251, lid 2 en de artikelen 179, lid 1 en 181 A, lid 2 van het EG­Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6‑0206/2006),

–   gezien de Verklaring van de Commissie betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties, die als bijlage gaat bij het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[2] ("het IIA") alsmede de briefwisseling dienaangaande,

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en de adviezen van de Commissie ontwikkelingssamenwerking, de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid en de Begrotingscommissie (A6‑0376/2006),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  is van mening dat het financieel bedrag dat in het wetgevingsvoorstel wordt genoemd, verenigbaar moet zijn met het plafond van rubriek 4 van het nieuwe meerjarig financieel kader en wijst erop dat over het jaarlijkse bedrag een besluit zal worden genomen in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure, overeenkomstig punt 37 van het IIA;

4.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekstAmendementen van het Parlement

Amendement 1

Overweging 1

(1) Er wordt een nieuw kader voorgesteld voor de planning en uitvoering van de buitenlandse hulp van de Gemeenschap om deze effectiever te maken. Verordening (EG) nr. […] van de Raad heeft betrekking op de oprichting van het instrument voor communautaire pretoetredingssteun (IPA) voor (potentiële) kandidaat-lidstaten. Verordening (EG) nr. […] van het Europees Parlement en de Raad heeft betrekking op de oprichting van het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) voor directe steun in het kader van nabuurschapsbeleid van de EU. Verordening (EG) nr. […] van het Europees Parlement en de Raad heeft betrekking op de oprichting van het financieringsinstrument voor economische samenwerking en ontwikkelingssamenwerking. Verordening (EG) nr. […] van het Europees Parlement en de Raad heeft betrekking op de oprichting van het financieringsinstrument voor stabiliteit, waarmee steun wordt verleend in (dreigende) crisissituaties en specifieke mondiale en transregionale problemen. Bij deze verordening wordt een Europees instrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten (EIDHR) in de wereld ingesteld.

(1) Er wordt een nieuw kader voorgesteld voor de planning en uitvoering van de buitenlandse hulp van de Gemeenschap om deze effectiever en transparanter te maken. Deze verordening is een van de algemene instrumenten die het externe beleid van de Europese Unie direct ondersteunen en stelt een Europees instrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten (EIDHR) in de wereld in, dat ook zonder toestemming van het gastland operationeel kan zijn.

Motivering

De onderhandelingen over de opzet van de externe financiële instrumenten zijn nog niet afgerond, maar zullen hoogst waarschijnlijk resulteren in nieuwe instrumenten. Over deze formulering is al eerder overeenstemming bereikt met betrekking tot andere instrumenten.

Amendement 2

Overweging 3

(3) Het bevorderen van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten en fundamentele vrijheden is een van de belangrijkste doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap en van de economische, financiële en technische samenwerking met derde landen. Een verbintenis tot het eerbiedigen, bevorderen en beschermen van de democratische beginselen en de mensenrechten is een essentieel element in de overeenkomsten die de Gemeenschap met derde landen sluit.

(3) Het bevorderen van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten en fundamentele vrijheden is een van de belangrijkste doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap en van de economische, financiële en technische samenwerking met derde landen. Een verbintenis tot het eerbiedigen, bevorderen en beschermen van de democratische beginselen en de mensenrechten is een essentieel element in de overeenkomsten die de Gemeenschap met derde landen sluit en in haar handelsbetrekkingen met deze landen.

Amendement 3

Overweging 4

(4) In de Europese consensus inzake ontwikkeling die door de Raad en de vertegenwoordigers van de regering van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, de Europese Commissie en het Europees Parlement gezamenlijk is vastgesteld wordt benadrukt dat "vooruitgang bij de bescherming van de mensenrechten, goed bestuur en democratisering fundamenteel [is] voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling".

(4) In de Europese consensus inzake ontwikkeling die door de Raad en de vertegenwoordigers van de regering van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, de Europese Commissie en het Europees Parlement gezamenlijk is vastgesteld wordt benadrukt dat "vooruitgang bij de bescherming van de mensenrechten, goed bestuur en democratisering fundamenteel [is] voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling". Zulke beleidsmaatregelen dragen daarom sterk bij tot het bereiken van de millenniumontwikkelings-doelstellingen inzake armoedebestrijding (MDG), waarvoor de Europese Unie zich in 2000 heeft geëngageerd.

Motivering

De verwijzing naar de Europese consensus is passend, maar er moet ook een verwijzing naar de millenniumontwikkelingsdoelstellingen aan worden toegevoegd.

Amendement 4

Overweging 5

(5) Het financieringsinstrument draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstelling van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie met betrekking tot ontwikkeling en consolidering van de democratie en de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden.

(5) Het financieringsinstrument draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstelling van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie, als verwoord in artikel 11, lid 1 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met betrekking tot ontwikkeling en consolidering van de democratie en de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden.

Amendement 5

Overweging 5 bis (nieuw)

(5 bis) In zijn verslag "In grotere vrijheid - Ontwikkeling, veiligheid en mensenrechten voor allen" beschrijft de secretaris-generaal van de Verenigde Naties ook de relatie tussen ontwikkeling, veiligheid en mensenrechten en merkt hij op dat "ontwikkeling, veiligheid en mensenrechten niet alleen noodzakelijk zijn, maar elkaar bovendien versterken. (…) Ontwikkeling is dan ook niet mogelijk zonder veiligheid en veiligheid niet zonder ontwikkeling, terwijl beide onbereikbaar zijn zonder eerbiediging van de mensenrechten. Geen van deze zaken kan worden bereikt zonder de andere".

Amendement 6

Overweging 6

(6) De bijdrage van de Gemeenschap tot ontwikkeling en consolidering van de democratie en de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden is verankerd in de algemene beginselen van het Internationaal Statuut van de Mensenrechten en alle daarmee samenhangende instrumenten van de Verenigde Naties.

(6) De bijdrage van de Gemeenschap tot ontwikkeling en consolidering van de democratie en de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden is verankerd in de algemene beginselen van het Internationaal Statuut van de Mensenrechten en alle daarmee samenhangende instrumenten van de Verenigde Naties, met inbegrip van de MDG.

Amendement 7
Overweging 8

(8) Mensenrechten kunnen worden beschouwd als universeel aanvaarde internationale normen, maar democratie moet worden gezien als een proces dat zich van binnenuit ontwikkelt met deelname van alle geledingen van de samenleving en een reeks instellingen die moeten zorgen voor participatie, vertegenwoordiging, reactiebereidheid en verantwoordingsplicht. Het opbouwen en instandhouden van mensenrechten en ervoor zorgen dat de democratie goed functioneert ten dienste van de burgers is vooral in opkomende democratieën een moeilijke maar absoluut noodzakelijke taak en vormt een voortdurende uitdaging voor in de eerste plaats de bevolking van het betrokken land.

(8) Mensenrechten en democratische beginselen en waarden kunnen worden beschouwd als universeel aanvaarde internationale normen, maar de specifieke procedures voor de totstandbrenging van instellingen die ervoor kunnen zorgen dat alle democratische en mensenrechten worden geëerbiedigd, moeten worden gezien als een proces dat zich van binnenuit ontwikkelt met deelname van alle geledingen van de samenleving en een reeks instellingen die moeten zorgen voor participatie, vertegenwoordiging, reactiebereidheid en verantwoordingsplicht. Het opbouwen en instandhouden van mensenrechten en ervoor zorgen dat de democratie goed functioneert ten dienste van de burgers is vooral in opkomende democratieën, waar autoritaire overheden het maatschappelijk middenveld en zijn authentieke NGO's onderdrukken, een moeilijke maar absoluut noodzakelijke taak en vormt een voortdurende uitdaging voor in de eerste plaats de bevolking van het betrokken land, zonder echter af te doen aan het engagement van de internationale gemeenschap.

Motivering

Het is belangrijk om eraan te herinneren dat de opbouw van de democratie eerst en vooral de verantwoordelijkheid is van de betrokken landen, maar ook het engagement van de internationale gemeenschap moet worden vermeld.

Amendement 8

Overweging 9

(9) Op bovenstaande kwesties tijdig en op effectieve en flexibele wijze te kunnen aanpakken na het verstrijken op 31 december 2006 van Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad en Verordening (EG) nr. 976/1999 van de Raad, die de juridische grondslag vormden voor het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten, zijn specifieke financiële middelen en een onafhankelijk financieringsinstrument noodzakelijk, die op zichzelf staan en daarnaast een aanvulling vormen op de humanitaire hulp en de financieringsinstrumenten voor langetermijnontwikkeling en -samenwerking.

(9) Op bovenstaande kwesties tijdig en op transparante, effectieve en flexibele wijze te kunnen aanpakken na het verstrijken op 31 december 2006 van Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad en Verordening (EG) nr. 976/1999 van de Raad, die de juridische grondslag vormden voor het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten, zijn specifieke en adequate financiële middelen en een afzonderlijk financieringsinstrument noodzakelijk, die op zichzelf staan en daarnaast een aanvulling vormen op en aangevuld worden door de andere instrumenten voor het externe beleid van de Europese Unie.

Motivering

Het is niet duidelijk wat "onafhankelijk" in dit verband zou kunnen betekenen en daarom is "afzonderlijk" een betere term. De verschillende instrumenten voor externe acties hangen uiteindelijk allemaal samen en vullen elkaar dus aan.

Amendement 9

Overweging 10

(10) De communautaire steun in het kader van deze verordening dient ter aanvulling op de verschillende andere instrumenten voor de uitvoering van het EU-beleid inzake democratie en mensenrechten, die variëren van politieke dialoog en diplomatieke demarches tot diverse instrumenten voor financiële en technische samenwerking, die zowel geografische als thematische programma's omvatten. Ook zal het instrument een aanvulling vormen op de meer crisisgerelateerde interventies in het kader van het stabiliteitsinstrument.

(10) De communautaire steun in het kader van deze verordening dient ter aanvulling op de verschillende andere instrumenten voor de uitvoering van het EU-beleid inzake democratie en mensenrechten, die variëren van politieke dialoog en diplomatieke demarches tot diverse instrumenten voor financiële en technische samenwerking, die zowel geografische als thematische programma's en instrumenten omvatten. Het zal een belangrijk middel worden voor de uitvoering van het EU-beleid ter bevordering van mensenrechten en democratie, met name in het licht van de EU-richtsnoeren inzake mensenrechten-kwesties en de uitvoering van de clausules over democratie en mensenrechten. Ook zal het instrument een aanvulling vormen op de meer crisisgerelateerde interventies in het kader van het stabiliteitsinstrument.

Motivering

Onderstreept moet worden dat het om een instrument gaat voor de uitvoering van de EU-richtsnoeren inzake mensenrechten en democratie alsmede van de mensenrechtenclausules.

Amendement 10

Overweging 11

(11) In aanvulling op de maatregelen die worden getroffen in samenwerking met partnerlanden in het kader van de samenwerking uit hoofde van het instrument voor pretoetredingssteun, het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, het instrument voor economische samenwerking en ontwikkelingssamenwerking, de Overeenkomst van Cotonou met de ACS-landen en het stabiliteitsinstrument, verleent de Gemeenschap in het kader van deze verordening steun voor mondiale, regionale en nationale mensenrechten- en democratiseringsvraagstukken, in samenwerking met het maatschappelijk middenveld.

(11) In aanvulling op de maatregelen die worden getroffen in samenwerking met partnerlanden in het kader van de samenwerking uit hoofde van het instrument voor pretoetredingssteun, het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, het instrument voor economische samenwerking en ontwikkelingssamenwerking, de Overeenkomst van Cotonou met de ACS-landen en het stabiliteitsinstrument, verleent de Gemeenschap in het kader van deze verordening steun aan niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, bij de aanpak van mondiale, nationale, regionale en lokale mensenrechten- en democratiseringsvraagstukken.

Amendement 11

Overweging 12

(12) Doelstellingen met betrekking tot democratie en mensenrechten zijn in toenemende mate geïntegreerd in alle financieringsinstrumenten voor buitenlandse hulp, maar de communautaire steun in het kader van deze verordening zal een specifieke aanvullende rol spelen vanwege zijn mondiale karakter en het feit dat de steun niet afhankelijk is van de toestemming van de overheden van derde landen. Dit maakt samenwerking met het maatschappelijk middenveld mogelijk op het gebied van gevoelige thema’s met betrekking tot mensenrechten en democratie en biedt voldoende flexibiliteit om in te spelen op veranderende omstandigheden of om innovaties te ondersteunen. Het schept ook capaciteit op EU-niveau om specifieke internationale doelstellingen te formuleren en te ondersteunen die geen betrekking hebben op een bepaald geografisch gebied en geen verband houden met een crisis en waarvoor een internationale aanpak vereist is of waarbij sprake is van operaties zowel binnen de EU als in een aantal derde landen. Het biedt het noodzakelijke kader voor maatregelen zoals onafhankelijke verkiezingswaarnemingsmissies van de EU waarvoor samenhang van het beleid, een uniform beheerssysteem en gezamenlijke actienormen vereist zijn.

(12) Doelstellingen met betrekking tot democratie en mensenrechten dienen in toenemende mate geïntegreerd te zijn in alle financieringsinstrumenten voor buitenlandse hulp, maar de communautaire steun in het kader van deze verordening zal een specifieke aanvullende en bijkomende rol spelen vanwege zijn mondiale karakter en het feit dat de steun niet afhankelijk is van de toestemming van de regeringen en andere overheden van derde landen. Dit maakt samenwerking met niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, mogelijk op het gebied van gevoelige thema’s met betrekking tot mensenrechten en democratie en biedt voldoende flexibiliteit om in te spelen op veranderende omstandigheden of om innovaties te ondersteunen. Het schept ook capaciteit op EU-niveau om specifieke internationale doelstellingen te formuleren en te ondersteunen die geen betrekking hebben op een bepaald geografisch gebied en geen verband houden met een crisis en waarvoor een internationale aanpak vereist is of waarbij sprake is van operaties zowel binnen de EU als in een aantal derde landen. Het biedt het noodzakelijke kader voor maatregelen zoals onafhankelijke verkiezingswaarnemingsmissies van de EU waarvoor samenhang van het beleid, een uniform beheerssysteem en gezamenlijke actienormen vereist zijn.

Amendement 12

Overweging 12 bis (nieuw)

 

(12 bis) De Gemeenschapssteun in het kader van deze verordening dient ook ten goede te komen aan projecten van en voor democratische parlementen ter bevordering van mensenrechten en democratie en aan hun politieke capaciteitsopbouw, indien de regering van het betrokken land zich verzet tegen steunverlening via het instrument voor pretoetredingssteun, het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, de Overeenkomst van Cotonou met de ACS-landen of het instrument voor stabiliteit, alsmede voor democratische politieke groeperingen.

Amendement 13

Overweging 13

(13) In de "Richtsnoeren voor de versterking van de operationele coördinatie tussen de Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, en de lidstaten op het gebied van externe hulp" uit 2001 wordt benadrukt dat de buitenlandse hulp van de EU ter ondersteuning van democratiseringsprocessen en de bevordering van de mensenrechten en fundamentele vrijheden in de wereld beter moet worden gecoördineerd. De Commissie en de lidstaten zullen ervoor zorgen dat hun steunmaatregelen op elkaar worden afgestemd.

(13) In de "Richtsnoeren voor de versterking van de operationele coördinatie tussen de Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, en de lidstaten op het gebied van externe hulp" uit 2001 wordt benadrukt dat de algehele buitenlandse hulp van de EU ter ondersteuning van democratiseringsprocessen en de bevordering van de mensenrechten en fundamentele vrijheden in de wereld beter moet worden gecoördineerd. De Commissie en de lidstaten zullen ervoor zorgen dat hun steunmaatregelen op elkaar worden afgestemd en samenhang vertonen.

Motivering

Er wordt verduidelijkt dat het gaat om de coördinatie tussen de Commissie en de lidstaten. Bovendien wordt de noodzaak van samenhang vermeld.

Amendement 14

Overweging 14

(14) Vanwege het belang en het toepassingsgebied van de communautaire steun voor democratie en mensenrechten moet de Commissie regelmatig informatie uitwisselen met het Europees Parlement.

(14) Vanwege het belang en het toepassingsgebied van de communautaire steun voor democratie en mensenrechten moet de Commissie regelmatig informatie uitwisselen met het Europees Parlement en een regelmatige dialoog voeren in de zin van artikel 16, lid 4.

Motivering

Er moet niet alleen informatie worden uitgewisseld, maar ook een regelmatige dialoog worden gevoerd, zoals staat in de verklaring van de Commissie betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties bij het Interinstitutionele Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer.

Amendement 15

Overweging 15

(15) Zo vroeg mogelijk in het programmeringsproces moet de Commissie vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld raadplegen, evenals andere donors en betrokkenen, zodat zij gemakkelijker hieraan kunnen bijdragen en hun hulpactiviteiten zo goed mogelijk op elkaar kunnen worden afgestemd.

(15) Al in een vroeg stadium van het programmeringsproces moet de Commissie het Europees Parlement en vertegenwoordigers van niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, raadplegen, evenals andere donors en betrokkenen, zodat zij gemakkelijker hieraan kunnen bijdragen en hun hulpactiviteiten zo goed mogelijk op elkaar kunnen worden afgestemd en zo efficiënt en doeltreffend mogelijk beantwoorden aan de vastgelegde doelstellingen.

Motivering

Ook het Europees Parlement moet in alle gevallen worden geraadpleegd. Bovendien wordt herinnerd aan de doelstelling van doeltreffendheid.

Amendement 16

Overweging 16

(16) De Gemeenschap moet snel in kunnen spelen op onvoorziene behoeften en buitengewone omstandigheden zodat haar verbintenis tot het bevorderen van democratie en mensenrechten in landen waar zich problemen op dit gebied voordoen geloofwaardig en doeltreffend is. Daarom moet de Commissie bijzondere maatregelen kunnen nemen buiten de strategiedocumenten om. Dit steunbeheersinstrument komt overeen met de andere instrumenten voor de financiering van buitenlandse hulp.

(16) De Gemeenschap moet snel in kunnen spelen op onvoorziene behoeften en buitengewone omstandigheden zodat haar verbintenis tot het bevorderen van democratie en mensenrechten in landen waar zich problemen op dit gebied voordoen, met name indien de EU met deze landen bijstandsverdragen heeft afgesloten waarin de democratieclausule is opgenomen, geloofwaardig en doeltreffend is. Daarom moet de Commissie bijzondere maatregelen kunnen nemen buiten de strategiedocumenten om en flexibel kunnen reageren op specifieke behoeften van niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, en strijders voor de mensenrechten. Dit steunbeheersinstrument komt overeen met de andere instrumenten voor de financiering van buitenlandse hulp.

Amendement 17

Overweging 17

(17) Bij deze verordening worden voor de gehele looptijd van het programma financiële middelen vastgesteld die voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt zijn in de zin van punt 37 van het op 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gesloten Interinstitutioneel Akkoord inzake de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure.

Niet van toepassing op de Nederlandse tekst.

Amendement 18

Overweging 18

(18) De financiële steun voor het Europees Interuniversitair Centrum voor mensenrechten en democratisering, dat een Europese masteropleiding in mensenrechten en democratisering aanbiedt, en het EU-UN Fellowship Programme moet worden gewaarborgd na het verstrijken eind 2006 van Besluit nr. 791/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van op Europees niveau actieve organisaties en ter ondersteuning van gerichte activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding, dat de juridische grondslag voor de financiering vormde.

(18) De financiële steun voor instellingen die de doelstellingen van deze verordening steunen, onder meer het Europees Interuniversitair Centrum voor mensenrechten en democratisering, dat een Europese masteropleiding in mensenrechten en democratisering aanbiedt, en het EU-UN Fellowship Programme moet worden gewaarborgd na het verstrijken eind 2006 van Besluit nr. 791/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van op Europees niveau actieve organisaties en ter ondersteuning van gerichte activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding, dat de juridische grondslag voor de financiering vormde.

Amendement 19

Overweging 20 bis (nieuw)

 

(20 bis) Het succes van de Europese Unie bij de verkiezingswaarnemingsmissies in de gehele wereld is aanzienlijk en permanent, maar de bevordering van de democratie gaat veel verder dan het verkiezingsproces, zodat dergelijke activiteiten geen onevenredig bedrag van de totale financiering mogen opslokken, met name ten opzichte van de financiering van mensenrechtenorganisaties en -projecten aan de basis.

Amendement 20

Artikel 1, lid 1

1. Bij deze verordening wordt een Europees instrument voor democratie en mensenrechten ingesteld, op grond waarvan de Gemeenschap steun zal verlenen in het kader van het communautaire beleid inzake ontwikkelingssamenwerking en economische, financiële en technische samenwerking met derde landen teneinde bij te dragen aan de ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden.

1. Bij deze verordening wordt een Europees instrument voor democratie en mensenrechten ingesteld, op grond waarvan de Gemeenschap steun zal verlenen in het kader van het communautaire beleid inzake ontwikkelingssamenwerking, het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en economische, financiële en technische samenwerking met derde landen teneinde bij te dragen aan de ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten, burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten en fundamentele vrijheden, de kernwaarden die de grondslag vormen van het buitenlandse optreden van de Europese Unie.

Amendement 21

Artikel 1, lid 2, letter a)

a) versterking van de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden waar deze het meest worden bedreigd en hulp aan en solidariteit met de slachtoffers van onderdrukking of mishandeling;

a) bevordering en bestendiging van de democratie en democratische hervormingen en versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in derde landen, zoals vastgelegd in de Universele verklaring van de rechten van de mens en andere internationale en regionale mensenrechteninstrumenten, hoofdzakelijk door middel van steun aan de in artikel 9 bedoelde actoren en aan voorvechters van de mensenrechten, zoals omschreven in de EU-richtsnoeren over mensenrechtenactivisten;

Amendement 22

Artikel 1, lid 2, letter b)

b) versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld bij het bevorderen van mensenrechten en democratische hervormingen, het ontwikkelen van politieke participatie en vertegenwoordiging en het ondersteunen van conflictpreventie;

schrappen

Amendement 23

Artikel 1, lid 2, letter c)

c) versterking van het internationaal kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie;

c) ondersteuning en versterking van het internationaal en regionaal kader voor de bevordering en de bescherming van de mensenrechten, de bevordering van de democratie en de rechtsstaat en conflictpreventie; versterking van de rol van onafhankelijke niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, een factor die in dit verband essentieel is;

Motivering

Het regionale kader wordt steeds belangrijker en moet worden vermeld, evenals de rol van het maatschappelijk middenveld.

Amendement 24

Artikel 1, lid 2, letter d)

d) het opbouwen van vertrouwen in democratische verkiezingsprocessen door de verdere ontwikkeling van verkiezingswaarneming en -ondersteuning.

d) het vergroten van de betrouwbaarheid van verkiezingsprocessen door middel van missies ter waarneming bij verkiezingen, als dit niet met andere meer geëigende middelen kan worden bereikt, en door ondersteuning van plaatselijke niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, een factor die in dit verband essentieel is.

Motivering

De oorspronkelijk tekst kan zo worden opgevat dat vergroting van het aantal verkiezingswaarnemingsmissies een doel op zich is. Het is belangrijk dat plaatselijke organisaties bij de verkiezingen worden betrokken en daarop toezien.

Amendement 25

Artikel 2, lid 1, letter a), inleidende formule

a) steun voor de democratie en voor democratiseringsprocessen, met name door het versterken van de rol van het maatschappelijk middenveld bij

a) bevordering en versterking van de democratie, democratiseringsprocessen en de parlementaire democratie, hoofdzakelijk via de in artikel 9 bedoelde actoren op de volgende gebieden:

Amendement 26

Artikel 2, lid 1, letter a), punt i)

i) de ontwikkeling van de politieke participatie en vertegenwoordiging van burgers, het aanmoedigen van dialoog en samenwerking met het maatschappelijk middenveld en bijdragen tot de emancipatie van gemarginaliseerde bevolkingsgroepen;

i) bevordering van de vrijheid van vereniging en vergadering, de vrijheid van meningsuiting, onafhankelijke media en vrije en gelijke toegang tot informatie, een vrij verkeer van personen; bestrijding van de bureaucratische belemmeringen voor de uitoefening van deze vrijheden;

Amendement 27

Artikel 2, lid 1, letter a), punt ii)

ii) het aanmoedigen van participatieve besluitvormingsprocessen op nationaal, regionaal en lokaal niveau en het stimuleren van gelijke participatie van mannen en vrouwen in de maatschappij, de economie en de politiek;

ii) bevordering van een onafhankelijke justitie; versterking van de rechtsstaat; ondersteuning en evaluatie van juridische en institutionele hervormingen; bestrijding van straffeloosheid en bevordering van de toegang tot de rechter (zonder dat de EU betrokken raakt bij aanhangige zaken);

Amendement 28

Artikel 2, lid 1, letter a), punt iii)

iii) het stimuleren van wederzijds respect en pluralisme, zowel binnen het maatschappelijk middenveld als op politiek niveau, door het bevorderen van de vrijheid van meningsuiting en vergadering, onafhankelijke en verantwoordelijke media, onbelemmerde toegang tot informatie en vrijheid van vereniging;

iii) bevordering en versterking van het Internationale Strafhof, internationale gelegenheidstribunalen, de overgangsrechtspraak en mechanismen voor waarheidsvinding en verzoening;

Amendement 29

Artikel 2, lid 1, letter a), punt iv)

iv) de versterking van de rechtsstaat en het aanmoedigen van justitiële hervormingen, de onafhankelijkheid van het justitiële apparaat, de bestrijding van straffeloosheid en bijdragen aan de opzet van mechanismen voor overgangsjustitie en verzoening, waaronder steun voor het opzetten en de werking van internationale gelegenheidstribunalen en het Internationale Strafhof;

iv) ondersteuning van hervormingen om daadwerkelijke en transparante democratische verantwoordingsplicht en toezicht te bewerkstelligen, waaronder toezicht op de veiligheidssector en justitie, en stimulering van maatregelen tegen corruptie;

Amendement 30

Artikel 2, lid 1, letter a), punt v)

v) de ondersteuning van hervormingen om effectieve democratische verantwoordingsplicht en effectief democratisch toezicht te bewerkstelligen, waaronder toezicht op de veiligheidssector en het aanmoedigen van maatregelen tegen corruptie;

v) bevordering van politiek pluralisme en de parlementaire democratie door steunverlening aan projecten van en voor democratische parlementen ter bevordering van mensenrechten en democratie en aan hun politieke capaciteitsopbouw, indien de regering van het betrokken land zich verzet tegen steunverlening via het instrument voor pretoetredingssteun, het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, de Overeenkomst van Cotonou met de ACS-landen of het instrument voor stabiliteit, alsmede voor democratische politieke groeperingen;

Amendement 31

Artikel 2, lid 1, letter a), punt v bis) (nieuw)

 

v bis) ontwikkeling van politieke participatie en vertegenwoordiging van burgers, in het bijzonder door gemarginaliseerde groepen erbij te halen; ondersteuning van het vermogen van niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, en democratische groepen om de politieke autoriteiten op lokaal, nationaal, regionaal en internationaal niveau aan te spreken, een dialoog met hen te voeren en hervormingen voor te stellen;

Amendement 32

Artikel 2, lid 1, letter a), punt v ter) (nieuw)

 

v ter) bevordering van de rechten van vrouwen als fundamentele mensenrechten, en van gelijke kansen; ondersteuning van politieke participatie en gelijke vertegenwoordiging van vrouwen;

Amendement 33

Artikel 2, lid 1, letter a), punt vi)

vi) de toepassing van conflictpreventie- en conflictbemiddelingstechnieken zodat gewelddadige conflicten worden voorkomen, de oorzaak van problemen wordt aangepakt en passende democratische processen worden ontwikkeld om uiteenlopende belangen te kanaliseren en te beheersen;

vi) de toepassing van conflictpreventie- en conflictbemiddelingstechnieken zodat gewelddadige conflicten worden voorkomen, de oorzaak van problemen wordt aangepakt en passende democratische processen worden ontwikkeld om uiteenlopende belangen te kanaliseren en te beheersen; de bevordering van een cultuur van geweldloosheid en vrede;

Amendement 34

Artikel 2, lid 1, letter b), inleidende formule

b) bevordering en verdediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale instrumenten met betrekking tot burgerrechten en politieke, economische en sociale rechten. Dit omvat steun via het maatschappelijk middenveld voor:

b) bevordering en verdediging, hoofdzakelijk door niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, van mensenrechten en fundamentele vrijheden zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere regionale en internationale mensenrechteninstrumenten, met name het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten.

De activiteiten in het kader van dit instrument hebben onder meer betrekking op de volgende gebieden:

Amendement 35

Artikel 2, lid 1, letter b), punt i)

i) de afschaffing van de doodstraf, het voorkomen van marteling en mishandeling en rehabilitatie van de slachtoffers van marteling en schendingen van de mensenrechten;

i) de afschaffing van de doodstraf, de bestrijding en het voorkomen van marteling en andere wrede, onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing, waaronder huiselijk geweld, en de rehabilitatie van de slachtoffers van marteling;

Motivering

Rehabilitatie van de slachtoffers van schendingen van de mensenrechten valt eerder onder de bestrijding van straffeloosheid. "Marteling en andere wrede, onmenselijke en onterende behandelingen" is de gebruikelijke VN-term die in internationale verdragen wordt gebruikt.

Amendement 36

Artikel 2, lid 1, letter b), punt ii)

ii) mensenrechtenactivisten;

ii) de ondersteuning en bescherming van en hulpverlening aan mensenrechtenactivisten, met inbegrip van verkozenen wie belet wordt hun mandaat uit te oefenen, politieke activisten en slachtoffers van schendingen van de mensenrechten;

Motivering

Ook steun voor middenveldorganisaties die slachtoffers van mensenrechtenschendingen bijstaan is belangrijk. Parlementariërs die hun mandaat niet kunnen uitoefenen en politieke dissidenten, die wezenlijke spelers zijn in elk democratiseringsproces, hebben ook recht op bescherming en bijstand.

Amendement 37

Artikel 2, lid 1, letter b), punt iii)

iii) de strijd tegen racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie op welke grond dan ook;

iii) de strijd tegen racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie op grond van geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuigingen, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele geaardheid of identiteit of op welke andere grond dan ook;

Amendement 38

Artikel 2, lid 1, letter b), punt iii bis) (nieuw)

iii bis) de bevordering en verdediging van de vrijheid van meningsuiting, inclusief artistieke en culturele expressie, en de strijd tegen censuur;

Amendement 39

Artikel 2, lid 1, letter b), punt iv)

iv) minderheden, etnische groepen en inheemse volkeren;

iv) de rechten van minderheden, etnische groepen en inheemse volkeren, met name door bestrijding van discriminatie¸ en voorts de rechten van immigranten, vluchtelingen en ontheemden;

Amendement 40

Artikel 2, lid 1, letter b), punt v)

v) vrouwenrechten;

v) vrouwenrechten, waaronder de strijd tegen genitale verminking van de vrouw, voortijdige en gedwongen huwelijken, eerwraak, huiselijk geweld en welke andere vorm van geweld tegen vrouwen dan ook;

Amendement 41

Artikel 2, lid 1, letter b), punt vi)

vi) kinderrechten;

vi) kinderrechten, waaronder de strijd tegen kinderarbeid, -handel en -prostitutie, en de rekrutering en het inzetten van kindsoldaten;

Amendement 42

Artikel 2, lid 1, letter b), punt vii)

vii) fundamentele arbeidsnormen;

vii) fundamentele arbeidsnormen, met inbegrip van de bevordering van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen;

Amendement 43

Artikel 2, lid 1, letter b), punt vii bis) (nieuw)

 

vii bis) de rechten van gehandicapten;

Amendement 44

Artikel 2, lid 1, letter b), punt viii)

viii) onderwijs, opleiding en toezicht op het gebied van mensenrechten en democratie;

viii) onderwijs, opleiding en toezicht op het gebied van mensenrechten, democratie, consolidatie van de vrede en geweldpreventie;

Amendement 45

Artikel 2, lid 1, letter b), punt viii bis) (nieuw)

 

viii bis) de capaciteitsopbouw voor lokale, nationale, regionale en internationale, onafhankelijke organisaties uit het maatschappelijk middenveld die zich inzetten voor de bescherming, versterking en verdediging van de mensenrechten en voor consolidatie van de vrede en geweldpreventie;

Motivering

De steun voor organisaties die zich inzetten voor de mensenrechten, consolidatie van de vrede en geweldpreventie moet expliciet worden vermeld.

Amendement 46

Artikel 2, lid 1, letter c) inleidende formule

c) versterking van het internationaal kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie met name door middel van:

c) versterking van het internationaal kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie, en met name door middel van:

Motivering

Taalkundig amendement.

Amendement 47

Artikel 2, lid 1, letter c), punt i)

i) steun voor specifieke internationale en regionale instrumenten op het gebied van mensenrechten, justitie en democratie;

i) steun voor specifieke internationale en regionale instrumenten op het gebied van mensenrechten, justitie, de rechtsstaat en democratie;

Amendement 48

Artikel 2, lid 1, letter c), punt ii)

ii) bevordering van de samenwerking met multilaterale en regionale organisaties;

ii) bevordering van de samenwerking met internationale en regionale intergouvernementele organisaties;

Amendement 49

Artikel 2, lid 1, letter c), punt ii bis) (nieuw)

ii bis) bevordering van de samenwerking tussen onafhankelijke niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, en internationale en regionale intergouvernementele organisaties; ondersteuning van activiteiten van niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, voor het bevorderen en controleren van de tenuitvoerlegging van internationale en regionale mensenrechteninstrumenten;

Motivering

Er moet meer nadruk worden gelegd op de rol van het maatschappelijke middenveld als aanspreekpunt voor regionale en internationale intergouvernementele organisaties en op hun rol bij het bevorderen en controleren van de tenuitvoerlegging van internationale en regionale mensenrechteninstrumenten.

Amendement 50

Artikel 2, lid 1, letter c), punt iii)

iii) bevordering van het naleven van internationaal humanitaire recht;

iii) bevordering van het naleven en toezicht op de tenuitvoerlegging van het internationale humanitaire recht;

Motivering

Ter dekking van de gevallen waarin voor ondertekening van een verdrag of een internationale overeenkomst speciale uitvoeringswetgeving vereist is - een wijziging van de nationale wetgeving van een aangesloten land die de naleving van verdragsverplichtingen stuurt of mogelijk maakt.

Amendement 51

Artikel 2, lid 1, letter d), inleidende formule

d) opbouw van vertrouwen in democratische verkiezingsprocessen, met name door:

d) versterking van de betrouwbaarheid van verkiezingsprocessen, met name door:

Amendement 52

Artikel 2, lid 1, letter d), punt i)

i) de inzet van verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie;

i) de inzet van verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie, ook zonder dat het gastland daarom heeft gevraagd, en maatregelen ten behoeve van niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, die bijdragen aan de uitvoering van de aanbevelingen die naar aanleiding van die missies worden gedaan;

Motivering

Er moet meer nadruk worden gelegd op de opvolging van de aanbevelingen van missies ter waarneming bij verkiezingen, zodat de werking daarvan beklijft.

Amendement 53

Artikel 2, lid 1, letter d), punt ii)

ii) bij te dragen aan de ontwikkeling van verkiezingswaarnemingscapaciteit op regionaal en lokaal niveau en ondersteuning van initiatieven om de participatie en het vertrouwen in het verkiezingsproces te vergroten.

ii) bij te dragen aan de ontwikkeling van verkiezingswaarnemingscapaciteit op regionaal en lokaal niveau en ondersteuning van initiatieven om de participatie in het verkiezingsproces te vergroten.

Amendement 54

Artikel 2, lid 1, letter d), punt ii bis) (nieuw)

ii bis) de ondersteuning van plaatselijke niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, en democratische groepen bij het toezicht op de verkiezingen en de follow-up daarvan;

Motivering

Er moet meer nadruk worden gelegd op capaciteitsopbouw voor onafhankelijke plaatselijke niet-gouvernementele organisaties zonder winstoogmerk, zodat zij beter in staat zijn toe te zien op het verkiezingsproces. Dit mag echter niet neerkomen op steunverlening aan organen die banden met de regering hebben, omdat deze organen gemakkelijk door geografische instrumenten gefinancierd kunnen worden.

Amendement 55

Artikel 2, lid 2

2. Bij alle in deze verordening genoemde steunmaatregelen wordt zoveel mogelijk gestreefd naar gelijke kansen voor mannen en vrouwen, de rechten van kinderen en inheemse bevolkingsgroepen.

2. Bij alle in deze verordening genoemde steunmaatregelen wordt zoveel mogelijk gestreefd naar gelijke kansen voor mannen en vrouwen, de rechten van het kind, inheemse bevolkingsgroepen, minderheden en gehandicapten..

Amendement 56

Artikel 3, lid 1

1. De communautaire steun in het kader van deze verordening dient ter aanvulling op de steun in het kader van de verordeningen tot instelling van het instrument voor pretoetredingssteun, het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, het instrument voor economische samenwerking en ontwikkelingssamenwerking, de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds1, en het stabiliteitsinstrument. Uit hoofde van deze verordening wordt communautaire steun verleend als en voor zover geen adequate hulp kan worden verleend in het kader van deze instrumenten, of als de steun doeltreffender kan worden verleend in het kader van deze verordening.

__________

1 PB L 317 van 15.12.2000, blz.3; PB L 385 van 29.12.2004, blz.88.

1. De communautaire steun in het kader van deze verordening enerzijds en de steun in het kader van de aanverwante communautaire instrumenten voor externe steun anderzijds vullen elkaar aan.

De maatregelen via dit instrument versterken het optreden uit hoofde van aanverwante instrumenten voor externe steun, rekening houdende met de bijzondere aard en kenmerken van dit instrument, met name het feit dat de communautaire steun uit hoofde van deze verordening geen voorafgaande toestemming van de autoriteiten van het gastland vereist en vooral wordt toegekend aan niet-gouvernementele organisaties zonder winstoogmerk die zich inzetten voor mensenrechten en democratie.

Amendement 57

Artikel 3, lid 2

2. De Commissie ziet erop toe dat de in het kader van deze verordening goedgekeurde maatregelen in overeenstemming zijn met het algemene beleidskader en met name met de doelstellingen van de genoemde instrumenten, evenals met andere relevante communautaire maatregelen en maatregelen uit hoofde van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

2. De Commissie ziet erop toe dat de in het kader van deze verordening goedgekeurde maatregelen in overeenstemming zijn met - maar niet ondergeschikt zijn aan - het algemene beleidskader en met name met de doelstellingen van de genoemde instrumenten, evenals met andere relevante communautaire maatregelen en maatregelen uit hoofde van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Zij zorgt er ook voor dat deze maatregelen aansluiten bij het EU-beleid ter bevordering van democratie en mensenrechten en met name de EU-richtsnoeren op dit terrein.

Motivering

Deze verordening is onderdeel van het algemene EU-kader voor de bevordering van democratie en mensenrechten. Maatregelen die in het kader ervan worden genomen moeten daarom aansluiten bij het algemene EU-beleid, zonder echter een relatie van ondergeschiktheid tot stand te brengen tussen dit instrument en andere communautaire instrumenten.

Amendement 58

Artikel 3, lid 3

3. Om de doeltreffendheid en samenhang van de steunmaatregelen van de Gemeenschap en die van de lidstaten te vergroten, streeft de Commissie ernaar haar eigen activiteiten en die van de lidstaten zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, zowel op het niveau van de besluitvorming als op operationeel niveau. De coördinatie omvat veelvuldige en geregelde uitwisseling van relevante informatie tijdens de verschillende fasen van het steunverleningsproces, met name op operationeel niveau, en vormt een belangrijke stap in het programmeringsproces van de Gemeenschap en de lidstaten.

3. Om de doeltreffendheid en samenhang van de steunmaatregelen van de Gemeenschap en die van de lidstaten te vergroten, zorgt de Commissie ervoor dat zij haar eigen activiteiten en die van de lidstaten zo goed mogelijk op elkaar afstemt, zowel op het niveau van de besluitvorming als op operationeel niveau. De coördinatie omvat veelvuldige en geregelde uitwisseling van relevante informatie tijdens de verschillende fasen van het steunverleningsproces, met name op operationeel niveau, en vormt een belangrijke stap in het programmeringsproces van de Gemeenschap en de lidstaten.

Motivering

Heeft dezelfde betekenis als het oorspronkelijke voorstel, maar versterkt dit.

Amendement 59

Artikel 3, lid 4

4. De Commissie streeft naar regelmatige informatie-uitwisseling met het Europees Parlement.

4. De Commissie gaat overeenkomstig artikel 16, lid 4 een regelmatige dialoog aan met het Europees Parlement.

Motivering

De procedure van een regelmatige dialoog wordt beschreven in de amendementen op artikel 16, lid 4. Met dit amendement wordt de tekst van de verordening aangepast aan de formulering van de verklaringen 4 en 5 bij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende het financieel kader 2007-2013 ten aanzien van de betrokkenheid van het EP bij de democratische controle en de samenhang van externe acties.

Amendement 60

Artikel 3, lid 5

5. De Commissie onderhoudt een dialoog met het maatschappelijk middenveld over de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening.

5. De Commissie en de Raad onderhouden een dialoog met niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, op alle niveaus, ook in derde landen, over de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening en de uitvoering en evaluatie van de verordening zelf.

Motivering

Het is belangrijk dat het lokale maatschappelijk middenveld in derde landen bij de dialoog wordt betrokken. Het plaatselijke niveau blijft in de tekst onderbelicht, terwijl het een belangrijk niveau is voor projecten uit hoofde van deze verordening.

Amendement 61

Artikel 4, letter c bis) (nieuw)

c bis) ondersteunende maatregelen;

Motivering

Ook deze maatregelen verdienen vermelding.

Amendement 62

Artikel 4, letter c ter) (nieuw)

c ter) ad hoc maatregelen;

Motivering

Ook deze maatregelen verdienen vermelding.

Amendement 63

Artikel 5, lid 1

1. De communautaire strategie voor communautaire hulp uit hoofde van deze verordening wordt beschreven in strategiedocumenten, evenals de prioriteiten van de Gemeenschap, de internationale situatie en de activiteiten van de belangrijkste partners.

1. De communautaire strategie en prioriteiten met het oog op de verwezenlijking van de in artikel 1 verwoorde doelstelling, mede gelet op de artikelen 2 en 3, en de verlening van communautaire hulp uit hoofde van deze verordening worden beschreven in strategiedocumenten, evenals de prioriteiten van de Gemeenschap, de internationale situatie en de activiteiten van de belangrijkste partners.

Motivering

Er zij op gewezen dat de communautaire strategie voor hulp uit hoofde van deze verordening moet aansluiten bij de hierboven genoemde doelstellingen, het toepassingsgebied en het beginsel dat deze hulp aanvullend moet zijn.

Amendement 64

Artikel 5, lid 2

2. In de strategiedocumenten worden de gebieden vermeld die prioritair in aanmerking komen voor financiering door de Gemeenschap, de specifieke doelstellingen en de verwachte resultaten en de prestatie-indicatoren. Ook wordt een indicatieve financiële toewijzing vermeld, zowel totaal als per prioriteitsgebied; indien nodig kan hierbij een marge worden vermeld.

2. In de strategiedocumenten worden de gebieden vermeld die prioritair in aanmerking komen voor financiering door de Gemeenschap, de specifieke doelstellingen en de verwachte resultaten en de prestatie-indicatoren. Ook wordt, onverminderd de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit, een indicatieve financiële toewijzing vermeld, zowel totaal als met een indicatieve specificatie van de middelen per prioriteitsgebied; indien nodig kan hierbij een marge worden vermeld.

Motivering

Deze formulering komt overeen met de verklaring van de Commissie betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties, die als bijlage gaat bij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006.

Amendement 65
Artikel 5, lid 3

3. Strategiedocumenten en de eventuele herzieningen of uitbreidingen daarvan worden goedgekeurd overeenkomstig de in artikel 16, lid 2, beschreven procedure. De geldigheidsduur van de strategiedocumenten mag die van deze verordening niet overschrijden. Strategiedocumenten worden halverwege de looptijd herzien, of op enig ander moment indien noodzakelijk.

3. Strategiedocumenten en de eventuele herzieningen of uitbreidingen daarvan worden goedgekeurd overeenkomstig de in artikel 16, lid 2, beschreven procedure. De geldigheidsduur van de strategiedocumenten mag die van deze verordening niet overschrijden. Strategiedocumenten worden halverwege de looptijd, uiterlijk na drie jaar, herzien, of op enig ander moment indien noodzakelijk.

Motivering

Deze formulering komt overeen met de verklaring van de Commissie betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties, die als bijlage gaat bij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006.

Amendement 66

Artikel 5, lid 4

4. De Commissie en de lidstaten zullen in een vroeg stadium van het programmeringsproces met elkaar overleggen, evenals met andere donors en betrokkenen, waaronder vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, om ervoor te zorgen dat de samenwerkingsactiviteiten op elkaar worden afgestemd.

4. De Commissie en de lidstaten zullen in een vroeg stadium van het programmeringsproces met elkaar overleggen en informatie uitwisselen, evenals met andere donors en betrokkenen, waaronder vertegenwoordigers van niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, om ervoor te zorgen dat de samenwerkingsactiviteiten op elkaar worden afgestemd.

Amendement 67

Artikel 5, lid 4 bis (nieuw)

4 bis. Overeenkomstig artikel 16, lid 4 raadpleegt de Commissie het Europees Parlement in een vroeg stadium van het strategische programmeringsproces en tracht terdege rekening te houden met zijn standpunten. Ook verstrekt de Commissie het Europees Parlement alle nodige informatie en betrekt zij het bij het evaluatieproces.

Motivering

Strategiedocumenten zijn niet slechts uitvoeringsdocumenten. Zij benoemen ook prioriteitsgebieden, doelstellingen en verwachte resultaten van de communautaire financiering en zij bevatten indicatieve financiële toewijzingen. Zij kunnen dus worden gelijkgesteld met beleidsdocumenten. Het is dan ook normaal dat het Europees Parlement ten volle bij de opstelling en evaluatie ervan wordt betrokken.

Amendement 68

Artikel 6, lid 2

2. In de jaarlijkse actieprogramma’s worden de doelstellingen, de gebieden waarop maatregelen worden genomen, de verwachte resultaten, de beheersprocedures en het totale bedrag van de geplande financiering bepaald. Zij bevatten een beschrijving van de te financieren acties, een indicatie van de voor elke actie toegewezen bedragen en een indicatief tijdschema voor de tenuitvoerlegging. De doelstellingen moeten meetbaar en tijdgebonden zijn.

2. In de jaarlijkse actieprogramma’s worden de doelstellingen, de gebieden waarop maatregelen worden genomen, de verwachte resultaten, de beheersprocedures en het totale bedrag van de geplande financiering bepaald. Hierbij wordt rekening gehouden met de lessen die zijn getrokken uit de uitvoering van de communautaire hulp in het verleden. Zij bevatten een beschrijving van de te financieren acties, een indicatie van de voor elke actie toegewezen bedragen en een indicatief tijdschema voor de tenuitvoerlegging. De doelstellingen moeten meetbaar en tijdgebonden zijn.

Motivering

Het vroegere EIDHR is beticht van bureaucratie en een gebrek aan flexibiliteit. Het nieuwe instrument zal flexibeler moeten zijn. Maar ook een positieve benadering is nodig. Het instrument moet net als zijn voorganger steun verlenen aan innovatieve methoden. Het is belangrijk dat hieruit lering wordt getrokken voor toekomstige acties.

Amendement 69

Artikel 6, lid 3

3. Jaarlijkse actieprogramma’s en de eventuele herzieningen of uitbreidingen daarvan worden goedgekeurd overeenkomstig de in artikel 16, lid 2, beschreven procedure. Als de wijzigingen in een jaarlijks actieprogramma niet meer dan 20% van het totale bedrag betreffen, worden deze door de Commissie goedgekeurd, die het in artikel 16, lid 1, bedoelde comité in kennis stelt.

3. Jaarlijkse actieprogramma’s en de eventuele herzieningen of uitbreidingen daarvan worden goedgekeurd overeenkomstig de in artikel 16, lid 2, beschreven procedure. Als de wijzigingen in een jaarlijks actieprogramma niet meer dan 20% van het totale bedrag betreffen, worden deze door de Commissie goedgekeurd, die het in artikel 16, lid 1, bedoelde comité en het Europees Parlement in kennis stelt.

Motivering

Het percentage is hoger dan nodig en zou de begrotingsrechten van het EP beknotten zonder dat het daarover wordt geïnformeerd.

Amendement 70

Artikel 6, lid 4

4. Als het jaarlijkse actieprogramma nog niet is goedgekeurd, kan de Commissie bij wijze van uitzondering maatregelen goedkeuren op basis van de in artikel 5 bedoelde strategiedocumenten volgens dezelfde voorschriften en procedures als voor de jaarlijkse actieprogramma’s.

4. Als het jaarlijkse actieprogramma nog niet is goedgekeurd, kan de Commissie bij wijze van uitzondering maatregelen goedkeuren op basis van de in artikel 5 bedoelde strategiedocumenten volgens dezelfde voorschriften en procedures als voor de jaarlijkse actieprogramma’s. Hierbij is artikel 10, lid 2 ter van toepassing.

Amendement 71

Artikel 6, lid 4 bis (nieuw)

4 bis. Overeenkomstig artikel 16, lid 4 raadpleegt de Commissie het Europees Parlement in een vroeg stadium van het jaarlijkse programmeringsproces en tracht terdege rekening te houden met zijn standpunten.

Motivering

Dit amendement sluit aan bij andere amendementen inzake de rol van het Europees Parlement.

Amendement 72

Artikel 7, lid 1

1. Onverminderd artikel 5, kan de Commissie bij onvoorziene behoeften of in buitengewone omstandigheden bijzondere maatregelen goedkeuren die niet onder de strategiedocumenten vallen.

Niet van toepassing op de Nederlandse tekst

Amendement 73

Artikel 7, lid 2

2. In de bijzondere maatregelen worden de doelstellingen, de gebieden waarop maatregelen worden genomen, de verwachte resultaten en het totale bedrag van de geplande financiering bepaald. Zij bevatten een beschrijving van de te financieren acties, een indicatie van de voor elke actie toegewezen bedragen en een indicatief tijdschema voor de tenuitvoerlegging.

2. In de bijzondere maatregelen worden de doelstellingen, de gebieden waarop maatregelen worden genomen, de verwachte resultaten en het totale bedrag van de geplande financiering bepaald. Zij bevatten een beschrijving van de te financieren acties, een indicatie van de voor elke actie toegewezen bedragen en een indicatief tijdschema voor de tenuitvoerlegging. Bij de goedkeuring van doelstellingen en gebieden waarop bijzondere maatregelen worden genomen, houdt de Commissie rekening met de door het Europees Parlement aangenomen resoluties over inbreuken op de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat.

Amendement 74

Artikel 7, lid 3

3. Wanneer de kosten van dergelijke maatregelen meer bedragen dan vijf miljoen euro, worden de bijzondere maatregelen door de Commissie goedgekeurd volgens de in artikel 16, lid 2, beschreven procedure.

3. Wanneer de kosten van dergelijke maatregelen meer bedragen dan twee miljoen euro, worden de bijzondere maatregelen door de Commissie goedgekeurd volgens de in artikel 16, lid 2, beschreven procedure.

Motivering

Verlaging van de drempel waarbij besluiten over bijzondere maatregelen genomen moeten worden volgens de beheersprocedure.

Amendement 75

Artikel 7, lid 4

4. Voor bijzondere maatregelen voor minder dan vijf miljoen euro stuurt de Commissie binnen een maand na goedkeuring een kennisgeving aan de lidstaten.

4. Voor bijzondere maatregelen voor minder dan twee miljoen euro stuurt de Commissie binnen een maand na goedkeuring een kennisgeving aan de lidstaten en het Europees Parlement.

Motivering

Dit amendement sluit aan bij andere amendementen inzake de rol van het Europees Parlement. Ook wordt de drempel waarbij besluiten over bijzondere maatregelen genomen moeten worden volgens de beheersprocedure, verlaagd.

Amendement 76

Artikel 8, lid 1

1. Uit hoofde van deze verordening kunnen uitgaven worden gefinancierd voor activiteiten met betrekking tot voorbereiding, follow-up, controle, audit en evaluatie die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van deze verordening en de verwezenlijking van de hierin beschreven doelstellingen, zoals studies, vergaderingen, informatie, opleiding, publicaties, computernetwerken voor informatie-uitwisseling en alle andere vormen van administratieve of technische bijstand die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma. Ook kunnen indien nodig uitgaven worden gefinancierd voor acties die het communautaire karakter van de steunmaatregelen onderstrepen en voor activiteiten waarmee het publiek in de betrokken landen wordt voorgelicht over de doelstellingen en resultaten van de steunmaatregelen.

1. Uit hoofde van deze verordening kunnen uitgaven worden gefinancierd voor activiteiten met betrekking tot voorbereiding, follow-up, controle, audit en evaluatie die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van deze verordening en de verwezenlijking van de hierin beschreven doelstellingen, zoals studies, vergaderingen, informatie, opleiding, publicaties, met inbegrip van scholing en onderwijs voor partners van niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, zodat deze kunnen deelnemen aan de verschillende stadia van het programma, computernetwerken voor informatie-uitwisseling en alle andere vormen van administratieve of technische bijstand die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma. Ook kunnen indien nodig uitgaven worden gefinancierd voor acties die het communautaire karakter van de steunmaatregelen onderstrepen en voor activiteiten waarmee het publiek in de betrokken landen wordt voorgelicht over de doelstellingen en resultaten van de steunmaatregelen.

Motivering

Daar het instrument de nadruk legt op het maatschappelijk middenveld, dat vaak maar beperkte middelen ter beschikking heeft, kan het nut hebben te vermelden dat steunmaatregelen ook voor begunstigden kunnen gelden.

Amendement 77

Artikel 8, lid 2

2. De communautaire financiering omvat ook uitgaven voor administratieve ondersteuning door de delegaties van de Commissie die zich bezighouden met het beheer van de in het kader van deze verordening gefinancierde projecten.

2. De communautaire financiering kan ook uitgaven omvatten voor administratieve ondersteuning door de delegaties van de Commissie die zich bezighouden met het beheer van de in het kader van deze verordening gefinancierde projecten.

Motivering

De financiering van administratieve ondersteuning is, indien nodig, mogelijk maar niet verplicht.

Amendement 78

Artikel 8, lid 2 bis (nieuw)

2 bis. Bij de toepassing van de leden 1 en 2 zorgt de Commissie ervoor dat de ondersteunende maatregelen in verhouding staan tot en adequaat zijn ter verwezenlijking van de verwachte resultaten en dat zij niet hoger zijn dan 5% van het totaalbedrag dat aan het instrument is toegewezen.

Motivering

Voor een goed beheer van de openbare financiën is het belangrijk dat de ondersteunende maatregelen evenredig en adequaat blijven en dat zij niet hoger zijn dan 5% van het totaalbedrag.

Amendement 79

Artikel 8 bis (nieuw)

Artikel 8 bis

Ad hoc maatregelen

 

1. Ondanks artikel 5 kan de Commissie op grond van artikel 12, lid 1, letter b bis) op ad hoc basis subsidie verlenen ter:

 

a) ondersteuning van de werking van onafhankelijke plaatselijke niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1, meer in het bijzonder organisaties die problemen ondervinden, met name bij de wettelijke registratie in hun land;

 

b) voorziening in de dringende behoefte aan bescherming van mensenrechtenactivisten, inclusief strijders voor democratie wier activiteiten ter verdediging van democratie en mensenrechten acuut gevaar lopen, met name in het licht van de EU-richtsnoeren inzake mensenrechtenactivisten en de eerste evaluatie door de Raad van de uitvoering daarvan.

 

2. De Commissie houdt het Europees Parlement en de lidstaten regelmatig en volledig op de hoogte van deze ad hoc maatregelen. Tevens verstrekt zij het Europees Parlement alle gewenste informatie en bijzonderheden over in dit verband gedane betalingen, zodat het Parlement zijn budgettaire controletaak ten volle kan uitoefenen.

Motivering

Er is behoefte aan grotere flexibiliteit voor delegaties om doeltreffend te kunnen reageren op crisissituaties.

Amendement 80

Artikel 9, lid 1

1. Onverminderd artikel 13 komen de volgende organen en personen in aanmerking voor financiering uit hoofde van deze verordening voor de uitvoering van de in de artikel 6 en 7 bedoelde steunmaatregelen:

a) maatschappelijke en lokale organisaties en netwerken daarvan op nationaal, regionaal en internationaal niveau;

b) publiek- en privaatrechtelijke agentschappen, instellingen en organisaties zonder winstoogmerk en netwerken daarvan op nationaal, regionaal en internationaal niveau;

c) internationale en regionale intergouvernementele organisaties;

d) natuurlijke personen, als dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening.

1. Onverminderd artikel 13 worden de in de artikelen 6 en 7 bedoelde steunmaatregelen hoofdzakelijk uitgevoerd door niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk die in aanmerking komen voor financiering uit hoofde van deze verordening, waartoe behoren:

niet-gouvernementele organisaties, organisaties die inheemse volkeren vertegenwoordigen, organisaties die nationale en/of etnische minderheden vertegenwoordigen, lokale burgergroeperingen, coöperaties, vakbonden, organisaties die corruptie en fraude bestrijden en goed bestuur bevorderen, burgerrechtenorganisaties en organisaties die discriminatie bestrijden, lokale organisaties (ook netwerken), vrouwen- en jongerenorganisaties, organisaties op het gebied van onderwijs, cultuur, onderzoek en wetenschap, universiteiten, kerken en religieuze verenigingen en gemeenschappen, de media en alle niet-gouvernementele verenigingen en stichtingen, met inbegrip van politieke stichtingen, die zich inzetten voor de bevordering van democratie en mensenrechten, vredeswerk en geweldpreventie op lokaal, nationaal, regionaal en internationaal niveau en kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening.

 

Plaatselijke organisaties die in hun land niet officieel zijn geregistreerd, maar wel in deze categorie van potentiële begunstigden vallen, komen ook in aanmerking voor de middelen van de Gemeenschap uit hoofde van deze verordening.

Amendement 81

Artikel 9, lid 2

2. Andere dan de in lid 1 genoemde organen en personen komen in aanmerking voor financiering wanneer dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening.

2. Onverminderd artikel 13 komen ook andere organen en personen in aanmerking voor financiering uit hoofde van deze verordening, namelijk:

 

a) publiek- en privaatrechtelijke agentschappen, instellingen en organisaties zonder winstoogmerk, met inbegrip van parlementaire organen, en netwerken daarvan op lokaal, nationaal, regionaal en internationaal niveau die zich inzetten voor democratie en mensenrechten;

 

b) internationale en regionale intergouvernementele organisaties die actief zijn op het gebied van democratie en mensenrechten;

 

c) natuurlijke personen wanneer dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening;

 

d) bij wijze van uitzondering, entiteiten die geen rechtspersoonlijkheid krachtens het geldende nationale recht hebben, mits hun vertegenwoordigers juridische verbintenissen kunnen aangaan en financiële aansprakelijkheid op zich kunnen nemen.

Amendement 82

Artikel 10, lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis. Dergelijke organen moeten voldoen aan de volgende criteria:

 

i) zij moeten rechtspersoonlijkheid hebben en vallen onder de wet van een lidstaat, een staat van de Europese Economische Ruimte, een kandidaat-lidstaat of, eventueel, onder de wet van een ander land;

 

ii) zij moeten voldoende personeel hebben dat de vereiste beroeps- en taalvaardigheden heeft om samen te werken in een internationale omgeving;

 

iii) zij moeten de beschikking hebben over passende uitrusting, met name ICT-apparatuur en communicatiemiddelen;

 

iv) zij moeten werkzaam zijn in een administratieve omgeving die hen in staat stelt hun taken goed uit te voeren en belangenconflicten te vermijden;

 

v) zij moeten in staat zijn de op communautair niveau vastgelegde regels voor subsidiebeheer en contractvoorwaarden na te leven;

 

vi) zij moeten voldoende financiële garanties bieden en een administratieve capaciteit bezitten die aansluit bij de omvang van de communautaire middelen die zij moeten beheren;

 

vii) zij moeten voldoen aan de beginselen van transparantie, gelijke behandeling en niet-cumulatie met andere communautaire middelen en aan de plicht om ten onrechte verkregen middelen van de begunstigden terug te vorderen;

 

viii) zij moeten werken volgens de regels van een gezond financieel beheer, passende procedures, controlestelsels, boekhoudsystemen en procedures voor de toekenning van contracten en subsidies.

Motivering

Zoals vastgelegd in de herziene uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement.

Amendement 83

Artikel 10, lid 2 ter (nieuw)

2 ter. In deze verordening wordt onder de term "spoedeisende gevallen", als gebruikt in artikel 110, lid 1 van Verordening (EG. Euratom) nr. 1605/2002, verstaan het plotseling optreden van situaties in derde landen die een ernstige bedreiging vormen voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, dan wel voor individuele mensenrechtenactivisten of de ontwikkeling van de democratie in het betrokken land. In het besluit van de Commissie om subsidie te verlenen moet elk spoedeisend geval naar behoren worden gemotiveerd.

Motivering

De uitvoering kan flexibeler geschieden als het makkelijker is een uitzondering te maken op de regel van oproepen tot het indienen van voorstellen.

Amendement 84

Artikel 11, lid 1

1. Begrotingsvastleggingen geschieden op basis van besluiten die door de Commissie worden genomen overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8.

1. Begrotingsvastleggingen geschieden op basis van besluiten die door de Commissie worden genomen overeenkomstig de artikelen 6, 7, 8, 8 bis en 10, lid 2 ter..

Motivering

Er is een nieuwe steunmaatregel toegevoegd (ad hoc maatregelen, zie artikel 8 bis), die ook in deze paragraaf moet worden genoemd.

Amendement 85

Artikel 12, lid 1, letter b bis) (nieuw)

 

b bis) subsidies ter ondersteuning van mensenrechtenactivisten en ter financiering van noodmaatregelen om het leven, de fysieke integriteit en de vrijheid van bedreigde mensenrechtenactivisten te beschermen of hun rechtsbijstand te verlenen;

Amendement 86

Artikel 12, lid 1, letter b ter) (nieuw)

 

b ter) subsidies ter financiering van in artikel 8 bis omschreven maatregelen en met name de werking van organen die een doelstelling van algemeen Europees belang of een in het kader van het beleid van de Europese Unie passende doelstelling nastreven, zoals vastgelegd in artikel 108, lid 1, letter b) van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002;

Amendement 87

Artikel 12, lid 1, letter b quater) (nieuw)

b quater) subsidies voor de exploitatiekosten van bureaus van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN en de speciale afgezanten en rapporteurs van de VN die werkzaam zijn op het gebied van democratie en mensenrechten;

Amendement 88

Artikel 12, lid 1, letter c)

c) subsidies voor de exploitatiekosten van het Europees Interuniversitair Centrum voor mensenrechten en democratisering (EIUC), met name voor de Europese masteropleiding in mensenrechten en democratisering en het EU-UN Fellowship Programme, die ook volledig toegankelijk moeten zijn voor ingezetenen van derde landen, alsmede andere activiteiten op het gebied van onderwijs, opleiding en onderzoek ter bevordering van democratie en mensenrechten;

c) naast subsidies voor de exploitatiekosten van instellingen die bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening uit hoofde van letter b bis), subsidies voor de exploitatiekosten van het Europees Interuniversitair Centrum voor mensenrechten en democratisering (EIUC), met name voor de Europese masteropleiding in mensenrechten en democratisering en het EU-UN Fellowship Programme, die ook volledig toegankelijk moeten zijn voor ingezetenen van derde landen, alsmede andere activiteiten op het gebied van onderwijs, opleiding en onderzoek ter bevordering van democratie en mensenrechten;

Amendement 89

Artikel 12, lid 2, letter d)

d) ondernemingen, bedrijven en andere particuliere organisaties en economische actoren, en andere niet-overheidsactoren.

d) ondernemingen, bedrijven en andere particuliere organisaties en economische actoren, vakbonden, verbonden van vakverenigingen en andere niet-overheidsactoren, mits zij voldoen aan de internationaal aanvaarde normen voor democratie en mensenrechten die vereist zijn voor de uitvoering van de in deze verordening genoemde maatregelen.

Amendement 90

Artikel 13, lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis. In naar behoren gemotiveerde gevallen kan de Commissie toestaan dat natuurlijke en rechtspersonen uit derde landen deelnemen aan de selectie voor de toekenning van overheidsopdrachten of subsidieovereenkomsten die in het kader van deze verordening worden gefinancierd.

Motivering

Verruiming van het toepassingsgebied van artikel 2 ingeval een derde land niet voldoet aan de regel van de vastgestelde "wederzijdse toegang".

Amendement 91

Artikel 13, lid 7

7. Wanneer de communautaire financiering betrekking heeft op een activiteit die wordt uitgevoerd via een internationale organisatie staan de desbetreffende contractprocedures open voor alle natuurlijke en rechtspersonen die op grond van dit artikel in aanmerking komen, alsmede voor alle natuurlijke en rechtspersonen die in aanmerking komen op grond van de regels van de desbetreffende organisatie, waarbij erop moet worden toegezien dat er sprake is van gelijke toegang voor alle donors. Dezelfde regels gelden voor goederen, materialen en deskundigen.

7. Wanneer de communautaire financiering betrekking heeft op een activiteit die wordt uitgevoerd via een internationale organisatie staan de desbetreffende contractprocedures open voor alle natuurlijke en rechtspersonen die op grond van dit artikel in aanmerking komen, alsmede voor alle natuurlijke en rechtspersonen die in aanmerking komen op grond van de regels van de desbetreffende organisatie, op voorwaarde dat zij beantwoorden aan de doelstellingen van deze verordening, waarbij erop moet worden toegezien dat er sprake is van gelijke toegang voor alle donors. Dezelfde regels gelden voor goederen, materialen en deskundigen.

Motivering

Er wordt aan herinnerd dat aan de doelstellingen van de verordening moet worden beantwoord.

Amendement 92

Artikel 13, lid 12

12. Inschrijvers aan wie opdrachten worden gegund, moeten internationaal erkende fundamentele arbeidsnormen en milieunormen eerbiedigen, zoals de fundamentele normen van de IAO, overeenkomsten inzake vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen, uitschakeling van gedwongen en verplichte arbeid, uitschakeling van discriminatie bij arbeid en beroep en afschaffing van kinderarbeid.

12. Degenen aan wie opdrachten worden gegund, moeten internationaal erkende fundamentele arbeidsnormen en milieunormen eerbiedigen, zoals de fundamentele normen van de IAO, overeenkomsten inzake vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen, uitschakeling van gedwongen en verplichte arbeid, uitschakeling van discriminatie bij arbeid en beroep en afschaffing van kinderarbeid.

Motivering

Taalkundig amendement.

Amendement 93

Artikel 15, lid 1

1. De Commissie controleert en herziet regelmatig de programma’s en beoordeelt de effectiviteit van de programmering om na te gaan of de doelstellingen zijn verwezenlijkt en om aanbevelingen te formuleren zodat maatregelen in de toekomst kunnen worden verbeterd.

1. De Commissie controleert en herziet regelmatig de programma’s. Zij zorgt er tevens voor dat deze worden beoordeeld om na te gaan of de doelstellingen zijn verwezenlijkt en om aanbevelingen te formuleren zodat maatregelen in de toekomst kunnen worden verbeterd. Dit gebeurt uiterlijk na drie jaar. Deze beoordelingen moeten onafhankelijk zijn en mogen dus niet worden uitgevoerd door personeel en/of organen die betrokken zijn bij de uitvoering van het programma. De beoordelingen zijn zoveel mogelijk gebaseerd op meetbare en vergelijkbare ijkpunten ("benchmarks").

Motivering

Alleen onafhankelijke beoordelingen zijn geloofwaardig.

Amendement 94

Artikel 15, lid 2

2. De Commissie zendt haar evaluatieverslagen ter informatie toe aan het in artikel 16, lid 1, bedoelde comité en aan het Europees Parlement. De lidstaten kunnen een verzoek indienen om bepaalde evaluaties te bespreken binnen het in artikel 16, lid 1, bedoelde comité. De resultaten daarvan worden gebruikt bij de opzet van programma’s en de toewijzing van middelen.

2. De Commissie zendt haar evaluatieverslagen toe aan het in artikel 16, lid 1, bedoelde comité en aan het Europees Parlement. De lidstaten en het Europees Parlement kunnen een verzoek indienen om bepaalde evaluaties te bespreken binnen het in artikel 16, lid 1, bedoelde comité. De resultaten daarvan worden gebruikt bij de opzet van programma’s en de toewijzing van middelen.

Amendement 95

Artikel 16, titel

Comité

Comité en regelmatige dialoog met het Europees Parlement

Motivering

Overeenkomstig de amendementen op artikel 16, lid 4 moet de titel worden gewijzigd.

Amendement 96

Artikel 16, lid 4

4. De notulen van de vergaderingen van het comité worden ter informatie aan het Europees Parlement gezonden.

4. Een regelmatige dialoog met het Europees Parlement vindt plaats volgens onderstaande procedure:

a) de Commissie opent een regelmatige dialoog met het Europees Parlement over de inhoud van de strategiedocumenten en jaarlijkse actieprogramma's als bedoeld in de artikelen 5 en 6;

b) de Commissie doet alle voorstellen voor maatregelen die voorgelegd zullen worden aan het krachtens artikel 16 opgerichte comité, gelijktijdig aan de lidstaten en aan het Europees Parlement toekomen; het Europees Parlement ontvangt tevens vóór de desbetreffende vergadering van het comité een afschrift van de agenda en vervolgens een afschrift van de notulen van die vergadering;

c) de dialoog vindt plaats tijdens een vergadering van de bevoegde parlementaire commissies;

d) vertegenwoordigers van de bevoegde parlementaire commissies bereiden deze dialoog tijdens regelmatige gezamenlijke vergaderingen met vertegenwoordigers van de Raad en de Commissie voor, waarbij het accent vooral ligt op de politieke en strategische aspecten van het instrument;

e) de Commissie houdt terdege rekening met deze dialoog bij de vaststelling en uitvoering van de strategiedocumenten en jaarlijkse actieprogramma's als bedoeld in de artikelen 5 en 6;

f) de Commissie zorgt voor een regelmatige uitwisseling van informatie tussen haar diensten en die van het Europees Parlement en de Raad;

g) de Commissie voert regelmatig overleg met het Europees Parlement en de Raad, alvorens de lijst wordt vastgesteld van landen die prioriteit hebben bij verkiezingswaarnemingsmissies.

Amendement 97

Artikel 17, lid 2

2. In het jaarverslag wordt informatie opgenomen over de in het afgelopen jaar gefinancierde maatregelen, de resultaten van de activiteiten op het gebied van toezicht en evaluatie, de betrokkenheid van de verschillende partners en de tenuitvoerlegging van begrotingsvastleggingen en betalingen, uitgesplitst naar mondiale, regionale en nationale maatregelen en per steungebied. Beoordeeld wordt in hoeverre de doelstellingen van deze verordening zijn verwezenlijkt.

2. In het jaarverslag wordt informatie opgenomen over de in het afgelopen jaar gefinancierde maatregelen, de resultaten van de activiteiten op het gebied van toezicht en evaluatie, de betrokkenheid van de verschillende partners en de tenuitvoerlegging van begrotingsvastleggingen en betalingen, uitgesplitst naar mondiale, regionale en nationale maatregelen en per steungebied. Beoordeeld wordt in hoeverre de doelstellingen van deze verordening zijn verwezenlijkt en in hoeverre de gefinancierde activiteiten een aanvulling zijn op of een toevoeging aan het bevorderen van de democratie en de mensenrechten in het kader van andere externe steunprogramma's van de EU.

Amendement 98

Artikel 18

Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van deze verordening tijdens de periode 2007-2013 bedraagt 1.103,702 miljoen euro. Door de begrotingsautoriteit worden binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten voor 2007-2013 jaarlijkse kredieten toegestaan.

1. Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van deze verordening tijdens de periode 2007-2013 bedraagt ten minste 1.103,702 miljoen euro. Door de begrotingsautoriteit worden binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten voor 2007-2013 jaarlijkse kredieten toegestaan. Er wordt rekening gehouden met uitzonderlijke omstandigheden.

2. De totale uitgaven voor de toepassing van artikel 1, lid 2, punt d) (verkiezingswaarneming) bedragen niet meer dan 15% van de totale begroting voor de uitvoering van deze verordening.

3. De totale uitgaven voor de toepassing van artikel 7 (bijzondere maatregelen) bedragen niet meer dan 8% van de totale begroting voor de uitvoering van deze verordening.

4. De totale uitgaven voor de toepassing van artikel 8 bis (ad hoc maatregelen) bedragen niet meer dan 8% van de totale begroting voor de uitvoering van deze verordening.

5. De totale uitgaven voor de toepassing van artikel 8 (steunmaatregelen) bedragen niet meer dan 5% van de totale begroting voor de uitvoering van deze verordening.

Amendement 99

Artikel 18, alinea 1 bis (nieuw)

 

Tenminste 66% van de middelen voor de tenuitvoerlegging van deze verordening wordt gereserveerd voor activiteiten van niet-overheidsactoren zonder winstoogmerk, zoals gedefinieerd in artikel 9, lid 1.

Amendement 100

Artikel 19

Voor 31 december 2010 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin de tenuitvoerlegging van deze verordening gedurende de eerste drie jaar wordt beoordeeld en waaraan indien nodig een wetsvoorstel wordt toegevoegd tot wijziging van het instrument.

Voor 30 april 2009 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin de tenuitvoerlegging van deze verordening gedurende de eerste drie jaar wordt beoordeeld. Indien tijdens de evaluatie, waarbij het Europees Parlement nauw zal worden betrokken, blijkt dat wegens slecht functioneren een aanpassing van de verordening nodig is, dient de Commissie een wetsvoorstel tot wijziging van het instrument in.

  • [1]  Nog niet in het PB gepubliceerd.
  • [2]  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

TOELICHTING

1.        Inleiding

Volgens het Verdrag voert de Europese Unie een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid dat gericht is op de ontwikkeling en versterking van de democratie en de rechtsstaat, alsmede op eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden[1].

Het onderhavige wetsvoorstel dient tot actualisering van een van de meest zichtbare instrumenten waarover de Europese Unie beschikt om dit doel te bereiken - haar programma voor democratie en mensenrechten.

In het kader van de komende financiële vooruitzichten 2007-2013 heeft de Commissie een vereenvoudigde structuur voorgesteld voor de verlening van de externe bijstand van de Gemeenschap, welke bestaat uit zes instrumenten, waarvan drie een horizontale opbouw hebben, terwijl de reikwijdte van de andere drie van geografische aard is. Het voorstel houdt in dat de huidige wetgeving wordt vervangen door een thematisch programma voor democratie en mensenrechten, in het kader van vier van deze instrumenten, waaruit ook de middelen voor dit programma zullen worden geput.

Het standpunt van het Europees Parlement ten aanzien van de toekomst van het Europese Initiatief voor democratie en mensenrechten (EIDHR), waaraan het in 1992 vormgaf, was echter van meet af aan duidelijk. Het Parlement verlangde een specifiek instrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten, en geen thematisch programma, teneinde de zichtbaarheid, onafhankelijkheid, flexibiliteit, coherentie en uitvoerbaarheid van dit instrument te garanderen.

Het huidige voorstel, dat dus het resultaat is van langdurige onderhandelingen tussen de instellingen, zou niet hebben kunnen worden bereikt zonder de vastbeslotenheid van het Europees Parlement. Het is dus mogelijk geweest om akkoorden hierin te incorporeren die voor andere verordeningen ten aanzien van een reeks kwesties waren bereikt, uiteenlopend van het algemeen kader voor uitvoering, eligibiliteit, regels voor participatie en oorsprong, en de voorwaarden voor herziening. De structuur is nu min of meer dezelfde als voor andere instrumenten, hetgeen bijdraagt tot vereenvoudiging en stroomlijning van de procedures voor het beheer van de externe steun.

De verordening, die gebaseerd is op recente ervaringen uit het voorafgaande Europese initiatief voor democratie en mensenrechten, zou een globale capaciteit hebben, waarbij de bijzondere nadruk komt te leggen op de maatschappelijke organisaties . Net als de voorganger ervan, zal voor de steun uit hoofde van dit instrument geen instemming van de regering van het desbetreffende land vereist zijn. Het financiële referentiebedrag voor uitvoering wordt voorgesteld op een bedrag van 1.103,702 miljard euro. De voorgestelde vastleggingen variëren van 130,673 miljoen euro in het eerste jaar (vergeleken met 122 miljoen euro voor het EIDHR in de begroting voor 2006 (een resultaat dat bereikt werd nadat het Europees Parlement een verhoging met 31 miljoen euro had weten te bewerkstelligen vergeleken met het voorontwerp van begroting) tot 151,873 miljoen euro in het vijfde jaar en 320,533 miljoen euro voor het laatste jaar.

Algemene evaluatie van het voorstel

Het lijdt geen twijfel dat de Europese Unie behoefte heeft aan een efficiënt instrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten, dat zowel strategisch als flexibel is in benadering, en dat er behoefte bestaat aan aanvullende instrumenten. Er zijn stappen in de goede richting gedaan, maar er is nog steeds ruimte voor verdere verbetering van het voorstel. Een reeks recente studies naar het EIDHR[2] was over het algemeen kritisch gestemd ten aanzien van de structuur, strategie en uitvoering. Dit vormt een contrast met de periode van 1992-1999, toen het programma over het algemeen geprezen werd om zijn effectiviteit, aanpassingsvermogen en engagement.

Het verband tussen de twee componenten, democratie en mensenrechten, wordt in het document goed uiteengezet, met de verklaring dat "de fundamentele vrijheden van meningsuiting en vergadering de voorafgaande voorwaarden zijn voor politiek pluralisme en een democratisch proces, terwijl democratische controle en scheiding van de machten van essentieel belang zijn voor de instandhouding van een onafhankelijke rechterlijke macht en het bestaan van de rechtsstaat, welke op hun beurt vereist zijn voor een effectieve bescherming van de mensenrechten".[3] Deze aanpak valt sterk toe te juichen.

Om op beslissende wijze te kunnen bijdragen tot verandering in democratische richting en het respect van mensenrechten en fundamentele vrijheden in kritieke situaties, moet het instrument een betere strategische opzet hebben en beter gericht zijn dan zijn voorganger, die onlangs bekritiseerd werd voor het feit dat de middelen te dun waren uitgespreid en voor het feit dat geprobeerd werd teveel doelstellingen tegelijkertijd te realiseren. Veel van deze strategische keuzen moeten worden gemaakt in het kader van het strategiedocument, dat wordt opgesteld parallel aan de onderhandelingen over het wetgevingsvoorstel. Hierdoor wordt het belang van het programmeringsdocument verhoogd, evenals de betrokkenheid van het Europees Parlement hierbij.

De noodzaak van een strategische aanpak is zelfs nog belangrijker, want we kunnen zien dat democratie en respect voor de mensenrechten over de gehele wereld steeds meer in het gedrang komen en dat maatschappelijke organisaties steeds meer moeilijkheden ondervinden bij hun werkzaamheden, soms ten gevolge van zeer restrictieve wetgeving, zoals bijvoorbeeld in Rusland het geval is.

In een repressiever milieu bestaat de noodzaak om meer innovatieve werkmethoden te zoeken en meer flexibiliteit te betrachten bij de uitvoering. De praktijkervaringen uit het huidige EIDHR tonen aan dat regeringen de financiering van projecten kunnen blokkeren, zelfs in gevallen waar toestemming van de regering van het land geen voorwaarde is voor het uitvoeren van acties. De weigering tot officiële erkenning van NGO's is een ander middel om de activiteiten van deze organisaties te hinderen en het hun onmogelijk te maken om externe hulp te ontvangen. Het eigen Financieel Reglement van de EU bood tot dusver niet de mogelijkheid voor het financieren van een niet-geregistreerde organisatie. Gevarieerde voorwaarden voor het in aanmerking komen van steun zijn dus een van de belangrijkste punten die aan de orde moeten worden gesteld. Het voorstel om, zonodig, natuurlijke personen ook daarvoor in aanmerking te laten komen, is in dit geval een passend antwoord op de bestaande problemen.

Bevordering van democratie en mensenrechten beperkt zich natuurlijk niet tot dit instrument, dat gezien moet worden als aanvulling op de geografische instrumenten en het stabiliteitsinstrument. Heel wat middelen zullen worden toegewezen in het kader van meerjarenprogramma's met geografische opzet of voor ontwikkelingsdoeleinden en er bestaat een duidelijke behoefte aan versterking van het democratie- en mensenrechtenaspect in deze programma's. Maar het onderhavige instrument is van andere aard, en legt de nadruk hoofdzakelijk op de maatschappelijke organisaties. Het heeft een wereldwijde reikwijdte en er bestaat geen noodzaak tot instemming van de kant van het partnerland. Complementariteit met de andere instrumenten mag zich niet ertoe beperken dat de EIDHR alleen wordt toegepast wanneer het niet mogelijk is de andere instrumenten in te zetten. Het gaat er juist om gebruik te maken van de afwijkende aard van dit instrument om dezelfde doelstellingen te bereiken. Projecten die door NGO's worden uitgevoerd kunnen bijvoorbeeld een aanvulling en follow-up vormen van programma's die worden uitgevoerd in het kader van geografische programma's en/of internationale organisaties of verkiezingswaarnemingsmissies.

Dit instrument moet ook dienen tot versterking van andere mechanismen binnen het EU-beleid die met democratie en mensenrechten te maken hebben, met inbegrip van politieke en financiële prikkels, en conditionaliteitsclausules en sancties in het kader van mensenrechten- en democratieclausules.[4]

De vastleggingen op de begroting zijn nog van bescheiden afmetingen, maar in een situatie waarin er door het akkoord over de financiële vooruitzichten ernstige beperkingen worden gesteld aan de externe acties, moet het feit dat er voor dit instrument meer geld wordt uitgetrokken dan voor zijn voorganger toch als een positieve zaak worden gezien, zulks in overeenstemming met de prioriteiten van het Europees Parlement.

Hoofdpunten

1. Doelstellingen en reikwijdte

Het ondersteunen van maatschappelijke organisaties als een centrale pijler van het instrument is een aanpak die kan worden toegejuicht, maar dit moet nog nader worden geformuleerd. In de doelstellingen is namelijk nog niet duidelijk vermeld dat rechtstreekse steun aan onafhankelijke maatschappelijke organisaties een van de doelstellingen van het instrument vormt. De definitie van maatschappelijke organisatie moet zo ruim mogelijk worden opgevat.

Een nieuwe structuur voor dit hoofdstuk is voorgesteld, met het doel om dit duidelijker en preciezer te formuleren.

2. Versterking van de rol van het Europees Parlement, zowel bij de programmering als bij het toezicht op de uitvoering.

De rol van het Parlement is een van de hoofdkwesties geweest bij de onderhandelingen over de andere financieringsinstrumenten voor externe bijstand, hetgeen deels een gevolg is van het feit dat de nieuwe verordeningen in sterkere mate kaderwetgeving zijn dan tevoren het geval was, waarbij er dus nog belangrijke politieke keuzes moeten worden gemaakt tijdens de uitvoeringsfase. In deze verordening moet het Europees Parlement een rol krijgen die minstens even sterk is als die bij de andere instrumenten. In het voorstel wordt verklaard dat het Europees Parlement een jaarverslag zal ontvangen, alsook evaluatieverslagen en de notulen van de Commissie voor democratie en mensenrechten. In dit verslag zal dit worden aangevuld met andere amendementen die in dezelfde richting gaan, doordat er bijvoorbeeld een procedure wordt voorgesteld voor een gestructureerde dialoog, in het kader waarvan de mogelijkheid wordt geopperd van een gemeenschappelijke werkgroep van de verschillende instellingen.

Een andere kwestie, die hiermee nauw samenhangt, is die van de rol van de parlementen bij de bevordering van democratie en mensenrechten.

3. Flexibiliteit

Om efficiënt te kunnen werken, moet het instrument flexibeler zijn dan tot dusverre het geval was. Er moet een oplossing worden gevonden voor de tekortkomingen van het eerdere initiatief, die voor een groot gedeelte te wijten waren aan excessieve starheid en bureaucratie, welke ernstige beperkingen stelden aan de mogelijkheid om op te treden in moeilijke situaties. Dankzij recente wijzigingen die voor het Financieel Reglement zijn voorgesteld, waardoor ook voor niet-geregistreerde organisaties de mogelijkheid geopend wordt om financiële steun te ontvangen, zal het hopelijk mogelijk zijn om dit probleem gedeeltelijk op te lossen. De voorgestelde bijzondere maatregelen, die de mogelijkheid bieden voor acties die niet in het programmeringsdocument zijn voorzien, zijn bestemd om het makkelijker te maken een snel antwoord te geven op urgente behoeften, maar wij stellen ook andere initiatieven voor, zoals een speciaal begrotingsbedrag om hulp te verlenen aan mensenrechtenactivisten in noodsituaties, of de mogelijkheid van kleine giften op het niveau van delegaties, waarvoor het niet nodig is om een beroep te doen op voorstellen of microprojectprocedures, en die vooral gericht zijn op lokale, niet-erkende organisaties. Voor buitengewoon moeilijke situaties, waarin een lokaal initiatief door buitenlandse bijdragen in gevaar zou kunnen worden gebracht, moeten er andere, meer indirecte methoden van steun worden ontwikkeld, waardoor het mogelijk is om officieel iedere inmenging te ontkennen.

4. Complementariteit

In de verordening wordt verklaard dat "communautaire bijstand uit hoofde van deze verordening zal worden verstrekt indien - en in de mate waarin - adequate steun in het kader van deze instrumenten niet kan worden verstrekt, of indien de bijstand op meer efficiënte wijze kan worden verstrekt uit hoofde van deze verordening". Deze formulering zou kunnen worden geïnterpreteerd alsof er sprake is van een hiërarchie tussen de instrumenten, alsof de instrumenten voor democratie en mensenrechten ondergeschikt zouden zijn aan de andere instrumenten, in plaats van complementair daaraan. Het concept van de complementariteit moet daarom duidelijker worden ontwikkeld.

5. Herziening

Net als bij de andere instrumenten het geval is, bevat dit voorstel thans een herzieningsclausule, waarin wordt vermeld dat een evaluatie van de uitvoering in de eerste drie jaar uiterlijk op 31 december 2010 moet worden voorgelegd. Wij zouden graag willen onderstrepen dat het van belang is dat deze herziening reeds in het jaar 2009 kan plaatsvinden en dringen daarom erop aan dat het verslag op een zo vroeg mogelijke datum wordt ingediend.

  • [1]  Artikel 11, lid 1, van het EU-Verdrag.
  • [2]  Bertelsmann Foundation, Efficiency First: Towards a coherent EU strategy for Belarus (February 2005); Centre For European Policy Studies, Promoting Democracy through Civil Society: How to step up the EU's policy towards the Eastern Neighbourhood (February 2006); Centre For European Reform, Bulletin Issue 45, The EU needs a policy on Belarus (January 2006); Centre For European Reform, Policy Brief, "The EU's awkward neighbour: time for a new policy on Belarus" (March 2006); Club Of Madrid
    The European Neighbourhood Policy as a Conflict Prevention Tool (June 2006); European Commission, COM(2001) 252: The EU's Role in Promoting Human Rights and Democratisation in Third Countries (May 2001); Foreign Policy Centre, London: EU and Democracy Promotion in the Arab-Muslim world (November 2002); F.M Partners Limited (Study for a number of pro-democracy NGOs), Striking a balance: Efficiency, effectiveness and accountability. The Impact of the EU Financial Regulation on the relationship between the European Commission and non-governmental organisations (April 2005); Human Rights & Democracy Network, Brussels, Experience of working with the European Initiative for Democracy and Human Rights (July 2005); National Endowment For Democracy, prepared for Senator G. Lugar, Chairman, Committee on Foreign Relations, The Backlash against Democracy Assistance (June 2006); Netherlands Institute For Multiparty Democracy: Study, No lasting peace and prosperity without democracy and human rights: Harnessing debates on the EU's future financial instruments (July 2005); Stefan Batory Foundation&Association For International Affairs: Study, Effective Policy towards Belarus: A challenge for the enlarged EU (April 2005); FRIDE, Survey of European Democracy Promotion Policies 2000-2006 (August 2006).
  • [3]  COM(2006)354, overweging 7.
  • [4]  Guidelines to EU policy towards this countries on the death penalty, June 1998; Guidelines to EU policy towards third countries on torture and other cruel, inhuman or degrading treatment or punishment, April 2001; EU Guidelines on children and armed conflict, December 2003; EU Guidelines on human rights defenders, June 2004.

ADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (3.10.2006)

aan de Commissie buitenlandse zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (Europees instrument voor democratie en mensenrechten)
(COM(2006)0354 – C6‑0206/2006 – 2006/0116(COD))

Rapporteur voor advies (*): Alessandro Battilocchio

         (*) Nauwere samenwerking tussen commissies - Artikel 47 van het Reglement

am

AMENDEMENTEN

De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Door de Commissie voorgestelde tekstAmendementen van het Parlement

Amendement 1

Overweging 1, eerste zin

(1) Er wordt een nieuw kader voorgesteld voor de planning en uitvoering van de buitenlandse hulp van de Gemeenschap om deze effectiever te maken.

(1) Er wordt een nieuw kader voorgesteld voor de planning en uitvoering van de buitenlandse hulp van de Gemeenschap om deze effectiever en transparanter te maken.

Motivering

Ten aanzien van de burgers en hun verkozen afgevaardigden moet een hoge mate van transparantie worden gegarandeerd in de procedures voor planning en uitvoering van de buitenlandse hulp.

Amendement 2

Overweging 4

(4) In de Europese consensus inzake ontwikkeling die door de Raad en de vertegenwoordigers van de regering van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, de Europese Commissie en het Europees Parlement gezamenlijk is vastgesteld wordt benadrukt dat "vooruitgang bij de bescherming van de mensenrechten, goed bestuur en democratisering fundamenteel [is] voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling".

(4) In de Europese consensus inzake ontwikkeling die door de Raad en de vertegenwoordigers van de regering van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, de Europese Commissie en het Europees Parlement gezamenlijk is vastgesteld wordt benadrukt dat "vooruitgang bij de bescherming van de mensenrechten, goed bestuur en democratisering fundamenteel [is] voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling". Zulke beleidsmaatregelen dragen daarom sterk bij tot het behalen van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen inzake armoedebestrijding, waarvoor de Europese Unie zich in 2000 heeft geëngageerd (MDG).

Motivering

De verwijzing naar de Europese consensus is passend, maar er moet ook een verwijzing naar de millenniumontwikkelingsdoelstellingen aan worden toegevoegd.

Amendement 3

Overweging 6

(6) De bijdrage van de Gemeenschap tot ontwikkeling en consolidering van de democratie en de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden is verankerd in de algemene beginselen van het Internationaal Statuut van de Mensenrechten en alle daarmee samenhangende instrumenten van de Verenigde Naties.

(6) De bijdrage van de Gemeenschap tot ontwikkeling en consolidering van de democratie en de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden is verankerd in de algemene beginselen van het Internationaal Statuut van de Mensenrechten en alle daarmee samenhangende instrumenten van de Verenigde Naties, met inbegrip van de MDG.

Amendement 4

Overweging 6 bis (nieuw)

 

(6 bis) De Gemeenschapssteun in het kader van deze verordening is er eveneens op gericht nationale parlementen beter in staat te stellen in eigen land en op regionaal niveau de politieke stabiliteit te bevorderen.

Amendement 5
Overweging 8

(8) Mensenrechten kunnen worden beschouwd als universeel aanvaarde internationale normen, maar democratie moet worden gezien als een proces dat zich van binnenuit ontwikkelt met deelname van alle geledingen van de samenleving en een reeks instellingen die moeten zorgen voor participatie, vertegenwoordiging, reactiebereidheid en verantwoordingsplicht. Het opbouwen en instandhouden van mensenrechten en ervoor zorgen dat de democratie goed functioneert ten dienste van de burgers is vooral in opkomende democratieën een moeilijke maar absoluut noodzakelijke taak en vormt een voortdurende uitdaging voor in de eerste plaats de bevolking van het betrokken land.

Mensenrechten en democratische beginselen en waarden kunnen worden beschouwd als universeel aanvaarde internationale normen, maar de specifieke procedures voor de totstandbrenging van instellingen die ervoor kunnen zorgen dat alle democratische en mensenrechten worden geëerbiedigd, moeten worden gezien als een proces dat zich van binnenuit ontwikkelt met deelname van alle geledingen van de samenleving en een reeks instellingen die moeten zorgen voor participatie, vertegenwoordiging, reactiebereidheid en verantwoordingsplicht. Het opbouwen en instandhouden van mensenrechten en ervoor zorgen dat de democratie goed functioneert ten dienste van de burgers is vooral in opkomende democratieën een moeilijke maar absoluut noodzakelijke taak en vormt een voortdurende uitdaging voor in de eerste plaats de bevolking van het betrokken land, zonder echter af te doen aan het engagement van de internationale gemeenschap.

Motivering

Het is belangrijk om eraan te herinneren dat de opbouw van de democratie eerst en vooral de verantwoordelijkheid is van de betrokken landen, maar ook het engagement van de internationale gemeenschap moet worden vermeld.

Amendement 6

Overweging 9

(9) Op bovenstaande kwesties tijdig en op effectieve en flexibele wijze te kunnen aanpakken na het verstrijken op 31 december 2006 van Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad en Verordening (EG) nr. 976/1999 van de Raad, die de juridische grondslag vormden voor het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten, zijn specifieke financiële middelen en een onafhankelijk financieringsinstrument noodzakelijk, die op zichzelf staan en daarnaast een aanvulling vormen op de humanitaire hulp en de financieringsinstrumenten voor langetermijnontwikkeling en -samenwerking.

(9) Om bovenstaande kwesties tijdig en op transparante, effectieve en flexibele wijze te kunnen aanpakken na het verstrijken op 31 december 2006 van Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad en Verordening (EG) nr. 976/1999 van de Raad, die de juridische grondslag vormden voor het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten, zijn specifieke en adequate financiële middelen en een onafhankelijk financieringsinstrument noodzakelijk, die op zichzelf staan en daarnaast een aanvulling vormen op de humanitaire hulp en de financieringsinstrumenten voor langetermijnontwikkeling en -samenwerking.

Motivering

Ten aanzien van de burgers en hun verkozen afgevaardigden moet een hoge mate van transparantie worden gegarandeerd in de procedures voor planning en uitvoering van de buitenlandse hulp.

Amendement 7

Overweging 10

(10) De communautaire steun in het kader van deze verordening dient ter aanvulling op de verschillende andere instrumenten voor de uitvoering van het EU-beleid inzake democratie en mensenrechten, die variëren van politieke dialoog en diplomatieke demarches tot diverse instrumenten voor financiële en technische samenwerking, die zowel geografische als thematische programma's omvatten. Ook zal het instrument een aanvulling vormen op de meer crisisgerelateerde interventies in het kader van het stabiliteitsinstrument.

Niet van toepassing op de Nederlandse tekst

Amendement 8

Overweging 10 bis (nieuw)

 

(10 bis) De activiteiten van de begunstigden die financieel gesteund worden met dit instrument vertegenwoordigen de concrete uitvoering van de prioriteiten van de EU op het vlak van democratie en mensenrechten; daarom zou elke belemmering van deze activiteiten neerkomen op een schending van de wezenlijke waarden van de Unie.

Motivering

Het belang van het optreden dat met dit instrument zal worden ondernomen moet duidelijk worden gesteld. Dit optreden vertegenwoordigt en bevordert de fundamentele beginselen en waarden van de Unie. Het amendement onderstreept dat een aantoonbare en onrechtmatige belemmering van dit optreden neerkomt op een schending van de fundamentele waarden van de Unie.

Amendement 9

Overweging 11

(11) In aanvulling op de maatregelen die worden getroffen in samenwerking met partnerlanden in het kader van de samenwerking uit hoofde van het instrument voor pretoetredingssteun, het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, het instrument voor economische samenwerking en ontwikkelingssamenwerking, de Overeenkomst van Cotonou met de ACS-landen en het stabiliteitsinstrument, verleent de Gemeenschap in het kader van deze verordening steun voor mondiale, regionale en nationale mensenrechten- en democratiseringsvraagstukken, in samenwerking met het maatschappelijk middenveld.

(11) In aanvulling op de maatregelen die worden getroffen in samenwerking met partnerlanden in het kader van de samenwerking uit hoofde van het instrument voor pretoetredingssteun, het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, het instrument voor economische samenwerking en ontwikkelingssamenwerking, de Overeenkomst van Cotonou met de ACS-landen en het stabiliteitsinstrument, verleent de Gemeenschap in het kader van deze verordening steun voor mondiale, nationale, regionale en lokale mensenrechten- en democratiseringsvraagstukken, in samenwerking met het maatschappelijk middenveld.

Motivering

Naast het mondiale, regionale en nationale niveau wordt in dit amendement en in verschillende volgende amendementen ook het lokale niveau vermeld als niveau van optreden. Het optreden op lokaal niveau kan adequaat blijken omdat het dichter bij de concrete zorgen van de burgers staat. Bovendien stemt het overeen met de realiteit in bepaalde landen waar de klemtoon moet worden gelegd op de bescherming van minderheden of gediscrimineerde bevolkingsgroepen.

Amendement 10

Overweging 12

(12) Doelstellingen met betrekking tot democratie en mensenrechten zijn in toenemende mate geïntegreerd in alle financieringsinstrumenten voor buitenlandse hulp, maar de communautaire steun in het kader van deze verordening zal een specifieke aanvullende rol spelen vanwege zijn mondiale karakter en het feit dat de steun niet afhankelijk is van de toestemming van de overheden van derde landen. Dit maakt samenwerking met het maatschappelijk middenveld mogelijk op het gebied van gevoelige thema's met betrekking tot mensenrechten en democratie en biedt voldoende flexibiliteit om in te spelen op veranderende omstandigheden of om innovaties te ondersteunen. Het schept ook capaciteit op EU-niveau om specifieke internationale doelstellingen te formuleren en te ondersteunen die geen betrekking hebben op een bepaald geografisch gebied en geen verband houden met een crisis en waarvoor een internationale aanpak vereist is of waarbij sprake is van operaties zowel binnen de EU als in een aantal derde landen. Het biedt het noodzakelijke kader voor maatregelen zoals onafhankelijke verkiezingswaarnemingsmissies van de EU waarvoor samenhang van het beleid, een uniform beheerssysteem en gezamenlijke actienormen vereist zijn.

(12) Doelstellingen met betrekking tot democratie en mensenrechten dienen in toenemende mate te worden geïntegreerd in alle financieringsinstrumenten voor buitenlandse hulp, maar de communautaire steun in het kader van deze verordening zal een specifieke aanvullende rol spelen vanwege zijn mondiale karakter en het feit dat de steun niet afhankelijk is van de toestemming van de regeringen en andere openbare overheden van derde landen. Dit maakt samenwerking met het maatschappelijk middenveld mogelijk op het gebied van gevoelige thema's met betrekking tot mensenrechten en democratie en biedt voldoende flexibiliteit om in te spelen op veranderende omstandigheden of om innovaties te ondersteunen. Het schept ook capaciteit op EU-niveau om specifieke internationale doelstellingen te formuleren en te ondersteunen die geen betrekking hebben op een bepaald geografisch gebied en geen verband houden met een crisis en waarvoor een internationale aanpak vereist is of waarbij sprake is van operaties zowel binnen de EU als in een aantal derde landen. Het biedt het noodzakelijke kader voor maatregelen zoals onafhankelijke verkiezingswaarnemingsmissies van de EU waarvoor samenhang van het beleid, een uniform beheerssysteem en gezamenlijke actienormen vereist zijn.

Motivering

Dit amendement behoudt de betekenis van het voorstel maar versterkt dit door erop te wijzen dat de onafhankelijkheid van regeringen en andere openbare overheden noodzakelijk is.

Amendement 11

Overweging 12 bis (nieuw)

 

(12 bis) De Gemeenschapssteun in het kader van deze verordening dient maatregelen te omvatten om het vermogen van democratisch gekozen parlementen en parlementsleden op te bouwen indien de regering van het land in kwestie zich verzet tegen deze capaciteitsopbouw in het kader van het IPA, het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking en economische samenwerking, het financieringsinstrument voor stabiliteit en de Overeenkomst van Cotonou.

Motivering

De versterking van de parlementaire instellingen is een van de belangrijkste hefbomen voor de opbouw en consolidering van de democratie in derde landen. Vaak zijn regeringen weinig geneigd om steun te vragen ten gunste van de versterking van de parlementaire capaciteiten. Ook is het van essentieel belang dat de Commissie tijdens onderhandelingen over nationale programma's met de regeringen van derde landen deze versterking systematisch eist op basis van regionale instrumenten. De herziene Overeenkomst van Cotonou bepaalt uitdrukkelijk dat de parlementen steun kunnen ontvangen. Onderhavig instrument, dat over beperkte middelen beschikt, draagt ook als subsidiair instrument bij tot de versterking van de parlementaire instellingen.

Amendement 12

Overweging 13

(13) In de "Richtsnoeren voor de versterking van de operationele coördinatie tussen de Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, en de lidstaten op het gebied van externe hulp" uit 2001 wordt benadrukt dat de buitenlandse hulp van de EU ter ondersteuning van democratiseringsprocessen en de bevordering van de mensenrechten en fundamentele vrijheden in de wereld beter moet worden gecoördineerd. De Commissie en de lidstaten zullen ervoor zorgen dat hun steunmaatregelen op elkaar worden afgestemd.

(13) In de "Richtsnoeren voor de versterking van de operationele coördinatie tussen de Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, en de lidstaten op het gebied van externe hulp" uit 2001 wordt benadrukt dat de algehele buitenlandse hulp van de EU ter ondersteuning van democratiseringsprocessen en de bevordering van de mensenrechten en fundamentele vrijheden in de wereld beter moet worden gecoördineerd. De Commissie en de lidstaten zullen ervoor zorgen dat hun steunmaatregelen op elkaar worden afgestemd en samenhang vertonen.

Motivering

Er wordt verduidelijkt dat het gaat om de coördinatie tussen de Commissie en de lidstaten. Bovendien wordt de noodzaak van samenhang vermeld.

Amendement 13

Overweging 15

(15) Zo vroeg mogelijk in het programmeringsproces moet de Commissie vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld raadplegen, evenals andere donors en betrokkenen, zodat zij gemakkelijker hieraan kunnen bijdragen en hun hulpactiviteiten zo goed mogelijk op elkaar kunnen worden afgestemd.

(15) Al in een vroeg stadium van het programmeringsproces moet de Commissie het Europees Parlement en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld raadplegen, evenals andere donors en betrokkenen, zodat zij gemakkelijker hieraan kunnen bijdragen en hun hulpactiviteiten zo goed mogelijk op elkaar kunnen worden afgestemd en zo doeltreffend en effectief mogelijk beantwoorden aan de vastgelegde doelstellingen.

Motivering

Ook het Europees Parlement moet in alle gevallen worden geraadpleegd. Bovendien wordt herinnerd aan de doelstelling van doeltreffendheid.

Amendement 14

Overweging 16

(16) De Gemeenschap moet snel in kunnen spelen op onvoorziene behoeften en buitengewone omstandigheden zodat haar verbintenis tot het bevorderen van democratie en mensenrechten in landen waar zich problemen op dit gebied voordoen geloofwaardig en doeltreffend is. Daarom moet de Commissie bijzondere maatregelen kunnen nemen buiten de strategiedocumenten om. Dit steunbeheersinstrument komt overeen met de andere instrumenten voor de financiering van buitenlandse hulp.

De Gemeenschap moet snel in kunnen spelen op onvoorziene behoeften en buitengewone omstandigheden zodat haar verbintenis tot het bevorderen van democratie en mensenrechten in landen waar zich problemen op dit gebied voordoen geloofwaardig en doeltreffend is. Daarom moet de Commissie, na kennisgeving aan het Europees Parlement, bijzondere maatregelen kunnen nemen buiten de strategiedocumenten om. Dit steunbeheersinstrument komt overeen met de andere instrumenten voor de financiering van buitenlandse hulp.

Amendement 15

Artikel 1, lid 2, letter -a) (nieuw)

 

-a) ontwikkeling en consolidering van de democratie en de rechtsstaat;

Motivering

Ook de versterking van de democratie en de rechtsstaat dient in dit stadium te worden vermeld.

Amendement 16

Artikel 1, lid 2, letter a)

a) versterking van de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden waar deze het meest worden bedreigd en hulp aan en solidariteit met de slachtoffers van onderdrukking of mishandeling;

a) bevordering van de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden op mondiaal vlak, met bijzondere aandacht voor de plaatsen waar deze het meest worden bedreigd en hulp aan en solidariteit met de slachtoffers van onderdrukking of mishandeling;

Motivering

De term "bevordering" is sterker en daarom passender. Ook al is het juist om bijzondere aandacht te besteden aan de toestand van de mensenrechten op plaatsen waar die het meest bedreigd worden, toch moet in dit stadium opnieuw worden vermeld dat het instrument voor de hele wereld geldt. De doodstraf bestaat nog altijd in landen waar de mensenrechten niet het sterkst bedreigd worden.

Amendement 17

Artikel 1, lid 2, letter c)

c) versterking van het internationaal kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie;

c) het steunen en versterken van het internationaal en regionaal kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie;

Motivering

Ook de versterking van het internationaal en regionaal beschermingskader moet een doelstelling zijn. Zo moeten bepaalde internationale instrumenten nog door een aantal lidstaten geratificeerd worden. Ook zouden er nieuwe instrumenten, bijvoorbeeld op het vlak van non-discriminatie, kunnen worden gecreëerd.

Amendement 18

Artikel 1, lid 2, letter d)

d) het opbouwen van vertrouwen in democratische verkiezingsprocessen door de verdere ontwikkeling van verkiezingswaarneming en -ondersteuning.

d) het opbouwen van vertrouwen in democratische verkiezingsprocessen door de verdere ontwikkeling van verkiezingswaarneming en -ondersteuning, indien die verkiezingswaarneming en -ondersteuning niet met andere, meer geschikte middelen kan worden verstrekt; steunen van onafhankelijke maatschappelijke organisaties en voorvechters van mensenrechten tijdens het proces dat op de verkiezingen volgt, ter consolidering van de democratisering van de landen in kwestie.

Amendement 19

Artikel 1, lid 2, letter d bis) (nieuw)

d bis) het bestrijden van corruptie waar dit niet kan gebeuren met andere, meer geschikte middelen;

Motivering

De strijd tegen corruptie moet ook worden vermeld, hoewel die via andere middelen kan worden gevoerd, waarbij onderhavig instrument een aanvullende en ondersteunende rol vervult. Omdat corruptie vaak het staatsapparaat zelf heeft aangetast, is het mogelijk dat de Commissie, wanneer zij op basis van regionale instrumenten of de Overeenkomst van Cotonou over nationale programma's onderhandelt met de regeringen van derde landen, er niet in slaagt om op dit vlak volledig tevredengesteld te worden. Onderhavig instrument kan een bijzonder waardevol aanvullend middel zijn.

Amendement 20

Artikel 2, lid 1, letter a), inleidende formule

a) steun voor de democratie en voor democratiseringsprocessen, met name door het versterken van de rol van het maatschappelijk middenveld bij

a) steun voor de democratie en voor democratiseringsprocessen, met name door het versterken van de rol van democratisch gekozen parlementen en het maatschappelijk middenveld bij

Amendement 21

Artikel 2, lid 1, letter a), punt ii)

ii) het aanmoedigen van participatieve besluitvormingsprocessen op nationaal, regionaal en lokaal niveau en het stimuleren van gelijke participatie van mannen en vrouwen in de maatschappij, de economie en de politiek;

ii) het aanmoedigen van participatieve besluitvormingsprocessen op nationaal, regionaal en lokaal niveau en het stimuleren van non-discriminatie van minderheden ter waarborging van de gelijke participatie van mannen en vrouwen in de maatschappij, en van gelijke kansen in economie en politiek;

Motivering

Er dient uitdrukkelijk te worden verwezen naar minderheden die in verschillende landen in zeer verontrustende omstandigheden verkeren, en naar gelijke participatie.

Amendement 22

Artikel 2, lid 1, letter a), punt iii)

iii) het stimuleren van wederzijds respect en pluralisme, zowel binnen het maatschappelijk middenveld als op politiek niveau, door het bevorderen van de vrijheid van meningsuiting en vergadering, onafhankelijke en verantwoordelijke media, onbelemmerde toegang tot informatie en vrijheid van vereniging;

iii) het stimuleren van wederzijds respect en pluralisme, zowel binnen het maatschappelijk middenveld als op politiek niveau, door het bevorderen van de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering, onafhankelijke en verantwoordelijke media, en de bevordering van onbelemmerde en gelijke toegang tot informatie, met name voor volkeren die onder ondemocratische regimes leven;

Motivering

Het amendement stelt voor om de vrijheden van meningsuiting, vereniging en vergadering te groeperen. Het stelt ook voor om het punt in verband met de media te versterken.

Amendement 23

Artikel 2, lid 1, letter a), punt iv)

iv) de versterking van de rechtsstaat en het aanmoedigen van jusitiële hervormingen, de onafhankelijkheid van het justitiële apparaat, de bestrijding van straffeloosheid en bijdragen aan de opzet van mechanismen voor overgangsjustitie en verzoening, waaronder steun voor het opzetten en de werking van internationale gelegenheidstribunalen en het Internationale Strafhof;

iv) de versterking van de rechtsstaat en het aanmoedigen van jusitiële hervormingen, de onafhankelijkheid van het justitiële apparaat, de bestrijding van straffeloosheid en corruptie en bijdragen aan de opzet van mechanismen voor overgangsjustitie en verzoening, waaronder steun voor het opzetten en de werking van internationale gelegenheidstribunalen en het Internationale Strafhof;

Motivering

Vermelding van corruptie, overeenkomstig het amendement op artikel 1. De voorgestelde formulering van de strijd tegen corruptie is sterker dan het voorstel van de Commissie om alleen maatregelen tegen corruptie aan te moedigen (artikel 2, lid 1,lettert a) v)).

Amendement 24

Artikel 2, lid 1, letter a), punt v)

v) de ondersteuning van hervormingen om effectieve democratische verantwoordingsplicht en effectief democratisch toezicht te bewerkstelligen, waaronder toezicht op de veiligheidssector en het aanmoedigen van maatregelen tegen corruptie;

v) de ondersteuning van hervormingen om effectieve en transparante democratische verantwoordingsplicht en effectief en transparant democratisch toezicht te bewerkstelligen, waaronder toezicht op de veiligheidssector;

Motivering

Ten aanzien van de burgers en hun verkozen afgevaardigden moet een hoge mate van transparantie worden gegarandeerd in de procedures voor planning en uitvoering van de buitenlandse hulp.

Amendement 25

Artikel 2, lid 1, letter b), punt i)

i) de afschaffing van de doodstraf, het voorkomen van marteling en mishandeling en rehabilitatie van de slachtoffers van marteling en schendingen van de mensenrechten;

i) de afschaffing van de doodstraf, de bestrijding van schendingen van de mensenrechten, met name het voorkomen van marteling en mishandeling, alsmede de rehabilitatie van de slachtoffers;

Motivering

Aan het voorkomen van marteling dient ook de bestrijding ervan te worden gevoegd.

Amendement 26

Artikel 2, lid 1, letter b), punt ii bis) (nieuw)

ii bis) leden van parlementaire organen tegen wie vervolging wordt ingesteld waardoor zij hun verkiezingsmandaat niet kunnen uitvoeren;

Motivering

De bedoeling van dit amendement is om de reikwijdte van deze bepaling uit te breiden door rechtstreekse steun mogelijk te maken aan parlementsleden die worden vervolgd tijdens de uitoefening van hun verkiezingsmandaat. Het is onlangs immers voorgekomen dat parlementsleden door een autoritair regime onrechtmatig werden gevangengezet of vervolgd na verkiezingen waarop nochtans door een waarnemingsmissie van de EU toezicht werd uitgeoefend.

Amendement 27

Artikel 2, lid 1, letter b), punt iii)

iii) de strijd tegen racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie op welke grond dan ook;

iii) de strijd tegen racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie op welke grond dan ook, zoals geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuigingen, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele geaardheid;

Motivering

Het verdient de voorkeur om de mogelijke vormen van discriminatie te specificeren. Verwezen wordt hier naar het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (artikel 21).

Amendement 28

Artikel 2, lid 1, letter b), punt iv)

iv) minderheden, etnische groepen en inheemse volkeren;

iv) minderheden, etnische groepen en inheemse volkeren, in het bijzonder door hun discriminatie te bestrijden;

Motivering

Het amendement behoudt de betekenis van het artikel maar preciseert de noodzaak om discriminatie te bestrijden.

Amendement 29

Artikel 2, lid 1, letter b), punt v)

v) vrouwenrechten;

v) vrouwenrechten en responsabilisering van vrouwen, o.m. bestrijding van genitale verminking van vrouwen, gedwongen huwelijken, eermisdaden en alle andere vormen van geweld tegen vrouwen;

Motivering

Voor meer bewustzijn ten aanzien van de ernstige schendingen van de mensenrechten van vrouwen en aanscherping van de tekst.

Amendement 30

Artikel 2, lid 1, letter b), punt vi)

vi) kinderrechten;

vi) kinderrechten, waaronder de strijd tegen kinderarbeid, -handel en -prostitutie, en de rekrutering en het inzetten van kindsoldaten;

Motivering

Het amendement specificeert de belangrijkste schendingen van kinderrechten.

Amendement 31

Artikel 2, lid 1, letter b), punt vii)

vii) fundamentele arbeidsnormen;

vii) fundamentele arbeidsnormen, waaronder bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen;

Motivering

Er moet melding worden gemaakt van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Amendement 32

Artikel 2, lid 1, letter b), punt vii bis) (nieuw)

 

vii bis) de rechten van gehandicapten;

Motivering

Gehandicapten zijn bijzonder gevoelig voor schending van hun mensenrechten. Hun rechten worden op grote schaal en regelmatig vergeten in de sector mensenrechten en ontwikkelingssamenwerking. Het VN-Verdrag inzake de rechten van gehandicapten wordt naar verwachting in het najaar van 2006 door de Algemene Vergadering aangenomen. In het nieuwe mensenrechteninstrument van de EU moeten de betekenis van dit nieuwe VN-Verdrag en het belang van expliciete vermelding van de rechten van gehandicapten in een specifieke regel over de rechten van gehandicapten dan ook worden erkend.

Amendement 33

Artikel 2, lid 1, letter b), punt vii ter) (nieuw)

 

vii ter) vluchtelingen en ontheemden;

Motivering

Verbetering van de barre omstandigheden waarin over de hele wereld miljoenen mensen verkeren die gedwongen waren hun woonplaatsen te ontvluchten, staat hoog op de prioriteitenlijst van de Europese Unie. De maatschappelijke organisaties moeten worden gesteund bij de bevordering van de mensenrechten voor ontheemden en vluchtelingen.

Amendement 34

Artikel 2, lid 1, letter c) inleidende formule

c) versterking van het internationaal kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie met name door middel van:

c) versterking van het internationaal kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie, en met name door middel van:

Motivering

Taalkundig amendement.

Amendement 35

Artikel 2, lid 1, letter c), punt ii)

ii) bevordering van de samenwerking met multilaterale en regionale organisaties;

ii) bevordering van de samenwerking met multilaterale, regionale en lokale organisaties en het maatschappelijk middenveld;

Motivering

In overeenstemming met het amendement op overweging 11 dient er ook rekening te worden gehouden met het lokale niveau. Verduidelijking van de rol van het maatschappelijk middenveld.

Amendement 36

Artikel 2, lid 1, letter c), punt iii)

iii) bevordering van het naleven van internationaal humanitaire recht;

iii) bevordering van het naleven en toezicht op de tenuitvoerlegging van internationaal humanitaire recht;

Motivering

Ter dekking van de gevallen waarin voor ondertekening van een verdrag of een internationale overeenkomst speciale tenuitvoerleggingswetgeving vereist is - een wijziging van de nationale wetgeving van een overheidspartij die de naleving van verdragsverplichtingen stuurt of mogelijk maakt.

Amendement 37

Artikel 2, lid 1, letter d), punt i)

(i) de inzet van verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie;

i) de inzet van verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie en versterking van de transparantie in de verkiezingsprocessen, alsmede de evaluatie van postelectorale processen op basis van duidelijke en transparante criteria ter bevordering van de inachtneming van mensenrechten, de rechtsstaat en democratische beginselen;

Motivering

Vermelding van transparantie in de verkiezingsprocessen en -campagnes.

Amendement 38

Artikel 2, lid 1, letter d bis) (nieuw)

 

d bis) steun aan en versteviging van de parlementaire democratie, met name

 

i) via maatregelen om het vermogen op te bouwen van democratisch gekozen parlementen indien de regering van het land in kwestie zich verzet tegen deze capaciteitsopbouw in het kader van het IPA, het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking en economische samenwerking, het financieringsinstrument voor stabiliteit en de Overeenkomst van Cotonou;

 

ii) door ondersteuning van hervormingen met het oog op totstandbrenging van daadwerkelijke democratische controleerbaarheid en toezicht, met name toezicht op de overheidsfinanciën en de veiligheidssector en ter aanmoediging van maatregelen tegen corruptie;

Motivering

De versterking van de parlementaire instellingen is een van de belangrijkste hefbomen voor de opbouw en consolidering van de democratie in derde landen. Vaak zijn regeringen weinig geneigd om steun te vragen ten gunste van de versterking van de parlementaire capaciteiten. Ook is het van essentieel belang dat de Commissie tijdens onderhandelingen over nationale programma's met de regeringen van derde landen deze versterking systematisch eist op basis van regionale instrumenten. De herziene Overeenkomst van Cotonou bepaalt uitdrukkelijk dat de parlementen steun kunnen ontvangen. Onderhavig instrument, dat over beperkte middelen beschikt, draagt ook als subsidiair instrument bij tot de versterking van de parlementaire instellingen.

Amendement 39

Artikel 2, lid 2

2. Bij alle in deze verordening genoemde steunmaatregelen wordt zoveel mogelijk gestreefd naar gelijke kansen voor mannen en vrouwen, de rechten van kinderen en inheemse bevolkingsgroepen.

2. Bij alle in deze verordening genoemde steunmaatregelen wordt gestreefd naar bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, de rechten van kinderen¸ de rechten van minderheden en inheemse bevolkingsgroepen, de rechten van gehandicapten en conflictpreventie.

Motivering

Uitdrukkelijke vermelding van minderheden en gehandicapten in het amendement.

Amendement 40

Artikel 3, lid 1

1. De communautaire steun in het kader van deze verordening dient ter aanvulling op de steun in het kader van de verordeningen tot instelling van het instrument voor pretoetredingssteun, het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, het instrument voor economische samenwerking en ontwikkelingssamenwerking, de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en het stabiliteitsinstrument. Uit hoofde van deze verordening wordt communautaire steun verleend als en voor zover geen adequate hulp kan worden verleend in het kader van deze instrumenten, of als de steun doeltreffender kan worden verleend in het kader van deze verordening.

1. De communautaire steun in het kader van deze verordening dient ter aanvulling op de steun in het kader van de verordeningen tot instelling van het instrument voor pretoetredingssteun, het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, het instrument voor economische samenwerking en ontwikkelingssamenwerking, de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en het stabiliteitsinstrument en vertoont er samenhang mee. Uit hoofde van deze verordening wordt communautaire steun verleend als en voor zover geen adequate hulp kan worden verleend in het kader van deze instrumenten, of als de steun doeltreffender kan worden verleend in het kader van deze verordening.

Motivering

Het amendement voegt toe dat samenhang noodzakelijk is.

Amendement 41

Artikel 3, lid 2

2. De Commissie ziet erop toe dat de in het kader van deze verordening goedgekeurde maatregelen in overeenstemming zijn met het algemene beleidskader en met name met de doelstellingen van de genoemde instrumenten, evenals met andere relevante communautaire maatregelen en maatregelen uit hoofde van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

2. De Commissie ziet erop toe dat de in het kader van deze verordening goedgekeurde maatregelen in overeenstemming zijn met ­- maar niet ondergeschikt zijn aan - het algemene beleidskader en met name met de doelstellingen van de genoemde instrumenten, evenals met andere relevante communautaire maatregelen en maatregelen uit hoofde van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Motivering

Het is mogelijk dat, in het algemeen beleidskader van de relaties van de EU met derde landen, commerciële of geopolitieke belangen een zekere prioriteit krijgen ten opzichte van de verdediging van de mensenrechten. Het is dan ook essentieel om er in deze context aan te herinneren dat de in het kader van de verordening genomen maatregelen coherent zijn met, maar niet ondergeschikt zijn aan dat algemeen beleidskader.

Amendement 42

Artikel 3, lid 3

3. Om de doeltreffendheid en samenhang van de steunmaatregelen van de Gemeenschap en die van de lidstaten te vergroten, streeft de Commissie ernaar haar eigen activiteiten en die van de lidstaten zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, zowel op het niveau van de besluitvorming als op operationeel niveau. De coördinatie omvat veelvuldige en geregelde uitwisseling van relevante informatie tijdens de verschillende fasen van het steunverleningsproces, met name op operationeel niveau, en vormt een belangrijke stap in het programmeringsproces van de Gemeenschap en de lidstaten.

3. Om de doeltreffendheid en samenhang van de steunmaatregelen van de Gemeenschap en die van de lidstaten te vergroten, verzekert de Commissie dat zij haar eigen activiteiten en die van de lidstaten zo goed mogelijk op elkaar afstemt, zowel op het niveau van de besluitvorming als op operationeel niveau. De coördinatie omvat veelvuldige en geregelde uitwisseling van relevante informatie tijdens de verschillende fasen van het steunverleningsproces, met name op operationeel niveau, en vormt een belangrijke stap in het programmeringsproces van de Gemeenschap en de lidstaten.

Motivering

Heeft dezelfde betekenis als het oorspronkelijke voorstel, maar versterkt dit.

Amendement 43

Artikel 3, lid 4

4. De Commissie streeft naar regelmatige informatie-uitwisseling met het Europees Parlement.

4. De Commissie streeft naar samenwerking en regelmatige informatie-uitwisseling met het Europees Parlement.

Motivering

Informatie-uitwisseling alleen is onvoldoende.

Amendement 44

Artikel 3, lid 5

5. De Commissie onderhoudt een dialoog met het maatschappelijk middenveld over de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening.

5. De Commissie onderhoudt een dialoog met het maatschappelijk middenveld over de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening en over de tenuitvoerlegging en beoordeling van de uit hoofde van deze verordening uitgevoerde werkzaamheden.

Motivering

De maatschappelijke organisaties moeten worden betrokken bij de tenuitvoerlegging en beoordeling van deze verordening, omdat het maatschappelijk middenveld via de betrokken onafhankelijke organisaties in het algemeen nu eenmaal de uitvoering voor zijn rekening neemt.

Amendement 45

Artikel 7, lid 1

1. Onverminderd artikel 5, kan de Commissie bij onvoorziene behoeften of in buitengewone omstandigheden bijzondere maatregelen goedkeuren die niet onder de strategiedocumenten vallen.

Niet van toepassing op de Nederlandse tekst

Amendement 46

Artikel 7, lid 3

3. Wanneer de kosten van dergelijke maatregelen meer bedragen dan vijf miljoen euro, worden de bijzondere maatregelen door de Commissie goedgekeurd volgens de in artikel 16, lid 2, beschreven procedure.

3. Wanneer de kosten van dergelijke maatregelen meer bedragen dan twee miljoen euro, worden de bijzondere maatregelen door de Commissie goedgekeurd volgens de in artikel 16, lid 2, beschreven procedure.

Motivering

Vijf miljoen is te veel in vergelijking met de jaarlijkse kredieten (ongeveer 4%). Het verdient de voorkeur om dit bedrag te verlagen tot 2 miljoen zoals in het geval van het EIDHR.

Amendement 47

Artikel 7, lid 4

4. Voor bijzondere maatregelen voor minder dan vijf miljoen euro stuurt de Commissie binnen een maand na goedkeuring een kennisgeving aan de lidstaten.

4. Voor bijzondere maatregelen voor minder dan twee miljoen euro stuurt de Commissie binnen een maand na goedkeuring een kennisgeving aan het Europees Parlement en de lidstaten.

Motivering

Zie het amendement op artikel 7, lid 3.

Amendement 48

Artikel 8, lid 2

2. De communautaire financiering omvat ook uitgaven voor administratieve ondersteuning door de delegaties van de Commissie die zich bezighouden met het beheer van de in het kader van deze verordening gefinancierde projecten.

2. De communautaire financiering kan ook uitgaven omvatten voor administratieve ondersteuning door de delegaties van de Commissie die zich bezighouden met het beheer van de in het kader van deze verordening gefinancierde projecten.

Motivering

De financiering van administratieve ondersteuning is, indien nodig, mogelijk maar niet verplicht.

Amendement 49

Artikel 8, lid 2 bis (nieuw)

2 bis. Bij de toepassing van de leden 1 en 2 verzekert de Commissie dat de ondersteunende maatregelen evenredig en adequaat zijn ter verwezenlijking van de verwachte resultaten en dat zij niet hoger zijn dan 5% van het totaalbedrag dat aan het instrument is toegewezen.

Motivering

Voor een goed beheer van de openbare financiën is het belangrijk dat de ondersteunende maatregelen evenredig en adequaat blijven en dat zij niet hoger zijn dan 5% van het totaalbedrag.

Amendement 50

Artikel 8, lid 3

3. De Commissie keurt de ondersteunende maatregelen die buiten de in artikel 5 bedoelde strategiedocumenten vallen goed volgens de in artikel 7, lid 3 en 4, beschreven procedure.

schrappen

Motivering

Er is geen reden om deze bepaling op te nemen.

Amendement 51

Artikel 9, lid 1, inleidende formule en letters a) en b)

1. Onverminderd artikel 13 komen de volgende organen en personen in aanmerking voor financiering uit hoofde van deze verordening voor de uitvoering van de in de artikel 6 en 7 bedoelde steunmaatregelen:

1. Onverminderd artikel 13 komen de volgende organen en personen in aanmerking voor financiering uit hoofde van deze verordening voor de uitvoering van de in de artikel 6 en 7 bedoelde steunmaatregelen:

eerst en vooral:

a) maatschappelijke en lokale organisaties en netwerken daarvan op nationaal, regionaal en internationaal niveau;

a) maatschappelijke en lokale niet-gouvernementele organisaties en netwerken daarvan, ongeacht of zij officieel geregistreerd zijn of niet, op lokaal, nationaal, regionaal en internationaal niveau;

 

en daarnaast:

b) publiek- en privaatrechtelijke agentschappen, instellingen en organisaties zonder winstoogmerk en netwerken daarvan op nationaal, regionaal en internationaal niveau;

b) publiek- en privaatrechtelijke agentschappen, instellingen en organisaties zonder winstoogmerk en netwerken daarvan op lokaal, nationaal, regionaal en internationaal niveau;

Motivering

Het amendement stelt niet ter discussie wie er in aanmerking komt voor financiering, maar preciseert dat het functioneren van het maatschappelijk middenveld prioriteit krijgt binnen de financiering uit hoofde van deze verordening.

In letter a) wordt ook de aard van de niet-gouvernementele organisaties verduidelijkt en wordt uitdrukkelijk gesteld dat niet-geregistreerde organisaties eveneens in aanmerking komen. Het is immers zo dat autoritaire regimes kunnen weigeren om bepaalde organisaties voor de bevordering van de democratie of de verdediging van de mensenrechten te registreren. Die organisaties om die reden bestraffen zou indruisen tegen de doelstelling van deze verordening.

Tenslotte wordt, net als in andere amendementen, ook hier het lokale niveau vermeld.

Amendement 52

Artikel 9, lid 1, letter b)

b) publiek- en privaatrechtelijke agentschappen, instellingen en organisaties zonder winstoogmerk en netwerken daarvan op nationaal, regionaal en internationaal niveau;

b) publiek- en privaatrechtelijke agentschappen, instellingen en organisaties zonder winstoogmerk, met inbegrip van parlementaire organen, en netwerken daarvan op nationaal, regionaal en internationaal niveau;

Amendement 53

Artikel 9, lid 1, letter c)

c) internationale en regionale intergouvernementele organisaties;

c) internationale en regionale intergouvernementele of interparlementaire organisaties;

Amendement 54

Artikel 9, lid 2

2. Andere dan de in lid 1 genoemde organen en personen komen in aanmerking voor financiering wanneer dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening.

schrappen

Motivering

Lid 2 heeft geen bestaansreden meer, omdat er al verduidelijkingen werden aangebracht in artikel 9, artikel 1, met name over het feit dat niet-geregistreerde organisaties ook in aanmerking komen.

Amendement 55

Artikel 12, lid 2, letter d)

d) ondernemingen, bedrijven en andere particuliere organisaties en economische actoren, en andere niet-overheidsactoren.

d) ondernemingen, bedrijven, andere particuliere organisaties en economische actoren, andere niet-overheidsactoren en niet-gouvernementele organisaties in het maatschappelijk middenveld, mits deze voldoen aan de doelen van onderhavige verordening en op voorwaarde dat hun werkzaamheden beantwoorden aan normen op het gebied van mensenrechten.

Motivering

NGO moeten specifiek worden vermeld en de context voor gezamenlijke financiering door bedrijven, ondernemingen en particulieren moet worden verduidelijkt.

Amendement 56

Artikel 13, lid 7

7. Wanneer de communautaire financiering betrekking heeft op een activiteit die wordt uitgevoerd via een internationale organisatie staan de desbetreffende contractprocedures open voor alle natuurlijke en rechtspersonen die op grond van dit artikel in aanmerking komen, alsmede voor alle natuurlijke en rechtspersonen die in aanmerking komen op grond van de regels van de desbetreffende organisatie, waarbij erop moet worden toegezien dat er sprake is van gelijke toegang voor alle donors. Dezelfde regels gelden voor goederen, materialen en deskundigen.

7. Wanneer de communautaire financiering betrekking heeft op een activiteit die wordt uitgevoerd via een internationale organisatie staan de desbetreffende contractprocedures open voor alle natuurlijke en rechtspersonen die op grond van dit artikel in aanmerking komen, alsmede voor alle natuurlijke en rechtspersonen die in aanmerking komen op grond van de regels van de desbetreffende organisatie, op voorwaarde dat zij beantwoorden aan de doelstellingen van deze verordening, waarbij erop moet worden toegezien dat er sprake is van gelijke toegang voor alle donors. Dezelfde regels gelden voor goederen, materialen en deskundigen.

Motivering

Er wordt aan herinnerd dat aan de doelstellingen van de verordening moet worden beantwoord.

Amendement 57

Artikel 13, lid 12

12. Inschrijvers aan wie opdrachten worden gegund, moeten internationaal erkende fundamentele arbeidsnormen en milieunormen eerbiedigen, zoals de fundamentele normen van de IAO, overeenkomsten inzake vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen, uitschakeling van gedwongen en verplichte arbeid, uitschakeling van discriminatie bij arbeid en beroep en afschaffing van kinderarbeid.

12. Degenen aan wie opdrachten worden gegund, moeten internationaal erkende fundamentele arbeidsnormen en milieunormen eerbiedigen, zoals de fundamentele normen van de IAO, overeenkomsten inzake vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen, uitschakeling van gedwongen en verplichte arbeid, uitschakeling van discriminatie bij arbeid en beroep en afschaffing van kinderarbeid.

Motivering

Taalkundig amendement.

Amendement 58

Artikel 15, lid 2

2. De Commissie zendt haar evaluatieverslagen ter informatie toe aan het in artikel 16, lid 1, bedoelde comité en aan het Europees Parlement. De lidstaten kunnen een verzoek indienen om bepaalde evaluaties te bespreken binnen het in artikel 16, lid 1, bedoelde comité. De resultaten daarvan worden gebruikt bij de opzet van programma's en de toewijzing van middelen.

2. De Commissie zendt haar evaluatieverslagen ter informatie toe aan het in artikel 16, lid 1, bedoelde comité en aan het Europees Parlement. Het Europees Parlement en lidstaten kunnen een verzoek indienen om bepaalde evaluaties te bespreken binnen het in artikel 16, lid 1, bedoelde comité. De resultaten daarvan worden gebruikt bij de opzet van programma's en de toewijzing van middelen.

Motivering

Het Europees Parlement moet, net zoals de lidstaten, een verzoek tot bespreking kunnen indienen.

Amendement 59

Artikel 16 bis (nieuw)

Artikel 16 bis

Gestructureerde dialoog met het Europees Parlement

Op basis van de volgende procedure vindt een gestructureerde dialoog met het Europees Parlement plaats:

a) de Commissie stuurt alle ontwerpmaatregelen die volgens de comitologievoorschriften zullen worden voorgelegd aan de betrokken comités tegelijkertijd naar het Europees Parlement en naar de lidstaten; het Europees Parlement ontvangt ook een kopie van de agenda voordat de betrokken comitévergadering plaatsvindt en krijgt achteraf een kopie van de notulen van die vergadering;

b) het Europees Parlement bepaalt welke strategieën het wenst te bespreken met de Commissie;

c) de dialoog vindt plaats tijdens een vergadering van een parlementaire commissie of een ander door het Europees Parlement aangeduid orgaan; de Commissie licht de in het document uiteengezette prioriteiten toe en de factoren die de keuze van die prioriteiten hebben bepaald; het Europees Parlement heeft daarna de mogelijkheid om verdere toelichting te vragen, zijn mening over de keuzes te geven en aan te geven hoe de strategie naar zijn oordeel uitgevoerd dient te worden;

d) de Commissie houdt terdege rekening met deze uitwisseling bij de vaststelling en uitvoering van de in artikel 5 respectievelijk 6 voorziene strategiedocumenten en jaarlijkse actieprogramma's.

Motivering

Zonder de comitologieprocedure ter discussie te stellen, voorziet dit amendement in een procedure voor een gestructureerde dialoog met het Europees Parlement, en consolideert het in feite de verbintenissen die reeds door de Commissie zijn aangegaan in het kader van de onderhandelingen met de Commissie over de tenuitvoerlegging van instrumenten die werden aangenomen in het kader van de medebeslissingsprocedure. Wat de waarneming van verkiezingen betreft bestaat een dergelijke dialoog reeds in het kader van de gezamenlijk door de voorzitters van AFET en DEVE voorgezeten Coördinatiegroep verkiezingen.

Amendement 60

Artikel 19

Voor 31 december 2010 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin de tenuitvoerlegging van deze verordening gedurende de eerste drie jaar wordt beoordeeld en waaraan indien nodig een wetsvoorstel wordt toegevoegd tot wijziging van het instrument.

Voor 31 december 2010 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin de tenuitvoerlegging van deze verordening gedurende de eerste drie jaar wordt beoordeeld. Indien er disfuncties worden vastgesteld, dient de Commissie op eigen initiatief of op verzoek van het Europees Parlement indien nodig een wetsvoorstel tot wijziging van het instrument in.

Motivering

Dit amendement bevestigt de toezeggingen van de Commissie tijdens de plenaire vergadering van het Europees Parlement op 17 mei 2006.

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (Europees instrument voor democratie en mensenrechten)

Document- en procedurenummers

COM(2006)0354 – C6 0206/2006 – 2006/0116(COD)

Commissie ten principale

AFET

Advies uitgebracht door
  Datum bekendmaking

DEVE
6.7.2006

Nauwere samenwerking – datum bekendmaking

6.7.2006

Rapporteur voor advies
  Datum benoeming

Alessandro Battilocchio
10.7.2006

Vervangen rapporteur voor advies

 

Behandeling in de commissie

28.8.2006

 

 

 

 

Datum goedkeuring

3.10.2006

Uitslag eindstemming

+:

-:

0:

26

0

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Margrete Auken, Alessandro Battilocchio, Margrietus van den Berg, Danutė Budreikaitė, Marie-Arlette Carlotti, Thierry Cornillet, Nirj Deva, Alexandra Dobolyi, Michael Gahler, Filip Andrzej Kaczmarek, Glenys Kinnock, Maria Martens, Miguel Angel Martínez Martínez, Gay Mitchell, Luisa Morgantini, José Javier Pomés Ruiz, Horst Posdorf, Frithjof Schmidt, Jürgen Schröder, Anna Záborská, Mauro Zani

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Milan Gaľa, Manolis Mavrommatis, Anne Van Lancker, Anders Wijkman, Gabriele Zimmer

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

 

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

 

ADVIES van de Begrotingscommissie (10.10.2006)

aan de Commissie buitenlandse zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (Europees instrument voor democratie en mensenrechten)
(COM(2006)0354 – C6‑0206/2006 – 2006/0116(COD))

Rapporteur voor advies: Albert Jan Maat

am

BEKNOPTE MOTIVERING

Het voorstel voor een financieringsinstrument (verordening) ter bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld is gebaseerd op de artikelen 179 (ontwikkelingssamenwerking) en 181 A (economische, financiële en technische samenwerking met derde landen anders dan ontwikkelingslanden). Op het voorstel is de medebeslissingsprocedure van toepassing.

In haar oorspronkelijke voorstellen voor de externe sector voor de periode 2007-2013 wilde de Commissie de activiteiten met betrekking tot democratie en mensenrechten de vorm geven van een thematisch programma ter wille van de programmering, maar onder gebruikmaking van de rechtsgronden van de andere instrumenten. Nadat het Parlement had aangedrongen op een afzonderlijke rechtsgrondslag om het unieke globale karakter van het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten (EIDHR) te handhaven, stemde de Commissie ermee in een voorstel in te dienen in de context van de algemene onderhandelingen over de externe instrumenten.

De verdeling van de kredieten over de diverse externe instrumenten die de Commissie aanvankelijk had voorgesteld en vervolgens had gewijzigd nadat overeenstemming was bereikt over het meerjarig financieel kader 2007-2013, zal als gevolg van dit voorstel technisch moeten worden aangepast. Dit is het gevolg van het feit dat verscheidene acties in verband met mensenrechten en democratie uit deze instrumenten worden gelicht en opgenomen worden in dit afzonderlijke horizontale instrument.

Het begrote referentiebedrag van EUR 1103,74 miljoen voor dit instrument moet dan ook beschikbaar komen door "bijdragen" uit de andere belangrijke instrumenten, te weten DCI (ontwikkeling), ENPI (partnerschap met buurlanden), IPA (pretoetreding) en het stabiliteitsinstrument. Zo kunnen de in het meerjarig financieel kader overeengekomen totaalbedragen worden aangehouden. De rapporteur benadrukt het belang van consistentie ten aanzien van de externe instrumenten om te zorgen dat dit het geval zal zijn. Daarom is een standaardamendement toegevoegd om op de noodzaak van algehele compatibiliteit te wijzen. De rapporteur stelt vast dat het door de Commissie voor deze specifieke verordening voorgestelde bedrag consistent is met het meerjarig financieel kader.

Een aantal amendementen wordt voorgesteld om de prerogatieven van het Parlement te vrijwaren, vooral ten aanzien van de politieke keuzes die moeten worden gemaakt. Het voorstel van de Commissie is volstrekt ontoereikend, daar het zich hoofdzakelijk bezighoudt met de procedure (kaderwetgeving) en de strategische keuzen uitstelt tot de uitvoeringsfase, en dan nog alleen onder toezicht van de Commissie en de lidstaten.

AMENDEMENTEN

De Begrotingscommissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Ontwerpwetgevingsresolutie

Amendement 1

Paragraaf 2 bis (nieuw)

2 bis.  is van mening dat het financieel bedrag dat in het wetgevingsvoorstel wordt genoemd, verenigbaar moet zijn met het plafond van rubriek 4 van het nieuwe meerjarig financieel kader en wijst erop dat over het jaarlijkse bedrag een besluit zal worden genomen in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure, overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006;

Motivering

Standaardamendement ter waarborging van algehele compatibiliteit met de maximumbedragen.

Voorstel voor een verordening

Door de Commissie voorgestelde tekst[1]Amendementen van het Parlement

Amendement 2

Overweging 9

(9) Op bovenstaande kwesties tijdig en op effectieve en flexibele wijze te kunnen aanpakken na het verstrijken op 31 december 2006 van Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad en Verordening (EG) nr. 976/1999 van de Raad, die de juridische grondslag vormden voor het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten, zijn specifieke financiële middelen en een onafhankelijk financieringsinstrument noodzakelijk, die op zichzelf staan en daarnaast een aanvulling vormen op de humanitaire hulp en de financieringsinstrumenten voor langetermijnontwikkeling en -samenwerking.

(9) Op bovenstaande kwesties tijdig en op effectieve en flexibele wijze te kunnen aanpakken na het verstrijken op 31 december 2006 van Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad en Verordening (EG) nr. 976/1999 van de Raad, die de juridische grondslag vormden voor het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten, zijn specifieke financiële middelen en een afzonderlijk financieringsinstrument noodzakelijk, die op zichzelf staan en daarnaast een aanvulling vormen op en aangevuld worden door de andere instrumenten voor het externe beleid van de Europese Unie.

Motivering

Het is niet duidelijk wat "onafhankelijk" in dit verband zou kunnen betekenen en daarom is "afzonderlijk" een betere term. De verschillende instrumenten voor externe acties hangen uiteindelijk allemaal samen en vullen elkaar dus aan.

Amendement 3
Overweging 14

(14) Vanwege het belang en het toepassingsgebied van de communautaire steun voor democratie en mensenrechten moet de Commissie regelmatig informatie uitwisselen met het Europees Parlement.

(14) Vanwege het belang en het toepassingsgebied van de communautaire steun voor democratie en mensenrechten moet de Commissie het Europees Parlement en de Raad stelselmatig inlichten en raadplegen over de strategische keuzes die in het kader van dit instrument worden gemaakt. Dit betekent ook dat zij met het Europees Parlement geregeld overleg voert en vóór en tijdens de uitvoering van de strategieën ten volle rekening houdt met zijn standpunt.

Motivering

Deze formulering komt overeen met de Verklaring van de Commissie betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties, die als bijlage gaat bij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006.

Amendement 4

Overweging 17

(17) Bij deze verordening worden voor de gehele looptijd van het programma financiële middelen vastgesteld die voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt zijn in de zin van punt 37 van het op 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gesloten Interinstitutioneel Akkoord inzake de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure.

(17) Bij deze verordening wordt voor de gehele looptijd van het programma een financieringsbudget vastgesteld dat voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt vormt in de zin van punt 37 van het op 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gesloten Interinstitutioneel Akkoord inzake de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure.

Motivering

De terminologie van het IIA van 17 mei 2006 wordt enigszins gewijzigd ten opzichte van het vorige IIA, in die zin dat nu het begrip "financieringsbudget" wordt gebruikt.

Amendement 5
Artikel 3, lid 1

1. De communautaire steun in het kader van deze verordening dient ter aanvulling op de steun in het kader van de verordeningen tot instelling van het instrument voor pretoetredingssteun, het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, het instrument voor economische samenwerking en ontwikkelingssamenwerking, de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en het stabiliteitsinstrument. Uit hoofde van deze verordening wordt communautaire steun verleend als en voor zover geen adequate hulp kan worden verleend in het kader van deze instrumenten, of als de steun doeltreffender kan worden verleend in het kader van deze verordening.

1. De communautaire steun in het kader van deze verordening dient ter wederzijdse aanvulling op de steun in het kader van de verordeningen tot instelling van het instrument voor pretoetredingssteun, het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en het stabiliteitsinstrument.

Motivering

De wederzijds aanvullende rol van het instrument moet benadrukt worden. Het EIDHR mag niet als "laatste toevlucht" worden gezien, als een actie om welke reden dan ook niet eenvoudig in het kader van een geografisch instrument kan worden uitgevoerd.

Amendement 6
Artikel 3, lid 4

4. De Commissie streeft naar regelmatige informatie-uitwisseling met het Europees Parlement.

4. De Commissie voert geregeld overleg met het Europees Parlement en houdt ten volle rekening met zijn standpunt vóór en tijdens de uitvoering van de strategieën, zoals bepaald in de Verklaring betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties, die als bijlage gaat bij het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Motivering

Deze formulering komt overeen met de Verklaring van de Commissie betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties, die als bijlage gaat bij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006.

Amendement 7

Artikel 5, lid 2

2. In de strategiedocumenten worden de gebieden vermeld die prioritair in aanmerking komen voor financiering door de Gemeenschap, de specifieke doelstellingen en de verwachte resultaten en de prestatie-indicatoren. Ook wordt een indicatieve financiële toewijzing vermeld, zowel totaal als per prioriteitsgebied; indien nodig kan hierbij een marge worden vermeld.

2. In de strategiedocumenten worden de gebieden vermeld die prioritair in aanmerking komen voor financiering door de Gemeenschap, de specifieke doelstellingen en de verwachte resultaten en de prestatie-indicatoren. Ook wordt, onverminderd de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit, een indicatieve financiële toewijzing vermeld, zowel totaal als met een indicatieve specificatie van de middelen per prioriteitsgebied; indien nodig kan hierbij een marge worden vermeld.

Motivering

Deze formulering komt overeen met de Verklaring van de Commissie betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties, die als bijlage gaat bij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006.

Amendement 8
Artikel 5, lid 3

3. Strategiedocumenten en de eventuele herzieningen of uitbreidingen daarvan worden goedgekeurd overeenkomstig de in artikel 16, lid 2, beschreven procedure. De geldigheidsduur van de strategiedocumenten mag die van deze verordening niet overschrijden. Strategiedocumenten worden halverwege de looptijd herzien, of op enig ander moment indien noodzakelijk.

3. Strategiedocumenten en de eventuele herzieningen of uitbreidingen daarvan worden goedgekeurd overeenkomstig de in artikel 16, lid 2, beschreven procedure. De geldigheidsduur van de strategiedocumenten mag die van deze verordening niet overschrijden. Strategiedocumenten worden halverwege de looptijd, uiterlijk na drie jaar, herzien, of op enig ander moment indien noodzakelijk.

Motivering

Deze formulering komt overeen met de Verklaring van de Commissie betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties, die als bijlage gaat bij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006.

Amendement 9
Artikel 5, lid 4 bis (nieuw)

 

4 bis. Overeenkomstig artikel 3, lid 4 voert de Commissie met het Europees Parlement geregeld overleg over de inhoud van de strategiedocumenten. Zij houdt ten volle rekening met het standpunt van het Parlement vóór en tijdens de vaststelling en uitvoering van de strategieën, zoals bepaald in de Verklaring betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties, die als bijlage gaat bij het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006

Motivering

Deze formulering komt overeen met de Verklaring van de Commissie betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties, die als bijlage gaat bij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006.

Amendement 10
Artikel 6, lid 3

3. Jaarlijkse actieprogramma’s en de eventuele herzieningen of uitbreidingen daarvan worden goedgekeurd overeenkomstig de in artikel 16, lid 2, beschreven procedure. Als de wijzigingen in een jaarlijks actieprogramma niet meer dan 20% van het totale bedrag betreffen, worden deze door de Commissie goedgekeurd, die het in artikel 16, lid 1, bedoelde comité in kennis stelt.

3. Jaarlijkse actieprogramma’s en de eventuele herzieningen of uitbreidingen daarvan worden goedgekeurd overeenkomstig de in artikel 16, lid 2, beschreven procedure.

Motivering

Aangezien toepassing van de comitologie op dit gebied de gebruikelijke procedure is, lijkt het onnodig dat het Parlement nog meer van zijn controlebevoegdheden als tak van de begrotingsautoriteit zou moeten afstaan.

Amendement 11

Artikel 8, lid 2

2. De communautaire financiering omvat ook uitgaven voor administratieve ondersteuning door de delegaties van de Commissie die zich bezighouden met het beheer van de in het kader van deze verordening gefinancierde projecten.

2. De communautaire financiering omvat ook uitgaven voor ondersteuning van administratief beheer die rechtstreeks verband houden met de in het kader van deze verordening gefinancierde projecten.

Motivering

Dient om een duidelijk onderscheid te maken tussen de begrotingslijnen voor administratief beheer (vroegere BA-lijnen) in verband met het programma (die worden gefinancierd uit rubriek 4) en de administratieve lijnen van rubriek 5. Het lijkt niet verstandig deze uitgaven uitsluitend te beperken tot delegaties, omdat er ook acties kunnen zijn (bijvoorbeeld opleiding van personeel) waarvan de financiering via het hoofdkantoor moet verlopen.

Amendement 12

Artikel 10, lid 2

2. Overeenkomstig artikel 54 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad kan de Commissie besluiten overheidstaken en met name taken tot uitvoering van de begroting toe te vertrouwen aan de in artikel 54, lid 2, onder c), van de genoemde verordening bedoelde organen.

2. Overeenkomstig artikel 54 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad kan de Commissie besluiten overheidstaken en met name taken tot uitvoering van de begroting toe te vertrouwen aan de in artikel 54, lid 2, onder c), van de genoemde verordening bedoelde organen, mits deze taken geen politieke keuzes impliceren in de zin van artikel 54, lid 1 van die verordening.

Motivering

Dit amendement verduidelijkt de voorwaarden voor eventuele uitbesteding van taken.

Amendement 13

Artikel 11, lid 2

2. De communautaire financiering geschiedt onder meer in een van de volgende juridische vormen:

 

2. De communautaire financiering geschiedt onder meer in een van de volgende juridische vormen:

a) subsidieovereenkomsten, subsidiebesluiten of bijdrageovereenkomsten;

 

a) subsidieovereenkomsten of subsidiebesluiten;

 

b) overeenkomsten op grond van artikel 54 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002;

b) overeenkomsten op grond van artikel 54 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002;

 

c) aanbestedingscontracten;

 

c) aanbestedingscontracten.

d)        arbeidsovereenkomsten.

 

Motivering

"Bijdrageovereenkomsten" is een dubbelzinnige term. Zij vallen ook onder de term "subsidieovereenkomsten". Om te voorkomen dat rechtsonzekerheid ontstaat, moet de term worden geschrapt. Ook moet duidelijk worden gemaakt dat subsidies - zoals nu het geval is - gebruikt mogen worden om personeel aan te stellen (d.w.z. arbeidsovereenkomsten te sluiten). Subsidies mogen evenwel niet leiden tot directe arbeidsbetrekkingen tussen de EU en een begunstigde.

Amendement 14

Artikel 15, lid 1

1. De Commissie controleert en herziet regelmatig de programma’s en beoordeelt de effectiviteit van de programmering om na te gaan of de doelstellingen zijn verwezenlijkt en om aanbevelingen te formuleren zodat maatregelen in de toekomst kunnen worden verbeterd.

1. De Commissie controleert en herziet regelmatig de programma’s. Zij zorgt er tevens voor dat deze worden beoordeeld om na te gaan of de doelstellingen zijn verwezenlijkt en om aanbevelingen te formuleren zodat maatregelen in de toekomst kunnen worden verbeterd. Dit gebeurt uiterlijk na drie jaar. Deze beoordelingen moeten onafhankelijk zijn en mogen dus niet worden uitgevoerd door personeel en/of organen die betrokken zijn bij de uitvoering van het programma.

Motivering

Alleen onafhankelijke beoordelingen zijn geloofwaardig.

Amendement 15

Artikel 16, lid 4

4. De notulen van de vergaderingen van het comité worden ter informatie aan het Europees Parlement gezonden.

4. Overeenkomstig de artikelen 5 en 6 voert de Commissie met het Europees Parlement geregeld overleg over de inhoud van de strategiedocumenten en jaarlijkse actieprogramma's.

Alle ontwerpen die worden voorgelegd aan het krachtens dit artikel opgerichte comité worden daarom gelijktijdig toegezonden aan het Europees Parlement en aan de lidstaten.

Het overleg vindt plaats tijdens een vergadering van een parlementaire commissie of een ander door het Europees Parlement aangewezen orgaan.

De Commissie houdt terdege rekening met het standpunt van het Parlement alvorens deze maatregelen aan te nemen en uit te voeren.

Motivering

Deze formulering komt overeen met de Verklaring van de Commissie betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties, die als bijlage gaat bij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006.

Amendement 16

Artikel 19

19. Voor 31 december 2010 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin de tenuitvoerlegging van deze verordening gedurende de eerste drie jaar wordt beoordeeld en waaraan indien nodig een wetsvoorstel wordt toegevoegd tot wijziging van het instrument.

19. Uiterlijk op 31 december 2010 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin de tenuitvoerlegging van deze verordening gedurende de eerste drie jaar wordt beoordeeld en waaraan indien nodig een wetsvoorstel wordt toegevoegd tot wijziging van het instrument.

Motivering

Deze formulering komt overeen met de Verklaring van de Commissie betreffende de democratische controle en de samenhang van externe acties, die als bijlage gaat bij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006.

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (Europees instrument voor democratie en mensenrechten)

Document- en procedurenummers

COM(2006)0354 – C6-0206/2006 – 2006/0116(COD)

Commissie ten principale

AFET

Advies uitgebracht door
  Datum bekendmaking

BUDG
6.7.2006

Nauwere samenwerking – datum bekendmaking

 

Rapporteur voor advies
  Datum benoeming

Albert Jan Maat
26.9.2006

Vervangen rapporteur voor advies

 

Behandeling in de commissie

26.9.2006

10.10.2006

 

 

 

Datum goedkeuring

10.10.2006

Uitslag eindstemming

+:

-:

0:

22

Bij de eindstemming aanwezige leden

Reimer Böge, Gérard Deprez, Valdis Dombrovskis, Brigitte Douay, Salvador Garriga Polledo, Ingeborg Gräßle, Louis Grech, Nathalie Griesbeck, Catherine Guy-Quint, Jutta D. Haug, Anne E. Jensen, Wiesław Stefan Kuc, Janusz Lewandowski, Vladimír Maňka, Mario Mauro, Giovanni Pittella, Antonis Samaras, Esko Seppänen, László Surján, Ralf Walter

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, José Albino Silva Peneda

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

 

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

...

  • [1]  Nog niet in het PB gepubliceerd.

ADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (5.10.2006)

aan de Commissie buitenlandse zaken

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (Europees instrument voor democratie en mensenrechten)
(COM(2006)0354 – C6‑0206/2006 – 2006/0116(COD))

Rapporteur voor advies: Teresa Riera Madurell

am

BEKNOPTE MOTIVERING

De EU speelt een voortrekkersrol op het gebied van democratie en mensenrechtenkwesties en dient zich op dit terrein ook verder te blijven profileren.

Doel van het Commissievoorstel voor een nieuw financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten is een rechtsgrondslag te bieden voor het programma ter opvolging van het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten (EIDHR), dat is gebaseerd op twee verordeningen die eind 2006 aflopen. Het nieuwe instrument zou van 1 januari 2007 tot 31 december 2013 van toepassing zijn.

Dit nieuwe instrument is net als het EIDHR ontworpen ter aanvulling van de verschillende andere instrumenten voor de tenuitvoerlegging van het EU-beleid inzake democratie en mensenrechten, die lopen van politieke dialoog en diplomatieke démarches tot diverse instrumenten voor financiële en technische samenwerking, waaronder zowel geografische als thematische programma's. Ook is het bedoeld als aanvulling op de meer crisisgerelateerde interventies van het nieuwe stabiliteitsinstrument.

De Commissie rechten van de vrouwen en gendergelijkheid acht het met name belangrijk dat het nieuwe instrument gendergerelateerde doelstellingen en maatregelen op internationaal niveau op de agenda zet en ondersteunt. Zij wil met dit advies de aandacht vestigen op het belang van vrouwenrechten in de bredere context van democratie en mensenrechten, en de grondslag leggen voor een gendergevoelig Europees financieringsinstrument ter bevordering van democratie en mensenrechten in de hele wereld.

AMENDEMENTEN

De Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen:

Door de Commissie voorgestelde tekst[1]

 

Amendementen van het Parlement

Amendement 1
Artikel 1, lid 2, letter c)

c) versterking van het internationaal kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie;

c) versterking van het internationaal kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie, alsmede waarborging van gendergelijkheid;

Amendement 2

Artikel 1, lid 2, letter d bis) (nieuw)

 

d bis) bevordering van een geïntegreerde benadering van de totstandbrenging van democratie en bescherming van de mensenrechten, en waarborging dat rekening wordt gehouden met gendergelijkheid en conflicten;

Amendement 3

Artikel 2, lid 1, letter a), punt ii)

ii) het aanmoedigen van participatieve besluitvormingsprocessen op nationaal, regionaal en lokaal niveau en het stimuleren van gelijke participatie van mannen en vrouwen in de maatschappij, de economie en de politiek;

ii) het aanmoedigen van participatieve besluitvormingsprocessen op nationaal, regionaal en lokaal niveau en het stimuleren van gelijke participatie van mannen en vrouwen in de maatschappij, de economie en de politiek, door versterking van de rechten van vrouwen en kinderen als specifieke doelstelling, en door mainstreaming van de rechten van kinderen en gendergelijkheid in alle activiteiten;

Amendement 4

Artikel 2, lid 1, letter b), punt ii)

ii) mensenrechtenactivisten;

ii) mensenrechtenactivisten, met name vrouwelijke mensenrechtenactivisten, waaronder zij die zich inzetten voor rechten van vrouwen en kinderen;

Amendement 5

Artikel 2, lid 1, letter b), punt iii)

iii) de strijd tegen racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie op welke grond dan ook;

iii) de strijd tegen racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie op welke grond dan ook, zoals geslacht, ras, kleur, etnische of maatschappelijke achtergrond, genetische kenmerken, taal, religie of overtuiging, politieke of andere opvattingen, het behoren tot een nationale minderheid, eigendom, geboorte, handicap, leeftijd of seksuele voorkeur;

Amendement 6

Artikel 2, lid 1, letter b), punt v)

v) vrouwenrechten;

v) vrouwenrechten en de strijd tegen alle vormen van discriminatie en geweld tegen vrouwen, met inbegrip van de strijd tegen verminking van de vrouwelijke geslachtsdelen;

Amendement 7
Artikel 2, lid 1, letter b), punt vi)

vi) kinderrechten;

vi) kinderrechten, waarborging dat voorrang wordt verleend aan de belangen van kinderen, alsmede bestrijding van kinderarbeid en het rekruteren en inzetten van kindsoldaten;

Amendement 8
Artikel 2, lid 1, letter b), punt vi bis) (nieuw)

 

vi bis) de strijd tegen mensenhandel, met inbegrip van de strijd tegen vrouwen- en kinderhandel voor welk doel dan ook, inclusief uitbuiting voor seksuele doeleinden of arbeid, dan wel het verwijderen van organen;

Amendement 9
Artikel 2, lid 1, letter b), punt viii)

viii) onderwijs, opleiding en toezicht op het gebied van mensenrechten en democratie;

viii) onderwijs en opleiding, alsmede waarborging dat meisjes gelijke rechten hebben wanneer het gaat om onderwijs en opleiding;

Amendement 10
Artikel 2, lid 1, letter b), punt viii bis) (nieuw)

 

viii bis) toezicht op het gebied van mensenrechten, antidiscriminatie en democratie;

Amendement 11

Artikel 2, lid 2

2. Bij alle in deze verordening genoemde steunmaatregelen wordt zoveel mogelijk gestreefd naar gelijke kansen voor mannen en vrouwen, de rechten van kinderen en inheemse bevolkingsgroepen.

2. Bij alle in deze verordening genoemde steunmaatregelen wordt gestreefd naar gelijke kansen voor mannen en vrouwen, de rechten van kinderen en inheemse bevolkingsgroepen.

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (Europees instrument voor democratie en mensenrechten)

Document- en procedurenummers

COM(2006)0354 – C6-0206/2006 – 2006/0116(COD)

Commissie ten principale

AFET

Advies uitgebracht door
  Datum bekendmaking

FEMM
6.7.2006

Nauwere samenwerking – datum bekendmaking

 

Rapporteur voor advies
  Datum benoeming

Teresa Riera Madurell
11.7.2006

Vervangen rapporteur voor advies

 

Behandeling in de commissie

12.9.2006

5.10.2006

 

 

 

Datum goedkeuring

5.10.2006

Uitslag eindstemming

+:

-:

0:

11

0

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Edit Bauer, Hiltrud Breyer, Edite Estrela, Věra Flasarová, Lissy Gröner, Lívia Járóka, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Urszula Krupa, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, Marie-Line Reynaud, Teresa Riera Madurell, Lydia Schenardi

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Karin Resetarits

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid 2)

 

 

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

...

  • [1]  Nog niet in het PB gepubliceerd.

PROCEDURE

Titel

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (Europees instrument voor democratie en mensenrechten)

Document- en procedurenummers

COM(2006)0354 - C6-0206/2006 - 2006/0116(COD))

Datum indiening bij EP

26.6.2006

Commissie ten principale
  Datum bekendmaking

AFET

6.7.2006

Medeadviserende commissie(s)
  Datum bekendmaking

DEVE

6.7.2006

FEMME

6.7.2006

BUDG

6.7.2006

 

 

 

Nauwere samenwerking
Datum bekendmaking

Ja

6.7.2006

 

 

 

 

Rapporteur(s)
  Datum benoeming

Hélène Flautre

21.6.2006

Edward McMillan-Scott

21.6.2006

Vereenvoudigde procedure – datum besluit

 

Raadpleging Europees Economisch en Sociaal Comité – datum EP-besluit

 

Raadpleging Comité van de regio's – datum EP-besluit

 

Behandeling in de commissie

11.7.2006

11.9.2006

13.9.2006

3.10.2006

 

Datum goedkeuring

10.10.2006

Uitslag eindstemming

+:

-:

0:

41

4

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Angelika Beer, Panagiotis Beglitis, Marco Cappato, Simon Coveney, Ryszard Czarnecki, Giorgos Dimitrakopoulos, Jas Gawronski, Maciej Marian Giertych, Ana Maria Gomes, Alfred Gomolka, Klaus Hänsch, Richard Howitt, Jana Hybášková, Ioannis Kasoulides, Bogdan Klich, Helmut Kuhne, Vytautas Landsbergis, Edward McMillan-Scott, Willy Meyer Pleite, Francisco José Millán Mon, Pasqualina Napoletano, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Raimon Obiols i Germà, Cem Özdemir, Tobias Pflüger, Mirosław Mariusz Piotrowski, Raül Romeva i Rueda, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Jacek Emil Saryusz-Wolski, György Schöpflin, Gitte Seeberg, Antonio Tajani, Inese Vaidere, Jan Marinus Wiersma, Luis Yañez-Barnuevo García, Josef Zieleniec

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s)

Irena Belohorská, Nirj Deva, Árpád Duka-Zólyomi. Hélène Flautre, Michael Gahler, Tunne Kelam, Jaromír Kohlíček, Miguel Angel Martínez Martínez, Achille Occhetto,

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 178, lid  2)

Christopher Beazley

Datum indiening

24.10.2006

Opmerkingen (slechts in één taal beschikbaar)

...